Wondzorg in de palliatieve fase - transmuralezorg.nl Presentatie... · van de opperhuid door...

39
Wondzorg in de palliatieve fase Susy Partodikromo, wondverpleegkundige Allerzorg, HWWZorg en Happy Nurse In samenwerking met Transmurale Zorg Den Haag en Omstreken

Transcript of Wondzorg in de palliatieve fase - transmuralezorg.nl Presentatie... · van de opperhuid door...

Wondzorg in de

palliatieve faseSusy Partodikromo, wondverpleegkundige Allerzorg, HWWZorg en Happy Nurse

In samenwerking met Transmurale Zorg Den Haag en Omstreken

Inhoud

Palliatieve fase en zorg

Algemene anmanese en wondanamnese

Decubitus

Oncologische wond en ulcera

Definitie palliatieve zorg volgens WHO

Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het

leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken

hebben met een levensbedreigende aandoening, door het

voorkomen en verlichten van lijden, door middel van

vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en

behandeling van pijn en andere problemen van

lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.

Palliatieve Fase

Fase, waarbij er geen curatie meer mogelijk is

en die soms jaren kan duren!

Belangrijk :

Kwaliteit van leven

Holistische benadering

Symptoombestrijding, zoals pijnbestrijding

Multidisciplinaire aanpak: patiënt staat centraal

Doel palliatieve zorg

Het algemene doel van palliatieve zorg is het bereiken van de hoogst mogelijke kwaliteit van leven, voor zowel de patiënt als diens naasten.

“Treat the whole patient and not just the hole in the patient”

Bron: WHO 2002 en richtlijnen Transmurale Zorg Den Haag en Omstreken

Meest voorkomende wonden in de

palliatieve fase

Decubitus: verschillende categoriën; van 1 tot 4

Oncologische wond

Oncologische ulcera

Skin Tear

Anamnese

Verpleegkundige

anamnese volgens

GORDON. Let op Fysieke

psychosociale aspecten

Wondassessment:

- Wondanamnese

- Doel

- Wondbeleid

- Rapportage

- Evaluatie

Wondanamnese

Anamnese volgens ALTIS. Bron: Henri Post

TIME model

WCS classificatie

A.L.T.I.S.

A: aard: oncologische ulcera

L: locatie: vb. mamma

T: tijdsduur: datum ontstaan wond

I : intensiteit: vb. wondoppervlak, diepte

S: Samenhang: vb. oedeem, pijn, ziektebeeld

Bron: Henri Post

T.I.M.E. wound bed preparation

T: tissue : niet vitaal weefsel debrideren

I : infectie of inflammatie

M: moisture: herstellen vochtbalans

E: randen: macceratie, ondermijning/niet sluitende

randen? Randen moeten naar elkaar toe groeien

WCS-classificatiemodel

Classificatie van wonden naar kleur:

- Rood: granulatie- of proliferatiefase.

Doel: beschermen

- Geel: reactiefase. Doel: reinigen

- Zwart: necrose. Doel: necrose verwijderen

Bij andere wonden betekent rood vitaal weefsel, maar bij een

oncologische ulcus is dat tumorweefsel. Let op : geen scherp

debridement

WCS- classificatiemodel

Decubitus

Decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de

huid en/of het onderliggende weefsel als gevolg van

druk of druk in samenhang met schuifkracht. Deze

ontstaat meestal ter hoogte van een botuitsteeksel

waar druk en schuifkrachten zich bij zitten of liggen het

sterkst doen gelden: stuit, hiel, malleolus, tuber

ischiadicum en trochanter major. Decubitus wordt

afhankelijk van de diepte van de beschadiging

ingedeeld in vier categorieën. Bron: NHG en richtlijnen Transmurale zorg Den Haag en Omstreken

Verpleegkundige interventies

Observatie, rapportage, evaluatie, overleg

Voorlichting/instructie: zit en lighouding

Hulpmiddelen inzetten: zoals AD matras, AD zitkussen, hielkussen. Geen alternerend matras bij botpijnen

Voeding: niet pushen bij misselijkheid

Multidisciplinaire aanpak: diëtiste, fysiotherapeut, ergotherapeut

Belangrijkste: de oorzaak : DRUK: aanpakken indien mogelijk

Decubitus: categorie

Categorie 1

Categorie 2

Categorie3

Categorie4

Decubitus categorie 1

Niet-wegdrukbare roodheid bij intacte huid.

Er kan eveneens sprake zijn van warmte, oedeem, verharding en

pijn.

Behandeling: gericht op preventie

Geen lokale therapie. Bij subcutane necrotische massa: ontstaan

ulcus afwachten; kan categorie 4 zijn

- Huid soepel houden met olie; niet wrijven, maar inkloppen

- Huid eventueel beschermen tegen schuren

Decubitus categorie 1: niet wegdruk

bare roodheid

Decubitus categorie 2

Excoriatie of blaar.

Behandeling:

Blaar intact laten, tenzij deze hinderlijk is. Bij kapotte

blaar en excoriaties: niet-verklevend verband zoals

foamverband of paraffinegaas

Silicone verband tegen schuif en wrijfkrachten; neemt

de druk NIET weg

Decubitus categorie 2 : blaar

Decubitus categorie 3

Verlies volledige huidlaag, maar bot, pezen en spieren liggen niet

bloot.

Behandeling:

- Bij relatief droge wonden: niet-verklevend verband, hydrogel of

hydrocolloïd

- Bij nattende wonden: absorberende materialen zoals alginaten,

hydrofiber en schuimverbanden, afhankelijk van regionale

afspraken

Decubitus categorie 3

Decubitus categorie 4

Verlies volledige weefsellaag; bot, pees of spier zichtbaar.Let op:

epidermis soms intact en is alleen een donker paarse verkleuring te

zien

Beleid:

- Bij relatief droge wonden: niet-verklevend verband, hydrogel of

hydrocolloïd

- Bij nattende wonden: absorberende materialen zoals alginaten

hydrofiber en schuimverbanden, afhankelijk van regionale

afspraken.

Verschil tussen oncologische wond en

oncologische ulcera

Een oncologische wond is het

gevolg van de behandeling van

een maligniteit zoals chirurgie,

radiotherapie en/of

chemotherapie.

Onder een oncologisch ulcus

wordt verstaan een onderbreking

van de opperhuid door infiltratie

van maligne cellen. Het is een

wond die ontstaat ten gevolge

van groei van de primaire tumor

of van metastasen. Het

onderliggende weefsel is dan ook

altijd maligne. De kans dat het op

natuurlijke wijze geneest is gering

tot afwezig

Bron: oncoline en richtlijnen Transmurale Zorg Den Haag en

Omstreken

Verschil

Verschil tussen oncologische ulcera en wond:

- Oorzaak

- Behandeling

- Genezingsproces

Gradaties oncologische ulcera

Graad 0: intacte huid

Graad 1: oppervlakkig huidletsel

Graad 2: aantasting onderhuids weefsel:

- matig exsudaat

- Bloedingsneiging

- meestal pijn en jeuk

Graad 3: aantasting subcutaan vetweefsel

Graad 4: deels gangreen:

- meestal pijnlijk

- veel exsudaat

- Geuroverlast

Graad 5: Gangreen > 30 % van wondoppervlak

Klachten/symptomen oncologische

ulcera

Lokale verandering van de huid

Pijn

Jeuk

Geur tgv necrose en infectie

Exsudaat

Bloedingsneiging

Oedeem

Functio laesa

Geen natuurlijke genezingstendens

Grillig van vorm → lastig plakken

Symptoommanagement

Pijncontrole

Geurvermindering

Exsudaatmanagement

Vaker verbandwissel

Bloedingen voorkomen

“Treat the whole patient and not just the hole in the patient”

Wondzorg in de palliatieve fase

Palliatieve zorg

Intensieve zorg

Resultaatgericht

comfortabel

Terminale zorg

Comfort 1e prioriteit

Minder intensief

Minder resultaat gericht

Interventies

Multidisciplinaire aanpak

Symptoommanagement

Psychologische begeleiding

Omgeving/sociaal

Voeding: proteïnerijk

Lichamelijke zorg

Pijnbestrijding

Systemische :

- Oraal

- Transdermaal

- Subcutaan

Lokale pijnbestrijding

Morfinegel

Lidocaïnegelei

Instillagel

Geurbestrijding

Onder ander lokale aanpak:

Metronidazolgel

Koolstofverbanden zoals Carboflex

Haemostatische verbanden

Novacol:

Spongostan

Alginaten: o.a kaltostat

Bij bloedingen

Gazen gedrenkt in Xylomethazoline

Adrenaline 1 : 1000 rechtstreeks op de wond

Palliatieve sedatie bij acute levensbedreigende

bloeding

Conclusie

Wondzorg is complexer dan gedacht

Holistische aanpak

Evidence based

Bronnen

Oncoline

Richtlijnen Transmurale Zorg Den Haag en Omstreken

NHG

WHO