Zwanenwater: een rondje - Duinen en...

2
46 Zwanenwater: een rondje Het Zwanenwater is het grootste natuurreservaat van de Noord- kop: 6 km lang en 1,5 km breed. Eeuwenlang was het een speelbal van getij en wind. In 1894 waren er in het zuiden nog doorbraken van de zee, bij de Grote Flors, het Bommenvlak en het Vlak van Timmerman. Sindsdien niet meer al scheelde het tijdens de stormramp van 1953 ter hoogte van de Slahoek niet veel. Rijkswa- terstaat heeft er rond 1970 een gesloten en hoge zeereep gemaakt, door de duinen deels landinwaarts te laten stuiven. Het terrein (572 ha) bestaat nu uit twee parallel aan de kust lopende duinen- rijen met ertussen zeer gevarieerde, vochtige duinvalleien, natte graslanden, moerassen, wilgenbos en twee grote duinmeren van in totaal 60 ha. Het zand is hier van nature kalk- en ijzerarm, het Zwanenwater is onderdeel van de kalkarme duinen die zich vanaf Schoorl tot voorbij Schiermonnikoog uitstrekken. Aan de noord- oostzijde is in de Uitlandse polder landbouwgrond omgezet in natuur. Lage duintjes en vochtige graslanden vormen een buffer- gebied voor het kwetsbare natuurreservaat en een mooie entree voor het dorp Callantsoog. De twee meren zijn vanuit het perspectief van de voormalige jacht- opzienerwoning bij de entree aan de Zuidschinkeldijk heel overzich- telijk ‘Eerste Water’ en ‘Tweede Water’ genoemd. Het noordelijke duinmeer, het Eerste Water, is van alle kanten te bekijken. Langs de paden schitteren vanaf mei talrijke bloemen waaronder duizenden wilde orchideeën, van geelgroen tot rozerood en wit. Het Tweede Water, met daarin het Bokkeneiland, maakt deel uit van een afgeslo- ten reservaat maar is goed te overzien vanuit het Klomphuis. Deze observatiehut is genoemd naar Wim Klomp die tussen 1973 en 2003 het gebied voor Natuurmonumenten beheerde. Hij koos als een van de eersten in ons land voor open houden van het duin door maaien, begrazen en plaggen. De lepelaars, die het Zwanenwater tot ver over onze grenzen beroemd maakten en ook de reden waren van aan- koop door Natuurmonumenten, hielden zich de laatste halve eeuw vooral hier op. Nu is het Tweede Water vooral het domein van een grote kolonie aalscholvers. Aan de iets kalkrijkere zeezijde liggen droge duingraslanden met helm. In de ontkalkte duinen aan de oostzijde, die de oude, 16e- eeuwse Zijperzeedijk hebben overstoven, staat veel struikheide. Net ten oosten van de duinmeren liggen restanten van een wat raadsel- achtige, vermoedelijk eind 17e-eeuwse maar mogelijk veel oudere stuifdijk, de Verloren Dijk. Daarachter zijn in het Kleine en Grote Rietgat moerassen te vinden met grote pollen zegge, de messcherpe galigaan en veel grauwe wilg. In de zomer domineren gele lissen en kattenstaarten gedeelten van dit landschap. De nachtegaal laat hier van zich horen net als grasmus en blauwborst. In het Zwanenwater komt door de grote variatie in het landschap een indrukwekkend aantal soorten voor. Een derde van de Neder- landse vlindersoorten, bijna eenderde van alle Nederlandse wilde planten (492 waarvan 42 bedreigd), een kwart van de zweefvliegsoor- ten. Er broeden ruim 80 vogelsoorten broeden er en er zijn 321 soor- ten paddenstoelen aangetroffen, waarvan 82 bedreigd. Een ‘klassiek’ kaartje uit een folder van Michiel Lust en Wim Klomp (uit ca 1990, bewerkt) toont in een oogopslag alle belangrijke elementen. Een jong gebied met veel historie Het Zwanenwater zoals we het nu kennen, met de gesloten, hoge zeereep en twee duinmeren, heeft deze contouren pas ruim 200 jaar. In de twee eeuwen daarvoor was de zeezijde open. Het oude eiland ’t Oghe, het huidige Callantsoog, was alleen door twee ‘Schinkeldij- ken’ verbonden met het vasteland, te weten de Zijperzeedijk. Hoe ontstond deze situatie? Na vele stormen was omstreeks 1300 van de oorspronkelijk aaneen- gesloten kuststrook van de Noordkop weinig meer over. Ten zuiden van het eiland´t Oghe met het dorp Callinghe, een voorloper van het huidige Callantsoog, lag richting Petten een ondiep zeegat, het Zij- pe. Dit zeegat was feitelijk een strandvlakte met het ‘ketelduin’, een groot stuivend duinmassief met een ronde stuifketel. Achter deze strandvlakte strekte zich tot Schagen het Zijper wad uit, dat in de 16e eeuw is bedijkt. Nu ligt de zeereep veel oostelijker dan toen en van het eiland ’t Oghe is alleen in het noorden van het Zwanenwater, bij de strandopgang Kieftenglop, nog een restant te vinden. De geschiedenis van de eens gevreesde Ketelduinen en de strand- vlakte waaruit het Zwanenwater ontstond is onmisbaar om het land- schap van nu te begrijpen. Daarbij helpen ook de veldnamen die mensen aan hun gebied gaven, gegevens over bezit en gebruik door de eeuwen heen en het beeld dat oude kaarten geven van de ontwik- keling van dijken en duinen. Verderop wordt de geschiedenis uit de doeken gedaan aan de hand van de oudste archiefkaart van het ge- bied (1722), met details over huisjes en duinenrijen. Ook passeren de eigenaren vanaf de middeleeuwen, met speciale aandacht voor de intensieve konijnenteelt door duinmeiers rond 1700 en de conflic- ten die gat gaf met boeren en dijkbeheerders, tot aan een moord- zaak toe. Rond 1720 was er sprake van een Buijtenveld, maar nog niet van V.l.n.r.: verbindingssloot met moerasandijvie | koeien (Blonde d’Aquitaine) | Vanaf uitzichtduin | Wim Klomp in 1983 meren. In 1799 is er een voorraad zoet water want er wordt melding gemaakt van het drenken van paarden door Engelse soldaten. Die waren ten noorden van Callantsoog aan land gezet om de Fransen (en patriottisch gezinde Nederlanders) uit ons land te verdrijven. Die opzet mislukte, maar een veldnaam als de ‘Schotse Vlakte’ bleef. Het gebied is eeuwenlang alleen extensief gebruikt, al is er wat aan akkerbouw gedaan in het Kieftenglop en de Hazenkamer. Het was lange tijd vooral particulier jachtdomein. De meren waren een aan- trekkelijk jachtgebied. In de jaren 30 is vanwege de jacht bos aange- plant: loofhout, naaldhout en Amerikaanse vogelkers, om o.a. de houtsnip aan te trekken. Vooral uit de 19e eeuw stammen resten van sloten die het mogelijk maakten per punter door het gebied te va- ren. Dat was toen de enige manier om het Zwanenwater te doorkrui- sen want de paden dateren vooral uit de periode van de werkver- schaffing: de jaren 30 van de 20e eeuw. In 1925 besloot de toenmalige eigenaar, de familie van de Poll, dat het Zwanenwater een natuurgebied moest worden. Het bleef wel jachtterrein. Na openstelling in 1955 kwam de recreatie langzaam op gang. Het Zwanenwater werd ontdekt: in 1965 bezochten 19.000 mensen het natuurgebied. Het toenmalige toezicht, een enkele jachtopziener, was niet berekend op deze aantallen. Er waren veel overtredingen en stropers. In 1973 werd besloten om het Tweede Water geheel af te sluiten voor bezoekers wat de rust voor de vogels ten goede kwam. Sinds 2010 is het weer bescheiden ontsloten via een knuppelpad naar een observatiehut. ‘Opgaand geboomte is schaarsch aan het Zwanenwater en wordt slechts verte- genwoordigd door een groepje dennen en enkele wilgen- en elzenboschjes.’ (H.C. Redeke, 1903) uniek zeer bijzonder bijzonder *** ** * Permanent water, al meer dan 2 eeuwen nat; lokale veenvorming in het duin. Ontstaansgeschiedenis, in de marge van inpoldering van de Zijpe. Oud jachtdomein. Rijk ontwikkelde, vochtige schraallanden met welriekende nachtorchis, moerasvegetaties met galigaan. Rijke vogelstand die lang is onderzocht, veel paddenstoelen pas recent beschreven. Geschiedenis van de lepelaar, symbool voor het gebied. Grote veranderingen in het landschap en de vogelstand, maar relatief weinig in de flora. Callantsoog Kooibosch Eerste Water Tweede Water Pettemerduinen strandslag St.Maartenszee strandslag Breebaartweg Zijpe- en Hazepolder strandslag Kiefteglop Uitlandse Polder Het Zwanenwater Bestel dit boek op http://duinenenmensen.nl/bestellen-boekenserie-duinen-en-mensen/ Uit: Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater (2011) © Uitgeverij Natuurmedia, Amsterdam

Transcript of Zwanenwater: een rondje - Duinen en...

Page 1: Zwanenwater: een rondje - Duinen en mensenduinenenmensen.nl/wp-content/uploads/2014/06/Zwanenwater-een... · In 1894 waren er in het zuiden nog doorbraken van de ... Sindsdien niet

46 47Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater kennemerland orchideeën van kennemerland46

Zwanenwater: een rondje

Het Zwanenwater is het grootste natuurreservaat van de Noord-kop: 6 km lang en 1,5 km breed. Eeuwenlang was het een speelbal van getij en wind. In 1894 waren er in het zuiden nog doorbraken van de zee, bij de Grote Flors, het Bommenvlak en het Vlak van Timmerman. Sindsdien niet meer al scheelde het tijdens de stormramp van 1953 ter hoogte van de Slahoek niet veel. Rijkswa-terstaat heeft er rond 1970 een gesloten en hoge zeereep gemaakt, door de duinen deels landinwaarts te laten stuiven. Het terrein (572 ha) bestaat nu uit twee parallel aan de kust lopende duinen-rijen met ertussen zeer gevarieerde, vochtige duinvalleien, natte graslanden, moerassen, wilgenbos en twee grote duinmeren van in totaal 60 ha. Het zand is hier van nature kalk- en ijzerarm, het Zwanenwater is onderdeel van de kalkarme duinen die zich vanaf Schoorl tot voorbij Schiermonnikoog uitstrekken. Aan de noord-oostzijde is in de Uitlandse polder landbouwgrond omgezet in natuur. Lage duintjes en vochtige graslanden vormen een buffer-gebied voor het kwetsbare natuurreservaat en een mooie entree voor het dorp Callantsoog.

De twee meren zijn vanuit het perspectief van de voormalige jacht-opzienerwoning bij de entree aan de Zuidschinkeldijk heel overzich-telijk ‘Eerste Water’ en ‘Tweede Water’ genoemd. Het noordelijke duinmeer, het Eerste Water, is van alle kanten te bekijken. Langs de paden schitteren vanaf mei talrijke bloemen waaronder duizenden wilde orchideeën, van geelgroen tot rozerood en wit. Het Tweede Water, met daarin het Bokkeneiland, maakt deel uit van een afgeslo-ten reservaat maar is goed te overzien vanuit het Klomphuis. Deze observatiehut is genoemd naar Wim Klomp die tussen 1973 en 2003 het gebied voor Natuurmonumenten beheerde. Hij koos als een van de eersten in ons land voor open houden van het duin door maaien, begrazen en plaggen. De lepelaars, die het Zwanenwater tot ver over onze grenzen beroemd maakten en ook de reden waren van aan-koop door Natuurmonumenten, hielden zich de laatste halve eeuw vooral hier op. Nu is het Tweede Water vooral het domein van een grote kolonie aalscholvers.Aan de iets kalkrijkere zeezijde liggen droge duingraslanden met helm. In de ontkalkte duinen aan de oostzijde, die de oude, 16e-eeuwse Zijperzeedijk hebben overstoven, staat veel struikheide. Net ten oosten van de duinmeren liggen restanten van een wat raadsel-achtige, vermoedelijk eind 17e-eeuwse maar mogelijk veel oudere stuifdijk, de Verloren Dijk. Daarachter zijn in het Kleine en Grote Rietgat moerassen te vinden met grote pollen zegge, de messcherpe galigaan en veel grauwe wilg. In de zomer domineren gele lissen en kattenstaarten gedeelten van dit landschap. De nachtegaal laat hier van zich horen net als grasmus en blauwborst.In het Zwanenwater komt door de grote variatie in het landschap een indrukwekkend aantal soorten voor. Een derde van de Neder-landse vlindersoorten, bijna eenderde van alle Nederlandse wilde planten (492 waarvan 42 bedreigd), een kwart van de zweefvliegsoor-

ten. Er broeden ruim 80 vogelsoorten broeden er en er zijn 321 soor-ten paddenstoelen aangetroffen, waarvan 82 bedreigd.

Een ‘klassiek’ kaartje uit een folder van Michiel Lust en Wim Klomp (uit ca 1990, bewerkt) toont in een oogopslag alle belangrijke elementen.

Een jong gebied met veel historieHet Zwanenwater zoals we het nu kennen, met de gesloten, hoge zeereep en twee duinmeren, heeft deze contouren pas ruim 200 jaar. In de twee eeuwen daarvoor was de zeezijde open. Het oude eiland ’t Oghe, het huidige Callantsoog, was alleen door twee ‘Schinkeldij-ken’ verbonden met het vasteland, te weten de Zijperzeedijk. Hoe ontstond deze situatie?

Na vele stormen was omstreeks 1300 van de oorspronkelijk aaneen-gesloten kuststrook van de Noordkop weinig meer over. Ten zuiden van het eiland´t Oghe met het dorp Callinghe, een voorloper van het huidige Callantsoog, lag richting Petten een ondiep zeegat, het Zij-pe. Dit zeegat was feitelijk een strandvlakte met het ‘ketelduin’, een groot stuivend duinmassief met een ronde stuifketel. Achter deze strandvlakte strekte zich tot Schagen het Zijper wad uit, dat in de 16e eeuw is bedijkt. Nu ligt de zeereep veel oostelijker dan toen en van het eiland ’t Oghe is alleen in het noorden van het Zwanenwater, bij de strandopgang Kieftenglop, nog een restant te vinden.De geschiedenis van de eens gevreesde Ketelduinen en de strand-vlakte waaruit het Zwanenwater ontstond is onmisbaar om het land-schap van nu te begrijpen. Daarbij helpen ook de veldnamen die mensen aan hun gebied gaven, gegevens over bezit en gebruik door de eeuwen heen en het beeld dat oude kaarten geven van de ontwik-keling van dijken en duinen. Verderop wordt de geschiedenis uit de doeken gedaan aan de hand van de oudste archiefkaart van het ge-bied (1722), met details over huisjes en duinenrijen. Ook passeren de eigenaren vanaf de middeleeuwen, met speciale aandacht voor de intensieve konijnenteelt door duinmeiers rond 1700 en de conflic-ten die gat gaf met boeren en dijkbeheerders, tot aan een moord-zaak toe.Rond 1720 was er sprake van een Buijtenveld, maar nog niet van

V.l.n.r.: verbindingssloot met moerasandijvie | koeien (Blonde d’Aquitaine)| Vanaf uitzichtduin | Wim Klomp in 1983

meren. In 1799 is er een voorraad zoet water want er wordt melding gemaakt van het drenken van paarden door Engelse soldaten. Die waren ten noorden van Callantsoog aan land gezet om de Fransen (en patriottisch gezinde Nederlanders) uit ons land te verdrijven. Die opzet mislukte, maar een veldnaam als de ‘Schotse Vlakte’ bleef.Het gebied is eeuwenlang alleen extensief gebruikt, al is er wat aan akkerbouw gedaan in het Kieftenglop en de Hazenkamer. Het was lange tijd vooral particulier jachtdomein. De meren waren een aan-trekkelijk jachtgebied. In de jaren 30 is vanwege de jacht bos aange-plant: loofhout, naaldhout en Amerikaanse vogelkers, om o.a. de houtsnip aan te trekken. Vooral uit de 19e eeuw stammen resten van sloten die het mogelijk maakten per punter door het gebied te va-ren. Dat was toen de enige manier om het Zwanenwater te doorkrui-sen want de paden dateren vooral uit de periode van de werkver-schaffing: de jaren 30 van de 20e eeuw.In 1925 besloot de toenmalige eigenaar, de familie van de Poll, dat het Zwanenwater een natuurgebied moest worden. Het bleef wel jachtterrein. Na openstelling in 1955 kwam de recreatie langzaam op gang. Het Zwanenwater werd ontdekt: in 1965 bezochten 19.000 mensen het natuurgebied. Het toenmalige toezicht, een enkele jachtopziener, was niet berekend op deze aantallen. Er waren veel overtredingen en stropers. In 1973 werd besloten om het Tweede Water geheel af te sluiten voor bezoekers wat de rust voor de vogels ten goede kwam. Sinds 2010 is het weer bescheiden ontsloten via een knuppelpad naar een observatiehut.

‘Opgaand geboomte is schaarsch aan het Zwanenwater en wordt slechts verte-genwoordigd door een groepje dennen en enkele wilgen- en elzenboschjes.’

(H.C. Redeke, 1903)

uniek zeer bijzonder bijzonder

*** ** *”��Permanent water, al

meer dan 2 eeuwen nat;

lokale veenvorming in

het duin.

”��Ontstaansgeschiedenis,

in de marge van

inpoldering van de

Zijpe.

”�Oud jachtdomein.

”�Rijk ontwikkelde,

vochtige schraallanden

met welriekende

nachtorchis,

moerasvegetaties met

galigaan.

”�Rijke vogelstand die

lang is onderzocht, veel

paddenstoelen pas

recent beschreven.

”��Geschiedenis van de

lepelaar, symbool voor

het gebied.

”��Grote veranderingen

in het landschap en

de vogelstand, maar

relatief weinig in de

flora. Callantsoog

Petten

Kooibosch

Nollenlandvan Abbestede

Uitkijktoren

Eerste Water

TweedeWater

Pettemerduinen

HetWildrijk

Hon

dsbo

ssch

e Ze

ewer

ing

Zijper Z

eedijk

Zijperzeedijk

t

Noordschinkeldijk

Noor

dhol

land

sch

Kana

al

Sint Maartensvlotbrug

Sint Maartenszee

strandslag St.Maartenszee

strandslag Breebaartweg

strandslag ECN

strandslag Korfwater

strandslag Petten

Zijpe- en Hazepolder

Luttikduin

500 m0

strandslag Kiefteglop

Uitlandse Polder

Het Zwanenwater

Bestel dit boek op http://duinenenmensen.nl/bestellen-boekenserie-duinen-en-mensen/Uit: Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater (2011) © Uitgeverij Natuurmedia, Amsterdam

Page 2: Zwanenwater: een rondje - Duinen en mensenduinenenmensen.nl/wp-content/uploads/2014/06/Zwanenwater-een... · In 1894 waren er in het zuiden nog doorbraken van de ... Sindsdien niet

48 Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater 49het zwanenwater rondje zwanenwater

valleibegroeiingen zijn uitzonderlijk goed ontwikkeld, ook door tientallen jaren maaien en begrazen, wat de bodem plezierig schraal houdt en de uitbreiding van bos en struweel helpt tegenhouden. Een bedreiging voor de vochtigheid van het gebied kwam na de Tweede Wereldoorlog van de diepe ontwatering voor de sterk groei-ende bollenteelt in de Zijpe- en Hazepolder. Sinds 1996 lijkt de toe-komst gewaarborgd door een ‘kwelscherm’ aan de polderzijde van het Zwanenwater dat er voor zorgt dat het schone duinwater niet ondergronds wegvloeit.Door de eeuwenlange hoge waterstanden in met name de winter is er lokaal veenvorming en groeien hier soorten bij elkaar die elders in het land niet samen voorkomen. Heidekartelblad, typisch voor vochtige duinheide, staat naast moeraskartelblad, een soort van het laagveenmilieu. In de vele vochtige milieus komen kleine watersala-mander, gewone pad en rugstreeppad, groene en bruine kikker voor en recent werd de heikikker (ook bekend van Texel) na afwezigheid van 30 jaar weer gezien.

Komen en gaan van flora en faunaIn 1973 wist Natuurmonumenten na een grote campagne het Zwa-nenwater te verwerven. Om verruiging van duingraslanden door luchtvervuiling tegen te gaan, lopen er sinds 1981 runderen in het gebied, aanvankelijk samen met paarden. Over een oppervlakte van enkele tientallen hectares worden vochtige duingraslanden ge-maaid, verder wordt struikopslag bestreden, verstuiving gestimu-leerd en op ruime schaal geplagd: vrijwel de hele Grote Flors, het Verbrande Strand, het Theehuis, het Houteiland en een tweetal

duinvalleien ten zuiden van het Kieftenglop. Hoe is het flora en fauna de laatste eeuw vergaan?Lijkt de rijke flora – zoals verderop wordt geanalyseerd – bijna een wonder van stabiliteit, vogelsoorten laten een veel dynamischer beeld zien. Zo kwam de mediterrane Cetti’s zanger hier een aantal jaren voor, maar verdween weer na een wat strengere winter. Vogels van het open duin als wulp en paapje verdwenen. Tapuit liep terug van meer dan 15 tot een enkel paartje, maar blauwborsten kwamen en zitten nu overal en ook de roodborsttapuit is voortdurend pre-sent. Vaak zijn oorzaken buiten het reservaat van belang. De komst van predatoren als vos en havik had ingrijpende gevolgen. Ook de bergeend, kievit en alle meeuwensoorten zijn daardoor sterk in aantal verminderd. De vos zorgde voor een sterke achteruitgang van vrijwel alle grondbroeders. Meeuwenkolonies verdwenen uit de zeeduinen evenals een grote kolonie kokmeeuwen van het Houtei-land. De komst van de havik zou het verdwijnen van de groene specht en ransuil kunnen verklaren. Nieuwkomers zijn moerasvo-gels als de aalscholver (een geduchte concurrent van de lepelaar), en grauwe gans en brandgans die veel riet kunnen wegvreten.Bij de zoogdieren is de otter verdwenen, het konijn werd schaars o.a. door virusziektes. De zandhagedis, het enige reptiel in dit duin-gebied, ging vooruit, wat weer een gevolg lijkt van het warmere klimaat. Trends bij duinvogels, de botanische waarden en de bijzon-dere paddenstoelen krijgen verderop ruim aandacht. Maar eerst: de cultuur van het landschap in de vorm van de woorden die eigenaren en gebruikers gaven aan hun toppen en dalen: veldnamen.

*

*

Een eenvoudige indeling van de vegetaties van het Zwanenwater. Meer dan de helft zijn natte of voch-tige duinen, een uitzon-derlijke situatie in ons land. De typen worden verderop toegelicht. (Naar: Cor ten Haaf, 2008)

De ‘confettikaart’ met 10 soorten broedvogels in 2009. Een klein deel van de broed-vogels geeft al een volle kaart.Bron: Dan van Lunsen.

*

Droge vegetatie

Vochtige vegetatie

Natte vegetatie

Water

Wegen en paden

Uitzichtpunt

zwartbruindonkerblauwrozegeellichtblauwroodoranjepaarsgroen

Bruine kiekendief

Grasmus

Graspieper

Kievit

Kneu

Merel

Roodborsttapuit

Tapuit

Tjiftjaf

Waterral

De bordjes worden verhangen, het landschap verandert. Links 1985: verstuiving en enkele meeuwen. Rechts 2011: vergrassing in een gedeelte dat niet wordt beweid.

Winterlandschap: een in het najaar gemaaide duinvallei, het Theehuis, ten zuiden van het Tweede Water, 1995.

Bodem en waterHet Zwanenwater is in de vastelandsduinen samen met Voorne het enige gebied met een natuurlijke grondwaterstand. De reden: door de bezitsverhoudingen (landadel) en de afgelegen ligging ten op-zichte van steden heeft nooit grote ontwatering ten behoeve van

drinkwaterwinning of landbouw plaatsgevonden. De duinen zelf zijn hier relatief kalkarm. Plaatselijk zijn er, door enige verstuiving van vers zeezand en de invloed van kalkrijk grondwater, vele over-gangen van een kalkarme naar kalkhoudende bodem te vinden. De

Bestel dit boek op http://duinenenmensen.nl/bestellen-boekenserie-duinen-en-mensen/Uit: Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater (2011) © Uitgeverij Natuurmedia, Amsterdam