1
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
Ludique le Vert Wonen in Frankrijk
GrenzenloosMAGAZINE
NR 12
Jan 2015
Uitgeverij Grenzenloos
Grenzenloos.nl
milouska meulens Curaçaos getint jeugdjournaal
zweedse thrillers Van Nederlandse emigrante
het zwitserleven gevoel Maar dan in Brazilie...
2
Grenzenloos nummer 12
E en nieuw jaar, nieuwe kansen, nieuwe
uitdagingen. Januari staat altijd bol van de goede
voornemens. Een baan in het buitenland zoeken, een
tweede huis over de grens of meteen emigreren?
Wat brengt dit jaar voor u?
In het twaalfde nummer van Grenzenloos Magazine
staan weer voldoende verhalen en reportages
om inspiratie op te doen voor uw plannen. Laat
u deze maand meenemen naar bijvoorbeeld
Brazilie, Frankrijk of Italie. Of wat dacht u van
zelfvoorzienend leven in Zweden?
Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd:
Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, elke
laatste vrijdag van de maand.
Heel veel succes met al uw plannen in 2015 gewenst!
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur
Twitter: @ericjanvandorp
Colofon
GRENZENLoos MAGAZINEGratis online magazine voor emigranten,
expats en tweedehuisbezitters.
Verschijnt 12 x per jaar, elke laatste
vrijdag van de maand.
Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos,
een imprint van VanDorp Uitgevers
Voor meer informatie of adverteren,
kijk op www.grenzenloos.nl
of mail naar [email protected]
In dit nummer staan bijdragen van:
Mineke de Vries
Ludique le Vert
Ernst Daniel Nijboer
stef smulders
Eric Jan van Dorp
Coverfoto: Joshua Earl
Copyright©2015 VanDorp Uitgevers
op de teksten en foto’s in deze uitgave
rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave
mag worden opgeslagen, gekopieerd
of op andere wijze dan ook worden
verveelvoudigd en/of verspreid,
zonder uitdrukkelijke en schriftelijke
toestemming van de uitgever.
Welkom
Nieuws
Zwitserlevengevoel in Brazilie
Zweedse thrillers
Ludique - Pech onderweg
Aanbieding ‘Parisiennes’
4
6
10
14
20
Inhoudsopgave
Curaçaos getint jeugdjournaal 24
stef smulders - Winterbanden30
4
In 2014 kwamen 26.500 Joodse immigranten naar Israël. Dat is een derde
meer dan in 2013 en het hoogste aantal in tien jaar, zo valt op te maken uit cijfers van
het Israëlische ministerie van Immigratie en het Joods Agentschap. Het merendeel van de immigranten, zo’n 7.000, komt uit Frankrijk, het land met zowel de grootste joodse als de grootste moslimgemeenschap in West-Europa. Hetaantal is twee keer zo groot als in 2013. Op de tweede plaats staan immigranten uit het in burgeroorlog verkerende Oekraïne.
emiGratie naar israel ernorm GesteGen in 2014groot aantal emigranten komt uit frankrijk
Nieuws
De verwachte enorme toestroom van Oost-
Europeanen naar Nederland is in 2014
uitgebleven. Het afgelopen jaar zijn circa
11.000 Roemenen en Bulgaren naar Nederland
gekomen om te werken. Sinds 1 januari 2014
hebben zij geen werkvergunning meer nodig in
Nederland.
Daarnaast verhuisden er in 2014 ook nog eens
57.000 Polen naar Nederland. Polen hebben
sinds 2007 geen werkvergunning meer nodig.
Gevreesde toestroom oost-europeanen blijft in 2014 uit66.000 polen, bulgaren en roemenen kwamen naar nederland
5
7 en 8 februari Expo Houten 2015 19e editieemigratiebeurs
Een wereldaan kansenWonenWerkenStuderenOndernemen in het buitenland
Europa’s grootste EmigratieBeurs is héttrefpunt voor emigranten, expats, studenten,ondernemers, werkzoekenden en anderelandverhuizers.
Ontdek op de beurs per thema en regio hetbrede pakket van mogelijkheden, diensten enproducten rond Wonen, Werken, Studeren enOndernemen in het buitenland.
Op zoek naar een baan, een woning of een bedrijf in het buitenland, bezoek ruim 150 stands, 80 presentaties en workshops!
De EmigratieBeurs is informeren,oriënteren en zaken doen. www.emigratiebeurs.nl
Koop uw ticket met € 5,- korting op onze site
6
Met een behoorlijke omweg via Azië
zette hij in 2002 voor het eerst voet op
Braziliaanse bodem. Twaalf jaar later
kijkt hij met trots vanaf de ranch naar zijn
paarden en jachthonden op 1.200 meter
hoogte in het binnenland.
“Voor het eerst in mijn leven besef ik
dat ik eigenlijk gesettled ben”, zegt de
Nederlander Ernst Daniel Nijboer (50).
Met een vers journalistiek diploma en een
enkeltje Singapore op zak begint hij in 1989 zijn
wereldreis, die precies 25 jaar later zal eindigen
op een idyllische plek in de bergen buiten Rio
de Janeiro. Een trip langs continenten met tal
van uitdagingen en baantjes om maar te kunnen
blijven reizen; honden trainen voor een rijke
artistocratische Chinese familie in Singapore,
vrijwilligers-werk voor een leprakliniek van
Brazilië
Zwitserleven-gevoel
in BraZilië...
7
Moeder Teresa in Calcutta, een boevenrol in een
obscure Japanse B-film in Tokyo, boerenknecht
op een Canadese boerderij… en dan nog een
trans-Atlantische zeilreis van 40 dagen van
Brazilië naar Zuid-Afrika.
“Dat ‘Zwitserleven-gevoel’, maar dan op z’n
Braziliaans, is mij niet vreemd. Vanzelfsprekend
komt het niet allemaal vanzelf aanwaaien,
maar ik mag toch wel al een
tussenbalans opmaken; Life
still treats me well”.
Naast zijn werk
als filmmaker -
journalist houdt
hij er ook nog
een uit de
hand gelopen
hobby op na.
Samen met
zijn Braziliaanse
vriendin Lucia
runnen ze in de
bergen van Rio
een landgoed waar
ze paarden houden. Hier
hebben ze een bescheiden
fokprogramma opgezet met
de Mangalarga Marchador, een typisch
Braziliaans raspaard waarnaar ook buiten de
landsgrenzen steeds meer vraag komt en dus
exportkansen biedt.
Land van de toekomst
Ruim voor de economische hausse in Brazilië
enkele jaren geleden kwam hij al naar Rio de
Janeiro.
Pas vanaf 2008 als het BRIC-land echt op het
vizier van de buitenlandse investeerder staat,
begint het Ernst Daniel ook werk op te leveren.
Er worden enorme olie-voorraden ontdekt voor
de kust van de deelstaat Rio de Janeiro. Als
niet lang daarna het land ook het WK Voetbal
2014 en de Olympische Zomerspelen 2016
krijgt toebedeeld, begint het ook voor zijn
communicatiebureau pas echt te lopen.
Gunstige economische prognoses
en talrijke handelsmissies
lokken buitenlandse
bedrijven naar
het land van
de toekomst,
waaronder
ook menig
Nederlands
offshorebedrijf
zoals Boskalis,
Van Oord,
die kunnen
profiteren
van de enorme
kansen op de
markt van olie en
gas.
“Het journalistieke werk als
correspondent vanuit dit land is geen
vetpot, dus moet je er iets naast doen. En
eigenlijk had ik het ook wel een beetje gezien na
ruim 10 jaar journalistiek in Azie… tijd voor een
andere uitdaging. En die kwam met de vraag naar
professionele projectvideo’s en reportages over
de diverse offshore projecten die Nederlandse
bedrijven hier op het Zuid-Amerikaanse
continent verrichten.”
Ernst Daniel Nijboer
8
Na de eerste film voor Van Oord in het
Braziliaanse Amazone-gebied, kwam alles in een
stroomversnelling. “Meer buitenlandse bedrijven
vonden me omdat ik hier met geïmporteerde high-
end camera’s en bediening de vraag beter kon
bedienen. Uiteindelijk goedkoper dan een dure
crew laten overvliegen vanuit Nederland waarvan
bij elke vertraging, inherent aan de offshore, de
taximeter blijft lopen. Ik kan nu veel meer m’n
creatieve ei kwijt. En die creativiteit laat zich ook
vertalen in korte artistieke visuele projecten, al dan
niet in opdracht.”
Ik Vertrek-Nederlander
“Ik ben niet in Brazilië terechtgekomen vanuit
een romantische zucht of vanwege een frustratie
om Nederland te ontsnappen. Officieel ben ik
ook niet geëmigreerd. Mijn paspoort is nog altijd
een Nederlandse. Maar vooralsnog leeft bij mij
geen heimwee om terug te keren naar Nederland.
Natuurlijk vind ik het heerlijk om af en toe nog
lekker in de Amsterdamse Jordaan te dwalen als
toerist in eigen land. Maar ik herken me niet in het
profiel van de ‘Ik Vertrek’-Nederlander.”
Rio de Janeiro
Na heel wat omzwervingen en verschillende
wereldsteden als Bangkok, Calcutta, Jakarta en
Buenos Aires, kan hij geen andere plek in de
wereld bedenken waar hij zou willen wonen. “Rio
de Janeiro voelt nu als eindbestemming. Het
klimaat, de natuur, het volk en hun ‘joie-de-vivre-
levensstijl’, het appartement aan zee in Ipanema, de
ranch en de dieren in de bergen. Het leven lijkt hier
minder ‘opgefokt’ als gevolg van financiele druk of
prestatiedrang, zoals ik het in de VS of Europa zie.
Maar diezelfde levensinstelling van de Braziliaan
kent ook best wel z’n schaduwkant, hoor. Af en toe
Brazilië
9
word je hier gek van de traagheid en inefficiëntie
waarmee dingen hier lopen. Eén van de dingen die
ik heb geleerd is ‘geduld’ te hebben en vertrouwen
dat het dan toch goed komt.
Daarbij rijst bij mij ook de vraag of ik in Nederland
evenveel werk zou hebben als hier in Brazilië.
Ondanks de economische dip die zich inzette
na de recente verkiezingen in oktober, en door
de vele corruptie-schandalen bij de Braziliaanse
oliemaatschappij Petrobras, lijkt de offshore
industrie daar nog niet onder te lijden. En ik
dus ook niet. Zolang er olie uit de oceaanbodem
blijft komen, hoef ik niet stil te zitten. Daarbij
ben ik in mijn werk niet afhankelijk van de lokale
Braziliaanse markt. Ik produceer vooral voor
buitenlandse opdrachtgevers, die hier gevestigd
zijn of willen komen.”
Kaapstad
Als er dan toch om één of andere reden een
alternatief zou moeten komen voor Brazilië,
dan moet Ernst Daniel bekennen dat het Zuid-
Afrikaanse Kaapstad boven aan zijn lijst prijkt.
“Vorig jaar maakte ik voor een documentaire een
trans-Atlantische oversteek van ruim 40 dagen op
de oude Hollandse driemaster ‘De Oosterschelde’
van Brazilië naar Zuid-Afrika. In veel opzichten
een onvergetelijke ervaring. Veertig dagen op
zee, alleen maar water aan de horizon, storm met
windkracht 10, waarbij ik zowat alle hoeken van
mijn kajuit heb gezien. Maar voor geen goud had ik
het willen missen.”
Mijn eerste bezoek aan Kaapstad was een
verademing. Niet alleen om na ruim een maand
weer land onder je voeten te voelen, maar vooral de
natuur en de adembenemende landschappen in dit
deel van Zuid-Afrika. Ik ben natuurlijk wel verwend
in Brazilië wat betreft natuur, maar Zuid-Afrika
was indrukwekkend. Een prachtig land met een
kleurrijk volk.
Mocht ik het dan ooit toch weer op m’n heupen
krijgen, dan zou Kaapstad een prima alternatief
zijn”.
Tekst en foto’s: Ernst Daniel Nijboer
https://www.facebook.com/daniel.nijboer
Ernst Daniel Nijboer
10
zweedse thrillersvan nederl andse emigrante
11
Het klinkt als een fraai sprookje.
Lineke Breukel verruilt met man en
zoon het gejaagde leven in de Randstad
voor een een romantische huisje in een
bosgebied in Småland en begint een
nieuw leven als boekenschrijfster.
De behoefte aan een vrijer bestaan en de wens
om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te leven
spelen de belangrijke rol voor Lineke Breukel
wanneer ze met haar gezin in 2012 naar Zweden
vertrekt.
Een jaar later al verschijnt haar eerste boek
‘Zweedse buren’ waarin ze haar emigratie-
verhaal optekent. Een stukje uit het boek:
“Inmiddels hebben we een mate van
onafhankelijkheid bereikt die voor ons in
Nederland niet mogelijk was. We hebben
bijvoorbeeld het streven om uiteindelijk al onze
eigen energie op te wekken. Omdat we geen
miljonairs zijn, zullen we dat moeten bereiken
met hard werken en inventiviteit, maar dat is
het leukste deel van ons avontuur.
We werken fanatiek aan allerlei projecten zoals
het aansluiten van tweedehands aangeschafte
regentonnen aan ons toilet om het doorspoelen
met drinkwater te beperken en het bouwen van
een windmolen van allerlei recyclemateriaal.
Niet alles gaat altijd vlekkeloos. Windmolen
nummer één bijvoorbeeld (gemaakt van twee
halve regentonnen) draaide prachtig totdat
we er een dynamo op aansloten. Windmolen
nummer twee (gemaakt van oude stukken
regengoot) werkte zelfs met dynamo prima
totdat een windvlaag hem van het dak joeg en
nummer drie (een uit hout geveilde propeller)
bleef in een waslijn steken en verdween
daardoor helaas niet repareerbaar ook de
prullenbak in. Wordt vervolgd zullen we maar
zeggen, want we houden niet op. Het is gewoon
te leuk om weer opnieuw te beginnen met
ontwerpen en knutselen, grote kinderen die we
zijn.”
Lineke Breukel
12
Thrillers
De rust van het leven op het Zweedse platteland
inspireert Lineke om na haar eerste boek door te
gaan met schrijven. Ze trekt de stoute schoenen
aan en schrijft in een schier onmogelijk tempo
‘Vluchtspel’, een complete thriller trilogie. Het
eerste deel (Broederschap van de Jacht) speelt
voor een deel in Zweden en is in afgelopen
december uitgekomen. En met succes, want
het verhaal wordt door lezers op Facebook als
meeslepend en uitermate spannend bestempeld.
Nicole is een Haagse studente psychologie
die door haar oude schoolvriend Ruud wordt
uitgenodigd om mee te doen met een survivaltocht
in de Ardennen. De jonge vrouw gaat hier graag
op in. Ze wil losbreken uit haar eenzame leven
en hoopt stiekem op een relatie met Ruud. De
tocht blijkt echter een excuus te zijn voor een
illegale jachtpartij waarbij zij als ultieme prooi
wordt gezien. Nicole wordt tijdens het Vluchtspel
gedwongen om te rennen voor haar leven en
verandert door de gebeurtenissen van een onzeker
persoon in een zelfredzame vrouw die moet
vechten voor haar leven.
In dit spannende scenario staat overleven
centraal. Niet alleen fysiek - door de bloedstollende
mensenjacht - maar ook door de heftige emoties
die nicole en de verschillende andere personen in
deze meeslepende thriller moeten ondergaan.
Deel twee en drie van de trilogie komen de
komende maanden uit. De manuscripten zijn reeds
kant en klaar.
En wie denkt dat Lineke na vier boeken in twee
jaar nu voorlopig wel even klaar is met schrijven,
heeft het mis. Schrijven is verslavend, aldus de
Nederlandse emigrante, zeker nu ze in Smaland de
rust en inspiratie gevonden heeft zullen daarom in
de loop van het jaar nog meer titels van de hand
van Lineke uitkomen..
Vluchtspel
VLUCHTsPELBroederschap van de Jacht
Lineke Breukel
o.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
13
onbekend spanje
Over de auteur:Ronald A.R. Aarsen (1940) was vanaf 1967 werkzaam op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Later plaatsvervangend kanselier en Financial controller op diverse ambassades voornamelijk in Afrika. Hij is sinds 2000 gepensioneerd en woonachtig in Colmschate.
de kanselierRonald A.R. Aarsen
Nu overal verkrijgbaar
de kanselierNomade voor het vaderland
“In de buitenlandse dienst was het nooit saai, verre van dat,” zegt de schrijver. En al helemaal niet als er ook nog eens een moord plaatsvindt, voegt de verteller daar aan toe. Ronald Aarsen beschrijft gebeurtenissen in de diplomatieke dienst die hij typeert als een nomadische tocht van 40 jaar. Soms hilarisch maar vaak ook met een ernstige ondertoon, als hij geplaatst wordt in ontwikkelingslanden. Aan elk van zijn hoofdstukken voegt hij een gedicht toe, waarin hij zijn gemoedstoestand belicht bij een gebeurtenis die hem raakt.
Niet alleen wordt het leven en werken op Nederlandse ambassades in onder andere Duitsland, Indonesië en Kenya beschreven, ook komen diverse misstanden en regelrechte corruptie aan bod.
Tussendoor zijn hoofdstukken opgenomen geschreven vanuit het perspectief van voormalige collega’s, die de gebeurtenissen vanuit een andere hoek belichten. En ja, ook die van de moordenaar in Jakarta die uiteindelijk in Kenya wordt ontmaskerd.
14
Wonen in Frankrijk
Ludique is het pseudoniem van een oud-docent die na zijn pesionering samen
met zijn vrouw Maria (Lief) emigreerde naar Zuidwest-Frankrijk. Het tweetal woont en ‘werkt’ in en rond hun oude boerderij op het Franse platteland. Ludique is een begenadigd verteller/schrijver die anderen laat meegenieten van zijn dagelijkse belevenissen.
“Je moeder”, waarschuwde ik met gedempte
stem en hield de telefoon voor Lief d’r neus.
Ze trok een gezicht alsof er een zichzelf
prostituerend callcenter met een aanbod van
foeilelijke plastic kozijnen aan de lijn hing.
“Mijn moeder?!” siste Lief als een gealarmeerde
kat op oorlogspad en griste venijnig de
telefoon uit mijn handen. U moet weten
dat bloedverwantschap niet in alle gevallen
een levenslange garantie is voor hartelijke
verstandhoudingen en innige contacten. Leef u
even in.
Het gesprek nam een sterk onderkoelde
aanvang maar het klaarde, tot mijn stomme
verbazing, gaandeweg zienderogen op. Het werd
bijkans geanimeerd en hartelijk. Ongehoord!
“Nou mam, dan kom ik over drie weekjes bij
jullie, leuk! Doe pa de groetjes!” kwetterde Lief
drie kwartier later afrondend en beëindigde
aldus het gesprek.
Ludiquepech onderweg
15
Ludique
“Ik ga naar een straatreünie!” verklaarde Lief
met blosjes op de wangen van opwinding en
toetste driftig een volgend nummer in. “Ik bel
meteen Pieter en Christa om te vragen of ik
met hen mee naar Nederland kan rijden en
Rolf en Janny of ik daarna met hen weer mee
terug naar Frankrijk kan. Je kunt trouwens, las
ik ergens, tegenwoordig ook met het vliegtuig
vanaf Brive naar Maastricht, dan moet Jeroen
me daar maar ‘even’ komen ophalen. Of ik
plaats een oproep op Nederlanders.fr voor een
lift heen en terug. Haal jij mijn koffer even
uit de caravan, schat? Die grote blauwe. Wat
moet ik allemaal meenemen? Het is natuurlijk
weer retekoud daar in Nederland. Waar zijn
mijn grijze laarsjes? Ik had toch ook zo’n
blauw sjaaltje? Oh ja, jij moet zolang ook maar
even een mobieltje hebben. Ik ga dadelijk
maar alvast inpakken. Moet ik nog iets voor je
meenemen uit Nederland? Pijpenragers? Dat
boek over het Franse chanson? Hoogbejaarde
boerenbrokkelkaas, een spatbord voor de
Quatrelle, bretellen, een torenuurwerk? Oh ja,
en je moet, als ik weg ben, Laurent bellen, langs
de Trésor Public in Lubersac gaan en vooral niet
vergeten om......”
“Waar logeer je?” onderbrak ik deze niet
aflatende woordendiarree.
“Uh?” sputterde Lief een moment geheel uit het
veld geslagen.
“Je moet Trabantje maar even bellen, dunkt
me”, stelde ik voor. Dat moet ik misschien
eerst even aan de lieve lezers uitleggen.
Trabantje is onze dochter. Althans, zo
noem ik haar altijd. Trabantje. Gewoon
omdat het onwaarschijnlijk veel sputtert
en pruttelt en je er niettemin heel ver mee
kunt komen. Mijn oogappeltje. Dan weet u
dat.
“Ik heb mijn rijbewijs nog niet terug!”, riep
Lief ineens. “We moeten onmiddellijk naar de
prefectuur in Brive.”
“Wellicht is het handiger als je ze eerst even
belt?” stelde ik voorzichtig voor.
Enfin, Lief draafde en galoppeerde vervolgens
gedurende drie weken verhit rond. Van hot
naar her. Druk bedrijvig in de weer met
bellen, organiseren, regelen, afspreken en
het voortdurend in-, uit- en vervolgens weer
inpakken van kasten, laden, tassen en koffers.
Ze vulde stoelen, tafels en kamers met bergen
spullen die mee moesten of eventueel mee
zouden kunnen. Of juist niet. En bij nader
inzien toch ook weer wel. Maar misschien ook
eigenlijk toch beter niet. Of wel. Stoom uit d’r
oren. De logistiek liep op rolletjes.
“Heb je nu alles klaargezet?” vroeg ik op de dag
van haar vertrek. “Dan jank ik die hele zooi
alvast de bus in.” We zouden om half vier bij
Pieter en Christa zijn die om uiterlijk vier uur
die middag naar Nederland wilden vertrekken.
Om half vier rolden we bij hen het erf op. Ze
stonden ons buiten al op te wachten en Lief
zwaaide,
16
Wonen in Frankrijk
vanachter de voorruit al enthousiast en uitbundig
naar onze dierbare vrienden. Ik stopte.
“Waar is mijn tas?” krijste Lief ineens paniekerig
om zich heen spiedend en graaiend, terwijl ik net
wilde uitstappen.
“Geen idee”, mompelde ik schouderophalend. Ik
weet niets van damestassen en wil dat graag zo
houden.
“We moeten terug, ik ben mijn tas vergeten!”
gilde Lief vanuit de cabine richting Pieter en
Christa die ons vervolgens met gierende banden
en in een stofwolk van zand en opspattend grind
in vliegende vaart hun vallei ook meteen weer
zagen uitracen. Ze bleven stomverbaasd achter.
Het was vijf uur toen Pieter en Christa met mijn
allerliefste Lief aan boord rechtsaf sloegen.
Richting autoroute. Bestemming Nederland.
Groningen. En ik? Ik sloeg linksaf. Met een lege
bus en een leeg gevoel. Richting huis. Een leeg
huis.
“Ain’t no sunshine when she’s gone....,” neuriede
ik zachtjes voor me uit. Ik reed twee keer
verkeerd. Zonder mijn Lief ben ik altijd een
poosje de weg kwijt. Ik miste een paar afslagen.
Ik was van slag. Ik kom er rond voor uit. Die
avond vergat ik te eten. De echtelijke sponde was
ijs en ijskoud en ik inviteerde de beide honden
en alle vijf katten om die kille, eenzame nacht het
bed met mij te delen.
Ze waren opmerkelijk content. Lekker warm.
Ik had mij voorgenomen die ene week te vullen
met piano spelen, schilderen en schrijven.
Nieuwe columns en een reeks hoofdstukken
voor mijn boek. Maar ik deed niets, helemaal
niets. Zelfs de bakker die immer luid en
langdurig claxonerend op de petite
route zijn aankomst aankondigt,
had ik gehoord noch gezien.
De man kwam met een pain
onder de arm geklemd
angstvallig het huis
binnengeslopen
teneinde te bezien of
ik nog wel in leven
was. Hij trof mij
afwezig peinzend
en een vredig pijpje
puffend, als een
demente garnaal
met Alzheimer, op
een wrak stoeltje
voor het venster aan.
Enkel de geraniums
ontbraken in dit plaatje.
17
Gelukkig hadden onze dierbare vrinden Marga
en Cobus, die mijn penibele positie haarfijn
aanvoelden, mij preventief uitgenodigd voor
de woensdagmiddag. Marga offerde gracieus
haar hemelse spijzen en inspirerende dranken.
Cobus, met dat heerlijke West-Friese idioom,
verheugde mij met een erfstuk dat door mij
onderzocht en gerestaureerd diende te worden.
Een ogenschijnlijk terminale Friese Staartklok.
Ondingen, dat wel, maar ze herbergen het
uurwerk van de veel oudere stoelklok.
En daar knap ik dan weer reuze van op. Het tikte
niet, maar het klikte wel. Hopla, de bus in.
Die middag had me energie gegeven. Donderdag
en vrijdag vlogen de vonken er vanaf. Zo kapte
ik zwaaiend met een loeiende kettingzaag
enkele tientallen meters van de houtwal tot op
aanrechthoogte. Ik kapte, snoeide, zaagde en
stapelde dat het een lieve lust was. Lief zou trots
op me zijn.
Zaterdagochtend realiseerde ik me ineens dat Lief
weldra weer thuis zou komen. Het huishouden
was intussen geheel tot stilstand gekomen. Er
stond een afwas tot aan het plafond en ik heb
de geheel verstikte stofzuiger drie keer van hele
balen en kluwen honden- en kattenharen moeten
ontdoen. Er had met gemak een behoorlijk
vloerkleed van kunnen worden geknoopt. Na
uren had ik het huis cosmetisch op orde. Ik zat
met een stapel tijdschriften, een glaasje wijn,
een vriendelijk pijpje en de beide honden aan
mijn voeten, op een stoeltje in het veelbelovende
zonnetje. Heerlijk!
Zondagochtend. Boodschappen! Er was niets
meer in huis. Met zwaailicht en sirene naar de
Super-U en deze nering in rap tempo van wijn
ontdaan. Dat in de eerste plaats. Aangevuld
met champoepel, entrecotes, likeuren, oesters,
mosselen, aardappelen, koekjes, tissues, water,
drop, brood , stroopwafels, kletskoppen, kazen,
vleeswaren, petroleum, gastank, chocolade,
nougat en gedroogde varkensoren voor de
honden. Groenten vergeten.
Bij thuiskomst belde Lief. Ze was inmiddels
bij Rolf en Janny aangekomen. Lief was moe
maar voldaan. Ze had dagenlang feest gevierd
en Trabantje, kleindochter en schoonzoon
doodgeknuffeld. Haar hoogbejaarde ouders
gezien en zich gerealiseerd dat ze haar zo zeer
geliefde, hoogst dierbare vader, mogelijk nu voor
het laatst zou kunnen hebben gezien. Gelukkig
heeft ze haar Renaultje-4. Dat symboliseert haar
vader. Lief in d’r Quatrelle is Lief samen met haar
vader. Zo zit dat.
“We vertrekken vanmiddag om vijf uur naar
Frankrijk, lieverd. Ik stuur je onderweg wel wat
sms’jes. Dan weet je waar we zijn”, kondigde Lief
aan. “Tot morgen, schat!”
Om vijf uur in de middag vertrekken betekent
om vijf uur de volgende ochtend aankomen,
calculeerde ik. Zo’n twaalfhonderd kilometer.
Twaalf uur ‘en route’. Ik moest de wekker maar
eens gaan zetten en greep daartoe het mobieltje.
Dergelijke instelling- en op die vervloekte
multifunctionele telefoons gaan bij mij immer
gepaard met vloeken en tieren en de welhaast
onbedwingbare aandrang om het monster
terstond in de houtkachel te cremeren of met een
bijl te lijf te gaan. U voelt wel, ik heb er weinig
affiniteit mee. Maar het lukte me zomaar ineens.
Half vier!
Om half vier in de ochtend zat ik al fris en fruitig
in de séjour. Gewassen, geschoren en gestreken.
Spijkerbroek, zwart overhemmetje, feestelijk rode
bretellen, zwart vestje en aldus geheel gereed
Ludique
18
voor het aanstaande defilé rond het aantreden van
mijn eigen Hare Majesteit. Geloof me, de complete
Oranjevereniging in feesttenue ziet er soberder uit.
Om vijf uur belde Lief.
Ik nam verheugd op en schalde: “Hallo liefste Lief!
Waar zijn jullie? Bij Limoges? Ik heb de paarden al
ingespannen en de ketels op stoom gebracht. Waar
kan ik je oppikken?”
Het bleef een moment stil aan de andere kant.
Moe, dacht ik nog. “We zijn onder Parijs, richting
Orléans”, piepte Lief benepen. “Richting Orleans?!
Het is vijf uur geweest en ik zit al vanaf half vier
vannacht te wachten!”
“Ach gut, lieverd. Nou ga dan maar weer lekker
naar bedje want het duurt nog wel even.”
“Orleans?!” tetterde ik nogmaals.
“We hebben pech met de auto”, verklaarde Lief
voorzichtig. “Bij Sint Job in ’t Goor al. In België.
Het stuur begonnen te trillen als een kromme
staafmixer en er klonk een onheilspellend
gerammel in het vooronder. We dachten een lekke
band te hebben. De technische broer van Rolf
had nog wel een reservewiel voor de aanhanger
meegegeven, maar die bleek veel te groot. Daarbij
nog een potkrikje en die bleek veel te klein.
Voor Dinky Toys denk ik. We hebben de ANWB
gebeld. En dat werd een Belgisch/Babylonische
spraakverwarring. Ze dachten
dat de auto van Janny kapot was.
Maar die staat op de aanhanger, de
autoambulance”, vervolgde Lief.
“In Belgie al met pech aan de kant van
de weg?” onderbrak ik Lief. “Waarom
heb je me dan niet eerder gebeld?”
“Je zou je dan toch maar ongerust
hebben gemaakt en de hele nacht
niet hebben geslapen”, zei Lief en dat
klopt natuurlijk. Ik zou ze pardoes
tegemoet zijn gereden.
“Nou, wat mankeerde er nou aan?”
vroeg ik.
“Die ANWB meneer heeft eerst de
auto van Janny gecontroleerd, die
notabene op de aanhanger stond,
en ons verzekerd dat daar niets
aan mankeerde. Briljant niet? Echt
Belgisch. Je moet er maar op komen.
Daarna heeft ie de trekkende bus van Rolf en de
aanhangende autoambulance nagekeken. Hij
zei: “Awel meneertje en madammekes, er scheelt
wellicht een loodje aan een van de wielekes en dat
geeft onbalans en vibraties in uwen stuurwielke.
Een weinig spelen met uwen gaspedaalke en
kalmpjes aan doen, dan geraakt ge vanzelf op uwen
bestemming, nietwaar? En allez hè, de Belgische
wegen, meneertje, zijn ook niet gans gelijk aan
die van den Ollanders. Ik wens u een goeden reis
verder!”
Wonen in Frankrijk
19
“En toen?” vroeg ik.
“Zijn we maar weer doorgereden. Tot Parijs ging
het redelijk goed, maar nu rammelt en trilt alles
weer. We kunnen niet sneller dan zestig of zeventig
kilometer per uur.”
Om half elf pikte ik even voorbij afslag 42 vanaf Air
Corrèze langs de A20 de traag voorbij sjokkende
karavaan op en ging achter hen rijden. We hadden
even gezwaaid. De hele mobiele circusattractie
slingerde wel wat en mijn teller gaf een snelheid die
varieerde van zestig tot soms iets boven de zeventig
kilometer per uur. We waren slakken. Kolossale
vrachtwagencombinaties zwiepten met hoge
snelheid vervaarlijk slingerend om ons heen.
Sommige gingen op het allerlaatste moment alsnog
pal achter ons vol in de remmen. Personenauto’s
vlogen ons voorbij. Het was warempel gevaarlijk,
griezelig en spannend. Het leek uren te duren voor
de laatste afslag naar de eindbestemming in zich
kwam.
Ter plaatse. Eindelijk! We stapten allen tegelijk
uit. Rolf, die ons zo dierbare, reusachtige en immer
vrolijke en joviale tuinkabouter, hield nog steeds
zijn beide armen en handen in de krampachtige
houding waarmee hij uren achtereen het stuur had
vastgeknepen om de mobiele eenheid op de weg te
houden.
“Goede reis gehad?” vroeg ik jolig om er weer wat
humor in te brengen. Ik ben ontzettend grappig,
moet u weten.
Lief is weer thuis. We zijn weer samen. Genieten!
Alleen de beide honden en het kwintet katten heeft
enorm de pest in. Ze moeten allemaal weer terug in
hun eigen mandjes.
Wie van Frankrijk en het Franse leven
houdt of wie overweegt om zelf een huis
in Frankrijk aan te schaffen, is ‘Hilarisch
Frankrijk’ absolute verplichte leeskost.
Hilarisch FrankrijkHoe wij vertrokken
Ludique le Vert
UItgeverij GrenzenloosIsBN 9789461851024
Prijs € 16,95
o.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
Ludique
2011
Parisisennes herken je aan hun benenmet 5,- euro korting!
Met Parisiennes herken je aan hun benen lanceert En Route hoofdredacteur Andy Arnts opnieuw een prachtige verzameling verhalen, die niet alleen zijn liefde voor Frankrijk en Parijs kenmerken, maar vooral getuigen van zijn rijke fantasie, aanstekelijke humor en buitengewone verteltalent. De bundel is bovendien verfraaid met schitterende zwartwit foto’s van de bekende fotograaf Ferry van der Vliet.
Als speciale aanbieding voor Grenzenloos lezers geeft Emigratieboek.nl nu maar liefst 5
euro korting op deze prachtige bundel!
Ga naar Emigratieboek.nl en geef bij het afrekenen de code 6792011 in.
U betaalt dan slechts €11,95 ipv €16,95.
Uiteraard verstuurd Emigratieboek.nl ook naar het buitenland.
“Heb net het nieuwe boek van Andy Arnts (Parisiennes herken je aan hun benen) in een keer uitgelezen. Een aanrader voor elke Parijs en Frankrijkliefhebber!”
- Femke Wolthuis (NOS Journaal) -
www.emigratieboek.nl
grenzenloos actie emigratieboek.nl
2111
Parisisennes herken je aan hun benenmet 5,- euro korting!
Met Parisiennes herken je aan hun benen lanceert En Route hoofdredacteur Andy Arnts opnieuw een prachtige verzameling verhalen, die niet alleen zijn liefde voor Frankrijk en Parijs kenmerken, maar vooral getuigen van zijn rijke fantasie, aanstekelijke humor en buitengewone verteltalent. De bundel is bovendien verfraaid met schitterende zwartwit foto’s van de bekende fotograaf Ferry van der Vliet.
Als speciale aanbieding voor Grenzenloos lezers geeft Emigratieboek.nl nu maar liefst 5
euro korting op deze prachtige bundel!
Ga naar Emigratieboek.nl en geef bij het afrekenen de code 6792011 in.
U betaalt dan slechts €11,95 ipv €16,95.
Uiteraard verstuurd Emigratieboek.nl ook naar het buitenland.
“Heb net het nieuwe boek van Andy Arnts (Parisiennes herken je aan hun benen) in een keer uitgelezen. Een aanrader voor elke Parijs en Frankrijkliefhebber!”
- Femke Wolthuis (NOS Journaal) -
www.emigratieboek.nl
grenzenloos actie emigratieboek.nlEEN EIGEN RESTAURANT AAN DE ZONNIGE COSTA
Robert en Ariane zijn net dertig als zij hun internetbedrijf in Nederland verkopen. Tegen alle verwachtingen in investeren ze hun geld in een Bagles & Salads restaurant in Nerja, Andalusia.
In het boek Toekomst & Tapas beschrijft Ariane op meeslepende wijze het avontuur dat volgt.
Een absolute must-read voor iedereen met interesse in wonen en/of ondernemen in Spanje.
Toekomst & TapasAriane van Wijk isbn 978 94 61851 000 Uitgeverij Grenzenloos
Te bestellen o.a. via Bol.com Amazon.es Emigratieboek.nl
w w w.emig rat ieb o ek .n l
Toekomst & Tapas
w w w.g renzen lo os .n l
Hollandse zekerheidtijdens uw buitenlands avontuur!
OOM Verzekeringen
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
VERZEKERINGENoom
Hollandse zekerheid
RINGEN
144305 _00M_Adv_Grenzenloosmagazine.indd 1 04-08-14 13:27
22
Grenzenloos uitzichtFoto: R. Reichelt
23
24
Curaçao
Alle kinderen in Nederland kennen haar. Want al dertien jaar brengt de
Curaçaose presentatrice Milouska Meulens het nieuws met kinderen en voor kinderen. Korte tijd werkte ze voor de Curaçaose televisie en krant, maar nu zit ze honkvast bij het Jeugdjournaal van de NOS. “Elke dag gebeurt er van alles, dus ook elke dag is er weer een nieuw Jeugdjournaal. Dat geeft een prettige zekerheid.”
Net uit de dagelijkse redactievergadering die
van half elf tot elf uur duurt, heeft ze even tijd
om te praten om vervolgens aan haar reportages
voor de uitzending van die avond te beginnen.
De planning is strak, want om vier uur
moet alles af zijn en moet ze klaar zitten om
geschminkt te worden om vervolgens een van
de teasers op te nemen. Toch is er geen spoor
van stress, noch bij Milouska noch op de gangen
in het immense gebouw van de NOS op het
Media Park in Hilversum, alhoewel het achter
de (computer)schermen wel anders moet
zijn. Op de dagen dat zij de avonduitzending
presenteert, begint Milouska’s dag om half
elf met de redactievergadering. “Ieder heeft dan
onderwerpen uit het nieuws geselecteerd die hij
dit was het voor numorgen zijn we er weer
25
Milouska Meulens
of zij belangrijk vindt voor de uitzending. We
overleggen en kiezen de items voor die dag.” In
elk geval staat vandaag de typhoon in China
op de agenda. “We verdelen de taken en
ieder gaat aan het werk, nabellen, schrijven,
beeldmateriaal zoeken en monteren. Naast
het presenteren van het nieuws doe ik ook
de andere dingen die gebeuren op een
nieuwsredactie. En als verslaggever maak ik
eigen reportages.”
Van half vijf tot zes uur neemt ze met de
eindredacteur alle teksten door, eet dan snel
wat om om klokslag 18.25 uur klaar te
staan in de studio waar om 18.45 uur de
opname van de uitzending start.
Venster op de wereld
Het Jeugdjournaal duurt tien minuten en
op schooldagen is er ook in de ochtend een
journaal van vijf minuten. “Dat is soms echt
stressen, we beginnen om zes uur, volgen
hetzelfde schema als overdag, maar hebben
nu tweeënhalf uur om reportages te maken en
een uitzending neer te zetten. Toch vind ik dat
heerlijk.
We werken met een klein clubje van drie
collega’s, nog in het donker. Voor je gevoel ben
je helemaal afgesloten van de wereld,
maar je zit juist ook te midden van alles in de
wereld.” Voor het ochtendprogramma kiezen
ze uit het nieuws dat de vorige avond vanaf een
uur of negen is gebeurd. “Je gaat er vanuit dat
sommige kinderen misschien het NOS-journaal
van acht uur nog kijken; wat daarna gebeurt tot
de volgende morgen zes uur, daaruit kiezen we.
Soms lastig, er kan veel gebeurd zijn, maar
soms is er ook vrijwel niks, dan is het echt
bij elkaar schrapen van onderwerpen. Het
leuke van ochtenddiensten vind ik dat je alles
als eerste weet. Ik had dat als kind al,” zegt
ze lachend. “En jij beslist wat er van al het
nieuws naar buiten gaat. Ik voel me daarin
verantwoordelijk voor de doelgroep, het
Jeugdjournaal is hun venster op de wereld.
Er is in Nederland geen ander dagelijks
nieuwsprogramma voor kinderen.” Er zijn geen
taboes, geen onderwerpen die niet behandeld
worden. “Dat kun je je niet veroorloven,
kinderen komen op allerlei manieren bij het
nieuws, ze horen en zien alles wat zich afspeelt,
via welk kanaal dan ook, of gewoon op hun
telefoon. Ik zie het als onze taak het nieuws te
duiden, het voor ze in een kader te plaatsen.”
Kinderen de hoofdrol
Nieuws aan kinderen brengen, vraagt een
bepaalde manier van kijken. Maar dat
maakt het werk niet anders dan wat andere
journalisten doen, vindt Meulens. “Je richt
je altijd op je doelgroep, of het nu lezers
van het Financieel Dagblad, de Telegraaf of
kinderen zijn. Wel zijn we voorzichtig, bij
een onderwerp als de oorlog in Syrië laten
we geen dode lichamen zien. Dat dient geen
enkel doel, integendeel, je schiet juist je doel
voorbij. Om onderwerpen goed te brengen moet
je informatie doseren en beelden aanpassen.
Anders blijft alleen het beeld op het netvlies
gebrand maar gaat de inhoud volledig verloren.”
Het gaat erom kinderen inzicht te geven, wat
betekent dat er steeds afwegingen worden
gemaakt, in beeldkeuze, in inhoud. “Ik heb
het meest met onderwerpen waarbij
kinderen de hoofdrol spelen, en die voor hen
aansprekend zijn. Zo hadden we gisteren een
item over het meisje Kyara dat naar Afrika was
geweest om daarmee geld op te halen voor een
goed doel.” Daarnaast kijkt de redactie naar de
26
Curaçao
agenda, zo is het vandaag de ‘dag van de leraar’.
“We kijken of er een leuk aanknopingspunt is,
of we er iets bijzonders van kunnen maken.
Maar we kunnen we er ook voor kiezen het
een jaar niet te doen. We vragen ons elke dag
opnieuw af: wat wil je deze dag niet gemist
hebben van het nieuws, wat moet je als
kind vandaag echt hebben meegekregen?”
Vergeten
Meulens woont nu bijna dertig jaar in
Nederland. En ondanks dat ze zich de
Nederlandse cultuur heeft eigengemaakt, gaat
er geen dag voorbij dat ze niet aan Curaçao,
haar geboortegrond denkt.
“Hoe Nederlands ik eigenlijk ben, bedacht ik me
vanmorgen nog toen ik - nadat ik wentelteefjes
had gemaakt als ontbijt - met mijn kinderen
naar school fietste, een zak appels aan het stuur
voor de appelmoes-kookles.” Naast Nederlander
blijft ze zich Curaçaoënaar voelen. “Ook al weet
ik dat sommigen me zien als makamba pretu;
mensen zijn bang dat ik vergeten ben waar ik
vandaan kom. Maar ik voel me een van hen. Ik
ben diep geraakt als de Antillen of Antillianen in
het nieuws zijn, zeker als het negatief is. Maar
ik ben ook apetrots als mensen succes hebben,
dat roep ik dan overal rond.”
Ze groeide op in de wijk Koraal Specht. Vanaf
haar vierde tot haar tiende woonde het gezin
afwisselend in Nederland en Curaçao.
“Mijn ouders konden maar niet beslissen waar
wij het beste af waren, we verhuisden steeds
opnieuw. Ik heb in zoveel plaatsen gewoond
in Nederland, Almere, Zwolle, Emmen,
Leeuwarden.
Op Curaçao keerden we soms naar ons oude
huis terug, maar ik woonde met mijn broers
en zus ook geregeld bij oma. Ik kan me de
Brionschool nog goed herinneren, met meneer
Jansen die een paar jaar geleden minister van
Onderwijs was. Pas later realiseerde ik me dat
het wel een roerige jeugd was, maar toen was
het zoals het was.” Haar Curaçaose ouders - met
beiden Indiaans bloed - kozen definitief voor
Nederland toen Milouska tien was.
“Ze spraken net zo lang Nederlands met ons
tot we het echt onder de knie hadden, daarna
schakelden zij weer over op Papiaments,
de taal die ik nu nog steeds spreek met mijn
moeder en soms met mijn broers of zus, als we
willen roddelen,” lacht ze. Milouska’s
vader ging 27 jaar geleden alweer terug omdat
hij de warmte op alle fronten miste en recent
vertrok ook haar moeder. “Dat heeft
me heel erg verdrietig gemaakt. Ze hebben
ons hier heengebracht en zijn zelf vertrokken.”
Milouska mist haar moeder ook in het
doorgeven van de Antilliaanse tradities aan haar
eigen kinderen.
Hoe dan ook gaat ze elk jaar terug om haar
kinderen hun rootste laten voelen.
Zoeken waar je hoort
Na haar studie Journalistiek in Utrecht ging
ze terug naar Curaçao, om uit te vinden
waar ze hoorde. “Ik werkte ’s ochtends voor
Beurs- en Nieuwsberichten en ‘s middags
met Alex Alberto voor TeleCuraçao aan het
programma Nederland Mozaïek, het eerste
Nederlandstalige magazine. Er bleek behoefte
aan Nederlandstalig eilandnieuws. “We hebben
het samen opgezet, vanaf de scratch. Ik deed
van alles, de interviews en montage.
Het was een seizoen wekelijks op tv; 45 minuten
over van alles wat op het eiland gebeurde.” Op
Curaçao deed ze ook research en interviews
voor het Nederlandse nieuwsprogramma
27
Milouska Meulens
Zembla, dat toen de Antillenroute opnam.
Vooral aan dit jaar werken op Curaçao hield ze
vele vrienden en connecties over.
Toch besloot Meulens na dat jaar terug naar
Nederland te gaan. “Als je kind bent, is het
eiland veilig en geborgen, maar als jong
volwassene was het mijn plek niet meer, wilde
ik die gecontroleerdheid niet. Als kind was dat
juist prettig, ik kon alleen op straat zwerven
want iedereen kende je, iedereen was je tante
en oom. It takes an island to raise a kid, dat
was echt van toepassing.” Toch blijft een
deel van je altijd daar, is ook de ervaring van
Meulens. “Er kwam bij dat ik er een vriendje
had dus snotterend op Hato stond.” Terug in
Nederland haalde ze de banden met Zembla
aan, werkte korte tijd als redacteur voor het
modellenprogramma V-models van Veronica en
kwam vanaf 2000 in dienst van de NOS, eerst
als redacteur, later ook als presentatrice.
Kinderjournaal op Curaçao
“Het zou prachtig zijn als op Curaçao een
gelijksoortig programma als het Jeugdjournaal
van de grond kwam”, zegt Meulens. In veel
landen is een dergelijk format ontwikkeld, zo
loopt in Suriname de Tien minuten al jarenlang
erg goed. Het heeft echter ook te maken met de
mondigheid van kinderen, aldus Meulens. “Ze
moeten op televisie hun mening durven
geven. Een programma als dit staat of valt met
kinderen die ergens wat van vinden. Als
volwassene moet je hun mening willen weten
en er vervolgens wat mee willen doen. Je
moet letterlijk bereid zijn door de knieën te
gaan. Het is wezenlijk dat je het van binnenuit
wilt en je best doet het nieuws op hun niveau
te vertellen.” Dat de kinderen zelf hun
mening wel willen geven, bleek recent uit de
Unicefrapporten.
28
Maar ondanks dat de kinderen willen en er veel
ambitieuze volwassenen zijn met goede
bedoelingen, is het tot op heden niet gelukt.
Mevrouw van het nieuws
Zowel in Nederland als op Curaçao zullen er
weinig mensen zijn die me niet kennen, denkt
Meulens zelf. “Daar heb je die mevrouw
van het nieuws, hoor je geregeld fluisteren.
Daarbij komt, mijn kinderen zijn ook nog
klein, dus ik loop ook op woensdag- of
zaterdagmiddag en in de schoolvakanties in
dierentuinen. Het is nu nog erger geworden
omdat mijn nieuwe partner ook bij het
Jeugdjournaal werkt, ja dan heb je helemaal
bekijks.” Toch kun je kinderen die een
handtekening willen goed uitleggen dat je nu
zelf op vakantie bent of even met je eigen
kinderen wilt spelen, vindt Meulens. Soms
is het lastig als je herkend wordt: “Je voelt je
onhandig als je even gauw met je joggingbroek
door de supermarkt loopt of in je bikini in een
pretpark staat en mensen naar je wijzen.”
Vanwege het feit dat ze al zo lang presenteert,
hebben heel wat generaties haar meegemaakt,
zowel als ouder of als de opgeschoten
kinderen van nu. Maar ook ouderen blijken
graag naar het Jeugdjournaal te kijken. Haar
bekendheid groeide ook toen ze de mol was in
het tv-programma Wie is de Mol. “Het is
ontzettend leuk je eigen rol te regisseren, ik was
er heel fanatiek in. Je moet natuurlijk wel iets
bedenken wat je tot het eind kunt waarmaken.
Ik koos de tactiek van dom zijn. Het verbaasde
me dat mensen dat zo gemakkelijk aannemen:
ze geloven enerzijds dat je goed was op het
atheneum, maar geloven je ook als je niet
weet dat de aarde rond is. De crew weet
overigens ook niets.
Op het laatst hoorde ik een cameraman net iets
te hard zeggen:
‘Als zij de mol niet is, mogen mijn kinderen
nooit meer naar het Jeugdjournaal kijken.’ ”
Betrokken
“Soms denken volwassenen dat kinderen alleen
over dieren en gadgets willen horen, naar
kinderen zijn zo nieuwsgierig en zo betrokken
op wat er dichtbij maar juist ook in de wereld
gebeurt; of het nu om kinderen in Klazinaveen
gaat of kinderen in Pakistan, waar een bom
afging in het gebouw waar ze zouden worden
ingeënt.” Het geeft Milouska een vorm van
zekerheid en veiligheid dat er elke dag weer een
Jeugdjournaal is: “Het is een gegeven, daar kan
niets of niemand verandering in brengen.
Want er gebeurt altijd wel weer iets.” Ze meent
het dan ook uit de grond van haar hart als ze
de uitzending afsluit met “Dit was het voor
nu, morgen zijn we er weer met een nieuw
Jeugdjournaal.”
Tekst: Mineke de Vries
Dit artikel is een van de vele interessante
artikelen uit het boek ‘Met de zon in de rug’
bevat de verhalen van mensen die vanuit
de Cariben een bestaan opbouwen in de
nederlandse maatschappij of op een andere
manier nauw betrokken zijn bij de Antillen.
voor de één betekent de tropische basis een
steun in de rug om talenten vorm te geven. de
ander komt door diezelfde zon in zijn eigen
schaduw te staan.
Curaçao
In hoeverre is de warmte van de tropenzon waarin je bent opgegroeid en die je in je draagt een garantie voor het welslagen overzee?‘Met de zon in de rug’ bevat de verhalen van mensen die vanuit de Cariben een bestaan opbouwen in de nederlandse maatschappij of op een andere manier nauw betrokken zijn bij de Antillen. voor de één betekent de tropische basis een steun in de rug om talenten vorm te geven. de ander komt door diezelfde zon in zijn eigen schaduw te staan.
Maar de reportages samen vertellen ook het verhaal van de verstrengeling van twee samenlevingen die elkaar blijvend wederzijds beïnvloeden. dit uit zich in een professionele samenwerking waar het gaat om zorg, detentie en sociaal maatschappelijke problematiek, maar ook in een waardevolle diversiteit op het gebied van kunst en cultuur, taal, wetenschap en ondernemerschap. een onafscheidelijkheid, gevormd door de tijd en strijd van tweehonderd jaar koninkrijk, die niet meer is weg te denken uit de Nederlandse samenleving.
Met de zon in de rugMineke de Vries
Nu overal verkrijgbaar
Met de zon in de rugMet een Caribische achtergrond leven in Nederland
Het is een eer om ook in dit boek te staan, zonder ooit op de Antillen te zijn geweest. De verhalen in dit boek sterken mij in de gedachte dat een
goede inburgering en meer kennis over elkaar cruciaal is om de kansen van deze generatie te verbeteren. Mogen de prachtige verhalen met humor en
ontroering uit deze bundel daaraan een bijdrage leveren.
Eberhard van der Laan, burgemeester Amsterdam
30
Italie
Ieder jaar in november is het weer zover: een paar weken nadat de
wintertijd is ingegaan, moeten we de winterbanden onder onze twee Punto’s laten monteren.
In een heuvel- tot bergachtig gebied als het onze
(de Penice-pas reikt al tot boven de 1000 meter en
nog verder in het zuiden, aan de grens met Ligurie
bereiken de bergen van de Apennijnen hoogtes tot
1700 meter) zijn deze op gladde en steile wegen
berekende banden verplicht. Waarbij elke regio
wel haar eigen termijnen heeft bedacht natuurlijk:
in de ene regio moet het vanaf half november, in
een andere met vergelijkbaar landschap vanaf
begin december, enz. En hoewel de pakkans bij
overtreding niet groot schijnt te zijn, is de boete
niet mals als we de verhalen mogen geloven: 1500
euro of daaromtrent. Maar waarom zouden we
bezuinigen op onze veiligheid?
Dus zorgen we er ieder jaar weer braaf voor
dat de bandjes er min of meer op tijd (want we
zijn in Italië) onder zitten. Nou ja, een beetje
bezuinigen doen we wel sinds we weten dat alleen
de voorwielen verplicht van het sneeuwbestendige
rubber voorzien hoeven te zijn. Er resteert toch
nog iets van de dominee-koopman in onze
geëmigreerde zielen.
winterbandenStef SmulderS
31
Om de banden te verwisselen, roepen we
de hulp in van Maurizio, onze garagista di
fiducia, de vertrouwensmonteur. Hij runt de
dichtstbijzijnde garage en is nog Fiatdealer
op de koop toe, wat willen we nog meer? Eh...
nou, op tijd geholpen worden bijvoorbeeld.
De laatste jaren verliep de procedure steevast
met horten en stoten waarbij er meerdere
ritten naar de vertrouwensgarage nodig waren
om het gewenste resultaat te bereiken. Bij
Maurizio is het namelijk altijd druk (vooral
rondom de verplichte bandenwisseldatum)
en in de enorme, metershoge garage is het
nogal een chaos. Of lijkt dat maar zo? Als je
er voor achten ‘s ochtends komt, is de hal
tamelijk leeg, op een enkele auto op een brug
of een wrak aan de zijkant na. Kom je echter
een uur later dan is er geen plek meer vrij en
staan overal auto’s op krikken, bruggen en met
openstaande motorkappen. Hoe al deze auto’s
zich zo kriskras in de garage hebben weten te
manoeuvreren, is een raadsel en hoe ze er ooit
weer zonder nieuwe butsen en schrammen uit
moeten komen al evenzeer. Gebruikt Maurizio
soms een gru, een kraan die ergens langs de
wand van deze megazaal verborgen zit?
Aan alle auto’s schijnt tegelijkertijd te worden
gewerkt, wat onmogelijk is want naast Maurizio
is er maar een werknemer: zijn schoonzoon.
Qua karakter kunnen deze twee niet meer van
elkaar verschillen dan ze doen: de schoonzoon
straalt in woord, gebaar en uiterlijk (trouwe
hondenogen, een sloom-mollig postuur) een
onverstoorbare rust uit en lijkt door geen
chaos, hoe groot ook, van zijn stuk te brengen.
Waarschijnlijk is dat ook de enige manier
waarop je in deze garage kan overleven, in
de heksenketel die Maurizio veroorzaakt.
Want Maurizio is, hoewel (of juist daardoor?
Kom er maar in, Sigmund!) klein van stuk,
een enorme druktemaker. Van ‘s ochtends
vroeg tot ‘s avonds laat beent hij door de
garage van auto naar auto, van telefoon naar
nieuw binnengekomen klant, van kantoor
naar de voorraadvide waar de nieuwe banden
liggen, onderwijl in plat dialect commando’s
schreeuwend naar zijn schoonzoon. Die geen
spier vertrekt en gewoon doorgaat met de ene
klus die hij op dat moment onderhanden heeft.
Toch is het juist zijn schoonvader die hem
op het rechte spoor heeft moeten zetten.
De jongeman was gewend meer geld uit te
geven dan hij verdiende (“De tegenwoordige
generatie!”, ik hoor het u zeggen) en had overal
schulden. Maurizio besloot dat de beste jongen
wel met zijn dochter mocht trouwen, maar
alleen op voorwaarde dat hij ervoor zou zorgen
dat hij geen schulden meer had. Dus daar ging
zijn mooie nieuwe witglanzende Punto Grande
Column
32
Italie
die hij op afbetaling aangeschaft had. Die sleet
Maurizio aan een paar van zijn cliënten, die zo voor
een zacht prijsje een nagenoeg nieuwe auto in hun
schoot geworpen kregen. Die klanten waren wij.
En dus mag de schoonzoon zo af en toe in onze
opdracht aan zijn eigen bolide sleutelen, nou ja,
ex-bolide dan. Maar hij heeft er wel de dochter
van Maurizio voor in de plaats (niet op afbetaling).
Gek genoeg heeft Maurizio zo af en toe in alle
drukte toch ook nog tijd voor een praatje en zo
kwamen we te weten dat zijn dochter een fanatiek
ballroomdanseres is. En dus chauffeert Maurizio
zijn dochter ook nog eens elk weekend naar
verweggelegen steden en dorpen, soms honderden
kilometers ver, waar danswedstrijden gehouden
worden. De danspartner van de dochter is niet haar
man de assistent-garagista want die is daarvoor te
lomp en te sloom. Vol trots laat Maurizio ons steeds
foto’s zien van de meest recente danssuccessen van
zijn dochter. Wij vragen ons dan altijd af waar in
dat kleine lijf die enorme accu verborgen zit die de
onuitputtelijke energie levert voor alle bezigheden
die Maurizio verricht.
In het begin, toen we nog maar over één auto
beschikten, de witte Punto was nog niet in ons
bezit, leende Maurizio ons wel eens een van zijn
auto’s wanneer de onze in garage blijven moest.
Huurkosten NUL euro! En dan kwam hij onze
gerepareerde auto ook nog zelf brengen en nam
hij de leenauto mee retour. Dat kan alleen in een
dorp en dan nog alleen bij een echte garagista di
fiducia! Een andere keer kwam ik hem tijdens wat
een van zijn weinige pauzes moest zijn geweest
tegen in het dorpscafé. Hij zag me en bood me
direct een espresso aan die hij in een moeite door
meteen bestelde bij de barista, nog voor ik boe of
bah had kunnen zeggen. Nadat ik een beetje suiker
in mijn kopje gedaan had en weer opkeek, zag ik
dat Maurizio alweer vertrokken was. En hij nog
betaald ook!
Als we bij de garage komen voor de tweejaarlijkse
bandenwissel is het er dus altijd een drukte van
belang (tenzij we er aan gedacht hebben om er
voor achten al heen te gaan) en kunnen we alleen
een afspraak maken. Een soort van afspraak
dan, want aan precieze tijden doet Maurizio niet.
Morgenmiddag, kom dan maar langs, destilleren
we uit de spraakwaterval die hij, deels in dialect,
uitstoot op onze vraag, in accentrijk Italiaans,
wanneer het schikt. Maar wanneer begint de
middag? Niet om half één of één uur maar op zijn
vroegst om drie uur, of half vier, of toch pas om vier
uur? Je weet het in het siestaland Italie nooit zeker.
En eigenlijk begint na de middagpauze de avond
al, want de begroeting die dan gebezigd wordt is
buonasera en niet buon pomeriggio. Eigenlijk
bestaat de middag voor de Italiaan helemaal niet.
We proberen meestal maar wat en zijn soms te
vroeg maar meestal te laat. Dan is het chaotische
bedrijf alweer in volle gang en kunnen we er toch
niet terecht. De “afspraak” lijkt vergeten want dan
roept Maurizio ons iets toe over giovedì mattina,
over twee dagen dus en dan ‘s ochtends. Toch
maar eens proberen om er voor achten te zijn,
denken we dan. Uiteindelijk lukt het altijd, zelfs
voordat de eerste sneeuw valt of dat we een boete
krijgen. Het mag dan een chaos lijken, toch komt
alles uiteindelijk op zijn gomme da neve terecht:
Italiaanse toestanden!.
Tekst en foto’s: Stef Smulders
www.duepadroni.it
33
Italiaanse toestandenLeven en overleven in Italië
Humoristische korte verhalen over het
emigreren naar Italië en de kennismaking met
tal van karakteristieke Italianen.
Vijf jaar na de emigratie, doet de Stef Smulders
verslag van zijn belevenissen in tientallen
verhalen waarin evenzovele problemen op geheel
Italiaanse wijze worden opgelost, wat vaak tot
humoristische taferelen leidt.
Het kopen en verbouwen van een huis, het
importeren en laten keuren van een auto, het
afsluiten van een verzekering: het levert allerlei
moeilijkheden op, die vaak op verrassende
manier tot een oplossing komen.
Meer ervaringsverhalen over Italië:
Dag Nederland! Ciao Italia!Een eigen Bed & Breakfast in Italië
Bekend van Ik Vertrek!
Heleen Sloots
Huizenjacht in ToscaneSpeciaal voor Italië-liefhebbers
Ronald. A. Lever
Al deze titels zijn te koop op Emigratieboek.nl
34
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt op 30 januari
schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
Emigratieboek.nlBOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS