Post on 05-Aug-2015
1
LESLES 1 1Algemene inleiding,Algemene inleiding,
juridische begrippen, wetgeving juridische begrippen, wetgeving enen
rechterlijke machtrechterlijke macht
2
• (door docent in te vullen)
Huishoudelijke mededelingen
3
Wijze van studeren
• boek bevat veel details• boek is van 2009, dus actueel• hoofdzaken van bijzaken leren
onderscheiden• regelmatig studeren
4
Colleges en examen
• acht colleges• schriftelijk examen van 2½ uur• mengeling van weetjesvragen
en casusposities• laatste halfuur van college:
casuspositie(s)
5
Indeling van het Nederlands recht
• privaatrecht• publiekrecht (staats-, bestuurs-
en strafrecht)
6
De vier rechtsbronnen
• wet• verdrag• jurisprudentie• gewoonte
7
De wetgevers in Nederland
Centraal1 nationale wetgever (de formele
wetgever)2 regering
Decentraal1 provinciale staten2 gemeenteraad
8
Onderscheidingen binnen het recht
objectief recht = geheel van rechtsregels 1 privaatrecht en publiekrecht2 materieel en formeel recht3 dwingend en aanvullend recht
subjectief recht = bevoegdheid die deburger heeft op grond van objectief recht
9
Procesrechtbeginselen procesrecht:• hoor en wederhoor• openbaarheid procedure• onpartijdigheid en onafhankelijkheid
rechter• motivering beslissing• partijautonomie• onderzoek in twee instanties• toezicht door cassatie• verplichte vertegenwoordiging• afhandeling binnen redelijke termijn• misbruik procesrecht/goede procesorde• rechtspraak niet gratis
10
Bevoegdheid burgerlijke rechter
• rechtsmacht
• absolute competentie
• sectorcompetentie
• relatieve competentie
11
De procedure
• dagvaarding• verstek en verschijning• conclusies en pleidooi• bewijs• vonnis• bijzondere procedures:
verzoekschriftprocedure, kort geding, arbitrage en bindend advies
12
Executie- en beslagrecht
• reële executie• beslag: executoriaal en
conservatoir• indirecte dwangmiddelen:
lijfsdwang en dwangsom
13
LES 2LES 2
Verbintenissen en Verbintenissen en overeenkomstenovereenkomsten
14
Definitie verbinteniseen verbintenis is een
vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee (of meer) personen, waarbij
de een verplicht is tot een bepaalde prestatie tegenover de ander die tot de
prestatie gerechtigd is
Ontstaansbronnen verbintenis1 de wet zelf2 bronnen waarnaar de wet verwijst3 het stelsel van de wet
15
Redelijkheid en billijkheid
• aanvullende werking• beperkende werking
16
Natuurlijke verbintenis
• wet of rechtshandeling onthoudt afdwingbaarheid
• dringende morele verplichting
Rechtsgevolgen natuurlijke verbintenis
• voldoening niet zonder rechtsgrond• voldoening is niet schenking of gift
17
Rechtshandelingrechtshandeling = de handeling die erop gericht iseen bepaald rechtsgevolg in het leven te roepen
vereisten rechtshandeling:• handelingsbekwaamheid• handelingsbevoegdheid
handelingsbekwaamheid = de geschiktheid vaneen persoon om voor zichzelf rechtshandelingentot stand te brengen; handelingsonbekwaam zijnminderjarigen en ondercuratelegesteldenhandelingsbevoegdheid = de geschiktheid van eenpersoon om een bepaalde rechtshandeling teverrichten
18
Gebrek rechtshandeling
• nietig• vernietigbaar• niettemin geldig
19
Oorzaken nietige rechtshandelingen
1 gebrek wil en/of verklaring2 strijd met openbare orde en met
de wet3 de handelingsonbevoegdheid
van een persoon
20
Oorzaken vernietigbare
rechtshandelingen1 onbekwaamheid2 geestelijke stoornis3 wilsgebreken
21
Overeenkomstovereenkomst = meerzijdige rechtshandeling,waarbij een of meer partijen jegens een ofmeer anderen een verbintenis aangaan
voorbeelden: koop en huur
verschillende overeenkomsten:1 wederkerige en eenzijdige overeenkomsten2 benoemde en onbenoemde overeenkomsten
22
Totstandkoming overeenkomsten
1 aanbod en aanvaarding2 bepaalbaarheid van de
verbintenissen3 vernietigbaarheid in geval van
dwaling4 vernietigbaarheid in geval van
algemene voorwaarden
23
Aanbod en aanvaarding
• rechtskarakter van aanbod• rechtskarakter van
aanvaarding
24
Dwaling en Diversen
Dwaling• causaal verband• betrokkenheid wederpartij• uitzonderingen die niet tot vernietiging
leiden
Diversen• algemene voorwaarden• uitleg en rechtsgevolgen van
overeenkomsten• Haviltex-criterium
25
LES 3LES 3
PersonenrechtPersonenrecht
26
Persoon = drager van rechten en
verplichtingen
• natuurlijke personen• rechtspersonen
27
Naamrecht
• uitgangspunt: keuze bij de geboorteaangifte
• geen keuze: kind krijgt naam vader, behalve wanneer kind alleen in familierechtelijke relatie tot moeder staat
28
Burgerlijke standAkten van de burgerlijke stand• geboorteakte• huwelijksakte• de akte van registratie van partnerschap• akte van overlijden
Registers van de burgerlijke stand• geboorte• huwelijken• geregistreerde partnerschappen• overlijden
29
Afstammingsrecht• kind staat altijd in familierechtelijke betrekking tot zijn moeder • juridische vader van kind is de man:
1 die op tijdstip van geboorte gehuwd wasmet moeder van kind2 die het kind heeft erkend3 wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld4 die het kind heeft geadopteerd
• bij overlijden man vóór geboorte kind:man is vader indien geboorte binnen 306 dagenna overlijden, tenzij ontkenning door moeder
• Ontkenning van het vaderschap
30
Erkenning + gerechtelijke vaststelling vaderschap
• erkenning is rechtshandeling (geen bewijsmiddel)
• geen terugwerkende kracht• door erkenning ontstaat familierechtelijke
betrekking tussen kind en erkennende man
• gerechtelijke vaststelling van vaderschap
31
Adoptie• bestaat sinds 1956• belangrijke wijziging per 1 april 1998:
• éénouderadoptie is mogelijk• adoptie door ongehuwden is mogelijk
• voor adoptie rechterlijke uitspraak nodig• voorwaarden ter zake van hoedanigheid
adoptanten, het te adopteren kind en ouders die in familierechtelijke betrekking staan tot het kind
• voor adoptie buitenlandse kinderen gelden bijzondere voorwaarden
32
Minderjarigheid
• minderjarig = jonger dan 18 jaar enniet gehuwd of gehuwd geweest
• handelingsonbekwaamheid• minderjarige handelingsonbekwaam, tenzij
toestemming wettelijke vertegenwoordiger• handlichting: minderjarige krijgt
verdergaande bevoegdheden• meerderjaigverklaring• meerderjarig worden door huwelijk
33
Gezag over minderjarigen
• ouderlijk gezag binnen situatiehuwelijk/geregistreerd partnerschap
• twee aspecten:1 toezicht over persoon van minderjarige2 bewind over vermogen van minderjarige
• gezamenlijk gezag:- huwelijk + geregistreerd partnerschap- een ouder met niet-gehuwde of niet-geregis-
treerde partner met rechterlijke beslissing• eenhoofdig gezag (rechtswege/rechterlijke
beslissing)
34
Voogdij
• voogdij: gezag door anderen dan juridische ouders
• twee aspecten1 toezicht over persoon van
minderjarige2 bewind over vermogen minderjarige
• ontstaan voogdij1 testamentaire voogdij2 door de rechter opgedragen voogdij
35
Curatele
• geldt voor meerderjarigen• gronden
1 geestelijke stoornis2 verkwisting3 gewoonte van drankmisbruik
• bevoegdheden curator• publiciteit
36
Onderbewindstelling
• voor meerderjarige die zijn belangen niet behoorlijk kan behartigen wegens een lichamelijk gebrek
• belangrijkste verschillen met curatele:1 curatele geestelijke stoornis, onderbewindstelling
lichamelijke stoornis2 onderbewindstelling wordt in beginsel niet gepubliceerd
• mentorschapvoor meerderjarige die als gevolg van een geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van nietvermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen
37
LES 4LES 4
HuwelijksvermogensrechtHuwelijksvermogensrecht
38
Hoe geregeld?
• huwelijk: bij wet geregeld• geregistreerd partnerschap:
bij wet geregeld• samenleven (“hokken”):
vormloos
39
Totstandkoming huwelijk
• monogamie • leeftijd• toestemming• overige beletselen
40
Geregistreerd partnerschap
• nagenoeg dezelfde eisen als huwelijk bij aangaan geregistreerd partnerschap
• totstandkoming: opmaken van akte door ambtenaar burgerlijke stand
• gevolgen: dezelfde als bij huwelijk• een uitzondering: er vloeien geen
betrekkingen voort met kinderen• beëindiging: dood, vermissing, wederzijds
goedvinden en ontbinding door rechter• flitsscheiding
41
Huwelijksvermogensrecht
• aansprakelijkheid: alleen handelende echtgenoot is aansprakelijk, tenzij bij verbintenissen “gewone gang van de huishouding”
• voor sommige transacties toestemming andere echtgenoot nodig
• geen toestemming betekent vernietigbaarheid van de rechtshandeling
• bij vernietigbaarheid wel aan termijn gebonden en onder omstandigheden derdenbescherming
42
Algehele gemeenschap van
goederen• wetsvoorstel 28867 nog steeds in TK (ligt
stil)• uitgangspunt: één vermogen• alle goederen die echtgenoten hadden
worden gemeenschappelijk (ook de schulden)
• uitzondering: goederen verkregen door uitsluitingsclausule en verknochte goederen
43
Algehele gemeenschap van
goederen• door wettelijke gemeenschap van
goederen wordt verhaalsobject van schuldeisers groter
• geen verhaal mogelijk op privé-objecten
• bestuur: beide echtgenoten zijn rechthebbende, maar als regel heeft slechts een van hen het bestuur over een bepaald goed
44
Ontbinding gemeenschap
• einde huwelijk• scheiding van tafel en bed• opheffing gemeenschap door
beschikking • opheffing gemeenschap door
latere huwelijkse voorwaarden
45
Huwelijkse voorwaarden
• vóór het huwelijk• staande het huwelijk wel
goedkeuring nodig van Rechtbank (ter bescherming van schuldeisers)
• koude uitsluiting• periodiek of finaal verrekenbeding
46
Echtscheiding
• 1/3 van de huwelijken eindigt in echtscheiding
• reden: duurzame ontwrichting van het huwelijk
• totstandkoming echtscheiding: inschrijving van echtscheidingsbeschikking (moet wel binnen zes maanden nadat echtscheidingsbeschikking kracht van gewijsde heeft gekregen)
47
Alimentatie en echtscheiding
• limitering alimentatie: maximaal twaalf jaar• bij huwelijk korter dan vijf jaar en zonder
kinderen: alimentatieplicht maximaal de duur van het huwelijk
• beëindiging alimentatie: huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen
• na verbreking ongehuwd samenwonen: geen alimentatierecht, tenzij overeengekomen
48
Scheiding van tafel en bed
• huwelijk blijft in stand• scheiding wordt ingeschreven in het
huwelijksgoederenregister• scheiding eindigt door verzoening• echtscheiding kan alsnog na scheiding
van tafel en bed, maar pas na drie jaar
49
LES 5LES 5Samenwerkingsvormen enSamenwerkingsvormen en
rechtspersonenrechtspersonen
50
Ondernemingsvormen
• eenmanszaak• personenvennootschappen:
vennootschap, commanditaire vennootschap
• rechtspersonen: naamloze vennootschap, besloten vennootschap, stichting, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en Europese vennootschap
51
Personen-vennootschappen
• kernbegrippen vennootschap: overeenkomst, voordeel, inbreng,gemeenschap
• bestuur en vertegenwoordiging
• aansprakelijkheid
52
Ontbinding personen-
vennootschappen• verstrijken van de tijd waarvoor de
vennootschap is aangegaan• overeenkomst tussen vennoten• uittreding van vennoten waardoor niet
ten minste twee vennoten overblijven• door de rechter om de gevallen die de
wet bepaalt
53
Openbare en stille vennootschap
• stille vennootschap• openbare vennootschap:
wilsovereenstemming, overeenkomst, rechtspersoonlijkheid en notariële akte
• rechtspersoonlijkheid en hoofdelijke verbondenheid
54
Commanditaire vennootschap
• bijzondere vereisten voor een CV• afgescheiden vermogen• bijzondere positie van de
commanditaire vennoot: naam vennoot en naam CV, werkzaamheden van de vennoot ten behoeve van de CV
55
Rechtspersonen• wat zijn rechtspersonen?• functioneren rechtspersonen• besluiten • doel en doeloverschrijding• jaarrekeningenrecht en
boekhoudplicht• omzetting van rechtspersonen• juridische fusie en splitsing/enquête
56
Vereniging• vereniging kan beperkte
rechtsbevoegdheid hebben• bijzondere vormen van vereniging:
coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij
Stichting• geen leden• enige orgaan is bestuur
57
Naamloze en besloten
vennootschap• NV/BV zijn kapitaalvennootschappen• aandeelhouders niet persoonlijk
aansprakelijk• verschillen NV en BV
1 BV kent alleen aandelen op naam (geen uitgegeven deelnamebewijzen)
2 aandelen BV beperkt overdraagbaar
58
Kapitaal
• maatschappelijk kapitaal• geplaatst kapitaal• gestort kapitaal
59
Overdracht van aandelen
NV • toonderaandeel : bezitsverschaffing• aandeel op naam: notariële akte van levering
plus betekening aan/erkenning door NV
BV• Notariële akte van levering plus betekening
aan/erkenning door BV• BV moet wel een blokkeringsregeling hebben
• goedkeuringsregeling• aanbiedingsregeling• combinatie van beide
60
Organen van NV/BV
• algemene vergadering • bestuur• toezicht op bestuur• raad van commissarissen
61
LES 6LES 6Goederenrecht, pand enGoederenrecht, pand en
hypotheekhypotheek
62
Vereisten geldige overdracht
1 levering2 geldige titel3 beschikkingsbevoegdheid
63
Levering
• levering van onroerende zaken: notariële akte + inschrijving openbare registers
• levering van roerende zaken: bezitsverschaffing door cp-levering, brevi-manulevering en longa-manulevering
• levering van vorderingen op naam: akte + mededeling aan schuldenaar (bij ‘stille cessie’: geen mededeling)
64
Derdenbescherming
vier categorieën:1 bij verkrijging registergoederen2 bij verkrijging roerende zaken3 bij verkrijging vorderingen op naam4 bij andere omstandigheden
65
Eigendom
• beperking aan eigendom• kwalitatieve rechten• kwalitatieve verplichtingen
66
Uitoefening verhaalsrechten
• executoriaal beslag• faillissement• voorrang bij verhaal• wettelijke schuldsanering
67
Pand- en hypotheekrecht
pandgever = degene die pandrecht op zijngoed verleent = geldnemer (tenzij goedwordt verpand ten behoeve van een ander)
pandhouder = degene die pandrechtverkrijgt op het goed van een ander =geldgever
hypotheekgever en hypotheekhouder:mutatis mutandis
68
Pand
• kenmerken1 absoluut karakter2 droit de suite3 prioriteitsregel
69
Pand
• vereisten: geldige titel, beschikkingsbevoegdheid en vestiging
• bevoegdheden pandhouder1 recht van parate executie2 separatist3 voorrang bij verhaal
70
Pand
verplichtingen pandhouder:• als goed pandhouder voor de zaak
zorgdragen• pandhouder moet surplus uitkeren• bij tenietgaan moet pandgever
feitelijke macht over zaak herkrijgen
71
Hypotheek
• vereisten: geldige titel, beschikkingsbevoegdheid en vestiging
• bevoegdheden hypotheekhouder:1 recht van parate executie2 separatist3 voorrang bij verhaal4 speciale bedingen in hypotheekakte (niet verplicht)
72
Functies hypotheekbelangrijkste voordeel: schuldenaar kan inhuis blijven wonen, terwijl hypotheekhouderaan het registergoed een onderpand met
eenvrij hoge waarde heeft
speciale functies bij:• bouwhypotheek• krediethypotheek• bankhypotheek
73
LES 7LES 7Aansprakelijkheidsrecht enAansprakelijkheidsrecht en
faillissementsrechtfaillissementsrecht
74
Vijf vereisten onrechtmatige
daad1 onrechtmatigheid (inbreuk op recht, doen of nalaten in strijd met wettelijke
plicht en/of onzorgvuldigheid)2 toerekenbaarheid3 schade4 causaal verband5 relativiteit
75
Vereisten onrechtmatige
daadtoerekenbaarheid:a schuldb oorzaak die krachtens wet voor
zijn rekening komtc oorzaak die krachtens
verkeersopvattingen voor zijn rekening komt
76
Kwalitatieve aansprakelijkheden1 aansprakelijkheid van ouders voor kinderen:
a kinderen < 14 jaarb kinderen 14 of 15 jaarc kinderen 16 jaar of ouder
2 aansprakelijkheid voor ondergeschikten3 aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten4 aansprakelijkheid voor opstallen5 aansprakelijkheid voor roerende zaken6 aansprakelijkheid voor dieren
77
Verhaalsmogelijkheden bij
betalingsproblemen
• beslag• faillissement• surseance van betaling• wettelijke schuldsanering bij
natuurlijke personen
78
Faillissement
• een algemeen beslag• op het gehele vermogen van
een schuldenaar• ten behoeve van zijn gezamen- lijke schuldeisers
79
Gevolgen faillissement
• schuldenaar verliest beheer en beschikking over vermogen
• failliet blijft handelingsbekwaam, alleen t.a.v. zijn vermogen handelingsonbevoegd
• curator beschikt namens failliet
80
Afhandeling faillissement
• opheffing wegens gebrek aan baten
• de vereenvoudigde afwikkeling• faillissementsakkoord• beëindiging na
slotuitdelingslijst
81
Surseance van betaling
• algemeen uitstel van betaling van concurrente schulden
• gevolgen surseance• schuldenaar verliest vrij beheer
en vrije beschikking over vermogen• schuldenaar is voor handelingen
aangewezen op toestemmingbewindvoerder
82
Schuldsanering natuurlijke personen
• sinds 1 december 1998• vereisten
• natuurlijke persoon is opgehouden te betalen
• er is redelijkerwijze te voorzien dathij niet zal kunnen voortgaan metbetalen
• wetswijziging aanstaande (nog in TK; mrt 2007)
83
Wat is schuldsanering?
• een mogelijkheid voor natuurlijke personen (ook die ondernemer zijn)
• om na een periode van in beginsel drie jaar
• schuldenvrij te worden
84
Einde schuldsanering
• vorderingen zijn voldaan en schuldenaar kan betalingen hervatten
• schuldenaar houdt zich niet aan het plan• schuldenaar creëert bovenmatige
schulden• schuldenaar benadeelt schuldeisers• schuldenaar (rechtswege) failliet
85
LES 8LES 8
Vruchtgebruik en Vruchtgebruik en eerfrechtrfrecht
86
Vruchtgebruik
• bevoegdheid om goed van een ander te gebruiken en de vruchten daarvan te genieten
• totstandkoming: vestiging, geldige titel en beschikkingsbevoegdheid
• relevant bij testamenten• einde bij dood vruchtgebruiker,
rechtspersoon na dertig jaar, bloot eigendom gaat teniet, verloop van overeengekomen termijn of door afstand
87
Erfrecht
1 erven krachtens de wet (wettelijk erfrechtof versterferfrecht)
2 erven krachtens testament
verkrijgers bij een nalatenschap: erfgenaam,legataris, legitimaris en lastbevoordeelde
nalatenschap = geheel van bezittingen enschulden van de overleden persoon
(=erflater)
88
Erfgenamen volgens de wet
vier groepen, waarbij de volgende groep pas aan bod
komt als in de eerdere groep geen erfgenamen zijna de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot
(gelijkgesteld met een geregistreerde partner) van de erflater, tezamen met de kinderen van de erflater
b de ouders van de erflater, tezamen met de broers en zusters van de erflater
c de grootouders van de erflaterd de overgrootouders van de erflater
let op! plaatsvervulling bij kind, broer, zuster en(over)grootouder
89
Plaatsvervulling
• alleen aan de orde als er geen testament is gemaakt
• plaatsvervulling geschiedt met betrekking tot personen die op het ogenblik van openvallen nalatenschapa niet meer bestaanb onwaardig zijnc onterfd zijnd verwerpene wier erfrecht is vervallen
90
Langstlevende echtgenoot
• valt in eerste groep erfgenamen• erft in beginsel evenveel als kinderen• geen kinderen, dan erft echtgenoot alles• echtgenoot kan worden onterfd (heeft
geen legitieme portie), maar hij kan wel aanspraak maken op vruchtgebruik van woning en inboedel (eventueel ook van andere goederen, indien nodig voor verzorging)
91
Wettelijke verdeling
• nalatenschap wordt van rechtswege verdeeld• alle goederen nalatenschap worden verkregen door
langstlevende echtgenoot onder verplichting alle schulden voor zijn rekening te nemen
• langstlevende zou alles kunnen opmaken, maar ingrijpen is mogelijk bij verkwisting
• kinderen krijgen als erfgenaam onderbedelingsvordering ter grootte van erfdeel
• beperkte opeisbaarheid vordering• enkelvoudige rente (= wettelijke rente (bij 6% of hoger)
– 6%)• ongedaanmaking door langstlevende echtgenoot
binnen drie maanden na overlijden
92
Wilsrecht
• gevolg van stieffamiliegevaar• aanspraak op goederen in volle of
blote eigendom• zolang stiefouder leeft, kan worden
volstaan met vruchtgebruik• na overlijden stiefouder kunnen
kinderen volledige eigendom opvorderen
93
Testament
• notarieel testament• depot-testament• Centraal Testamenten Register• verstandelijke vermogens hebben
voor maken testament• testateur minimaal zestien jaar oud• niet onder curatele
94
Legitieme portie
• testeervrijheid• kinderen kunnen worden onterfd, maar
hebben recht op een geldvordering ten bedrage van de helft van de waarde van hun normale erfdeel
• speciale positie stiefkinderen• berekeningsgrondslag legitieme portie:
nalatenschap + bepaalde giften door de erflater gedaan
• inroepen legitieme portie kan tot ‘inkorting’ leiden
95
Openvallen nalatenschap
• aanvaarden• verwerpen• benificiair aanvaarden
96
Ongehuwd samenwonenden
• geen speciale regeling in BW• maken testament daarom aanbevolen• met legitieme portie kan wel rekening
worden gehouden• langstlevende `veilig’ bij notarieel
samenlevingscontract of gemeenschappelijke huishouding