Composteren en milieubelasting
Internet of Things ook nuttig voor de afvalsector
Onderzoek naar fysieke belasting bij
de inzameling van huishoudelijk afval
GRAM
Alternatieve brandstoffen in de afval- en reinigingsbranche
JAA
RGA
NG
107 | NU
MM
ER April 2016
VAKBLAD VAN DE 3
PER 1 JANUARI 2016 HEBBEN CNG NET, LNG24 EN CNG REALISATIE & ONDERHOUD DE KRACHTEN GEBUNDELD. VOORTAAN ZIJ N WIJ PITPOINT CLEAN FUELS.
030 - 4100 800 [email protected] facebook.com/PitpointNL @PitPoint_NL
100% SCHOON VERVOER IN 2030.
DAT BEREIK JE NIET ALLEEN.
Schoon vervoer. Daar maken we ons elke dag hard voor bij PitPoint.
Door brandsto� en beschikbaar te stellen die schoner zij n dan
traditionele brandsto� en. En kostenconcurrerend. Dat doen we
samen met de politiek. Met onze stakeholders. En met u.
Staat luchtkwaliteit en het reduceren van CO2 bij u ook hoog op de
agenda? We adviseren u graag hoe u met het gebruik van schone
brandsto� en als Groengas (CNG), LNG, Waterstof en Elektriciteit
een fl inke slag kunt slaan met de CO2-reductie van uw wagenpark.
Op naar 100% schoon vervoer.
Kij k voor een Clean Fuel Consult op pitpoint.nl
PER 1 JANUARI 2016 HEBBEN CNG NET, LNG24 EN CNG REALISATIE & ONDERHOUD DE KRACHTEN GEBUNDELD. VOORTAAN ZIJ N WIJ PITPOINT CLEAN FUELS.
030 - 4100 800 [email protected] facebook.com/PitpointNL @PitPoint_NL
100% SCHOON VERVOER IN 2030.
DAT BEREIK JE NIET ALLEEN.
Schoon vervoer. Daar maken we ons elke dag hard voor bij PitPoint.
Door brandsto� en beschikbaar te stellen die schoner zij n dan
traditionele brandsto� en. En kostenconcurrerend. Dat doen we
samen met de politiek. Met onze stakeholders. En met u.
Staat luchtkwaliteit en het reduceren van CO2 bij u ook hoog op de
agenda? We adviseren u graag hoe u met het gebruik van schone
brandsto� en als Groengas (CNG), LNG, Waterstof en Elektriciteit
een fl inke slag kunt slaan met de CO2-reductie van uw wagenpark.
Op naar 100% schoon vervoer.
Kij k voor een Clean Fuel Consult op pitpoint.nl
GRAM | april 2016 3
Vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
6
9
12
16
Hoe doen zij dat?Deze maand: de inzameling van droge componenten. Vertegenwoordigers van de
gemeenten Oosterhout, Deventer en Zutphen vertellen over afvalstromen die huis-aan-
huis worden ingezameld en geven tips aan andere gemeenten.
Terugblik op het winterseizoenIn januari gold voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe een aantal dagen
code rood, in verband met ijzel. Scholen waren gesloten en mensen schaatsten op
straat. Tijdens de bijzonder weersomstandigheden bewezen nieuwe methodes voor
gladheidsbestrijding hun diensten.
Afvalbranche gaat voor schone voertuigenDe uitstoot van dieselvoertuigen ligt onder een vergrootglas. Er zijn alternatieve
brandstoffen die beter zijn voor het milieu, het imago en dat kosten neutraal of tegen
geringe meerkosten. Elektriciteit, waterstof, CNG (groengas) en LNG zijn van die
'schone' brandstoffen.
Internet of Things ook nuttig voor de afvalsectorHet Internet of Things openbaart zich als de vierde industriële revolutie. Miljoenen
machines en apparaten zijn straks op grote afstand met elkaar verbonden. Ook in de
afvalsector. Door IoT is de burger straks 'connected' met de afvalcontainer. En dat is
waardevol voor de scheidingsambities van de gemeente.
Foto voorplaat: E-Trucks Europe
05 Bezem
14 Groningen wil de weg op met waterstof
18 De toekomst van afvalverbranding
20 Afscheid van Frits Bakker
21 NVRD nieuws
21 Column Olaf Prinsen
22 Onderzoek actualisering P90-Norm
24 VANG-HHA steunt 14 plannen voor
minder restafval en betere scheiding
25 Branchenieuws
26 Agenda
Lees verder op pag. 16
4 GRAM | april 2016
www.issainterclean.com
World’s Leading Trade Fair for Cleaning and Hygiene Professionals
Georganiseerd door: In samenwerking met: Officiële mediapartner:
Afvalmanagement is onmisbaar binnen duurzaam ondernemen. Het seminar gaat in op afval in de circu laire economie. Bij RAI Amsterdam wordt afval voor 100% gerecycled. Tegelijkertijd is de totale afvalproductie de afgelopen jaren met 30% afgenomen. Een praktijkvoorbeeld van hoe een ingrijpende verduurzaming van het schoonmaakproces en afvalverwijdering en vernieuwende initiatieven de weg openen naar een wereld zonder afval mede door de intensieve samenwerking van CSU en Icova.
Combineer uw deelname met een bezoek aan ISSA/INTERCLEAN Amsterdam, de vakbeurs die u een compleet en uitgebreid overzicht biedt van de trends en innovaties in de professionele schoonmaak sector wereldwijd.
30.000 bezoekers en 750 fabrikanten vanuit de hele wereld
Demonstraties straat, hogedruk en gevelreiniging
Kijk voor meer informatie op issainterclean.com/nl/amsterdam
Kom op 13 mei naar het seminar over afval management tijdens de ISSA/INTERCLEAN in Amsterdam.
May 30–June 3, 2016World‘s Leading Trade Fair for Water, Sewage, Waste and Raw Materials Management
Innovative. Global. Future-oriented. Experience environmental technologies.
Discover the potential of future-oriented strategies, products and services. Come along to the world’s leading trade fair for environmental technologies and experience exciting live demonstrations for yourself—of complex processes and applications,
machinery, systems and vehicles. Future-proof technology, up-close and practical.
Welcome to IFAT 2016!
Register now online!www.ifat.de/tickets/en
Information: Van Ekeris Expo Service B.V. | HaarlemTel. +31 (0) 23 525 8500 | [email protected] us on:
IFAT worldwide—Visit the IFAT fairs around the globe:
May 5–7, 2016www.ie-expo.com
September 28–30, 2016www.ifat-india.com
Spring 2017www.ifat-eurasia.com
Autumn 2017www.ifatforum-africa.com
GRAM | april 2016 5
BEZEMSlim schoon
Is het al tijd om de winterbanden te verwisselen? Of zullen we de winter voortaan maar overslaan en direct na de herfst het voorjaar in gaan. Als Bezem is er voor mij in de winter toch al minder te doen. Al zal vooral het Friese deel van Nederland dit niet met mij eens zijn. ‘It gaet nooit meer oan’. Maar ja, dan ook geen discussies meer over te veel of te weinig zout. Hebben we een prachtige armada aan zoutstrooiers over. Wel mooi spul. Snel kunnen aan- en afkoppelen, in no-time uitrukken. Droog en/of natstrooien. Zowel de reinigingskant, met electrokarren en hondenpoepzuigers, als ook de afvalinzameling met de dubbele zijbelader en software voor elk denkbare toepassing. We zijn sinds lang hoog technologisch en innova-tief. Intelligent schoon en slim opgeruimd.
En dan lees je in elk bestuursakkoord, in elk dagblad dat de werkloosheid
GRAM | april 2016 5
stijgt. Winkels dicht, bedrijven failliet. Is dit de keerzijde van de economie gebaseerd op efficiency? We worden verleid met kreten als: 'koop een nieuwe auto!' Waarom niet: 'gebruik eens de auto van de buurman'. Spreek je die ook weer eens. Komen we weer met elkaar in con-tact, leren we elkaar weer kennen.
En de investeringen die dan vrijvallen maar eens gaan aanwenden voor handjes. Ach, de Bezem van een meer dan honderd jaar oude vereniging, wat weet die daar nu van? Nee, het was vroeger niet beter. De gemiddelde leeftijd was niet hoog en de werkomstandigheden verre van optimaal. Maar is het misschien tijd voor een nieuwe ronde innovatie?
6 GRAM | april 2016
tionele inzetbaarheid van mens en ma-
chine. Als een inzamelaar ziek is, kan
een stratenmaker het overnemen, om
een voorbeeldje te noemen. Op deze
manier kun je met weinig middelen
veel doen tegen lage kosten.
Voor-/nadelen?
De papier- en glaskratten zijn zwaar om
te tillen en dat is arbo-technisch niet
ideaal. Met harde wind en regen waait
er ook wel wat weg, wat zwerfafval ver-
oorzaakt. We willen daarom binnenkort
overstappen op minicontainers voor
het oud papier. Voor het glas willen we
naar brenglocaties, dus centrale glas-
bakken in de wijk.
Wat zijn de resultaten?
Heel goed. We zitten met 90 kilo rest-
afval per inwoner per jaar nu al onder
de VANG-doelstelling. Binnenkort wil-
len we de inzamelfrequentie van de
grijze container omlaag brengen, dat
kan best.
Tips voor ander gemeenten?
Neem een voorbeeld aan Oosterhout!
Dat is een grapje natuurlijk, maar we
geloven in wat we doen. We zijn al twee
jaar bezig om onze unit stadsbeheer
soepeltjes te laten draaien en de mul-
tifunctionaliteit te optimaliseren. Daar-
mee bereik je echt meer effectiviteit
en kan de afvalstoffenheffing omlaag.
Door zo te werken kan de politiek ook
zelf meedenken en sturen. Werk je met
aannemers, dan heb je minder invloed
en krijg je alleen maar de rekening ge-
presenteerd.
Welke droge componenten worden
huis-aan-huis ingezameld en hoe?
Voor plastic en drankenkartons gebrui-
ken we een zak. Glas en blik gaat in een
kratje, samen met eventueel textiel. En
daarnaast hebben we nog een krat voor
papier/karton. De inzamelaars schei-
den het blik en glas met de hand voor-
dat ze het in de wagen werpen.
Waarom werd gekozen voor dit
systeem?
Om een hoge service te bieden en voor
de resultaten. In 2013 hebben we diftar
ingevoerd, we wilden het mensen zo
makkelijk mogelijk maken om te schei-
den. Daarom hebben we toen besloten
al deze droge componenten huis-aan-
huis in te zamelen.
Wie zamelt het in?
Onze eigen dienst. Wij zijn één unit, als
stadsbeheer, en streven naar multifunc-
Deze maand:
de inzameling van droge com ponenten
Hoe doen zij dat?
Tim Jagtenberg
Anne-Marie Holleman
hoofd bedrijfsbureau stadsbeheer
gemeente Oosterhout, 54.000 inwoners.
Contact: [email protected]
Manager afval & reiniging gemeente
Deventer, 100.000 inwoners.
Contact: [email protected]
Welke droge componenten worden
huis-aan-huis ingezameld en hoe?
Glas en papier mogen mensen aanbie-
den in een zelfgekozen inzamelmiddel,
dus dat kan een doos zijn of een kratje.
Verder hebben we een minicontainer
voor pmd en een zogeheten best-tas.
Die laatste is voor boeken, elektrische
apparaten, speelgoed en textiel. De
best-tas is gechipt, zodat we weten
wat er ingezameld wordt. De inhoud
gaat naar het kringloopbedrijf. Een deel
wordt verkocht in de winkels, textiel
gaat naar het Leger des Heils en de rest
wordt gerecycled.
Waarom werd gekozen voor dit
systeem?
De best-tas hebben we pas sinds kort,
de andere componenten zamelen we al
veel langer huis-aan-huis in. Dat is door
de raad beslist, in een grijs verleden.
Waarschijnlijk met het doel om afval-
scheiding te bevorderen.
Wie zamelt het in?
Wij laten al die droge componenten in-
zamelen door mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt. Omdat we vinden
dat het geschikt werk voor ze is en
omdat je daarmee de arbeidsparticipa-
tie bevordert. Ze worden aangestuurd
door ons afvalbedrijf, Circulus-Berkel.
Voor-/nadelen?
Het enige nadeel is dat het papier,
vooral bij slecht weer, verwaait en ver-
Harry van Vlietbeleidsmedewerker afval
gemeente Zutphen, 47.000 inwoners.
Contact: [email protected]
GRAM | april 2016 7
Welke droge componenten worden
huis-aan-huis ingezameld en hoe?
Glas in kratjes, pmd in plastic zakken en
oud papier in mini-containers. Sinds kort
hebben we tevens een best-tas, net als
in Deventer.
Waarom werd gekozen voor dit
systeem?
Tien jaar geleden werd diftar ingevoerd,
toen werd besloten om het de mensen zo
makkelijk mogelijk te maken om te schei-
den. Destijds kregen mensen een zwart
kratje voor glas, blik, drankverpakkingen,
elektrische apparaten. We waren de al-
lereerste gemeente in de regio die deze
componenten huis-aan-huis ging ophalen.
Wie zamelt het in?
Circulus-Berkel. Die doet dat hoofdzake-
lijk met mensen van de sociale werkvoor-
ziening.
Voor-/nadelen?
Mensen hebben nu drie containers thuis
staan, één voor rest, één voor gft en één
voor papier. Dat is een beetje veel. In
sommige wijken hebben mensen daar
geen plaats voor en zwerven de contai-
ners op straat of in de plantsoenen. Of
ze gebruiken alleen hun restcontainer en
stapelen de andere twee ongebruikt in
schuurtjes of andere opslagruimten.
Wat zijn de resultaten?
Bij aanvang van diftar vlógen de schei-
dingsresultaten omhoog, zeker ten op-
zichte van gemeenten waar de droge
componenten niet huis-aan-huis werden
ingezameld. Maar de laatste jaren stag-
neert het bij ons een beetje, we weten
niet precies hoe dat komt. Zeker is wel
dat gemeenten met containers voor pmd
meer inzamelen dan gemeenten met zak-
ken. Maar wij willen absoluut niet nóg
een container erbij. In de wijk waar veel
containers op straat zwerven vanwege
plaatsgebrek gaan we een proef draaien
met ondergrondse verzamelcontainers.
Voor rest, gft én alle droge componenten.
Zo’n brengsysteem zou een positief ef-
fect kunnen hebben, omdat mensen niet
meer alles in huis hoeven op te slaan.
In nieuwe wijken doen we overigens al
aan gespiegeld inzamelen. De bewoners
krijgen hier geen minicontainers meer,
ze moeten álles wegbrengen naar verza-
melcontainers in de wijk. De containers
voor gescheiden stromen hebben we be-
wust dichterbij geplaatst. Dat maakt het
scheiden de moeite waard, want met je
restafval moet je veel verder lopen.
Tips voor ander gemeenten?
Maak het de mensen zo makkelijk mo-
gelijk om hun afval te scheiden. De be-
reidheid is tegenwoordig best groot, ze
beseffen wel dat je niet meer alles bij el-
kaar kunt gooien. Hoe eenvoudiger het
is voor de mensen, hoe beter de schei-
dingsresultaten.
de inzameling van droge com ponentenregent. Het geeft wat meer rommel op
straat. Maar binnen nu en twee jaar wil-
len we overstappen op omgekeerd in-
zamelen, en dan is het probleem opge-
lost. We gaan de restcontainer dan voor
papier gebruiken.
Wat zijn de resultaten?
Die zijn erg goed. In 2013 hebben we
diftar ingevoerd, sindsdien is de hoe-
veelheid restafval sterk afgenomen.
We zitten nu op 112 kilo restafval per
inwoner per jaar en 72 procent bron-
scheiding. Daarmee zijn we koploper in
onze klasse van stedelijke gemeenten.
We hebben 30 procent hoogbouw en
dan zijn deze resultaten heel mooi.
Tips voor ander gemeenten?
Probeer een consistent systeem te be-
denken, zonder al te veel uitzonderin-
gen. Wij hebben diftar ingevoerd in een
half jaar tijd, dat gaf aanvankelijk veel
weerstand bij de bevolking. Nu zijn ze
er aan gewend en merken ze ook dat
het wat oplevert. Door veel te scheiden
zijn hun kosten veel lager.
www.aebi-schmidt.nl
Nido – Syntos strooimachine
Nido – De specialist op het gebied van Gladheidbestrijding!!
Aebi Schmidt Nederland BVHandelsweg 8NL - 7451 PJ HoltenPhone: +31 548 37 00 00Fax: +31 548 37 02 33
Aebi Schmidt Nederland heeft de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld in de
ontwikkeling van gladheidbestrijding. De Nido Syntos natzout-strooimachine is hiervan
een exponent. Een oogstrelend design-innovatie met optimale functionaliteit.
Beproefde Nido-techniek in een modulair gebouwde kunststof strooimachine.
Efficiënt inzetbaar en met lage onderhoudskosten. Natuurlijk Nido!
Be there First
GRAM | april 2016 9
In januari gold voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe een aantal dagen code rood, in
verband met ijzel. Scholen waren gesloten en mensen schaatsten op straat. Voor de gladheidbestrijders
was er werk aan de winkel. In de andere delen van het land was er veel minder aan de hand. Tijdens de
bijzonder weersomstandigheden bewezen nieuwe methodes voor gladheidsbestrijding hun diensten.
“Het was een onvoorspelbare winter”
GLADHEIDSBESTRIJDING BIJ CODE ROOD
“Behoorlijk extreem”, noemt Rini Donker, senior ad-
viseur Gladheidsbestrijding bij Rijkswaterstaat, de
omstandigheden in Noord-Nederland in januari. “In 30
jaar tijd is het niet voorgekomen dat er zoveel ijzel
viel en dat dit ongeveer een week lang aanhield.” IJzel
is lastig te bestrijden, zegt Donker. “Sneeuw vermengt
zich met zout, als dit erop wordt gestrooid en er auto’s
overheen rijden. Bij ijzel vormt zich een harde laag.
Het duurt veel langer voordat het zout zijn werk doet
en het is noodzakelijk om zout te blijven strooien om
de ijzel van twee kanten aan te pakken.”
De eerste echte gladheidsbestrijdingsacties van Rijks-
waterstaat vonden deze winter pas in januari plaats,
tijdens de ijzelperiode. Gemiddeld strooit Rijkswater-
staat 90.000 ton zout per seizoen. Afgelopen winter
was dit, tot nu toe, ongeveer 40.000 ton. Donker:
“Dat is beduidend minder dan normaal, maar we zijn
toch behoorlijk vaak de weg op geweest. In februari
en maart hebben we, gedurende een aantal weken,
ook elke nacht wel ergens gestrooid. De nachten wa-
ren koud en overdag viel er regelmatig neerslag. Dan
rukken de strooiwagens toch regelmatig uit. Er kan
bovendien nog van alles gebeuren. De winter is voor
ons pas voorbij op 1 mei.”
Fietsbruggen
Herman Bastiaan is coördinator Stadsreiniging, Inza-
meling en Gladheidsbestrijding bij de gemeente Kam-
pen. Kampen ligt net buiten de grens van het gebied
waarvoor code rood gold. “Het was een onvoorspel-
bare winter. Regelmatig was er sprake van vorst, over-
dag dooide het en dan viel er weer een bui”, vertelt
Bastiaan. Vanwege de onvoorspelbaarheid was het
lastig te plannen wanneer er gestrooid moest worden.
Kampen heeft drie coördinatoren voor de gladheids-
bestrijding. Bastiaan: “Een aantal keren was er ijzel of
sneeuw voorspeld. Iedere twee uur reed één van ons
dan langs de wegen om te controleren hoe ze erbij la-
gen.” Ook de fietsbruggen worden dan extra gecheckt
op gladheid. In totaal rukten de gladheidsbestrijders
in Kampen 22 keer uit. Dat is iets minder dan tijdens
een gemiddelde winter. De weersomstandigheden
van afgelopen winter veroorzaakten in Kampen geen
echte problemen. Inzamelvoertuigen konden bijvoor-
beeld steeds de weg op. Sporadisch kwam het voor
dat iemand hulp nodig had. Bastiaan: “Als het nodig
is, rukken we bijvoorbeeld ook uit voor een boer die
niet met zijn melkwagen de weg op kan, vanwege de
gladheid. De gewone strooiroutes hebben uiteraard
voorrang, maar daarna helpen we ook die bewuste
boer. Iedereen moet immers zijn werk kunnen doen.”
Bert van der Molen, hoofd Beheer en Onderhoud bij
afvalinzamelaar en -verwerker Omrin, vertelt hoe
hij de afgelopen winter in Friesland heeft ervaren.
“In december was er niets aan de hand, maar toen
in januari een heftige week volgde met gladheid en
ijzel waren we 24 uur per dag op de weg. We werkten
met tweeploegendiensten: 12 uur op en 12 uur af.” >>
Bert van der Molen: In december
was er niets aan de hand, maar
toen in januari een heftige week
volgde met gladheid en ijzel waren
we 24 uur per dag op de weg.
Pekelsproeier Omrin
10 GRAM | april 2016
Specialist in:zoutstrooiers l sneeuwploegen l rolbezems l zoutoplossers l zoutloodsen l winterdienstopleidingen
Meer informatie? Kijk op www.sr-schuitemaker.nl of mail naar [email protected]
Schuitemaker Industrial B.V. l Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 l [email protected] l www.sr-schuitemaker.nl
Vernieuwde opzet
21 april 2016SilverDome Zoetermeer
GRIP OPGLADHEID
Wordt georganiseerd door:
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016
Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.
Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.
Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl
6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016 wordt mede mogelijk gemaakt door:
GRAM | april 2016 11
Omrin verzorgt de gladheidsbestrijding
in Leeuwaren, Harlingen, Menameradiel
en Littenseradiel. Over het algemeen
verliep alles goed, volgens Van der Mo-
len. “Omdat code rood gold, waren er
verhoudingsgewijs weinig mensen op
de weg. Er zijn daardoor ook weinig on-
gevallen gebeurd.”
Piekperiode
Om de fietspaden in Leeuwarden
schoon te houden, besproeit Omrin
deze met een pekeloplossing van 21
procent. Hierdoor is het zoutverbruik la-
ger én het resultaat is kwalitatief gezien
beter. Voor de grote wegen schakelt het
bedrijf aannemers in. Er was voldoende
materieel beschikbaar om de gladheid overal te lijf te
gaan. Inzamelvoertuigen konden echter niet de weg
op. Van der Molen: “De gestrooide routes waren prima
begaanbaar, maar op binnenwegen en in de wijken
waar niet gestrooid werd, was het spiegelglad. Men-
sen schaatsten zelfs op straat.” De inzameling lag dus
even stil. Het personeel dat normaal gesproken voor
de inzameling en reiniging werkt, werd ingezet voor
de gladheidsbestrijding. De meeste medewerkers luk-
te het om, ondanks de ijzel, op het werk te komen.
Inwoners werden via de lokale omroep, internet en
social media op de hoogte gehouden van de situatie
op de wegen en de aangepaste inzameldata voor het
afval.
De vier gladheidscoördinatoren van Omrin hebben de
ijzelperiode in januari als intensief ervaren. Van der
Molen: “Onze insteek was dat we het met z’n vieren
wel op zouden lossen, maar het was natuurlijk best
spannend. Na een aantal dagen ijzel was het ook wel
weer mooi geweest. Dan ben je blij dat je weer ge-
woon een preventieve ronde kunt strooien.” In totaal
strooide Omrin 2.000 ton zout op de reguliere we-
gen en 600 m3 pekelwater op de fietspaden, in de
afgelopen winter. Dat is ongeveer vergelijkbaar met
het jaar daarvoor. Van der Molen: “Normaal gesproken
rukken we in de winter rond de 30 keer uit. Nu was
dit 34 keer. Het lijkt dus een gemiddelde winter, be-
halve dat er sprake was van een piekperiode, met veel
ijzel. Hierdoor hebben we meer curatieve acties gehad
dan gewoonlijk.” Donker van Rijkswaterstaat merkt
op dat er de laatste jaren een verschuiving optreedt
naar meer curatief werken. “Eerder hadden we 70 tot
80 procent preventieve acties. Nu is dat gezakt naar
ongeveer 60 procent. Tijdens de mildere winters van
de laatste jaren, waarin meer neerslag valt, gaan we
vaker met de sneeuwschuiver de weg op en zijn we
meer curatief bezig.”
Filestrooier
Nieuwe technieken en methodes doen hun intrede bij de strijd tegen
de gladheid, zoals de sproeimethode voor de fietspaden, waar Omrin
deze winter op overstapte. Van der Molen: “Onze nieuwe pekelstrooi-
er kan zodanig worden ingesteld dat de hele breedte van het fietspad
wordt bestrooid met pekelwater. Dat is veel effectiever dan strooien
met zout, dat door de fietsers moet worden uitgereden. Zelfs tijdens
de heftige ijzelperiode, werkte dit uitstekend. Dat was voor ons echt
een opsteker.” Rijkswaterstaat deed uitgebreid ervaring op met de
Firestorms, waar Donker enthousiast over vertelt. Deze ‘ijsbestrij-
ders’, waarvan Rijkswaterstaat er twee bezit, zijn specifiek bedoeld
om ijsvorming tegen te gaan. De Firestorms werken met warme pe-
kel. Donker: “Bij sneeuwval kunnen zich bij ZOAB ijsplaten vormen in
de toplaag van het asfalt, als de sneeuw vastgereden wordt. Strooien
met zout werkt dan nauwelijks.” De Firestorm bevat calciumchloride
dat wordt opgelost in water en bij dat proces ongeveer 70 graden
warm wordt. Deze warme pekel wordt met hoge druk op de weg
gespoten en gaat dwars door het ijs heen, waardoor de dooiwerking
snel op gang komt. De Firestorms waren eigenlijk bedoeld om in te
zetten bij calamiteiten, maar hebben hun dienst bewezen tijdens de
ijzelperiode. Donker: “Bij dat soort weersomstandigheden zijn ze ide-
aal. We denken er nu over om er nog meer aan te gaan schaffen.”
Ondertussen is Rijkswaterstaat ook aan het experimenteren met glad-
heidsbestrijding tijdens files. Donker: “Onze eigen wagens staan dan
ook vast, waardoor we ons werk niet kunnen doen. Bij gladheid komt
het regelmatig voor dat een enkele vrachtwagen een file veroorzaakt,
omdat het niet lukt om een helling op te komen.” Rijkswaterstaat
benaderde marktpartijen om hiervoor oplossingen te bedenken. Aebi
Schmidt Nido kwam met een prototype van de filesproeier. Donker:
“De filesproeier is een smalle aanhanger, waarmee we over de vlucht-
strook langs de file kunnen rijden. Deze spuit, onder de auto’s door,
calciumchloride op de weg, waardoor de dooiwerking op gang komt.
Daarmee kunnen we hopelijk het verschil maken en dit soort files
oplossen. De eerste experimenten zijn veelbelovend.”
Tekst: Ans Aerts
12 GRAM | april 2016
Afvalinzamelaars zorgen voor veel vervoersbewegingen in binnensteden.
Gemeenten zijn hier sterk bij betrokken en hechten veel waarde aan een
groen imago. De afvalbranche is koploper in de toepassing van alterna-
tieve brandstoffen. Zo zijn er al meer dan 140 achter en-zijladers die rij-
den op CNG. Inzamelbedrijf Meerlanden heeft dit jaar als doel om volledig
klimaatneutraal afval in te zamelen met voertuigen die rijden op CNG.
Publieke inzamelaars Rova en Omrin bevinden zich ook in een volledige
transitie naar groengas. Ook hybride inzamelvoertuigen maken een ge-
stage opmars. Aandrijving op basis van diesel en elektriciteit maakt een
brandstofbesparing van 30 procent mogelijk en een vergelijkbaar percen-
tage CO2-reductie ten opzichte van conventionele voertuigen. De meest
vooruitstrevende techniek is echter aandrijving op waterstof. De eerste
en enige door waterstof aangedreven vrachtwagen in Nederland is een
achterlader van Cure. Deze wordt in de milieuzone van de Eindhovense
binnenstad ingezet voor de papierinzameling.
Voordelen
Rijden op alternatieve brandstoffen draagt bij aan verbetering van de
leefomgeving en heeft een positieve uitstraling voor de branche. Het past
bij de duurzame ambities die gemeenten en inzamelaars nastreven. Ook
inzamelende partijen zien uitgelezen kansen op het gebied van promotie,
uitstraling en bewustwording bij de burger. Het vermindert het gebruik
van fossiele brandstoffen en de uitstoot van CO2. Euro VI voertuigen zijn
weliswaar schoner dan EURO V, toch zijn er aanwijzingen dat Euro VI voer-
tuigen onder stedelijke omstandigheden niet altijd echt
schoon zijn.1 Daarnaast zijn zware wegvoertuigen een
belangrijke bron van luchtverontreiniging en gezond-
heidsrisico’s. Daarbij gaat het onder andere om stiksto-
foxiden (NOx) die schadelijk zijn voor de gezondheid. In
de eerste plaats is dit voor de beladers ongezond maar
het is vaak ook niet in lijn met de groene doelstellingen.
Gas of elektrisch?
De branche heeft al jaren geleden de eerste stappen ge-
zet naar verduurzaming van het wagenpark. Dit heeft
geleid tot verschillende technologische opties, elk met
zijn eigen voor- en nadelen. De richting en het einddoel
is echter duidelijk: zero-emissie. Er zijn grofweg twee
wegen om dit te bereiken: gas of elektrisch. Voor de
komende jaren lijkt groengas de beste optie, elektrisch
heeft echter op de lange termijn de beste papieren [zie
kader]
De overheid stimuleert gemeenten om tot een schone,
veilige en duurzame mobiliteit te komen. Belangrijk hier-
in is de greendeal ‘zero emissie stadslogistiek’. Zoals de
naam al doet vermoeden, is het streven van de betrok-
ken partijen om het binnenstadvervoer in 2025 CO2-vrij
Alternatieve brandstoffen een logisch alternatief
De uitstoot van dieselvoertuigen ligt onder een vergrootglas. En hoewel vooral personenwagens in het nieuws zijn
geweest, stelt TNO dat onder stedelijke rijomstandigheden niet alle Euro VI vrachtwagens aan de Europese emis-
sienorm voldoen. Er zijn alternatieve brandstoffen die beter zijn voor het milieu, het imago en dat kostenneutraal
of tegen geringe meerkosten. Elektriciteit, waterstof, CNG (groengas) en LNG zijn van die ‘schone’ brandstoffen. Vijf
procent van de in Nederland geregistreerde inzamelvoertuigen rijdt al op deze alternatieve brandstoffen.
foto: E-Trucks Europe
GRAM | april 2016 13
te maken. Bij voorkeur willen ze ook de
uitstoot van NOx, fijnstof en geluid in de
binnenstad als gevolg van stadslogistiek
terugbrengen tot vrijwel nul. Inmiddels
hebben al meer dan 30 gemeenten deze
Green Deal ondertekend.
Ook is visiedocument ‘Duurzame brand-
stof, visie met lef’ van de Sociaal-Econo-
mische Raad (SER) richtinggevend. In de
visie staat beschreven welke duurzame
brandstoffen ingezet en hoe vervoers-
middelen efficiënter gemaakt kunnen
worden om een bijdrage te leveren aan
de klimaatdoelen. Om deze klimaatdoe-
len te halen, zijn er in 2030 in Nederland
ongeveer 3 miljoen nul-emissie voertui-
gen nodig.
Businesscase
Een duurzaam initiatief is alleen maar vatbaar wanneer
er een positieve businesscase is. Gemeenten zijn wet-
telijk verplicht om huishoudelijk afval in te zamelen. Het
is de bedoeling dat dit efficiënt en effectief gebeurt om
de afvalstoffenheffing zo laag mogelijk te houden. Een
positieve businesscase is echter niet alleen in geld uit te
drukken. Want hoe druk je de bijdrage die wordt gele-
verd aan de klimaatdoelen (CO2-reductie), de verbetering
van de leefomgeving, imago, bewustwording burger en
profiteren van groene groei, uit? Met de huidige lage die-
selprijzen staat een kostenneutrale overstap naar CNG-
voertuigen onder druk. Hybride voertuigen brengen
meerkosten mee.
Volledig elektrische of waterstof voertuigen kunnen
alleen maar met een subsidie worden ontwikkeld en
aangeschaft. Deze (Europese) subsidies zijn overigens
beschikbaar. Door slimme constructies te bedenken kun-
Met het opwerken van GFT naar groen gas worden lokale ketens gesloten
Vergisten van GFT
Inzameling GFT
Biogas opwerken tot
groen gas
Externe partijen tanken
groen gas
Inzamelvoertuigen tanken groen gas
Overig gas wordt terug
in het gasnet
gepompt
CNG
De gas route bestaat uit wagens die lopen op CNG of LNG.
De techniek voor beide bandstoffen is inmiddels volgroeid.
Vooral wagens die worden aangedreven op CNG zijn erg po-
pulair. Dit gas is identiek aan de kwaliteit van aardgas, maar
duurzaam omdat het niet van fossiele oorsprong is. Groen
gas kan worden opgewekt uit gft-afval, een mooi voorbeeld
van circulaire economie. Kinderziektes zijn inmiddels vol-
ledig verholpen en dat maakt het een volwaardige vervanger
voor de achter en-zijladers die op diesel rijden. Fabrikanten
als Iveco, Scania en Volvo leveren al groen gas motoren en
Mercedes volgt binnenkort. Ook is er een landelijk dekkend
tanknetwerk.
Elektrisch
Elektrische aandrijving heeft als voordeel dat deze volkomen
uitstootvrij en stil is. Belangrijke overwegingen voor vuilnis-
wagens die vaak vroeg in de ochtend in stedelijke gebieden
worden ingezet. Zware hybride inzamelvoertuigen met een
elektrische aandrijving zijn onder andere operationeel in Bre-
da. Dit levert inclusief hybride opbouw een brandstofbespa-
ring van ongeveer 30 procent bij een maximaal geluidsniveau
van 72dB. De ontwikkeling van volledig elektrische voertui-
gen aangevuld met waterstof/brandstofcelsysteem als range
extender, staat echter nog in de kinderschoenen. Er zijn bijna
geen initiatieven van chassisleveranciers op dit front. Naast
Cure zijn andere koplopers nodig om te ontwikkelen, bedrij-
ven die aan de slag gaan met elektrische aandrijvingen.
1 zie: TNO-rapport TNO 2015 R10733; Uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof door dieselvoertuigen, 26 mei 2015.
nen zero-emissie voertuigen tegen geringe meerkosten in het wagenpark
worden opgenomen. Zo gaat de gemeente Breda, die zelf geen aanspraak
kan maken op subsidies, een afgeschreven voertuig tot volledig elektri-
sche laten ombouwen om het dan vervolgens te leasen omdat het lease-
bedrijf wel subsidies mag ontvangen.
Actie NVRD
De NVRD geeft de komende jaren extra aandacht aan het vergroenen van
het wagenpark in de branche. Uit de benchmark blijkt dat veel gemeenten
en inzamelaars serieus overwegen op alternatieve brandstoffen over te
stappen maar hier nog specifieke en uiteenlopende vragen over hebben.
Wij bundelen de vragen en staan in contact met inzamelaars, toeleveran-
ciers en dienstverleners die deze vragen kunnen beantwoorden. Op dit
dossier wordt nauw samengewerkt met Rijkswaterstaat. We onderzoeken
de animo voor een kennisbijeenkomst. U kunt uw interesse hiervoor ken-
baar maken via het Rik Hardenberg, tel. 088-3770020 en hardenberg@
nvrd.nl
tekst: Rik Hardenberg
14 GRAM | april 2016
stelde toen hij de opdracht kreeg om op zoek te gaan
naar een klimaatneutrale oplossing voor het ophalen
van onder meer afval in het centrum. “De ervaring leert
dat elektrisch nog vaak te weinig capaciteit oplevert en
daardoor onvoldoende betrouwbaar is. Zeker in de win-
ter willen elektrische voertuigen nog wel eens minder
kilometers rijden op een volle accu dan in de brochures
staat beschreven.” En daardoor bleef waterstof als logi-
sche keuze over. “In 2015 ben ik de markt gaan onder-
zoeken. Elektrisch was toen nog een optie, net als wa-
terstof en eventueel een hybride systeem waardoor je
bij een lege accu of onvoldoende vermogen alsnog op
brandstof kunt overschakelen. Maar de ervaring leert
Steeds meer gemeenten in Nederland slaan de weg in naar energieneutraliteit. Maar de route is lang en ligt bezaaid
met lastige dilemma’s. In Groningen bijvoorbeeld is afgesproken om in 2025 de binnenstad volledig emissievrij te
krijgen. Voor de afdeling Stadsbeheer, die verantwoordelijk is voor al het gemeentelijk materieel, een uitdaging van
formaat. En dat begint al met de keuze: laten we ons wagenpark elektrisch rijden of op waterstof?
Groningen wil de weg op met waterstof
Gerrit Griffioen, hoofd afdeling Materieel bij de gemeente Groningen:
“In 2014 hebben we in Groningen een zogeheten Green Deal geslo-
ten waarin samen met partners (gemeenten, vervoerders, verladers,
autofabrikanten, ondernemings-, branche- en belangenorganisaties,
red.) is afgesproken om de schadelijke uitstoot van voertuigen in de
binnenstad in 2025 naar nul terug te brengen. Dat heeft gevolgen voor
het vervoer van mensen, voor het bezorgen van pakketten en dus ook
voor het schoonhouden van de stad en het ophalen van afval. En als
je nagaat dat een voertuig een afschrijvingstermijn van tien jaar heeft,
zullen we nu al moeten beginnen met die opgave.”
Klimaatneutrale oplossing
Waterstof of elektrisch, dat was de vraag die Gerrit zichzelf als eerste
GRAM | april 2016 15
dat medewerkers bij zo’n hybride systeem toch snel de
neiging hebben om over te gaan op regulier brandstof.
En dat wilde ik nu juist voorkomen. Zeker omdat we in
Groningen zitten en het gebruik van aardgas toch wat
gevoelig ligt. Het komt hier immers uit de grond en
heeft bodemverzakking tot gevolg. En daarnaast zorgt
het natuurlijk nog steeds voor CO2 uitstoot.”
Windturbines
De mogelijkheden van een waterstofoplossing leken
het beste in het Groningse plaatje te passen. “De vraag
was nog even hoe we aan het waterstof zouden ko-
men. Via een leverstation of een mobiel station? Maar
we hebben een lokale leverancier gevonden die water-
stof in gasvorm aan ons kan leveren en daarmee is dat
probleem opgelost.” Waterstof is geen fossiele brand-
stof zoals aardgas dat uit de grond gehaald kan wor-
den, maar moet geproduceerd worden. Dat proces kost
ook energie. Het gebruik ervan zou daardoor wellicht
de emissie-uitstoot in de Groningse binnenstad oplos-
sen, maar uiteindelijk niet de meest duurzame oplos-
sing hoeven zijn. Maar ook daar vond Gerrit een op-
lossing voor. “De Groningse leverancier die we vonden
gaat de overproductie van windturbines in de Noord-
zee gebruiken. ‘s Nachts draaien die windmolens na-
tuurlijk ook terwijl de vraag naar elek-
triciteit dan laag is. Door juist dan de
energie om te zetten in waterstofgas
werken we niet alleen met duurzame
energie, maar ook nog eens met ener-
gie die anders ongebruikt zou blijven.
Het was ook onze grote wens om te
kunnen zeggen dat het opwekken van
waterstof niet met gas of aardolie ge-
beurt.”
Griffioen keek bij drie bedrijven in
Nederland die voertuigen ombouwen
zodat ze op waterstof kunnen rijden.
“En sinds kort hebben we het contract
afgesloten voor de bouw van het eer-
ste voertuig. Soms worden bestaan-
de voertuigen omgebouwd, maar wij kiezen binnen dit
project voor nieuw. Het gaat om een kraan-trechter-
voertuig die gebruikt wordt voor het legen van onder-
grondse containers.” Het zal nog ongeveer een jaar
duren voordat die daadwerkelijk op waterstof door
Groningen rijdt. “Waarschijnlijk eind 2016 of begin
2017. We beginnen met één voertuig, maar willen het
uitrollen over het gehele wagenpark als het een succes
blijkt te zijn. Op dit moment loopt er een subsidieaan-
vraag en als we die krijgen dan willen we nog twee
vrachtwagens en twee personenauto's om laten bou-
wen zodat ze kunnen rijden op elektriciteit of water-
stof.” Verder zijn er plannen om kleinere wagens, zoals
veeg- en borstelmachines ook op waterstof te laten rijden. “En willen
we de handveegdienst elektrisch materiaal laten gebruiken. Als we daar
de dag goed mee doorkomen, dan willen we de uitvoerende afdelingen
van Stadsbeheer met meer materiaal dat op elektra loopt uitrusten”,
zegt Gerrit ambitieus.
Subsidie
De investering voor het vervangen van de bestaande voertuigen met
varianten die op waterstof rijden zijn nog behoorlijk hoog. Daarom is er
in Groningen op dit moment nog maar ruimte voor één en later wellicht
vijf wagens. “Het is inderdaad duurder, maar je moet als gemeente nu
ook lef laten zien als je duurzaamheidsdoelen wilt halen. En de water-
stoftechniek in combinatie met elektrisch rijden is be-
trouwbaarder dan alleen elektrisch rijden. Dat kan op
den duur voor onderhoudskosten zorgen. De afschrij-
vingsperiode voor een voertuig is nu tien jaar, maar
we hopen dat we dat kunnen verlengen tot zo’n veer-
tien jaar. Dan komen we op het break-even-point uit in
samenhang met een subsidie toezegging. We hebben
namelijk verschillende subsidie-aanvragen lopen.
Vooral in Brussel zijn er stimuleringsfondsen voor dit
soort projecten. Met een langere afschrijving en sub-
sidie-bijdrages zou het betaalbaar moeten zijn. Voor
dit eerste project leasen we het voertuig waardoor de
investeringskosten ook lager zijn.” De grote investe-
ring is ook de reden dat Groningen in eerste instantie
met één voertuig start. Het is inderdaad voorname-
lijk een geldkwestie. De proef met het eerste voertuig
past nog in het budget, maar willen we het op grotere
schaal doen dan zal de afschrijvingsperiode verder omhoog moeten en
is er meer subsidie nodig. Het is ook belangrijk dat de gemeentelijke
afvalstoffenheffing niet verder stijgt door deze investeringen.”
Volgens Gerrit is de overstap op waterstof spannend, maar wel de juiste
keuze. “Het gaat ook om het signaal dat we als gemeente willen afge-
ven en het is een eerste stap in de goede richting. Ik hoop dat we in de
komende jaren de maaimachines, veegmachines en alle andere voer-
tuigen emissievrij de weg op kunnen sturen. Hopelijk raken onderweg
ook andere overheden, zoals gemeenten overtuigd van dit initiatief en
volgens ze het Groningse voorbeeld.”
Tekst: Sander Wageman
Gerrit Griffioen: “De proef
met het eerste voertuig past nog
in het budget, maar willen we het
op grotere schaal doen dan zal de
afschrijvingsperiode verder omhoog
moeten en is er meer subsidie nodig.”
16 GRAM | april 2016
HOE ZIEN ZIJ DAT?
een muis in zit. Hiervoor rijden continu busjes van ge-
specialiseerde bedrijven het land door. Straks zijn alle
muizenvallen uitgerust met een sensor en hebben ze
een verbinding via internet. Op afstand kunnen muizen-
vallen dan exact worden bestuurd, dankzij het Internet
of Things.”
Als tweede stelt de ontwikkeling van IoT bedrijven en
ook gemeenten straks in staat hun klanten beter te
bedienen, aldus Castermans. “Ze komen dankzij de
connected apparaten die tal van informatie uitwisse-
len, veel meer te weten over hun klanten. Wat hen in
staat stelt bijvoorbeeld betere service te bieden.” Als
voorbeeld hiervan noemt Castermans de komst van het
via IoT gekoppelde ‘smart’ bushokje, dat is uitgerust
met zogeheten ‘beacons’. Dat zijn kleine zendertjes die
communiceren met de mobiele telefoon van wachtende
reizigers in en rond het bushokje. “Bedrijven kunnen
zo op maat reclameboodschappen of andere informatie
versturen.”
Longe Range
KPN heeft proefgedraaid met een ander fysiek object in
de openbare ruimte: de lantaarnpaal. Het Havenspoor-
pad in Rotterdam heeft 185 lantaarnpalen die alleen
op volle sterkte branden als er fietsers of voetgangers
passeren. In het donker hebben de lichtmasten nog
maar een tiende van het vroegere elektriciteitsverbruik
nodig. Het bedienen van de lichtmasten en het oplos-
sen van storingen gaat via een gemeenschappelijk
IoT-platform, waar de lichtmasten mee communiceren.
Hiervoor heeft KPN speciaal het LoRa-netwerk ontwik-
keld. De letters staan voor ‘Longe Range’. LoRa is be-
doeld voor apparaten die slechts af en toe een hele
kleine hoeveelheid data doorgeven en niet continu in
verbinding met internet hoeven te staan. LoRa is inte-
ressant voor stand-alone producten waar geen stroom-
kabel naartoe loopt en dus een batterij in moet. Het
geringe dataverkeer zorgt ervoor dat de batterijen lang
meegaan. Bij LoRa maakt het voor de kosten niet uit of
je slechts één of wel duizend apparaten wilt bedienen,
aldus KPN, dat het draadloze netwerk nog dit jaar wil
uitrollen in ons land en verwacht dat er over tien jaar
tal van IoT-toepassingen zijn. Door elke parkeerplaats
met een magneet- of infraroodsensor uit te rusten kan
Het Internet of Things, kortweg IoT, openbaart zich als de vierde industriële revolutie. Miljoenen machi-
nes en apparaten zijn straks op grote afstand met elkaar verbonden. Om met slimme sensoren via inter-
net realtime steeds meer informatie uit te wisselen. Ook in de afvalsector. Door IoT is de burger straks
‘connected’ met de afvalcontainer. En dat is waardevol voor de scheidingsambities van de gemeente.
Burger en afvalbak voortaan connected
Winkelwagentjes, fietsen, auto’s of zeecontainers, maar
ook huisdieren, kinderen en ouderen. Alles wat kwijt
kan raken, verdwalen of gestolen worden, is straks via
kleine sensoren te traceren via het ‘Internet der Dingen’.
Maar deze wellicht tot de verbeelding sprekende mo-
gelijkheid van IoT is maar een van de vele winstpun-
ten. Joris Castermans volgt de IoT-trend al jaren op de
voet. Eerst als adviseur bij innovatiecentrum Syntens
voor het midden- en kleinbedrijf, nu als zelfstandige.
Castermans is een veelgevraagd spreker over het IoT
om de kansen voor het bedrijfsleven toe te lichten. “De
ontwikkeling is onomkeerbaar. De kosten voor internet-
verbindingen en hardware gaan gestaag omlaag, dus
financieel gezien worden de drempels van IoT steeds
lager, wat een belangrijke eis is voor het toepassen van
deze technologie.” Castermans noemt twee belang-
rijke vruchten van IoT. “Als eerste kunnen we er pro-
cessen mee verbeteren en efficiënter maken. Neem het
simpele voorbeeld van een ‘connected’ muizenval. In
supermarkten staan tientallen professionele muizenval-
len. Die moeten nu een voor een worden bekeken of er
De burger kan zijn afvalpas straks opwaarderen via internet.
De container herkent de pas via een IoT-platform.
GRAM | april 2016 17
Burger en afvalbak voortaan connectedvia LoRa een parkeermanagementsysteem worden uit-
gelezen om de vrije plekken bij te houden. Ook noemt
KPN het bewaken van het verzadigingsniveau van dij-
ken. Het telecombedrijf denkt dat behoefte groeit, om
fysieke objecten op afstand in de gaten te houden of
korte boodschappen te laten versturen.
KPN noemt in zijn brochure over LoRa nog een object
in de openbare ruimte: de afvalbak die een seintje geeft
als hij vol zit. De ‘smart’ afvalcontainer is al een feit,
weet technisch directeur Wilfred van Viegen van Kliko.
“Sinds een jaar of tien maken we de vulgraad van afval-
containers inzichtelijk. We zijn daar eind jaren negentig
al mee begonnen.” Het slimme brein in de afvalcontai-
ner is een microprocessor – zeg maar een kleine com-
puter – die van alles registreert en met de beheerder
communiceert. “Zo worden de volumekleppen van de
inwerpzuil aangestuurd en kunnen burgers in diftar-
gemeenten bijvoorbeeld kiezen of ze 30 of 60 liter af-
val willen storten. Dat wordt allemaal geregistreerd en
later kan de burger daar de factuur over verwachten.”
Ook gegevens over storingen en onderhoud en zelfs de
inhoud van de accu van de met lichtcellen uitgeruste
afvalcontainers worden op die manier bijgehouden, al-
dus Van Viegen.
Afvalchipknip
Niks nieuws dus. Wat wel een nieuwe ontwikkeling is,
en dat is volgens Van Viegen een echte praktijktoepas-
sing van IoT, is de koppeling van burger en afvalcon-
tainer via een persoonlijke internetpagina. “Inwoners
kunnen hun afvalpas via internet opwaarderen, om hun
restafval in wijkcontainers te kunnen doen. Voor elke
storting moet er voldoende saldo op hun pasje staan.
De opwaardering van de afvalpas is pas afgerond, wan-
neer de toegangscontrole in de container de pas herkent.” Via een IoT-
platform wisselt de afvalcontainer informatie met de gebruiker uit. Zo
kan een burger, die bijvoorbeeld drie afvalcontainers bij hem in de buurt
tot zijn beschikking heeft, zien bij welke container hij het best terecht
kan, als een andere afvalcontainer vol of in onderhoud is. Het LoRa-net-
werk leent zich overigens niet voor de besturing van een ondergrondse
afvalcontainer met toegangscontrole. “Enkel de vulgraad via LoRa laten
communiceren is geen probleem, maar het faciliteren van de burger
met een pasjessysteem vergt meer dataverkeer. Daar is een systeem als
LoRa niet geschikt voor”, zegt Van Viegen.
De ontwikkelingen rond het nieuwe inzamelen roepen om technologi-
sche vernieuwingen als IoT. Bij de burger ligt nadrukkelijk de taak om
met meer gescheiden inzameling het VANG-programma (Van Afval Naar
Grondstof) tot een succes te maken. In 2020 mag de gemiddelde Neder-
lander nog maar honderd kilo restafval produceren (nu nog 210). Het
slimme IoT-vernuft in de afvalcontainer kan de burger bij de les hou-
den, doordat er voortaan op gewicht geregistreerd wordt. “Via internet
krijgen burgers straks mogelijk te horen of hun scheidingsresultaat de
goede richting opgaat en of ze voldoende grondstoffen uit hun restaf-
val apart houden”, zegt Van Viegen. Volgens IoT-specialist Castermans
bevestigt dit de verwachting dat ook gemeenten dankzij deze ontwik-
keling hun klanten, in dit geval de burger, op maat kunnen bedienen.
“Dankzij de ‘connected’ afvalcontainer weet de gemeente straks veel
meer over het scheidingsgedrag van individuele burgers. Al die informa-
tie is waardevol om de burger gericht te prikkelen zijn afval nog beter
te scheiden.”
Tekst: Pieter van den Brand
Netwerkinfo
• Castermans Connected, Joris Castermans,
www.castermansconnected.com,
www.linkedin.com/joriscastermans,
@joriscast.
• Kliko, Wilfred van Viegen,
[email protected], www.kliko.nl,
www.linkedin.com/wilfredvanviegen,
@wvvkliko.
Door het Internet of Things is de burger straks ‘connected’
met ‘zijn’ afvalcontainer.
18 GRAM | april 2016
De toekomst van afvalverbranding
HOE ZIEN ZIJ DAT?
De toekomst is ongewis. Er zijn ambitieuze beleidsdoelen over klimaat
en afval, maar wat ervan wordt waargemaakt is sterk afhankelijk van
de economie. Maar wat er ook gebeurt, je hoeft geen doorgewinterde
waarzegger te zijn om in de kristallen bol te zien dat we met zijn allen
over vijftien jaar flink minder afval aan straat zullen zetten. Een circulaire
economie waarin afval goeddeels is uitgebannen en alle reststoffen als
secundaire grondstoffen opnieuw worden ingezet, is vermoedelijk ook
in 2030 nog een droom. Maar vaststaat dat zowel de consument als het
bedrijfsleven spaarzamer met grondstoffen en energie omgaan.
Dat zal zijn weerslag hebben op de afvalverbranding. Nu al kampen de
twaalf afvalverbrandingsinstallaties (of afvalenergiecentrales) waar afval
wordt verbrand (ook wel thermische recycling genoemd) met een over-
capaciteit die de branche invult door buitenlands afval te importeren.
“En daar is helemaal niks mee mis”, zegt Dick Hoogendoorn, voorman
van Vereniging Afvalbedrijven. “Als er maar geen recyclebaar afval wordt
verbrand. Het bedrijf die dat doet, zal terecht aan de schandpaal worden
genageld”, aldus Hoogendoorn.
Balkon
Niettemin denkt Hoogendoorn dat niet alleen verbranding maar ook
stortplaatsen over vijftien jaar nog een onlosmakelijk en essentieel
onderdeel vormen van de circulaire economie. “Met respect voor de
doelstellingen van het VANG programma Hoogbouw, maar je kunt een
modale Rotterdammer niet opzadelen met vier afvalbakken op zijn bal-
konnetje en een afvalstoffenheffing van 700 euro per jaar in plaats van
350 euro. Er is ergens een optimum in de hoeveelheid afval die je tech-
nisch, economisch en sociaal kunt recyclen.”
Dat er dus afval wordt verbrand, is evident. De Europese
markt zal het moeten oplossen. “Het is beter om afval
uit het Verenigd Koninkrijk en Ierland hier te verbranden
dan daar te storten, ongeacht het transport”, zegt Hoog-
endoorn. “Sterker, Rotterdam ligt dichter bij Londen dan
Leeds waar een afvalverbrandingsinstallatie staat.” Maar
als er installaties in Nederland moeten afschakelen om-
dat lidstaten zelf in capaciteit gaan voorzien, gaan ze
dicht of zullen ze worden omgebouwd voor de inzet van
biomassa, zegt Hoogendoorn beslist. “De markt zal zijn
werk doen.”
Grondstoffenrevolutie
Ook Suez-topman Wieger Droogh voorziet een sterke te-
rugloop van te verbranden afval in 2030. ‘Wij zijn klaar
voor de grondstoffenrevolutie’ staat er op een banner
op het hoofdkantoor in Arnhem. Zijn visie: “De druk
neemt toe om slimmer om te gaan met afval en energie.
Ik ben helemaal geen groene voorvechter, maar we kun-
nen toewerken naar een veel hoogwaardiger niveau van
hergebruik. We kunnen nog veel meer uit afval halen in
plaats van het te verbranden.”
Achteraf gezien staat er in Nederland teveel verbran-
dingscapaciteit, vindt Droogh. “Als we beter hadden
overlegd en samengewerkt met concurrerende installa-
ties, was er misschien al eerder meer geïnvesteerd in re-
cyclingsinstallaties.” Suez steekt zijn hand in eigen boe-
zem. “We waren dan misschien direct een partnership
gestart met een collega-avi, hadden dan misschien met
AZN in Moerdijk overlegd en onze installatie in Roosen-
daal niet geupgraded van 80 duizend naar 300 duizend
ton afval”, zegt Droogh.
Net als Hoogendoorn vindt Wieger Droogh dat de Eu-
Dick Hoogendoorn (Vereniging
Afvalbedrijven): “Afvalenergiecentrales
en stortplaatsen zijn wezenlijke
elementen in de circulaire economie.”
De wereld verandert, de economie fluctueert. De afvalmarkt beweegt mee. Hoe ziet de toekomst van de afvalmarkt
eruit? In een nieuwe rubriek laat GRAM insiders aan het woord. In deze aflevering: de afvalverbranding.
foto: Twence
HOE ZIEN ZIJ DAT?
GRAM | april 2016 19
ropese verbrandingsmarkt op dit moment op prettige
wijze tegemoet komt aan de overcapaciteit. “Nu nog
vullen we capaciteit met afval uit Engeland en Ierland.
Op termijn komen daar misschien andere landen bij die
vanuit een situatie van storten meteen doorpakken naar
meer recycling zonder te hoeven investeren in dure ver-
brandingsinstallaties.” Als de circulaire economie echter
overal volop doorzet, voorziet Droogh op den duur een
ombouw van de avi’s tot bijvoorbeeld biomassa-installa-
ties. “Of ze komen in de mottenballen.”
Kringloop
Bij Twence is directeur Marc Kapteijn blij met het aan-
bod van afval uit het buitenland. Met 240 duizend ton
per jaar uit Duitsland en Engeland zijn de Twence-ovens
voor bijna 40 procent gevuld met buitenlands afval. “De
afvalverbranding in Nederland heeft zich ontwikkeld tot
thermische recycling. Dat heeft een positieve uitstraling”,
zegt Kapteijn. “Er worden steeds meer grondstoffen als
metalen en mineralen in kringloop gehouden die niet
met traditionele recycling kunnen worden teruggewon-
nen. Traditionele recycling en thermische recycling zijn
daarmee complementair aan elkaar en vullen elkaar aan.”
Maar er worden niet alleen metalen en mineralen terug-
gewonnen. “We gebruiken ook steeds meer synthesegas
– een mengsel van waterstof en koolmonoxide – en af-
gevangen CO2 om diverse basisstoffen voor de chemi-
sche industrie te produceren”, zegt Kapteijn. Bovendien
wordt de geproduceerde energie die niet afgezet kan
worden bij regionale afnemers en warmtenetten steeds
meer ingezet voor processen om uit organische afval- en
materiaalstromen hoogwaardige biogrondstoffen voor
de (chemische) industrie te produceren. Twence werkt
samen met het 500 meter verderop gelegen AKZO No-
bel, dat pekelzout uit de grond haalt, om stoom te her-
gebruiken en uit gft biomethanol of ethanol te maken
dat in de chemische processen wordt toegepast. “Dat
zal over 15 jaar een nog veel grotere vlucht nemen”,
verwacht Kapteijn.
Europese markt ontwikkelen
Kapteijn ziet een gevaar in het eenzijdig concentreren
op korte termijn deeloplossingen, zoals materiaalre-
cycling, ‘inclusief de downcycling tot bermpaaltjes’.
Kapteijn: “Als te gemakkelijk thermische verwerkings-
capaciteit wordt afgebouwd komt de productie van bio-
grondstoffen en basisgrondstoffen in gevaar, zeker zolang er nog niet
een volledige verduurzaming van de energievoorziening is gerealiseerd.
Daardoor zal ook de afhankelijkheid van grondstoffen die van buiten
Europa komen niet verminderen.”
Ook Droogh ziet als voornaamste bedreiging dat de Europese marktge-
dachte wordt losgelaten. “Het is geen goede zaak als elk land weer hele-
maal voor zichzelf gaat zorgen, bijvoorbeeld door politieke omwentelin-
gen als ‘Brexit’. We kunnen door goede samenwerking tussen landen en
tussen bedrijven elkaars afval verbranden, elkaar secundaire grondstof-
fen en energie terugleveren en juist daardoor als grondstofarm Europa
meer onafhankelijk worden.”
Continuering van de Europese marktgedachte is ook Dick Hoogendoorn
een lief ding waard. Hij ziet dan namelijk vooral kansen voor de verbran-
dingssector over 15 jaar. “Doorgaan met het optimaliseren van de ener-
giebenutting van het afval, dus meer stroom, stoom, warmte en CO2
benutten in nabijgelegen industriële bedrijven. Ook vooral doorgaan met
slim schoonmaken van bodemassen, zoals we in de Green Deal daarover
bewerkstelligen.”
Boterkuipjes
Dick Hoogendoorn meent dat burgers eraan moeten wennen dat het af-
val binnen Europa beweegt. “We vinden het normaal dat snijbloemen bin-
nen 24 uur na de veiling in Aalsmeer in een bloemenstalletje in Chicago
liggen – zoals ik laatst zag. Daarover zegt niemand ‘laat die Amerikanen
een eigen Westland bouwen'.”
Sterker nog, zegt Wieger Droogh van Suez, “die bloemen worden voor
het merendeel geteeld in Afrika en via Aalsmeer verhandeld.” Volgens
Droogh zullen burgers meer verschillende auto’s van afvalbedrijven op
elkaars terreinen gaan zien. Ook voor het personeel van afvalbedrijven
is het oude vijanddenken voorbij. “We zullen meer en beter gaan samen-
werken.”
Ook moet de afvalbranche het publiek nog beter dui-
delijk maken dat het gescheiden afval ook werkelijk
in producten terugkeert. Dat sentiment wat af en toe
opduikt van ‘ze gooien het later toch weer bij elkaar
in de verbrandingsoven’ is echt onzin, aldus Droogh.
Bedrijven moeten meer secundaire grondstoffen in-
zetten en kijken of ze de productspecificaties kun-
nen aanpassen om bijvoorbeeld met 90 procent in
plaats van 100 procent zuiver PP of PE uit de voeten
te kunnen.
Ook Marc Kapteijn is die mening toegedaan, maar hij vindt ook een ge-
dragsverandering bij de burger gewenst. “Die zal eraan moeten wennen
dat er straks op zijn Senseo staat ‘dit apparaat bestaat voor 25 procent
uit verpakkingsafval'.”
Tekst: René Didde
Wieger Droogh (Suez): “Door meer samen
te werken tussen afvalbedrijven en tussen
landen zal de afvalverbranding afnemen
en de circulaire economie groeien.”
Marc Kapteijn (Twence): “De opbouw
van de circulaire economie komt in een
stroomversnelling als we de inzet van
fossiele brandstoffen versneld afbouwen.”
20 GRAM | april 2016
“Trots op de Koninklijke NVRD!”NVRD-ER FRITS BAKKER NEEMT AFSCHEID
Eind maart nam Frits Bakker, NVRD-er in hart en nieren, afscheid van de gemeente Renkum om van zijn pensioen te gaan
genieten. Een nieuwe uitdaging zoekt hij niet, wel wil hij zich nog meer bezighouden met zijn grote hobby: onderhoud
van materieel bij de Waterscouting. GRAM sprak met hem over zijn tijd ‘in het afval’.
Hoe ben je in het afval terecht ge-
komen?
Ik heb 38 jaar gewerkt voor de gemeen-
te Renkum, onder meer als beleidsamb-
tenaar voor bouw- en woningtoezicht,
voor milieuzaken en als dorpsmanager
Wijkbeheer. In 2001 trad Renkum toe
tot Afvalcombinatie De Vallei (nu ACV-
groep). Sinds dat moment heb ik ge-
werkt als vertegenwoordiger van de ge-
meente richting ACV.
Je was betrokken bij de sector Re-
gievoerende Gemeenten van de
NVRD. Hoe belangrijk is die sector?
Het is belangrijk dat gemeenten, naast
de VNG, specifiek vertegenwoordigd zijn
in de afvalsector. Niet alleen de uitvoer-
ders, maar juist ook de beleidsmensen.
Om te zorgen dat ook de ‘grondstoffen-
kant’ en de inwoners worden gezien. Wij,
beleidsmensen, zijn de verbinding naar
het bestuur van de gemeenten en ge-
meenteraad, en waken over de belangen
van de bewoners. Wat is haalbaar in je
eigen gemeente? Op dit moment worden
er al snel vier minicontainers bij mensen
achter het huis geplaatst, maar dat is niet
voor iedereen wenselijk of haalbaar. Be-
woners van Renkum krijgen de keus. De
duobak gaat verdwijnen en laagbouwbe-
woners kiezen voor hun restafval straks
uit een 140 of 240 kg bak, waar
diftar op ingevoerd wordt.
De bewoners van gestapelde
bouw krijgen toegang tot een
ondergrondse container met
pasje. Laagbouwbewoners die
geen container willen, kunnen
hier ook voor kiezen. Het leve-
ren van maatwerk en service is
voor onze inwoners belangrij-
ker dan efficiëntie.
De sector is ook belangrijk
voor de uitwisseling van ken-
nis tussen gemeenten en om
best-practices te delen. Even-
als de inzet voor het verkrijgen
van realistische vergoedingen
op het gebied van producentenverant-
woordelijkheid.
Jij hield je bezig met zowel afval als
BOR. Dit ligt in veel gemeenten niet
bij dezelfde persoon. Zou dit wel
moeten?
Onze dienstverlener ACV-groep ver-
zorgt naast de afvalinzameling en ver-
wijdering ook gladheidbestrijding en de
reinigingstaak. Het is goed dat er een
contractbeheerder met kennis van za-
ken is, die het totaaloverzicht heeft. Die
niet alleen vanachter zijn bureau werkt,
maar ook weet wat er buiten gebeurt. Ik
zat op een kantoor op de gemeentewerf
met uitzicht op het afvalbrengstation.
Dus met zicht op BOR-zaken en dicht bij
de uitvoering. Voor de ACV-groep is het
ook goed één aanspreekpunt bij de op-
drachtgever te hebben.
Waar verbaas je je over in het ge-
meentelijke afvalbeleid en/of het
beheer van de openbare ruimte?
Ik verbaas me erover dat er nog steeds
weinig standaardisatie is. Er is overal
een veelheid van, denk aan soorten con-
tainers en materieel. Iedereen vindt het
wiel opnieuw uit; een verkwisting van
geld en tijd.
Wat zou er nog geregeld moeten
worden in het (inter)nationale af-
valbeleid?
Het is belangrijk dat gemeenten de
zorgplicht op de afvalinzameling blij-
ven behouden. Met een verdergaande
producentenverantwoordelijkheid is het
bedrijfsleven verantwoordelijk voor de
herverwerking van de potentiële grond-
stoffen. Ik vind het een onhandige ac-
tie van de partijen om het sorteren en
vermarkten bij gemeenten te leggen.
Gemeenten moeten geen risicodragers
zijn, zoals nu bij het PMD. De oude re-
geling was uitstekend. Het oud papier is
een uitzondering hierop, omdat er van
oudsher afspraken zijn met verenigin-
gen.
Hoe zie jij dit werkveld over 20 jaar
en wat is de gemeentelijke rol vol-
gens jou hierbij?
De trend bij de overheid is het op af-
stand zetten van de uitvoering. Dat zal
een verdergaand proces zijn. Het is wel
zaak voor gemeenten dat zij kennis in
huis houden om een goede sparring-
partner te zijn en geen speelbal.
Wat wil je nog zeggen tegen de le-
den van de NVRD?
Wees trots op uw Koninklijke NVRD. Het
bureau samen met de actieve leden zor-
gen ervoor dat de NVRD ertoe doet bij
zowel het ministerie IenM als de VNG,
naar de landelijke politiek. Ook zorgt
de NVRD voor een uitstekende kennis-
deling, waaronder de uitstekend geor-
ganiseerde benchmarks, kennisbijeen-
komsten en bedrijfsbezoeken. Ik ben
blij met de goede samenwerkingen met
Gemeente Schoon en met het VANG-
programma. Werk samen en dan kom je
heel ver. Het gaat u goed.
Tekst: Karin Hegeman
column
Techniek verandert
Het is niet zo heel lang geleden dat ik een dag mee mocht rijden op de huisvuilwagen bij DAR in Nijmegen. Samen met Chris, de chauffeur, zat ik op zijn zijlader waarmee we gft-afval in Nijmegen-Lent gingen ophalen. Een vriend van mij werkte een jaar of tien geleden op een huisvuilwagen toen vrijwel overal nog met zakken werd gewerkt of bakken moesten worden aangehaakt. Nu haalde Chris met een joy-stick met groot gemak de bakken binnen en moest ik hooguit af en toe een vuilnisbak rechtzetten. Techniek verandert het werk van de mensen die bij onze bedrijven werken en het is onze plicht na te denken over wat dit betekent voor deze mensen.
Techniek helpt ons, maar zorgt ook voor ander soort belasting. Wie had ooit gedacht dat een muis- of tennisarm en overgewicht misschien wel een groter probleem zouden worden dan een slechte rug voor de mannen op de wagen? Niet voor niets gaan we de P90- norm herijken, omdat ook regels moeten meegroeien met de tijd. We moeten niet vasthouden aan een 20 jaar oude norm, maar kijken naar wat nu de praktijk is in de inzameling en daarin goede afspraken maken over hoeveel werk een inzamelaar kan doen en gezond oud worden.
Maar dat is natuurlijk niet alles. Wij zijn druk bezig met het sectorplan AMBOR. Steeds meer mensen krijgen een startkwalificatie waardoor ze meer kansen krijgen. Daarnaast hebben we al jaren geleden met partners een arbo-catalogus in het leven geroepen. Allemaal belangrijke ontwikkelingen waarmee we aandacht besteden aan de werknemers, de mensen in onze branche. Een taak die we serieus nemen omdat we op deze manier het werk veilig en leuk houden. Werk waar we samen trots op mogen zijn.
nieuws
NVRD agenda
8 april Juridische werkgroep
14 april commissie KAM
14 april commissie I&R
14 april regiobijeenkomst Midden Nederland
14 april Heidag bestuur en bestuursvergadering
21 april Nationaal Gladheidbestrijdingscongres
22 april commissie Markt & Overheid
26 april commissie BOR
12 mei VANG-workshop Textiel regio Noord
“Trots op de Koninklijke NVRD!”
Keurmerk Beeldschoon
Het schema 'Keurmerk Beeldschoon' is ge-
accepteerd door de Raad voor Accreditatie.
Ook hebben certificeringsinstellingen TUV
en Kiwa een overeenkomst gesloten met
de NVRD voor toepassing van het schema.
Er staat dus niets meer in de weg om het
certificeringsschema toe te passen en het
keurmerk Beeldschoon aan te vragen. Het
keurmerk staat voor een landelijke aan-
vaarde norm voor beeldgericht werken in
het beheer van de openbare ruimte. Met
het keurmerk toont een uitvoerend partij
aan dat het daadwerkelijk in staat is beeld-
gericht te werken. Voor opdrachtgevers
is het een bewijs dat er wordt gewerkt
met een goed bedrijf dat zijn processen
op orde heeft en de uitvoering deskundig
en efficiënt uitvoert. Het keurmerk is een
branche-specifiek schema en uitermate ge-
schikt om kwaliteitszorg door te vertalen
naar de werkvloer en vormt zo een wel-
kome aanvulling op meer algemene kwali-
teitssystemen als ISO 9001. Het keurmerk
Beeldschoon is door de NVRD ontwikkeld
in het kader van GemeenteSchoon en is
te gebruiken voor alle ambitiethema's
schoon en heel.
Meer informatie: Bas Peeters, peeters@
nvrd.nl of www.nvrd.nl/stream/keur-
merkbeeldschoonflyer2015312
Nieuwe bijeenkomst
Young Professionals
Altijd al willen weten hoe afgedankte
kunststoffen tot schone grondstof wordt
opgewerkt? Tijdens de Young Professio-
nals bijeenkomst op 13 mei aanstaande,
kom je er alles over te weten! Deze mid-
dag draait het om samen met generatie-
genoten je netwerk uitbreiden en meer
leren over de verschillende disciplines in
de afvalbranche. Naast een rondleiding
bij Van Werven Recycling in Biddinghui-
zen zal een inspirerende spreker zijn vi-
sie geven op de balans tussen aarde en
mens. Ook wordt aandacht gegeven aan
jouw persoonlijke ontwikkeling door een
training over verandermanagement. Na-
tuurlijk wordt de bijeenkomst afgesloten
met een gezellige borrel. Ben jij jonger
dan 35 jaar en werkzaam in de afvalbran-
che? Meld je dan nu aan voor deze gra-
tis bijeenkomst via onze linkedin groep
NVRD Young professionals of mail naar
22 GRAM | april 2016
Veiligheidsbewustzijn, medewerkersgezondheid en duurzame inzetbaarheid zijn kernwoorden voor de afvalbranche
in Nederland. De afgelopen jaren is voor deze aspecten steeds meer aandacht gekomen. Zeker ook dankzij het werken
met de Arbocatalogus Afvalbranche.
Onderzoek actualisering P90-NormNAAR EEN NIEUWE LEIDRAAD FYSIEKE BELASTING
De fysieke belasting van medewerkers – hoeveel en hoelang kan ie-
mand hoeveel tillen, duwen of sjouwen – blijft een belangrijk aan-
dachtspunt. Begin jaren negentig was dit een groot probleem en zorg-
de het voor veel uitval. Om de fysieke belasting bij het inzamelen van
huishoudelijk afval te reguleren is na uitvoerig onderzoek in 1994 een
leidraad opgesteld. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Studie-
centrum Arbeid en Gezondheid van de Universiteit van Amsterdam en
de Vakgroep Gezondheidskunde m.b.t. Bewegen van de Vrije Univer-
siteit en leverde het rapport 'Arbeidsbelasting van huisvuilbeladers bij
reinigingsdiensten' op. De belangrijkste aanbeveling uit dit rapport:
ten minste 90%, ofwel een percentiel deel van 0.9, moet het werk
kunnen doen zonder energetisch overbelast te worden in termen van
arbeidsduur en tonnage. Dit werd de P90-norm.
Oude norm
De P90 specificeert voor de drie in 1994 meest voorkomende inzame-
lingsmethoden – afvalzakken, minicontainers 240 liter en wijkcontai-
ners 1100 liter – hoeveel productie in termen van kilogram, colli of
uren een belader per dag mag leveren zonder een verhoogd risico op
een te hoge energetische belasting. De Arbeidsinspectie (nu Inspectie
SZW) hanteert de leidraad sinds 1998 ongewijzigd als norm waarop
wordt gehandhaafd. De techniek van afvalinzameling, de middelen
waarmee wordt ingezameld en het beleid zijn de afgelopen twintig
jaar echter sterk veranderd. Scheiding van huishoudelijk afval in
verschillende stromen naast restafval is toegenomen en zal met het
programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) een hogere vlucht ne-
men. Het scheiden van afval beïnvloedt het gewicht van containers en
zakken die worden ingezameld. Stromen die sinds 1994 afzonderlijk
worden ingezameld, zoals gft en kunststof, zorgen voor een ander
gewicht per colli. Een volle zak met kunststofverpakkingen is veel
lichter dan een zak met restafval. Een minicontainer met gft in het
voorjaar is veel zwaarder dan een minicontainer met kunststof. Met
deze veelvoud aan inzamelingsmodaliteiten is geen rekening gehou-
den in de norm. Tevens zijn afvalinzamelingsdiensten gaan werken
met een variëteit aan (mini)containers van verschillende inhoud of bij-
voorbeeld duobakken. De twintig jaar oude norm is niet meegegroeid
met deze ontwikkelingen.
Nieuw onderzoek
Deze ontwikkelingen vragen al een aantal jaar om een hernieuwd on-
derzoek naar fysieke belasting in de inzameling van huishoudelijk af-
val. Sinds de oprichting van de Stichting Arbocatalogus Afvalbranche
(StAA) in 2011 is gewerkt aan draagvlak bij alle aangesloten partijen.
Op verzoek van de StAA hebben NVRD en Vereniging Afvalbedrijven
(VA) samen met sociale partners een Werkgroep P90 gevormd. Ver-
volgens hebben een aantal gesprekken met de Inspectie SZW plaats-
gevonden. Belangrijk om het onderzoek te laten doorgaan was het
standpunt van de Inspectie dat dit door een erkend
ergonoom (geregistreerd Europees Ergonoom (Eur.
Erg.) uitgevoerd moest worden. De Werkgroep heeft
onder meer op basis van goede ervaringen uit het
verleden gekozen voor het ergonomisch onderzoeks-
bureau vhp human performance. De uitkomst van het
onderzoek moet volgens de Werkgroep bestaan uit
aanbevelingen voor een nieuwe, flexibele leidraad die
kijkt naar de fysieke belasting op weekniveau. Van be-
lang is dat de nieuwe P90-leidraad zowel gericht is op
energetische belasting – dat wil zeggen moe worden
van zwaar werk – als ook op mechanische belasting,
belasting van rug, gewrichten, spieren en pezen door
kracht zetten.
Om het onderzoek uit te voeren hebben VA en NVRD
middelen beschikbaar gesteld. Het O&O Fonds Af-
val- en Milieubedrijven en het A&O Fonds Gemeenten
doen eveneens een duit in het zakje. De bedrijven in
de werkgroep dragen bij door te participeren in de pi-
lot. Ten slotte stelt het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid 50% cofinanciering beschikbaar. Met
de bereidheid van deze partijen om mee te doen, is er
breed maatschappelijk draagvlak voor het onderzoek:
brancheverenigingen, werkgevers en werknemers en
SZW zien allen het belang in.
foto: Guido Koppes, Nationale Beeldbank
GRAM | april 2016 23
Onderzoek actualisering P90-NormMetingen
Nu de financiering, het verwerven van draagvlak en
het voorbereidende werk afgerond zijn, gaat het on-
derzoek een nieuwe fase in. De komende maanden
vindt bij een doorsnede van afvalinzamelingsbedrij-
ven en –diensten die representatief is voor Nederland
metingen plaats. Vanwege het belang van het onder-
zoek zijn betrouwbare en representatieve metingen
noodzakelijk. De Werkgroep heeft gekozen voor een
afgewogen aantal metingen waarbij diverse indelin-
gen mogelijk zijn. Dit betekent dat op basis van analy-
se van data diverse combinaties evenwichtig meege-
nomen worden. Uiteindelijk bestaat het onderzoek uit
62 verschillende 'meetcondities' die in onderstaande
tabel zijn opgenomen.
Borging en cultuuromslag
Op basis van de aanbevelingen die uit het onderzoek
komen, wordt er een jaar lang gewerkt met de nieuwe leidraad. Na
een jaar vindt er een evaluatie plaats en maakt de Stichting Arboca-
talogus Afvalbranche (StAA) nieuwe afspraken over fysieke belasting.
Op het moment dat deze afspraken door I-SZW zijn getoetst en vervol-
gens in de Arbocatalogus zijn verwerkt, gaat de afvalbranche deze ook
implementeren. Afspraken in de Arbocatalogus hebben immers een
wettelijke status. Daarnaast zullen beide brancheorganisaties via de
NVRD-commissie KAM en de commissie Arbo & Veiligheid van de VA
regelmatig aandacht besteden aan de nieuwe leidraad.
Belangrijk om op te merken in dit kader is ook dat het werken met de
nieuwe, flexibele leidraad een cultuuromslag vraagt bij medewerkers.
Werken met een weekleidraad heeft pas zin als niet alleen de plan-
ningsafdelingen verantwoordelijk zijn, maar als medewerkers zelf
ook zorgen dat het werk verspreid wordt. Spreiding van belasting van
het lichaam over de werkdag draagt immers bij aan duurzame inzet-
baarheid. Het onderzoek loopt tot oktober 2016.
Tekst: Peter Kerris
Modaliteit Bemensing team/wagen
soort afval
gft rest papier plastic glas takken huisraad
Bak 140 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √
Bak 240 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √
Bak 280/duo 2p √*1 √* √* √* 3p √* √* √* √*
Bak 550+660+770 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √
Bak 1000+1100 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √
Bak 1300+1400+1600 2p √ √ √ 3p √ √ √
Zakken 2p √ √ 3p √ √
Citybins 1p √ √ 2p √ √
Grofvuil 2p kraakwagen √ √2p platte wagen √ √3p kraakwagen √ √3p platte wagen √ √
Bak 2000 (kooi) 2p √ 3p √
Bak 2200 2p √ 3p √
1 De modaliteiten met een asterisk (*) worden gecombineerd.
Het onderzoek naar fysieke belasting bij de inzameling van huishoudelijk afval bestaat uit 62 verschillende meetcondities
24 GRAM | april 2016
Eind vorig jaar riep het programmabu-
reau VANG-HHA gemeenten op om met
plannen te komen die de programma-
doelstellingen helpen realiseren. Guus
van den Berghe, programmamanager
vanuit Rijkswaterstaat: “Gemeenten spe-
len hierbij een belangrijke rol. Zij zijn
verantwoordelijk voor de inzameling van
het huishoudelijk afval en de voorlich-
ting van inwoners.”
Gevarieerde insteek
Uit alle inzendingen werden 14 plannen
geselecteerd en beloond met een finan-
ciële steun in de rug. “Gemeenten gaan
Het programma Van Afval Naar Grondstof - Huishoudelijk Afval (VANG-HHA) gaat 14 gemeentelijke plannen voor minder
restafval en betere afvalscheiding financieel steunen. Voor de uitvoering is in totaal 500.000 euro beschikbaar gesteld.
“Goed om te zien dat gemeenten op verschillende manieren actief aan de slag gaan.”
VANG-HHA steunt 14 plannen voor minder restafval en betere scheiding
op verschillende manieren aan de slag.
Goed om dat enthousiasme te zien. De
uitgekozen plannen combineren creativi-
teit met een degelijke concrete invulling.”
De insteek van de plannen varieert van
afvalcoaches als inzamelsteunpunt voor
inwoners en oplossingen voor afval-
scheiding in specifieke woonomgevin-
gen tot inspraak over het te kiezen in-
zamelsysteem in de wijk. De projecten
zullen de komende twee jaar actief wor-
den gemonitord om te kijken wat de wer-
kelijke effecten zijn op de doelstellingen
van VANG-HHA.
2020 en verder
De doelstellingen van VANG-HHA zijn
100 kilo restafval per inwoner per jaar en
75% scheiding van het restafval in 2020.
Uiteindelijk moeten alle inspanningen
leiden tot een circulaire economie met
gesloten ketens, waarbij het gescheiden
afval als grondstof dient voor nieuwe
producten.
Meer weten?
Kijk voor informatie over het program-
ma, voortgang van de verschillende
projecten en meer voorbeelden op:
www.vang-hha.nl.
Zaanstad Ondersteuning van inwoners op communicatief gebied bij een proefproject omgekeerd inzamelen in vier wijken.
Haarlemmermeer Ondersteuning bij het Grondstoffenplan 2015-2021 en de organisatie van drie inzamelproeven.
LisseOndersteuning bij een project rond ‘Afvalscheiding in de keuken’.
Delft Ondersteuning bij een onderzoek naar oplossingen voor de invoering van omgekeerd inzamelen in ‘logistiek complexe gebieden’ als het Delftse centrum.
Moerdijk Ondersteuning bij de invoering van een nieuw inzamelsysteem in samenwerking met haar inwoners met een hogere service voor inzameling van grondstoffen.
Kapelle Ondersteuning bij de voorbereiding en uitvoering van ‘Afvalscheiding in de keuken’.
Son en Breugel Ondersteuning invoering van omgekeerd inzamelen (wegende containers) in de hele gemeente.
MaastrichtOndersteuning bij uitvoering van vier van de zes pilots voor het project ‘Afvalloos Maastricht’ (gericht op onder meer gft-afval, luiers, textiel en grof huishoudelijk afval).
Geldermalsen Ondersteuning bij de campagne ‘Geldermalsen Afvalvrij’: wedstrijd voor het beste afval scheidende dorp en een proeftuinproject voor communicatie-tools in de wijk Kalenberg.
Enschede en AlmeloOndersteuning bij de inzet van ‘Afvalcoaches’ (voor de periode 2016-2018) om inwoners te helpen bij het verminderen van afval (preventie) en het scheiden van het afval.
Raalte Ondersteuning bij een proef met wasbare luiers en de aanschaf van het luiermateriaal voor deelnemende huishoudens.
Zwolle en Zwartewaterland (ROVA) Ondersteuning bij de ontwikkeling van communicatiemiddelen om inwoners te motiveren (nog) beter afval te scheiden.
GRAM | april 2016 25
Begin februari is in samenwerking met
het Asfalt Kennis Centrum BV, Versluys
& Zoon BV en de gemeente Hellevoet-
sluis een antivriesdeklaag aangebracht
op de fietsbrug in Hellevoetsluis.
Deze deklaag is bij wijze van proef
aangebracht en moet gladheid door
bevriezing op de brug voorkomen.
Doordat de lucht rondom bruggen circu-
leert, kan het wegdek hier al bevriezen
bij een luchttemperatuur van +2 °C. De
antivriesdeklaag neemt strooizout op en
geeft deze vervolgens ca. twee maanden
lang af. Dit zorgt ervoor dat sneeuw/rijp
zich niet aan het wegdek kan hechten en
de bevriezingstemperatuur van het weg-
dek wordt verlaagd. Deze innovatieve
methode wordt al veelvuldig toegepast
in Amerika, maar nog niet in Europa.
Gemeente Hellevoetsluis is de eerste ge-
meente die hiermee een proef uitvoert.
De antivriesdeklaag wordt bij een tem-
peratuur van 15 graden of hoger aan-
gebracht. Er staat een tent over de brug
met daarin verwarmde lucht, zodat de
deklaag goed uit kan harden.
Foto
’s:
Gem
eente
Hel
levo
etsl
uis
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Proef met antivriesdeklaag op fietsbrug in Hellevoetsluis
VANG-kennisbibliotheekOp de kennisbibliotheek van VANG www.vang-hha.nl/kennisbibliotheek zijn
de volgende nieuwe documenten te vinden:
• Analyserapport Benchmark Huishoudelijk Afval peiljaar 2014
• Artikel Benchmark Huishoudelijk Afval peiljaar 2014
• KIJK-Artikel ‘Wie maakt de kringloop helemaal rond?’
• Onderzoeksdesign ‘Verbetering afvalscheiding en inzameling hoogbouw’
• The new plastic economy: rethinking the future of plastics
(Ellen MacArthur Foundation)
• Betere productbenutting: een overzicht van 14 inspirerende voorbeelden.
Natuur & Milieu
• Keuzewijzer Onderwijsaanbod afval en zwerfafval.
Gemeente Schoon en VANG HHA
Benieuwd naar de resultaten van de
proef? Bezoek de deelsessie 'zelfontdooi-
end asfalt' tijdens het Nationaal Glad-
heidbestrijdingscongres op 21 april.
26 GRAM | april 2016
Agenda21 april
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016, SilverDome Zoetermeer
25 mei
ALV NVRD, Avifauna Alphen aan den Rijn
26 mei
NVRD Jaarcongres 2016 ‘100% circulair’, Avifauna Alphen aan den Rijn,
www.100-procent-circulair.nl
30 mei - 3 juni
IFAT, Messe München
www.ifat.de
2 juni
Jaarcongres Afval & Recycling Industrie 2016, Schiedam
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenFabienne Mantes, AvalexRaymond van der Sluijs, gemeente NissewaardDico Kuiper, gemeente Alphen aan den RijnMarianne Zegwaard, MWH GlobalIlse van der Grift, NVRD
EindredactieKarin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]
Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl
Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de
AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad €106,04 ex btw. België €124,95 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...
…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden
…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland
…dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot
… daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen
…dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen
…op milieuverantwoorde wijze verwerkt
www.bandenmilieu.nl
Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt.
RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&M algemeen verbindend verklaard (AVV). Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.
Oude banden, nieuw
leven.
BEM VOORJAAR 2016_210x297.indd 1 22-02-16 14:50
Vernieuwde opzet
21 april 2016SilverDome Zoetermeer
GRIP OPGLADHEID
Wordt georganiseerd door:
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016
Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.
Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.
Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl
6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08
Vernieuwde opzet
21 april 2016SilverDome Zoetermeer
GRIP OPGLADHEID
Wordt georganiseerd door:
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016
Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.
Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.
Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl
6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08
Vernieuwde opzet
21 april 2016SilverDome Zoetermeer
GRIP OPGLADHEID
Wordt georganiseerd door:
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016
Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.
Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.
Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl
6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08
Vernieuwde opzet
21 april 2016SilverDome Zoetermeer
GRIP OPGLADHEID
Wordt georganiseerd door:
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016
Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.
Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.
Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl
6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08
Vernieuwde opzet
21 april 2016SilverDome Zoetermeer
GRIP OPGLADHEID
Wordt georganiseerd door:
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016
Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.
Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.
Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.
Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl
6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08
Vernieuwde opzet
Top Related