Post on 11-Oct-2020
Pedagogische Wetenschappen 2012-‐2013
Inleiding in de pedagogische wetenschappen
Blokboek 1.2
1
2
Planningsgroep voor dit blok
Blokcoördinator Maartje Luijk Gebruik het forum en het contactpersonenoverleg voor vragen over het blok.
Practicumcoördinator Kayin Mui Gebruik het forum voor vragen over het practicum.
3
Inhoudsopgave Planningsgroep voor dit blok............................................................................................. 2 Inleiding ............................................................................................................................. 4 Doelstellingen.................................................................................................................... 4 Activiteiten in dit blok ....................................................................................................... 4 Studiebronnen................................................................................................................... 5 Studiebelasting .................................................................................................................. 5 Toetsing ............................................................................................................................. 7 Communicatie ................................................................................................................... 8 Rooster .............................................................................................................................. 8 Probleem 1. Nature? Nurture? ....................................................................................... 10 Probleem 2. Familie Doorsnee wordt familie Knots? … .................................................. 11 Probleem 3. Op het kinderdagverblijf ............................................................................. 12 Probleem 4. Opgroeien in een kindertehuis…en dan? .................................................... 13 Probleem 5. Blauwe plekken ........................................................................................... 14 Probleem 6. We moeten je wat vertellen ….................................................................... 15 Probleem 7. Rechten en plichten .................................................................................... 16 Probleem 8. EHB(P)O: Eerste Hulp bij Problematische Opvoedingssituaties .................. 17 Bijlage 1 – Beoordelingsformulier professioneel gedrag in de onderwijsgroep.............. 18 Bijlage 2 – Studiedagboekformulier ................................................................................ 19 Bijlage 3 – Leeswijzer wetenschappelijke artikelen......................................................... 20
4
Inleiding
Omschrijving
In de supermarkt, de metro, het park, overal kun je pedagogiek tegenkomen. De pedagogiek is een breed werkveld. Mag Laura van 13 in haar eentje de wereld rondzeilen? Mogen kinderen drie uur per dag televisie kijken? Mogen ouders een pedagogische tik uitdelen? Het zijn opvoedkundige vragen waar de meeste mensen wel een mening over hebben. Maar deze pedagogische vragen kunnen we ook op een wetenschappelijke manier bekijken. In dit blok komen de belangrijkste pedagogische thema’s aan bod. Welke rol heeft het kind in zijn of haar omgeving? Wat is aangeboren en wat is aangeleerd gedrag? Wat gebeurt er als een kind niet door de ouders maar door anderen wordt opgevoed? Wat is de kwaliteit van de opvoeding en hoe kunnen we ouders ondersteunen in de opvoeding? Pedagogische vraagstukken over onder andere het nature-‐nurture-‐debat, adoptie, kinderopvang, kindermishandeling en opvoedstijlen worden behandeld. Daarnaast is er ook aandacht voor de manieren waarop ouders ondersteund kunnen worden in de opvoeding.
Doelstelling
Na afloop van de cursus moet je: • Kritisch kunnen reflecteren op het nature-‐nurture debat, gebruikmakend van
standpunten van verschillende belangrijke denkers in de pedagogiek, en empirische methoden als tweeling-‐ en adoptieonderzoek.
• Verschillende opvoedingscontexten kunnen omschrijven, variërend van het kerngezin tot kinderopvang, adoptie en kindertehuisopvoeding.
• Kwaliteit van opvoeden kunnen omschrijven, met specifieke aandacht voor verschillende opvoedstijlen, kindermishandeling, sensitiviteit en gehechtheid.
• Het belang van opvoedingsondersteuning en -‐interventie beschrijven, daarbinnen verschillende programma’s kunnen noemen.
Activiteiten in dit blok Onderwijsgroepen Het blok inleiding in de pedagogische wetenschappen duurt in totaal 5 weken. In elke week vindt op maandag en donderdag een onderwijsgroep plaats, behalve in de laatste week (dan alleen op maandag). Elke bijeenkomst duurt 3 uur en je wordt geacht altijd aanwezig te zijn. Colleges Het onderwijs in dit blok wordt ondersteund door een aantal colleges. Een college duurt twee keer 45 minuten (exclusief pauze) en wordt gegeven op elke maandag. De inhoud van de colleges behoort ook tot de stof voor de bloktoets! Naast de reguliere colleges (op maandag), vindt er ook een practicumcollege plaats (op woensdag 10 oktober).
5
Zelfstudie Zelfstudie vormt een groot onderdeel van je wekelijkse activiteiten. Bij de zelfstudie maak je gebruik van EduWeb en het studielandschap. Practicumbijeenkomsten Tijdens de practicumbijeenkomsten op woensdag wordt je getraind in wetenschappelijke presentatievaardigheden. De uitwerking van dit practicum vind je in de handleiding practicum presenteren. Studiebronnen Boeken Een eerste oriëntatie op de onderwerpen die in dit blok behandeld worden kun je vinden in: • Van IJzendoorn, M.H. & De Frankrijker, H. (red.). (2005). Pedagogiek in Beeld (2e
druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Koops, W., Levering, B., & De Winter M. (red.) (2008). Opvoeding als spiegel van de
beschaving. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Meer gespecialiseerde boeken met betrekking tot de verschillende onderwerpen zijn: • Van IJzendoorn, M.H. (2008). Opvoeding over de grens. Amsterdam: Boom. • Blokland, G. (2008). Over opvoeden gesproken. Methodiekboek pedagogisch
adviseren (8e druk). Amsterdam: Uitgeverij SWP. Wetenschappelijke artikelen Naast boeken zul je in toenemende mate gebruik gaan maken van wetenschappelijke artikelen, die te vinden zijn in wetenschappelijke tijdschriften. Op EduWeb zijn de per probleem verschillende artikelen beschikbaar. Je kunt ook proberen met behulp van de bibliografische omschrijving deze artikelen zelf op te zoeken via de UB! De artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften zijn geenszins eenvoudig van aard. Besteed daarom ruimschoots de tijd aan deze artikelen en realiseer je dat je de artikelen meer dan eens zult moeten lezen om ze te kunnen begrijpen. Houd hier rekening mee bij je studieplanning. Het begrijpen van artikelen is noodzakelijk om de bloktoets te kunnen halen. Links Links met interessante informatie (als je aanvullingen hebt op deze lijst, laat dat dan aan de blokcoördinator weten): • http://www.opvoedingscanon.nl/opvoedingscanon.php • http://www.opvoeddebat.nl/ • http://www.pedagogiek.net/
6
Film van het blok In dit blok bekijken we in het laatste college een documentaire. ‘Kinderopvang in zwart en wit’ (2000), door Hans Polak (VARA) Kinderdagverblijf ‘t Vinkje wordt al 46 jaar geleid door oma Willy. Zij vangt in haar driekamerflat in de wijk Spangen te Rotterdam ongeveer zeventig allochtone kinderen per dag op. Deze reportage gaat in op haar achtergrond, haar drijfveren, de manier van oppassen en haar aanpak van de opvang. Daar tegenover zien we het kinderdagverblijf Kindergarden BV. Dit kinderdagverblijf aan de Herengracht in Amsterdam wordt geleid door twee ondernemers die kinderopvang als een product zien. Er wordt gekeken naar hun filosofie achter de kinderopvang, hun wens om uit te groeien tot een organisatie met dertig kinderdagverblijven en de doelgroep waarop zij zich richten. Het contrast tussen de twee kinderdagverblijven is enorm. Maar welke is er eigenlijk beter voor de kinderen? Boek van het blok Bij ieder blok wordt een boek geselecteerd dat een interessante verdieping van de leerstof biedt. Het is bedoeld voor verdere verdieping binnen een van de thema’s van het blok. Er staan meerdere exemplaren van het boek in het Studielandschap, en je kunt het eventueel ook zelf bestellen. Dit blok is gekozen voor: Van der Veer, R. (2011). Opvoeden door beginners. Amsterdam, Uitgeverij Balans. Baby’s moeten beslist alleen op hun kamertje inslapen. Peuters moet je niet voor hun tweede verjaardag proberen zindelijk te maken. Het huilen van een baby kan niet verminderd worden door hem of haar rond te dragen. Dit zijn enkele van de adviezen die jonge ouders tegen kunnen komen bij het consultatiebureau, in adviesboeken of bij het bezoeken van een opvoedingssite. De adviezen klinken soms overtuigend, maar zijn ze ook ergens op gebaseerd? Studiebelasting Zelfstudie Voor dit blok is uitgegaan van een studiebelasting van 40 uur per week. Gemiddeld genomen ben je ongeveer 10 uur per week op de universiteit voor colleges en onderwijsgroepen. Dit betekent dat je ongeveer 30 uur per week bezig bent met zelfstudie. Je zult merken dat er veel van je tijd gaat zitten in het zelfstandig werken in het studielandschap, het computerlandschap of thuis. Literatuurstudie Om een goed beeld te krijgen van wat er in de literatuur staat over een bepaald onderwerp is het essentieel dat je meerdere bronnen bestudeert. Wanneer je namelijk
7
kennis vanuit verschillende invalshoeken bestudeert en daarover nadenkt, onthoud je deze kennis ook beter. Een algemene regel is dat je minimaal 2 relevante (!) bronnen en minimaal 50 pagina’s bestudeert. Er is op EduWeb steeds een onderscheid gemaakt tussen de literatuur die je in ieder geval moet lezen, en extra literatuur. Deze extra literatuur kan je helpen de basisliteratuur beter te begrijpen. Laat de literatuur onder het kopje ‘Extra’ dus niet per definitie links liggen! Ondersteunende materialen op EduWeb, zoals presentaties, video’s en websites zijn aanvullend, en kunnen worden bekeken naast de basisboeken en artikelen, niet ter vervanging van de basisboeken en artikelen. Het is niet voldoende om teksten te onderstrepen en eventueel een samenvatting te maken. Die bewerkingsactiviteiten zijn veelal niet voldoende om de stof echt meester te worden. Onderzoek laat zien dat ‘semantische elaboratie’ van het bestudeerde essentieel is voor een diep begrip. Dat kan het beste gebeuren door wat je bestudeerd hebt in eigen woorden thuis hardop na te vertellen. Daarbij moet er niet in boek of aantekeningen gekeken worden. De tutoren zullen helpen dat te bevorderen door studenten ertoe te brengen bij de nabespreking niet uit hun aantekeningen of kopieën voor te lezen maar uit hun hoofd te vertellen wat ze bestudeerd hebben. Studeerbaarheid Om naar oplossingen te zoeken voor mogelijke problemen waar je bij de zelfstudie tegenaan loopt, worden in dit blok je studieactiviteiten geëvalueerd. Vanaf de tweede onderwijsgroep zullen steeds twee studenten hun zelfstudie-‐activiteiten bespreken aan de hand van een dagboekje dat ze hierover hebben bijgehouden. Elke student dient hierbij tenminste één keer aan de beurt te komen. De bedoeling hiervan is om ervaringen en tips uit te wisselen, zicht te krijgen op je eigen studiegewoonten en deze zonodig aan te passen. In bijlage 3 vind je een dagboekformulier dat je hierbij kunt gebruiken. Toetsing Binnen elk blok bestaan er vier examenonderdelen: de bloktoets, de beoordeling van professioneel gedrag, de aanwezigheidsverplichting en een practicum. In 1.2 is dit: • De bloktoets, die zal worden afgenomen op vrijdag 9 november. De toets geeft je
informatie over in hoeverre je de kennis die in een blok aan de orde is geweest beheerst. De resultaten van de toets zijn op uiterlijk 30/11 te vinden in Osiris.
• Professioneel gedrag in de onderwijsgroep. Zoals je in de studiegids kunt lezen word je door je tutor beoordeeld op het onderdeel professioneel gedrag in de onderwijsgroep. Achter in het blokboek zit een voorbeeld van het formulier dat de tutor daarvoor gebruikt. Het gemiddelde oordeel per blok wordt gemiddeld over vier blokken.
8
• Verplichte aanwezigheid, wat inhoudt dat je bij alle onderwijsgroepen aanwezig bent geweest. Ben je niet bij alle onderwijsgroepen aanwezig geweest dan kun je, onder de voorwaarde dat je niet meer dan twee onderwijsgroepen gemist hebt, alsnog aan je aanwezigheidsverplichting voldoen door een inhaalopdracht te maken. De inhaalopdracht, die bestaat uit het maken van een zogenaamde ‘concept map’, dien je bij je tutor aan te vragen met behulp van het aanvraagformulier dat je van EduWeb kunt downloaden. Je dient de concept map bij je tutor in te leveren binnen twee weken na de gemiste bijeenkomst. Meer informatie hierover vind je op EduWeb. Mis je meer dan twee bijeenkomsten, neem dan contact op met de examencommissie (excie-‐ped@fsw.eur.nl).
• Het practicum, waarin je wetenschappelijke presentatievaardigheden leert. Het practicum sluit je af met een eindpresentatie en reflectieverslag. Ook voor het practicum geld t een aanwezigheidsplicht. Ben je niet bij deze bijeenkomsten aanwezig geweest dan kun je, onder de voorwaarde dat je niet meer dan één bijeenkomst gemist hebt, alsnog aan je aanwezigheidsverplichting voldoen door een vervangende opdracht te maken.
Communicatie Inhoudelijke vragen (bijvoorbeeld over de literatuur of colleges) kun je het beste stellen op het forum van blok 1.2. Dit forum is te bereiken door in te loggen op blok 1.2 en te kiezen voor de optie ‘Vragen over dit blok’. De blokcoördinator zal deze vragen zo snel mogelijk proberen te beantwoorden. Administratieve vragen (bijvoorbeeld over het rooster of cijfers) kun je het beste stellen aan het onderwijsbureau. Dit forum is als volgt te bereiken: klik op de knop Onderwijsbureau, kies voor ‘Vragen’ (eventueel ‘start new topic’). Door goed in te schatten aan wie je een vraag stelt kunnen wij je snel helpen. Rooster Voorafgaand aan het blok word je ingedeeld in een zogenaamde 'vroege' of 'late' groep. Vroege groepen zijn op maandag en donderdag van 9.30-‐12.30 uur en late groepen zijn op maandag van 15.00-‐18.00 uur en op donderdag van 14.00-‐17.00 uur. Onderwijs-‐ en practicumgroepen vinden plaats in het V-‐gebouw, zie EduWeb voor de groepsindeling.
9
Datum Tijd Activiteit Inhoud Locatie Ma 08/10 Wo 10/10 Do 11/10
09:30-‐12.30 13.00-‐14.45 15.00-‐18.00 09.30-‐12.30 13:00-‐14:45 15.00-‐18.00 09.30-‐12.30 12:30-‐13:00 13:30-‐14:00 14.00-‐17.00
vroege onderwijsgroepen openingscollege late onderwijsgroepen vroege practicumgroepen practicumcollege late practicumgroepen vroege onderwijsgroepen contactpersonenoverleg vroeg contactpersonenoverleg laat late onderwijsgroepen
VB 1 Waarom pedagogiek van levensbelang is VB 1 Presentatie 1 Wat is wetenschappelijk presenteren? Presentatie 1 NB 1; VB 2 Overleg afgevaardigden vroege groepen Overleg afgevaardigden late groepen NB 1; VB 2
zie EduWeb CB-‐5 zie EduWeb zie EduWeb LB-‐107 zie EduWeb VB-‐47 VB-‐47
Ma 15/10 Di 16/10 Wo 17/10 Do 18/10
09.30-‐12.30 13.00-‐14.45 15.00-‐18.00 10.00-‐12.30 13.00-‐15.30 09.30-‐12.30 14.00-‐17.00 09.30-‐12.30 14.00-‐17.00
vroege onderwijsgroepen college late onderwijsgroepen bibliotheekpracticum vroeg bibliotheekpracticum laat vroege practicumgroepen late practicumgroepen vroege onderwijsgroepen late onderwijsgroepen
NB 2; VB 3 Hulp bij opvoeden – hoe werkt dat? NB 2; VB 3 bibliotheekpracticum vroeg bibliotheekpracticum laat Presentatie 2 Presentatie 2 NB 3; VB 4 NB 3; VB 4
CB-‐5 T4-‐95 T4-‐95
Ma 22/10 Wo 24/10 Do 25/10
09.30-‐12.30 13.00-‐14.45 15.00-‐18.00 09.30-‐12.30 13.00-‐14.00 14.00-‐17.00 09.30-‐12.30 14.00-‐17.00
vroege onderwijsgroepen college late onderwijsgroepen vroege practicumgroepen Vragenuurtje literatuur zoeken late practicumgroepen vroege onderwijsgroepen late onderwijsgroepen
NB 4; VB 5 Ouders met depressie NB 4; VB 5 Presentatie 3 Vragenuurtje literatuur zoeken Presentatie 3 NB 5; VB 6 NB 5; VB 6
CB-‐3 T4-‐95
Ma 29/10 Wo 31/10 Do 01-‐11
09.30-‐12.30 13.00-‐14.45 15.00-‐18.00 09.30-‐13.00 14.00-‐17.30 09.30-‐12.30 12:30-‐13:00 13:30-‐14:00 14.00-‐17.00
vroege onderwijsgroepen college late onderwijsgroepen vroege practicumgroepen late practicumgroepen vroege onderwijsgroepen contactpersonenoverleg vroeg contactpersonenoverleg laat late onderwijsgroepen
NB 6; VB 7 Kinderopvang en het belang van de man NB 6; VB 7 Eindpresentatie Eindpresentatie NB 7; VB 8 Overleg afgevaardigden vroege groepen Overleg afgevaardigden late groepen NB 7; VB 8
CB-‐4 VB-‐47 VB-‐47
Ma 05/11 Vr 09/11 Vr 30/11
09.30-‐12.30 13.00-‐14.45 15.00-‐18.00 09.30-‐12.30
vroege onderwijsgroepen responsiecollege late onderwijsgroepen Bloktoets 1.2 Toetsgegevens in Osiris
NB 8 Responsie + ‘Kinderopvang in zwart en wit’ NB 8
CT-‐1 M-‐hal
10
Probleem 1. Nature? Nurture? Vignet A Een discussie over Mikey (zie foto) tussen een groepje voetbalsupporters: Locke: Moet je zien! Dat heeft z’n vader ‘m vast heel vaak voorgedaan! Piaget: Hoe weet je dat zo zeker? Watson: Je hebt toch wel eens gehoord van ‘goed voorbeeld doet goed volgen’?
Rousseau: Ik denk juist dat het in hem zelf zit, de ware aard komt vanzelf boven. Piaget: de ware aard? Een aardje naar z’n vaartje zul je bedoelen! Locke: Ik zeg altijd maar zo: ‘Een kind is als een wit papier, dus let op dit onnozel dier.’ Descartes: Wat bedoel jij nou weer? Het is toch overduidelijk dat dit kind zo is geboren! De appel valt nooit ver van de boom… Wie heeft hier eigenlijk gelijk? Vignet B Een tweeling, Beth and Amy, werd van elkaar gescheiden toen ze pas een paar dagen oud waren. Ze werden geadopteerd door twee zeer verschillende gezinnen. Beth’s ouders waren rijk, gaven Beth veel aandacht en spraken over Beth op een positieve en warme manier. Amy’s ouders waren arm, laag opgeleid, en negeerden Amy vaak. Amy ontwikkelde al snel problemen, zoals leermoeilijkheden, bedplassen, enzovoort. Blijkbaar was Amy het slachtoffer van slecht ouderschap. Totdat bleek dat Beth, ondanks haar liefdevolle omgeving, dezelfde problemen ontwikkelde. De psychiater die beide meisjes volgde stond voor een dilemma: waren deze problemen aangeboren of aangeleerd? En hoe zou hij dat kunnen meten?
11
Probleem 2. Familie Doorsnee wordt familie Knots?
Bakfietsvader zoekt carrièremoeder Door Toine Heijmans – Volkskrant, 30/03/10
Hoeksteen van de samenleving, pijler van het bestaan, bron van de toekomst. Een hoeksteen kan vele vormen hebben, tegenwoordig. Wie kijkt er nog op van het tweemoedergezin? Het tweevadergezin? Het alleenstaandeoudergezin, het latrelatiegezin, het co-oudergezin, het multicultigezin, het doordeweekbijmamma-inhetweekendbijpappagezin? Alles is mogelijk, in de hoeksteen van de samenleving. Al zijn er momenten dat ik terugverlang naar dat heerlijke, ouderwetse, ongecompliceerde en ongeëemancipeerde familiegevoel van toen.
12
Probleem 3. Op het kinderdagverblijf
Figuur 1. Kwaliteit van Nederlandse kinderdagverblijven
Figuur 2. Vaardigheden van pedagogisch medewerkers op Nederlandse kinderdagverblijven
Kinderopvang schadelijk?
Kinderdagverblijf goed voor ontwikkeling kind
13
Probleem 4. Opgroeien in een kindertehuis… en dan?
In de jaren ’60 van de vorige eeuw was in Roemenië een communistische dictator aan de macht, Nicolae Ceausescu. Hij had verschillende streng communistische ideeën. Zo wilde hij een groot en sterk volk opbouwen. Dit probeerde hij te bereiken door abortus en anticonceptie illegaal te maken, en moeders die meer dan vijf kinderen hadden, kregen verschillende voorrechten (zoals het halen van een rijbewijs). Wanneer je 10 of meer kinderen had, werd je uitgeroepen tot ‘heldin-‐moeder’ door de Roemeense staat. Dit regime had verschillende grote nadelen. Zo nam het aantal sterfgevallen onder jonge vrouwen toe door gevaarlijke illegale abortus en leden veel mensen honger omdat er te weinig te eten was voor de alsmaar groeiende bevolking. Ouders die niet voor al hun kinderen konden zorgen, plaatsten noodgedwongen kinderen in een kindertehuis, met
alle nadelige gevolgen van dien.
Hierdoor groeide 2% van de populatie op in een kindertehuis (ruim 400.000 kinderen). Toen in 1989 het Ceausescu-‐regime viel, werd langzaam maar zeker duidelijk onder welke vreselijke omstandigheden de kinderen in de tehuizen hadden geleefd. Een enorme stroom aan adoptiekinderen uit Roemenië kwam op gang. Alle kinderen die werden geadopteerd lieten een enorme inhaalslag zien in hun ontwikkeling; vergeleken bij de kinderen die achterbleven in het tehuis groeiden ze goed, en ook presteerden ze beter op een intelligentietest. Toch vertelden veel adoptie-‐ouders dat de kinderen moeilijk waren; soms erg teruggetrokken en soms juist agressief.
Adopteren, hoe werkt dat eigenlijk?
14
Probleem 5. Blauwe plekken
De vader van Robert vindt regels erg belangrijk in het gezin. En als Robert (10 jaar) zich daar niet aan houdt, zal hij dat voelen. ‘Als Robert niet luistert, moet hij wel eens zonder eten naar bed, tsja, en te laat thuis komen hoeft hij ook niet te proberen: wie niet horen wil, moet voelen. Nee, meestal komen er bij ons thuis geen vriendjes van Robert spelen. En nu je het zegt, de juf van Robert vroeg laatst wel waarom hij zo vaak blauwe plekken heeft. En ze zei iets over het AMK ofzo... Maargoed, even terzake, zoals mijn vader altijd al zei: kinderen moet je hard aanpakken, zo leren ze het beste dat ze respect moeten tonen!’ De moeder van Roos laat haar dochter (9 jaar) vooral doen wat ze zelf wil: ‘ze is oud en wijs genoeg om haar eigen regels te bepalen. Ze moet maar een beetje zelfstandig zijn, ik moet ten slotte ook gewoon 5 dagen in de week werken, en ik ga Roos echt niet naar de buitenschoolse opvang brengen. Weet je hoeveel dat kost? Soms ben ik aan het werk en vergeet ik de tijd, dan moet Roos zelf voor haar eten zorgen. Maar dat kan ze wel hoor, ze heeft het al vaker gedaan!’
Veel controle
Weinig controle
…(?)…
…(?)…
Veel warmte Weinig warmte
…(?)…
…(?)…
15
Probleem 6. We moeten je wat vertellen…
Wordt het ooit weer
zoals vroeger?
Moeten we bij elkaar blijven
voor de kinderen?
Hoe zal de scheiding
uitwerken op de kinderen?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat de
kinderen hier goed door heen komen? Misschien moet ik voor hulp zorgen…
Is het mijn schuld dat papa en mama ruzie
hebben?
16
Probleem 7. Rechten en plichten… Mensen met een verstandelijke beperking mogen zelf beslissingen nemen over de invulling van hun leven, dus ook over het wel of niet kinderen krijgen.
Bij 70% van de gezinnen met ouders met een verstandelijke beperking verloopt de opvoeding van kinderen echter problematisch. Het voeren van gesprekken met hulpverleners blijkt lang niet altijd het gewenste resultaat te hebben. Mensen ervaren het als een aantasting van hun zelfstandigheid als hun wordt verteld dat ze beter geen kinderen kunnen krijgen.
In 2005 stelde de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid van Nederland, Clémence Ross-‐van Dorp, voor om verstandelijk gehandicapten te ontmoedigen kinderen te krijgen. Zij wilde met een speciale richtlijn laten vaststellen of zij wel in staat zijn een kind te krijgen en op te voeden.
Dit druiste echter in tegen het standpunt van belangenverenigingen en zorginstellingen die vinden dat een kinderwens gerespecteerd moet worden.
Wat moet je als ouder eigenlijk kunnen dan?
De vorige werd uit huis geplaatst, nou ja!
Wat heeft IQ er mee te maken?
17
Probleem 8. EHB(P)O: Eerste Hulp bij Problematische Opvoedingssituaties: pedagogische advisering Bekijk de filmfragmenten uit het televisieprogramma ‘Schatjes’.
En hoe moet dit gezin geholpen
worden?!
Hoe zijn deze problemen ontstaan?
18
Bijlage 1 – Beoordelingsformulier professioneel gedrag in de onderwijsgroep
19
Bijlage 2 – Studiedagboekformulier
W
elke problem
en?
Positieve ervaringen
Bron be
stud
eerd
Tijd: van -‐ tot
Dag, datum
20
Bijlage 3 – Leeswijzer voor het systematisch en kritisch lezen van empirische artikelen Voor een goed begrip van een artikel is het belangrijk om dit artikel meerdere malen te lezen en kritisch na te denken over de inhoud ervan. Als je jezelf kritische vragen stelt (vb. Kloppen zijn conclusies wel op basis van wat hij onderzocht heeft?) snap je de stof diepgaand en onthoud je het ook nog eens aanzienlijk beter. Empirische artikelen hebben een logische opbouw: Abstract (=samenvatting), introductie, methode, resultaten, discussie en referenties. In principe is elk onderdeel belangrijk en dient alles zorgvuldig gelezen te worden. In de eerste blokken beschik je echter nog niet over de kennis om de methode en de resultaten goed te begrijpen. Je mag je daarom focussen op de samenvatting, de introductie en de conclusie/discussie. Het is uiteraard wel aan te raden om de andere onderdelen ook eens te bekijken, zodat je ook daar een beeld van vormt. De volgende vragen kunnen bij de verschillende onderdelen gesteld en beantwoord worden: Samenvatting -‐ Wat is de onderzoeksvraag? -‐ Wat zijn de resultaten? Introductie -‐ Welke theorieën en resultaten van ander onderzoek liggen ten grondslag aan de onderzoeksvraag? (oftewel: Wat is het nut van dit onderzoek?) -‐ Wat is de onderzoeksvraag? -‐ Wat zijn de hypotheses? Methode -‐ Wie waren de deelnemers? -‐ Wat zijn de afhankelijke en onafhankelijke variabelen in het onderzoek? -‐ Voor elke afhankelijke variabele: was deze kwantitatief of kwalitatief? -‐ Voor elke onafhankelijke variabele: was deze between of within subjects gerealiseerd? Was deze gemanipuleerd of geobserveerd? -‐ Bij een between-‐subjects ontwerp: hoe werden mensen toegewezen aan de condities (was er sprake van random assignment)? -‐ Hoe is het onderzoek uitgevoerd? Resultaten -‐ Welke statistische toets is gebruikt? -‐ Interpreteer de p-‐waarden en de effectgrootte -‐ Ondersteunen de resultaten de hypotheses? Conclusie -‐ Hoe zou je in één zin de kern van het onderzoek kunnen weergeven? -‐ Wat is het belang van deze resultaten? Wat zijn de consequenties voor de wetenschap en/of de samenleving? Algemeen -‐ Hoe houdt dit artikel verband met datgene wat in het probleem en blok wordt besproken?