Gram april 2016

28
Internet of Things ook nuttig voor de afvalsector Onderzoek naar fysieke belasting bij de inzameling van huishoudelijk afval GRAM Alternatieve brandstoffen in de afval- en reinigingsbranche JAARGANG 107 | NUMMER April 2016 VAKBLAD VAN DE 3

description

 

Transcript of Gram april 2016

Page 1: Gram april 2016

Composteren en milieubelasting

Internet of Things ook nuttig voor de afvalsector

Onderzoek naar fysieke belasting bij

de inzameling van huishoudelijk afval

GRAM

Alternatieve brandstoffen in de afval- en reinigingsbranche

JAA

RGA

NG

107 | NU

MM

ER April 2016

VAKBLAD VAN DE 3

Page 2: Gram april 2016

PER 1 JANUARI 2016 HEBBEN CNG NET, LNG24 EN CNG REALISATIE & ONDERHOUD DE KRACHTEN GEBUNDELD. VOORTAAN ZIJ N WIJ PITPOINT CLEAN FUELS.

030 - 4100 800 [email protected] facebook.com/PitpointNL @PitPoint_NL

100% SCHOON VERVOER IN 2030.

DAT BEREIK JE NIET ALLEEN.

Schoon vervoer. Daar maken we ons elke dag hard voor bij PitPoint.

Door brandsto� en beschikbaar te stellen die schoner zij n dan

traditionele brandsto� en. En kostenconcurrerend. Dat doen we

samen met de politiek. Met onze stakeholders. En met u.

Staat luchtkwaliteit en het reduceren van CO2 bij u ook hoog op de

agenda? We adviseren u graag hoe u met het gebruik van schone

brandsto� en als Groengas (CNG), LNG, Waterstof en Elektriciteit

een fl inke slag kunt slaan met de CO2-reductie van uw wagenpark.

Op naar 100% schoon vervoer.

Kij k voor een Clean Fuel Consult op pitpoint.nl

PER 1 JANUARI 2016 HEBBEN CNG NET, LNG24 EN CNG REALISATIE & ONDERHOUD DE KRACHTEN GEBUNDELD. VOORTAAN ZIJ N WIJ PITPOINT CLEAN FUELS.

030 - 4100 800 [email protected] facebook.com/PitpointNL @PitPoint_NL

100% SCHOON VERVOER IN 2030.

DAT BEREIK JE NIET ALLEEN.

Schoon vervoer. Daar maken we ons elke dag hard voor bij PitPoint.

Door brandsto� en beschikbaar te stellen die schoner zij n dan

traditionele brandsto� en. En kostenconcurrerend. Dat doen we

samen met de politiek. Met onze stakeholders. En met u.

Staat luchtkwaliteit en het reduceren van CO2 bij u ook hoog op de

agenda? We adviseren u graag hoe u met het gebruik van schone

brandsto� en als Groengas (CNG), LNG, Waterstof en Elektriciteit

een fl inke slag kunt slaan met de CO2-reductie van uw wagenpark.

Op naar 100% schoon vervoer.

Kij k voor een Clean Fuel Consult op pitpoint.nl

Page 3: Gram april 2016

GRAM | april 2016 3

Vakblad van de NVRD

inhoudsopgave

6

9

12

16

Hoe doen zij dat?Deze maand: de inzameling van droge componenten. Vertegenwoordigers van de

gemeenten Oosterhout, Deventer en Zutphen vertellen over afvalstromen die huis-aan-

huis worden ingezameld en geven tips aan andere gemeenten.

Terugblik op het winterseizoenIn januari gold voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe een aantal dagen

code rood, in verband met ijzel. Scholen waren gesloten en mensen schaatsten op

straat. Tijdens de bijzonder weersomstandigheden bewezen nieuwe methodes voor

gladheidsbestrijding hun diensten.

Afvalbranche gaat voor schone voertuigenDe uitstoot van dieselvoertuigen ligt onder een vergrootglas. Er zijn alternatieve

brandstoffen die beter zijn voor het milieu, het imago en dat kosten neutraal of tegen

geringe meerkosten. Elektriciteit, waterstof, CNG (groengas) en LNG zijn van die

'schone' brandstoffen.

Internet of Things ook nuttig voor de afvalsectorHet Internet of Things openbaart zich als de vierde industriële revolutie. Miljoenen

machines en apparaten zijn straks op grote afstand met elkaar verbonden. Ook in de

afvalsector. Door IoT is de burger straks 'connected' met de afvalcontainer. En dat is

waardevol voor de scheidingsambities van de gemeente.

Foto voorplaat: E-Trucks Europe

05 Bezem

14 Groningen wil de weg op met waterstof

18 De toekomst van afvalverbranding

20 Afscheid van Frits Bakker

21 NVRD nieuws

21 Column Olaf Prinsen

22 Onderzoek actualisering P90-Norm

24 VANG-HHA steunt 14 plannen voor

minder restafval en betere scheiding

25 Branchenieuws

26 Agenda

Lees verder op pag. 16

Page 4: Gram april 2016

4 GRAM | april 2016

www.issainterclean.com

World’s Leading Trade Fair for Cleaning and Hygiene Professionals

Georganiseerd door: In samenwerking met: Officiële mediapartner:

Afvalmanagement is onmisbaar binnen duurzaam ondernemen. Het seminar gaat in op afval in de circu laire economie. Bij RAI Amsterdam wordt afval voor 100% gerecycled. Tegelijkertijd is de totale afvalproductie de afgelopen jaren met 30% afgenomen. Een praktijkvoorbeeld van hoe een ingrijpende verduurzaming van het schoonmaak­proces en afvalverwijdering en vernieuwende initiatieven de weg openen naar een wereld zonder afval mede door de intensieve samen­werking van CSU en Icova.

Combineer uw deelname met een bezoek aan ISSA/INTERCLEAN Amsterdam, de vakbeurs die u een compleet en uitgebreid overzicht biedt van de trends en innovaties in de professionele schoonmaak sector wereldwijd.

30.000 bezoekers en 750 fabrikanten vanuit de hele wereld

Demonstraties straat­, hogedruk­ en gevelreiniging

Kijk voor meer informatie op issainterclean.com/nl/amsterdam

Kom op 13 mei naar het seminar over afval management tijdens de ISSA/INTERCLEAN in Amsterdam.

May 30–June 3, 2016World‘s Leading Trade Fair for Water, Sewage, Waste and Raw Materials Management

Innovative. Global. Future-oriented. Experience environmental technologies.

Discover the potential of future-oriented strategies, products and services. Come along to the world’s leading trade fair for environmental technologies and experience exciting live demonstrations for yourself—of complex processes and applications,

machinery, systems and vehicles. Future-proof technology, up-close and practical.

Welcome to IFAT 2016!

Register now online!www.ifat.de/tickets/en

Information: Van Ekeris Expo Service B.V. | HaarlemTel. +31 (0) 23 525 8500 | [email protected] us on:

IFAT worldwide—Visit the IFAT fairs around the globe:

May 5–7, 2016www.ie-expo.com

September 28–30, 2016www.ifat-india.com

Spring 2017www.ifat-eurasia.com

Autumn 2017www.ifatforum-africa.com

Page 5: Gram april 2016

GRAM | april 2016 5

BEZEMSlim schoon

Is het al tijd om de winterbanden te verwisselen? Of zullen we de winter voortaan maar overslaan en direct na de herfst het voorjaar in gaan. Als Bezem is er voor mij in de winter toch al minder te doen. Al zal vooral het Friese deel van Nederland dit niet met mij eens zijn. ‘It gaet nooit meer oan’. Maar ja, dan ook geen discussies meer over te veel of te weinig zout. Hebben we een prachtige armada aan zoutstrooiers over. Wel mooi spul. Snel kunnen aan- en afkoppelen, in no-time uitrukken. Droog en/of natstrooien. Zowel de reinigingskant, met electrokarren en hondenpoepzuigers, als ook de afvalinzameling met de dubbele zijbelader en software voor elk denkbare toepassing. We zijn sinds lang hoog technologisch en innova-tief. Intelligent schoon en slim opgeruimd.

En dan lees je in elk bestuursakkoord, in elk dagblad dat de werkloosheid

GRAM | april 2016 5

stijgt. Winkels dicht, bedrijven failliet. Is dit de keerzijde van de economie gebaseerd op efficiency? We worden verleid met kreten als: 'koop een nieuwe auto!' Waarom niet: 'gebruik eens de auto van de buurman'. Spreek je die ook weer eens. Komen we weer met elkaar in con-tact, leren we elkaar weer kennen.

En de investeringen die dan vrijvallen maar eens gaan aanwenden voor handjes. Ach, de Bezem van een meer dan honderd jaar oude vereniging, wat weet die daar nu van? Nee, het was vroeger niet beter. De gemiddelde leeftijd was niet hoog en de werkomstandigheden verre van optimaal. Maar is het misschien tijd voor een nieuwe ronde innovatie?

Page 6: Gram april 2016

6 GRAM | april 2016

tionele inzetbaarheid van mens en ma-

chine. Als een inzamelaar ziek is, kan

een stratenmaker het overnemen, om

een voorbeeldje te noemen. Op deze

manier kun je met weinig middelen

veel doen tegen lage kosten.

Voor-/nadelen?

De papier- en glaskratten zijn zwaar om

te tillen en dat is arbo-technisch niet

ideaal. Met harde wind en regen waait

er ook wel wat weg, wat zwerfafval ver-

oorzaakt. We willen daarom binnenkort

overstappen op minicontainers voor

het oud papier. Voor het glas willen we

naar brenglocaties, dus centrale glas-

bakken in de wijk.

Wat zijn de resultaten?

Heel goed. We zitten met 90 kilo rest-

afval per inwoner per jaar nu al onder

de VANG-doelstelling. Binnenkort wil-

len we de inzamelfrequentie van de

grijze container omlaag brengen, dat

kan best.

Tips voor ander gemeenten?

Neem een voorbeeld aan Oosterhout!

Dat is een grapje natuurlijk, maar we

geloven in wat we doen. We zijn al twee

jaar bezig om onze unit stadsbeheer

soepeltjes te laten draaien en de mul-

tifunctionaliteit te optimaliseren. Daar-

mee bereik je echt meer effectiviteit

en kan de afvalstoffenheffing omlaag.

Door zo te werken kan de politiek ook

zelf meedenken en sturen. Werk je met

aannemers, dan heb je minder invloed

en krijg je alleen maar de rekening ge-

presenteerd.

Welke droge componenten worden

huis-aan-huis ingezameld en hoe?

Voor plastic en drankenkartons gebrui-

ken we een zak. Glas en blik gaat in een

kratje, samen met eventueel textiel. En

daarnaast hebben we nog een krat voor

papier/karton. De inzamelaars schei-

den het blik en glas met de hand voor-

dat ze het in de wagen werpen.

Waarom werd gekozen voor dit

systeem?

Om een hoge service te bieden en voor

de resultaten. In 2013 hebben we diftar

ingevoerd, we wilden het mensen zo

makkelijk mogelijk maken om te schei-

den. Daarom hebben we toen besloten

al deze droge componenten huis-aan-

huis in te zamelen.

Wie zamelt het in?

Onze eigen dienst. Wij zijn één unit, als

stadsbeheer, en streven naar multifunc-

Deze maand:

de inzameling van droge com ponenten

Hoe doen zij dat?

Tim Jagtenberg

Anne-Marie Holleman

hoofd bedrijfsbureau stadsbeheer

gemeente Oosterhout, 54.000 inwoners.

Contact: [email protected]

Manager afval & reiniging gemeente

Deventer, 100.000 inwoners.

Contact: [email protected]

Welke droge componenten worden

huis-aan-huis ingezameld en hoe?

Glas en papier mogen mensen aanbie-

den in een zelfgekozen inzamelmiddel,

dus dat kan een doos zijn of een kratje.

Verder hebben we een minicontainer

voor pmd en een zogeheten best-tas.

Die laatste is voor boeken, elektrische

apparaten, speelgoed en textiel. De

best-tas is gechipt, zodat we weten

wat er ingezameld wordt. De inhoud

gaat naar het kringloopbedrijf. Een deel

wordt verkocht in de winkels, textiel

gaat naar het Leger des Heils en de rest

wordt gerecycled.

Waarom werd gekozen voor dit

systeem?

De best-tas hebben we pas sinds kort,

de andere componenten zamelen we al

veel langer huis-aan-huis in. Dat is door

de raad beslist, in een grijs verleden.

Waarschijnlijk met het doel om afval-

scheiding te bevorderen.

Wie zamelt het in?

Wij laten al die droge componenten in-

zamelen door mensen met een afstand

tot de arbeidsmarkt. Omdat we vinden

dat het geschikt werk voor ze is en

omdat je daarmee de arbeidsparticipa-

tie bevordert. Ze worden aangestuurd

door ons afvalbedrijf, Circulus-Berkel.

Voor-/nadelen?

Het enige nadeel is dat het papier,

vooral bij slecht weer, verwaait en ver-

Page 7: Gram april 2016

Harry van Vlietbeleidsmedewerker afval

gemeente Zutphen, 47.000 inwoners.

Contact: [email protected]

GRAM | april 2016 7

Welke droge componenten worden

huis-aan-huis ingezameld en hoe?

Glas in kratjes, pmd in plastic zakken en

oud papier in mini-containers. Sinds kort

hebben we tevens een best-tas, net als

in Deventer.

Waarom werd gekozen voor dit

systeem?

Tien jaar geleden werd diftar ingevoerd,

toen werd besloten om het de mensen zo

makkelijk mogelijk te maken om te schei-

den. Destijds kregen mensen een zwart

kratje voor glas, blik, drankverpakkingen,

elektrische apparaten. We waren de al-

lereerste gemeente in de regio die deze

componenten huis-aan-huis ging ophalen.

Wie zamelt het in?

Circulus-Berkel. Die doet dat hoofdzake-

lijk met mensen van de sociale werkvoor-

ziening.

Voor-/nadelen?

Mensen hebben nu drie containers thuis

staan, één voor rest, één voor gft en één

voor papier. Dat is een beetje veel. In

sommige wijken hebben mensen daar

geen plaats voor en zwerven de contai-

ners op straat of in de plantsoenen. Of

ze gebruiken alleen hun restcontainer en

stapelen de andere twee ongebruikt in

schuurtjes of andere opslagruimten.

Wat zijn de resultaten?

Bij aanvang van diftar vlógen de schei-

dingsresultaten omhoog, zeker ten op-

zichte van gemeenten waar de droge

componenten niet huis-aan-huis werden

ingezameld. Maar de laatste jaren stag-

neert het bij ons een beetje, we weten

niet precies hoe dat komt. Zeker is wel

dat gemeenten met containers voor pmd

meer inzamelen dan gemeenten met zak-

ken. Maar wij willen absoluut niet nóg

een container erbij. In de wijk waar veel

containers op straat zwerven vanwege

plaatsgebrek gaan we een proef draaien

met ondergrondse verzamelcontainers.

Voor rest, gft én alle droge componenten.

Zo’n brengsysteem zou een positief ef-

fect kunnen hebben, omdat mensen niet

meer alles in huis hoeven op te slaan.

In nieuwe wijken doen we overigens al

aan gespiegeld inzamelen. De bewoners

krijgen hier geen minicontainers meer,

ze moeten álles wegbrengen naar verza-

melcontainers in de wijk. De containers

voor gescheiden stromen hebben we be-

wust dichterbij geplaatst. Dat maakt het

scheiden de moeite waard, want met je

restafval moet je veel verder lopen.

Tips voor ander gemeenten?

Maak het de mensen zo makkelijk mo-

gelijk om hun afval te scheiden. De be-

reidheid is tegenwoordig best groot, ze

beseffen wel dat je niet meer alles bij el-

kaar kunt gooien. Hoe eenvoudiger het

is voor de mensen, hoe beter de schei-

dingsresultaten.

de inzameling van droge com ponentenregent. Het geeft wat meer rommel op

straat. Maar binnen nu en twee jaar wil-

len we overstappen op omgekeerd in-

zamelen, en dan is het probleem opge-

lost. We gaan de restcontainer dan voor

papier gebruiken.

Wat zijn de resultaten?

Die zijn erg goed. In 2013 hebben we

diftar ingevoerd, sindsdien is de hoe-

veelheid restafval sterk afgenomen.

We zitten nu op 112 kilo restafval per

inwoner per jaar en 72 procent bron-

scheiding. Daarmee zijn we koploper in

onze klasse van stedelijke gemeenten.

We hebben 30 procent hoogbouw en

dan zijn deze resultaten heel mooi.

Tips voor ander gemeenten?

Probeer een consistent systeem te be-

denken, zonder al te veel uitzonderin-

gen. Wij hebben diftar ingevoerd in een

half jaar tijd, dat gaf aanvankelijk veel

weerstand bij de bevolking. Nu zijn ze

er aan gewend en merken ze ook dat

het wat oplevert. Door veel te scheiden

zijn hun kosten veel lager.

Page 8: Gram april 2016

www.aebi-schmidt.nl

Nido – Syntos strooimachine

Nido – De specialist op het gebied van Gladheidbestrijding!!

Aebi Schmidt Nederland BVHandelsweg 8NL - 7451 PJ HoltenPhone: +31 548 37 00 00Fax: +31 548 37 02 33

Aebi Schmidt Nederland heeft de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld in de

ontwikkeling van gladheidbestrijding. De Nido Syntos natzout-strooimachine is hiervan

een exponent. Een oogstrelend design-innovatie met optimale functionaliteit.

Beproefde Nido-techniek in een modulair gebouwde kunststof strooimachine.

Efficiënt inzetbaar en met lage onderhoudskosten. Natuurlijk Nido!

Be there First

Page 9: Gram april 2016

GRAM | april 2016 9

In januari gold voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe een aantal dagen code rood, in

verband met ijzel. Scholen waren gesloten en mensen schaatsten op straat. Voor de gladheidbestrijders

was er werk aan de winkel. In de andere delen van het land was er veel minder aan de hand. Tijdens de

bijzonder weersomstandigheden bewezen nieuwe methodes voor gladheidsbestrijding hun diensten.

“Het was een onvoorspelbare winter”

GLADHEIDSBESTRIJDING BIJ CODE ROOD

“Behoorlijk extreem”, noemt Rini Donker, senior ad-

viseur Gladheidsbestrijding bij Rijkswaterstaat, de

omstandigheden in Noord-Nederland in januari. “In 30

jaar tijd is het niet voorgekomen dat er zoveel ijzel

viel en dat dit ongeveer een week lang aanhield.” IJzel

is lastig te bestrijden, zegt Donker. “Sneeuw vermengt

zich met zout, als dit erop wordt gestrooid en er auto’s

overheen rijden. Bij ijzel vormt zich een harde laag.

Het duurt veel langer voordat het zout zijn werk doet

en het is noodzakelijk om zout te blijven strooien om

de ijzel van twee kanten aan te pakken.”

De eerste echte gladheidsbestrijdingsacties van Rijks-

waterstaat vonden deze winter pas in januari plaats,

tijdens de ijzelperiode. Gemiddeld strooit Rijkswater-

staat 90.000 ton zout per seizoen. Afgelopen winter

was dit, tot nu toe, ongeveer 40.000 ton. Donker:

“Dat is beduidend minder dan normaal, maar we zijn

toch behoorlijk vaak de weg op geweest. In februari

en maart hebben we, gedurende een aantal weken,

ook elke nacht wel ergens gestrooid. De nachten wa-

ren koud en overdag viel er regelmatig neerslag. Dan

rukken de strooiwagens toch regelmatig uit. Er kan

bovendien nog van alles gebeuren. De winter is voor

ons pas voorbij op 1 mei.”

Fietsbruggen

Herman Bastiaan is coördinator Stadsreiniging, Inza-

meling en Gladheidsbestrijding bij de gemeente Kam-

pen. Kampen ligt net buiten de grens van het gebied

waarvoor code rood gold. “Het was een onvoorspel-

bare winter. Regelmatig was er sprake van vorst, over-

dag dooide het en dan viel er weer een bui”, vertelt

Bastiaan. Vanwege de onvoorspelbaarheid was het

lastig te plannen wanneer er gestrooid moest worden.

Kampen heeft drie coördinatoren voor de gladheids-

bestrijding. Bastiaan: “Een aantal keren was er ijzel of

sneeuw voorspeld. Iedere twee uur reed één van ons

dan langs de wegen om te controleren hoe ze erbij la-

gen.” Ook de fietsbruggen worden dan extra gecheckt

op gladheid. In totaal rukten de gladheidsbestrijders

in Kampen 22 keer uit. Dat is iets minder dan tijdens

een gemiddelde winter. De weersomstandigheden

van afgelopen winter veroorzaakten in Kampen geen

echte problemen. Inzamelvoertuigen konden bijvoor-

beeld steeds de weg op. Sporadisch kwam het voor

dat iemand hulp nodig had. Bastiaan: “Als het nodig

is, rukken we bijvoorbeeld ook uit voor een boer die

niet met zijn melkwagen de weg op kan, vanwege de

gladheid. De gewone strooiroutes hebben uiteraard

voorrang, maar daarna helpen we ook die bewuste

boer. Iedereen moet immers zijn werk kunnen doen.”

Bert van der Molen, hoofd Beheer en Onderhoud bij

afvalinzamelaar en -verwerker Omrin, vertelt hoe

hij de afgelopen winter in Friesland heeft ervaren.

“In december was er niets aan de hand, maar toen

in januari een heftige week volgde met gladheid en

ijzel waren we 24 uur per dag op de weg. We werkten

met tweeploegendiensten: 12 uur op en 12 uur af.” >>

Bert van der Molen: In december

was er niets aan de hand, maar

toen in januari een heftige week

volgde met gladheid en ijzel waren

we 24 uur per dag op de weg.

Pekelsproeier Omrin

Page 10: Gram april 2016

10 GRAM | april 2016

Specialist in:zoutstrooiers l sneeuwploegen l rolbezems l zoutoplossers l zoutloodsen l winterdienstopleidingen

Meer informatie? Kijk op www.sr-schuitemaker.nl of mail naar [email protected]

Schuitemaker Industrial B.V. l Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 l [email protected] l www.sr-schuitemaker.nl

Vernieuwde opzet

21 april 2016SilverDome Zoetermeer

GRIP OPGLADHEID

Wordt georganiseerd door:

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016

Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.

Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.

Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl

6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Page 11: Gram april 2016

GRAM | april 2016 11

Omrin verzorgt de gladheidsbestrijding

in Leeuwaren, Harlingen, Menameradiel

en Littenseradiel. Over het algemeen

verliep alles goed, volgens Van der Mo-

len. “Omdat code rood gold, waren er

verhoudingsgewijs weinig mensen op

de weg. Er zijn daardoor ook weinig on-

gevallen gebeurd.”

Piekperiode

Om de fietspaden in Leeuwarden

schoon te houden, besproeit Omrin

deze met een pekeloplossing van 21

procent. Hierdoor is het zoutverbruik la-

ger én het resultaat is kwalitatief gezien

beter. Voor de grote wegen schakelt het

bedrijf aannemers in. Er was voldoende

materieel beschikbaar om de gladheid overal te lijf te

gaan. Inzamelvoertuigen konden echter niet de weg

op. Van der Molen: “De gestrooide routes waren prima

begaanbaar, maar op binnenwegen en in de wijken

waar niet gestrooid werd, was het spiegelglad. Men-

sen schaatsten zelfs op straat.” De inzameling lag dus

even stil. Het personeel dat normaal gesproken voor

de inzameling en reiniging werkt, werd ingezet voor

de gladheidsbestrijding. De meeste medewerkers luk-

te het om, ondanks de ijzel, op het werk te komen.

Inwoners werden via de lokale omroep, internet en

social media op de hoogte gehouden van de situatie

op de wegen en de aangepaste inzameldata voor het

afval.

De vier gladheidscoördinatoren van Omrin hebben de

ijzelperiode in januari als intensief ervaren. Van der

Molen: “Onze insteek was dat we het met z’n vieren

wel op zouden lossen, maar het was natuurlijk best

spannend. Na een aantal dagen ijzel was het ook wel

weer mooi geweest. Dan ben je blij dat je weer ge-

woon een preventieve ronde kunt strooien.” In totaal

strooide Omrin 2.000 ton zout op de reguliere we-

gen en 600 m3 pekelwater op de fietspaden, in de

afgelopen winter. Dat is ongeveer vergelijkbaar met

het jaar daarvoor. Van der Molen: “Normaal gesproken

rukken we in de winter rond de 30 keer uit. Nu was

dit 34 keer. Het lijkt dus een gemiddelde winter, be-

halve dat er sprake was van een piekperiode, met veel

ijzel. Hierdoor hebben we meer curatieve acties gehad

dan gewoonlijk.” Donker van Rijkswaterstaat merkt

op dat er de laatste jaren een verschuiving optreedt

naar meer curatief werken. “Eerder hadden we 70 tot

80 procent preventieve acties. Nu is dat gezakt naar

ongeveer 60 procent. Tijdens de mildere winters van

de laatste jaren, waarin meer neerslag valt, gaan we

vaker met de sneeuwschuiver de weg op en zijn we

meer curatief bezig.”

Filestrooier

Nieuwe technieken en methodes doen hun intrede bij de strijd tegen

de gladheid, zoals de sproeimethode voor de fietspaden, waar Omrin

deze winter op overstapte. Van der Molen: “Onze nieuwe pekelstrooi-

er kan zodanig worden ingesteld dat de hele breedte van het fietspad

wordt bestrooid met pekelwater. Dat is veel effectiever dan strooien

met zout, dat door de fietsers moet worden uitgereden. Zelfs tijdens

de heftige ijzelperiode, werkte dit uitstekend. Dat was voor ons echt

een opsteker.” Rijkswaterstaat deed uitgebreid ervaring op met de

Firestorms, waar Donker enthousiast over vertelt. Deze ‘ijsbestrij-

ders’, waarvan Rijkswaterstaat er twee bezit, zijn specifiek bedoeld

om ijsvorming tegen te gaan. De Firestorms werken met warme pe-

kel. Donker: “Bij sneeuwval kunnen zich bij ZOAB ijsplaten vormen in

de toplaag van het asfalt, als de sneeuw vastgereden wordt. Strooien

met zout werkt dan nauwelijks.” De Firestorm bevat calciumchloride

dat wordt opgelost in water en bij dat proces ongeveer 70 graden

warm wordt. Deze warme pekel wordt met hoge druk op de weg

gespoten en gaat dwars door het ijs heen, waardoor de dooiwerking

snel op gang komt. De Firestorms waren eigenlijk bedoeld om in te

zetten bij calamiteiten, maar hebben hun dienst bewezen tijdens de

ijzelperiode. Donker: “Bij dat soort weersomstandigheden zijn ze ide-

aal. We denken er nu over om er nog meer aan te gaan schaffen.”

Ondertussen is Rijkswaterstaat ook aan het experimenteren met glad-

heidsbestrijding tijdens files. Donker: “Onze eigen wagens staan dan

ook vast, waardoor we ons werk niet kunnen doen. Bij gladheid komt

het regelmatig voor dat een enkele vrachtwagen een file veroorzaakt,

omdat het niet lukt om een helling op te komen.” Rijkswaterstaat

benaderde marktpartijen om hiervoor oplossingen te bedenken. Aebi

Schmidt Nido kwam met een prototype van de filesproeier. Donker:

“De filesproeier is een smalle aanhanger, waarmee we over de vlucht-

strook langs de file kunnen rijden. Deze spuit, onder de auto’s door,

calciumchloride op de weg, waardoor de dooiwerking op gang komt.

Daarmee kunnen we hopelijk het verschil maken en dit soort files

oplossen. De eerste experimenten zijn veelbelovend.”

Tekst: Ans Aerts

Page 12: Gram april 2016

12 GRAM | april 2016

Afvalinzamelaars zorgen voor veel vervoersbewegingen in binnensteden.

Gemeenten zijn hier sterk bij betrokken en hechten veel waarde aan een

groen imago. De afvalbranche is koploper in de toepassing van alterna-

tieve brandstoffen. Zo zijn er al meer dan 140 achter en-zijladers die rij-

den op CNG. Inzamelbedrijf Meerlanden heeft dit jaar als doel om volledig

klimaatneutraal afval in te zamelen met voertuigen die rijden op CNG.

Publieke inzamelaars Rova en Omrin bevinden zich ook in een volledige

transitie naar groengas. Ook hybride inzamelvoertuigen maken een ge-

stage opmars. Aandrijving op basis van diesel en elektriciteit maakt een

brandstofbesparing van 30 procent mogelijk en een vergelijkbaar percen-

tage CO2-reductie ten opzichte van conventionele voertuigen. De meest

vooruitstrevende techniek is echter aandrijving op waterstof. De eerste

en enige door waterstof aangedreven vrachtwagen in Nederland is een

achterlader van Cure. Deze wordt in de milieuzone van de Eindhovense

binnenstad ingezet voor de papierinzameling.

Voordelen

Rijden op alternatieve brandstoffen draagt bij aan verbetering van de

leefomgeving en heeft een positieve uitstraling voor de branche. Het past

bij de duurzame ambities die gemeenten en inzamelaars nastreven. Ook

inzamelende partijen zien uitgelezen kansen op het gebied van promotie,

uitstraling en bewustwording bij de burger. Het vermindert het gebruik

van fossiele brandstoffen en de uitstoot van CO2. Euro VI voertuigen zijn

weliswaar schoner dan EURO V, toch zijn er aanwijzingen dat Euro VI voer-

tuigen onder stedelijke omstandigheden niet altijd echt

schoon zijn.1 Daarnaast zijn zware wegvoertuigen een

belangrijke bron van luchtverontreiniging en gezond-

heidsrisico’s. Daarbij gaat het onder andere om stiksto-

foxiden (NOx) die schadelijk zijn voor de gezondheid. In

de eerste plaats is dit voor de beladers ongezond maar

het is vaak ook niet in lijn met de groene doelstellingen.

Gas of elektrisch?

De branche heeft al jaren geleden de eerste stappen ge-

zet naar verduurzaming van het wagenpark. Dit heeft

geleid tot verschillende technologische opties, elk met

zijn eigen voor- en nadelen. De richting en het einddoel

is echter duidelijk: zero-emissie. Er zijn grofweg twee

wegen om dit te bereiken: gas of elektrisch. Voor de

komende jaren lijkt groengas de beste optie, elektrisch

heeft echter op de lange termijn de beste papieren [zie

kader]

De overheid stimuleert gemeenten om tot een schone,

veilige en duurzame mobiliteit te komen. Belangrijk hier-

in is de greendeal ‘zero emissie stadslogistiek’. Zoals de

naam al doet vermoeden, is het streven van de betrok-

ken partijen om het binnenstadvervoer in 2025 CO2-vrij

Alternatieve brandstoffen een logisch alternatief

De uitstoot van dieselvoertuigen ligt onder een vergrootglas. En hoewel vooral personenwagens in het nieuws zijn

geweest, stelt TNO dat onder stedelijke rijomstandigheden niet alle Euro VI vrachtwagens aan de Europese emis-

sienorm voldoen. Er zijn alternatieve brandstoffen die beter zijn voor het milieu, het imago en dat kostenneutraal

of tegen geringe meerkosten. Elektriciteit, waterstof, CNG (groengas) en LNG zijn van die ‘schone’ brandstoffen. Vijf

procent van de in Nederland geregistreerde inzamelvoertuigen rijdt al op deze alternatieve brandstoffen.

foto: E-Trucks Europe

Page 13: Gram april 2016

GRAM | april 2016 13

te maken. Bij voorkeur willen ze ook de

uitstoot van NOx, fijnstof en geluid in de

binnenstad als gevolg van stadslogistiek

terugbrengen tot vrijwel nul. Inmiddels

hebben al meer dan 30 gemeenten deze

Green Deal ondertekend.

Ook is visiedocument ‘Duurzame brand-

stof, visie met lef’ van de Sociaal-Econo-

mische Raad (SER) richtinggevend. In de

visie staat beschreven welke duurzame

brandstoffen ingezet en hoe vervoers-

middelen efficiënter gemaakt kunnen

worden om een bijdrage te leveren aan

de klimaatdoelen. Om deze klimaatdoe-

len te halen, zijn er in 2030 in Nederland

ongeveer 3 miljoen nul-emissie voertui-

gen nodig.

Businesscase

Een duurzaam initiatief is alleen maar vatbaar wanneer

er een positieve businesscase is. Gemeenten zijn wet-

telijk verplicht om huishoudelijk afval in te zamelen. Het

is de bedoeling dat dit efficiënt en effectief gebeurt om

de afvalstoffenheffing zo laag mogelijk te houden. Een

positieve businesscase is echter niet alleen in geld uit te

drukken. Want hoe druk je de bijdrage die wordt gele-

verd aan de klimaatdoelen (CO2-reductie), de verbetering

van de leefomgeving, imago, bewustwording burger en

profiteren van groene groei, uit? Met de huidige lage die-

selprijzen staat een kostenneutrale overstap naar CNG-

voertuigen onder druk. Hybride voertuigen brengen

meerkosten mee.

Volledig elektrische of waterstof voertuigen kunnen

alleen maar met een subsidie worden ontwikkeld en

aangeschaft. Deze (Europese) subsidies zijn overigens

beschikbaar. Door slimme constructies te bedenken kun-

Met het opwerken van GFT naar groen gas worden lokale ketens gesloten

Vergisten van GFT

Inzameling GFT

Biogas opwerken tot

groen gas

Externe partijen tanken

groen gas

Inzamelvoertuigen tanken groen gas

Overig gas wordt terug

in het gasnet

gepompt

CNG

De gas route bestaat uit wagens die lopen op CNG of LNG.

De techniek voor beide bandstoffen is inmiddels volgroeid.

Vooral wagens die worden aangedreven op CNG zijn erg po-

pulair. Dit gas is identiek aan de kwaliteit van aardgas, maar

duurzaam omdat het niet van fossiele oorsprong is. Groen

gas kan worden opgewekt uit gft-afval, een mooi voorbeeld

van circulaire economie. Kinderziektes zijn inmiddels vol-

ledig verholpen en dat maakt het een volwaardige vervanger

voor de achter en-zijladers die op diesel rijden. Fabrikanten

als Iveco, Scania en Volvo leveren al groen gas motoren en

Mercedes volgt binnenkort. Ook is er een landelijk dekkend

tanknetwerk.

Elektrisch

Elektrische aandrijving heeft als voordeel dat deze volkomen

uitstootvrij en stil is. Belangrijke overwegingen voor vuilnis-

wagens die vaak vroeg in de ochtend in stedelijke gebieden

worden ingezet. Zware hybride inzamelvoertuigen met een

elektrische aandrijving zijn onder andere operationeel in Bre-

da. Dit levert inclusief hybride opbouw een brandstofbespa-

ring van ongeveer 30 procent bij een maximaal geluidsniveau

van 72dB. De ontwikkeling van volledig elektrische voertui-

gen aangevuld met waterstof/brandstofcelsysteem als range

extender, staat echter nog in de kinderschoenen. Er zijn bijna

geen initiatieven van chassisleveranciers op dit front. Naast

Cure zijn andere koplopers nodig om te ontwikkelen, bedrij-

ven die aan de slag gaan met elektrische aandrijvingen.

1 zie: TNO-rapport TNO 2015 R10733; Uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof door dieselvoertuigen, 26 mei 2015.

nen zero-emissie voertuigen tegen geringe meerkosten in het wagenpark

worden opgenomen. Zo gaat de gemeente Breda, die zelf geen aanspraak

kan maken op subsidies, een afgeschreven voertuig tot volledig elektri-

sche laten ombouwen om het dan vervolgens te leasen omdat het lease-

bedrijf wel subsidies mag ontvangen.

Actie NVRD

De NVRD geeft de komende jaren extra aandacht aan het vergroenen van

het wagenpark in de branche. Uit de benchmark blijkt dat veel gemeenten

en inzamelaars serieus overwegen op alternatieve brandstoffen over te

stappen maar hier nog specifieke en uiteenlopende vragen over hebben.

Wij bundelen de vragen en staan in contact met inzamelaars, toeleveran-

ciers en dienstverleners die deze vragen kunnen beantwoorden. Op dit

dossier wordt nauw samengewerkt met Rijkswaterstaat. We onderzoeken

de animo voor een kennisbijeenkomst. U kunt uw interesse hiervoor ken-

baar maken via het Rik Hardenberg, tel. 088-3770020 en hardenberg@

nvrd.nl

tekst: Rik Hardenberg

Page 14: Gram april 2016

14 GRAM | april 2016

stelde toen hij de opdracht kreeg om op zoek te gaan

naar een klimaatneutrale oplossing voor het ophalen

van onder meer afval in het centrum. “De ervaring leert

dat elektrisch nog vaak te weinig capaciteit oplevert en

daardoor onvoldoende betrouwbaar is. Zeker in de win-

ter willen elektrische voertuigen nog wel eens minder

kilometers rijden op een volle accu dan in de brochures

staat beschreven.” En daardoor bleef waterstof als logi-

sche keuze over. “In 2015 ben ik de markt gaan onder-

zoeken. Elektrisch was toen nog een optie, net als wa-

terstof en eventueel een hybride systeem waardoor je

bij een lege accu of onvoldoende vermogen alsnog op

brandstof kunt overschakelen. Maar de ervaring leert

Steeds meer gemeenten in Nederland slaan de weg in naar energieneutraliteit. Maar de route is lang en ligt bezaaid

met lastige dilemma’s. In Groningen bijvoorbeeld is afgesproken om in 2025 de binnenstad volledig emissievrij te

krijgen. Voor de afdeling Stadsbeheer, die verantwoordelijk is voor al het gemeentelijk materieel, een uitdaging van

formaat. En dat begint al met de keuze: laten we ons wagenpark elektrisch rijden of op waterstof?

Groningen wil de weg op met waterstof

Gerrit Griffioen, hoofd afdeling Materieel bij de gemeente Groningen:

“In 2014 hebben we in Groningen een zogeheten Green Deal geslo-

ten waarin samen met partners (gemeenten, vervoerders, verladers,

autofabrikanten, ondernemings-, branche- en belangenorganisaties,

red.)  is afgesproken om de schadelijke uitstoot van voertuigen in de

binnenstad in 2025 naar nul terug te brengen. Dat heeft gevolgen voor

het vervoer van mensen, voor het bezorgen van pakketten en dus ook

voor het schoonhouden van de stad en het ophalen van afval. En als

je nagaat dat een voertuig een afschrijvingstermijn van tien jaar heeft,

zullen we nu al moeten beginnen met die opgave.”

Klimaatneutrale oplossing

Waterstof of elektrisch, dat was de vraag die Gerrit zichzelf als eerste

Page 15: Gram april 2016

GRAM | april 2016 15

dat medewerkers bij zo’n hybride systeem toch snel de

neiging hebben om over te gaan op regulier brandstof.

En dat wilde ik nu juist voorkomen. Zeker omdat we in

Groningen zitten en het gebruik van aardgas toch wat

gevoelig ligt. Het komt hier immers uit de grond en

heeft bodemverzakking tot gevolg. En daarnaast zorgt

het natuurlijk nog steeds voor CO2 uitstoot.”

 

Windturbines

De mogelijkheden van een waterstofoplossing leken

het beste in het Groningse plaatje te passen. “De vraag

was nog even hoe we aan het waterstof zouden ko-

men. Via een leverstation of een mobiel station? Maar

we hebben een lokale leverancier gevonden die water-

stof in gasvorm aan ons kan leveren en daarmee is dat

probleem opgelost.” Waterstof is geen fossiele brand-

stof zoals aardgas dat uit de grond gehaald kan wor-

den, maar moet geproduceerd worden. Dat proces kost

ook energie. Het gebruik ervan zou daardoor wellicht

de emissie-uitstoot in de Groningse binnenstad oplos-

sen, maar uiteindelijk niet de meest duurzame oplos-

sing hoeven zijn. Maar ook daar vond Gerrit een op-

lossing voor. “De Groningse leverancier die we vonden

gaat de overproductie van windturbines in de Noord-

zee gebruiken. ‘s Nachts draaien die windmolens na-

tuurlijk ook terwijl de vraag naar elek-

triciteit dan laag is. Door juist dan de

energie om te zetten in waterstofgas

werken we niet alleen met duurzame

energie, maar ook nog eens met ener-

gie die anders ongebruikt zou blijven.

Het was ook onze grote wens om te

kunnen zeggen dat het opwekken van

waterstof niet met gas of aardolie ge-

beurt.”

 

Griffioen keek bij drie bedrijven in

Nederland die voertuigen ombouwen

zodat ze op waterstof kunnen rijden.

“En sinds kort hebben we het contract

afgesloten voor de bouw van het eer-

ste  voertuig. Soms  worden  bestaan-

de voertuigen omgebouwd, maar wij kiezen binnen dit

project voor  nieuw. Het gaat om een kraan-trechter-

voertuig die gebruikt wordt voor het legen van onder-

grondse containers.” Het zal nog ongeveer een jaar

duren voordat  die daadwerkelijk op waterstof door

Groningen rijdt. “Waarschijnlijk eind 2016 of begin

2017. We beginnen met één voertuig, maar willen het

uitrollen over het gehele wagenpark als het een succes

blijkt te zijn. Op dit moment loopt er een subsidieaan-

vraag en als we die krijgen dan willen we nog twee

vrachtwagens en twee personenauto's om laten bou-

wen zodat ze kunnen rijden op elektriciteit of water-

stof.” Verder zijn er plannen om kleinere wagens, zoals

veeg- en borstelmachines ook op waterstof te laten rijden. “En willen

we de handveegdienst elektrisch materiaal laten gebruiken. Als we daar

de dag goed mee doorkomen, dan willen we de uitvoerende afdelingen

van Stadsbeheer met meer materiaal dat op elektra loopt uitrusten”,

zegt Gerrit ambitieus.

Subsidie 

De investering voor het vervangen van de bestaande voertuigen met

varianten die op waterstof rijden zijn nog behoorlijk hoog. Daarom is er

in Groningen op dit moment nog maar ruimte voor één en later wellicht

vijf wagens. “Het is inderdaad duurder, maar je moet als gemeente nu

ook lef laten zien als je duurzaamheidsdoelen wilt halen. En de water-

stoftechniek in combinatie met elektrisch rijden is be-

trouwbaarder dan alleen elektrisch rijden. Dat kan op

den duur voor onderhoudskosten zorgen. De afschrij-

vingsperiode voor een voertuig is nu tien jaar, maar

we hopen dat we dat kunnen verlengen tot zo’n veer-

tien jaar. Dan komen we op het break-even-point uit in

samenhang met een subsidie toezegging. We hebben

namelijk verschillende subsidie-aanvragen lopen.

Vooral in Brussel zijn er stimuleringsfondsen voor dit

soort projecten. Met een langere afschrijving en sub-

sidie-bijdrages zou het betaalbaar moeten zijn. Voor

dit eerste project leasen we het voertuig waardoor de

investeringskosten ook lager zijn.” De grote investe-

ring is ook de reden dat Groningen in eerste instantie

met  één  voertuig start. Het is inderdaad voorname-

lijk een geldkwestie. De proef met het eerste voertuig

past nog in het budget, maar willen we het op grotere

schaal doen dan zal de afschrijvingsperiode verder omhoog moeten en

is er meer subsidie nodig. Het is ook belangrijk dat de gemeentelijke

afvalstoffenheffing niet verder stijgt door deze investeringen.”

Volgens Gerrit is de overstap op waterstof spannend, maar wel de juiste

keuze. “Het gaat ook om het signaal dat we als gemeente willen afge-

ven en het is een eerste stap in de goede richting. Ik hoop dat we in de

komende jaren de maaimachines, veegmachines en alle andere voer-

tuigen emissievrij de weg op kunnen sturen.  Hopelijk raken onderweg

ook andere overheden, zoals gemeenten overtuigd van dit initiatief en

volgens ze het Groningse voorbeeld.”

Tekst: Sander Wageman

Gerrit Griffioen: “De proef

met het eerste voertuig past nog

in het budget, maar willen we het

op grotere schaal doen dan zal de

afschrijvingsperiode verder omhoog

moeten en is er meer subsidie nodig.”

Page 16: Gram april 2016

16 GRAM | april 2016

HOE ZIEN ZIJ DAT?

een muis in zit. Hiervoor rijden continu busjes van ge-

specialiseerde bedrijven het land door. Straks zijn alle

muizenvallen uitgerust met een sensor en hebben ze

een verbinding via internet. Op afstand kunnen muizen-

vallen dan exact worden bestuurd, dankzij het Internet

of Things.”

Als tweede stelt de ontwikkeling van IoT bedrijven en

ook gemeenten straks in staat hun klanten beter te

bedienen, aldus Castermans. “Ze komen dankzij de

connected apparaten die tal van informatie uitwisse-

len, veel meer te weten over hun klanten. Wat hen in

staat stelt bijvoorbeeld betere service te bieden.” Als

voorbeeld hiervan noemt Castermans de komst van het

via IoT gekoppelde ‘smart’ bushokje, dat is uitgerust

met zogeheten ‘beacons’. Dat zijn kleine zendertjes die

communiceren met de mobiele telefoon van wachtende

reizigers in en rond het bushokje. “Bedrijven kunnen

zo op maat reclameboodschappen of andere informatie

versturen.”

Longe Range

KPN heeft proefgedraaid met een ander fysiek object in

de openbare ruimte: de lantaarnpaal. Het Havenspoor-

pad in Rotterdam heeft 185 lantaarnpalen die alleen

op volle sterkte branden als er fietsers of voetgangers

passeren. In het donker hebben de lichtmasten nog

maar een tiende van het vroegere elektriciteitsverbruik

nodig. Het bedienen van de lichtmasten en het oplos-

sen van storingen gaat via een gemeenschappelijk

IoT-platform, waar de lichtmasten mee communiceren.

Hiervoor heeft KPN speciaal het LoRa-netwerk ontwik-

keld. De letters staan voor ‘Longe Range’. LoRa is be-

doeld voor apparaten die slechts af en toe een hele

kleine hoeveelheid data doorgeven en niet continu in

verbinding met internet hoeven te staan. LoRa is inte-

ressant voor stand-alone producten waar geen stroom-

kabel naartoe loopt en dus een batterij in moet. Het

geringe dataverkeer zorgt ervoor dat de batterijen lang

meegaan. Bij LoRa maakt het voor de kosten niet uit of

je slechts één of wel duizend apparaten wilt bedienen,

aldus KPN, dat het draadloze netwerk nog dit jaar wil

uitrollen in ons land en verwacht dat er over tien jaar

tal van IoT-toepassingen zijn. Door elke parkeerplaats

met een magneet- of infraroodsensor uit te rusten kan

Het Internet of Things, kortweg IoT, openbaart zich als de vierde industriële revolutie. Miljoenen machi-

nes en apparaten zijn straks op grote afstand met elkaar verbonden. Om met slimme sensoren via inter-

net realtime steeds meer informatie uit te wisselen. Ook in de afvalsector. Door IoT is de burger straks

‘connected’ met de afvalcontainer. En dat is waardevol voor de scheidingsambities van de gemeente.

Burger en afvalbak voortaan connected

Winkelwagentjes, fietsen, auto’s of zeecontainers, maar

ook huisdieren, kinderen en ouderen. Alles wat kwijt

kan raken, verdwalen of gestolen worden, is straks via

kleine sensoren te traceren via het ‘Internet der Dingen’.

Maar deze wellicht tot de verbeelding sprekende mo-

gelijkheid van IoT is maar een van de vele winstpun-

ten. Joris Castermans volgt de IoT-trend al jaren op de

voet. Eerst als adviseur bij innovatiecentrum Syntens

voor het midden- en kleinbedrijf, nu als zelfstandige.

Castermans is een veelgevraagd spreker over het IoT

om de kansen voor het bedrijfsleven toe te lichten. “De

ontwikkeling is onomkeerbaar. De kosten voor internet-

verbindingen en hardware gaan gestaag omlaag, dus

financieel gezien worden de drempels van IoT steeds

lager, wat een belangrijke eis is voor het toepassen van

deze technologie.” Castermans noemt twee belang-

rijke vruchten van IoT. “Als eerste kunnen we er pro-

cessen mee verbeteren en efficiënter maken. Neem het

simpele voorbeeld van een ‘connected’ muizenval. In

supermarkten staan tientallen professionele muizenval-

len. Die moeten nu een voor een worden bekeken of er

De burger kan zijn afvalpas straks opwaarderen via internet.

De container herkent de pas via een IoT-platform.

Page 17: Gram april 2016

GRAM | april 2016 17

Burger en afvalbak voortaan connectedvia LoRa een parkeermanagementsysteem worden uit-

gelezen om de vrije plekken bij te houden. Ook noemt

KPN het bewaken van het verzadigingsniveau van dij-

ken. Het telecombedrijf denkt dat behoefte groeit, om

fysieke objecten op afstand in de gaten te houden of

korte boodschappen te laten versturen.

KPN noemt in zijn brochure over LoRa nog een object

in de openbare ruimte: de afvalbak die een seintje geeft

als hij vol zit. De ‘smart’ afvalcontainer is al een feit,

weet technisch directeur Wilfred van Viegen van Kliko.

“Sinds een jaar of tien maken we de vulgraad van afval-

containers inzichtelijk. We zijn daar eind jaren negentig

al mee begonnen.” Het slimme brein in de afvalcontai-

ner is een microprocessor – zeg maar een kleine com-

puter – die van alles registreert en met de beheerder

communiceert. “Zo worden de volumekleppen van de

inwerpzuil aangestuurd en kunnen burgers in diftar-

gemeenten bijvoorbeeld kiezen of ze 30 of 60 liter af-

val willen storten. Dat wordt allemaal geregistreerd en

later kan de burger daar de factuur over verwachten.”

Ook gegevens over storingen en onderhoud en zelfs de

inhoud van de accu van de met lichtcellen uitgeruste

afvalcontainers worden op die manier bijgehouden, al-

dus Van Viegen.

Afvalchipknip

Niks nieuws dus. Wat wel een nieuwe ontwikkeling is,

en dat is volgens Van Viegen een echte praktijktoepas-

sing van IoT, is de koppeling van burger en afvalcon-

tainer via een persoonlijke internetpagina. “Inwoners

kunnen hun afvalpas via internet opwaarderen, om hun

restafval in wijkcontainers te kunnen doen. Voor elke

storting moet er voldoende saldo op hun pasje staan.

De opwaardering van de afvalpas is pas afgerond, wan-

neer de toegangscontrole in de container de pas herkent.” Via een IoT-

platform wisselt de afvalcontainer informatie met de gebruiker uit. Zo

kan een burger, die bijvoorbeeld drie afvalcontainers bij hem in de buurt

tot zijn beschikking heeft, zien bij welke container hij het best terecht

kan, als een andere afvalcontainer vol of in onderhoud is. Het LoRa-net-

werk leent zich overigens niet voor de besturing van een ondergrondse

afvalcontainer met toegangscontrole. “Enkel de vulgraad via LoRa laten

communiceren is geen probleem, maar het faciliteren van de burger

met een pasjessysteem vergt meer dataverkeer. Daar is een systeem als

LoRa niet geschikt voor”, zegt Van Viegen.

De ontwikkelingen rond het nieuwe inzamelen roepen om technologi-

sche vernieuwingen als IoT. Bij de burger ligt nadrukkelijk de taak om

met meer gescheiden inzameling het VANG-programma (Van Afval Naar

Grondstof) tot een succes te maken. In 2020 mag de gemiddelde Neder-

lander nog maar honderd kilo restafval produceren (nu nog 210). Het

slimme IoT-vernuft in de afvalcontainer kan de burger bij de les hou-

den, doordat er voortaan op gewicht geregistreerd wordt. “Via internet

krijgen burgers straks mogelijk te horen of hun scheidingsresultaat de

goede richting opgaat en of ze voldoende grondstoffen uit hun restaf-

val apart houden”, zegt Van Viegen. Volgens IoT-specialist Castermans

bevestigt dit de verwachting dat ook gemeenten dankzij deze ontwik-

keling hun klanten, in dit geval de burger, op maat kunnen bedienen.

“Dankzij de ‘connected’ afvalcontainer weet de gemeente straks veel

meer over het scheidingsgedrag van individuele burgers. Al die informa-

tie is waardevol om de burger gericht te prikkelen zijn afval nog beter

te scheiden.”

Tekst: Pieter van den Brand

Netwerkinfo

• Castermans Connected, Joris Castermans,

[email protected],

www.castermansconnected.com,

www.linkedin.com/joriscastermans,

@joriscast.

• Kliko, Wilfred van Viegen,

[email protected], www.kliko.nl,

www.linkedin.com/wilfredvanviegen,

@wvvkliko.

Door het Internet of Things is de burger straks ‘connected’

met ‘zijn’ afvalcontainer.

Page 18: Gram april 2016

18 GRAM | april 2016

De toekomst van afvalverbranding

HOE ZIEN ZIJ DAT?

De toekomst is ongewis. Er zijn ambitieuze beleidsdoelen over klimaat

en afval, maar wat ervan wordt waargemaakt is sterk afhankelijk van

de economie. Maar wat er ook gebeurt, je hoeft geen doorgewinterde

waarzegger te zijn om in de kristallen bol te zien dat we met zijn allen

over vijftien jaar flink minder afval aan straat zullen zetten. Een circulaire

economie waarin afval goeddeels is uitgebannen en alle reststoffen als

secundaire grondstoffen opnieuw worden ingezet, is vermoedelijk ook

in 2030 nog een droom. Maar vaststaat dat zowel de consument als het

bedrijfsleven spaarzamer met grondstoffen en energie omgaan.

Dat zal zijn weerslag hebben op de afvalverbranding. Nu al kampen de

twaalf afvalverbrandingsinstallaties (of afvalenergiecentrales) waar afval

wordt verbrand (ook wel thermische recycling genoemd) met een over-

capaciteit die de branche invult door buitenlands afval te importeren.

“En daar is helemaal niks mee mis”, zegt Dick Hoogendoorn, voorman

van Vereniging Afvalbedrijven. “Als er maar geen recyclebaar afval wordt

verbrand. Het bedrijf die dat doet, zal terecht aan de schandpaal worden

genageld”, aldus Hoogendoorn.

Balkon

Niettemin denkt Hoogendoorn dat niet alleen verbranding maar ook

stortplaatsen over vijftien jaar nog een onlosmakelijk en essentieel

onderdeel vormen van de circulaire economie. “Met respect voor de

doelstellingen van het VANG programma Hoogbouw, maar je kunt een

modale Rotterdammer niet opzadelen met vier afvalbakken op zijn bal-

konnetje en een afvalstoffenheffing van 700 euro per jaar in plaats van

350 euro. Er is ergens een optimum in de hoeveelheid afval die je tech-

nisch, economisch en sociaal kunt recyclen.”

Dat er dus afval wordt verbrand, is evident. De Europese

markt zal het moeten oplossen. “Het is beter om afval

uit het Verenigd Koninkrijk en Ierland hier te verbranden

dan daar te storten, ongeacht het transport”, zegt Hoog-

endoorn. “Sterker, Rotterdam ligt dichter bij Londen dan

Leeds waar een afvalverbrandingsinstallatie staat.” Maar

als er installaties in Nederland moeten afschakelen om-

dat lidstaten zelf in capaciteit gaan voorzien, gaan ze

dicht of zullen ze worden omgebouwd voor de inzet van

biomassa, zegt Hoogendoorn beslist. “De markt zal zijn

werk doen.”

Grondstoffenrevolutie

Ook Suez-topman Wieger Droogh voorziet een sterke te-

rugloop van te verbranden afval in 2030. ‘Wij zijn klaar

voor de grondstoffenrevolutie’ staat er op een banner

op het hoofdkantoor in Arnhem. Zijn visie: “De druk

neemt toe om slimmer om te gaan met afval en energie.

Ik ben helemaal geen groene voorvechter, maar we kun-

nen toewerken naar een veel hoogwaardiger niveau van

hergebruik. We kunnen nog veel meer uit afval halen in

plaats van het te verbranden.”

Achteraf gezien staat er in Nederland teveel verbran-

dingscapaciteit, vindt Droogh. “Als we beter hadden

overlegd en samengewerkt met concurrerende installa-

ties, was er misschien al eerder meer geïnvesteerd in re-

cyclingsinstallaties.” Suez steekt zijn hand in eigen boe-

zem. “We waren dan misschien direct een partnership

gestart met een collega-avi, hadden dan misschien met

AZN in Moerdijk overlegd en onze installatie in Roosen-

daal niet geupgraded van 80 duizend naar 300 duizend

ton afval”, zegt Droogh.

Net als Hoogendoorn vindt Wieger Droogh dat de Eu-

Dick Hoogendoorn (Vereniging

Afvalbedrijven): “Afvalenergiecentrales

en stortplaatsen zijn wezenlijke

elementen in de circulaire economie.”

De wereld verandert, de economie fluctueert. De afvalmarkt beweegt mee. Hoe ziet de toekomst van de afvalmarkt

eruit? In een nieuwe rubriek laat GRAM insiders aan het woord. In deze aflevering: de afvalverbranding.

foto: Twence

HOE ZIEN ZIJ DAT?

Page 19: Gram april 2016

GRAM | april 2016 19

ropese verbrandingsmarkt op dit moment op prettige

wijze tegemoet komt aan de overcapaciteit. “Nu nog

vullen we capaciteit met afval uit Engeland en Ierland.

Op termijn komen daar misschien andere landen bij die

vanuit een situatie van storten meteen doorpakken naar

meer recycling zonder te hoeven investeren in dure ver-

brandingsinstallaties.” Als de circulaire economie echter

overal volop doorzet, voorziet Droogh op den duur een

ombouw van de avi’s tot bijvoorbeeld biomassa-installa-

ties. “Of ze komen in de mottenballen.”

Kringloop

Bij Twence is directeur Marc Kapteijn blij met het aan-

bod van afval uit het buitenland. Met 240 duizend ton

per jaar uit Duitsland en Engeland zijn de Twence-ovens

voor bijna 40 procent gevuld met buitenlands afval. “De

afvalverbranding in Nederland heeft zich ontwikkeld tot

thermische recycling. Dat heeft een positieve uitstraling”,

zegt Kapteijn. “Er worden steeds meer grondstoffen als

metalen en mineralen in kringloop gehouden die niet

met traditionele recycling kunnen worden teruggewon-

nen. Traditionele recycling en thermische recycling zijn

daarmee complementair aan elkaar en vullen elkaar aan.”

Maar er worden niet alleen metalen en mineralen terug-

gewonnen. “We gebruiken ook steeds meer synthesegas

– een mengsel van waterstof en koolmonoxide – en af-

gevangen CO2 om diverse basisstoffen voor de chemi-

sche industrie te produceren”, zegt Kapteijn. Bovendien

wordt de geproduceerde energie die niet afgezet kan

worden bij regionale afnemers en warmtenetten steeds

meer ingezet voor processen om uit organische afval- en

materiaalstromen hoogwaardige biogrondstoffen voor

de (chemische) industrie te produceren. Twence werkt

samen met het 500 meter verderop gelegen AKZO No-

bel, dat pekelzout uit de grond haalt, om stoom te her-

gebruiken en uit gft biomethanol of ethanol te maken

dat in de chemische processen wordt toegepast. “Dat

zal over 15 jaar een nog veel grotere vlucht nemen”,

verwacht Kapteijn.

Europese markt ontwikkelen

Kapteijn ziet een gevaar in het eenzijdig concentreren

op korte termijn deeloplossingen, zoals materiaalre-

cycling, ‘inclusief de downcycling tot bermpaaltjes’.

Kapteijn: “Als te gemakkelijk thermische verwerkings-

capaciteit wordt afgebouwd komt de productie van bio-

grondstoffen en basisgrondstoffen in gevaar, zeker zolang er nog niet

een volledige verduurzaming van de energievoorziening is gerealiseerd.

Daardoor zal ook de afhankelijkheid van grondstoffen die van buiten

Europa komen niet verminderen.”

Ook Droogh ziet als voornaamste bedreiging dat de Europese marktge-

dachte wordt losgelaten. “Het is geen goede zaak als elk land weer hele-

maal voor zichzelf gaat zorgen, bijvoorbeeld door politieke omwentelin-

gen als ‘Brexit’. We kunnen door goede samenwerking tussen landen en

tussen bedrijven elkaars afval verbranden, elkaar secundaire grondstof-

fen en energie terugleveren en juist daardoor als grondstofarm Europa

meer onafhankelijk worden.”

Continuering van de Europese marktgedachte is ook Dick Hoogendoorn

een lief ding waard. Hij ziet dan namelijk vooral kansen voor de verbran-

dingssector over 15 jaar. “Doorgaan met het optimaliseren van de ener-

giebenutting van het afval, dus meer stroom, stoom, warmte en CO2

benutten in nabijgelegen industriële bedrijven. Ook vooral doorgaan met

slim schoonmaken van bodemassen, zoals we in de Green Deal daarover

bewerkstelligen.”

Boterkuipjes

Dick Hoogendoorn meent dat burgers eraan moeten wennen dat het af-

val binnen Europa beweegt. “We vinden het normaal dat snijbloemen bin-

nen 24 uur na de veiling in Aalsmeer in een bloemenstalletje in Chicago

liggen – zoals ik laatst zag. Daarover zegt niemand ‘laat die Amerikanen

een eigen Westland bouwen'.”

Sterker nog, zegt Wieger Droogh van Suez, “die bloemen worden voor

het merendeel geteeld in Afrika en via Aalsmeer verhandeld.” Volgens

Droogh zullen burgers meer verschillende auto’s van afvalbedrijven op

elkaars terreinen gaan zien. Ook voor het personeel van afvalbedrijven

is het oude vijanddenken voorbij. “We zullen meer en beter gaan samen-

werken.”

Ook moet de afvalbranche het publiek nog beter dui-

delijk maken dat het gescheiden afval ook werkelijk

in producten terugkeert. Dat sentiment wat af en toe

opduikt van ‘ze gooien het later toch weer bij elkaar

in de verbrandingsoven’ is echt onzin, aldus Droogh.

Bedrijven moeten meer secundaire grondstoffen in-

zetten en kijken of ze de productspecificaties kun-

nen aanpassen om bijvoorbeeld met 90 procent in

plaats van 100 procent zuiver PP of PE uit de voeten

te kunnen.

Ook Marc Kapteijn is die mening toegedaan, maar hij vindt ook een ge-

dragsverandering bij de burger gewenst. “Die zal eraan moeten wennen

dat er straks op zijn Senseo staat ‘dit apparaat bestaat voor 25 procent

uit verpakkingsafval'.”

Tekst: René Didde

Wieger Droogh (Suez): “Door meer samen

te werken tussen afvalbedrijven en tussen

landen zal de afvalverbranding afnemen

en de circulaire economie groeien.”

Marc Kapteijn (Twence): “De opbouw

van de circulaire economie komt in een

stroomversnelling als we de inzet van

fossiele brandstoffen versneld afbouwen.”

Page 20: Gram april 2016

20 GRAM | april 2016

“Trots op de Koninklijke NVRD!”NVRD-ER FRITS BAKKER NEEMT AFSCHEID

Eind maart nam Frits Bakker, NVRD-er in hart en nieren, afscheid van de gemeente Renkum om van zijn pensioen te gaan

genieten. Een nieuwe uitdaging zoekt hij niet, wel wil hij zich nog meer bezighouden met zijn grote hobby: onderhoud

van materieel bij de Waterscouting. GRAM sprak met hem over zijn tijd ‘in het afval’.

Hoe ben je in het afval terecht ge-

komen?

Ik heb 38 jaar gewerkt voor de gemeen-

te Renkum, onder meer als beleidsamb-

tenaar voor bouw- en woningtoezicht,

voor milieuzaken en als dorpsmanager

Wijkbeheer. In 2001 trad Renkum toe

tot Afvalcombinatie De Vallei (nu ACV-

groep). Sinds dat moment heb ik ge-

werkt als vertegenwoordiger van de ge-

meente richting ACV.

Je was betrokken bij de sector Re-

gievoerende Gemeenten van de

NVRD. Hoe belangrijk is die sector?

Het is belangrijk dat gemeenten, naast

de VNG, specifiek vertegenwoordigd zijn

in de afvalsector. Niet alleen de uitvoer-

ders, maar juist ook de beleidsmensen.

Om te zorgen dat ook de ‘grondstoffen-

kant’ en de inwoners worden gezien. Wij,

beleidsmensen, zijn de verbinding naar

het bestuur van de gemeenten en ge-

meenteraad, en waken over de belangen

van de bewoners. Wat is haalbaar in je

eigen gemeente? Op dit moment worden

er al snel vier minicontainers bij mensen

achter het huis geplaatst, maar dat is niet

voor iedereen wenselijk of haalbaar. Be-

woners van Renkum krijgen de keus. De

duobak gaat verdwijnen en laagbouwbe-

woners kiezen voor hun restafval straks

uit een 140 of 240 kg bak, waar

diftar op ingevoerd wordt.

De bewoners van gestapelde

bouw krijgen toegang tot een

ondergrondse container met

pasje. Laagbouwbewoners die

geen container willen, kunnen

hier ook voor kiezen. Het leve-

ren van maatwerk en service is

voor onze inwoners belangrij-

ker dan efficiëntie.

De sector is ook belangrijk

voor de uitwisseling van ken-

nis tussen gemeenten en om

best-practices te delen. Even-

als de inzet voor het verkrijgen

van realistische vergoedingen

op het gebied van producentenverant-

woordelijkheid.

Jij hield je bezig met zowel afval als

BOR. Dit ligt in veel gemeenten niet

bij dezelfde persoon. Zou dit wel

moeten?

Onze dienstverlener ACV-groep ver-

zorgt naast de afvalinzameling en ver-

wijdering ook gladheidbestrijding en de

reinigingstaak. Het is goed dat er een

contractbeheerder met kennis van za-

ken is, die het totaaloverzicht heeft. Die

niet alleen vanachter zijn bureau werkt,

maar ook weet wat er buiten gebeurt. Ik

zat op een kantoor op de gemeentewerf

met uitzicht op het afvalbrengstation.

Dus met zicht op BOR-zaken en dicht bij

de uitvoering. Voor de ACV-groep is het

ook goed één aanspreekpunt bij de op-

drachtgever te hebben.  

Waar verbaas je je over in het ge-

meentelijke afvalbeleid en/of het

beheer van de openbare ruimte?

Ik verbaas me erover dat er nog steeds

weinig standaardisatie is. Er is overal

een veelheid van, denk aan soorten con-

tainers en materieel. Iedereen vindt het

wiel opnieuw uit; een verkwisting van

geld en tijd.

Wat zou er nog geregeld moeten

worden in het (inter)nationale af-

valbeleid?

Het is belangrijk dat gemeenten de

zorgplicht op de afvalinzameling blij-

ven behouden. Met een verdergaande

producentenverantwoordelijkheid is het

bedrijfsleven verantwoordelijk voor de

herverwerking van de potentiële grond-

stoffen. Ik vind het een onhandige ac-

tie van de partijen om het sorteren en

vermarkten bij gemeenten te leggen.

Gemeenten moeten geen risicodragers

zijn, zoals nu bij het PMD. De oude re-

geling was uitstekend. Het oud papier is

een uitzondering hierop, omdat er van

oudsher afspraken zijn met verenigin-

gen.

Hoe zie jij dit werkveld over 20 jaar

en wat is de gemeentelijke rol vol-

gens jou hierbij?

De trend bij de overheid is het op af-

stand zetten van de uitvoering. Dat zal

een verdergaand proces zijn. Het is wel

zaak voor gemeenten dat zij kennis in

huis houden om een goede sparring-

partner te zijn en geen speelbal.

Wat wil je nog zeggen tegen de le-

den van de NVRD?

Wees trots op uw Koninklijke NVRD. Het

bureau samen met de actieve leden zor-

gen ervoor dat de NVRD ertoe doet bij

zowel het ministerie IenM als de VNG,

naar de landelijke politiek. Ook zorgt

de NVRD voor een uitstekende kennis-

deling, waaronder de uitstekend geor-

ganiseerde benchmarks, kennisbijeen-

komsten en bedrijfsbezoeken. Ik ben

blij met de goede samenwerkingen met

Gemeente Schoon en met het VANG-

programma. Werk samen en dan kom je

heel ver. Het gaat u goed.

Tekst: Karin Hegeman

Page 21: Gram april 2016

column

Techniek verandert

Het is niet zo heel lang geleden dat ik een dag mee mocht rijden op de huisvuilwagen bij DAR in Nijmegen. Samen met Chris, de chauffeur, zat ik op zijn zijlader waarmee we gft-afval in Nijmegen-Lent gingen ophalen. Een vriend van mij werkte een jaar of tien geleden op een huisvuilwagen toen vrijwel overal nog met zakken werd gewerkt of bakken moesten worden aangehaakt. Nu haalde Chris met een joy-stick met groot gemak de bakken binnen en moest ik hooguit af en toe een vuilnisbak rechtzetten. Techniek verandert het werk van de mensen die bij onze bedrijven werken en het is onze plicht na te denken over wat dit betekent voor deze mensen.

Techniek helpt ons, maar zorgt ook voor ander soort belasting. Wie had ooit gedacht dat een muis- of tennisarm en overgewicht misschien wel een groter probleem zouden worden dan een slechte rug voor de mannen op de wagen? Niet voor niets gaan we de P90- norm herijken, omdat ook regels moeten meegroeien met de tijd. We moeten niet vasthouden aan een 20 jaar oude norm, maar kijken naar wat nu de praktijk is in de inzameling en daarin goede afspraken maken over hoeveel werk een inzamelaar kan doen en gezond oud worden.

Maar dat is natuurlijk niet alles. Wij zijn druk bezig met het sectorplan AMBOR. Steeds meer mensen krijgen een startkwalificatie waardoor ze meer kansen krijgen. Daarnaast hebben we al jaren geleden met partners een arbo-catalogus in het leven geroepen. Allemaal belangrijke ontwikkelingen waarmee we aandacht besteden aan de werknemers, de mensen in onze branche. Een taak die we serieus nemen omdat we op deze manier het werk veilig en leuk houden. Werk waar we samen trots op mogen zijn.

nieuws

NVRD agenda

8 april Juridische werkgroep

14 april commissie KAM

14 april commissie I&R

14 april regiobijeenkomst Midden Nederland

14 april Heidag bestuur en bestuursvergadering

21 april Nationaal Gladheidbestrijdingscongres

22 april commissie Markt & Overheid

26 april commissie BOR

12 mei VANG-workshop Textiel regio Noord

“Trots op de Koninklijke NVRD!”

Keurmerk Beeldschoon

Het schema 'Keurmerk Beeldschoon' is ge-

accepteerd door de Raad voor Accreditatie.

Ook hebben certificeringsinstellingen TUV

en Kiwa een overeenkomst gesloten met

de NVRD voor toepassing van het schema.

Er staat dus niets meer in de weg om het

certificeringsschema toe te passen en het

keurmerk Beeldschoon aan te vragen. Het

keurmerk staat voor een landelijke aan-

vaarde norm voor beeldgericht werken in

het beheer van de openbare ruimte. Met

het keurmerk toont een uitvoerend partij

aan dat het daadwerkelijk in staat is beeld-

gericht te werken. Voor opdrachtgevers

is het een bewijs dat er wordt gewerkt

met een goed bedrijf dat zijn processen

op orde heeft en de uitvoering deskundig

en efficiënt uitvoert. Het keurmerk is een

branche-specifiek schema en uitermate ge-

schikt om kwaliteitszorg door te vertalen

naar de werkvloer en vormt zo een wel-

kome aanvulling op meer algemene kwali-

teitssystemen als ISO 9001. Het keurmerk

Beeldschoon is door de NVRD ontwikkeld

in het kader van GemeenteSchoon en is

te gebruiken voor alle ambitiethema's

schoon en heel.

Meer informatie: Bas Peeters, peeters@

nvrd.nl of www.nvrd.nl/stream/keur-

merkbeeldschoonflyer2015312

Nieuwe bijeenkomst

Young Professionals

Altijd al willen weten hoe afgedankte

kunststoffen tot schone grondstof wordt

opgewerkt? Tijdens de Young Professio-

nals bijeenkomst op 13 mei aanstaande,

kom je er alles over te weten! Deze mid-

dag draait het om samen met generatie-

genoten je netwerk uitbreiden en meer

leren over de verschillende disciplines in

de afvalbranche. Naast een rondleiding

bij Van Werven Recycling in Biddinghui-

zen zal een inspirerende spreker zijn vi-

sie geven op de balans tussen aarde en

mens. Ook wordt aandacht gegeven aan

jouw persoonlijke ontwikkeling door een

training over verandermanagement. Na-

tuurlijk wordt de bijeenkomst afgesloten

met  een gezellige borrel.  Ben jij jonger

dan 35 jaar en werkzaam in de afvalbran-

che? Meld je dan nu aan voor deze gra-

tis bijeenkomst via onze linkedin groep

NVRD Young professionals of mail naar

[email protected]

Page 22: Gram april 2016

22 GRAM | april 2016

Veiligheidsbewustzijn, medewerkersgezondheid en duurzame inzetbaarheid zijn kernwoorden voor de afvalbranche

in Nederland. De afgelopen jaren is voor deze aspecten steeds meer aandacht gekomen. Zeker ook dankzij het werken

met de Arbocatalogus Afvalbranche.

Onderzoek actualisering P90-NormNAAR EEN NIEUWE LEIDRAAD FYSIEKE BELASTING

De fysieke belasting van medewerkers – hoeveel en hoelang kan ie-

mand hoeveel tillen, duwen of sjouwen – blijft een belangrijk aan-

dachtspunt. Begin jaren negentig was dit een groot probleem en zorg-

de het voor veel uitval. Om de fysieke belasting bij het inzamelen van

huishoudelijk afval te reguleren is na uitvoerig onderzoek in 1994 een

leidraad opgesteld. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Studie-

centrum Arbeid en Gezondheid van de Universiteit van Amsterdam en

de Vakgroep Gezondheidskunde m.b.t. Bewegen van de Vrije Univer-

siteit en leverde het rapport 'Arbeidsbelasting van huisvuilbeladers bij

reinigingsdiensten' op. De belangrijkste aanbeveling uit dit rapport:

ten minste 90%, ofwel een percentiel deel van 0.9, moet het werk

kunnen doen zonder energetisch overbelast te worden in termen van

arbeidsduur en tonnage. Dit werd de P90-norm.

Oude norm

De P90 specificeert voor de drie in 1994 meest voorkomende inzame-

lingsmethoden – afvalzakken, minicontainers 240 liter en wijkcontai-

ners 1100 liter – hoeveel productie in termen van kilogram, colli of

uren een belader per dag mag leveren zonder een verhoogd risico op

een te hoge energetische belasting. De Arbeidsinspectie (nu Inspectie

SZW) hanteert de leidraad sinds 1998 ongewijzigd als norm waarop

wordt gehandhaafd. De techniek van afvalinzameling, de middelen

waarmee wordt ingezameld en het beleid zijn de afgelopen twintig

jaar echter sterk veranderd. Scheiding van huishoudelijk afval in

verschillende stromen naast restafval is toegenomen en zal met het

programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) een hogere vlucht ne-

men. Het scheiden van afval beïnvloedt het gewicht van containers en

zakken die worden ingezameld. Stromen die sinds 1994 afzonderlijk

worden ingezameld, zoals gft en kunststof, zorgen voor een ander

gewicht per colli. Een volle zak met kunststofverpakkingen is veel

lichter dan een zak met restafval. Een minicontainer met gft in het

voorjaar is veel zwaarder dan een minicontainer met kunststof. Met

deze veelvoud aan inzamelingsmodaliteiten is geen rekening gehou-

den in de norm. Tevens zijn afvalinzamelingsdiensten gaan werken

met een variëteit aan (mini)containers van verschillende inhoud of bij-

voorbeeld duobakken. De twintig jaar oude norm is niet meegegroeid

met deze ontwikkelingen.

Nieuw onderzoek

Deze ontwikkelingen vragen al een aantal jaar om een hernieuwd on-

derzoek naar fysieke belasting in de inzameling van huishoudelijk af-

val. Sinds de oprichting van de Stichting Arbocatalogus Afvalbranche

(StAA) in 2011 is gewerkt aan draagvlak bij alle aangesloten partijen.

Op verzoek van de StAA hebben NVRD en Vereniging Afvalbedrijven

(VA) samen met sociale partners een Werkgroep P90 gevormd. Ver-

volgens hebben een aantal gesprekken met de Inspectie SZW plaats-

gevonden. Belangrijk om het onderzoek te laten doorgaan was het

standpunt van de Inspectie dat dit door een erkend

ergonoom (geregistreerd Europees Ergonoom (Eur.

Erg.) uitgevoerd moest worden. De Werkgroep heeft

onder meer op basis van goede ervaringen uit het

verleden gekozen voor het ergonomisch onderzoeks-

bureau vhp human performance. De uitkomst van het

onderzoek moet volgens de Werkgroep bestaan uit

aanbevelingen voor een nieuwe, flexibele leidraad die

kijkt naar de fysieke belasting op weekniveau. Van be-

lang is dat de nieuwe P90-leidraad zowel gericht is op

energetische belasting – dat wil zeggen moe worden

van zwaar werk – als ook op mechanische belasting,

belasting van rug, gewrichten, spieren en pezen door

kracht zetten.

Om het onderzoek uit te voeren hebben VA en NVRD

middelen beschikbaar gesteld. Het O&O Fonds Af-

val- en Milieubedrijven en het A&O Fonds Gemeenten

doen eveneens een duit in het zakje. De bedrijven in

de werkgroep dragen bij door te participeren in de pi-

lot. Ten slotte stelt het ministerie van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid 50% cofinanciering beschikbaar. Met

de bereidheid van deze partijen om mee te doen, is er

breed maatschappelijk draagvlak voor het onderzoek:

brancheverenigingen, werkgevers en werknemers en

SZW zien allen het belang in.

foto: Guido Koppes, Nationale Beeldbank

Page 23: Gram april 2016

GRAM | april 2016 23

Onderzoek actualisering P90-NormMetingen

Nu de financiering, het verwerven van draagvlak en

het voorbereidende werk afgerond zijn, gaat het on-

derzoek een nieuwe fase in. De komende maanden

vindt bij een doorsnede van afvalinzamelingsbedrij-

ven en –diensten die representatief is voor Nederland

metingen plaats. Vanwege het belang van het onder-

zoek zijn betrouwbare en representatieve metingen

noodzakelijk. De Werkgroep heeft gekozen voor een

afgewogen aantal metingen waarbij diverse indelin-

gen mogelijk zijn. Dit betekent dat op basis van analy-

se van data diverse combinaties evenwichtig meege-

nomen worden. Uiteindelijk bestaat het onderzoek uit

62 verschillende 'meetcondities' die in onderstaande

tabel zijn opgenomen.

Borging en cultuuromslag

Op basis van de aanbevelingen die uit het onderzoek

komen, wordt er een jaar lang gewerkt met de nieuwe leidraad. Na

een jaar vindt er een evaluatie plaats en maakt de Stichting Arboca-

talogus Afvalbranche (StAA) nieuwe afspraken over fysieke belasting.

Op het moment dat deze afspraken door I-SZW zijn getoetst en vervol-

gens in de Arbocatalogus zijn verwerkt, gaat de afvalbranche deze ook

implementeren. Afspraken in de Arbocatalogus hebben immers een

wettelijke status. Daarnaast zullen beide brancheorganisaties via de

NVRD-commissie KAM en de commissie Arbo & Veiligheid van de VA

regelmatig aandacht besteden aan de nieuwe leidraad.

Belangrijk om op te merken in dit kader is ook dat het werken met de

nieuwe, flexibele leidraad een cultuuromslag vraagt bij medewerkers.

Werken met een weekleidraad heeft pas zin als niet alleen de plan-

ningsafdelingen verantwoordelijk zijn, maar als medewerkers zelf

ook zorgen dat het werk verspreid wordt. Spreiding van belasting van

het lichaam over de werkdag draagt immers bij aan duurzame inzet-

baarheid. Het onderzoek loopt tot oktober 2016.

Tekst: Peter Kerris

Modaliteit Bemensing team/wagen

soort afval

gft rest papier plastic glas takken huisraad

Bak 140 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √

Bak 240 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √

Bak 280/duo 2p √*1 √* √* √* 3p √* √* √* √*

Bak 550+660+770 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √

Bak 1000+1100 2p √ √ √ √ 3p √ √ √ √

Bak 1300+1400+1600 2p √ √ √ 3p √ √ √

Zakken 2p √ √ 3p √ √

Citybins 1p √ √ 2p √ √

Grofvuil 2p kraakwagen √ √2p platte wagen √ √3p kraakwagen √ √3p platte wagen √ √

Bak 2000 (kooi) 2p √ 3p √

Bak 2200 2p √ 3p √

1 De modaliteiten met een asterisk (*) worden gecombineerd.

Het onderzoek naar fysieke belasting bij de inzameling van huishoudelijk afval bestaat uit 62 verschillende meetcondities

Page 24: Gram april 2016

24 GRAM | april 2016

Eind vorig jaar riep het programmabu-

reau VANG-HHA gemeenten op om met

plannen te komen die de programma-

doelstellingen helpen realiseren. Guus

van den Berghe, programmamanager

vanuit Rijkswaterstaat: “Gemeenten spe-

len hierbij een belangrijke rol. Zij zijn

verantwoordelijk voor de inzameling van

het huishoudelijk afval en de voorlich-

ting van inwoners.”

Gevarieerde insteek

Uit alle inzendingen werden 14 plannen

geselecteerd en beloond met een finan-

ciële steun in de rug. “Gemeenten gaan

Het programma Van Afval Naar Grondstof - Huishoudelijk Afval (VANG-HHA) gaat 14 gemeentelijke plannen voor minder

restafval en betere afvalscheiding financieel steunen. Voor de uitvoering is in totaal 500.000 euro beschikbaar gesteld.

“Goed om te zien dat gemeenten op verschillende manieren actief aan de slag gaan.”

VANG-HHA steunt 14 plannen voor minder restafval en betere scheiding

op verschillende manieren aan de slag.

Goed om dat enthousiasme te zien. De

uitgekozen plannen combineren creativi-

teit met een degelijke concrete invulling.”

De insteek van de plannen varieert van

afvalcoaches als inzamelsteunpunt voor

inwoners en oplossingen voor afval-

scheiding in specifieke woonomgevin-

gen tot inspraak over het te kiezen in-

zamelsysteem in de wijk. De projecten

zullen de komende twee jaar actief wor-

den gemonitord om te kijken wat de wer-

kelijke effecten zijn op de doelstellingen

van VANG-HHA.

2020 en verder

De doelstellingen van VANG-HHA zijn

100 kilo restafval per inwoner per jaar en

75% scheiding van het restafval in 2020.

Uiteindelijk moeten alle inspanningen

leiden tot een circulaire economie met

gesloten ketens, waarbij het gescheiden

afval als grondstof dient voor nieuwe

producten.

Meer weten?

Kijk voor informatie over het program-

ma, voortgang van de verschillende

projecten en meer voorbeelden op:

www.vang-hha.nl.

Zaanstad Ondersteuning van inwoners op communicatief gebied bij een proefproject omgekeerd inzamelen in vier wijken.

Haarlemmermeer Ondersteuning bij het Grondstoffenplan 2015-2021 en de organisatie van drie inzamelproeven.

LisseOndersteuning bij een project rond ‘Afvalscheiding in de keuken’.

Delft Ondersteuning bij een onderzoek naar oplossingen voor de invoering van omgekeerd inzamelen in ‘logistiek complexe gebieden’ als het Delftse centrum.

Moerdijk Ondersteuning bij de invoering van een nieuw inzamelsysteem in samenwerking met haar inwoners met een hogere service voor inzameling van grondstoffen.

Kapelle Ondersteuning bij de voorbereiding en uitvoering van ‘Afvalscheiding in de keuken’.

Son en Breugel Ondersteuning invoering van omgekeerd inzamelen (wegende containers) in de hele gemeente.

MaastrichtOndersteuning bij uitvoering van vier van de zes pilots voor het project ‘Afvalloos Maastricht’ (gericht op onder meer gft-afval, luiers, textiel en grof huishoudelijk afval).

Geldermalsen Ondersteuning bij de campagne ‘Geldermalsen Afvalvrij’: wedstrijd voor het beste afval scheidende dorp en een proeftuinproject voor communicatie-tools in de wijk Kalenberg.

Enschede en AlmeloOndersteuning bij de inzet van ‘Afvalcoaches’ (voor de periode 2016-2018) om inwoners te helpen bij het verminderen van afval (preventie) en het scheiden van het afval.

Raalte Ondersteuning bij een proef met wasbare luiers en de aanschaf van het luiermateriaal voor deelnemende huishoudens.

Zwolle en Zwartewaterland (ROVA) Ondersteuning bij de ontwikkeling van communicatiemiddelen om inwoners te motiveren (nog) beter afval te scheiden.

Page 25: Gram april 2016

GRAM | april 2016 25

Begin februari is in samenwerking met

het Asfalt Kennis Centrum BV, Versluys

& Zoon BV en de gemeente Hellevoet-

sluis een antivriesdeklaag aangebracht

op de fietsbrug in Hellevoetsluis.

Deze deklaag is bij wijze van proef

aangebracht en moet gladheid door

bevriezing op de brug voorkomen.

Doordat de lucht rondom bruggen circu-

leert, kan het wegdek hier al bevriezen

bij een  luchttemperatuur van +2 °C. De

antivriesdeklaag neemt strooizout op en

geeft deze vervolgens ca. twee maanden

lang af. Dit zorgt ervoor dat sneeuw/rijp

zich niet aan het wegdek kan hechten en

de bevriezingstemperatuur van het weg-

dek wordt verlaagd. Deze innovatieve

methode wordt al veelvuldig toegepast

in Amerika, maar nog niet in Europa.

Gemeente Hellevoetsluis is de eerste ge-

meente die hiermee een proef uitvoert.

De antivriesdeklaag wordt bij een tem-

peratuur van 15 graden of hoger aan-

gebracht. Er staat een tent over de brug

met daarin verwarmde lucht, zodat de

deklaag goed uit kan harden.

Foto

’s:

Gem

eente

Hel

levo

etsl

uis

N I E U W S U I T D E B R A N C H E

Proef met antivriesdeklaag op fietsbrug in Hellevoetsluis

VANG-kennisbibliotheekOp de kennisbibliotheek van VANG www.vang-hha.nl/kennisbibliotheek zijn

de volgende nieuwe documenten te vinden:

• Analyserapport Benchmark Huishoudelijk Afval peiljaar 2014

• Artikel Benchmark Huishoudelijk Afval peiljaar 2014

• KIJK-Artikel ‘Wie maakt de kringloop helemaal rond?’

• Onderzoeksdesign ‘Verbetering afvalscheiding en inzameling hoogbouw’

• The new plastic economy: rethinking the future of plastics

(Ellen MacArthur Foundation)

• Betere productbenutting: een overzicht van 14 inspirerende voorbeelden.

Natuur & Milieu

• Keuzewijzer Onderwijsaanbod afval en zwerfafval.

Gemeente Schoon en VANG HHA

Benieuwd naar de resultaten van de

proef? Bezoek de deelsessie 'zelfontdooi-

end asfalt' tijdens het Nationaal Glad-

heidbestrijdingscongres op 21 april.

Page 26: Gram april 2016

26 GRAM | april 2016

Agenda21 april

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016, SilverDome Zoetermeer

25 mei

ALV NVRD, Avifauna Alphen aan den Rijn

26 mei

NVRD Jaarcongres 2016 ‘100% circulair’, Avifauna Alphen aan den Rijn,

www.100-procent-circulair.nl

30 mei - 3 juni

IFAT, Messe München

www.ifat.de

2 juni

Jaarcongres Afval & Recycling Industrie 2016, Schiedam

ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl

RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenFabienne Mantes, AvalexRaymond van der Sluijs, gemeente NissewaardDico Kuiper, gemeente Alphen aan den RijnMarianne Zegwaard, MWH GlobalIlse van der Grift, NVRD

EindredactieKarin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]

Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]

Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl

Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de

AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad €106,04 ex btw. België €124,95 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50.

Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.

ISSN 1569-0458

© NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

Page 27: Gram april 2016

Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...

…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden

…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland

…dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot

… daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen

…dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen

…op milieuverantwoorde wijze verwerkt

www.bandenmilieu.nl

Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt.

RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&M algemeen verbindend verklaard (AVV). Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.

Oude banden, nieuw

leven.

BEM VOORJAAR 2016_210x297.indd 1 22-02-16 14:50

Page 28: Gram april 2016

Vernieuwde opzet

21 april 2016SilverDome Zoetermeer

GRIP OPGLADHEID

Wordt georganiseerd door:

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016

Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.

Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.

Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl

6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08

Vernieuwde opzet

21 april 2016SilverDome Zoetermeer

GRIP OPGLADHEID

Wordt georganiseerd door:

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016

Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.

Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.

Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl

6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08

Vernieuwde opzet

21 april 2016SilverDome Zoetermeer

GRIP OPGLADHEID

Wordt georganiseerd door:

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016

Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.

Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.

Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl

6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08

Vernieuwde opzet

21 april 2016SilverDome Zoetermeer

GRIP OPGLADHEID

Wordt georganiseerd door:

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016

Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.

Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.

Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl

6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08

Vernieuwde opzet

21 april 2016SilverDome Zoetermeer

GRIP OPGLADHEID

Wordt georganiseerd door:

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2016

Op 21 april 2016 organiseert de NVRD voor de 11e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres.

Dit tweejaarlijks congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer in Nederland. Het congres kent dit jaar een geheel vernieuwde opzet. Naast inspirerende presentaties over de laatste ontwikkelingen in gladheidbeheer is er veel aandacht voor innovaties in techniek en materieel, is er gelegenheid verdiepende deelsessies over specifi eke thema’s bij te wonen en zal er volop gelegenheid zijn voor de deelnemers om te netwerken en elkaar te ontmoeten.

Het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres vindt plaats in het SilverDome in Zoetermeer. Deze locatie biedt een inspirerende omgeving en voldoende mogelijkheden om naast het inhoudelijke programma ook kennis te maken met de laatste nieuwe technieken, voertuigen, middelen en materialen op het gebied van gladheidbeheer.

Voor meer informatie en aanmelden: www.gladheidcongres.nl

6417 NVRD A5 flyer Gladheidsbestrijding DEF.indd 1 09-02-16 10:08

Vernieuwde opzet