2.6 Welke stoffen lossen op in water?

Post on 18-Jan-2016

63 views 2 download

description

2.6 Welke stoffen lossen op in water?. Hydrofiel (“houden van water”) Lossen op in water Bevatten een OH- of een NH-groep, zodat ze een H-brug kunnen vormen met water. Ethanol is hydrofiel. Glycerol. Hydrofoob (“angst voor water”) Lossen niet op in water - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of 2.6 Welke stoffen lossen op in water?

2.6 Welke stoffen lossen op in water?

• Hydrofiel (“houden van water”)

Lossen op in water

Bevatten een OH- of een NH-groep, zodat ze een H-brug kunnen vormen met water

• Ethanol is hydrofiel

Glycerol

• Hydrofoob (“angst voor water”)Lossen niet op in water

Sommige stoffen zoals zeep bestaan uit een hydrofiel- en een hydrofoob- gedeelte.

(C17H35COOH)

Pentaan is een hydrofobe stof

Oplosbaarheid

Het aantal gram stof dat maximaal kan oplossen in een bepaalde hoeveelheid oplosmiddel bij een bepaalde temperatuur.

6

Oplosbaarheid• Bij gassen daalt de oplosbaarheid als de temperatuur

stijgt! Bij vaste stoffen stijgt de oplosbaarheid.

Indien het water te warm is kan er minder zuurstof in oplossen en zullen de visjes sterven door zuurstofgebrek!

Verzadigde oplossing

• Exact de maximale hoeveelheid van een stof opgelost.

• “Er kan niets meer bij”

8

Oplosbaarheid creatine in water

Creatine wordt door sporters gebuikt om hun prestaties te verbeteren

Voorbeeld Opgave Jan doet 20 gram creatine in 100

gram water van 20°C. a) Lees uit het diagram af of Jan een

verzadigde of onverzadigde oplossing heeft!

b) Dan verwarmt hij het bekerglas tot 50°C. Wat neemt hij waar?

c) Is zijn oplossing bij 50°C verzadigd of onverzadigd?

d) Ytzen en Thijs zijn cool

Verzadigde oplossing

Onverzadigde oplossing

Oplosbaarheid creatine per 100 gram water

Mengen moleculaire stoffen onderling?

• Hydrofiele stoffen mengen onderling goed

• Hydrofobe stoffen mengen onderling goed

• Hydrofiele stoffen mengen slecht met hydrofobe stoffen

Mengsels

• Oplossing

Een oplossing is altijd helder en soms gekleurd.

De suikermoleculen gaan tussen de watermoleculen bewegen. We noemen dit een moleculaire verdeling

Mengsels

• Suspensie

Mengsel van een vloeistof waarin kleine vaste korreltjes (die niet oplossen) zweven.

Omdat je deze korrels ziet is een suspensie nooit helder.

Voorbeelden: verf, krijt in water

Mengsels

• Emulsie

Mengsel van een hydrofiele vloeistof waarin kleine druppels van een hydrofobe vloeistof zweven of omgekeerd.

(mayonaise, yoghurt, zonnebrandcrême)

Emulgator:

Zorgt ervoor dat olie en water wel mengen

• Nevel

Fijne druppels vloeistof in een gas

Rook

Fijne vaste zwevende deeltjes in gas

Schuim

Fijn verdeeld gas in een vloeistof

Oplosvergelijking

• Bijvoorbeeld: oplossen van suiker in water.

• SUIKER (s) SUIKER (aq)

• C6H12O6 (s) C6H12O6 (aq)

meten

Grootheid (Smulders)Wat je meet

EenheidEen afgesproken maat

waar mee je meetSI- stelsel“System International”

Standaard eenheden die over de hele wereld gelden

Voorvoegels

• Grote of kleine getallen worden aangegeven met voorvoegsel bij de eenheid

voorvoegsel

afkorting betekenis

micro 0,000001

milli m 0,001

centi c 0,01

deci d 0,1

deca dam 10

hecto h 100

kilo k 1000

steeds x10

km hm dam m dm cm mm

steeds : 10

Lengte

Volume(hoeveelheid ruimte die een voorwerp in neemt) steeds x1000

m3 dm3 cm3

steeds : 1000

1l = 1 dm3 1 ml = 1 cm3

Nauwkeurigheid

• Toevalllige fouten:

- afleesfout• Systematische fouten:

- glaswerk• Significante cijfers:

cijfers die betekenis hebben

Vermenigvuldigen en delen

• Antwoord in getal met kleinste aantal significante cijfers in totaal

• Nul aan het begin telt nooit mee!

Voorbeeld:

2,6 / 1,338= 1,9

Optellen en aftrekken

• Antwoord in het getal met het kleinste aantal cijfers achter de komma.

Bijvoorbeeld:

1,98 + 0,6 = 2,6

1,98 x 0,6 = 1