Post on 21-Dec-2014
description
Medicijnen
Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2009
Omgaan met geneesmiddelen
• Definitie geneesmiddel:
• Een geneesmiddel is een preparaat van synthetische, plantaardige of dierlijke oorsprong dat dient om ziekten te voorkomen, te genezen of te verzachten.
Benaming
• Medicijnen hebben 3 namen:
• Chemische naam: exacte stof
• Stofnaam: gegeven door WHO
• Merknaam: fabrieksnaam
Naslagwerken voor medicijnen:• Geneesmiddelenrepertorium• Farmacotherapeutisch kompas• Repertorium op internet.
- Hierin staan alle medicijnen die in Nederland staan geregistreerd.
- Farmacotherapeutisch kompas is uitgebreider, hierin staan zowel merknamen als stofnamen.
Indeling naar aard en werkzaamheid
• Causale therapie: neemt de oorzaak weg
Voorbeeld: anti-biotica Symptomatische therapie: bestrijd
de (bij)verschijnselen van een ziekte zoals pijn, misselijkheid, braken, jeuk etc.
Voorbeeld: paracetamol
• Substitutietherapie: vervanging of aanvulling van een voor het lichaam onmisbare stof.
Voorbeeld: Insuline bij diabetes, hormonen bij traagwerkende schildklier etc.
• Profylactische therapie: dient ter voorkoming van ziekten.
Voorbeeld: toedienen van vaccin,waardoor het lichaam antistoffen kanmaken.
• PLACEBO’S – PLACEBO EFFECT.
Risico’s van medicijnen:
• Cumulatie: ophoping medicijn in het lichaam (hoge dosering, lagere verwerking)
• Gewenning: steeds meer nodig voor effect• Verslaving: lichamelijke en/of psychische
afhankelijkheid.• Allergische reacties: diaree, jeuk, huiduitslag
etc.• Interactie: werking van medicatie op elkaar.• Bijwerkingen: neveneffecten als diaree, jeuk
etc.
Rol verpleegkundige:• Wet BIG (bevoegd/ bekwaam)• Werkt volgens voorschrift/ protocol• Registreert toedieningen v.v.• Observaties na toediening/ beoogde effect• Overleg collega’s/ artsen• Evt. behandelplan bijstellen
• Arts recept laten tekenen (+ controleren): naam zorgvrager, medicijn, dosering, frequentie, inname/ toediening, handtekening etc.
Medicijnen uitzetten:
• Door apotheek of verpleegkundige
• Kunnen per tijdstip, per 24 uur of per week worden uitgezet.
• Medicijnkar, cupjes, bekertjes, dispensers, doordrukstrips etc.
• Medicijnbox is voor veel zorgvragers een handig hulpmiddel.
Bewaren van medicijnen:
• Medicijnkast• Opiatenkast (opiaten = verdovende middelen)
• Koelkast
Opiaatkast= registreren welk medicijn, voor wie, hoeveel, wanneer toedienen, manier van toediening en wie het heeft toegediend.
Enterale toediening= Inname medicijn via het maag- darmstelsel
Parenterale toediening= Alles wat niet via het maag- darmstelsel gaat. Via het infuus of
een injectie.
Uitdelen van medicijnen:
Controle:
• Juiste medicijn
• Juiste dosis
• Juiste tijdstip
• Juiste zorgvrager
• Juiste manier van toediening
Productie van medicijnen:
• Poeders, • tabletten, • dragee, • capsule, • zetpillen, • lotion, • crème, • zalf, • Gelei.
• siroop, • Oplossingen• emulsie, • suspensie, • aerosol, • pleisters,• vloeistoffen,• Klysma• Gel.
Toedieningsvormen
Vloeibaar of opgelost
• Dranken: dosering in 3 ml (theelepel) 8 ml (paplepel) en 15 ml (eetlepel)
• Druppels:neus-, oog- en oordruppels• Rectale toediening: klysmata,
lavement en rectiolen (microlax)
Vloeibaar of opgelost
• Parenterale toediening: injectie vloeistoffen, infusievloeistoffen, vloeistoffen t.b.v. Hypodermoclyse
• Smeersel: geneesmiddel invloeibare vorm voor uitwendig gebruik
• andere vloeibare toedienings-vormen zoals gorgeldrankenen mondspoeling
Toediening in vaste vorm
• Poeders: voor inwendig gebruik, verpakt in papiertje of sachets, voor uitwendig gebruik, strooipoeder.
• Tabletten: machinaal samengeperste poeder. Soms staat er een toevoeging retard, durette of depot bij genoemd.
Toediening in vaste vorm
• Dragees: tabletten omgeven met suikerlaagje
• Capsules en parels: kokertje met geneesmiddel daarin. Moeten net als de zg.ouwels ongeopend worden ingenomen.
• Zetpillen:staafje van “vet” dat een medicijn bevat en voor rectaal of vaginaal gebruik bestemd is.
• Zalf: vetachtige substantie met medicijn. Pasta met veel vaste stoffen, creme bevat veel water.
Toediening in gasvorm
• Inhalatie, bijv. bij astma• Narcosegassen
Toedieningswijzen
Algehele werking of plaatselijke werking.
Algehele werking
• Oraal of per os: het geneesmiddel moet worden ingeslikt, waarna het ergens in het maag-darm kanaal opgenomen kan worden in het bloed.
• Wanneer kan dit niet: 1.als het geneesmiddel door de
spijsverteringssappen onwerkzaam wordt gemaakt,
2. Het middel kan de maag of darmwand niet passeren,
3. De lever breekt het medicijn te snel af.
• Wanneer nog meer niets per os:
• Zorgvrager heeft slikstoornissen• Zorgvrager is bewusteloos• Zorgvrager braakt
• Welke alternatieven zijn er?
Algehele werking
• Rectaal:geneesmiddelen worden via het rectum in het darmkanaal ingebracht en via het slijmvlies opgenomen in de bloedbaan.
• Parenteraal: injectie, hypodermoclyse en/ of infuus.
Bijzondere vorm van parenterale toediening
• Inhalatie:medicijn komt d.m.v. inademing, via het slijmvlies van de mond-, keel en luchtwegen in het bloed terecht.
• Transdermaal: geneesmiddel toedienen via de huid, zalf en of pleisters
• Sublinguaal: onder de tong, via mondslijmvlies opgenomen
Plaatselijke werking
• Geneesmiddel wordt niet of voor een heel klein gedeelte opgenomen in de bloedbaan.
Plaatselijke werking
• Toepassing op de huid: zalven, smeersels, poeders, lotion of tinctuur.
• Toepassing op de slijmvliezen: oog-, oor-, neusdruppels,spoelvloeistoffen, gorgeldrankjes, vaginale zetpillen, rectale zetpillen(aambeien of laxeren), zuigtabletten.
• Medicatie die ingenomen moet worden tegen maagdarmstoornissen etc.
Plaatselijke werking
• Plaatselijke verdoving• Spinale of epidurale anaesthesie
Het lot van geneesmiddelen in het
lichaam
Wat gebeurt er met de medicatie?
• Geneesmiddel komt altijd in bloed terecht• In kortere of langere tijd verdwijnt het
weer uit het lichaam, de lever breekt het medicijn af en wordt via de gal of de urine uitgescheiden.
• Soms komt het onveranderd in de urine terecht en uitgescheiden.
rectaal
Nierenexcretie
lever
bloedbaan
spieren
Oraal
Wat gebeurt er nog meer?
• Er kan cumulatie (ophoping).
• Men kan afbraakproducten aantreffen in ontlasting, urine, ademlucht,transpiratie en moedermelk
Houdbaarheid
• Beperkt• Gebruiks- en bereidingsdatum moeten staan
aangegeven• Omgeving waarin de medicijnen bewaard
worden mag niet vochtig zijn• Bij voorkeur in ondoorzichtige verpakking in
het donker of koel (zetpillen)bewaren• Besmetting met micro-organismen voorkomen
Dosering
• Therapeutische dosis: juiste hoeveelheid waarmee het bedoelde effect wordt bereikt.
• Overdosering: te hoge dosis waarbij in kortere of langere tijd ernstige neveneffecten zijn waar te nemen (cumulatie, intoxicatie)
• Onderdosering: gewenst effect wordt niet bereikt, ineffectief
Bijwerkingen
• Ongewenste neveneffecten bij gebruik van medicatie terwijl de juiste dosering is gegeven.
• Overgevoeligheid voor geneesmiddel, huiduitslag, jeuk,galbulten, soms shock
• Verminderde eetlust,misselijkheid en braken
Bijwerkingen
• Obstipatie, diarree• Beschadiging van beenmerg, waardoor er
te weinig bloedlichaampjes worden aangemaakt
• Sufheid (medicatie die het reactievermogen aantasten wordt met een gele sticker aangegeven, een rode sticker bij medicatie die versuffend werkt).
Gewenning en verslaving
• Gewenning: er is een steeds hogere dosering nodig om het gewenste effect te bereiken
• Verslaving:chronische of periodieke intoxicatie door voortdurend of herhaald gebruik, deze toestand wordt gekenmerkt door lichamelijke en/ of psychische afhankelijkheid
Lichamelijke en geestelijke verslaving
• Lichamelijke verslaving wordt veroorzaakt door voortdurende intoxicatie en uit zich door onttrekkingverschijnselen of abstinentieverschijnselen.
• Geestelijke verslaving is het verlangen naar het middel zo sterk dat het niet of nauwelijks bedwongen kan worden, het effect wat men wil bereiken is euforie, gevoel van welbehagen etc.
Interacties
• Bij de toediening van meerdere medicamenten kunnen zij elkaar versterken of verzwakken.
Bijsluiter
• Wettelijk verplicht en moet voldoen aan de volgende criteria:
• Informatie over het geneesmiddel• Bij welke ziekte te gebruiken• De meest gebruikelijke dosering• Wanneer wel en wanneer niet te gebruiken• Eventuele bijwerkingen• Mondelinge toelichting vaak gewenst
Het recept
Schriftelijk verzoek aan de apotheker of apotheek-
houdende huisarts tot het afleveren van een bepaald
medicijn.
Criteria recept
• Naam en woonplaats van degene die het medicijn voorschrijft
• Datum• Naam geneesmiddel, toedienings-vorm en
sterkte• Het af te leveren aantal en evt.het aantal
malen dat het recept herhaald mag worden• Dosering• Naam, adres van de zorgvrager• Paraaf van de Arts
Recept medicijnen onder de opiumwet
• Naam, voorletters,adres, woon-plaats en telf.nr arts.
• Datum• Naam medicament,toedieningsvorm en sterkte• Af te leveren hoeveelheid in letters• Duidelijke omschrijving van de dosering,en
maximale hoeveelheid per 24 uur• Naam, adres, woonplaats zorgvrager• Event. Herhalingen in letters• Handtekening arts
Omgaan met geneesmiddelen op de
werkvloer
Controleren van medicijnen
• Juiste medicatie juiste zorgvrager• Juiste geneesmiddel• Juiste sterkte• Juiste dosering• Juiste toedieningswijze• Juiste tijdstip• Voorgeschreven periode van gebruik• Gunstige en ongunstige effecten van het
middel
vervolg
• Problemen met innemen direct rapporteren
• Nooit op eigen initiatief medicatie verstrekken
• Houdt bij gebruik van psycho-farmaca rekening met alcohol
• Controleer of de zorgvrager zijn medicatie inneemt
• Doe bij twijfel eerst navraag.
• Bij fouten een VIM formulier invullen!
• Medicatiefouten zijn nog steeds de meest voorkomende fouten.
Repertorium
• Gerubriceerd op stelsel, werking en vorm.
• Anti-diabetica
• Psychofarmaca
• Analgetica
Per medicijn
• Werkzame stoffen
• Dosering
• Toedieningsvorm
• Indicatie
• Contra-indicatie
• Bijwerkingen.