Download - Oefeningen op berekeningen met “chemisch evenwicht” Verband tussen Kc en de evenwichtsconcentraties.

Oefeningen op berekeningen met “chemisch evenwicht”

Verband tussen Kc en de evenwichtsconcentraties

cd-rom Chemie interactief 601_chemisch evenwichtBerekenen van een evenwichtsconstante

• Reactievgl. 2 A(gas) + B(gas) A2B(gas)• Bij evenwicht zijn er 2,0 mol A; 4,0 mol B en

16,0 mol A2B aanwezig in een vat van 2,0 L.

0,42mol

2L4,0

L2,0

mol4,0.

2

L2,0

mol2,0

L2,0

mol16,0

evB.2evA

evB2A

K

•Vermits de samenstelling van het evenwichtsmengsel volledig gekend is, kunnen we de evenwichtconstante gemakkelijk berekenen.

Chemisch evenwicht

• SO2 + O2 SO3

• In een reactieruimte van 10 liter brengt men 0,6 mol SO2 en 0,3 mol O2. Bij aanvang van de reactie is er geen SO3

• Bij evenwichtsinstelling is er nog 0,2 mol SO2 over.

• Bereken Kc

Bereken Kc

Stoechiometrisch 2 SO2 1 O2 2 SO3

Beginhoeveelheid(in mol) n0

0,6 0,3 niets

Omgezette hoeveelheid(in mol) ∆n

Evenwichtshoeveelheid(in mol) ne

0,2

Evenwichtsconcentratie(in mol/liter) VOLUME

is 10 liter

Bereken Kc


Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,6 0,3 niets

Omgezette hoeveelheid

(in mol) ∆n - 0,4

Evenwichtshoeveelheid

(in mol) ne

0,2

Evenwichtsconcentratie(in mol/liter) VOLUME is

10 liter

0,02

Bereken Kc


Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,6 0,3 niets


(in mol) ∆n 2X- 0,4

X 2X


(in mol) ne

0,2

Evenwichtsconcentratie(in mol/liter) VOLUME is 10 liter

0,02

Bereken Kc


Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,6 0,3 niets


(in mol) ∆n 2X - 0,4

X- 0,2

2X + 0,4


(in mol) ne

0,2


0,02

Bereken Kc


Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,6 0,3 niets


(in mol) ∆n 2X - 0,4

X- 0,2

2X + 0,4


(in mol) ne

0,2 0,1 0,4


0,02

Bereken Kc


Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,6 0,3 niets


(in mol) ∆n 2X - 0,4

X- 0,2

2X + 0,4


(in mol) ne

0,2 0,1 0,4


0,02 0,01 0,04

Bereken Kc

400

010,0.02,0

040,02

2

cK

ee

ec

OSO

SOK

22

2

23

.

voorbeeld 1 p 220 oef op Kc

In een recipiënt van 5 liter brengt men

0,50 mol H2 en 0,50 mol l2 . (temperatuur = 428°C)

Bij evenwicht is er nog 0,11 mol l2 over.

Bereken de evenwichtsconstante Kc .

1 H2 1 I2 2 HI

22

2

. IH

HIKc


Stoechiometrisch 1 H2 1 I2 2 HI

Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,5 0,5 niets


(in mol) ∆n


(in mol) ne

0,11




Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,5 0,5 niets


(in mol) ∆n -X -X 2X


(in mol) ne

0,11




Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,5 0,5 niets


(in mol) ∆n -X - 0,39

-X- 0,39

2X + 0,78


(in mol) ne

0,11




Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,5 0,5 niets


(in mol) ∆n -X - 0,39

-X- 0,39

2X + 0,78


(in mol) ne

0,11 0,11 0,78




Beginhoeveelheid

(in mol) n0

0,5 0,5 niets


(in mol) ∆n -X - 0,39

-X- 0,39

2X + 0,78


(in mol) ne

0,11 0,11 0,78


0,11/5=0,022 mol/l

0,11/5=

0,022 mol/l

0,78/5=0,16 mol/l

Voorbeeld 1 p220 oef op Kc

22

2

. IH

HIKc

53

022,0.022,0

016,0 2

cK

voorbeeld 2 p 221 oef op KcBereken de evenwichtsconcentratie van Cl2 als men 1,0 mol PCl5 verwarmt tot 250°C. De evenwichtsconstante Kc is 0,041 mol/l. (het reactievolume bedraagt 10 liter.Stoechiometrisch 1 PCl5 1 PCl3 1 Cl2

Beginhoeveelheid

(in mol) n0

1,0 niets niets


(in mol) ∆n


(in mol) ne



Stoechiometrisch 1 PCl5 1 PCl3 1 Cl2

Beginhoeveelheid

(in mol) n0

1,0 niets niets


(in mol) ∆n -X

+X +X


(in mol) ne




Beginhoeveelheid

(in mol) n0

1,0 niets niets


(in mol) ∆n -X

+X +X


(in mol) ne

1,0-X +X +X




Beginhoeveelheid

(in mol) n0

1,0 niets niets


(in mol) ∆n -X

+X +X


(in mol) ne

1,0-X +X +X


10

x

10

x

10

1 x


e

eec x

xx

K

101

1010041,0

0041,0041,0

041,0)1(102

2

xx

xx

Berekening van de Cl2 evenwichtsconcentratie

e

eec PCl

ClPClK

5

23041,0

Wiskundig zijn er twee mogelijke oplossingen bij deze tweedegraadsvergelijking.Chemisch is er slechts één oplossing mogelijkNeem steeds de kleinste positieve waarde

47,0

88,0

2

1

x

x

lmolCl e /047,010

47,02


Zie handboek p 222

Voor opgeloste oefeningen zie bijkomende notities