PZS 2009-2012 1

ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

2009-2012

PZ ZUID 5341

Zone 5341 – Demosthenesstraat 36 – 1070 Anderlecht Tel. 02/559.80.00 – Fax 02/559.80.09

PZS 2009-2012 2

IINNHHOOUUDDSSTTAAFFEELL Inhoudstafel _______________________________________________________________ 2

Voorwoord ________________________________________________________________ 3

Leeswijzer _________________________________________________________________ 5 1. MISSIE-VISIE-WAARDEN _________________________________________________ 7

1.1 Getrokken lessen uit het vorige plan ________________________________________________ 8 1.2 Onze belanghebbenden & hun verwachtingen ________________________________________ 8 1.3 Missie – Visie - Waarden ________________________________________________________ 9

Missie____________________________________________________________________________ 9 Visie_____________________________________________________________________________ 9 Waarden__________________________________________________________________________ 9

2. SCANNING EN ANALYSE _________________________________________________ 10 2.1 Getrokken lessen uit het vorige plan _______________________________________________ 11 2.2 Socio-economische en demografische beschrijving van de zone _________________________ 11 2.3 Beeld van veiligheid en leefbaarheid ______________________________________________ 14

2.3.2 Subjectieve gegevens __________________________________________________________ 14 2.4 Verwachtingen en doelstellingen van overheden en de andere belanghebbenden ____________ 17 2.5 Inrichting van het korps_________________________________________________________ 18

2.5.1 Personeelscapaciteit ___________________________________________________________ 18 2.5.2 Organigram __________________________________________________________________ 18

2.6 Beeld van de dienstverlening en de werking_________________________________________ 19 2.6.1 Werking van de politiedienst naar de bevolking______________________________________ 19 2.6.2 De interne werking ____________________________________________________________ 27

2.7 Samenwerking________________________________________________________________ 31 2.7.1 Interzonale, bovenlokale en internationale politie-samenwerking ________________________ 31 2.7.2 Andere protocols en samenwerkingsakkoorden met niet- politionele partners en derden ______ 32

2.8 Synthese van de bestede capaciteit ________________________________________________ 33 3. DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN___________________________________ 35

3.1 De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen _____________________ 36 3.1.1 Evaluatie ____________________________________________________________________ 36 3.1.2 Te trekken lessen______________________________________________________________ 42

3.2 De strategische doelstellingen____________________________________________________ 43 3.2.1 Synthese van de argumentatie____________________________________________________ 43 3.2.2 Het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 __________________________________________ 44 3.2.3 De strategische doelstellingen____________________________________________________ 46

4. HET COMMUNICATIEBELEID____________________________________________ 77 4.1 Externe communicatie__________________________________________________________ 78

4.1.1 Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2005-2008 ___________ 78 4.1.2 Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 ____________ 78

4.2 Interne communicatie __________________________________________________________ 79 4.2.1 Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2005-2008 ___________ 79 4.2.2 Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012_____________ 79

5. GOEDKEURING VAN HET PLAN __________________________________________ 80 5.1 Verbeteren en vernieuwen_______________________________________________________ 81 5.2 Goedkeuring _________________________________________________________________ 82

6. ACTIEPLANNEN EN PROJECTEN _________________________________________ 83 Verspreidingslijst __________________________________________________________ 84

Bijlagen__________________________________________________________________ 85

PZS 2009-2012 3

VVOOOORRWWOOOORRDD Het zonaal veiligheidsplan is een beschrijving van de opdrachten die de lokale politie de komende vier jaren moet invullen, rekening houdend met het nationaal veiligheidsplan, in het bijzonder de filosofie van deel 1 die de belangrijkheid onderstreept van het partnerschap van de politie en het gerecht, de lokale noden en de beschikbare politionele middelen. Het is eveneens het resultaat van een weerspiegeling van de zonale veiligheidsraad die het eigenlijke politieaspect overstijgt. In het kader van een integrale en geïntegreerde benadering van de veiligheid, zijn de administratieve en gerechtelijke politieoverheden ten volle betrokken partij in de mate dat zij de prioriteiten vastleggen en het te volgen beleid bepalen. Meer bepaald wat betreft de administratieve politieoverheden, houden ze rekening met alle aspecten en hefbomen van hun bevoegdheden (stedebouw, beheer van de openbare plaatsen, OCMW,...) en bevorderen ze de bijdrage van de sleutelpartners (onderwijs, verenigingssector,...). Ze waken tevens over de samenhang van de strategische veiligheidsobjectieven en de preventie alsook van de lokale veiligheidsdiagnoses met het zonaal veiligheidsplan. Uit methodologisch standpunt gezien zal de benadering per project de voorkeur krijgen om de verontrustende fenomenen zoals de straatcriminaliteit en de jeugdcriminaliteit aan te pakken. Deze benadering vereist een bijzondere capaciteit. Om die reden werd het aantal gekozen prioriteiten beperkt, wetende dat het dagelijkse kwaliteitswerk, zoals aanbevolen door het NVP, door middel van specifieke oriëntaties toelaat problemen, waarvoor reeds permanente dispositieven bestaan, op lange termijn op te lossen. Dergelijke, niet weerhouden doch verontrustende fenomenen, zullen niet verwaarloosd worden maar zullen de nodige aandacht krijgen in het dagelijkse werk. Dit geldt bijvoorbeeld eveneens voor de bestrijding van het gebruik van verdovende middelen en de diefstallen in woning. Gezien het repressief optreden de ultieme remedie is, heeft het politiecollege daarover diep nagedacht, daarbij geholpen door een voor deze gelegenheid opgerichte technische werkgroep. Eén van hun objectieven was het verzoenen van het concipiëren van het plan met het verloop van de strafrechtelijke ketting. Inderdaad, sedert verschillende jaren, hebben het Parket van Brussel en de Correctionele Rechtbank hun structuren aangepast aan de zonale grondgebieden zodat de lokale criminaliteit beter wordt aanpakt en het crimineel beleid eraan wordt aangepast. Deze inspanning ter rationalisatie dient te worden verdergezet, net als het partnerschap met het Arbeidsauditoraat en de Jeugdsector. De volgende beschouwingen hebben onze aandacht weerhouden : - Om dagelijks beter geïnformeerd te zijn betreffende de verwachtingen van de burger, van het sociale leven en haar eventueel oplopende spanningen, moeten de administratieve politieoverheden kunnen beschikken over een barometer waarop ze dagelijks kunnen terugvallen. Op termijn zou de zone een volwaardige partner moeten zijn bij het gebruik van een dergelijk instrument en door deel te nemen van de mobilisatie van alle sleutelfiguren. - De communicatie, zowel intern als extern, speelt een fundamentele rol. Het volstaat niet om te detecteren, men moet op concrete wijze handelen en communiceren, via de eerstelijnspartners, met de middelen die aangepast zijn aan alle leeftijds- categorieën.

PZS 2009-2012 4

- Daarenboven zal de samenwerking met andere zones versterkt worden teneinde een zekere transzonale criminaliteit te bestrijden en de verplaatsing van fenomenen te vermijden. De rol van de zonale veiligheidsraad beperkt zich niet enkel tot de uitwerking van het plan maar heeft zijn verlengstuk in de opvolging en de keuze van eventuele verbeteringen tijdens het verloop. De zonale veiligheidsraad komt tussenbeide bij iedere stap in de beleidscyclus.

PZS 2009-2012 5

LLEEEESSWWIIJJZZEERR “De rode draad doorheen dit plan is het streven naar een Excellente politiezorg. Zowel de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg met zijn 5 pijlers (externe oriëntering – oorzaakgericht probleemoplossend werken – partnerschap – afleggen van verantwoording – bekwame betrokkenheid), als de werkwijze van de informatiegestuurde politiezorg met zijn 5 kenmerken ( doelbepalend – pro en reactief – meerwaarde biedend – uitwisseling – doelgericht) en de optimale bedrijfsvoering met zijn 5 principes ( resultaatgericht – transparant – samenwerking – continu verbeteren – leiderschap met lef) lopen door dit plan, als bijdrage van de politie tot veiligheid en leefbaarheid, onder regie van de bevoegde overheid. Optimale bedrijfsvoering betekent ook de keuze voor een managementmodel. Voor de Belgische politie werd het EFQM model (hetwelk zijn sporen reeds verdiende) meer politiespecifiek gemaakt. De keuze voor het EFQM managementmodel PolBel heeft meerdere redenen: het laat toe om doelgericht te balanceren tussen de verwachtingen van alle belanghebbenden van de organisatie; het laat een integrale en geïntegreerde benadering toe van zowel de interne organisatieontwikkeling en dienstverlening, als de externe veiligheids- of leefbaarheidsfactoren; het laat toe een gemeenschappelijke taal te spreken om zo de onderlinge communicatie alsmede het leren van elkaar te faciliteren; het is geen “voorschrijvend”, maar “beschrijvend” model: het laat toe dat elke (politie)organisatie zelf invult hoe en wanneer ze bepaalde aspecten wil realiseren en de snelheid van invoering ervan aanpast aan de lokale context, “ongebreideld en op eigen ritme”; het EFQM managementmodel Politie België werd als managementmodel gekozen in de schoot van de werkgroep “Qualipol” middels een consensus met een breed draagvlak. De filosofie van dit model werd gevolgd voor het opstellen van dit plan. Het model wordt immers van rechts naar links gelezen, m.a.w. de externe oriëntering of de belanghebbenden (resultaatgebieden) komen eerst aan bod. De al dan niet geboekte resultaten en de verwachtingen van de belanghebbenden vormen dus de basis voor de werking (organisatiegebieden) van de zone. Elk hoofdstuk begint met de te trekken lessen uit het vorige plan en er wordt steeds aandacht besteed aan de verwachtingen van de belanghebbenden van de zone. Het continu verbeteren en vernieuwen en meeëvolueren met de veranderende maatschappij impliceren zulke ingesteldheid. Dit ZVP is opgebouwd volgens een indeling met een algemene inleiding en zes hoofdstukken (zie inhoudstabel). Niet alleen wordt binnen elk hoofdstuk een logische volgorde gerespecteerd (extern – intern), ook de opbouw van het plan zelf volgt een logische structuur. Missie-visie en waarden vormen de basis voor dit plan, zonder M-V-W is er geen fundament (hfdst 1). Zowel de omgeving van de zone als de criminaliteitscijfers én de geïnventariseerde verwachtingen van (op zijn minst) de belangrijkste belanghebbenden van de zone (hfdst 2) vormen het tweede noodzakelijke fundament alvorens men strategische doelstellingen kan bepalen (hfdst 3). Nadat er geweten is wat men gaat doen, en waarom men dit gaat doen, is het moment gekomen om de communicatiestrategie hierrond naar de belanghebbenden te bepalen (hfdst 4), nadat er hieromtrent uit het vorige plan goede praktijken werden geborgd of lessen getrokken. Het hoofdstuk betreffende de

PZS 2009-2012 6

goedkeuring (hdst 5) geeft, alvorens de ZVR tekent, eerst een synthetisch overzicht betreffende de goedkeuring van het vorige plan in zijn totaliteit en de eventueel genomen maatregelen terzake.”

PZS 2009-2012 7

111... MMMIIISSSSSSIIIEEE---VVVIIISSSIIIEEE---WWWAAAAAARRRDDDEEENNN

PZS 2009-2012 8

11..11 GGeettrrookkkkeenn lleesssseenn uuiitt hheett vvoorriiggee ppllaann In het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 werd het accent gelegd op de implementatie van de ‘’Community Oriented Policing’’. Zowel via de missie, de visie, de waarden als via de strategie, was het ordewoord de implementatie. Intern werd reeds een groot deel van het traject afgelegd en de pijlers van de COP maken deel uit van het dagelijkse werk. Niettemin is er nog veel werk aan de winkel. De inspanning moet permanent ondersteund worden. Een nieuwe versie missie-visie-waarden werd ontwikkeld door een speciaal voor dit doel opgerichte werkgroep.

11..22 OOnnzzee bbeellaanngghheebbbbeennddeenn && hhuunn vveerrwwaacchhttiinnggeenn Teneinde de Missie – Visie – Waarden van onze zone uit te werken, heeft de directie van de zone beslist om een specifieke werkgroep samen te stellen en vervolgens het resultaat van de verrichte analyse goed te keuren. De werkgroep was samengesteld uit leden van de cel beleid en strategie (STR) en de algemeen administratief directeur (DGA). Om praktische redenen (tijdsgebrek, personeel,...) had onze methodologie niet de ambitie om de verwachtingen van de verschillenden belanghebbenden van de zone in aanmerking te nemen. Ze werden evenwel geraadpleegd met betrekking tot hun prioriteiten op niveau van het politiebeheer1, hetgeen op zekere wijze overeenstemt met hun verwachtingen. We hebben ons beperkt tot het valideren van de missie, visies, waarden van de werkgroep, de algemene directie en de zonale veiligheidsraad. De Missie – Visie – Waarden zullen wel te verstaan verspreid worden naar het voltallige personeel van de zone (folder, affiche,...) en zullen geactualiseerd worden op onze internetsite teneinde hoofdzakelijk de hele bevolking van de zone te informeren. Er dient tevens te worden gepreciseerd dat tijdens de opstelling van het Zonaal Veiligheidsplan de Zonechef zijn pensioenaanvraag indiende, hetgeen voorzien is voor het einde van het jaar, vanwaar de moeilijkheid om ankerpunten te vinden. In de opstelling van het plan Missie – Visie – Waarden, zal dus de goedkeuring van de «nieuwe» Zonechef onmisbaar zijn. We moeten er dan ook van bewust zijn dat er in de loop van het jaar 20092 veranderingen zouden kunnen aangebracht worden aan het Zonaal Veiligheidsplan.

1 Zie punt 2.4 en 3.2.1 betreffende het argumentatiebord en de prioriteiten van de partners 2 PLP 44 – 2.1 (In fine)

PZS 2009-2012 9

11..33 MMiissssiiee –– VViissiiee -- WWaaaarrddeenn

MMiissssiiee In het kader van een constructieve dialoog met de burgers, onze directe medewerkers en onze partners, dragen wij bij tot de verbetering van de levenskwaliteit in een harmonieus milieu. Onze missie bestaat er ook in om, via een kwaliteitsdienst, de veiligheid te verzekeren door de toepassing van de basisfunctionaliteiten en de implementering van de waarden van de nabijheidspolitie waarbij de wetten, de rechten en de individuele vrijheden worden gerespecteerd.

VViissiiee Onze visie is het verhogen van de tevredenheid, de motivatie en het enthousiasme om vandaar uit de fierheid te scheppen om te behoren tot de medewerkers van de zone Zuid. Op die manier ijveren wij om van de zone Zuid een aantrekkelijke dienst te maken voor de potentiële rekruten. Wij willen een referentie worden op het vlak van professionalisme door de kwaliteit van het geleverde werk, de communicatie en het ontwikkelen van het partnerschap te verbeteren.

WWaaaarrddeenn Rekenschap geven Echt luisteren Steunen en dienen Professionalisme Efficiënt en doeltreffend Correct en integer Teamwork

PZS 2009-2012 10

222... SSSCCCAAANNNNNNIIINNNGGG EEENNN AAANNNAAALLLYYYSSSEEE

PZS 2009-2012 11

22..11 GGeettrrookkkkeenn lleesssseenn uuiitt hheett vvoorriiggee ppllaann Momenteel kan heel veel informatie gehaald worden uit de lokale veiligheidsdiagnoses, daar waar deze voor het vorige plan nog onbestaande waren. Bij de vorige scanning was er weinig mogelijkheid om gegevens te vergelijken met de andere zones. Dit jaar, op basis van een analyse verricht door een stagedoende studente criminologie in onze zone, hebben we de mogelijkheid gekregen om ons te situeren ten opzichte van de andere Brusselse zones in verband met het aantal tussenkomsten en het soort tussenkomsten. In de toekomst zou dit moeten verbeteren op basis van inlichtingen die worden geleverd door het strategisch platform van de Brusselse analisten. Doordat er tot op heden geen verplichting is om een jaar- of activiteitenverslag af te leveren zijn de inlichtingen soms verspreid en is het binnen de zone soms moeilijk om de verschillende nuttige inlichtingen te bekomen.

22..22 SSoocciioo--eeccoonnoommiisscchhee eenn ddeemmooggrraaffiisscchhee bbeesscchhrriijjvviinngg vvaann ddee zzoonnee

Bevolking De “Zone Zuid’’ of zone 5341 is samengesteld uit de gemeenten Anderlecht, Vorst en Sint-Gillis. De totale bevolking bedraagt 193468 inwoners op 01/01/08. Ze bezet de 2de plaats binnen de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wat het aantal inwoners betreft. Ze situeert zich na de Zone Brussel-Elsene3.

Cultuur – Godsdienst De zone is samengesteld uit inwoners van Belgische nationaliteit (76%) en vreemdelingen (24%)4. De grote verschillen in cultuur en godsdienst (Islamitische, Israelitische, Protestantse, Katholieke,...) van de bevolking brengt specifieke zorgen met zich mee. De lokale en internationale spanningen tussen de verschillende gemeenschappen vragen soms een bijzondere aandacht van de politiediensten, vooral in de buurt van synagogen, het Joods Monument (Joodse-Martelarenplein), moskeeën. In de buurt van het Zuidstation stelt men het verschijnen van allerhande evangelistische centra vast. Een groot deel van de allochtone bevolking heeft zich in het noord-oosten van de zone gevestigd (Kuregem, wijk Midi, Sint-Gillisplantsoen en wijk Wielemans). Deze wijken zijn de kwetsbaarste van de zone.

Type woningen Anderlecht telt grote complexen van sociale woningen (Albert I-square en Grondel in de wijk Kuregem, appartementsgebouwen van het Peterbospark in de wijk Peterbos, Tuinwijk in de wijk Het Rad). Deze verzamelen een groot deel van de bevolking van diverse etnische oorsprong, verschillende leeftijden, verschillende culturen en die financieel kwetsbaar zijn. Deze bevolking leeft intens op een kleine oppervlakte hetgeen gemakkelijk problemen

3 Bijlage 1 : Cartografie - Bevolkingsaantal – Bron NIS 01/01/2004 4 Bijlage 2 : Cartografie - Verdeling vreemde nationaliteit/Belgische – Bron NIS 01/01/04

PZS 2009-2012 12

veroorzaakt zoals lawaaihinder en sluikstorten en brengt daardoor een toename van het onveiligheidsgevoel met zich mee. Deze gebouwen van sociale woningen zijn vaak het slachtoffer van vandalisme (tags, vernielingen, brandstichting, bevuiling), vanwaar de toenemende aanwezigheid van stadswachten in sommige complexen. Gezien de precaire situatie van de woningmaatschappijen, bevinden sommige wooncomplexen zich op de rand van het onleefbare. In de wijken dichter bij het stadscentrum kenmerkt de zone zich eveneens door een type van oudere woningen. Hoe meer men zich van deze zone verwijdert, hoe meer men zich in residentiële wijken begeeft, soms met eerder luxueuse woningen om tenslotte aan te komen aan de rand van het grondgebied in een eerder landelijke zone.

Sociaal-economisch niveau Het werkloosheidscijfer in de zone ligt tamelijk hoog. Inderdaad, de 3 gemeenten van de zone situeren zich boven het gemiddelde werkloosheidscijfer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hetgeen overeenstemt met meer dan de helft van het werkloosheidscijfer van het land5. De meest belangrijke activiteitssectoren in Anderlecht zijn de «handel, herstelling van voertuigen, huishoudelijke artikelen», de «fabrieken», de «gezondheid» en «de vastgoedsector» (gegevens op 30/06/06). De belangrijkste activiteitssectoren in Vorst zijn de «fabrieken», de «groot- en kleinhandels, herstellingen,...». In St-Gillis is er een afname van banen in de «fabrieken» en een toename van de «tertiaire» werkgelegenheid.

Transitzone De zone Zuid heeft een aantal belangrijke verkeersaders, die specifieke vormen van criminaliteit met zich meebrengen. Eén ervan is het Zuidstation met meer dan 90.000 reizigers per dag. Tal van firma’s alsook een winkelcentrum (60 winkels) hebben er zich gevestigd. Binnen dit station bevindt zich eveneens een Europese grenspost, nl. Eurostar. Dit brengt een toename van bepaalde fenomenen met zich mee, zoals handtasdiefstallen, diefstallen in voertuig, gauwdiefstallen,... Andere fenomenen zoals drugs, prostitutie,... zijn eveneens problemen die eigen zijn aan de omgeving van het station. Een andere belangrijke verkeersader is de Ring rond Brussel die heel wat woon- werkverkeer met zich meebrengt en een groot aantal verkeersongevallen –inbreuken voor haar rekening neemt. Daarenboven vormt de Ring een gemakkelijke vluchtweg voor potentiële daders en brengt zij daders aan van buiten het Arrondissement Brussel. De zone telt 15 metrostations en 3 premetrostations6. Dit brengt eveneens specifieke criminaliteitsfenomenen met zich mee. Tijdens de spitsuren zitten de wagons propvol en zijn handtasdiefstallen en gauwdiefstallen vaak voorkomend. Na de spitsuren zijn de stations eerder verlaten en worden ze frequent bezocht door jongerenbendes die er rondhangen en het onveiligheidsgevoel van de late reizigers aanwakkeren. Hier komen daden van vandalisme vaak voor. Daders van handtasdiefstallen, aanrandingen,... gebruiken de metro vaak als vluchtmiddel. Het netwerk van tram en bus, dat de hele Brusselse agglomeratie doorloopt, krijgt met gelijkaardige problemen te kampen.

5 Bijlage 3 : Bord – Werkloosheidscijfer – Situatie op 30 juni 2008 6 Bijlage 4 : Lijst metrostations van de zone

PZS 2009-2012 13

Verder heeft men nog het kanaal Brussel-Charleroi dat eveneens de zone doorkruist. In 2005 werd te Anderlecht een gemeentelijk mobiliteitsplan opgesteld teneinde een oplossing te vinden voor de ongemakken die de inwoners kennen inzake verkeer. Het woon- werkverkeer veroorzaakt in Anderlecht eveneens vele schade (geluidsoverlast, luchtverontreiniging, verkeersopstoppingen, tal van sluikstortingen,...). In Sint-Gillis werd een studiebureau aangeduid teneinde een stand van zaken op te stellen inzake mobiliteit en om de inzetten te bepalen. Een luik «parkeren» zal einde 2008 worden opgestart. Voor het ogenblik bestaat er niets concreets in Vorst.

Onderwijs Wat het onderwijs betreft telt onze zone tal van onderwijsinstellingen, kindertuinen, lagere en secundair onderwijs, alsook hogere onderwijsinstellingen (Campus CERIA en het universitair ziekenhuis Erasmus (ULB)...). In totaal tellen wij 122 onderwijsinstellingen binnen de zone7. In de nabijheid van de scholen kunnen veiligheidsproblemen en het fenomeen steaming heersen.

Recreatie en cultureel De zone telt tal van plaatsen die bestemd zijn voor cultuur en het recreatieve. Twee sites genieten onze bijzondere aandacht : het Constant Vandenstockstadion (voetbal) en Vorst Nationaal. Beiden vergen extra effectieven tijdens de evenementen die er doorgaan en veroorzaken een toename van feiten van vandalisme, diefstallen in voertuig en problemen inzake verkeer (vooral parkeerproblemen).

Commerciële zones en industriezone De zone telt eveneens een groot aantal markten (Slachthuizen (vrij/zat/zon), Zuidmarkt (zon), Markt van het St-Gillisvoorplein (zat/zon),...) waar de meeste feiten van gauwdiefstallen en diefstallen van handtassen of portefeuilles worden geregistreerd. Iedere gemeente organiseert tevens haar jaarmarkt, de belangrijkste zijnde deze van Anderlecht die vele duizenden bezoekers lokt. Er zijn eveneens de Kerstmarkt, de Middeleeuwse markt,... 4 grote winkelcentra (Ikea, Cora, Westland Shopping Center en het Zuidstation) die zich in de volgende wijken bevinden : Neerpede, Peterbos, Het Rad en Zuid. Aangezien ze grote parkings bevatten worden er veelvuldige diefstallen in voertuig gepleegd. Een grote industriezone langsheen het kanaal snijdt de zone bijna middendoor. Deze streek wordt gekenmerkt door weinig woongelegenheid en grote industrieën zoals Audi (Volkswagen), Distrigas, Sibelgas, Belgian Shell,... Het spreekt voor zich dat hier de diefstallen in firma’s onze aandacht genieten. Daarenboven hebben enkele firma’s (2 ondernemingen verdeeld over 3 wijken) het SEVESO-statuut gekregen8.

Gevangenissen De gevangenissen van Vorst, Berkendael en Sint-Gillis bevinden zich op het grondgebied van de zone. Vervoer van de gedetineerden, vooral deze die de reputatie hebben van gevaarlijk te zijn, brengen een extra werklast met zich mee en de risicofactoren zijn zeer hoog in

7 Bijlage 5 : Lijst onderwijsinstellingen van de zone 8 Bijlage 6 : Bedrijven die het SEVESO-statuut hebben

PZS 2009-2012 14

dergelijke instellingen. De herhaalde stakingen in deze sector hebben een grote invloed op de werklast van onze politiediensten die de vervanging van de stakers dienen te verzekeren.

Diversen De zone telt eveneens 4 ziekenhuizen (Universitair ziekenhuis Erasmus, Sint-Anna/ Sint-Remigiuskliniek, Bracopsziekenhuis en Molière–Longchamps) in dewelke vele diefstallen worden gepleegd in de kamers en in de op de parking geparkeerde voertuigen9. Een nieuw ziekenhuis is in aanbouw. Het betreft het Bordetziekenhuis dat zich naast het Erasmusziekenhuis zal bevinden. De gedetailleerde presentaties van de gemeenten «Algemene beschrijving en geografische, demografische, sociale en economische voorstelling» zijn beschikbaar in bijlagen 8, 9 en 10, in de respectievelijke LVD van Anderlecht, Vorst en Sint-Gillis.

Opmerking De zone evolueert, net als de maatschappij. Op niveau van onze zone werd in 2008 de procedure gestart om een nieuwe zonechef aan te duiden. De kans bestaat dat in een nabije toekomst sommige accenten zullen worden gewijzigd. Dit zal ongetwijfeld een invloed hebben op de actieplannen.

22..33 BBeeeelldd vvaann vveeiilliigghheeiidd eenn lleeeeffbbaaaarrhheeiidd 22..33..11 OObbjjeeccttiieevvee ggeeggeevveennss In het kader van objectieve gegevens werden verschillende analyses verricht welke zich in bijlage bevinden :

• Criminaliteit 2007 – Jaarverslag10 • Verkeersveiligheid 2007 – Jaarverslag11 • Openbare orde 12

22..33..22 SSuubbjjeeccttiieevvee ggeeggeevveennss Er werden analyses verricht op basis van subjectieve gegevens :

VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSMMOONNIITTOORR De Veiligheidsmonitor is een enquête die op grote schaal wordt verricht bij de bevolking op verzoek van de Minister van Binnenlandse Zaken. De Veiligheidsmonitor bevat vragen met betrekking tot wijkproblemen, het onveiligheidsgevoel, de victimisatie, de contacten

9 Bijlage 7 : Lijst ziekenhuizen van de zone 10 Bijlage 11 : Jaarverslag – Criminaliteit 2006-2007 11 Bijlage 12 : Analyse van de problematiek van de verkeersveiligheid 2007 12 Bijlage 13 : Evenementen, effectieven en prestaties volgens de categorieën van de nomenclatuur – Verdeling zone/externe versterking 2007 – Bron FPF/CGOP/B

PZS 2009-2012 15

burgers/politiediensten, de werking van de politiediensten en de persoonlijke kenmerken van de respondent. De volledige analyse van de Veiligheidsmonitor 2006 is beschikbaar in bijlage 14.

EENNQQUUÊÊTTEE BBIIJJ HHEETT PPOOLLIITTIIEEPPEERRSSOONNEEEELL VVAANN DDEE WWIIJJKKEENN

IN 2007 GEREALISEERDE ENQUETE VOOR DE PERIODE 2006 Op basis van een vragenlijst werd een enquête verricht bij een deel van het politiepersoneel van de 14 wijken van de zone. Alle punten van de actieplannen en de aandachtspunten kwamen aan bod in de vragenlijst en tijdens het onderhoud. De vragenlijst bevat vragen over de aandacht die wordt besteed aan een of ander fenomeen (wildparkeren, milieu, diefstal in voertuig, diefstal met geweld, huisjesmelkers,...), de subjectieve klassering van hun belangrijkheid binnen de wijk, de plaatsen, de momenten, de verrichte acties met betrekking tot de verschillende fenomenen, de verspreiding van de informatie onder de diensten,... Het resultaat van deze enquête is beschikbaar in bijlage 15.

IN 2008 GEREALISEERDE ENQUETE VOOR DE PERIODE 2007

Een gelijkaardige enquête werd in 2008 als eindwerk verricht door een stagedoende studente criminologie in de zone. De resultaten van deze enquête zijn beschikbaar in bijlage 16.

VERGELIJKING VAN DE GEGEVENS 2006-2007 Een vergelijkende analyse van de 2 enquêtes werd door de stagiaire verricht.

Vergelijking van de graad van belangrijkheid van de verschillende problemen

2007 Rang 2006 Rang

Diefstal in voertuig 7.3/10 1 7.3/10 1

Sac-Jacking 6.6/10 2 5.2/10 7

Wildparkeren 6.4/10 3 6.4/10 4

Jeugdcriminaliteit 6.2/10 4 5.6/10 6

Stadsbendes 6.1/10 5 6.9/10 2

Veiligheid in omgeving van scholen 5.6/10 6 4.7/10 9

Milieu 4.8/10 7 5.7/10 5

Diefstal met geweld 4.5/10 8 4.2/10 10

Verlaten voertuigen 4.4/10 9 4.7/10 9

Diefstal in woning 4.4/10 9 5.6/10 6

Verdovende middelen 4.4/10 9 6.8/10 3

Gauwdiefstal 4.2/10 10 4.7/10 9

Terrorisme en extremisme 4/10 11 3.5/10 12

Sluipverkeer 3.8/10 12 13

13 Er zijn geen cijfers in verband met ‘sluipverkeer’ van het onderzoek in 2007, aangezien dit een

PZS 2009-2012 16

Huisjesmelkers 3.8/10 12 4.9/10 8

Bedelarij 3.8/10 12 3.1/10 13

Overdreven snelheid 3/10 13 4.1/10 11

Ongevallen met gewonden 3/10 13 2.5/10 14

Als men de 2 enquêtes met elkaar vergelijkt, kan men stellen dat de globale rangschikking en de belangrijkheidscores niet spectaculair van elkaar verschillen. De volgorde is, op enkele uitzonderingen na, ongeveer hetzelfde gebleven. Als we kijken naar de rangorde van de misdrijven, dan zien we dat ‘diefstal in voertuig’ de koppositie blijft aanvoeren. Dit misdrijf wordt in de zone als het meest problematisch ervaren en dat was in de enquête van vorig jaar ook reeds gebleken. Ook onderaan zien we dat ‘ongelukken met gewonden’ nog steeds als het minst belangrijke probleem wordt aanzien. Hier dient wel opgemerkt te worden dat de wijkpolitie weinig zicht heeft op dit probleem, het is vooral de verkeersdienst die zich hiermee bezig houdt. Vervolgens zien we dat ‘sac-jacking’ een enorme sprong voorwaarts heeft gemaakt. Dit fenomeen is het voorbije jaar dus als maar meer komen opzetten in de verschillende wijken en wordt nu beschouwd als zeer problematisch over de hele zone. Ook ‘veiligheid in de omgeving van scholen’, heeft het laatste jaar een opmars ingezet. Er worden hier veel acties tegen verricht en het probleem krijgt veel aandacht. Vooral het wildparkeren van de ouders die hun kinderen naar de school brengen of afhalen creëert een gevaarlijke verkeerssituatie. Ondanks alle acties worden hier niet echt verbeteringen gemeld. In de tabel treffen we verder drie opmerkelijke dalers aan. Vooral ‘verdovende middelen’ springt in het oog. Het probleem ging van 6.8/10 naar een score van 4.4/10 en wordt door de wijkofficieren, bekeken over het jaar 2007, een pak minder belangrijk gevonden dan in het werkjaar 2006. Daarnaast zijn het de ‘stadsbendes’ en de ‘diefstallen in woning’ die een beetje op de achtergrond verdrongen werden door andere opkomende misdrijven.

EENNQQUUÊÊTTEE VVAANN HHEETT CCOOMMIITTÉÉ PP In maart 2006 besliste het Comité P om over te gaan tot een functioneringsenquête van de dienst Interventie van de zone Zuid. Het doel van deze enquête was een radioscopie te maken van de dienst INT teneinde er de sterke punten uit te halen en eventueel punten te verbeteren. Het onderzoek van de door het personeel geleverde antwoorden laat toe om voorop te stellen dat, globaal gezien, de appreciatie die het personeel geeft aan de werking van het korps zich op een relatief aanvaardbaar niveau (6.3/10) situeert. Wat betreft de beschikbaarheid van haar directe oversten, mag men een voldoening van het personeel noteren. Er blijkt evenwel uit de enquête dat het personeel weinig geïnformeerd is over de door de directie nagestreefde doelen en de bekomen resultaten. Een grote meerderheid van het personeel klaagt eveneens een gebrek aan middelen aan. De werking van de dienst Interventie zou kunnen verbeterd worden indien men zou opteren voor een beheer dat meer op participatie is gericht. Er werden door het Comité P verschillende, meer gedetaillerde, aanbevelingen verricht in het rapport. De zone heeft een intern actieplan voorzien dat bestaat uit een positionering op

vraag is die werd toegevoegd voor het onderzoek van 2008.

PZS 2009-2012 17

basis van een EFQM-model alsook uit tevredenheidsenquêtes. Het zou interessant zijn om de resultaten van deze positionering te vergelijken met deze van de enquête van het Comité P.

22..44 VVeerrwwaacchhttiinnggeenn eenn ddooeellsstteelllliinnggeenn vvaann oovveerrhheeddeenn eenn ddee aannddeerree bbeellaanngghheebbbbeennddeenn Wij hebben de verschillende prioriteiten van de partners, die betrokken zijn bij het veiligheidsbeleid van de zone in een «argumentatietabel» verzameld. Deze argumentatietabel was de wetenschappelijke ondersteuning tijdens de Zonale Veiligheidsraad teneinde de leden te oriënteren in de keuze van de prioriteiten van het Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012. Om deze tabel samen te stellen werd een lijst opgesteld van de verschillende partners die betrokken zijn bij het veiligheidsbeleid van de zone en bij de uitwerking van het Zonaal Veiligheidsplan. Er werd een schrijven gericht aan ieder van hen. Hierin werd hen de bedoeling uitgelegd en werd hen gevraagd om ons een lijst te bezorgen met 10 prioriteiten, per graad van belangrijkheid, met betrekking tot hun veiligheidsbeleid. In bijlage vindt u de bekomen argumentatietabel met het geheel van de prioriteiten van de verschillende partners14. Een methodologische nota is eveneens beschikbaar in bijlage 18. Onder de geraadpleegde partners, vindt men de prioriteiten van de directie van de zone Zuid, de Burgemeesters van Anderlecht, Vorst en Sint-Gillis, de Gouverneur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Procureur des Konings, de Directeur Coördinator (Dirco), de Gerechtelijk Directeur (Dirju), de preventiediensten (Anderlecht, Vorst, Sint-Gillis) en van de diensten van het openbaar vervoer (MIVB, De Lijn, NMBS). In deze tabel werd eveneens rekening gehouden met het Nationaal Veiligheidsplan (Minister van Justitie en Minister van Binnenlandse Zaken), met de resultaten van de Veiligheidsmonitor (bericht van de zone aan de bevolking), de enquêtes bij het wijkpersoneel en de resultaten van de analyse van de criminaliteit15.

14 Bijlage 17 : Argumentatietabel 15 Voor meer details, zie punt 3.2.1. van huidig verslag

PZS 2009-2012 18

22..55 IInnrriicchhttiinngg vvaann hheett kkoorrppss

22..55..11 PPeerrssoonneeeellssccaappaacciitteeiitt

OOPPEERRAATTIIOONNEEEELL KKAADDEERR Minimaal effectief

Organiek kader

Reëel effectief

Aantal Datum van aanpassing

Aantal ingeschreven (per kader)

Beschikbaar aantal*

Datum van registratie

Tekort t.o.v. van het organiek kader

OK 54 05/12/2005 75 70,16 01/01/2008 16,16MK 140 95 86,74 01/01/2008 -53,26BK 478 445 391,69 01/01/2008 -86,31HK 118 106 81,76 01/01/2008 -36,24TOTAAL 790 721 630,35 -159,65* In vermindering te brengen : de afwezigen om medische redenen, het deeltijds personeel aan 80 en 50% en het personeel dat onbeschikbaar is.

AADDMMIINNIISSTTRRAATTIIEEFF EENN LLOOGGIISSTTIIEEKK KKAADDEERR Minimaal effectief

Organiek kader

Reëel effectief

Aantal Datum van aanpassing

Aantal ingeschreven (per kader)

Beschikbaar aantal*

Datum van registratie

Tekort t.o.v. van het organiek kader

Niv A 21 12/03/2007 16 14,74 1/01/2008 -6,26Niv B 9 5 3,8 1/01/2008 -5,2Niv C 50 39 31,38 1/01/2008 -18,62Niv D 57 73 60,31 1/01/2008 3,31TOTAAL 137 133 110,23 -26,77* In vermindering te brengen : de afwezigen om medische redenen, het deeltijds personeel aan 80 en 50% en het personeel dat onbeschikbaar is.

SSYYNNTTHHEESSEE VVAANN DDEE SSTTAAAATT VVAANN VVOOOORRUUIITTGGAANNGG IINN DDEE CCAALLOOGGIISSEERRIINNGG In bijlagen 19 en 20 vindt u de 2 laatste inventarissen van 1 januari 2007 en 1 januari 2008 voor wat betreft de staat van vooruitgang van de calogisering.

22..55..22 OOrrggaanniiggrraamm Het betreft de verdeling van het organigram in FTE op datum van 01/01/0816.

16 Bijlage 21 : Organigram en lijst met afkortingen

PZS 2009-2012 19

22..66 BBeeeelldd vvaann ddee ddiieennssttvveerrlleenniinngg eenn ddee wweerrkkiinngg

22..66..11 WWeerrkkiinngg vvaann ddee ppoolliittiieeddiieennsstt nnaaaarr ddee bbeevvoollkkiinngg

MMIINNIIMMAALLEE WWEERRKKIINNGGSSNNOORRMMEENN WIJKWERKING

Datum registratie Aantal inwoners

Aantal wijkinspecteurs volgens de norm

Reëel aantal wijkinspecteurs in functie

Aantal politieposten

Capaciteit op jaarbasis

1/01/2008 193468

(01/01/2008) 48

(=193468/4000)

192 (PC, HINP, INP,

AGP) 11 192x1520=

291840 Norm : 1 wijkinspecteur voor 4000 inwoners Indien de norm niet werd gehaald, formuleer hier de reden(en). De norm is 48 wijkinspecteurs en het reële aantal agenten in functie is 192. De norm is bereikt.. ONTHAAL

Datum registratie

Aantal gemeenten in de zone

Aantal politieposten

Aantal uren van daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt Capaciteit op jaarbasis

Week-dagen

Week-end/ feestdagen

1/01/2008 3 117 dagen/7 en 24u/24u

Alle WE en feestdagen

11 specifieke personen zijn voorzien + vervanging door Q of INT. Minimum 11x1520 = 16720

Norm : 12 uur fysische aanwezigheid per dag in het centraal onthaal + toegang via technische en permanente telefonische infrastructuur Indien de norm niet werd gehaald, formuleer hier de reden(en). Fysische aanwezigheid 24u/24u in de 3 commissariaten + onthaal in 7 wijkcommissariaten (7u tot 19u36). De norm is bereikt. INTERVENTIE EN ALGEMEEN TOEZICHT De dienst interventie werkt onder de leiding van de algemene operationele directie DGO (Algemeen Operationeel Directeur). Deze dienst is samengesteld uit :

- de interventie- en wachtgroepen (GIG) – 7 GIG - de permanente wachtdiensten (SPG) – 7 ploegen per Afdeling - de permanente interventiedienst 1ste District (INT/1 – Anderlecht) - de permanente interventiedienst 2de District (INT/2 – Vorst en Sint-Gillis) - de anti-criminaliteitsbrigade (INT/BAC – Zone) - de ondersteuningsbrigade (INT/BAP – Zone) - de hondenbrigade (INT/W – Zone)

PZS 2009-2012 20

De interventie- en wachtgroepen coördineren de permanente wacht- en interventiediensten. De permanente wachtdiensten acteren de dringende interventies op het grondgebied van de zone, verzekeren de dringende opvolging van de zaken alsook de ondersteuning van de wachtdiensten van de wijkcommissariaten (acteren de klachten en interventies op gerechtelijk vlak en verzekeren er de opvolging van ; treffen de dringende maatregelen op administratief vlak ; ondersteunen de wijkcommissariaten op het gebied van de «eenvoudige klachten»). Ze verzekeren een onthaalfunctie in de 3 afdelingscommissariaten, buiten de uren dat de wijkdienst is voorzien. De permanente interventiediensten INT/1 (voor de eerste afdeling) en INT/2 (voor de tweede en derde afdeling) hebben de volgende opdrachten :

- inzetten van de mobiele interventieploegen op het grondgebied van de zone in functie van de mogelijkheden en de noden. Ze verrichten een opdracht in opdracht van de DPZ (Zonale Dispatching) of van ambtswege wanneer de omstandigheden het vereisen.

- verzekeren een permanente bewaking op het grondgebied van de zone. Tijdens hun prestaties staan de interventieploegen onder het gezag van de Dir.SPG. De interventiedirecteur verzekert de algemene organisatie van de permanente interventie-diensten. Ieder district beschikt over 7 interventiebrigades. In totaal zijn er dus 14 interventiebrigades voor de zone. Deze brigades werken volgens een op 8 weken opgesteld uurrooster. Behoudens andersluidende instructies of bijzondere omstandigheden, opereren ze op het grondgebied van hun afdeling. De anti-criminaliteitsbrigade treedt enkel op reactieve wijze op voor feiten van zware criminaliteit zoals hold-up, gijzelneming, misdrijven waarbij wapens werden gebruikt, op expliciete aanvraag voor zware feiten. De BAC zal de operationele diensten bijstaan bij grote geplande acties waarbij huiszoekingen, observaties en arrestaties worden verricht. DE BAC verzekert de pro-actieve opdrachten op het hele grondgebied van de zone en verzekert eveneens de overbrenging van de gevangenen van de gevangenis naar het paleis. De ondersteuningsbrigade beschikt niet over eigen personeel. Het zijn de interventieploegen van INT/1 en INT/2 die buiten hun interventiefunctie een ondersteuningsfucntie verzekeren. Deze functie omvat :

- de terbeschikkingstelling van Dir.INT waar het personeel wordt ingezet voor specifieke opdrachten of ordediensten die georganiseerd worden door Dir.INT of BCO

- de integratie als versterking in een andere interventiebrigade, op bevel van Dir.INT - het volgen van een vorming in het kader van de voortgezette vorming.

De hondenbrigade werkt in het kader van de algemene opdrachten van de operationele directie maar verzekert in het bijzonder de bewaking in de bossen, parken, groene zones, residentiële wijken, handelscentra, enz... Ze verricht preventieve acties in moeilijke wijken en specifieke opdrachten als zijnde opzoekingen, identificaties, verdovende middelen. Ze werkt samen op het gebied van ordehandhaving (grote bijeenkomsten). Het aantal interventies op het grondgebied van de zone stijgt onophoudelijk. In dit kader werd een studie verricht door een in onze zone stagedoende studente criminologie. Ze verrichtte een vergelijking van de uitgevoerde interventies in meerdere zones van de Brusselse regio17

17 Bijlage 22 : Analyse van het aantal interventiefiches in de zones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – VUB 2007/2008 – Laure Dupont

PZS 2009-2012 21

Datum registratie

Aantal interventieploegen

Aantal piekploegen Capaciteit op jaarbasis

Aantal Voorziene uurvorken Aantal

Voorziene uurvorken

01/01/2008

Totaal 7 GIG

bestaande uit :

- DIR (2) - 3 SPG : Div1 (4) Div2 (4) Div3 (2) - 2 INT : Dist 1 (12) Dist 2 (11)

Uurrooster 7d/7d24u/24u :

7u00 – 12u30 12u30 – 21u30 21u30 – 7u00

14 (GIG) + 73 (SPG) + 156,5 (INT) = 243, 5 243,5 x 1520 =

370.120

01/01/2008

BAC 29 eff. : gemiddelde van 4-5 ploegen van 2 per shift

6u-14u 10u-20u of 12u-22u 29x1520 = 44.080

01/01/2008

W-Honden-brigade 17 eff. : gemiddelde van 2 ploegen van 2 per shift

Morgen Namiddag (variabel uurrooster) 17x1520 = 25.840

01/01/2008

Verkeer 14 + 9 eff. : gemiddelde van 2-3 Cipol en 3 motorrijders per shift

07u0 – 14u3013u – 20u30 Niet in het WE

en op feestdagen Behalve 2

motorrijders op zaterdag

van 7u tot 13u 23x1520 = 34.960 Norm : 1 continuploeg 24u/24u + 1 piekploeg 84u/week Indien de norm niet werd gehaald, formuleer hier de reden(en). De norm is bereikt. POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING De missie van het bureau politionele slachtofferhulp is dringende en niet dringende bijstand te verlenen ingeval van fysische, emotionele of materiële gevolgen aan slachtoffers van misdrijven, ongevallen of rampen die op het grondgebied van de politiezone wonen. Iedere politieambtenaar die tussenbeide komt zal, indien hij het nodig acht, beroep doen op deze dienst. Ingeval van ramp moeten alle mogelijke bijstandsmaatregelen op psychologisch, sociaal of materieel vlak worden genomen (bijvoorbeeld : een dringend tijdelijke opvang).

PZS 2009-2012 22

Datum registratie Gespecialiseerd

medewerker beschikbaar Wijze waarop de permanente beschikbaarheid geregeld is

Capaciteit op jaarbasis

Intern de zone

geregeld

Samenwerkings-verband met

andere PZ/Fedpol

1/01/2008 Ja X (3*1520)+(1*1216)

= 6080 Norm: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar (via samenwerkingsakkoord met andere zones) Indien de norm niet werd gehaald, formuleer hier de reden(en). Binnen de zone zijn 4 medewerkers terugroepbaar (beurtelingse wacht). De norm is bereikt. LOKALE OPSPORING EN LOKAAL ONDERZOEK

Organisatievorm

Datum registratie

Globaal effectief zone (organiek)

Effectief operationeel

kader (organiek)

Lokale recherchedienst

met vaste medewerkers

Polyvalente of "flexibele"

opsporings- en onderzoeks-

capaciteit Capaciteit op

jaarbasis

Aantal FTE ops Aantal FTE of

uren

1/01/2008 927= 790 (op) +

137 (calog)

790 - 118 (agp) = 672 (organiek

kader) 50

ADM (2)* 77% van de JEP (20)**

= 22 76x1520 =

109440 NORM : 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief ≥ 230, 7% van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (2 mw) voor de weekdagen, voor de andere PZ Indien de norm niet werd gehaald, formuleer hier de reden(en). De norm is 10% van 672 = 67,2. 72 effectieven verrichten opsporingswerk in de zone. De norm is bereikt.

* Binnen de dienst ADM, verrichten 2 FTE opsporingswerk in het kader van de speciale wetten (wapens), mensenhandel, schijnhuwelijk, milieu. ** Binnen de dienst Jeugd, verrichten 20 FTE (77% van de effectieven) opsporingswerk en onderzoeken in het kader van hun dossiers «Jeugd».

PZS 2009-2012 23

HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE

Ja Ja OBP Neen

Interzonale samenwerking Neen

Permanentie officier van bestuurlijke politie (OBP) en

officier van gerechtelijke politie

(OGP) Ja Ja

Datum registratie OGP Neen

Interzonale samenwerking Neen

1/01/2008 Norm : 1 officier van bestuurlijke politie (OBP) permanent bereikbaar en terugroepbaar. Indien de norm niet werd gehaald, formuleer hier de reden(en). De permanentie wordt verzekerd door een directielid (OGP-OBP) die een weekrol verzekert en een officier OGP/OBP van week. Beiden zijn bereikbaar en terugroepbaar. Bovendien is er 24u/24u een officier OGP/OBP die de GIG leidt en overdag zijn er in totaal 75 politiecommissarissen, verdeeld over de verschillende diensten. De norm is bereikt..

AANNDDEERREE OOPPEERRAATTIIOONNEELLEE DDIIEENNSSTTEENN DIENST VERKEER (TRA) De dienst Verkeer binnen onze zone staat onder de operationele leiding van de DGO. Hij bestaat uit een brigade Verkeer (TRA/O), een technische dienst Verkeer (TRA/T), een administratief bureau (TRA/A) en een bureau voor de takelingen (TRA/D). De brigade Verkeer zelf (TRA/O) bestaat uit :

- TRA/OC, de verkeersbrigade CIPOL : zij heeft als opdracht het waken, de controle en de regeling van het verkeer in het algemeen en in het bijzonder bij evenementen. Ze stelt de verkeersongevallen vast en voert preventieve verkeerspatrouilles uit.

- TRA/OM, de motorrijdersbrigade : deze heeft dezelfde opdrachten maar voert eveneens opdrachten uit in het kader van allerhande escortes.

De Technische Dienst Verkeer (TRA/T) heeft als opdracht het verrichten van technische verkeersstudies, het verzekeren van de opvolging en de controle van de werven die zich op de openbare weg bevinden door deel te nemen aan de werfvergaderingen en er de nodige vergunningen af te leveren, door haar mening te geven over het te volgen beleid inzake verkeer en mobiliteit, door haar advies te geven betreffende de studies inzake verkeerssignalisatie en door de verschillende signalisatieplannen op te stellen, door deel te nemen aan de acties inzake verkeer door het leveren van logistieke ondersteuning, door het beheer van de plannen (stratenplannen, verkeersplannen, enz...). Het Administratief Bureau (TRA/A) heeft als opdracht het nazicht, de registratie en de opvolging van de verkeersovertredingen (hetzij het opstellen van de onmiddellijke inningen, vereenvoudigde processen-verbaal en processen-verbaal van waarschuwing) ; het beheer van de dienst snelheidscontrole (vaststellingen, behandeling van de processen-verbaal, opvolging en beheer ervan, administratieve behandelingen) ; de administratie van de dienst TRA (secretariaten, bijhouden van de verkeersstatistieken).

PZS 2009-2012 24

Het Bureau Takeling (TRA/D) heeft als opdracht de controle en de opvolging van alle dossiers inzake takelingen op het grondgebied van de zone ingevolge een verkeersovertreding, ingevolge maatregelen van administratieve politie, ingevolge maatregelen van gerechtelijke politie (inbeslagnames, enz...)

Datum registratie

Effectief aantal reële operationelen

Effectief aantal reële calogs

Capaciteit op jaarbasis

1/01/2008 37 8 72960

OOPPDDRRAACCHHTTEENN EENN TTAAKKEENN VVAANN FFEEDDEERRAALLEE AAAARRDD

• MFO2 met betrekking tot het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones op het vlak van het verlenen van bijstand voor opdrachten van administratieve politie.

In 2007 heeft de zone 231 effectieven geleverd, hetzij 2.091u30 geleverde prestaties, in het kader van de gehypothekeerde capaciteit (Hycap) en 71 effectieven, hetzij 584u30 geleverde prestaties, in het kader van de solidariteit van de zones van het arrondissement (Arrosol). In het kader van de voetbalwedstrijden op verplaatsing van de clubs van de zone van 1ste en 2de afdeling (SC Anderlecht en Union Saint-Gilloise) heeft de zone voor het jaar 2007 362 effectieven, hetzij 2932u prestaties geleverd. • Deelname aan het trainingsprogramma «Training Hycap» MFO218. In 2007 hebben het personeel van INT alsook de verantwoordelijken de kans gekregen om aan deze vorming deel te nemen.

• MFO3 met betrekking tot het beheer van de informatie inzake gerechtelijke en

bestuurlijke politie. Een gezagvoerende functioneel beheerder is verantwoordelijk voor de kwaliteit en heeft de leiding over een ploeg functioneel beheerders en adjunct-functioneel beheerders. De registratie van PV’s door middel van ISLP maakt deel uit van de voeding van de Algemene Nationale Gegevensbank. Wij beschikken eveneens over een dienst codering die de kwaliteit van de PV’s nakijkt. De dienst BCO houdt zich bezig met het beheer en de kwaliteit van alle operationele informatie met betrekking tot de evenementen die voorzien zijn in deze richtlijn. Binnen de zone bestaat er een interne richtlijn die de scholing betreffende de MFO3 garandeert. Deze richtlijn kan worden geraadpleegd op ISLP. • MFO4 met betrekking tot de federale beveiligingsopdrachten, bewaking en controle

door de politiediensten in het kader van de reglementering inzake de privé-veiligheid. De escortes worden uitgevoerd door de interventiebrigades van de zone. • MFO5 met betrekking tot de opdrachten met federaal karakter die uitgevoerd worden

door de lokale politie bij speciale beveiligingsopdrachten van personen en roerende en onroerende goederen.

Beveiliging van personen en instellingen die door hun natuur of hun symbolische waarde het voorwerp kunnen uitmaken van een bijzondere bedreiging. Deze opdrachten worden niet enkel door gecentraliseerde diensten uitgevoerd maar ook door het wijkpersoneel.

18 Bijlage 23 : Bijlage D van de MFO2 – Geîntegreerd concept «Training HyCap».

PZS 2009-2012 25

• MFO6 met betrekking tot de werking en organisatie van de informatiekruispunten van de arrondissementen (AIK).

Overmaking onder de vorm van een rapport of een RAR van alle interventiegegevens aan de federale diensten. 1 personeelslid van de zone is afgedeeld bij het AIK. 2 personeelsleden van de zone zijn afgedeeld bij het CIC. • Richtlijn van 20/02/02 die de verdeling regelt van de taken, de samenwerking, de

coördinatie en integratie tussen de lokale en federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie (in voege op 1 maart 2002).

In dit kader bestaat er een conventie van 4 februari 2004 tussen de 6 Brusselse korpsoversten en de Minister van Justitie. Er bestaan verschillende overeenkomsten met de federale politie voor een ondersteuning, door het laboratorium, van de cel «verdwijningen» in het kader van onrustwekkende verdwijningen en voor de moorden die op het grondgebied van de zone werden gepleegd (aanwezigheid en ondersteuning gedurende 24u). De zone Zuid verwittigt eveneens de federale politie ingeval van bepaalde moorden en bepaalde diefstallen gewapenderhand. De aanstelling van referentiepersonen en aanduiding van centrale aanspreekpunten voor de verdwijningen, terrorisme, intrafamiliaal geweld, enz... heeft een positieve invloed gehad op de coördinatie tussen de lokale en federale politie inzake gerechtelijke politie. • Procedure met betrekking tot de evaluatie van de dreiging ingevolge een

uithaling/vervoer van gevangenen (Richtlijn van de Minister van Justitie van 13/12/2001).

Men mag stellen dat men zich binnen de zone voltijds bezig houdt met de organisatie, de voorbereiding et de evaluatie van de dreiging ingevolge een uithaling/vervoer van gevangenen.

• Procedure met betrekking tot de uithaling/vervoer van gevangenen en de

overbrenging van aangehouden personen (Richtlijn van de Minister van Justitie van 13/12/2001).

In dit kader heeft de zone ongeveer 10.000 uren/manschappen besteed aan het vervoer en de overbrenging van aangehouden personen.

• In het kader van de FIPA’s heeft de zone in 2007 deelgenomen aan 4 acties. FIPA 27 – Openbaar vervoer – 10/05/07 – 136u FIPA 28 – Wegvervoer – 28/06/07 – 137u FIPA 29 – Wegcontrole – 4/08/07 – 600u FIPA 30 – Schoolverzuim – Openbaar vervoer – 19/10/07 – 548u

• Omzendbrief van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van 01/12/2006

over de vereenvoudiging van de administratieve taken, aangevuld met een omzendbrief van de Procureur des Konings te Brussel van 05/10/2007 (praktische toepassing).

Het wijkpersoneel verricht, o.a., de begeleidingen van de gerechtsdeurwaarders (in 2007: 2873,94u werden aan deze taak besteed)19.

19 Bijlage 24 : Prestaties ten bate van de gerechtsdeurwaarders 2007.

PZS 2009-2012 26

BBIIJJDDRRAAGGEE AAAANN HHEETT NNAATTIIOONNAAAALL VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSPPLLAANN Prioriteiten van het Nationaal Veiligheidsplan 2004-2007 : Prioriteiten op het vlak van de veiligheid : Verkeersveiligheid (verkeersongevallen met gewonden) Illegale immigratie en mensenhandel Mensenhandel en prostitutie Terrorisme Misdrijven tegen eigendommen, met name deze gepleegd door rondtrekkende dadergroepen Verdovende middelen Milieu (verkeer en afval) Grote financiële en economische criminaliteit Wapenhandel Vandalisme Prioriteit op het vlak van de werking en ontwikkeling van de organisatie : De werking geïntegreerde politie De manageriale werking De internationale politiesamenwerking Op het vlak van de veiligheid heeft onze zone, via actieplannen en aandachtspunten van het Zonaal Veiligheidsplan 2005-2008, bijgedragen tot het merendeel van de prioriteiten van het Nationaal Veiligheidsplan. De verkeersveiligheid maakte deel uit van ons ZVP in het kader van een specifiek actieplan inzake verkeer. Het verkeersveiligheidsfonds heeft ons toegelaten om meer acties uit te voeren met het adequaat materiaal (preventie, repressie) ten bate van de verkeersveiligheid. Wat mensenhandel betreft heeft onze zone een aandachtspunt ontwikkeld dat meer gericht is naar de problematiek van de huisjesmelkers, wat een belangrijk fenomeen is, hoofdzakelijk in de gemeente Sint-Gillis. Het terrorisme en extremisme maakten het voorwerp uit van een aandachtspunt dat naderhand werd bijgevoegd in het ZVP. De maatregelen om te voldoen aan de PLP37 zijn van toepassing in onze zone. De diefstallen in woningen die een toename kenden, werden eveneens geïntegreerd in de aandachtspunten van ons ZVP. De diefstallen in woningen, vandalisme alsook andere belangrijke fenomenen in de zone krijgen wekelijks hun aandacht onder de vorm van een analyseverslag en cartografie welke toelaten de patrouilles te oriënteren op het grondgebied van de zone. De handel in verdovende middelen maakt eveneens deel uit van de aandachtspunten in ons ZVP gezien de omvang van dit fenomeen, hoofdzakelijk in de omgeving van het Zuidstation. Inzake milieu heeft de zone eveneens acties uitgevoerd in het kader van een bijzonder aandachtspunt, gericht op het sluikstorten en de milieuvergunningen van garages.

PZS 2009-2012 27

Met het oog op de ontwikkeling en verbetering van de interne werking van de politionele organisatie beantwoordde onze zone op de vragen om informatie en ondersteuning van de verschillende niveau’s van de geïntegreerde politie. In het vorige zonaal veiligheidsplan hebben wij onze visie kenbaar gemaakt die bestaat uit het integreren van de filosofie van de nabijheidspolitie in al haar facetten in de politiewerking. De burger en zijn relatie met de politie vormen het vertrekpunt van de politie-werking. Gedecentraliseerde diensten (niveau van de wijk) moeten de politie dichter bij de bevolking brengen teneinde het overleg met de bevolking en de contacten met de burger te stimuleren. De burger wordt alzo beschouwd als een geëmancipeerde partner in het streven naar een integrale veiligheid. In dit kader werd de bereikbaarheid van de bevolking naar onze diensten geconcretiseerd door een uitbreiding van de wijkpolitie, door een renovatie van bepaalde wijkcommissariaten teneinde het onthaal te verbeteren en door de vele vormingen die door het personeel werden gevolgd, wijkinspecteurs en andere, een kwaliteitsvol onthaal en een opvolging van de door de bevolking geformuleerde vragen te bevorderen. Het is niet omdat de prioriteiten van het NVP niet in ons ZVP van 2003-2005 werden opgenomen dat onze zone geen aandacht besteedde aan deze domeinen, ze maakten uiteraard het voorwerp uit van het dagelijks werk dat nodig is in deze materie. Wat de grote financiële en economische criminaliteit betreft werd een financiële sectie opgericht binnen de lokale recherche (SER). Voor de wapenhandel is er, door een gebrek aan informatie op het terrein, geen pro-activiteit op dit vlak binnen de zone. Zoals gepreciseerd in het vorige plan, zijn er 2 redenen waarom bepaalde prioriteiten niet werden weerhouden. Van de ene kant, na analyse van de objectieve en subjectieve bronnen, is er gebleken dat ze niet beschouwd werden als zijnde eigen aan de zone. Van de andere kant werden ze niet weerhouden in de prioriteiten van het ZVP 2005-2008 door de partners van de zonale veiligheidsraad.

OOPPDDRRAACCHHTTEENN EENN TTAAKKEENN TTEENN VVOOOORRDDEELLEE VVAANN DDEERRDDEENN In 2007 werden 131 uren gepresteerd ten bate van derden. In bijlage 25 bevindt zich een gedetailleerde opsomming van deze prestaties.

22..66..22 DDee iinntteerrnnee wweerrkkiinngg

MMAANNAAGGEEMMEENNTT VVAANN DDEE MMEEDDEEWWEERRKKEERRSS RESPECT EN WAARDERING VAN DE MEDEWERKERS : Dit aspect van het beheer van de human resources omvat twee aparte procedures verzekerd worden door de personeelsdienst van de zone Zuid. Enerzijds is er het administratieve beheer van de mutatieberichten. STR/Q had aanvankelijk een procedure ontwikkeld voor de schriftelijke berichtgeving van mutaties opdat het personeelslid kennis zou krijgen van deze mutatie : om hem in bepaalde gevallen eveneens te motiveren ; uit bekommernis van een goed beheer, van de human resources en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen dienaangaande. Deze opdracht werd onlangs aan de personeelsdienst overgedragen. Anderzijds is er het beheer van de felicitaties.

PZS 2009-2012 28

Dit maakt het voorwerp uit van een procedure waarbij verschillende voorgedrukte documenten gebruikt worden. Hier ook, uit bekommernis van een goed beheer van de human resources, is het de bedoeling ieder personeelslid in kennis te stellen van de felicitaties alvorens deze in zijn persoonlijk dossier te plaatsen. De dienst STR/Q ontvangt eveneens klachten tegenover het personeel. Deze dienst formuleert voorstellen aan de zonechef die, al naar gelang de situatie, beslist over de klassering, het opleggen van een straf of de overmaking van het dossier aan de dienst intern toezicht voor een preliminair onderzoek. ONTHAAL VAN NIEUWE PERSONEELSLEDEN : De dienst Vorming is belast met het onthaal van de nieuwe personeelsleden, welke «stagiairs» worden genoemd. Sedert 23 mei 2008 voorziet de algemene instructie nr 19 het onthaal van de nieuwe personeelsleden van de politiezone Zuid. Het accent leggende op de waardering van de nieuwe medewerkers, wordt het onthaal op volgende wijze georganiseerd :

De 1ste dag, voor alle stagiairs van het operationeel en calog kader : FOR zal belast worden met het onthaal van de nieuwe personeelsleden, welke stagiairs worden genoemd. De stagiairs zullen zich de 1ste dag om 8u aanbieden bij de personeelsdienst van Com.D voor een eerste onthaal en de administratieve formaliteiten. Vervolgens worden ze onder de hoede genomen door een lid van FOR voor een bezoek aan Com.D. Ze zullen hun middagmaal nuttigen in de refter van Com.D en vervolgens zullen ze met een collectief voertuig naar Com.T worden gebracht waar de volgende punten aan bod zullen komen :

• presentatie van de organisatie en de diensten van de politiezone • overzicht van de belangrijkste interne onderrichtingen • bezoek aan het vormingscentrum • verdeling van materiaal, wapens en bijbehoren • uitleg over het vervolg van de stageperiode

De 2de tot de 5de dag voor de stagiairs van het operationeel kader

Met uitzondering van de dienst waarin ze via interne nota gemuteerd werden, brengen ze telkenmale een ½ dag (7 halve dagen in totaal) door in de volgende diensten, in een door FOR bepaalde volgorde en volgens de dienstmogelijkheden : TRA – INT – JEP – SER – DPZ – BAC – Wijk A – Wijk B. De laatste halve dag wordt besteed aan Com.D – ADM – TRT en BCO. Ingeval er een groot aantal stagiairs gelijktijdig aanwezig is, worden ze binnen de verschillende diensten in groepen verdeeld.

2de week, voor de stagiairs van het operationeel kader die naar GIG/INT gemuteerd worden De volledige week wordt doorgebracht in INT, in de definitieve GIG maar in het andere district.

Voor de stagiairs van het operationeel kader die naar een andere dienst dan GIG/INT gemuteerd worden

PZS 2009-2012 29

Hun stageperiode eindigt na een week, ze beginnen in hun definitieve dienst de eerst-volgende werkdag.

Calog-stagiairs : De stageperiode duurt 2 dagen. De eerste dag verloopt net als deze voor de stagiairs van het operationeel kader, de tweede dag wordt besteed aan een korte voorstelling van de diensten en de gebouwen van de zone.

Algemene principes : Vanaf zijn aankomst in de zone wordt de stagiair gemuteerd in de dienst in dewelke hij zal worden gemuteerd vanaf de eerste werkdag na de stageperiode. Voor de stageperiode wordt de stagiair sowieso bij FOR afgedeeld en het diensthoofd (of één van zijn aangeduide medewerkers) waar de stagiair zijn stage verricht zal optreden als tijdelijke mentor. Deze laatste zal optreden als tijdelijke hiërarchische overste van de stagiair. De stagiair zal geen initiatieven nemen op operationeel vlak en zal niet alleen optreden, hij zal zich schikken naar de gedragslijnen en instructies van de mentor. Tijdens de stage zal de stagiair kennis maken met zoveel mogelijk verschillende diensten. Tijdens de verplaatsingen naar de hierboven vermelde diensten zullen de nabijgelegen commissariaten een kort bezoek krijgen. De dienst FOR zal de verplaatsingen organiseren. Tijdens de stageperiode zal FOR een kleedkamer voorzien alsook een koffer voor het wapen en dit in de dienst waar de stagiaire zal worden ingedeeld na zijn stage. Indien mogelijk, zal de rest van het materiaal eveneens worden verdeeld. Tijdens de stage bewaart de stagiair zijn materiaal bij FOR. Hij verricht zijn dienst in uniform, de calog-stagiair in burgerkledij. Dir.PER dient FOR zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van de datum en het aantal indiensttredingen alsook van de bestemming teneinde de nodige maatregelen te nemen bij het onthaal van de stagiairs. INFORMATIEVOORSTELLINGEN OVER DE GECERTIFICEERDE OPLEIDINGEN Ingevolge de inwerkingtreding van het nieuw calogstatuut op 1 januari 2007 en de nieuwe baremische loopbanen die er uit voortvloeien, hebben Dir.PER en Dir.PER adj. informatievoorstellingen over dit nieuw statuut en over de gecertificeerde opleidingen gegeven aan het calogpersoneel. Deze informatievoorstellingen hadden plaats : te COM.D op 21 juni 2007 in de voormiddag te COM.T op 21 juni 2007 in de namiddag te COM.B op 27 juni 2007 in de voormiddag te COM.P op 27 juni 2007 in de namiddag De gecertificeerde opleidingen begonnen in 2008. HERWAARDERING VAN DE FUNCTIES CALOG NIVEAU A De sedert 1 januari 2007 in voege zijnde wettelijke en reglementaire teksten met betrekking tot de nieuwe calogloopbaan voorzien, voor het niveau A, 5 genummerde klasses van A1 tot A5 waaraan verschillende weddeschalen zijn verbonden. De functies van niveau A zijn onderverdeeld in klasses, na een herwaardering op basis van een rooster met 2 assen die volgende criteria bevat :

PZS 2009-2012 30

- de as «omkaderin» : naar beneden gerichte hiërarchie, naar boven gerichte hiërarchie, budgettaire verantwoordelijkheid, autonomie in het beheer van het personeel ; - de as «bijdrage» : verworven vormingspeil voor de functie, verworven ervaring voor de uitoefening van de functie, complexiteit van de behandelde problemen, impact op de functie. Deze herwaardering zal een rechtstreeks impact hebben op de ontwikkeling van de loopbanen van het burgerpersoneel van niveau A vermits ze inhoudt dat hoe belangrijker de functie van het personeelslid is binnen de zone ten opzichte van deze criteria, hoe hoger de weddeinschaling zal zijn. De personeelsdienst van de zone is dus overgegaan tot de herwaardering van de calogfuncties niveau A van onze zone, op basis van de hierboven vermelde criteria. Deze herwaardering is momenteel voor advies overgemaakt aan de federale politie, vervolgens zal ze worden overgemaakt aan het syndicaal overleg en tenslotte goedgekeurd worden door de Politieraad. HET ONTWIKKELEN VAN COMPETENTIES : VORMING De voortgezette vorming was voor het jaar 2005 één der prioriteiten van de zone. In de loop van dat jaar werd een vormingscentrum opgericht in de Konijnenstraat te Anderlecht. Het complex beschikt over een schietstand van 50 en 100 m, leslokalen, een informaticalokaal en een zaal die ingericht is voor het aanleren van zelfverdedigingstechnieken en interventies. Het centrum beschikt sedert 2006 eveneens over een verkeerspiste, voorbehouden aan de leerlingen van het lager onderwijs, teneinde hen te familiariseren met de regels van het wegverkeer. Haar locatie maakt haar uitstekend geschikt voor haar doel, te weten de groene long van de politiezone, omgeven door velden, in de nabijheid van wandelroutes met gezondheidspistes alsook van de vijvers van Neerpede. Het beoefenen van buitensporten in de onmiddellijke omgeving van het centrum vormt dan ook geen enkel probleem. De dienst «Vorming» is belast met de organisatie en/of coördinatie van alle vormingen van het personeel, interne of externe, verplichte of vrije, wettelijk voorziene, enz... en met alles wat er betrekking op heeft. Overzicht van de taken van de dienst «Vorming» :

- organisatie en voorstelling van de door de korpschef geselecteerde interne vormingen. Deze vormingen worden gegeven door instructeurs van de zone of door experten (federale politie, politieschool,...)20. - Aanvragen tot erkenning van de vormingen die erkend zijn als baremisch. - Inventaris van de door het personeel gevolgde vormingen. - Nazicht van de eerbiediging van de wettelijke schikkingen inzake de verplichte

vormingen (schietoefeningen, baremische vormingen,...). - Beheer van de contacten met de andere politiescholen en andere vormingscentra. - Coördinatie van de externe vormingen. - Beheer van de schietstand. - Beheer van de individuele, collectieve en specifieke bewapening van het politiekorps

en de studie inzake de hele problematiek in deze materie. - Organisatie van de schietoefeningen. - Organisatie van de stagecyclussen voor de aspiranten en de stagiairs.

20 Bijlage 26 : Verslag 2006/2007 over de interne/externe, baremische/niet-baremische vormingen die door het vormingscentrum worden beheerd.

PZS 2009-2012 31

- Uitwerking van een vademecum, genoemd «Vademecum BRUMI», op het intranet en ter beschikkingstelling van het personeel.

In 2007 werden er binnen de zone 27.163 uren interne vorming gevolgd door het personeel. In 2006, 26.531 uren.

MMAANNAAGGEEMMEENNTT VVAANN MMIIDDDDEELLEENN Budgettair beheer In bijlage 27 vindt u een tabel met de inkomsten en uitgaven van de zone in het kader van het gewone budget van 2002 tot 2008. Deze tabel vermeldt de verdeling van de gemeentelijke en federale dotaties. Bijlage 28 detailleert het buitengewone budget van de zone. Het betreft de verschillende investeringen die door de zone werden uitgevoerd van 2005 tot 2007 voor wat betreft het beheer van de infrastructuur (investering, renovatie van gebouwen, verhuizen,...), het beheer van de kennis en de technologie (informatica-installatie, telefonie, bescherming van de gebouwen, camera’s, Astridnetwerk, Internet, Intranet...) en het logistieke beheer (materiaal en diensten...).

MMAANNAAGGEEMMEENNTT VVAANN PPRROOCCEESSSSEENN Het management van processen werd nog niet ontwikkeld binnen onze zone. De verschillende werkprocedures worden niettemin herinnerd of uitgewerkt en verspreid naar het personeel van de zone door middel van interne nota’s en het «vademecum Brumi». Wanneer er in zekere domeinen verwarring bestaat over de procedures probeert de dienst STR klaarheid te scheppen in de situatie en een definitieve versie van de te volgen procedure te verspreiden. Een verbeteringsplan is voorzien in het kader van de interne actieplannen van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012.

22..77 SSaammeennwweerrkkiinngg

22..77..11 IInntteerrzzoonnaallee,, bboovveennllookkaallee eenn iinntteerrnnaattiioonnaallee ppoolliittiiee--ssaammeennwweerrkkiinngg2211 PROTO-035 Ref PLP 27: 4.2.2.5. Beheer van de oproepen – Brussel PZ 5339 5340 5341 5342 5343 5344 PROTO-036 Ref PLP 27: 4.2.2.1. Interventie/Verlenen van bijstand -Brussel PZ 5340 5341 PROTO-037 Ref PLP 27: 4.2.2.7. Allerlei: verdeling onderzoekstaken - Brussel PZ 5339 5340 5341 5342 5343 5344 PROTO-038 Ref PLP 27: 4.2.2.5. Beheer van de oproepen - Brussel ZP 5339 5340 5341 5342 5343 5344

21 De verschillende protocols bevinden zich in bijlage 29.

PZS 2009-2012 32

PROTO-145 Ref PLP 27: 4.2.2.7. Allerlei: bewaking en overbrenging van gedetineerden - PZ 5339 5340 5341 5342 5343 5344 5400 5401 5402 5403 5404 5405 5406 5407 5408 5409 5410 5411 5412 5413 5414 PROTO-187 Ref PLP 27: 4.2.2.4. Handhaving van de openbare orde - Brussel (26/01/2004) - PZ 5339 5340 5341 5342 5343 5344 PROTO-259 Ref PLP 27: 4.2.1.7. Gebruik van infrastructuur en middelen - Brussel PZ 5342 5343 PROTO-269 Ref PLP 27: 4.2.2.7. Allerlei : Veiligheid in openbare vervoermiddelen - Brussel PZ 5339 5340 5341 5342 5343 5344 Protocolakkoord betreffende de alarmfrequentie in het gerechtelijk arrondissement Brussel (01/07/2004) - PZ 5339 tot 5344 – Dirco Brussel – Dirju Brussel – Dirco Adj. Brussel-Asse – SPC - SPC/Metro - UPC Brabant Protocolakkoord van de 6 zones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de operationele directie (08/05/2004) - Zone 5339 tot 5344 Protocolakkoord van de 6 zones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake flagrante misdaden en misdrijven (08/05/04) – Zone 5339 tot 5344 Protocolakkoord van de politiezones 5339, 5340, 4341, 5342 en 5344 inzake de operationele programmatie van de CAD – ASTRID (26/12/2007) Protocolakkoord « Politiealarm » voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (02/12/2005) – Bijzonder samenwerkingsakkoord voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de aankondiging en organisatie van het politiealarm – Zone 5339 tot 5344 – Dirju – Dirco – Procureur des Konings – WPR Brabant – SPC Brussel – SSPR – Dirco adj. Brussel-Asse – CIC Brussel Vaststelling van de verkeersongevallen waarbij een politievoertuig betrokken is (27/11/2002) – Zone 5340-5341

22..77..22 AAnnddeerree pprroottooccoollss eenn ssaammeennwweerrkkiinnggssaakkkkoooorrddeenn mmeett nniieett-- ppoolliittiioonneellee ppaarrttnneerrss eenn ddeerrddeenn2222 Provinciaal veiligheidsoverleg «Openbaar vervoer» – Partnerschapsovereenkomst tussen de Procureur des Konings te Brussel, de Procureur Generaal bij het Hof van Beroep, de Gouverneur, de Burgemeesters van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de dienst Coördinatie en Ondersteuning van de federale politie Brussel, de 6 Brusselse politiezones, de spoorwegpolitie sectie Brussel van de federale politie, de MIVB, De Lijn, de TEC en de NMBS (16 november 2005). Samenwerkingscharter tussen de MIVB Afdeling Veiligheid en Controle (S&C) en de politiezone 5341 ‘Zuid’ 2006/2007

22 Bijlage 30 : Protocols met niet politionele partners en derden

PZS 2009-2012 33

Protocol van het overleg van 29 juni 2006/26 september 2007 gericht op het bepalen van de plaatsing en de omstandigheden voor het gebruik van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegde agent, bestemd voor de bewaking op de openbare weg van de toepassing van de wet op de politie van het wegverkeer en de genomen besluiten ter uitvoering van deze – Zone Zuid – Dirco – Procureur des Konings – Burgemeester-Voorzitter van de Politieraad – Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met de mobiliteit en de openbare werken. Overeenkomst tot het recht tot bezetting – PZ Zuid en MIVB – 8/07/2008 Jaarlijkse overeenkomst (2008-2009) betreffende de verplichtingen van RSCA voor de voetbalwedstrijden die in het Constant Vanden Stockstadion plaatsvinden (01/07/2008) RSC Anderlecht – Veiligheidsverantwoordelijke RSCA – Zone Zuid – Brandweer- en dringende medische hulpdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Het Belgische Rode Kruis. Overeenkomst over de regelgeving voor de vergoedingen van de tussenkomsten van de brandweer- en dringende medische hulpdiensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (SIAMU) (Juni 2004) – Zone Zuid – SIAMU Samenwerkingsovereenkomst voor het afhalen en bewaren in een schuthok van gevonden dieren (21 mei 2008) – Zone Zuid – Vzw VETAS

22..88 SSyynntthheessee vvaann ddee bbeesstteeddee ccaappaacciitteeiitt Wij hebben een synthese van de bestede capaciteit gerealiseerd op basis van de prestaties van het personeel voor het jaar 2007, door het personeel dat in december 2007 aanwezig was in rekening te nemen. De capaciteit wordt hier in uren uitgedrukt en niet in FTE. Op basis van een volledig jaar à rato van 1702u23/persoon, werden de ziektedagen afgetrokken en de bijkomende prestaties bijgevoegd. Wij hebben ons hoofdzakelijk gebaseerd op de verdeling van de diensten in het organigram en van de functies van deze diensten teneinde deze capaciteitentabel te realiseren. Inderdaad, momenteel beschikken wij niet over de middelen om de activiteiten van de diensten beter te detailleren want we beschikken niet over (of beter gezegd het wordt niet op dergelijke manier gebruikt) een capaciteitsbeheer dat toelaat er de nodige elementen uit te halen. Het in gebruik zijnde PPP-systeem in de zone wordt enkel gebruikt voor het beheer van de prestaties en de verloven. Niettemin vindt men, in de cursieve gedeelten en de grijsgemaakte delen van de tabel, bepaalde capaciteitsaanwijzingen waartoe we gemakkelijke toegang hadden. Opgelet, deze elementen WERDEN NIET opgeteld bij de subtotalen in de tabel, ze moeten beschouwd worden als een gedetailleerde bijkomende informatie aangaande de verschillende materies24.

23 1702 uren = 38u x 52 weken – (36 verlofdagen x 7u36min) 24 Bijlage 31 : Tabel van de bestede capaciteit met precisering van de verschillende categoriën.

PZS 2009-2012 34

Referentiejaar (2007)

Mensuren25

% tov van de beschikbare capaciteit

Kredietlijn MFO 2 bis HYCAP 2.091,50 0,15%Arrosol 584,50 0,04%

Bijdrage van de lokale politie aan de fenomenen van prioritaire veiligheid van het NVP welke een geïntegreerde benadering vereisen (samenwerking met FedPol)

FIPA 1421 0,10%Deelname aan werking AIK (WGP, art. 105bis) - MFO 6 5804,43 0,42%Deelname aan werking (WGP, art. 96bis) - MFO 6 3211,76 0,23%Bijdrage aan de MFO3 54894,21 3,97%Bijstand aan gerechtsdeurwaarders 2.873,94 0,21%Deelname aan werking DAR 1794,98 0,13%Deelname aan werking GIP 1679,2 0,12%Deelname aan werking 101 3123,02 0,23%

Bijdrage aan federale opdrachten

Subtotaal bijdrage aan federale opdrachten 73.381,54 5,31%Wijkwerking 304309,21 22,00%Onthaal 16602,67 1,20%Interventie 520557,09 37,64%Opzoekingen en lokale onderzoeken 97194,02 7,03%Beheer van de ordehandhaving 16221,94 1,17%Jeugd 40346,71 2,92%Verkeer en controle verkeer 74675,29 5,40%Zonale dispatching 56338,65 4,07%Slachtofferbejegening 6340,76 0,46%Bemiddeling 1694,47 0,12%Administratieve politie (bijzondere en lokale wetten) 10404,77 0,75%

Lokale opdrachten

Subtotaal lokale opdrachten 1144685,58 82,77%Directie 11034,17 0,80%Ondersteuning directie 10106,74 0,73%Voorbereiding en ontwikkeling van het ZVP en van het politioneel beleid 12941,65 0,94%Communicatie 1989,85 0,14%Voorbereiding en ontwikkeling van het politiebudget en de financiën van de zone 4662,45 0,34%

Strategie en beleid

Subtotaal strategie en beleid 40734,86 2,95%Personeelsbeheer 11890,69 0,86%Vorming/Training/ Ontwikkeling van de bevoegdheden 18119,99 1,31%Beheer interne conflicten – Intern toezicht 16678,12 1,21%

Management van medewerkers

Subtotaal management medewerkers 46688,8 3,38%Beheer van geschillen (verzekering,…) 3315,27 0,24%Beheer van de logistiek 65999,92 4,77%Beheer van de telematica 8114,89 0,59%

Management van middelen

Subtotaal management van middelen 77430,08 5,60%Totale beschikbare zonale capaciteit 1.382.920,86 100%

25 De tientallen moeten omgezet worden in minuten, dus 0,5 is gelijk aan 30 minuten.

PZS 2009-2012 35

333... DDDEEE SSSTTTRRRAAATTTEEEGGGIIISSSCCCHHHEEE DDDOOOEEELLLSSSTTTEEELLLLLLIIINNNGGGEEENNN

PZS 2009-2012 36

33..11 DDee vvoorriiggee ssttrraatteeggiisscchhee ddooeellsstteelllliinnggeenn –– eevvaalluuaattiiee eenn ttee ttrreekkkkeenn lleesssseenn

33..11..11 EEvvaalluuaattiiee Het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 bestond uit 2 actieplannen en 11 aandachtspunten (9 bij de uitwerking van het ZVP maar 2 andere prioriteiten werden naderhand toegevoegd). DIEFSTAL IN VOERTUIG - ACTIEPLAN Doelstelling : Bijdragen tot het verminderen van het aantal diefstallen in voertuigen via preventieve acties (sensibilisering van de automobilisten) en repressieve acties (punctuele acties na analyse). Evaluatie: Ieder jaar werd een preventief luik ontwikkeld voor de diefstallen in voertuig door middel van het uitdelen van folders met preventieve raadgevingen die op de voorruit van de voertuigen werden geplaatst en door schriftelijk verzonden berichten aan de automobilisten die voorwerpen in hun voertuig lieten slingeren. Deze acties werden geleid in samenwerking met de stadswachten van de gemeenten. De aandacht werd eveneens gericht naar de bewaking en de preventie van de parkings tijdens voetbalwedstrijden of tijdens grote evenementen in Vorst Nationaal. Iedere week worden analyses verricht op basis van de PV’s van de voorgaande week teneinde de patrouilles en het wijkpersoneel te oriënteren. Specifiekere analyses werden eveneens verricht van de diefstallen in voertuig en sac-jackings. Bepaalde wijken zijn gevoeliger dan andere maar het is niettemin moeilijk om zich op een wel bepaalde plaats te concentreren daar er een zeer belangrijke verschuiving is van deze fenomenen. Verschillende preventieve en repressieve acties werden dus uitgevoerd van 2005 tot 2008. Men kan niettemin vaststellen dat het fenomeen een onophoudelijke stijgende lijn kent. Het betreft een fenomeen dat eigen is aan de grootsteden en de stijging is algemeen op het niveau van het hele Brusselse grondgebied. 2004 2005 2006 2007Sac-Jacking 351 371 390 656Diefstal in voertuig 3231 3171 3966 5397Totaal 3582 3542 4356 6053 Bron SEA

Er werd dus geen gestructureerde organisatie ontdekt die gelinkt kan worden aan dit fenomeen. Vele locaties zijn gevoelig door de structurele configuratie van de plaats (voor de sac-jackings bvb. aan de verkeerslichten of tijdens de opstoppingen tijdens werken...). De PV’s van diefstal in voertuig maken binnen de zone het grootste deel uit van de PV’s opgesteld uit hoofde van diefstal (43%).

PZS 2009-2012 37

VERKEERSVEILIGHEID : ACTIEPLAN Doelstelling : In de eerste plaats zal getracht worden om, in de mate van het mogelijke, tegemoet te komen aan de doelstellingen welke omschreven zijn in de Regeringsnota ”Integrale Veiligheid». Men zal trachten de nodige initiatieven te nemen teneinde het aantal verkeersongevallen met lichamelijke letsels te doen dalen, dit door : - enerzijds de politieaanwezigheid te verhogen - anderzijds door een verhoging van de gerichte controles. Evaluatie : De eerste doelstelling die we voorop hadden gesteld inzake verkeer was het tegemoetkomen aan de doelstellingen die in de Regeringsnota «Integrale Veiligheid» werden omschreven. Dit document is een integrale nota die verschillende fenomenen beschrijft waaronder de verkeersveiligheid. Ze is van toepassing op alle actoren die kunnen tussenkomen in een wel bepaald thema. Inzake de verkeersveiligheid, is de aanbevolen doelstelling in de nota, in overeenstemming met deze van de Staten Generaal van de Verkeersveiligheid, het verminderen van het aantal doden en gewonden met 33% voor 2006 en met 50% voor 2010. Teneinde de vooropgestelde doelstelling van de nota «Integrale Veiligheid» te bereiken, heeft onze zone de kwaliteit van de controles verbeterd en vermenigvuldigd met name inzake vervoer van zaken, snelheid, veiligheidsgordel, technische voorschriften, parkeren en alcohol. Wij hebben actief deelgenomen aan de BOB-acties en hebben sensibiliseringsacties uitgevoerd met name inzake het dragen van de veiligheidsgordel en andere veiligheidsuitrus- tingen, de verkeersagressie en in de omgeving van de scholen. De JEP organiseert eveneens BOBBY-vormingen (lessen over de wegcode voor leerlingen van het lager onderwijs die in de scholen worden gegeven of in ons opleidingscentrum, gevolgd door een toepassing van de les op de verkeerspiste) en neemt deel aan de operatie BOEKENTAS die als doel heeft de verkeersveiligheid in de omgeving van scholen te verbeteren. De JEP deelt er kalenders uit aan de «goede» bestuurders. Door deze acties hebben wij het aantal ongevallen met doden in onze zone gevoelig zien dalen maar het aantal ongevallen met gewonden is gestegen :

2005 2006Evolutie 05-06 2007

Evolutie 06-07

Ongevallen met gewonden

626 667 +6,55% 703 +5,40%

Ongevallen met doden 4 2 -50% 1 -50% Bron ISLP

Er kan niettemin opgemerkt worden dat het totaal aantal ongevallen in de zone in 2007 gedaald is. Onze acties hebben dus effect maar het aantal ongevallen met gewonden blijft stijgen. Onze zone had eveneens als doelstelling de nodige initiatieven te nemen teneinde het aantal ongevallen met lichamelijke letsels te doen dalen door :

- de politieaanwezigheid te verhogen ; - het aantal gerichte controles te verhogen.

PZS 2009-2012 38

Om aan deze doelstelling te voldoen kregen wij de hulp van het Verkeersveiligheidsfonds. Inderdaad, dankzij het fonds, hebben wij het aantal bijkomende acties, uitgevoerd in het kader van de verkeersveiligheid, kunnen vermenigvuldigen en zijn wij alzo tegemoet-gekomen aan de doelstellingen die we hadden vooropgesteld in termen van politie-aanwezigheid en gerichte controles. Het fonds laat ons eveneens toe over een betere uitrusting te beschikken en verplicht ons om onze acties beter te structureren gezien de belangrijkheidsgraad van het luik «rekenschap geven». Dankzij een regelmatige evaluatie kennen wij de efficiëntie van de ondernomen acties en verbeteren wij onze manier van werken. Dit laat ons eveneens toe om de problemen die we in de zone ontmoeten beter te benaderen en er beter op te reageren door op een meer gestructureerde manier te werken. Teneinde de effecten van onze acties te optimaliseren verrichten wij regelmatig acties in samenwerking met onze partners :

- PAN-O-VIT : preventieve acties inzake snelheid uitgevoerd in samenwerking met de stadswachten van de gemeenten

- FIPA - BIVV - Campagnes van het Gewest

Een verkeersactieplan blijft een nood. Op het niveau van de zone heeft de uitvoering van dit plan voldoening geschonken. DIEFSTAL MET GEWELD : AANDACHTSPUNT Doelstelling : een ruimer beeld krijgen van het fenomeen en er eventueel een daling van te bekomen. Onder diefstallen met geweld wordt verstaan : alle diefstallen met geweld (car- en home-jackings, diefstallen gewapenderhand,...) maar met een bijzondere aandacht voor de handtasdiefstallen en diefstallen in de nabijheid van scholen (steaming). Evaluatie : Ingevolge de wekelijkse analyse (Territoriale Veiligheidspatrouille - PTS) werden de interventieploegen en de BAC georiënteerd naar het fenomeen «diefstal door middel van geweld». De communicatie naar deze ploegen werd op dit vlak verbeterd (Signal, Sitrep,...). De brigades werden gebriefd door middel van dienstbulletins. Door de grote verplaatsing die dit fenomeen kent en door de moeilijkheden om er een dadertype uit te halen, is het moeilijk om het fenomeen te voorkomen en te ontdekken. Men stelt vast dat het fenomeen in een voortdurende stijgende lijn gaat ! MILIEU : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Het aanstellen van een referentiepersoon die bevoegd zal zijn voor de zaken die betrekking hebben op het milieu (algemene netheid van de straten, sluikstorten, onderhoud van de groene zones,...) en dit in samenwerking met de lokale preventiediensten en in het kader van de administratieve boetes met de gemeentelijke sanctionerende ambtenaren. Evaluatie : Een referentiepersoon werd aangesteld binnen de cel ADM van de zone (administratieve politie). Samen met de dienst «Vorming» is hij inzake de milieuproblematiek belast met het opstarten van een sensibiliseringsvorming voor alle politieambtenaren en -hulpambtenaren. Hij coördineert de verwezenlijking van de actieplannen tegen het sluikstorten van afval in samenwerking met de wijken en de controle van garages in samenwerking met de gemeentediensten en het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

PZS 2009-2012 39

Hij is de contactpersoon van de zone voor alle contacten met de interne en externe diensten. STADSBENDES : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Binnen de zone werd een referentiepersoon aangesteld. Deze persoon houdt zich hoofdzakelijk bezig met het inventariseren van de stadsbendes die op het grondgebied van de zone werden opgespoord. Het hoofddoel is om een algemeen beeld te krijgen en een idee te geven van alles met betrekking tot stadsbendes (de leden, plaatsen, gepleegde feiten, modus operandi,...) Evaluatie : Er dient opgemerkt te worden dat voor de stadsbendes die in dit aandachtspunt aan bod komen het personen betreft die het statuut stadsbende hebben omdat ze beantwoorden aan de voorwaarden van de definitie voorzien door het Parket. Het gaat dus niet om samenscholingen van jongeren op de hoek van een straat. In dit kader verzekert de referentiepersoon binnen de zone de overmaking van de informatie naar het AIK (Arrondissementeel Informatiekruispunt). In 2005 en 2006 hadden in de zone, 61 personen het statuut stadsbende, 59 in 2007. Ze zijn geregistreerd op supra lokaal niveau in de gegevensbank DBSBU. Een cel stadsbendes, bestaande uit een referentiepersoon voor de minderjaren en één voor meerderjarigen, zag sedert 2008 het daglicht. Deze cel is belast met de identificatie en het in kaart brengen van de stadsbendes. De referentiepersonen van de zone nemen deel aan de vergaderingen voorzien door het Parket van Brussel, op initiatief van de Referentiemagistraten. MENSENHANDEL : AANDACHTSPUNT Doelstelling : De aandacht in verband met de globlale problematiek van de mensenhandel ging meer specifiek naar het probleem van «de huisjesmelkers». Hier ook zal men zich een gedetailleerder beeld proberen te vormen van het fenomeen en zal men deelnemen aan diverse acties, georganiseerd in deze materie door de federale politie, in het kader van het NVP. Evaluatie : Sensibilisering van de acteurs voor de problematiek van de huisjesmelkers. Binnen de wijken werden informatievergaderingen gehouden om uitleg te verschaffen over de problematiek en een opsporingsfiche werd opgesteld teneinde de potentiële plaatsen op een uniforme wijze te signaleren. Er werd een coördinatie met de diensten stedebouw van de gemeente, de inspectie van huisvesting van het Brussels Gewest, de hygiënediensten, het kadaster en de dienst vreemdelingenzaken opgestart. De vorming van de politiemensen in dit domein heeft het gebruik van de goede communicatiekanalen toegelaten. In dit domein werden verschillende acties uitgevoerd door de sectie Mensenhandel van de SER. JEUGDCRIMINALITEIT : AANDACHTSPUNT Doelstelling : De specifieke aandacht van onze Jeugddienst zal gericht worden naar de feiten, gepleegd door minderjarigen, hoofdzakelijk in de nabijheid van scholen. Preventieve en repressieve acties zullen worden uitgevoerd. Een bijzondere aandacht zal eveneens gaan naar de relatie met de schooldirecties met als doel een vertrouwensband te scheppen. Het fenomeen van de jeugdcriminaliteit is gebonden aan reeds eerder gemelde aandachtspunten, met name de «diefstallen door middel van geweld» specifiek in de nabijheid van scholen en de «stadsbendes».

PZS 2009-2012 40

Evaluatie : Een groot deel van de uitgevoerde acties inzake jeugdcriminaliteit waren van preventieve aard. Er werden lessen verstrekt in de scholen waar volgende punten aan bod kwamen : racket, drugs en burgerschap. Er werden eveneens door ons personeel lessen gevolgd in ons intern vormingscentrum teneinde de politiemensen te sensibiliseren voor de jeugdcriminaliteit en voor het intrafamiliaal geweld en om het werk van onze Jeugd- en Preventiedienst (JEP) voor te stellen. Tenslotte werden de scholen gesensibiliseerd voor de PLP 41 en het schoolverzuim. Een standaardfax werd ter hunner beschikking gesteld teneinde dit fenomeen te melden. HANDEL IN VERDOVENDE MIDDELEN : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Een beter zicht hebben op het fenomeen / lokalisatie van de problematiek / vorming van het betrokken personeel / uitvoering van gerichte acties in samenwerking met de diensten van de federale politie. Evaluatie : Deze problematiek is zeer belangrijk in onze zone. Op weinig gestructureerde wijze vermengen de kleine wijkdealers zich met de drugstrafikanten op grote schaal. Voor 2005 kan men stellen dat de samenwerking met het Parket zeer goed was. De sensibilisering van de politieambtenaren door de vorming heeft zijn vruchten afgeworpen voor wat betreft de goede overmaking van de informatie inzake de problematiek van de verdovende middelen. Sedert 2006 wordt de problematiek van de «coffeeshops» steeds belangrijker. Het betreft instellingen die handelen onder dekking van een vzw-statuut. De handel in verschillende producten wordt er uitgeoefend. De samenwerking met de dienst administratie (ADM – Administratieve politie) is hier belangrijk en werd geïntensifieerd. Het werk met de informanten en de indicatoren werd in de loop der jaren verbeterd en leverde betere resultaten op. Het werk met de wijkinspecteurs dient nog verbeterd te worden teneinde pertinenter te zijn. De generieke titel «Handel in verdovende middelen» dient op een algemene wijze te worden geïnterpreteerd als zijnde de drugsproblematiek in het algemeen en niet specifiek de handel alleen. TERRORISME EN EXTREMISME : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Dit aandachtspunt werd na het opstellen van het ZVP 2005-2008 bijgevoegd ingevolge de PLP 37 (20/12/2004). Het ging er dus om, via de informatie, de omvang van het terrorisme proberen te beheersen en indien mogelijk te verminderen. Ten dien einde moet de lokale politie gerichte informaties inwinnen en overmaken, een bijzondere aandacht besteden aan de kwaliteit van de vaststellingen en de informatieflux inzake deze materie verbeteren zowel binnen het korps als naar buiten toe, door gebruik te maken van de officiële kanalen. Evaluatie : In ons intern vormingscentrum werden verschillende vormingen gegeven ten bate van het politiepersoneel van de zone inzake terrorisme/extremisme. Betreffende dit onderwerp hebben wij deelgenomen aan vergaderingen van DIRCO en hebben wij gewerkt aan de identificatie van de actieve groeperingen in de zone (21 in 2006 en 48 in 2007). Wij hebben eveneens regelmatig administratieve rapporten overgemaakt naar de GDA, AIK en CSD. Deze rapporten werden evenwel niet overgemaakt onder de vorm van een RAR, maar dit zal in de toekomst wel zo zijn. Er dient opgemerkt te worden dat het minimum werk werd verricht om te voldoen aan de basisdoelstellingen van het aandachtspunt. Gezien de actuele organisatie van de cel, die zich eveneens bezighoudt met de ordehandhaving, kunnen er geen supplementaire opzoekingen worden verricht.

PZS 2009-2012 41

BEDELARIJ : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Dit aandachtspunt werd toegevoegd na het opstellen van het ZVP 2005-2008. De gestelde doelstellingen waren het opstellen van een inventaris van de plaatsen, per wijk, waar bedelarij werd vastgesteld en een bijzondere aandacht te schenken aan de aanwezigheid van bedelaars op de kruispunten. Evaluatie : De inventaris werd opgesteld en de actualisering ervan is aan de gang. Er werd eveneens een nota overgemaakt aan Dir.INT teneinde de aandacht van de interventie-ploegen te trekken op de aanwezigheid van bedelaars, hetgeen op zekere kruispunten een gevaar kan betekenen voor het verkeer. Er dient opgemerkt te worden dat het moeilijk is om concreet op te treden tegen bedelarij aangezien dit niet meer strafbaar is gesteld door de wet. In ieder geval houden de preventiediensten zich bezig met dit fenomeen. Punctuele (gezamenlijke) acties werden ondernomen op politieniveau teneinde na te gaan of er geen gevallen van mensenhandel of minderjarigen in gevaar waren. DIEFSTAL IN WONING : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Aangezien dit fenomeen de laatste jaren een belangrijke stijging kende, werd dit aandachtspunt in de loop van het jaar 2007 aan het ZVP toegevoegd. De gestelde doelstellingen waren de realisatie van een analyse en de opvolging van het fenomeen, het verbeteren van de coördinatie met de preventiediensten, het zoeken naar goede praktijken en het deelnemen aan vormingen en seminaries over deze materies. Evaluatie : Een analyse van de diefstallen in woning werd verricht door de projectchef en er werden contacten gelegd met de preventiediensten van de gemeenten. Hieruit blijkt dat de contacten met de preventiediensten versterkt dienen te worden teneinde een maximum aan informatie en raadgevingen te kunnen bezorgen aan de bevolking, dat de input van de Pv’s in ISLP dient te worden verbeterd en dat het systeem van de PTS (wekelijkse vergadering die de patrouilles oriënteert op basis van een cartografische analyse van bepaalde fenomenen, waaronder de diefstallen in woning) dient te worden gehandhaafd voor de diefstallen in woning. De preventie heeft een primordiale rol in dit type fenomeen. Een analyse van het systeem van «Bewaking van de woning tijdens de vakantie» is voorzien. De technopreventie is verzekerd door de gemeentelijke diensten. Niettemin was er op dit niveau een tekort aan gevormd personeel, doch dit werd recentelijk verholpen. COMMUNICATIE INTERN & EXTERN : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Bijdragen tot het vervolg van de ontwikkeling van de interne en externe communicatie van de zone. Evaluatie : Inzake communicatie heeft de projectchef «Communicatie» deelgenomen aan de vergaderingen van de kwaliteitscel van het RIB (Recherche- en Informatieblad). Er werden vormingen georganiseerd voor het personeel betreffende de MFO3 en ASTRID. Een interne mailing werd eveneens opgestart en binnen de zone werd een verantwoordelijke voor de communicatie aangesteld. Inzake externe communicatie werd de Internetsite van de zone opgestart en werd de mascotte «Inspecteur BRUMI» gecreëerd teneinde de communicatie met de bevolking inzake verkeersveiligheid te verbeteren. Het belangrijkste project was vervolgens het opstellen van ons communicatieplan. Wij spannen ons nu in om het in werking te zetten. Verschillende doelstellingen die we in dit plan hadden vooropgesteld werden reeds gerealiseerd. Zo hebben wij :

- een referentiepersoon aangesteld voor het beheer van de conflicten ; - vergaderingen georganiseerd tussen de directie en de interventieploegen ; - gewerkt aan de promotie en het gebruik van de interne mailing ;

PZS 2009-2012 42

- een persoon aangesteld voor het promoveren van de deelname aan sport-evenementen door het personeel van de zone ;

- een persoon aangesteld voor de contacten met de bevolking ; - contact opgenomen met de persdiensten teneinde te bepalen welk type informatie

hen interesseerde en alzo de externe communicatie te verbeteren ; - deelgenomen aan de beurs Jobpol in Turn en Taxi’s ; - alle dagen persberichten overgemaakt aan het Parket ; - veel contacten gehad met journalisten (interviews...)

VORMING : AANDACHTSPUNT Doelstelling : Organisatie van regelmatige vormingen teneinde over goed gevormd personeel te kunnen beschikken. Evaluatie : In 2005 kende de dienst vorming een herstructurering. In de loop van dat jaar werd een vormingscentrum ingericht dat gelegen is in de Konijnenstraat te Anderlecht. De dienst vorming probeert een maximum aan vormingen open te stellen met interne en externe lesgevers (federale politie, Parket,...). Baremische vormingen worden er eveneens verstrekt, alsook het onthaal van de nieuw aangekomenen. De dienst is eveneens belast met het beheer van de inschrijvingen voor externe vormingen. Het aanbod van vormingen stijgt van jaar tot jaar net als het aantal gevolgde uren vorming van het personeel.

33..11..22 TTee ttrreekkkkeenn lleesssseenn De projectchefs die werden aangesteld oefenen altijd een andere functie uit (het actieplan en aandachtspunt zijn dus bijkomende taken) en het communicatieniveau met de basis is niet altijd even evident. Het is zeer belangrijk om de te bereiken strategische doeleinden goed te bepalen om alzo in de toekomst niet geconfronteerd te worden met de problemen die we kenden zoals bijvoorbeeld op het niveau van de stadsbendes die beschouwd kunnen worden als hangjongeren of in de drugsmaterie met de restrictieve titel «handel in verdovende middelen». De acties die voortvloeien uit de prioriteiten verzwakken soms de diensten in hun dagelijks werk. Ze moeten al te dikwijls verplaatst of geannuleerd worden in functie van onvoorziene gebeurtenissen (stakingen, sociale acties,...). Het feit om op een geplande wijze te werken en een opvolging te verzekeren laat ons een correctere verantwoording toe en laat ons toe er de conclusies uit te trekken voor de komende jaren, teneinde onze acties zo goed mogelijk te heroriënteren. Op het niveau van de werklast voor wat betreft de opvolging, kon het feit om voor twee actieplannen te hebben geopteerd weinig ambitieus lijken maar het is gebleken dat het realiseerbaar was. Daartegenover heeft het feit om elf aandachtspunten te hebben soms moeilijkheden met zich meegebracht in de dagelijkse opvolging ervan. In bijlage 32 vindt u de slides van de voorstelling van de Zonale Veiligheidsraad van 16 juni 2008 welke de evaluatie van 2007 bevat betreffende de actieplannen en aandachtspunten van het Zonaal Veiligheidsplan 2005-2008 en de doelstelling voor het jaar 2008.

PZS 2009-2012 43

33..22 DDee ssttrraatteeggiisscchhee ddooeellsstteelllliinnggeenn

33..22..11 SSyynntthheessee vvaann ddee aarrgguummeennttaattiiee Zoals uitgelegd in het punt «2.4 – Verwachtingen en doelstellingen van de overheden en de andere belanghebbenden» hebben wij ons gebaseerd op een argumentatietabel teneinde de verschillende verwachtingen van de betrokken partners in het politiebeleid van de zone te repertoriëren en te klasseren. Wanneer de verschillende prioriteiten werden ontvangen, geklasseerd en gehergroepeerd per thema’s26, hebben wij een klassement van de prioriteiten kunnen uitvoeren volgens de orde van belangrijkheid die er uit resulteerde. Dit resultaat alsook de volledige argumentatietabel werden voor de eerste maal voorgesteld op de Zonale Veiligheidsraad van 16 juni 2008. Er werd aan de leden van de ZVR uitgelegd dat er tijdens de komende veiligheidsraad een keuze zou moeten gemaakt worden betreffende de te implementeren prioriteiten in het Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012. Op deze basis werd een voorstel gedaan, gericht naar de potentiële actieplannen en aandachtspunten27.

Resultaat van het argumentatiemodel – Klassering der prioriteiten (hergroepeerde)

Prioriteiten ZVP 2009-2012 Totaal

1 Diefstal in voertuig 102,1 2 Jeugdcriminaliteit 69,9 * 3 Verkeersveiligheid 67,1 * 4 Inbraak, diefstal in woning, misdrijf tegen de eigendom 64,9 *

5 Milieu/sociale overlast/overlastfenomenen/aantasting van de kwaliteit van het stedelijk karakter 55,1 *

6 Veiligheid op het openbaar vervoer 50,2

7 Diefstal met geweld/aanrandingen (tigerkidnapping, home invasion, "early morning"...) 48,2 *

8 Mensenhandel (huisjesmelkers, economische en seksuele uitbuiting) 26,1 *

9 Sociale, economische en fiscale fraude (partnerschap met het Arbeidsauditoriaat) 23,3 *

10 Verdovende middelen 23,1 * 11 Diefstal van voertuig 21,8 12 Verkeer in het algemeen 20,8 13 Gauwdiefstal 16,1 14 Stadsbendes 12,4 15 Zware ICT-criminaliteit 11,1 * 16 Terrorisme 11,1 * 17 Vandalisme 11,0 18 Intrafamiliaal en huiselijk geweld 4,2 * 19 Daklozen 3,5 20 Opzettelijke slagen en verwondingen 3,5 21 Interne communicatie en communicatie naar het publiek 3,2

26 Bijlage 18 : Zie methodologische nota van de argumentatietabel 27 Bijlage 32 : Slides van de Zonale Veiligheidsraad van 16 juni 2008 betreffende de aan de opstelling van het ZVP 2009-2012 toegepaste methodologie en bericht betreffende de eerste oriëntaties.

PZS 2009-2012 44

22

Beveiliging van het personeel van de NMBS dat gebruik maakt van de Frankrijk-, de Merode-, Engeland-, Rusland- en Argonnestraat en de Fonsnylaan 2,5

23 Slachtofferbejegening 2,0 24 Bedreigingen 2,0 25 Koperdiefstal 1,5 26 Diefstal aan toonbank 1,0 27 Strijd tegen het hooliganisme 1,0 28 Meer politieaanwezigheid op straat 0,3

* stemt overeen met een federale prioriteit

Tijdens de Zonale Veiligheidsraad van 14 juli 2008 hebben wij opnieuw de prioriteiten voorgesteld die voortkomen uit het argumentatiemodel, met voor elk van hen de lijst met de partners die het fenomeen als prioritair hadden gekozen (oordeel van de autoriteiten), alsook een analyse op basis van objectieve indicatoren (het resultaat van de criminaliteits-statistieken) en subjectieve indicatoren, t.t.z. de resultaten van de veiligheidsmonitor (oordeel van de burger), de mogelijke partners en de mogelijke actieplannen. De leden van de Raad hadden alzo alle nodige elementen teneinde over te gaan tot de keuze van de prioriteiten 2009-201228 Vier prioriteiten werden gekozen als Actieplan :

- de straatcriminaliteit (diefstal in voertuig, diefstal met geweld, aanrandingen, diefstal van voertuig, gauwdiefstal, vandalisme)

- de jeugdcriminaliteit - de verkeersveiligheid - Intern, een verbeteringsplan (EFQM-positionnering en een tevredenheidsonderzoek).

Zes prioriteiten werden gekozen als Dagelijks werkplan :

- milieu – sociale overlast - mensenhandel – economische uitbuiting - illegale handel – sociale fraude - hangjongeren – stadsbendes - terrorisme - extremisme - aantasting van het openbaar gezag

In het hoofdstuk 3.2.2 over de strategische objectieven zal u de verschillende prioriteiten gedetailleerd terugvinden.

33..22..22 HHeett NNaattiioonnaaaall VVeeiilliigghheeiiddssppllaann 22000088--22001111 Alle nationale prioriteiten komen voor in onze argumentatietabel (soms onder een andere generieke term). De nationale prioriteiten die gedefinieerd zijn in het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 en goedgekeurd zijn door de Ministerraad van 1 februari 2008 zijn de volgende : - de misdrijven met zware geweldpleging ; - de vermogensmisdrijven ; - de economische en financiële criminaliteit ; - de productie en handel in verdovende middelen alsook de criminaliteit in verband met drugs ; - de zware informaticacriminaliteit ; 28 Bijlage 33 : Slides van de ZVR van 14 juli 2008

PZS 2009-2012 45

- de zware milieucriminaliteit ; - het intrafamiliaal geweld/intrahuiselijk ; - de jeugdcriminaliteit (= jongeren tot 25 jaar inbegrepen) en de criminaliteit waar de jongeren het slachtoffer van zijn ; - het terrorisme ; - mensenhandel ; - de verkeersveiligheid ; - de overlast en straatcriminaliteit. De zware informaticacriminaliteit (ICT) werd niet voorgesteld op het niveau van de Zonale Veiligheidsraad daar de zone niet over de materiële middelen en «knowhow» beschikt om dit fenomeen te bestrijden. Dit sluit niet uit dat we in deze materie samenwerken met de federale politie (via het dagelijks werk). Alle andere prioriteiten werden voorgesteld en onderworpen aan de keuze van de Zonale Veiligheidsraad. Sommige prioriteiten werden niet weerhouden door de Raad. Er dient opgemerkt te worden dat bepaalde fenomenen zich transversaal bevinden in andere categorieën die wel werden hernomen.

• De misdrijven met zware geweldpleging Deze titel werd niet als dusdanig hernomen maar bevindt zich gedeeltelijk in het actieplan straatcriminaliteit waar sprake is van diefstal met geweld en aanranding.

• De vermogensmisdrijven Hier geldt hetzelfde als hierboven vermeld waar het actieplan straatcriminaliteit zich richt tot verschillende vormen van diefstal (diefstal in voertuig, van voertuig, met geweld, gauwdiefstal). Wat de diefstallen in woningen en privé-firma’s betreft, worden deze fenomenen wekelijks geanalyseerd en behandeld tijdens de PTS-vergaderingen (Territoriale Veiligheidspatrouille).

• De productie en handel in verdovende middelen alsook de criminaliteit in verband met drugs

De verdovende middelen die een aandachtspunt waren in het vorige plan werden ditmaal niet weerhouden, overwegende dat een gespecialiseerde cel binnen de dienst Onderzoek en Opsporing deze materie in haar dagelijks werk behandelt.

• Intrafamiliaal geweld / huiselijk geweld. De Zonale Veiligheidsraad beschouwde dat de in voege zijnde huidige wetgeving (COL 3 – 4 van 2007) de problematiek reeds structureerde en de wijze om ze te bestrijden bepaalde. Onze zone beschikt over een referentiepersoon die deze materie in het dagelijks werk behandelt.

PZS 2009-2012 46

33..22..33 DDee ssttrraatteeggiisscchhee ddooeellsstteelllliinnggeenn Nota : de strategische objectieven (generieke termen) werden gekozen door de Zonale Veiligheidsraad van 14/07/08. Wat betreft de praktische realisatie (beperkte definitie en actieplannen), is deze onderworpen aan de toekomstige goedkeuring van de Zonale Veiligheidsraad (wat later zal zijn dan de goedkeuring van het ZVP door het Ministerie), t.t.z. voor het einde van het jaar 2008.

EEXXTTEERRNNEE SSTTRRAATTEEGGIISSCCHHEE DDOOEELLSSTTEELLLLIINNGGEENN -- AACCTTIIEEPPLLAANN STRAATCRIMINALITEIT – ACTIEPLAN Motivatie van de keuze : Deze problematiek vertegenwoordigt ongeveer 35% van de in 2007 door de zone geregistreerde processen-verbaal en staat als verontrustend aangeduid in de Veiligheidsmonitor. Het merendeel van deze fenomenen kent, ondanks de reeds verrichtte acties, sedert enkele jaren een constante stijging. Ze worden eveneens door het merendeel van de partners beschouwd als zijnde prioritair. De straatcriminaliteit is eveneens een nationale prioriteit. Globale definitie (strategische doelstelling) : Men zou kunnen beschouwen dat iedere, op de openbare weg, kwaadwillige gepleegde daad gekwalificeerd kan worden als «straatcriminaliteit». Het betreft een afwijkende houding van een individu die een strafbaar feit heeft gepleegd (of voor de minderjarigen een «als misdrijf gekwalificeerd feit»). In de brede zin kan het gaan om :

• Een inbreuk op het strafwetboek of andere speciale wetten (voorbeeld : diefstal) Deze problematiek vindt men eveneens transversaal terug in de actieplannen «jeugdcriminaliteit» en «stadsbendes».

• Een inbreuk op het algemeen politiereglement. • In het algemeen : de sociale overlasten

Het betreft houdingen en overtredingen die een onveiligheidsgevoel genereren. Bij bepaalde gelegenheden kunnen deze houdingen, in functie van de plaats en het moment, mindere of meerdere proporties aannemen. Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• Diefstal in voertuig (sac-jackings inbegrepen) • Diefstal met geweld • Diefstal van voertuig • Gauwdiefstal • Vandalisme

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen).

PZS 2009-2012 47

Leadership • De Zonale Veiligheidsraad en de directie van de Zone zijn zich bewust van de

problemen die het fenomeen straatcriminaliteit met zich meebrengt. Een monitoring van deze problemen werd reeds verricht in het kader van het vorige ZVP (PTS = territoriale veiligheidspatrouilles).

• De directie maakte een nodige capaciteit vrij ter uitvoering van het actieplan. • De directie (op ieder niveau) zal de evolutie van de situatie opvolgen en zal pogen,

waar nodig, goede praktijken te implementeren. Strategie en beleid

• Een analyse realiseren van het probleem en werken in functie van de conclusies. • Het fenomeen aanpakken door wekelijkse vergaderingen (PTS = territoriale

veiligheidspatrouilles). • De doelgroepen bepalen per doelstelling. • De operationele diensten oriënteren in functie van de criminaliteitsevolutie (ILP). • Voortzetting van de projecten die hun deugdelijkheid reeds bewezen (Carfoot,

Cyclofoot, uitdeling van folders, telepolitie). • De communicatie met de betrokken partners verbeteren.

Management van medewerkers

• De vormingen promoten en volgen teneinde de kennis en de betrokkenheid van de medewerkers in deze materie te verhogen.

• De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal en het onmiddellijk inbrengen van de basiselementen in ISLP.

• Op basis van de PTS-vergaderingen (iedere donderdag) alle operationele diensten leiden en het personeel dat betrokken is in iedere actie over dit plan inlichten (eveneens rekenschap geven van de resultaten).

Management van middelen

• De nodige middelen voorzien voor het goede verloop van het actieplan. • Een supplementaire capaciteit inzetten. • Het rendement van de bestaande middelen (ICT, cartografie en andere) maximaal

benutten, optimaliseren en verhogen.

Management van processen • Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en

heroriënteren van de operationele doelstellingen. • Goede praktijken implementeren en proberen de kwaliteit van het verloop van de

processen te verhogen. • Praktische uitwerking en afstemming van de processen teneinde de polyvalentie van

de in de actie betrokken acteurs te verhogen. Partners

• Interne (Steundiensten, DGO, INT, INT/W, BAC, GIG, DIR D, SER, JEP, TRA, BCO, STR, Slachtofferbejegening)

• FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • SLIV • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De gemeentelijke diensten (sanctionerende ambtenaar administratieve boetes) • De Federale Politie • Het AIK • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest • De DIRCO

PZS 2009-2012 48

• Het platform van strategische analisten van Brussel • Het Parket • Dienst Vreemdelingenzaken • De scholen (alle netwerken samen) • De veiligheidsdiensten van het openbaar vervoer • De brandweer • De lokale handelaars • Diverse verenigingen en vzw’s.

Opvolging van de strategische doelstellingen :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of een verandering van het fenomeen.

Indicatoren : • Aantal opgestelde processen-verbaal voor ieder fenomeen en de wekelijkse evolutie. • Aantal geïnvesteerde uren door het politiepersoneel (repressie – preventie). • Aantal terbeschikkingstellingen per rubriek. • Aantal «signals» overgemaakt aan de wijken (bericht «real time»). • Aantal uitgedeelde folders. • Aantal verzonden gepersonaliseerde berichten. Methode – tool : • RAO (verslag na operatie). • Gebruik van de reeds bestaande operationele gegevensbank SEA (statistieken en

analyse – verfijning van de ISLP-gegevens per fenomeen). • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Regelmatige realisatie van een cartografie die toelaat de verschillende categorieën

van overtredingen te lokaliseren en hun verplaatsing te volgen. • Cockpitmethode (evaluatie). • Mobiel gemiddelde (Moving average – evolutie op lange termijn). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête in de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. • Samenstelling van specifieke fotoalbums van in deze materie gekende daders. Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

- Na iedere specifieke actie. - Eenmaal per week. - Eenmaal per maand. - Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en beschikken over een wilskrachtige

en gemotiveerde projectchef. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Beschikken over een gedetailleerd actieplan dat bestaat uit de operationele

doelstellingen en de respectievelijke acties.

PZS 2009-2012 49

• Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 50

JEUGDCRIMINALITEIT – ACTIEPLAN Motivatie van de keuze : De jeugdcriminaliteit bevindt zich op de tweede plaats van het argumentatiemodel en is een absolute prioriteit voor de Dirco, de Procureur des Konings en de Gouverneur. Tijdens de ZVR hebben alle deelnemers aangedrongen om deze prioriteit te realiseren onder de vorm van een actieplan. De jeugdcriminaliteit is tevens een nationale prioriteit. Globale definitie (strategische doelstelling) : Het betreft een afwijkende houding van een jongere (het NVP specificeert van minder dan 25 jaar) die een strafbaar feit heeft gepleegd (of voor de minderjarigen een «als misdrijf gekwalificeerd feit»). Het kan gaan om :

• Een inbreuk op het strafwetboek of andere speciale wetten (voorbeeld : diefstal) Aangezien deze problematiek reeds transversaal behandeld wordt in de actieplannen «straatcriminaliteit» en «stadsbendes», en gezien de structuur van de organisatie (aanvankelijke zaken behandeld door GIG en zaken van minderjarigen (- 18) behandeld door JEP), zal deze doelstelling op dit niveau niet meer worden weerhouden, maar zal ze in andere actieplannen behandeld worden.

• Een inbreuk op de wet van de Jeugdbescherming. Daar het hier om beschermingsmaatregelen gaat die reeds specifiek door de dienst JEP worden behandeld, is deze doelstelling niet weerhouden op dit niveau (eventueel wel in het naar de ouders gerichte actieplan).

• Schoolverzuim.

Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• Schoolverzuim. Het schoolverzuim ligt maar al te dikwijls aan de basis van een afwijkende houding. Daar de preventie een belangrijk punt is in deze materie, is het nuttig om een integraal en geïntegreerd plan te ontwikkelen. NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De Zonale Veiligheidsraad en de directie van de Zone zijn zich bewust van de problemen die het fenomeen jeugdcriminaliteit met zich meebrengt. Dit thema is transversaal en multidisciplinair.

• Deze materie geniet eveneens de volle aandacht van de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, alsook van de DIRCO, de Gouverneur en de Procureur des Konings.

• De directie maakte een nodige capaciteit vrij ter uitvoering van het actieplan. • De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en

voor de nieuwigheden in deze materie. Strategie en beleid

• Een analyse realiseren van het probleem en werken in functie van de conclusies. • Een actieplan ontwikkelen met de partners en in de geest van de PLP 41.

PZS 2009-2012 51

• De doelgroepen bepalen. • De risicosituaties melden aan de verantwoordelijke overheden (scholen, Parket,...). • De ouders meer betrekken door hen op hun verantwoordelijkheid te wijzen.

Management van medewerkers

• De vormingen promoten en volgen teneinde de kennis en de betrokkenheid van de medewerkers in deze materie te verhogen.

• De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal. • Het personeel dat betrokken is in iedere actie inlichten over dit plan (eveneens

rekenschap geven van de resultaten). Management van middelen

• De nodige middelen voorzien voor het goede verloop van het actieplan. • Een supplementaire capaciteit inzetten. • Het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere) maximaal benutten,

optimaliseren en verhogen. Management van processen

• Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en heroriënteren van de operationele doelstellingen.

• Goede praktijken implementeren en proberen de kwaliteit van het verloop van de processen te verhogen.

• Praktische uitwerking en afstemming van de processen teneinde de polyvalentie van de in de actie betrokken acteurs te verhogen.

Partners

• Interne (Jeugd- en Preventiedienst, SPG, SER, STR, Slachtofferbejegening,...) • FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • SLIV • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De gemeentelijke diensten (openbaar onderwijs) • De waakcellen inzake schoolverzuim • De Federale Politie • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest • De DIRCO • Het Parket • De scholen (alle netwerken samen) • De veiligheidsdiensten van het openbaar vervoer • Dienst Vreemdelingenzaken • Diverse verenigingen en vzw’s • Vlaamse gemeenschapscommissie • Communauté française de Belgique

Opvolging van de strategische doelstellingen :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of door een wijziging van het fenomeen.

Indicatoren : • Aantal controles per actie en per maand. • Aantal processen-verbaal opgesteld ten laste van de ouders.

PZS 2009-2012 52

• Optelling van het aantal uren verrichtte controles en acties. • Aantal aanvragen door scholen inzake schoolverzuim. • Aantal behandelde gevallen van schoolverzuim. • Aantal gecontacteerde ouders. Methode – tool : • RAO (verslag na operatie). • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête in de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

- Na iedere specifieke actie. - Eenmaal per maand. - Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en beschikken over een wilskrachtige

en gemotiveerde projectchef. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Beschikken over een gedetailleerd actieplan dat bestaat uit de operationele

doelstellingen en de respectievelijke acties. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 53

VERKEERSVEILIGHEID – ACTIEPLAN Motivatie van de keuze : De verkeersveiligheid is sedert jaren een belangrijke bezorgdheid van de leiding van de zone. Het betreft tevens een prioritair fenomeen in het argumentatiemodel. Daarenboven brengt het Verkeersveiligheidsfonds, dat in 2004 werd opgericht, een niet te verwaarlozen financiële hulp bij de in deze materie supplementaire geleverde inspanningen. Het betreft een nationale prioriteit. Globale definitie (strategische doelstelling) : Sedert jaren zijn de politiezone, alsook de federale overheden, zich bewust van de problemen die het verkeer met zich meebrengt. Het doel is de veiligheid van de gebruikers van de openbare weg in de zone te verzekeren en te verbeteren. Het gaat er ook om, er toe bij te dragen tot het verwezenlijken van de doelen die de federale overheid stelt, namelijk het aantal doden en gewonden op de wegen gevoelig doen dalen. Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• Algemene doelstelling (preventie, vorming, perscampagnes) • Overdreven en onaangepaste snelheid • Sturen onder invloed van alcohol • Veiligheidsgordels en veiligheidsuitrustingen • Transport van zaken over de weg • Hinderlijk of gevaarlijk parkeren • Agressief gedrag in het verkeer • Ongevallen tijdens het week-end • Technische voorschriften • Veiligheid in de nabijheid van scholen

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De Zonale Veiligheidsraad en de directie van de Zone zijn zich bewust van de problematiek van de verkeersveiligheid en van het onveiligheidsgevoel dat er uit voortvloeit en wenst het hele politiekorps te betrekken in de in deze materie uitgevoerde acties.

• De Zonale Veiligheidsraad waakt over de uitvoering en evalueert de acties, uitgevoerd in het kader van het Verkeersveiligheidsfonds (federale subsidies). De directie maakt de nodige capaciteit vrij ter uitvoering van het actieplan.

• De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en voor de nieuwigheden in deze materie.

Strategie en beleid

• Een analyse realiseren over het fenomeen (verkeersongevallen) en deze in kaart brengen.

PZS 2009-2012 54

• Een actieplan ontwikkelen, rekening houdend met de conventie inzake de verkeersveiligheid en door de reële problemen die uit de analyse naar voor komen aan te pakken.

• De doelgroepen per objectief bepalen. • Melding aan de verantwoordelijke overheden van de gevaarlijke situaties die door

structurele maatregelen kunnen beveiligd worden. Management van medewerkers

• De vormingen promoten en volgen teneinde de kennis en de betrokkenheid van de medewerkers in deze materie te verhogen.

• De politiemensen sensibiliseren m.b.t. hun voorbeeldfunctie in deze materie. • Het personeel dat betrokken is in iedere actie informeren over dit plan (eveneens

rekenschap geven van de resultaten). Management van middelen

• Studie en opvolging van de noden inzake het materiaal dat moet dienen voor de realisatie van het actieplan (financiering door eigen fondsen en via het Verkeers-veiligheidsfonds).

• Bestellingen, aankopen en indien nodig opstellen van lastenboeken en aanbestedingen.

• Een supplementaire capaciteit inzetten. • Het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere) maximaal benutten,

optimaliseren en verhogen. Management van processen

• Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en heroriënteren van de operationele doelstellingen.

• Goede praktijken implementeren en proberen de kwaliteit van het verloop van de processen te verhogen.

• Praktische uitwerking en afstemming van de processen teneinde de polyvalentie van de betrokken acteurs in de actie te verhogen.

Partners

• Interne (TRA, SPG, STR, Slachtofferbejegening) • FOD Mobiliteit – FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • SLIV • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De gemeentelijke diensten (werken, raadgevers inzake mobiliteit) • De Federale Politie • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest • Het BIVV • De DIRCO • De VSGB (Vereniging van stad en gemeenten van Brussel-hoofdstad) • Het Parket • De scholen • De Gouverneur • Het AIK • Het netwerk van de verkeerscoördinatoren • De verkeersverantwoordelijken van de politiezones • De diensten openbaar vervoer • De ziekenhuizen • De brandweer • De douane

PZS 2009-2012 55

• Verschillende verenigingen en vzw’s (GRACQ, PROVELO,...) Opvolging van de strategische doelstellingen :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of door een wijziging van het fenomeen die zich manifesteert in de analyse of de cartografie.

Indicatoren : • Voor iedere operationele doelstelling wordt per specifieke operatie, per maand, per

wijk en voor heel de zone, een optelling gedaan van het aantal processen-verbaal. • Aantal processen-verbaal inzake verkeersongevallen met en zonder

gewonden/doden, per maand en per wijk. • Aantal uren controle en actie. • Optelling van de resultaten (aantal inhoudingen rijbewijs, administratieve en

gerechtelijke aanhoudingen, gecontroleerde voertuigen,...). • Aantal leerlingen dat initiatielessen volgde. • Aantal uitgedeelde gadgets of folders. Methode – tool : • RAO (verslag na operatie). • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Veiligheidsmonitor. • Lokale verkeersveiligheidsbarometer. • Platform van strategische analisten. • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête in de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

- Na iedere specifieke actie. - Eenmaal per maand. - Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en beschikken over een wilskrachtige

en gemotiveerde projectchef. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Beschikken over een gedetailleerd actieplan dat bestaat uit de operationele

doelstellingen en de respectievelijke acties. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Opwaarderen van het beeld dat de politiemensen hebben over de taken inzake de

verkeersveiligheid. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 56

IINNTTEERRNNEE SSTTRRAATTEEGGIISSCCHHEE DDOOEELLSSTTEELLLLIINNGGEENN ((DDIIEENNSSTTVVEERRLLEENNIINNGG EENN WWEERRKKIINNGG)) INTERN VERBETERINGSPLAN : ACTIEPLAN Motivatie van de keuze : Met het oog voor een verbetering van de kwaliteit en de betrachting naar uitmuntendheid, is het ontegensprekelijk zo dat de interne werking van de zone wordt geobserveerd, geanalyseerd en gepositioneerd. Een schrijven in die zin werd eveneens door het Ministerie overgemaakt. Globale definitie (strategische doelstelling) : Een globaal verbeteringplan bestaat uit verschillende domeinen en raakt alle structuren en procedures van de zone. Het doel van het plan bestaat erin om een constante verbetering te bekomen teneinde de burger nog beter te dienen. Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• Identificatie van de interne en externe «klanten». o Wie zijn zij ? o Wat stellen zij voor ons voor ? o Wat zijn hun verwachtingen ?

• De bestaande processen inventariseren. • SWOT-analyses realiseren (strength-weakness-opportunities-

treaths). • Tevredenheidsenquêtes realiseren. • Positionering (via EFQM-methode – Belgische politie).

Het is de bedoeling om te komen tot het formuleren van voorstellen zonder een permanente communicatie uit het oog te verliezen. NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De algemene directie van de zone speelt hier een hoofdrol in de realisatie en de toepassing van het actieplan.

• Het bewijs leveren van leiderschap met lef. • De directie maakt de nodige capaciteit vrij en werkt actief mee aan de uitvoering van

het actieplan. • De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en

voor de nieuwigheden in de materie en stimuleert de medewerkers. • Trachten naar transparantie en een integrale en geïntegreerde benadering van de

problemen.

Strategie en beleid • Realiseren van enquêtes, analyses en een positionering die zou moeten toelaten te

komen tot conclusies en voorstellen. • De partners en «klanten» betrekken. • In de geest van een constante verbetering van de kwaliteit : handelen in functie van

de opgespoorde aandachtspunten.

PZS 2009-2012 57

Management van medewerkers • Van bij het begin de medewerkers van ieder niveau betrekken. • Trachten de notie «the right man on the right place» te verwezenlijken. • Communiceren en sensibiliseren. • Het personeel inlichten over de resultaten van het actieplan.

Management van middelen

• De nodige middelen voorzien voor het goede verloop van het actieplan. • Een supplementaire capaciteit inzetten. • Trachten ieders rendement te optimaliseren en te verhogen door de bestaande

middelen maximaal te rentabiliserenl te maken (doelmatigheid en doeltreffendheid). Management van processen

• Een inventaris opstellen van de bestaande procedures. • Ontdekken waar sommige processen zich overlappen of ontbreken. • Eventueel komen tot het schrijven van een procedure voor het bepalen, uitvoeren,

opvolgen, evalueren en heroriënteren van de operationele doelstellingen. • Implementeren van goede praktijken en proberen de kwaliteit van het verloop van

het proces te verhogen. • Praktische uitwerking en afstemming van de processen teneinde de polyvalentie van

de in de actie betrokken acteurs te verhogen. Partners

• Interne (allen) • CGL (begeleiding bij de realisatie van het plan) • In functie van de inventaris

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Regelmatig nakijken dat de vooropgestelde termijnen worden gerespecteerd. • Indien er nood aan is : de uitvoering aanpassen in fuctie van eventuele

veranderingen.

Indicatoren : • Aantal in iedere actie geïnvesteerde uren. • Aantal betrokken personen in ieder activiteitsdomein. Methode – tool : • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau). • Beschikken over een wilskrachtige en gemotiveerde projectchef. • Toegang krijgen tot de gewilde inlichtingen. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Over de nodige capaciteit beschikken.

PZS 2009-2012 58

• Beschikken over een gedetailleerd actieplan dat bestaat uit de operationele doelstellingen en de respectievelijke acties.

• Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 59

EEXXTTEERRNNEE SSTTRRAATTEEGGIISSCCHHEE DDOOEELLSSTTEELLLLIINNGGEENN ((DDAAGGEELLIIJJKKSS WWEERRKKPPLLAANN)) MILIEU – SOCIALE OVERLAST – DAGELIJKS WERK Motivatie van de keuze : De verschillende problematieken die gebonden zijn aan het milieu worden door de vele partners duidelijk naar voor gebracht in het argumentatiemodel. Volgens de veiligheidsmonitor betreft het een fenomeen dat sterk gebonden is aan het onveiligheidsgevoel van de bevolking van onze zone. Het betreft eveneens een nationale prioriteit. Globale definitie (strategische doelstelling) : Het betreft een zeer uitgebreid onderwerp, aangaande het geheel van objectieve en subjectieve elementen van de leefomgeving van het individu en alle factoren van het stads- en industrieleven die een ongemak, een nadeel of een gevaar voor de gezondheid zouden kunnen uitmaken. Een heel arsenaal van Wetten, Koninklijke Besluiten, Omzendbrieven en lokale Reglementen kunnen in deze materie van toepassing zijn. Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• De bestrijding van het nachtlawaai. • De communicatie met de milieuverantwoordelijken van de

gemeenten verbeteren. NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De directie heeft aandacht voor de uitvoering en de opvolging van deze strategische doelstelling.

• De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en zal de intervenanten stimuleren.

Strategie en beleid

• Een dagelijkse opvolging verzekeren. • De intervenanten in deze materie stimuleren tot het opstellen van een verslag of

proces-verbaal. • De verantwoordelijke overheden inlichten met het oog op te nemen maatregelen. • De overtreders inlichten over de eventuele sancties waaraan ze zich blootstellen. • Centraliseren van de klachten in deze materie. • De communicatie met de milieuverantwoordelijken van de verschillende gemeenten

verbeteren. Management van medewerkers

• Promoten en volgen van vormingen teneinde de deskundigheid en de betrokkenheid van de medewerkers in deze materie te verhogen.

• De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal.

PZS 2009-2012 60

Management van middelen • Heroriëntatie door het maximum benutten, het optimaliseren en het verhogen van

het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere). Management van processen

• Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en eventueel heroriënteren van deze operationele doelstelling.

• Trachten de kwaliteit van het verloop van het proces te verhogen. Partners

• Interne (administratieve politie, interventie, wijk, wacht, SER, STR, slachtofferbejegening,...)

• FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • SLIV • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De gemeentediensten • Sanctionerende ambtenaar inzake administratieve boetes • IBGE • Dienst Vreemdelingenzaken • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Agentschap Brussel-Net) • Het Parket (milieuplatform) • Diverse verenigingen en vzw’s

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of door een verandering van het fenomeen.

Indicatoren : • Aantal ontvangen telefoonoproepen inzake nachtlawaai. • Aantal ontvangen klachtbrieven inzake nachtlawaai. • Aantal administratieve verslagen. • Aantal processen-verbaal. • Aantal besluiten tot sluiting. • Aantal tussenkomsten in openbare plaatsen / privé. Methode – tool : • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête bij de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

- Iedere dag. - Eenmaal per maand

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek.

PZS 2009-2012 61

• Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en over een wilskrachtige en

gemotiveerde projectchef beschikken. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Over welbepaalde operationele doelstellingen beschikken. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners en er gebruik van

maken. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 62

TEH – ECONOMISCHE UITBUITING – DAGELIJKS WERK Motivatie van de keuze : De mensenhandel is een prioritair fenomeen in ons argumentatiemodel. Dit enorme probleem is eveneens een nationale prioriteit. Globale definitie (strategische doelstelling) : Het fenomeen is als volgt omschreven in het Strafwetboek : Art. 433quiquies : <Wet 2005-08-10/61, art.10 ; In voege : 12/09/200> § 1. Levert het misdrijf mensenhandel op, de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon, de wisseling of de overdracht van de controle over hem teneinde : 1° ten aanzien van deze persoon de misdrijven te laten plegen die bedoeld worden in de artikelen 379, 380, § 1 en § 4, en 383bis, § 1 ; 2° ten aanzien van deze persoon de misdrijven te laten plegen dat bedoeld wordt in artikel 433ter ; 3° deze persoon aan het werk te zetten of te laten aan het werk zetten in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid ; 4° bij deze persoon organen of weefsels weg te nemen of te laten wegnemen in strijd met de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen ; 5° of deze persoon tegen zijn wil een misdaad of wanbedrijf te doen plegen. Behalve in het in 5 bedoelde geval is de toestemming van de in het eerste lid bedoelde persoon met de voorgenomen of daadwerkelijke uitbuiting van geen belang Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• Huisjesmelkers. • Prostitutie • Illegale werkplaatsen.

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De Zonale Veiligheidsraad en de directie van de zone zijn gevoelig voor deze problematiek. Dit thema is transversaal en multidisciplinair.

• De directie heeft aandacht voor de uitvoering en opvolging van deze strategische doelstelling.

• De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en voor de nieuwigheden in deze materie.

Strategie en beleid

• De nodige informatie verzamelen teneinde acties uit te voeren in deze materie. • Communiceren met de partners. • Een dagelijkse opvolging verzekeren. • De intervenanten stimuleren voor het opstellen van een verslag of een proces-verbaal

in deze materie.

PZS 2009-2012 63

Management van medewerkers • Promoten en volgen van vormingen teneinde de deskundigheid en de betrokkenheid

van de medewerkers in deze materie te verhogen (verslagen en processen-verbaal). • De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal.

Management van middelen

• Heroriëntatie door het maximum benutten, het optimaliseren en het verhogen van het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere).

Management van processen • Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en

eventueel heroriënteren van deze operationele doelstelling. • Implementatie van goede praktijken en proberen de kwaliteit van het verloop van het

proces te verhogen. Partners

• Interne (administratieve politie, dienst JEP, SPG, SER, STR, Slachtofferbejegening,...) • FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • SLIV • Dienst Vreemdelingenzaken • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De gemeentediensten (bevolking, stedebouw,...) • De federale politie (centrale dienst Mensenhandel) • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest • De DIRCO • Het Parket • De interdepartementale coördinatiecel van de bestrijding van mensenhandel • Regionale huisvestingsinspectie (RHI) • De sociale inspectie • De inspectie van de sociale wetten • Centrum voor gelijkheid van kansen • Diverse verenigingen en vzw’s die actief zijn in deze materie.

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of door een verandering van het fenomeen.

Indicatoren : • Aantal processen-verbaal in iedere materie. • Aantal gecoördineerde acties. • Resultaten van de gecoördineerde acties. • Aantal proactieve controles. Methode – tool : • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête bij de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

PZS 2009-2012 64

- Na iedere specifieke actie. - Eenmaal per maand

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en over een wilskrachtige en

gemotiveerde projectchef beschikken. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Over welbepaalde operationele doelstellingen beschikken. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 65

ILLEGALE HANDEL – SOCIALE FRAUDE : DAGELIJKS WERK Motivatie van de keuze : De illegale handel en de sociale fraude veroorzaken niet alleen een verlies voor de openbare financiën maar genereren eveneens allerhande criminaliteit. Het feit dit te bestrijden zou dus moeten toelaten om resultaten te boeken in verschillende domeinen. Het betreft eveneens een nationale prioriteit. Globale definitie (strategische doelstelling) : De illegale handel en de sociale fraude vertegenwoordigen een enorm probleem voor de maatschappij en genereren tezelfdertijd zekere vormen van criminaliteit. Men zou kunnen beschouwen dat de illegale handel en de fiscale fraude alle overtredingen tegen de in voege zijnde wetgeving bevatten (zeer ruim). Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door de volgende doelstelling te behandelen :

• Systematische controle van verdachte handelszaken.

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De Zonale Veiligheidsraad en de directie van de zone zijn gevoelig voor deze problematiek. Dit thema is transversaal en multidisciplinair.

• De directie heeft aandacht voor de uitvoering en opvolging van deze strategische doelstelling.

• De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en voor de nieuwigheden in deze materie.

Strategie en beleid

• De nodige informatie verzamelen teneinde acties uit te voeren. • Communiceren met de partners. • Een dagelijkse opvolging verzekeren. • De intervenanten stimuleren voor het opstellen van een verslag of een proces-verbaal

in deze materie. • Systematische controle van de verdachte handelszaken.

Management van medewerkers

• Promoten en volgen van vormingen teneinde de deskundigheid en de betrokkenheid van de medewerkers in deze materie te verhogen (verslagen en processen-verbaal).

• De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal. Management van middelen

• Heroriëntatie door het maximum benutten, het optimaliseren en het verhogen van het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere).

Management van processen

• Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en eventueel heroriënteren van deze operationele doelstelling.

• De kwaliteit van het verloop van de processen proberen te verhogen.

PZS 2009-2012 66

• Implementatie van goede praktijken en proberen de kwaliteit van het verloop van het proces te verhogen.

Partners

• Interne (administratieve politie, BCO, INT, SPG, SER, STR,...) • FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie – FOD Economische Zaken • Dienst Vreemdelingenzaken • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De gemeentediensten (economie, middenstand,...) • De federale politie • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (intergemeentelijk laboratorium) • Het federaal agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen • De DIRCO • Andere politiezones • Het Parket • De sociale inspectie • De dienst van douane en accijnzen • De inspectie van financiën (BTW) • De brandweer • Diverse verenigingen en vzw’s die actief zijn in deze materie.

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of door een verandering van het fenomeen.

Indicatoren : • Aantal controles. • Aantal processen-verbaal. • Aantal sluitingen. • Aantal aanhoudingen. Methode – tool : • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête bij de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht :

- Na iedere specifieke actie. - Eenmaal per maand

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en over een wilskrachtige en

gemotiveerde projectchef beschikken. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen.

PZS 2009-2012 67

• Over welbepaalde operationele doelstellingen beschikken. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 68

HANGJONGEREN – STADSBENDES : DAGEGELIJKS WERK Motivatie van de keuze : De generieke term hangjongeren is transversaal met de straatcriminaliteit en de sociale ongemakken. Daarenboven genereert hij een hoger onveiligheidsgevoel. Het betreft een problematiek die reeds in het voorafgaande ZVP werd behandeld. Globale definitie (strategische doelstelling) : De generieke term «stadsbendes» kan verwarring stichten bij heel wat personen en wordt dus door heel wat mensen op verschillende wijze begrepen. In feite geven de regels, uitgevaardigd door het Parket en de federale politie, er de volgende definitie aan :

• Een geïdentificeerde persoon die een feit heeft gepleegd met ten minste een medeplichtige.

• Het feit moet overeenstemmen met een notitie van een zwaar feit (voorbeeld : diefstal met geweld, collectieve verkrachting, enz...).

• Een kopie van het proces-verbaal wordt aan het AIK overgemaakt die het inbrengt in de gegevensbank DBSBU.

• Tijdens de maandelijkse vergadering met de Referentiemagistraat wordt op deze basis beslist aan wie men het statuut “maakt deel uit van een stadsbende” toekent en wie het statuut verliest.

• Dit statuut vindt men terug in de ANG (algemene nationale gegevensbank) en moet toelaten, in geval van recidivisme, contact te nemen met de Referentiemagistraat met het oog tot het bekomen van snelle maatregelen.

Het betreft dus een zuiver technisch generieke term. Om die reden spreken we van “hangjongeren” om de jongeren aan te duiden die op een algemene manier de orde verstoren en een onveiligheidsgevoel veroorzaken. Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• Het personeel vormen en sensibiliseren voor de ruimere problematiek van «hangjongeren”.

• De contacten met het AIK vervolgen en intensifiëren. • De cel “hangjongeren” ontwikkelen die zich zal bezig houden met de hangjongeren.

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De Zonale Veiligheidsraad en de directie van de zone zijn gevoelig voor deze problematiek. Dit thema is transversaal en multidisciplinair.

• De directie heeft aandacht voor de uitvoering en opvolging van deze strategische doelstelling.

• De directie (op ieder niveau) zal blijven openstaan voor de evolutie van de situatie en voor de nieuwigheden in deze materie.

Strategie en beleid

• Een analyse over het fenomeen verrichten en werken in functie van de conclusies. • Een documentatie over de daders samenstellen. • Met de partners communiceren. • De samenwerking met de preventiediensten stimuleren (inwinnen van informatie).

PZS 2009-2012 69

• De intervenanten stimuleren tot het overmaken van alle gegevens betreffende dit onderwerp.

Management van medewerkers

• Promoten en volgen van vormingen teneinde de deskundigheid en de betrokkenheid van de medewerkers in deze materie te verhogen (verslagen en processen-verbaal).

• De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal. Management van middelen

• Heroriëntatie door het maximum benutten, het optimaliseren en het verhogen van het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere).

Management van processen

• Een procedure beschrijven voor het bepalen, uitvoeren, opvolgen, evalueren en eventueel heroriënteren van deze operationele doelstelling.

• De kwaliteit van het verloop van de processen proberen te verhogen. • Implementatie van goede praktijken en proberen de kwaliteit van het verloop van het

proces te verhogen. Partners

• Interne (SER, Wijken, JEP, SPG, STR, INT) • FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • SLIV • Dienst Vreemdelingenzaken • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De federale politie (AIK) • De DIRCO • Het Parket • Andere zones • De scholen • De veiligheidsdiensten van het openbaar vervoer • De inspectie van financiën (BTW) • Diverse verenigingen en vzw’s.

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Evaluaties verrichten van de uitgevoerde acties teneinde er de effecten van te kennen.

• Indien er nood aan is : de voorziene acties heroriënteren ingevolge de conclusies van de evaluatie of door een verandering van het fenomeen.

Indicatoren : • Aantal personen die in de zone wonen en die het statuut SB hebben. • Aantal controles per actie en per maand. • Aantal identificatiefiches. • Aantal aan het AIK overgemaakte processen-verbaal. Methode – tool : • Interventiefiches (het gebruik stimuleren). • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête bij de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten.

PZS 2009-2012 70

Frequentie van de meting : • In functie van de indicatoren zal de meting als volgt worden verricht : - Eenmaal per maand.

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

Kritieke succesfactoren :

• Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en over een wilskrachtige en

gemotiveerde projectchef beschikken. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Over welbepaalde operationele doelstellingen beschikken. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 71

TERRORISME – EXTREMISME : DAGELIJKS WERK Motivatie van de keuze : Het betreft een primordiale nationale prioriteit om de veiligheid van de bevolking te verzekeren. Deze prioriteit wordt ons opgelegd door een wettekst (PLP 37) en de waakzaamheid in deze materie blijft aan de orde van de dag, meer bepaald in de hoofdstad van Europa. Globale definitie (strategische doelstelling) : Terrorisme : Het terrorisme duidt de gewelddadige acties aan (aanslagen, moorden, ontvoeringen, sabotage...), die gevoerd worden tegen de bevolking en de gestelde macht, in die mate dat hun psychologische weerklank – terreur en schrik – de kring der slachtoffers ver overtreft, dit om de betrokken publieke opinie te schokken. Het kenmerkt zich door een politieke inspiratie ; het gebruik (of de bedreiging) van geweld ; het feit om een bericht in omloop te laten brengen ; de daad en het slachtoffer hebben een symbolische betekenis ; beperkt zich niet tot de grenzen ; de slachtoffers en de geadresseerden van het bericht zijn niet altijd dezelfden. Het betreft vrijwillige daden tegen de burgers. Extremisme : is een term die gebruikt wordt om een doctrine of een houding (politieke of religieuze) aan te duiden die een actie aanbeveelt waarbij alle middelen goed zijn om het doel te bereiken. Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door volgende doelstellingen te behandelen :

• In achtname van de PLP 37, namelijk : - Het inwinnen, het behandelen, de codering en het overmaken van alle informatie met betrekking tot het terrorisme en extremisme. - De overmaking van de informatie via de wettelijk voorziene kanalen.

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De directie heeft aandacht voor de uitvoering en opvolging van deze strategische doelstelling.

• De directie (op ieder niveau) zal de evolutie van de situatie en de nieuwigheden in deze materie opvolgen.

• Deze materie krijgt alle aandacht van de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken, alsook van de DIRCO, de DIRJU en de Procureur des Konings.

Strategie en beleid

• Een documentatie samenstellen over deze fenomenen. • Met de partners communiceren. • De samenwerking stimuleren (inwinnen van informatie). • De intervenanten stimuleren tot het overmaken van alle gegevens betreffende dit

onderwerp. • De risicosituaties melden aan de verantwoordelijke overheden.

PZS 2009-2012 72

Management van medewerkers • Promoten en volgen van vormingen teneinde de deskundigheid en de betrokkenheid

van de medewerkers in deze materie te verhogen (administratieve rapporten RAR en processen-verbaal).

• De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal inzake verdachte handelingen en voor de middelen van de overmaking van de info.

Management van middelen

• Heroriëntatie door het maximum benutten, het optimaliseren en het verhogen van het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere).

Management van processen

• Proberen de kwaliteit van het verloop van het proces te verhogen. Partners

• Interne (allen) • FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • De preventiediensten van de gemeenten van de zone • De federale politie (GDA – TERRO – DR4) • Het Crisiscentrum • Dienst Vreemdelingenzaken • Het AIK • De Staatsveiligheid • De militaire veiligheid (ADIV) • DOVO • Coördinatieorgaan voor de analyse van de dreiging (OCAM) • De DIRCO • Het Parket • De veiligheidsdiensten van het openbaar vervoer • Diverse verenigingen en vzw’s.

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Evaluaties verrichten teneinde er de effecten van te kennen.

Indicatoren : • Aantal per maand overgemaakte RAR’s. • Aantal op het grondgebied van de zone geïdentificeerde groeperingen. Methode – tool : • RAR • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête bij de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicator zal de meting als volgt worden verricht : - Eenmaal per maand.

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

PZS 2009-2012 73

Kritieke succesfactoren : • Een gedetailleerd beeld hebben van de problematiek. • Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en over een wilskrachtige en

gemotiveerde projectchef beschikken. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Over welbepaalde operationele doelstellingen beschikken. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 74

AANTASTING VAN HET OPENBAAR GEZAG : DAGELIJKS WERK Motivatie van de keuze : Om efficiënt de fenomenen van het niet eerbiedigen van de openbare orde te kunnen bestrijden, punctueel of op een georganiseerde manier, is het nuttig om het accent terug te leggen op het respect voor het gezag. Een recente wetgeving breidt de notie van personen die het openbaar gezag vertegenwoordigen uit. Ondanks het feit dat dit fenomeen niet opgenomen is in het argumentatiemodel en het niet om een nationale prioriteit gaat, geniet dit fenomeen alle aandacht van de ZVR. Globale definitie (strategische doelstelling) : Strafwetboek : Art. 269. Weerspannigheid wordt genoemd, elk verzet met geweld of bedreiging tegen ministeriële ambtenaren, veld- of boswachters, dragers of agenten van de openbare macht, personen aangesteld om taksen en belastingen te innen, brengers van dwangbevelen, aangestelden van de douane, gerechtelijke bewaarders, officieren of agenten van de administratieve of gerechtelijke politie, wanneer zij handelen ter uitvoering van de wetten, van de bevelen of de beschikkingen van het openbaar gezag, van rechterlijke bevelen of van vonnissen. De wet van 20/12/2006 voorziet in geval van zware feiten een speciale beveiliging voor verschillende personen die een opdracht van openbare functionele dienst of van algemeen nut uitvoeren. Het betreft het personeel van het openbaar vervoer, de brandweerlui, het ziekenhuispersoneel, de leden van het lerarenkorps, enz... in de uitoefening van hun functies. Het strafwetboek spreekt eveneens over smaad : Art. 276. Smaad door woorden, daden, gebaren of bedreigingen gepleegd tegen een ministerieel ambtenaar, een agent die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of tegen enig ander persoon met een openbare hoedanigheid bekleed, in de uitoefening of ter gelegenheid van de uitoefening van hun bediening wordt gestraft met... Bijzondere definitie (operationele doelstellingen) : Wij stellen voor om de problematiek te benaderen door de volgende doelstelling te behandelen :

• De nieuwe regels in deze materie en de doelgroepen. Het personeel en de betrokken partijen vormen en inlichten is hier het doel.

NOTA : de opgesomde punten in ieder EFQM-domein zijn niet volledig. De details zullen zich in de operationele doelstellingen bevinden (verbonden aan gedetailleerde plannen). Leadership

• De Zonale Veiligheidsraad heeft beslist om deze doelstelling toe te voegen alhoewel deze geen deel uitmaakt van het argumentatiemodel.

• De directie heeft aandacht voor de uitvoering en opvolging van deze strategische doelstelling.

• De directie (op ieder niveau) zal de evolutie van de situatie opvolgen.

Strategie en beleid • Het gezag en zij die het vertegenwoordigen doen respecteren. • Implementatie van de COL 3 – 2008. • Communiceren met de betrokken overheden.

PZS 2009-2012 75

Management van medewerkers • Promoten en volgen van vormingen teneinde de deskundigheid en de betrokkenheid

van de medewerkers in deze materie te verhogen. • De politiemensen sensibiliseren voor de kwaliteit van de processen-verbaal.

Management van middelen

• Heroriëntatie door het maximum benutten, het optimaliseren en het verhogen van het rendement van de bestaande middelen (ICT en andere).

• De nodige middelen voorzien voor de vorming. Management van processen

• Proberen de kwaliteit van het verloop van het proces te verhogen. Partners

• Interne (allen) • FOD Binnenlandse Zaken – FOD Justitie • De gemeentediensten (openbaar onderwijs) • Het Parket • De brandweer • Het ziekenhuispersoneel • De burgerbescherming • De artsen • De ambulanciers • De apothekers • De kinesitherapeuten • De verplegers • De sociale assistenten • De psychologen • De post • De scholen (alle netwerken) • De veiligheidsdiensten van het openbaar vervoer • Diverse verenigingen en vzw’s.

Opvolging van de strategische doelstelling :

• Evaluaties verrichten teneinde er de effecten van te kennen.

Indicatoren : • Aantal processen-verbaal. • Aantal vormingen. • Aantal gevormde personen. Methode – tool : • Ontwikkeling van het indicatoren opvolgingsstuurbord met de hulp van CGL. • Cockpitmethode (evaluatie). • Semesteriële evaluatie van het actieplan met de projectchef. • Een enquête bij de wijken over de evolutie van de criminaliteit en de prioriteiten. Frequentie van de meting : • In functie van de indicator zal de meting als volgt worden verricht : - Eenmaal per maand

- Eenmaal per semester. - Eenmaal per jaar. - Op ieder ogenblik wanneer er nood aan is.

PZS 2009-2012 76

Kritieke succesfactoren :

• Over de nodige capaciteit beschikken. • Gesteund zijn door de directie (op ieder niveau) en over een wilskrachtige en

gemotiveerde projectchef beschikken. • De projectchef moet van de directie een klaar en welbepaald mandaat krijgen. • Over welbepaalde operationele doelstellingen beschikken. • Zich inzetten voor een oprechte samenwerking met de partners. • Invoering van een goede interne (de politiemensen sensibiliseren voor de

problematiek) en externe communicatie.

PZS 2009-2012 77

444... HHHEEETTT CCCOOOMMMMMMUUUNNNIIICCCAAATTTIIIEEEBBBEEELLLEEEIIIDDD

PZS 2009-2012 78

44..11 EExxtteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee

44..11..11 TTee ttrreekkkkeenn lleesssseenn oovveerr ddee eexxtteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22000055--22000088 Publicatie :

- Internetsite : op de internetsite “www.polbrumidi.be” vindt men informatie terug over de zone alsook een PDF-versie van het ZVP welke door alle externe partners kan ingekeken worden.

- Activiteitenverslag : in het activiteitenverslag treft men tal van informatie aan dat een gedetailleerd beeld schept van alle aspecten aangaande de politiezone.

- In de gemeentelijke krant (van Anderlecht), die maandelijks door de gemeente verspreid wordt naar de burger, wordt regelmatig een volledige pagina aan de zone gewijd.

Dagelijks wordt er gecommuniceerd met het publiek, met de in kaart gebrachte doelgroepen. De externe communicatie heeft vooruitgang geboekt doch komt zij nog in aanmerking voor verbetering. Elke dag worden er, hetzij geschreven, hetzij mondelinge persmededelingen gemaakt die via de media verspreid worden. Daar er iemand 24u/24u ter beschikking staat, wordt een antwoord gegeven op al hun vragen. Buiten de actieplannen wordt er elk jaar één maand (oktober) aan de verkeersveiligheid besteed (stressball – boekentas). Op regelmatige basis en in samenspraak met het Parket, worden er met de tuimelwagen preventieve acties georganiseerd rond het dragen van de veiligheidsgordel. Alhoewel er al serieus gewerkt werd aan “jeugdpreventie” staat het preventiebeleid nog in haar kinderschoenen.

44..11..22 IInntteennttiieess bbeettrreeffffeennddee ddee eexxtteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22000099--22001122 De externe communicatie van de politiezone uit gebeurde tot nu toe vrij beperkt en ongeorganiseerd. Het is belangrijk naar externe publieksgroepen te communiceren in verband met de activiteiten en werking van de zone. Dit beïnvloedt niet alleen het imago dat de burger heeft van de politiezone maar draagt tevens bij tot de bekendheid van de politiezone. Het is belangrijk bepaalde specifieke doelgroepen te onderscheiden om daarna doelgroepgericht te kunnen communiceren. Om de communicatiewerking inhoudelijk voor te bereiden, te coördineren, uit te voeren en te evalueren, is het aangewezen een communicatiedienst op te richten. Deze dienst zou zich bezighouden met de interne en externe communicatie. In onderling overleg wordt het communicatieplan voor de komende jaren uitgevoerd en opgevolgd. Er zal eveneens getracht worden het preventiebeleid uit te breiden door alle vormen van preventie aan te pakken. Een nieuwe presentatiebrochure van de politiezone zal worden gerealiseerd.

PZS 2009-2012 79

44..22 IInntteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee

44..22..11 TTee ttrreekkkkeenn lleesssseenn oovveerr ddee iinntteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22000055--22000088 Ondanks de geleverde inspanningen stellen wij vast dat de communicatie nog steeds moeilijk verloopt. De informatie wordt niet optimaal verspreid dit zowel top-down als bottom-up. De informatieverspreiding gebeurt via de A.I. (Algemene instructies) – de interne nota’s – netscape - de interne krant – de wekelijkse PTS-vergaderingen – andere vergaderingen – het opleidingscentrum…

44..22..22 IInntteennttiieess bbeettrreeffffeennddee ddee iinntteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22000099--22001122 De interne communicatie verfijnen en versterken door de top-down en de bottom-up communicatie te stimuleren. Feedback is dan ook nodig om te weten of de informatie wel de juiste doelgroep bereikt heeft. In het zonaal veiligheidsplan worden strategische doelstellingen vastgelegd. Daar de strategische doelstellingen een uitwerking zijn van de prioriteiten die deel uitmaken van het zonaal veiligheidsplan en waar extra aandacht aan moet worden geschonken, zullen deze op een goede manier aan het personeel bijgebracht worden. Het personeel moet een beter zicht krijgen op de prioriteiten van de zone. Dit zal gebeuren door middel van opleidingen. Aan nieuwe rekruten zal ook al de nodige uitleg verschaft worden over het zonaal veiligheidsplan.

PZS 2009-2012 80

555... GGGOOOEEEDDDKKKEEEUUURRRIIINNNGGG VVVAAANNN HHHEEETTT PPPLLLAAANNN

PZS 2009-2012 81

55..11 VVeerrbbeetteerreenn eenn vveerrnniieeuuwweenn OPMERKINGEN EN/OF SUGGESTIES FEDERALE OVERHEIDSDIENSTEN M.B.T. HET ZONAAL VEILGHEIDSPLAN 2005-2008

GENOMEN INITIATIEVEN/MAATREGELEN OM HIERAAN TE VERHELPEN

« Eerst en vooral, wanneer we de aanwezigheid onderlijnen van een chronologisch overzicht van de vergaderingen van de ZVR, die toelaat zich rekenschap te geven van haar betrokkenheid in de uitwerking van het lokaal politiebeleid, betreuren wij het feit dat, met uitzondering van een verslag daterend van 2 februari 2004, ons geen enkel proces-verbaal van vergadering werd overgemaakt »

Ingevolge het nazicht van het niet overmaken van de processen-verbaal van de vergaderingen, hetgeen te wijten was aan een verwarring in verband met de bestemmelingen, blijkt dat deze verslagen voortaan ambtshalve zullen worden overgemaakt aan het Ministerie van Binnenlandze zaken.

De minimum normen betreffende de werking van de lokale recherche die niet bereikt werden, moeten in de loop van de komende jaren bereikt worden of moeten pistes naar een oplossing om ze te behalen bevatten.

De bijlage 12 van het voorgaande ZVP (2005-2008) was aan dit probleem besteed en kondigde een dringende versterking van de «lokale recherche aan». In het ZVP 2009-2012 kan men vaststellen dat de norm werd bereikt (zie punt 2.6.1 Minimum werkingsnorm bereikt – Lokale opsporing – Lokaal onderzoek

« De strategische ontwikkeling van de prioriteiten is volledig, zelfs indien deze meer ontwikkeld kan worden, voornamelijk op het niveau van het partnerschap of de evaluatie-criteria… »

In ons nieuw plan is,voorzien, de partners te inventariseren en te contacteren. De meeste onder hen werden reeds gecontacteerd in het kader van de realisatie van het argumentatiemodel. Pertinente evaluatie-indicatoren zullen vastgelegd worden in samenwerking met CGL.

« Op algemene wijze, is het gedeelte van het plan dat gewijd is aan de tegemoetkoming in personeel en middelen relatief gebrekkig. Het plan spreekt niet over de projectie naar de toekomst toe in termen van capaciteit en de beschikbare maneuvreerruimte, onontbeerlijke vrije capaciteit in de ontwikkeling van de actieplannen, is niet berekend »

Het is voorzien om een capaciteit toe te kennen aan de actieplannen. Evenzeer is het zo dat deze capaciteit niet kan berekend worden via het PPP-systeem aangezien het niet wordt gevoed voor dit doel.

PZS 2009-2012 83

666... AAACCCTTTIIIEEEPPPLLLAAANNNNNNEEENNN EEENNN PPPRRROOOJJJEEECCCTTTEEENNN

PZS 2009-2012 84

VVEERRSSPPRREEIIDDIINNGGSSLLIIJJSSTT2299 Overheden : Voor goedkeuring door het Ministerie SLIV (enig punt dat naar de Ministeries verdeelt) Voor goedkeuring door de zonale veiligheidsraad Burgemeester-Voorzitter van het politiecollege Burgemeester van Sint-Gillis Burgemeester van Anderlecht Directeur Coördinator voor het Brussels arrondissement Zonechef 5341 Procureur des Konings te Brussel Ter informatie (na goedkeuring) Gouverneur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gerechtelijk directeur van het Brussels arrondissement Preventiedienst van Anderlecht, Vorst en Sint-Gillis Politieraad Publiek : Ter informatie (na goedkeuring) Publicatie op de Internetsite (zonder bijlagen)

29 De lijst is niet volledig

PZS 2009-2012 85

BBIIJJLLAAGGEENN Bijlage 1 : Cartographie – Taux de population – Source INS, 01/01/2004. Bijlage 2 : Cartographie – Répartition nationalité étrangère/belge - Source INS, 01/01/2004. Bijlage 3 : Tableau - Taux de chômage – Situation au 30 juin 2008 – Source ONEM. Bijlage 4 : Liste des stations de métro de la zone. Bijlage 5 : Liste des établissements scolaires de la zone. Bijlage 6 : Entreprises qui ont le statut SEVESO et Législation SEVESO. Bijlage 7 : Liste des hôpitaux de la zone Bijlage 8 : Diagnostic Local de sécurité Anderlecht (Description générale de la commune d’Anderlecht et Présentation géographique, démographique, sociales et économiques (p. 22 à 50) Bijlage 9 : Diagnostic Local de sécurité Forest (Présentation de la commune (p. 3) – Données sociodémographiques de Forest (p. 13 à 25)) Bijlage 10 : Diagnostic Local de sécurité Saint-Gilles (Présentation de la commune (p. 5 à 14) Bijlage 11 : Jaarrapport – Criminaliteit 2006-2007 Bijlage 12 : Analyse de la problématique de la sécurité routière – 2007 Bijlage 13 : Evénements, effectifs et prestations selon les catégories de la nomenclature – Répartition zone/renforts externes 2007 – Source FPF/CGOP/B Bijlage 14 : Analyse du Moniteur de sécurité 2006 – Zone Midi – STR/E Bijlage 15 : Enquête réalisée auprès des 14 quartiers – 2006 – STR/E Bijlage 16 : Enquête réalisée auprès des 14 quartiers – 2007 – Stage étudiante en criminologie KUL Bijlage 17 : Tableau d’argumentation Bijlage 18 : Méthodologie du tableau d’argumentation Bijlage 19 : Etats des lieux et plan d’étapes à soumettre à l’approbation du Conseil Zonal de Sécurité – 8 mai 2007 – DGA-05-08-Ra-07 Bijlage 20 : Circulaire du 1er décembre 2006 relative aux directives pour l’allègement et la simplification de certaines tâches administratives de la police locale. Etat d’avancement et situation au 1er janvier 2008 – 28 août 2008 – DGA-08-25-Ra-2008 Bijlage 21 : Organigramme au 01/01/2008 et liste d’abréviation. Bijlage 22 : Analyse van het aantal interventiefiches in de zones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – VUB 2007/2008 Bijlage 23 : Annexe D de la MFO2 – Concept intégré « Training HyCap ». Bijlage 24 : Prestations au profit des huissiers 2007. Bijlage 25: Tableau des prestations en faveur de tiers 2007. Bijlage 26 : Rapport sur formations internes/externes barémiques/non barémiques gérées par le centre de formation 2006/2007. Bijlage 27 : Tableau des recettes/dépenses 2002-2008 Bijlage 28 : Analyse des dépenses 2005 – 2006 – 2007 Bijlage 29 : Différents protocoles de coopération policière inter zonale, supra locale et internationale Bijlage 30 : Protocoles avec partenaires non policiers et tiers Bijlage 31 : Affectation de la capacité Bijlage 32 : Slides du Conseil zonal de sécurité du 16 juin 2008 Bijlage 33 : Slides du CZS du 14 juillet 2008