Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en...

55
Zij kwamen van verre en rondden de Kaap Anderstalige ouders over taal en ouderbetrokkenheid In opdracht van Stad Antwerpen / Algemeen Onderwijsbeleid

Transcript of Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en...

Page 1: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

Zij kwamen van verre en rondden de Kaap

Anderstalige ouders over taal en ouderbetrokkenheid

In opdracht van Stad Antwerpen / Algemeen Onderwijsbeleid

Page 2: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

Zij kwamen van verre en rondden de Kaap

Anderstalige ouders over taal en ouderbetrokkenheid

Joke Drijkoningen Promotor: Kris Van den Branden September 2012 In opdracht van Stad Antwerpen / Algemeen Onderwijsbeleid

Page 3: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

Colofon

© 2012 Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven)

Auteur: Joke Drijkoningen

Promotor: Kris Van den Branden

Foto omslag: Beeldbank Stad Antwerpen

In opdracht van Stad Antwerpen / Algemeen Onderwijsbeleid

Page 4: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

Inhoud

WOORD VOORAF 5

INLEIDING 6

HOOFDSTUK 1 – ACHTERGROND EN VERLOOP VAN HET ONDERZOEK 7

1.1 Kaap en Ouders in (inter)Actie 7

1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 8

1.3 Onderzoeksvragen 10

1.4 Verloop van het onderzoek 10

HOOFDSTUK 2 – RESPONDENTEN 13

2.1 Persoonlijke gegevens 13

2.2 Kaapgegevens 14

HOOFDSTUK 3 – WANNEER KAAP HET VERSCHIL MAAKT 17

3.1 Communicatie met de school en betrokkenheid 18

3.2 Taalvaardigheid en NT2-traject 32

HOOFDSTUK 4 – WANNEER KAAP (BIJNA) GEEN VERSCHIL MAAKT 35

4.1 Communicatie met de school en betrokkenheid 35

4.2 Taalvaardigheid en NT2-traject 36

HOOFDSTUK 5 – CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 38

5.1 Conclusies 38

5.2 Aanbevelingen 42

BRONNEN 45

BIJLAGE – VRAGENLIJST INTERVIEWS 47

Page 5: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

5

WOORD VOORAF

A. belde me op, of ik nog een tolk nodig had voor de interviews met de Kaapcursisten. Een tolk Berbers-

Arabisch. Fantastisch! Een tolk was altijd welkom en al helemaal voor het Berbers. Berberse tolken zijn

zeer schaars. Toen ik vroeg of L. al tolkervaring had, kreeg ik geen kort antwoord, maar een Kaapverhaal.

L. bleek een ex-Kaapcursiste te zijn. Twee jaar geleden volgde ze Kaaples bij A. Een beginner, zonder enige

voorkennis. Maar ongelooflijk gemotiveerd. Ze wilde Nederlands leren, eerst voor de kinderen, voor de

school. Daarna wilde ze meer. Ze deed ongelooflijk veel moeite om verder lessen te kunnen volgen. En nu

twee jaar later, zit ze naast mij, tolkt en blijkt bovendien te pleiten voor een ouderraad op de school van

haar kinderen. Ze is een vrouw om naar op te kijken. Bedankt L.! Niet alleen voor je Berberse, Arabische,

Nederlandse taalvaardigheid waarvan ik dankbaar gebruik heb gemaakt, maar vooral voor je

bemoedigende verhaal.

Vele mensen wil ik bedanken die mij het afgelopen jaar bijgestaan hebben zodat ik dit onderzoek heb

kunnen uitvoeren. Eerst en vooral alle Kaapouders die de deur hebben opengezet, vaak met de nodige

koekjes en thee. Het was een eer en een genoegen dat zij de tijd wilden vrijmaken om met mij te praten.

Ook de vele tolken die mee op pad gingen wanneer mijn taalvaardigheid onvoldoende bleek te zijn.

Speciale dank aan Abdel en Döndü, die na verloop van tijd mijn vragen bijna beter kenden dan ikzelf.

Veel dank aan de collega’s die me geïnspireerd hebben, die mee wilden nadenken, mee ingesprongen zijn

en de laatste loodjes mee hielpen dragen: Lies, Kris, Brie, Carolien, Marleen, Mie en Annemie. De

stuurgroep die mee heeft willen nadenken en kritisch reflecteren: Emmy, Ad, Frieke, Katleen, Amber en

Pat. En tot slot het Algemeen Onderwijsbeleid Antwerpen die in dit onderzoek geloofde en het mogelijk

heeft gemaakt.

Page 6: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

6

INLEIDING

Kaap wordt sinds het schooljaar 2007-2008 georganiseerd in de Antwerpse basisscholen. Elk jaar

opnieuw zijn er basisscholen en NT2-aanbieders die de handen in elkaar willen slaan om een aanbod te

voorzien voor de anderstalige ouders op school. Kaap staat voor een NT2-aanbod in de school, voor de

anderstalige ouders van de school met als doel de communicatie en de betrokkenheid tussen school en

ouders te bevorderen. Het vraagt van de scholen een inspanning: logistiek en inhoudelijk. Er moet een

lokaal voor handen zijn en een contactpersoon. Maar even belangrijk is de openheid die een school aan de

dag moet leggen om de deuren van de klassen en school letterlijk en figuurlijk open te stellen voor de

Kaapgroep. De Kaapcursisten moeten in de dagelijkse praktijk kunnen ‘oefenen’.

Evengoed vraagt Kaap heel wat inspanningen van de NT2-lesgever. Geen kant-en-klare NT2-cursus kan

ingezet worden, maar de lessen moeten voortdurend en elk jaar opnieuw afgestemd worden op de

realiteit van de school. Er moeten buiten de klasmuren zoveel mogelijk interactiekansen gezocht en

gevonden worden. In een Kaapgroep zitten bovendien mensen met uiteenlopende taalniveaus samen.

Ouders nemen deel omdat ze kinderen op de Kaapschool hebben, los van hun taalniveau. Er valt dus heel

wat te differentiëren. Dit alles vraagt heel wat creativiteit en investering van de Kaaplesgever.

Met het vijfde jaar Kaap voor de boeg, wordt de vraag wel eens gesteld of deze investeringen de moeite

waard zijn. Er is gekozen om deze keer eens niet langs lesgevers, scholen of beleidsmakers te gaan, maar

de rechtstreeks betrokkenen aan te spreken: de Kaapouders. Met de vraag of Kaap voor hen het verschil

heeft gemaakt en of dit verschil ook enkele jaren na Kaap nog bestaat, is er voor dit onderzoek een tocht

gemaakt langs Kaapouders, bij hen thuis of in de vroegere Kaapschool. Het werden hartverwarmende

ontvangsten en mooie verhalen. In dit rapport kan de sfeer niet beschreven worden, de resultaten des te

meer.

Page 7: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

7

HOOFDSTUK 1 – ACHTERGROND EN VERLOOP VAN HET ONDERZOEK

1.1 Kaap en Ouders in (inter)Actie

Kaap is de benaming voor de Ouders in (inter)Actie-groepen in Antwerpen. Kaap en Ouders in (inter)Actie

delen hetzelfde opzet en dezelfde visie.1 Ouders in (inter)Actie is een didactisch model waarbij er NT2-

lessen én projectwerk wordt georganiseerd voor een groep anderstalige ouders op de school van hun

kinderen. De inhouden van de NT2-lessen en het projectwerk zijn geënt op de realiteit van de school.

Vanuit de vaststelling dat taal en communicatie vaak een drempel vormen in het contact tussen school en

ouders en de participatie van ouders (Samaey, 2006) wil Kaap of Ouders in (inter)Actie bijdragen aan de

verhoging van de taalvaardigheid en het verlagen van de drempels naar de school aan de kant van de

ouders. Tegelijk wil Kaap ook de drempels en de taalvaardigheidseisen aan de kant van de school

verlagen. Dit alles met het oog op het verhogen van de kansen van de kinderen.

De NT2-lessen in Kaap zijn gericht op het talig kunnen functioneren als ouder in en met de school. De

talige doelstellingen worden vertaald naar een schoolspecifieke context. Het gaat dus niet om het

begrijpen van eender welke brieven, maar van brieven van de school. Of nog, het gaat niet om een

informeel gesprek voeren met de buren, maar met de leerkrachten en de ouders van de school. De

basisvaardigheden die nodig zijn in de communicatie met de school, worden ingevuld vanuit de

schoolcontext. Brieven van de school, oudercontact, het schoolreglement, activiteiten van de school, het

zijn maar enkele voorbeelden van onderwerpen die de inhoud van de taalles bepalen. Door met deze

materialen te werken of door cursisten mondelinge opdrachten met het schoolpersoneel te geven, wordt

ook een spiegel voorgehouden aan de school: is onze communicatie begrijpelijk, welke drempels werpen

wij, onbewust, op voor onze anderstalige ouders?

Door het projectwerk leren de Kaapcursisten het geleerde Nederlands verder in de praktijk te brengen,

leggen ze contacten met andere Nederlandstalige ouders, komen zij eens in een positief daglicht te staan

op de school en worden zij aangezet zelfstandig in het Nederlands te functioneren. Projectwerk bestaat uit

een evenement dat de Kaapouders organiseren op en in samenwerking met de school. De Kaapgroep is de

trekker van dit evenement, maar de verschillende partners op de school, leerkrachten, directie, andere

ouders en kinderen, worden betrokken. Zowel tijdens de activiteit als tijdens de voorbereiding en

nabespreking komen heel wat talige taken aan bod. Voorbeelden van dit projectwerk zijn: een

vrijetijdsbeurs, gezond ontbijt, tentoonstelling. Ook bij dit projectwerk wordt de band tussen de school en

de ouders verstevigd, leren zij elkaar beter kennen en leren zij beter met elkaar te communiceren.

1 Dit onderdeel is gebaseerd op de visietekst Ouders in (inter)Actie! van het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven): http://www.schoolenouders.be/assets/downloads/schoolenouders/visie_visietekst.pdf

bij de school: verlagen van drempels en taalvaardigheidseisen

bij de ouders: verhogen van de taalvaardigheid en het wegnemen van de drempels ten aanzien van de school

Page 8: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 1

8

De uitgangspunten van Kaap zijn drieledig:

1. Ouders brengen tot participatie door participatie vanuit een veilige omgeving, c.q. de

Kaapgroep

2. Nederlands niet als voorwaarde stellen om te kunnen participeren, maar participatie inzetten

als kans om meer Nederlands te leren

3. Welslagen van de communicatie met de ouders is een gedeelde verantwoordelijkheid van de

school en de ouders

Kaap zorgt er op die manier voor dat school en ouders elkaar beter begrijpen, zowel letterlijk als

figuurlijk. Tegelijk zorgt Kaap voor meer participatie van de ouders op de school en aan de

schoolloopbaan van hun kinderen.

1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid

1.2.1 Taalvaardigheid

Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid van de anderstalige ouders verhogen met het oog

op een verbeterde communicatie tussen de school en de ouders. Dit wil Kaap doen door in te zetten op het

specifieke taalgebruik binnen de schoolcontext. Er wordt geen algemeen Nederlands aangeleerd, maar

Nederlands in functie van de school. Deze behoeftegerichte aanpak wordt binnen het NT2-veld en vanuit

de overheid sterk ondersteund en aangemoedigd (Schuurmans & Steverlynck, 2008;

Rondetafelconferentie NT2, 2008). Vanuit wetenschappelijke hoek blijkt immers dat het aanleren van een

vreemde taal vanuit functioneel perspectief en op maat van de behoeften van de cursist zeer wenselijk is

(Ellis, 2008; Ellis & Cadierno, 2009; Geets, 2010; Van den Branden & Van Avermaet, 1995; Van den

Branden, 2000 en 2006).

Door het ontstaan van de Ouders in (inter)Actie-/ Kaapgroepen heeft de overheid nu een specifiek

leerplan ontwikkeld voor school en ouders. Hierin worden de algemene taalvaardigheidsdoelen voor het

reguliere NT2-aanbod vertaald naar de context van de school. Op die manier wordt duidelijk gemaakt

welke taalvaardigheidsdoelen na te streven zijn voor de Kaapgroepen. De basis voor dit leerplan zijn

veertien taalgebruiksituaties. Dit zijn situaties waarbij communicatie tussen school en ouders vaak

voorkomt en waarbinnen de Kaapouders talig moeten leren functioneren. De veertien taalgebruiksituaties

zijn:

1. Je kind inschrijven op school

2. Schoolgerief aankopen en materiaal meegeven met je kind

3. Het eten en drinken van je kind op school regelen

4. De schoolreis, bos- of zeeklassen en andere klasuitstappen opvolgen

5. De rapporten en agenda van je kind opvolgen

6. Het huiswerk van je kind opvolgen

7. Informele gesprekken voeren met de leerkracht en andere ouders

8. Deelnemen aan oudercontacten

9. De verplaatsing van en naar school en opvang regelen voor je kind

10. De adviezen van de school of het CLB in verband met extra ondersteuning, studiekeuze,

doorverwijzing, ... begrijpen

11. Het fysieke en psychosociale welzijn van je kind opvolgen

12. Deelnemen aan activiteiten voor ouders (schoolfeest, opendeurdag, openklasdag)

Page 9: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 1

9

13. De afwezigheid van je kind op school melden of opvolgen

14. Inzicht hebben in de schoolstructuur en de regels op school

1.2.2 Ouderbetrokkenheid

Een tweede doelstelling van Kaap is bijdragen tot ouderbetrokkenheid. Er zijn zeer veel omschrijving van

wat ouderbetrokkenheid precies is. Ook de grens of het verschil met ouderparticipatie is niet altijd helder.

Er wordt hier niet verder ingegaan op het onderscheid tussen beide. In dit rapport wordt steeds

gesproken over ouderbetrokkenheid in de betekenis van 'alle inspanningen en activiteiten die ouders en

school ondernemen om ouders actief bij het schoolgebeuren en de schoolloopbaan van de kinderen te

betrekken.'

Uit tal van onderzoeken blijkt dat ouderbetrokkenheid geen eendimensionaal begrip is. Afhankelijk van

verschillende onderzoeken wordt ouderbetrokkenheid benaderd vanuit verschillende perspectieven

(Deboutte, 2004; Boeraeve & Van Rijn, 2010; Cijvat & Voskens, 2008; Samaey & Vettenburg, 2007;

Samaey, 2006). Belangrijke aspecten hieruit die meegenomen worden in de bevraging van de Kaapouders

zijn:

- Er moet verschil gemaakt worden tussen de betrokkenheid thuis en de betrokkenheid op school.

Ouderbetrokkenheid kan zich op deze twee domeinen manifesteren. Uit onderzoek blijkt immers

dat factoren die een invloed hebben op meer of minder ouderbetrokkenheid verschillend kunnen

zijn voor betrokkenheid thuis en op school.

- Zeven dimensies die bij ouderbetrokkenheid een rol spelen:

1. Kennisdimensie: wat weet de ouder over onderwijs?

2. Emotionele dimensie: welke gevoelens van de ouders tot de school overheersen?

3. Rationele dimensie: welke overwegingen bepalen of ouders zich al dan niet inzetten voor

het onderwijs van hun kinderen?

4. Overtuigingsdimensie: is de ouder ervan overtuigd dat hij een rol kan spelen in de

schoolloopbaan van zijn kind?

5. Competentiedimensie: voelen de ouders zich competenter een rol op te nemen in het

onderwijs?

6. Gedragsdimensie: maken ouders meer gebruik van de mogelijkheden om betrokken te

zijn?

7. Tijdsdimensie: investeren ouders meer tijd in het onderwijs?

- Vier gradaties in ouderbetrokkenheid in te vullen vanuit de kant van de ouders en vanuit de kant

van de school:

1. informatie geven en informatie van andere ‘partij’ benutten

2. kind thuis helpen versus ouders begeleiden/ondersteunen bij het thuis helpen van het

kind

3. meedoen op school versus ouders actief betrekken bij schoolactiviteiten

4. meedoen op beleidsniveaus versus ouders als partners op beleidsniveau betrekken.

- School en ouders geven samen invulling aan ouderbetrokkenheid.

Page 10: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 1

10

1.3 Onderzoeksvragen

In dit onderzoek wordt nagegaan of Kaap voor de Kaapcursisten bijgedragen heeft aan de doelstellingen

die Kaap vooropstelt.

Zijn de doelstellingen die Kaap vooropstelt bereikt voor de Kaapouders?

Gezien de doelstellingen die Kaap wil bereiken, kan deze vraag verder uitgesplitst worden in de volgende

deelvragen:

- Heeft Kaap bijgedragen tot een verandering met betrekking tot ouderbetrokkenheid bij de

Kaapouders?

- Heeft Kaap bijgedragen tot een verhoging van de taalvaardigheid van de Kaapouders?

- Heeft Kaap bijgedragen tot meer toegankelijkheid van de school naar de Kaapouders toe?

Een antwoord op deze vragen wordt in dit onderzoek gezocht bij de Kaapouders zelf. Kaap gaat over hen

en moet voor hen veranderingen teweeg brengen. Daarom worden zij nu aan het woord gelaten en wordt

hun mening over de effecten van Kaap in dit onderzoek weergegeven.

1.4 Verloop van het onderzoek

De kern van het onderzoek zijn de interviews met de ex-Kaapcursisten. Het streefdoel was om een

honderdtal ex-Kaapcursisten te bevragen. Voor deze interviews is er eerst een steekproeftrekking gedaan

om de Kaapouders te selecteren die gecontacteerd zouden worden voor een gesprek. Vervolgens is de

vragenlijst opgesteld die de leidraad vormde voor het interview. Na de interviews zijn de gesprekken

getranscribeerd en geanalyseerd. In wat volgt worden de verschillende stappen beschreven.

1.4.1 Selectie van respondenten

Om zo goed mogelijk de impact van Kaap in kaart te kunnen brengen, werden Kaapcursisten bevraagd

waarvan zeker is dat zij het hele Kaapjaar doorlopen hebben. Het gaat over de cursisten uit alle afgelopen

Kaapjaren voorafgaand aan dit onderzoek, dit wil zeggen de schooljaren 2007-2008, 2008-2009, 2009-

2010 en 2010-2011. In totaal gaat het over 586 cursisten die het volledige schooljaar Kaap hebben

gevolgd.

De Kaapcursisten worden bij het begin van het Kaapjaar, net zoals alle andere NT2-cursisten, ingedeeld in

groepen afhankelijk van hun scholingsgraad. Cursisten behoren tot een CVO-groep als ze hogergeschoold

zijn, dit is ongeveer minimaal 10 jaar school. Ze behoren tot een CBE-groep wanneer ze laaggeschoold zijn.

Binnen de CBE-groepen wordt een onderscheid gemaakt tussen gealfabetiseerde en analfabete cursisten.

In dit rapport wordt het onderscheid als volgt weergegeven: CBE NT2 en CBE Alfa, respectievelijk voor de

laaggeschoolde gealfabetiseerde cursisten en de laaggeschoolde analfabete cursisten.

Voor de 586 Kaapcursisten werd opgezocht wat hun profiel was. 256 behoren tot een CVO-groep, 165 tot

een CBE NT2-groep en 165 tot een CBE-Alfagroep. Er werd gekozen om uit elke groep een gelijk aantal

cursisten te selecteren voor het interview. Voor elke groep werden willekeurig 34 namen getrokken. Voor

elke geselecteerde Kaapcursist werd een reservepersoon getrokken. Deze reservepersoon zou

gecontacteerd worden indien de persoon uit de eerste trekking niet wenst deel te nemen of niet te

bereiken is.

Page 11: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 1

11

1.4.2 Opstellen van de vragenlijst

Zoals hierboven gesteld streeft Kaap zowel een verhoging van de taalvaardigheid als de

ouderbetrokkenheid (vanuit de kant van de ouders én van de school) na. Deze zaken werden dan ook

voorgelegd aan de Kaapouders. Er werd een vragenlijst opgesteld die de leidraad vormde voor het

interview. De vragenlijst werd niet opgevat als een strikt op te volgen document, maar als een houvast om

de verschillende onderwerpen te bevragen.

De vragenlijst (zie ook in Bijlage) bestaat uit drie onderdelen: achtergrondgegevens, ouderbetrokkenheid

en taalvaardigheid. In het eerste deel komen persoonlijke gegevens – leeftijd, scholing, beroep, aantal

kinderen – en Kaapgegevens – jaar, leerkracht, school – aan bod. Ook het NT2-parcours van de

Kaapouders wordt bevraagd. Bij de vragen rond ouderbetrokkenheid werd gezorgd voor een dekking van

de verschillende aspecten van ouderbetrokkenheid waarvan sprake is in punt 1.2.2. Voor de bevraging

van taalvaardigheid vormen de 14 gebruikssituaties uit punt 1.2.1 de inhoud.

De vragen rond ouderbetrokkenheid en taalvaardigheid focussen in de eerste plaats op de huidige situatie.

Hoe is de situatie op dit moment? In de tweede plaats gaan ze in op het verschil vóór en na Kaap en op de

invloed van Kaap hierop. Is er een verschil vóór en na Kaap? Is er iets veranderd door Kaap?

1.4.3 Interviews

Voor de interviews werden 102 ex-Kaapcursisten gecontacteerd: 34 uit CVO-groep, 34 uit CBE NT2-groep

en 34 uit CBE Alfa-groep. 50 van hen zijn niet bereikt of wensten niet deel te nemen. Er zijn 43

reservepersonen aangesproken. Van deze 43 personen zijn er 16 bereikt die het gesprek wilden voeren. In

totaal zijn er dus 145 ex-Kaapcursisten gecontacteerd. Daarvan hebben er 68 effectief deelgenomen aan

het interview.

De interviews verliepen semigestructureerd. De vragenlijst vormde wel de basis voor het gesprek, maar er

werd gekozen om de vragen zo open mogelijk te stellen en Kaapouders de mogelijkheid te geven zelf te

vertellen. Op die manier werd geprobeerd zoveel mogelijk sociaal wenselijke antwoorden uit te sluiten. De

gesprekken verliepen in het Nederlands, een contacttaal of met een tolk. Ongeveer de helft van de

interviews verliep met een tolk. Eén derde in het Nederlands en de overige in een contacttaal: Engels of

Frans.

77

68

Mogelijke respondenten

Niet deelgenomen

Deelgenomen

Page 12: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 1

12

1.4.4 Analyse van de interviews

De interviews werden uitgeschreven en geanalyseerd. Bij deze analyse bleken twee interviews niet

bruikbaar te zijn wegens onbetrouwbaarheid van de antwoorden. Dit maakt dat er informatie is van 66

Kaapouders.

De analyse is gebeurd op twee niveaus. In de eerste plaats is er gekeken of Kaap voor de desbetreffende

respondent een verschil gemaakt heeft in zijn geheel. Er werd nog niet ingezoomd op de aard en de

grootte van de verschillen. Er werd enkel nagegaan of de respondent tijdens het interview expliciet

vermeldt of Kaap verschil gemaakt heeft op (enkele) punten in de communicatie met en betrokkenheid bij

de school. In de tweede plaats werd voor de groep die een positief effect van Kaap ervaren, dieper

ingegaan op de verschillende veranderingen die zij vermeldden. In de antwoorden werd gekeken op welke

vlakken zij veranderingen aangeven die zij toeschrijven aan Kaap. Ook hier werden enkel de expliciete

vermeldingen over Kaap meegenomen in de analyse. Voor de andere groep die expliciet aangaf dat ze geen

positief effect van Kaap ervaren, werd in de antwoorden gezocht naar antwoorden waarom en wat dit

betekent voor hun taalvaardigheid en betrokkenheid bij de school op dit moment.

Er is dus in de analyses steeds gewerkt met de antwoorden waar de respondenten expliciet de link met

Kaap vermelden. Dit zorgt voor een strengere filter op de antwoorden. Immers, de gegevens waar deze

link niet expliciet is uitgesproken, werden in de analyse niet meer verder betrokken. Deze aanpak is

ingegeven vanuit het feit dat dit de meest objectieve manier is om de invloed van Kaap in kaart te brengen

vanuit de gekozen methodiek, namelijk het afnemen van semigestructureerde interviews. Bovendien zijn

er geen meetresultaten beschikbaar die de situatie van de respondenten vóór en na Kaap op die manier in

kaart brengen zodat impact van Kaap zou kunnen afgeleid worden.

19

16

33

Taal interview

Nederlands

Contacttaal

Tolk

Page 13: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

13

HOOFDSTUK 2 – RESPONDENTEN

In dit hoofdstuk wordt beschreven wie de 66 Kaapcursisten zijn die geïnterviewd werden. Een aantal

persoonlijke gegevens worden in kaart gebracht: geslacht, leeftijd, scholing en werk. Daarnaast wordt ook

gekeken naar hun Kaapgeschiedenis: welke Kaapschool, Kaapjaar en Kaapgroep.

2.1 Persoonlijke gegevens

Alle respondenten zijn vrouwen, uitgezonderd één. Dit weerspiegelt de realiteit van de Kaapklassen. De

meeste Kaapcursisten zijn vrouwen, heel af en toe neemt een man deel aan de les. Wat betreft leeftijd is

meer dan de helft van de respondenten (#37) tussen de 30 en 39 jaar oud. Zestien van hen zijn tussen de

40 en 49 jaar. Vier zijn meer dan 50 jaar en acht jonger dan 30 jaar. De jongste respondent is 25 jaar, de

oudste 56 jaar. Voor één Kaapouder is de leeftijd niet gekend.

De gegevens met betrekking tot de scholing zijn niet beschikbaar voor alle respondenten. Van zes

respondenten is het aantal jaren scholing niet gekend. Twaalf respondenten geven aan dat zij geen

scholing hebben gehad. De grootste groep, namelijk 26 respondenten, hebben school gelopen tot

maximum de lagere school. Zeven van hen hebben maximum vier jaar scholing achter de rug, zij hebben

de lagere school net niet of net wel gehaald. Vijf van deze 26 personen hebben hun lagere school afgerond.

Een kleinere groep, 15 respondenten, zijn tot in het secundair onderwijs naar school

8

37

16

4

Leeftijd

20-29j

30-39j

40-49j

50-59j

1

65

Geslacht

man

vrouw

Page 14: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid
Page 15: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 2

15

gegaan en negen van hen hebben ook het middelbaar helemaal doorlopen. Tot slot zijn er zeven

respondenten die naar het hoger onderwijs zijn gegaan. Vier van hen hebben ook effectief een diploma

behaald.

De werksituatie van de Kaapcursisten is voor de meeste van hen gelijk. 54 respondenten werken namelijk

niet. Daarvan zijn er negen werkzoekend. Slechts vijf respondenten werken. Van zeven respondenten zijn

over hun werksituatie geen gegevens bekend.

2.2 Kaapgegevens

De zogenaamde 'Kaapgegevens' van de respondenten laten zien dat er een goede spreiding is met

betrekking tot de Kaapgroep waartoe zij behoorden (CVO, CBE NT2 of CBE Alfa) en met betrekking tot het

schooljaar en de basisschool waar zij Kaap gevolgd hebben. Zoals in punt 1.4.1 vermeld staat, werd er bij

de steekproeftrekking een gelijk aantal cursisten CVO, CBE NT2 en CBE Alfa geselecteerd. De

Kaapcursisten die uiteindelijk deelnamen aan het onderzoek zijn ook min of meer gelijk verdeeld over

deze drie groepen: 21 respondenten hebben een CVO-profiel, 26 een CBE NT2-profiel en 19 respondenten

zijn alfacursisten (CBE Alfa).

45

9

5

7

Tewerkstelling

Geen

Werkzoekend

Werk

Onbekend

12

26

15

7

6

Aantal jaren scholing

Geen

1-9j: tot BaO

10-16j: tot SO

HO

Onbekend

Page 16: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 2

16

De Kaapouders die gecontacteerd werden voor een gesprek hebben Kaap gevolgd in de vier schooljaren

voorafgaand aan dit onderzoek: 2007-2008, 2008-2009, 2009-2010 en 2010-2011. De respondenten zijn

ook in deze vier schooljaren terug te vinden. Er zijn er iets minder uit het eerste en derde schooljaar,

respectievelijk 13 uit het schooljaar 2007-2008 en 15 uit het schooljaar 2009-2010. 17 respondenten

volgden Kaap in 2008-2009, 21 in het schooljaar 2010-2011.

Tijdens deze vier schooljaren namen 34 basisscholen deel aan het Kaapproject. De respondenten komen

uit 26 van deze scholen. Er zijn dus slechts 8 scholen die in dit onderzoek niet ter sprake zijn gekomen. De

tabel hieronder laat zien hoeveel respondenten er voor de verschillende Kaapscholen zijn.

Kaapschool # respondenten/school

Boemerang (Afrit Zuid), Sancta Maria, Sint-Jozef, Sint-Maria 1

Andromeda, De Bever, De Esdoorn, Floraschool, KA Hoboken, De Letter, De

Pijl, De Schakel, Sint-Agnes, Sint-Aloysius, Sint-Eduardus

2

De Clowntjes/Gummi's, Expo 34/'t Vosje, De Horizon, De Krekel, Mikado, De

Piramide, De Vuurtoren, Dobbelsteen

3

Het Kompas 4

Mozaïek 5

De Blokkendoos/De Pinguïn 8

13

17

15

21

Kaapjaar

2007-2008

2008-2009

2009-2010

2010-2011

21

26

19

NT2-profiel

CVO

CBE NT2

CBE Alfa

Page 17: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

17

HOOFDSTUK 3 – WANNEER KAAP HET VERSCHIL MAAKT

In de interviews werd gesproken over verschillende aspecten met betrekking tot de school en

schoolloopbaan van de kinderen waarbij communicatie en betrokkenheid tussen de school en de ouders

of tussen de ouders onderling belangrijk is: bijvoorbeeld brieven van de school, oudercontact, deelname

aan activiteiten, contact met leerkrachten. Om deze communicatie te kunnen voeren en om betrokken te

kunnen zijn, moeten ouders niet alleen over de nodige taalvaardigheid beschikken, maar moeten zij ook

de nodige kennis van de school hebben, zich welkom voelen, overtuigd zijn dat ze een rol kunnen spelen,

enzovoort. Ook moet de school toegankelijk zijn en ouders willen betrekken. Deze verschillende aspecten

zijn belangrijk in het licht van ouderbetrokkenheid.

Aan de Kaapouders werd gevraagd naar de verschillen met betrekking tot deze zaken vóór en na Kaap. Is

er een verschil voor hen? Welke verschillen zijn er? Heeft Kaap hierin een rol gespeeld? Als Kaapouders

over verschillen spreken, bestrijkt dit een breed palet. Het gaat soms over verschillen op lange termijn,

soms op korte termijn. De verschillen situeren zich soms op vlak van taalvaardigheid, soms op vlak van

ouderbetrokkenheid, soms op beide. Kaapouders spreken soms over grote verschillen, soms over kleine

verschillen. Bovendien varieert dit ook sterk voor de verschillende contactmomenten. Voor de ene

Kaapouder is er bijvoorbeeld wel een verschil met betrekking tot oudercontact, opvolgen van de brieven,

maar niet met betrekking tot het schrijven van brieven. Voor een andere Kaapouder is dat omgekeerd.

Onafhankelijk van de aard, de grootte en de variëteit van mogelijke effecten, maakt Kaap voor 56

Kaapouders een verschil. Deze 56 ouders hebben in de gesprekken duidelijk en expliciet uitgelegd welke

verschillen Kaap teweeg heeft gebracht met betrekking tot de communicatie en contact met de school en

met betrekking tot ouderbetrokkenheid. Zoals hierboven gesteld, vertonen deze verschillen veel variatie.

In het eerste deel van dit hoofdstuk, worden de Kaapouders aan het woord gelaten voor wie Kaap globaal

een verschil heeft gemaakt. Voor de verschillende aspecten waarbij er communicatie of contact is met de

school wordt in kaart gebracht hoeveel van deze 56 ouders hierover gesproken hebben. Er wordt

toegelicht waar de verschillen zich situeren en waar dat minder het geval is. Als het uit de analyse van de

antwoorden valt af te leiden, wordt voor de verschillende aspecten aangegeven of Kaap nu nog het

verschil maakt, of er enkel een verschil was tijdens het Kaapjaar en of er helemaal geen verschil is voor dit

specifieke onderwerp.

In het tweede onderdeel van dit hoofdstuk worden de gegevens die ter beschikking zijn over de

taalvaardigheid Nederlands van deze ouders weergegeven. Er wordt ook ingezoomd op het NT2-traject

dat zij volg(de)n. Kaap wil niet alleen bijdragen tot meer taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid. Het wil

ten eerste ook cursisten aanspreken die de weg naar het reguliere NT2-aanbod niet vinden. Ten tweede

wil Kaap ook cursisten stimuleren verder Nederlands te volgen vermits Kaap beperkt is tot één jaar. Het

NT2-traject verschaft hierover informatie.

Page 18: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

18

3.1 Communicatie met de school en betrokkenheid

3.1.1 Contact met leerkrachten

In dit deel wordt gefocust op het contact dat ouders hebben met leerkrachten in het algemeen zoals

vragen stellen aan de leerkracht, een praatje maken met de leerkracht of een probleem melden. Het

oudercontact wordt als apart onderdeel behandeld in het volgende punt (3.1.2). 55 ouders spraken over

de invloed van Kaap op het contact dat zij hadden met de leerkrachten op school. Voor 45 ouders heeft

Kaap tot op heden een verschil gemaakt. Voor vier Kaapouders was er enkel verschil tijdens het Kaapjaar.

Zes ouders zeggen dat er geen verschil is vóór of na Kaap.

45 ouders melden een positieve invloed van Kaap op het contact dat ze hebben met de leerkrachten op de

school. Voor de meeste ouders is Kaap op dit vlak een kantelmoment geweest. Zelfs in die mate dat Kaap

voor meer dan de helft van deze 45 ouders voor het eerste contact gezorgd heeft. Vóór Kaap hadden ze

geen enkel contact met de leerkrachten ‘Ik ging de kindjes aan de poort afzetten en was weg. Naast de juf

schaamde ik me.’ De inhoud en uitgebreidheid van het contact dat deze ouders nu hebben met de

leerkracht varieert heel sterk: gaande van een heel kort informeel gesprekje of het begrijpen van

eenvoudige woorden tot het signaleren van een probleem of vragen stellen over een brief van de school.

Maar of het nu grote of kleine zaken zijn waarover nu gesproken wordt, voor deze ouders betekent het

heel wat.

Naast deze grote groep voor wie Kaap leidde tot de eerste contacten met de leerkracht, is er ook een groep

ouders voor wie Kaap het verschil heeft gemaakt met betrekking tot de vlotheid en de taal van het contact.

Door meer Nederlandse taalvaardigheid kunnen deze ouders meer vragen en ervaren ze ook dat deze

gesprekken gemakkelijker lopen. Voor een aantal ouders verliep het contact met de leerkrachten vóór

Kaap in het Frans en/of het Engels. Deze ouders melden dat zij sinds Kaap (meer) in het Nederlands

kunnen communiceren met de leerkrachten. Dat leidt in sommige gevallen ook tot meer communicatie,

omdat niet alle leerkrachten Frans of Engels voldoende machtig zijn volgens de Kaapouders of omdat de

ouders zelf nu beter Nederlands kunnen dan Frans of Engels. Bovendien blijkt ook uit de gesprekken met

de ouders dat zij het belangrijk vinden om de communicatie in het Nederlands te kunnen voeren. Ook al

hebben ze nog de mogelijkheid om in een andere taal te communiceren, ze willen toch zoveel mogelijk in

het Nederlands praten met de leerkracht.

45

4

6

Impact Kaap: contact met leerkrachten

Tot op heden

Enkel tijdens Kaap

Geen

Page 19: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

19

De verhoging van de taalvaardigheid van de Kaapouders speelt een cruciale rol in het verbeterde contact

met de leerkrachten. Eén van de ouders verwoordde het als volgt: ‘Wat ga je zeggen als je de taal niet

machtig bent, waarover ga je praten?’ Geïnterviewde ouders vermelden zaken als:

‘Ik versta meer.’

‘Ik gebruik woorden die ik in Kaap geleerd heb.’

‘Ik begrijp nu wat de juf zegt.’

‘Vroeger kon ik niets zeggen.’

‘Vóór Kaap begreep ik niets, probeerde ik nooit in het Nederlands te praten. Nu begrijp ik veel.’

‘Voor de Nederlandse les kende ik alleen dag en dank u wel. Nu praat ik beter en begrijpt de

leerkracht ons.’

‘Vroeger zei ik gewoon ja ja want ik verstond niets. Nu kan ik wel praten met de juf.’

Niet alleen het ‘wat’ speelt hierbij mee, maar ook het ‘hoe’ en 'waarom'. Verschillende ouders vertellen dat

ze in de Kaaples geleerd hebben hoe ze vragen moeten stellen en de manier waarop je dingen wil zeggen

aan de juf. De Kaaples heeft ook duidelijk gemaakt wanneer en voor welke zaken je de leerkracht kan

aanspreken. 'We hebben geleerd wat we moeten doen als er een probleem is met je kind. Bijvoorbeeld gaan

praten met de leerkrachten.'

Naast taalvaardigheid blijken ook een aantal andere factoren een belangrijke invloed te hebben op het

contact met de leerkrachten. In de eerste plaats het geven van zelfvertrouwen om de drempel naar de

school toe te overwinnen. Enkele ouders spreken over de moed die de Kaaplesgever heeft gegeven om

dingen te gaan vragen aan de leerkrachten

‘Ik was bang om dingen te vragen. Kaaplesgever heeft geholpen de drempel te overwinnen: Jullie

moeten niet bang zijn!’

‘Kaaplesgever gaf moed en je moest het doen’.

Hierbij speelt mee dat de Kaapouders met zachte dwang naar de leerkrachten gestuurd werden door de

Kaaplesgever. Dat heeft zijn effect duidelijk niet gemist. 'Door Kaap heb ik contact met de leerkrachten.

Voor Kaap kon ik dat niet. Ik was ook verlegen. Maar tijdens Kaap moesten we contact nemen met de

leerkrachten. Nu ben ik niet meer verlegen. Nu durf ik het!'

Ook de houding van de leerkrachten op de school zelf helpt de ouders om gemakkelijker te communiceren

met hen. Geduld, moeite doen om Nederlands te proberen praten of een compliment over de inspanning

van een ouder om Nederlands te leren zijn voor enkele ouders belangrijk geweest om (meer) contact te

leggen met leerkrachten. De leerkrachten op school weten door Kaap wie er Nederlands leert. Het valt

Kaapouders op dat de leerkrachten tijdens en na Kaap meer met hen praten.

'De leerkrachten op school weten dat ik Nederlands volg. Vroeger ging men altijd op zoek of er

iemand kon vertalen, nu praten ze direct Nederlands met mij. Daar ben ik blij om.'

'Er is iets veranderd op school: de juffen praten meer met ons.'

'Leerkrachten kennen je beter, vragen je ook gemakkelijker dingen.'

Veel ouders spreken over de impact die Kaap heeft gehad op hun kennis van de school. Zij geven aan dat

Kaap hen geholpen heeft om de school te begrijpen. Dit heeft zeker voor een aantal ook impact gehad op

de contacten met de school. Door Kaap hebben ze immers de leerkrachten leren kennen, hebben ze de weg

op school geleerd. Eén Kaapouder zegt hierover: ‘Voor Kaap wist ik niet waar ik terecht moest voor vragen.

Nu wel.’ Ook omgekeerd heeft Kaap ervoor gezorgd dat leerkrachten de Kaapouders beter hebben leren

Page 20: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

20

kennen waardoor de ouders gemakkelijker vragen kunnen en durven stellen. Maar waardoor de

leerkrachten ook meer contact leggen met de ouders, zoals hierboven gesteld.

Voor vier Kaapouders was er enkel tijdens het Kaapjaar een toegenomen contact met de leerkrachten. In

drie van de vier gevallen gaat het om zeer taalzwakke ouders die vóór Kaap geen contact hadden met de

leerkrachten. Tijdens het Kaapjaar hadden zij een beetje contact. De Kaaplesgever stimuleerde hen sterk

of gaf hen de opdracht om iets te gaan vragen aan de leerkrachten. Na het Kaapjaar is het contact met de

leerkrachten terug verdwenen. Voor de vierde Kaapouder speelt vooral de tijd en de moeite die

leerkrachten deden tijdens het Kaapjaar. Zij vertelt dat de leerkrachten wisten wie er Kaaples volgde en

dat de leerkrachten veel moeite deden om met hen Nederlands te praten en hen te verbeteren. Na het

Kaapjaar was dit voor de Kaapouder weggevallen. ‘Leerkrachten praatten te snel en hebben geen tijd om

met elke ouder te praten.’

Voor zes Kaapouders heeft Kaap geen verschil gemaakt in het contact met de leerkrachten. Vier hadden

voor Kaap al een goed contact met de leerkrachten: in het Nederlands (twee ouders vertelden dat ze dit

geleerd hadden in vorige lessen Nederlands) of in het Frans en dat is ook altijd in het Frans gebleven na

Kaap. Twee van de zes ouders hebben nooit contact gelegd met leerkracht, niet vóór, niet tijdens en niet

na Kaap.

3.1.2 Oudercontact

47 Kaapouders spraken over de invloed van Kaap op hun aanwezigheid en deelname aan het

oudercontact. Voor 33 ouders heeft Kaap tot op heden een verschil gemaakt, voor twee slechts tijdens het

Kaapjaar zelf en voor twaalf is er geen verschil vóór of na Kaap. Verschillen die de geïnterviewde

Kaapouders vermelden, situeren zich zowel op vlak van het gebruik van het Nederlands als op het vlak

aanwezigheid.

Voor een deel van de ouders heeft Kaap ervoor gezorgd dat zij nu zelf naar het oudercontact gaan, en niet

meer alleen hun partner. 'Vroeger ging papa altijd. Nu ga ik zelf.' De taal was voor een aantal een drempel.

Zij geven aan dat ze door meer Nederlands te kunnen, nu naar het oudercontact durven gaan. Ze verstaan

(beter) wat de leerkracht zegt, weten hoe ze vragen moeten stellen en kunnen (beter) praten met de juf.

'Nu kan ik zelf vragen stellen, voor Kaap kon ik alleen maar luisteren.' Ze hebben in de Kaaples geleerd

welke vragen ze kunnen stellen en wat er op het oudercontact aan bod komt. Dat taal niet als enige

element doorslaggevend is, blijkt uit het feit dat er Kaapouders zijn die nu wel zelf naar het oudercontact

33

2

12

Impact Kaap: oudercontact

Tot op heden

Enkel tijdens Kaap

Geen

Page 21: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

21

gaan, in tegenstelling tot vóór Kaap, en in een andere taal of met tolk communiceren. Voor deze ouders is

Kaap te kort geweest om voldoende taalvaardigheid te verwerven die nodig is om op het oudercontact te

communiceren, maar heeft het hen wel aangezet om naar het oudercontact te gaan. Dit geldt vooral voor

de alfa-Kaapouders.

Betere taalvaardigheid is dus niet de enige verklaring voor toegenomen deelname aan het oudercontact.

Net zoals in punt 3.1.2 'Contact met de leerkrachten' is gesteld, spelen ook hier verschillende aspecten

mee als meer durf en zelfvertrouwen bij de Kaapouders, kennis over het schoolsysteem/ het oudercontact

en een positieve houding van de leerkrachten.

'Vroeger was ik bang dat ik het niet kon, nu probeer ik.'

'Vroeger praatte ik helemaal niet met de leerkrachten. De laatste twee oudercontacten ben ik alleen

gegaan en zelf Nederlands gesproken. De leerkracht heeft bevestigd dat het goed ging.'

'Ik probeer vragen te stellen en de juf zegt dat het gaat en probeert op een laagdrempelige manier te

praten. Nu lukt het een beetje, vroeger kon ik dat helemaal niet.'

Andere Kaapouders gingen vroeger ook al naar het oudercontact, maar voor hen zit het verschil in het feit

dat ze nu Nederlands praten op het oudercontact. Vóór Kaap spraken ze Engels of Frans of namen ze een

tolk mee. De Kaapouders die Frans of Engels spreken, geven aan dat zij nu wel in de eerste plaats in het

Nederlands proberen te communiceren, maar nog terugvallen op de andere taal wanneer ze iets niet

uitgelegd krijgen. Meer Nederlandse taalvaardigheid maakt voor deze ouders dus het verschil. Toch blijkt

dit ook voor deze groep niet het enige te zijn. Ook speelt durf en zelfvertrouwen een rol, maar zelfs ook

inzicht in het oudercontact. Twee ouders die reeds naar het oudercontact gingen vertellen dat ze nu pas,

sinds Kaap, beseffen wat oudercontact is en dat het belangrijk is. 'Ik ga al tien jaar naar het oudercontact,

maar nu in Kaap uitgelegd wat het is en betekent.'

Kaap heeft twee Kaapouders gestimuleerd om naar het oudercontact te gaan tijdens het Kaapjaar

'Kaaplesgever zei dat iedereen naar het oudercontact moest gaan. Ik had heel veel schrik maar ben toch

gegaan en heb ik het Nederlands gepraat.' Na het Kaapjaar echter hebben deze ouders dit niet meer

gedaan. Zij vinden dat ze niet genoeg verstaan en niet alles kunnen vragen. Naarmate de tijd is verstreken

sinds Kaap zijn zij ook heel wat vergeten.

Twaalf Kaapouders vertellen dat Kaap geen verschil gemaakt heeft. Er is een groep die reeds vóór Kaap

naar het oudercontact ging, met tolk. Zij gaan ook nu nog naar het oudercontact met tolk. Daarnaast is er

een groep die vóór Kaap niet ging en ook nu niet. Hun partner of iemand anders van de familie gaat altijd

naar het oudercontact. Eén ouder vertelt dat ze niet gaat omdat ze er toch niets van begrijpt. De anderen

hebben hier geen verdere uitleg over gegeven.

3.1.3 Brieven van de school

49 Kaapouders spraken over de invloed van Kaap op het lezen en begrijpen van de brieven van de school.

Voor 37 van hen heeft Kaap een verschil gemaakt: ze begrijpen de brieven beter en/of volgen ze meer op.

Voor twee was er enkel een verschil tijdens het Kaapjaar zelf. Tien ouders gaven aan dat er voor hen geen

verschil was vóór en na Kaap.

Page 22: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

22

Binnen de groep van 37 ouders voor wie Kaap een verschil gemaakt heeft, kan een duidelijk onderscheid

gemaakt worden naar effecten toe tussen de alfa-Kaapouders en de NT2-Kaapouders (zowel met CBE- als

met CVO-profiel). De alfa-Kaapouders hebben door Kaap een aantal strategieën geleerd om informatie uit

de brieven te halen en begrijpen nu een beperkt aantal zaken in de brieven: naam van het kind, woorden

als 'waar? wanneer?' Enkelen zeggen expliciet dat zij wel hulp nodig hebben om de brief echt te begrijpen.

Uit de antwoorden kan afgeleid worden dat de alfa-ouders alvast belangrijke stappen gezet hebben tijdens

Kaap om de brieven proberen te begrijpen, maar dat het in de meeste gevallen nog te complex blijft. De

NT2-ouders daarentegen melden bijna allemaal dat zij sinds Kaap de brieven van de school kunnen

begrijpen en dat zij de brieven nu zelf lezen. Uit de opmerkingen van sommige NT2-ouders blijkt wel dat

langere brieven nog steeds een probleem vormen. Daarvoor wordt de hulp van familie, buren of vrienden

ingeroepen.

De stap die deze ouders gezet hebben, is in de meeste gevallen zeer groot. Ongeveer de helft van de 37

ouders zei dat ze vóór Kaap niets van de communicatie van de school begrepen. Slechts enkelen bleken

vóór Kaap de communicatie van de school al een beetje te begrijpen. Kaap heeft voor hen ertoe geleid dat

ze de brieven nu vlotter kunnen lezen of dat ze nu alles begrijpen. De brieven werden in veel gevallen

gelezen door de partner of de Kaapouder ging met de brief naar kennissen om te vertalen. Met veel trots

vertelden ze tijdens het interview dat ze de brieven nu zelf (proberen) te lezen. Niet alleen het kunnen

lezen van de brieven is een grote stap geweest. Ook het inzicht dat brieven belangrijk zijn, dat ouders deze

brieven moeten lezen en opvolgen, is er voor een aantal ouders door Kaap gekomen. 'Nu volg ik het op en

begrijp ik dat het echt belangrijk is.'

Ook hier speelt niet enkel de toegenomen taalvaardigheid een rol, ook het begrijpen en weten wat er

gebeurt op school blijkt een belangrijke stap te zijn. Door de uitleg in Kaap over wat kinderen doen op

school, welke feesten er gevierd worden, welke regels de school hanteert, enzovoort, begrijpen ouders ook

beter wat er in de brieven staat. 'In Kaap veel zaken over de school geleerd. Nu ken ik ze goed, bijvoorbeeld

de feesten (Nieuwjaar, Sinterklaas, Sint-Jansfeest). Als ik brief krijg over een feest, begrijp ik nu waarover het

gaat. Vroeger begreep ik de brief niet.'

Twee Kaapouders vertellen dat ze tijdens het Kaapjaar wel wat begrepen van de brieven van de school. Ze

kregen hierbij hulp van de Kaaplesgever. Na het Kaapjaar ervaren zij echter geen verbetering. Ze begrijpen

de brieven nu niet meer of nog maar enkele woorden. Het gaat hier om twee alfa-Kaapouders. Wellicht

was de stap naar lezen voor deze ouders te groot. Kaap kon in één jaar niet zorgen voor voldoende

vooruitgang op dit vlak om ook achteraf nog iets op te brengen.

37

2

10

Impact Kaap: brieven

Tot op heden

Enkel tijdens Kaap

Geen

Page 23: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

23

Voor tien Kaapouders heeft Kaap geen verschil gemaakt met betrekking tot het lezen of opvolgen van de

brieven van de school. Voor de alfa-ouders onder hen heeft Kaap niet geleid tot een verandering. Zij

begrijpen de brieven niet. De brieven worden door hun partner gelezen. Voor de NT2-ouders uit deze

groep is er geen verschil omdat zij ook al vóór Kaap de brieven van de school lazen en begrepen.

3.1.4 Agenda van de school – huiswerk opvolgen

39 ouders spraken over de agenda van de school en de opvolging van het huiswerk. Voor 29 van hen heeft

Kaap bijgedragen tot meer begrip van de agenda en over het huiswerk. Drie Kaapouders ervoeren enkel

tijdens Kaap een verschil. Kaap heeft geen enkel verschil gemaakt voor zeven ouders.

Voor de groep van 29 ouders voor wie Kaap op dit vlak een verschil gemaakt heeft, speelt niet alleen de

toegenomen taalvaardigheid een rol. Even belangrijk is de uitleg zij gekregen hebben over de agenda en

het huiswerk. Door met de agenda van de school aan de slag te gaan in de Kaaples hebben deze ouders

inzicht gekregen in wat een agenda is, wat er in staat en wat zij met deze agenda moeten doen.

'Kaaplesgever heeft uitgelegd dat we elke dag moeten kijken wat juf heeft geschreven en dat we

moeten tekenen. Dat het echt belangrijk is.'

'Agenda kwam heel veel keer aan bod in Kaap. Geleerd wat we moeten schrijven, over de

handtekening'.

Voor de meeste van deze ouders is de uitleg over wat een agenda is en wat het betekent, voor de eerste

keer aan bod gekomen tijdens de Kaaples. De Kaaplesgever heeft hen geleerd om te gaan met de agenda en

huiswerk.

Veel van deze ouders volgen nu zelf de agenda op. Vóór Kaap keken ze zelf niet in de agenda. Ze deden dan

een beroep op de partner of hun kinderen vertelden zelf wat er in de agenda stond, welke activiteiten er

waren. Dit heeft ook een effect op het opvolgen van het huiswerk. De Kaapouders vertellen dat ze nu ook

het huiswerk opvolgen – een aantal zegt ook te helpen bij het huiswerk – en nakijken of hun kind al dan

niet huiswerk heeft. Belangrijk in dit opzicht is dat het begrijpen en het opvolgen van de agenda en

huiswerk ook door de alfa-Kaapouders gebeurt. In tegenstelling tot het begrijpen van de brieven van de

school, waarbij zij ook na Kaap nog steeds hulp nodig hebben, geven zij aan dat zij uit de agenda wel de

belangrijke informatie kunnen halen: of er huiswerk moet gemaakt worden, of kind iets moet

meebrengen. 'Mijn kinderen geven de agenda aan mij. Ik kan er nu een beetje uithalen of kinderen huiswerk

hebben of niet. Ik volg alleen de agenda, geen brieven.'

29

3

7

Impact Kaap: agenda en huiswerk

Tot op heden

Enkel tijdens Kaap

Geen

Page 24: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

24

Dat ook hierbij kennis en inzicht over de school belangrijk zijn, is logisch. Weten wat kinderen doen op de

school, wat de inhouden zijn van de verschillende vakken op school, welke regels belangrijk zijn,

enzovoort helpt in sterke mate om dit te begrijpen wanneer het in de agenda staat. 'Vroeger begreep ik de

agenda niet. Maar door Kaaplesgever weet ik wat er in staat, vakken als wiskunde Nederlands, … Ik begrijp

nu het verschil.' Omgekeerd heeft het leren begrijpen van de agenda ook impact op het kunnen volgen wat

er gebeurt op school. Enkele ouders geven aan dat ze nu, door de agenda te begrijpen, weten wat hun

kinderen doen op school.

'Vóór Kaap wist ik niet wat mijn kinderen deden op school. Ik begreep niets: het huiswerk, de agenda.

Allemaal bij Kaaplesgever geleerd.'

'Zo weet je hoe je kind het doet op school.'

Voor drie Kaapouders heeft Kaap geen echte verandering teweeg gebracht. Ze hebben wel over agenda en

huiswerk gepraat tijdens Kaap. Ze geven aan dat ze hierover wel één en ander hebben bijgeleerd, maar dat

het nu nog steeds te moeilijk is om dit zelf op te volgen of te begrijpen. 'Kaaplesgever heeft het uitgelegd. Ik

begrijp het niet. Ik wil het wel.' Zeven Kaapouders zeggen dat er voor hen geen enkel verschil is in de

periode vóór en na Kaap. Deze ouders kenden de agenda al en volgden deze ook al op vóór ze in de

Kaaples zaten.

3.1.5 Rapport begrijpen

32 ouders vertelden in het interview over de impact van Kaap op het begrijpen van het rapport. Voor 27

ouders heeft Kaap een verschil gemaakt. Voor één ouder is er enkel tijdens het Kaapjaar een verschil

geweest. Zeven ouders zeggen dat er geen veranderingen zijn ten opzicht van de periode vóór Kaap.

Het verschil voor de 27 ouders situeert zich op verschillende niveaus. Voor sommige Kaapouders betekent

dit dat ze nu de punten begrijpen. Voor andere betekent het dat ze nu kunnen begrijpen of het rapport

goed of slecht is. Een derde groep geeft aan dat ze niet alleen de punten, maar ook de opmerkingen op een

rapport begrijpen. Deze verschillen kunnen deels gekoppeld worden aan de groep waartoe deze ouders

behoren. De alfa-Kaapouders kunnen uit het rapport afleiden of het goed of slecht is en begrijpen wat

goede en wat slechte punten zijn. Maar wat de punten exact inhouden of wat er extra op een rapport staat,

begrijpen ze niet altijd. Zij vragen vaak mondelinge ondersteuning om meer te begrijpen over het rapport.

De NT2-ouders kunnen het rapport meestal goed lezen en begrijpen, en dit dankzij Kaap. Vóór Kaap

begrepen ze het rapport niet.

27

1

7

Impact Kaap: rapport begrijpen

Tot op heden

Enkel tijdens Kaap

Geen

Page 25: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

25

Een rapport begrijpen houdt meer in dan enkel het kunnen lezen van de punten of de opmerkingen. Ook

het inzicht in de opbouw van een rapport, het puntensysteem en wat de verschillende vakken allemaal

inhouden zijn cruciaal. Een aantal van de geïnterviewde Kaapouders stelt dit ook expliciet.

'Vroeger begreep ik het rapport niet. Nu weet ik wat A, B, C betekent, hoeveel % nodig om over te

gaan'.

'Kaaplesgever heeft uitgelegd wat geschiedenis, aardrijkskunde, … is. Ik begreep welke punten goed

waren, maar niet wat ze inhielden.'

'Ik wist niet hoe het rapport ik mekaar zat. Heb ik bijgeleerd bij Kaaplesgever.'

Eén Kaapouder begreep het rapport wel tijdens het Kaapjaar, maar nu niet meer. Haar kind is naar het

buitengewoon onderwijs gegaan. De rapporten zijn daar complexer en deze kan ze niet begrijpen. Voor

zeven Kaapouders heeft Kaap geen invloed gehad op het begrijpen van de rapporten. Eén ouder heeft dit

wel geleerd in Kaap, maar heeft het rapport nooit kunnen begrijpen. Ze kan het rapport enkel begrijpen

met uitleg van de juf van haar kind. Voor de overige zes ouders is er geen verschil omdat het niet aan bod

is gekomen tijdens Kaap of omdat hun kind nog geen rapport heeft of omdat ze het vóór Kaap ook al

begrepen.

3.1.6 Briefje schrijven of formulier invullen

42 ouders spraken over de invloed van Kaap op het schrijven van een briefje of het invullen van een

formulier. 34 van hen geven aan dat Kaap een positieve invloed heeft gehad en dat ze nu een briefje

kunnen schrijven of een formulier kunnen invullen. Zes Kaapouders hebben enkel tijdens het Kaapjaar

een briefje geschreven, nu schrijven ze niet meer of in een andere taal. Voor zeven Kaapouders heeft Kaap

geen effect gehad op hun schriftelijke communicatie met de school, meer bepaald het schrijven van een

briefje.

Hoe goed een Kaapouder nu kan schrijven en wat hij of zij kan schrijven is uiteraard onlosmakelijk

verbonden met de alfabetisering van deze persoon. Voor de alfa-Kaapouders voor wie Kaap een positieve

verandering teweeg heeft gebracht, situeert deze evolutie zich op het kunnen schrijven van personalia of

het invullen van een zeer eenvoudig formulier. Een kort briefje schrijven na één jaar Kaap kan nog niet. Dit

is wel het geval voor de ouders die al gealfabetiseerd waren vóór ze met Kaap van start gingen. Voor de

twee groepen geldt wel dat ze deze zaken, of het nu een formuliertje invullen is of een brief schrijven, vóór

Kaap uitbesteedden aan familie of vrienden. Nu proberen de meeste van hen dit zelf te doen en geven aan

34

6

7

Impact Kaap: briefje schrijven/ formulier invullen

Tot op heden

Enkel tijdens Kaap

Geen

Page 26: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

26

dat ze dit nu ook kunnen. 'Nu kan ik briefjes invullen. Vroeger ging ik altijd op zoek: wie kan dit invullen? Nu

doe ik het zelf.'

In de Kaaples kwam niet alleen het 'technische' aspect aan bod – het opstellen van een briefje, welke

woorden, zinnen gebruiken – maar ook welke boodschappen je kan schrijven of waarom je een briefje

schrijft. 'Als je probleem hebt met kinderen, moet je schrijven in de agenda. Als je kind ziek is, kan je een

briefje schrijven: Mijn kind is ziek.' Hierbij speelt ook weer de kennis van de school een belangrijke rol: wat

je moet doen bij afwezigheid, wat je moet doen als je kind ziek is, weten dat er speciale

afwezigheidsbriefjes zijn die de school gebruikt. Het invullen van een formulier hangt ook nauw samen

met het begrijpen van de brieven van de school. Daar werd vastgesteld dat ook het inzicht in het belang

om deze brieven op te volgen teweeg is gebracht door Kaap. Dit zal zeker ook zijn invloed hebben op het

invullen van formulieren. Wanneer ouders nu weten dat brieven belangrijk zijn, dat deze moeten

opgevolgd worden, dan zal dit bij uitbreiding ook zo zijn voor formuliertjes die de school meegeeft.

Zes ouders hebben enkel tijdens het Kaapjaar en tijdens de Kaaples briefjes geschreven. Zij doen dit nu

niet meer zelf, of ze doen dit in een andere taal. In dit laatste geval speelt de angst om fouten te maken.

Deze Kaapouders vinden dat hun Nederlands nog niet voldoende goed is om een briefje naar de juf te

schrijven. Voor zeven ouders is er geen invloed van Kaap met betrekking tot het schrijven van briefjes

naar de school. Ook hier duikt een aantal keren op dat ze dit nog veel te moeilijk vinden. Er is maar één

Kaapouder die aangeeft dat ze dit vóór Kaap al kon en dit al deed.

3.1.7 Regels van de school

In het voorgaande kwam het al een paar keer ter sprake, maar kennis over het schoolleven is

onlosmakelijk verbonden met de ouderbetrokkenheid. De regels van en de afspraken met de school

vormen een belangrijk onderdeel van het schoolleven. Veel ouders spraken ook over de mate waarin Kaap

een rol heeft gespeeld in het leren kennen van deze regels. 19 ouders vertellen dat Kaap hen de regels van

de school uitgelegd heeft. Bij acht ouders heeft de school zelf de uitleg gegeven over het schoolreglement

en de afspraken.

Door aan de slag te gaan met de regels van de school in de Kaaples, hebben heel wat Kaapcursisten de

afspraken op de school leren kennen. Kaapouders vertellen over heel wat zaken die zij zo te weten zijn

gekomen. Zaken die vermeld worden zijn onder andere: wat te doen bij ziek zijn/afwezigheid, betalen

voor de refter, de schooluren en belang van op tijd komen, wat mag en niet mag op school, fruit en koeken

19

8

Leren kennen van de regels van de school

Door Kaap

Door de school zelf

Page 27: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

27

in doosjes, verplicht aanwezig op oudercontact. Vooral de regels in verband met afwezigheid worden veel

vermeld.

Uit de interviews is niet duidelijk of de school het reglement en de afspraken heeft uitgelegd aan de ouders

of welke acties de school hier rond heeft ondernomen. Is er op een toegankelijke en laagdrempelige

manier uitleg gegeven over het reglement? Waren de ouders niet aanwezig, wisten ze het niet, hebben ze

het niet begrepen? Wat wel duidelijk is, is dat er een heel aantal ouders vóór Kaap niet op de hoogte

waren van wat er mag en niet mag op de school. Uiteraard komt dit de wederzijdse verstandhouding en

samenwerking tussen school en ouders niet ten goede

3.1.8 Activiteiten voor ouders op school

Tijdens de gesprekken met de Kaapouders werd veel gesproken over activiteiten die de school

organiseert. Vermits vaak niet duidelijk was of Kaap iets veranderd heeft in dit opzicht en vermits de

genoemde activiteiten een breed gamma beslaan, is het onmogelijk helder te vergelijken en de

antwoorden in de drie categorieën onder te brengen: Kaap heeft effect gehad, er is enkel tijdens Kaap

effect geweest of Kaap heeft niets teweeg gebracht. Dit onderdeel beschrijft daarom een aantal opvallende

lijnen die uit de antwoorden naar voren komen zonder te vergelijken.

a) De eerste keer

Het brengen van een bezoek aan de klas of het meehelpen in de klassen, komt in de gesprekken met

de Kaapouders veel ter spraken. 35 ouders vertellen dat zij tijdens Kaap in de klassen van hun

kinderen zijn gaan helpen of gaan kijken. Meer dan de helft van deze ouders (17) geven aan dat zij

met Kaapgroep voor de eerste keer in de klas van hun kind kwamen of voor de eerste keer zijn gaan

helpen in de klas van hun kind. Voor 11 was het niet de eerste keer, zij hadden dit vroeger ook al

gedaan. Voor de overige groep is dit niet te uit de antwoorden af te leiden. Zij zijn met Kaap op

klasbezoek geweest, maar het is onduidelijk of dit voor hen ook de eerste keer was of niet.

Bij de groep ouders die vóór de eerste keer met Kaap een klasbezoek hebben gebracht en de groep

voor wie dit niet gekend is, lijkt de impact van een klasbezoek niet onverdeeld groot. Er zijn evenveel

ouders die zich hier expliciet positief of negatief over uitlaten. Positieve impact betekent dat zij

aangeven dat zij door Kaap nu wel op klasbezoek gaan of gaan helpen in de klas en dat zij dit vóór

Kaap niet deden. Een negatieve impact betekent dat er tijdens Kaap wel klasbezoeken waren of hulp

17

11

7

Eerste keer in de klas

met Kaapgroep

vóór Kaap

onbekend

Page 28: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

28

in de klassen, maar dat dit nu niet meer het geval is. 'Geen tijd' wordt enkele keren aangehaald, maar

ook dat ouders toch vinden dat ze nog niet voldoende Nederlands kunnen, dat de drempel nog te

hoog is. Enkele ouders vermelden ook dat de school dit niet (meer) organiseert. Zeker dit laatste

verdient de nodige aandacht, want ouders geven wel aan dat ze dit heel belangrijk vinden.

b) Feest op school

Wanneer de Kaapouders gevraagd wordt naar de activiteiten die op school georganiseerd worden en

waar ouders mee worden op uitgenodigd, blijkt er geen gebrek aan initiatieven te zijn. De

Kaapouders vermelden verschillende activiteiten: infoavonden, koffiebabbels, mee op uitstap gaan

met de kinderen, wintermarkt, carnavalsfeest, grootouderfeest, schoolfeest, opendeurdag. Van deze

activiteiten staan feesten met stip bovenaan. De scholen betrekken ouders vooral bij allerlei soorten

feesten op de school. Kaapouders nemen ook meestal deel aan deze activiteiten. Ze vinden dit

belangrijk, voor hun kinderen.

‘De kinderen vinden het ook heel leuk als hun ouders er zijn'.

'Ik doe het voor mijn kinderen, om hen gelukkig te maken.'

Wanneer de school hulp inschakelt van ouders blijkt die vooral te bestaan uit het bakken van koekjes,

cakejes of het koken van eten voor deze feesten. In sommige gevallen vraagt de school wel hulp bij de

andere voorbereidingen (tafels klaarzetten, helpen tijdens het feest), maar dit blijkt ten eerste niet

vaak voor te komen, en ten tweede blijken de Kaapouders hier zelf niet veel op in te gaan. Sporadisch

komt ook ter sprake dat de school ouders vraagt om mee een uitstap te begeleiden. Er zijn echter niet

veel Kaapouders die dit ook doen.

Wanneer Kaapouders praten over deze activiteiten geven zij in veel gevallen aan dat zij dit al deden

vóór Kaap. Deelname aan activiteiten op schoolniveau is niet veranderd: er wordt aan dezelfde

activiteiten deelgenomen en de hulp die wordt geboden en gevraagd, is niet veranderd. Er zijn enkele

Kaapouders die wel aangeven dat ze sinds Kaap naar bepaalde activiteiten gaan en meehelpen. Maar

evengoed vertellen enkele Kaapouders dat ze enkel tijdens het Kaapjaar geholpen hebben en dat nu

niet meer doen. Veel Kaapouders geven aan dat er vanuit en in de school niets noemenswaardig

veranderd is na Kaap met betrekking tot schoolactiviteiten.

c) Oudergroepen

Een oudergroep kan heel wat vormen aannemen. In de interviews werd uitgegaan van een brede

range: moedergroep, oudergroep, ouderraad of oudercomité. Wat tijdens de interviews opviel, is dat

veel Kaapouders uitleg nodig hadden om te begrijpen wat een oudergroep dan precies was. Hieruit

kan afgeleid worden dat Kaap geen vertrouwdheid heeft teweeg gebracht met het concept van

oudergroepen. Ondanks het feit dat in de meeste scholen toch een oudergroep aanwezig blijkt te

zijn.2 Contact met de oudergroep vanuit de Kaaples lijkt niet veel voorgekomen te zijn. Slechts één

Kaapcursist spreekt over een bezoek en deelname van de Kaapgroep aan de oudergroep. Enkelen

stellen expliciet dat zij nooit met de oudergroep contact hebben opgenomen vanuit Kaap.

2 Tien Kaapcursisten vertellen dat er geen oudergroep aanwezig is op de school. Een aantal van deze ouders hebben Kaap gevolgd in dezelfde school. Het gaat in totaal om vijf scholen waar volgens de ouders geen oudergroep aanwezig is.

Page 29: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

29

Slechts enkele ouders spreken over hun al dan niet betrokken zijn bij de oudergroep op dit moment.

Zes Kaapouders nemen deel aan een of andere vorm van oudergroep. Slechts twee daarvan stellen

dat er hierbij een invloed van Kaap is. Deze invloed heeft dan betrekking op het meer begrijpen van

wat er aan bod komt in een oudergroep. Negen ouders geven aan dat ze niet deelnemen aan de

oudergroep op school. De redenen hiervoor zijn: geen tijd, geen zicht hebben op wat de oudergroep

precies doet en talige drempels (twee ouders vinden dat ze hiervoor te weinig Nederlands kunnen).

d) Tijdens versus na Kaap

Niemand van de Kaapouders geeft aan dat de zij nog expliciet of extra aangesproken worden door de

school voor deelname of hulp aan activiteiten. De Kaapouders worden na hun Kaapjaar betrokken bij

schoolactiviteiten zoals elke andere ouder. Tijdens het Kaapjaar is er wel een duidelijk verschil.

Kaapouders nemen dan een zeer actieve rol op en dat dankzij de activiteiten die de Kaaplesgever

opzet in de school. Deze activiteiten variëren van gaan voorlezen in de klas tot een project mee

organiseren in de school: ontbijt, fancy fair, fruitsapjes verkopen ten voordele van moeders voor

moeders. In Kaap wordt tijd voorzien om een project op te zetten in de school. Deze projecten blijken

echter na het Kaapjaar niet veel meer te betekenen, niet naar de school toe en niet naar de

Kaapouders toe. Slechts in één school wordt het project nog hernomen. De Kaapouders nemen nog

zeer weinig een actief organiserende rol op, of worden hier niet op aangesproken.

3.1.9 Contact met andere ouders

Contacten met andere ouders op de school zorgen voor een belangrijk netwerk waarbinnen ouders

informatie aan elkaar kunnen doorgeven en elkaar kunnen stimuleren om te participeren aan het

schoolgebeuren. Andere ouders kunnen en durven aanspraken is belangrijk om hulp te kunnen vragen,

vragen te stellen of ideeën af te toetsen met betrekking tot de school. Ook zo zijn ouders betrokken bij de

school en het schoolleven van hun kinderen. Kaap wil dit netwerk uitbreiden tot een NEDwerk, een

Nederlandstalig netwerk. Op die manier hebben anderstalige ouders de kans om ook buiten en na de

Kaaples Nederlands te blijven praten en dus te oefenen. Vanuit het perspectief van taalverwerving is dit

belangrijk. Veel oefening en praktijk zijn nodig om taal te verwerven. Daarvoor zijn taallessen niet

voldoende en bovendien in het geval van Kaap ook maar beperkt tot één jaar.

Net zoals voor het onderdeel 'Activiteiten voor ouders op school' (3.1.8) zijn de gegevens uit de interviews

over contact met andere ouders te verschillend om een vergelijking te maken tussen: Kaap heeft impact

tot op heden, enkel tijdens Kaap of geen impact. De gesprekken hebben niet altijd duidelijk aan het licht

kunnen brengen in welke taal de gesprekken liepen en welke verschillen er zijn vóór en na Kaap. In wat

volgt worden een aantal opvallende punten besproken met betrekking tot het contact met andere ouders.

Voor een aantal Kaapouders heeft Kaap geleid tot veel meer contacten met andere ouders op de school.

'Dankzij Kaap ken ik nu veel mama's met wie ik nog altijd praat.'

'Dankzij de cursus sta ik nu te praten met andere moeders aan de schoolpoort.'

Dat extra contact is in veel gevallen een extra contact in het Nederlands, maar dat geldt zeker niet voor

alle Kaapouders. Zij hebben meer contact, maar dan in hun eigen taal of andere talen.

Page 30: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

30

Voor andere ouders heeft Kaap er toe geleid dat zij nu een beetje contact hebben met andere ouders in het

Nederlands.

'Soms heb ik contact met andere ouders op de school. Het zijn korte zinnetjes: Hoe gaat het? Hoeveel

kinderen heb je? Dat heb ik bij Kaaplesgever geleerd.'

'Ik praat een beetje met andere ouders in het Nederlands. Bij activiteiten praat ik een beetje

Nederlands, probeer ik vragen te stellen. Dit gaat een beetje.'

Voor de Alfa-Kaapouders bestaat het verschil er vooral uit dat zij nu korte zinnetjes of vraagjes zoals 'Hoe

heet je? Hoe gaat het?' kunnen begrijpen. Zij geven echter aan dat zij nog niet in staat zijn om dan zelf in

het Nederlands te praten.

Wanneer het in de gesprekken gaat over meer contacten in het Nederlands, speelt de verhoogde

taalvaardigheid een rol.

'Omdat je taal ontwikkeld is, neem je meer contact. Niet alle mama's spreken immers Turks.'

'Voor de Nederlandse les had ik geen contact met andere ouders. Ik kende vóór de les alleen dag en

dank u wel.'

Maar ook meer zelfvertrouwen en durf om op de school te komen, om mensen aan te spreken draagt bij

tot een verbeterd contact met andere ouders.

'Voor Kaap had ik geen contact met andere ouders. Ik ging direct naar school en direct naar huis.'

'Vroeger ging ik de kinderen gewoon afzetten of halen, maar nu praat ik ook.'

In tegenstelling tot het voorgaande geeft een grote groep Kaapouders aan dat zij op dit moment niet meer

contact hebben met andere ouders of meer in het Nederlands gesprekjes voeren met andere ouders dan

vóór Kaap. Er zijn zelfs een aantal Kaapouders die op dit moment geen enkel contact hebben met andere

ouders. Opmerkelijk is ook dat het contact tussen de Kaapcursisten uit een school niet lang blijft bestaan

na Kaap. Velen hebben na Kaap geen of zeer weinig contact met elkaar. 'Ik heb nu geen contact meer met de

Kaapmama's. We doen geen dingen meer samen, ook niet op de school.' Een deel van de groep ouders die

niet meer (Nederlands) contact hebben met andere ouders, blijkt wel veel contact te hebben met andere

ouders uit de eigen taalgroep en in de eigen taal. Dit contact bestond echter al vóór Kaap.

Er is dus blijkbaar tijdens Kaap voor een heel aantal Kaapouders geen netwerk of NEDwerk kunnen

ontstaan. De start hiervan zou moeten liggen bij NT2-lessen zelf. Enkele Kaapouders geven aan dat zij

tijdens de Kaaplessen geen activiteiten hebben gedaan met andere ouders, met Nederlandstalige ouders.

Dit komt ook ter sprake wanneer de Kaapouders spreken over het projectwerk. Ook daar blijken nog heel

wat projecten geweest te zijn waar er geen samenwerking was met andere ouders. Dat de school ook een

rol kan hebben in het verder uitbouwen van een dergelijk netwerk blijkt onder meer uit de volgend

citaten.

'Ik oefen mijn Nederlands verder in de Nederlandse praatgroepen. Ik praat met de leerkrachten en

een beetje met de ouders.'

'Ik heb nog contacten met mijn medecursisten tijdens de koffiebabbel.'

'Als ik mee ga helpen, praat ik met de juf, maar ook met andere ouders.'

Activiteiten organiseren voor ouders is belangrijk. Maar ook het expliciet aanspreken van de ex-

Kaapgroep voor activiteiten, zoals in voorgaand punt werd opgemerkt, kan een belangrijke bijdrage zijn

tot meer net-/NED-werking en verdere taalverwerving.

3.1.10 Impact buiten de school

Page 31: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

31

In de gesprekken werd gevraagd aan de Kaapouders of Kaap ook positief heeft bijgedragen aan andere

zaken buiten de school van hun kinderen en het contact met de school. Voor 33 Kaapouders bleek dit het

geval te zijn. Elf Kaapouders vonden niet dat Kaap een verschil had gemaakt op zaken buiten de school.

De impact die Kaap gehad heeft op zaken buiten de school hebben in een aantal gevallen nog wel linken

met de school. 'Ik heb mijn kind ingeschreven in de kinderwerking op woensdagnamiddag. Dit zou ik voor

Kaap nooit gedaan hebben. Ik kende dit ook niet.' Zaken als buitenschoolse activiteiten, de bibliotheek,

opvoedingswinkel werden in Kaap uitgelegd, eventueel bezocht. De Kaapouders leerden dit op die manier

kennen en maken er ook nu nog gebruik van. ‘Vroeger ging ik met de kinderen naar de bib en wachtte aan

de ingang. Nu gaan we samen.'

Kaapouders vertellen over een breed pallet aan zaken buiten de schoolcontext die ze door de Kaaples

verworven hebben. Ten eerste gaat het over het begrijpen of voeren van communicatie in verschillende

dagdagelijkse contexten: in de winkel, bij de dokter, in het gemeentehuis, de bank, bij de mutualiteit.

Ouders vertellen hoe ze nu prijzen kunnen lezen, een afspraak kunnen maken bij de dokter, iets gaan

ruilen in de winkel, vraag stellen in het postkantoor, enzovoort. Ten tweede geven deze Kaapouders aan

dat ze ook inzicht gekregen hebben in een aantal zaken of regels die in het dagelijks leven spelen:

bijvoorbeeld hoe de bus nemen, wat te doen bij overschrijvingen, wat te doen bij de mutualiteit. 'Vroeger

wist ik niet dat je een boete kreeg door op de bus te stappen zonder abonnement.'

De impact hiervan is voor sommige ouders enorm.

'Vroeger kon ik dat niet. Ik bleef altijd thuis.'

'Vroeger was ik onzeker, bang als ik op straat moest gaan, want als iemand iets zei, kon ik de mensen

niet begrijpen. Nu ben ik meer zeker, kan ik meer begrijpen. Nu voel ik mij goed. Vroeger was ik

triestig, altijd!'

Kaap heeft bijgedragen tot meer zelfstandigheid, niet alleen op school maar ook 'op de straat'. Veel

Kaapouders waren genoodzaakt om beroep te doen op familie of kennissen, maar kunnen en durven het

nu zelf. Ze hebben zelfvertrouwen en moed gekregen om Nederlands te spreken en contacten te leggen.

Meer nog, een aantal van hen vertelt dat ze veel Nederlands willen praten en oefenen en dat ze het fijn

vinden dat ze in het Nederlands worden aangesproken.

De Kaaples en Kaaplesgever spelen hier een cruciale rol. Deze buitenschoolse zaken zijn immers ook

allemaal aan bod gekomen in de Kaaples. De Kaapouders vinden het ook belangrijk dat er in de Kaaples

aandacht besteedt wordt aan deze onderwerpen. Niet alleen het aanreiken van deze onderwerpen in de

33

11

Impact Kaap buiten de school

ja

nee

Page 32: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

32

les blijken belangrijk te zijn. Ook de ondersteuning en stimulering van de Kaaplesgever om Nederlands te

gebruiken, draagt bij tot deze positieve dynamiek buiten de schoolmuren.

'Kaaplesgever heeft veel raad gegeven: als je Nederlands wil leren moet je veel praten met mensen

die Nederlands praten. Niet op jezelf blijven!'

'Kaaplesgever heeft moed gegeven, sinds dan gaat het.'

Voor elf Kaapouders is er geen impact geweest van Kaap op hun dagelijkse functioneren buiten de school.

Hiervoor halen zij zelf verschillende redenen aan. Enkelen van hen geven aan dat zij in de Kaaples enkel

over de school geleerd hebben. Daar zijn zij helemaal niet ontevreden over, maar dit helpt hen niet om

meer of beter in het Nederlands te functioneren buiten de school. 'Nu (in de reguliere NT2-les) vind ik het

misschien beter. Nu kan ik naar de dokter. Dat is belangrijk. Maar vorig jaar was misschien belangrijker

want dat is wat we nodig hebben. School is belangrijker.' Een aantal Kaapouders geven aan dat ze zelf geen

Nederlands nodig hebben buiten de school: ze regelen hun dagelijkse zaken met de hulp van familie of

vrienden of doen dit in een contacttaal.

Voor twee ouders is er wel een begin gemaakt in de Kaap om Nederlands te gebruiken en begrijpen in het

dagelijkse leven, maar voor hen is er pas echt een doorbraak gekomen in de lessen na Kaap. Het gaat hier

om twee alfa-Kaapouders. Voor hen is de basis gelegd in de Kaaples en hebben de NT2-lessen nadien hun

taalvaardigheid, ook in andere contexten, uitgebreid. Gezien het profiel van deze ouders, is dit zeer

logisch. Er is één Kaapouder die reeds vóór Kaap zelfstandig en in het Nederlands zaken buiten de school

kon regelen. Zij had al heel wat mondelinge taalvaardigheid verworven op het werk. Voor haar heeft Kaap

een verschil gemaakt met betrekking tot het begrijpen van de school(context) en de schriftelijke

communicatie van en met de school.

3.2 Taalvaardigheid en NT2-traject

Kaap wil onder meer de taalvaardigheid van de cursisten verhogen. De beschikbare gegevens met

betrekking tot de taalvaardigheid van cursisten varieert zeer sterk. Wat betreft het bepalen van het

beginniveau van Kaap zijn doorheen de jaren verschillende manieren gebruikt. Er is gebruik gemaakt van

de instaptoetsen van het Huis van het Nederlands, er zijn eigen toetsen gebruikt, de Assessmenttaken zijn

gebruikt of de lesgever heeft een eigen inschatting gemaakt. Wat betreft het eindniveau aan het einde van

Kaap zijn er geen volledige gegevens beschikbaar. Niet alle cursisten hebben niveaubepalingstesten

afgelegd. Er zijn naast dit eindniveau wel gegevens beschikbaar over het niveau van deze Kaapouders op

dit moment. Voor een aantal staat dit in de gegevensbank van het Huis van het Nederlands. Voor een

aantal heeft de onderzoeker dit zelf kunnen vaststellen wanneer het interview in het Nederlands is

verlopen.

Gezien het feit dat er nooit eenzelfde beginmeting en eindmeting is geweest over de Kaapjaren heen, moet

er voorzicht om gegaan worden met de gegevens en de conclusies hieruit. Wanneer er een vergelijking

wordt gemaakt tussen het beginniveau en eindniveau van Kaap, kan een eventuele vooruitgang misschien

wel toegeschreven worden aan Kaap. Maar er zijn ten eerste voor veel Kaapouders geen volledige

gegevens. Ten tweede zijn de gebruikte evaluaties niet altijd heel helder. Ten derde is er geen weet van

bijkomende inspanningen of mogelijkheden die de Kaapouder had tijdens het Kaapjaar om Nederlands te

gebruiken en te oefenen. Wanneer de gegevens van het Huis van het Nederlands en van de onderzoeker in

rekening worden genomen met betrekking tot het huidige of laatst gekende niveau, kan ook enkel

Page 33: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

33

vastgesteld worden of er al dan niet vooruitgang is in vergelijking met het beginniveau. Maar hier kan niet

gesteld worden dat dit al dan niet door Kaap is gebeurd.

Als er gekeken wordt naar het beginniveau van Kaap en het resultaat van de niveaubepalingstesten, dan is

er voor twintig Kaapouders een toename van de taalvaardigheid vast te stellen. Voor negen is het niveau

hetzelfde gebleven. In zes gevallen is er wel een eindniveau maar kan de vergelijking niet gemaakt worden

omdat er andere schalen gebruikt worden. Er zijn voor 22 Kaapouders geen volledige gegevens

beschikbaar.

Tegenover het beginniveau van de Kaapouders kan ook het laatste gekende eindniveau geplaatst worden.

Dat eindniveau is dan ofwel de niveaubepalingstest ofwel de gegevens van het Huis van het Nederlands

ofwel het niveau vastgesteld door de onderzoeker. Er is bij 37 Kaapouders een verhoging van het

taalniveau in vergelijking met het gekende startniveau bij Kaap. Voor acht Kaapouders is het niveau

hetzelfde gebleven. In drie gevallen kan er geen vergelijking gemaakt worden en in zes gevallen zijn de

gegevens onvolledig.

Kaap wil ook bijdragen tot de NT2-loopbaan van de Kaapouders. Ten eerste wil Kaap ook anderstaligen

aantrekken die de weg naar het reguliere NT2-aanbod niet vinden. Ten tweede wil Kaap de Kaapouders

ook stimuleren tot doorstroom na Kaap naar een vervolgaanbod. Deze gegevens kunnen gehaald worden

uit het NT2-traject dat de Kaapouders doorlopen hebben. In de interviews is gevraagd of zij al NT2-les

gevolgd hadden vóór Kaap en of zij na Kaap verder NT2 gevolgd hebben. De mogelijke trajecten zijn:

- enkel Kaap gevolgd

37

8

3

6

Beginniveau Kaap versus laatst gekende niveau

Verhoging niveau

Zelfde niveau

Geen vergelijking mogelijk

Onvolledige gegevens

20

96

22

Beginniveau versus eindniveau Kaap

Verhoging niveau

Zelfde niveau

Geen vergelijking mogelijk

Onvolledige gegevens

Page 34: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 3

34

- NT2 – Kaap

- Kaap – doorstroom NT2

- NT2 – Kaap – doorstroom NT2

Uit de antwoorden van de Kaapouders komen de volgende gegevens:

Traject # ouders (totaal: 56)

1. Alleen Kaap 11

2. NT2 – Kaap 12

3. Kaap – doorstroom NT2 16

4. NT2 – Kaap – doorstroom NT2 17

De meerderheid van deze Kaapouders stroomt door: 33 Kaapouders. Dat blijkt uit de laatste twee

trajecten (3 en 4). De grootste groep stroomt door naar het regulier NT2-aanbod, bij CBE of CVO (25). De

andere Kaapouders stroomden door naar de vrouwengroepen van Open school en een enkeling naar een

vrijwilligersaanbod.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat heel wat cursisten reeds NT2-les gevolgd hebben vóór Kaap. 29

Kaapouders geven aan traject 2 en 4 te hebben doorlopen. Wanneer echter verder gekeken wordt naar de

gevolgde NT2-les dan blijkt dat negen Kaapouders toen slechts heel kort NT2 gevolgd hebben. Ze hebben

geen module afgerond. Sommigen hebben zelfs maar een paar weken les gevolgd. Voor hen is Kaap dus

wel de eerste cursus geweest. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Kaap voor 36 Kaapouders het echte

NT2-begin is geweest (traject 1 + 3 + deze negen ouders). Van de 29 ouders die reeds NT2 voor Kaap

volgden, geven elf Kaapouders aan dat dit vele jaren geleden was (van 4 tot 11 jaar geleden). Kaap is voor

hen een NT2-heropstart geweest.

36

11

9

NT2 vóór Kaap?

Kaap als start

Kaap als heropstart

NT2-cursus

Page 35: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

35

HOOFDSTUK 4 – WANNEER KAAP (BIJNA) GEEN VERSCHIL MAAKT

Tien Kaapouders gaven in het interview aan dat Kaap voor hen geen echte verschillen heeft teweeg

gebracht in vergelijking met de periode vóór Kaap. Dit wil niet altijd zeggen dat zij in Kaap absoluut niets

geleerd hebben. De verschillen die er eventueel zijn, zijn echter zo minimaal dat er nu geen 'vooruitgang'

is ten opzicht van vroeger. Zij zeggen allemaal expliciet dat zij in Kaap niet veel nieuws hebben geleerd en

dat het hen niet echt geholpen heeft. In dit hoofdstuk wordt ingezoomd op deze groep. In de eerste plaats

komen deze Kaapouders aan het woord, wat zij vertellen over Kaap: waarom er geen verschil is of welke

kleine verschuivingen er toch zijn en hoe dit alles zich vertaalt in de communicatie met en betrokkenheid

bij de school. Vervolgens wordt gekeken naar hun NT2-traject en taalvaardigheid.

4.1 Communicatie met de school en betrokkenheid

Voor deze groep Kaapouders is de communicatie met de school en de ouderbetrokkenheid in het

algemeen niet veranderd. Voor sommige ouders was er vóór Kaap al contact, al dan niet in het Nederlands,

en betrokkenheid, maar is er niets 'verbeterd'. Zij konden de brieven al lezen, volgden het rapport en de

agenda al op, hadden al mondeling contact met de leerkrachten of gingen al naar het oudercontact. Voor

andere ouders is er zowel vóór als na Kaap geen contact met de school. Zij vertellen wel dat zij tijdens

Kaap meer betrokken waren bij de school. Dit heeft echter geen blijvende invloed gehad. De brieven

komen nog steeds bij de partner terecht of naar het oudercontact gaan ze niet. Durf en zelfvertrouwen

speelt bij enkele een grote rol. Zij hebben nog steeds veel angst om de leerkrachten aan te spreken en om

naar de school te gaan.

Uit de antwoorden van de Kaapouders komen verschillende redenen naar voren waarom zij vinden dat

Kaap geen invloed heeft gehad. Voor enkel Kaapouders waren de Kaaplessen te gemakkelijk en kwam er

niets nieuws aan bod. Zij hadden reeds in het verleden Nederlands gevolgd en daar voldoende geleerd om

te communiceren met de school. Ze vertellen wel dat zij dingen samen met de school gedaan hebben en

dat ze gewerkt hebben rond de communicatie met de school. Het heeft voor deze ouders echter geen

noemenswaardig verschil gemaakt. Zij waren en zijn betrokken bij het schoolleven van hun kinderen en

zij kunnen voldoende communiceren met de school. 'Niet veel nieuwe dingen geleerd in de Kaapklas. Wel

enkele woorden die ik niet kende. Maar communicatie, hoe dingen te zeggen, dat wist ik al.'

Enkele ouders geven aan dat zij niet veel geleerd hebben omdat Kaap te kort was of omdat het voor hen te

moeilijk was. 'Ik vond Nederlandse les te moeilijk en vond één jaar te kort.' Hun betrokkenheid en

communicatie met de school is verbeterd door Nederlandse les te volgen nadien. Er zijn op sommige

vlakken dan wel kleine stapjes kunnen gebeuren, maar in de ogen van deze Kaapouders heeft dit geen

blijvende veranderingen teweeg gebracht.

'Ik praat nu nooit nog Nederlands. Mijn man gaat naar de school. Met de juffen praat ik nooit.'

'Als ik iemand praat kan ik een paar woorden herinneren die ik bij Kaaplesgever geleerd heb. Sinds

ik naar NT2-les ben gegaan, is het verbeterd.'

'Ik weet wel als er brieven komen of die voor mij zijn of niet: mijn naam een paar woordjes ken ik

wel. Heb ik bij Kaaplesgever geleerd.'

Page 36: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 4

36

Een derde groep ouders kon met moeite nog herinneren wat ze in Kaap geleerd hadden. 'Ik ben alles

vergeten: niet alleen het Nederlands, maar ook wat ik gedaan heb in de les.' Bij het doorvragen over

specifieke aspecten rond communicatie met de school, konden zij wel nog kleine herinneringen ophalen.

Het was echter duidelijk dat Kaap geen indruk had nagelaten Deze ouders blijken ook nu weinig

betrokken te zijn bij de school en bij de communicatie met de school. Zij laten dit in handen van hun

familie of vrienden.

'Kaaplesgever heeft verteld over oudercontact. Mijn man gaat naar het oudercontact.'

'Bij Kaaplesgever geleerd om een beetje info uit de brieven te halen. Brieven gaan rechtstreeks naar

de vader.'

In deze groep ouders zitten ondanks het voorgaande geen ontevreden 'klanten'. Er zijn maar twee

Kaapouders die zeggen dat ze de Kaaplessen echt niet goed vonden. De anderen hebben her en der nog

iets opgepikt: wat woordjes, wat leren schrijven, voor de eerste keer gaan kijken in de klassen, wat

informatie uit de brieven te halen, enzovoort. Maar het heeft nadien geen impact meer gehad. Hierbij moet

ook vermeld worden dat twee ouders aangeven dat ze wel zijn doorgestroomd naar een NT2-cursus

dankzij de Kaaplesgever. Zij heeft hen de weg getoond naar een vervolgaanbod. Op die manier heeft Kaap

voor hen wel iets betekend. 'Het is Kaaplesgever geweest die me doorverwezen heeft naar NT2-les. Het heeft

me zo geholpen. Ik kende lesplaats niet. Kaaplesgever is met ons naar daar geweest voor de inschrijving.'

4.2 Taalvaardigheid en NT2-traject

Net zoals van de groep ouders voor wie Kaap een verschil heeft gemaakt, kan ook van de groep voor wie

Kaap weinig impact heeft gehad, de taalvaardigheid en het NT2-traject in kaart gebracht worden. Ook hier

moet met dezelfde voorzichtigheid naar de gegevens gekeken worden en kan niet aangetoond worden dat

Kaap deze resultaten heeft beïnvloed (zie punt 3.2).

Vermits de gegevens van het eindniveau Kaap voor bijna alle tien Kaapouders ongekend is, kan er geen

vergelijking gemaakt worden tussen begin- en eindniveau Kaap. Er kan wel een vergelijking gemaakt

worden met het laatst gekende niveau. Daaruit blijkt dat er voor vijf ouders een verhoging van niveau

vastgesteld kan worden tegenover het beginniveau bij Kaap. Eén Kaapouder zit op hetzelfde niveau. Voor

drie kan geen vergelijking gemaakt worden vermits er andere schalen gebruikt zijn. In één geval zijn de

gegevens onvolledig.

5

1

3

1

Beginniveau Kaap versus laatst gekende niveau

Verhoging niveau

Zelfde niveau

Geen vergelijking mogelijk

Onvolledige gegevens

Page 37: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 4

37

Het NT2-traject van deze tien cursisten ziet er als volgt uit:

Traject # ouders (totaal: 10)

1. Alleen Kaap 2

2. NT2 – Kaap 2

3. Kaap – doorstroom NT2 3

4. NT2 – Kaap – doorstroom NT2 3

De doorstroom van deze Kaapouders is voor de helft een doorstroom naar het regulier NT2-aanbod en

voor de helft naar een vrouwengroep of vrijwilligersaanbod. Wat betreft de NT2-lessen vóór Kaap zijn er

ook hier Kaapouders die slechts een paar maanden les hebben gevolgd (2 van de 5 Kaapouders). Kaap is

voor hen ook een start geweest. Voor zeven Kaapouders is Kaap dus de eerst gevolgde cursus geweest.

Eén ouder heeft de NT2-lessen reeds tien jaar geleden gevolgd. Voor deze ouder is Kaap een heropstart

geweest. De overig twee Kaapouders hebben een volwaardig NT2-traject doorlopen kort voorafgaand aan

Kaap.

7

1

2

NT2 vóór Kaap?

Kaap als start

Kaap als heropstart

NT2-cursus

Page 38: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

38

HOOFDSTUK 5 – CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

5.1 Conclusies

In dit onderzoek kwamen 66 ouders aan het woord die in de periode tussen september 2007 en juni 2011

één jaar Kaap hebben gevolgd. Zij werden bevraagd over de effecten die Kaap voor hen teweeg heeft

gebracht. Hierbij werd gefocust op de taalvaardigheid die nodig is in de communicatie met de school en op

de ouderbetrokkenheid. Er is duidelijk gebleken dat Kaap voor de grote meerderheid van de

geïnterviewde Kaapouders een keerpunt is geweest in de communicatie met en de betrokkenheid bij en

van de school. Dit is niet allen te wijten aan een verhoging van hun taalvaardigheid, maar ook van de

'verbetering' van de verschillende dimensies die een rol spelen bij ouderbetrokkenheid. In het verlengde

hiervan moet ook nog aangestipt worden dat de impact van Kaap niet beperkt is gebleven tot de

schoolcontext. Een grote groep Kaapouders geeft aan dat zij dankzij Kaap ook meer kunnen functioneren

buiten de school. Waarbij de taalvaardigheid belangrijk is gebleken, maar waarbij ook inzicht in het reilen

en zeilen mee heeft bijgedragen.

5.1.1 Verschillende momenten waarop Kaap al dan niet invloed heeft

In de analyse van de antwoorden zijn de verschillende belangrijke momenten en aspecten van het

schoolleven en de schoolloopbaan van de kinderen afgebakend waarbij communicatie en contact

belangrijk zijn. Het betreft: oudercontact en rapport, contact met de leerkracht, agenda en huiswerk,

regels van de school, een briefje schrijven of formulier invullen, activiteiten voor ouders op de school en

contact met andere ouders. Kaap heeft voor de meeste ouders op een heel aantal van deze aspecten een

onverdeeld positieve invloed gehad. Dit positieve effect uit zich in betere communicatie en meer

betrokkenheid. Enkel op de twee laatste, schoolactiviteiten voor ouders en contact met andere ouders, is

het effect van Kaap minder duidelijk.

Wat betreft de activiteiten voor ouders op de school blijkt er wel een positief elan geweest te zijn tijdens

het Kaapjaar. Kaap heeft voor een grote groep gezorgd dat ze voor de eerste keer in de klassen zijn

kunnen gaan kijken of helpen. Maar na Kaap zijn er evenveel ouders die dit na Kaap nog wel en niet doen.

Kaap heeft onder meer via projectwerk gezorgd dat zij een actieve, organiserende rol konden opnemen bij

activiteiten. Na Kaap gebeurt dit nog zelden. Bij de deelname aan de activiteiten is er vóór en na Kaap

weinig verschil op te merken: Kaapouders doen aan hetzelfde wel of niet mee en worden niet meer

expliciet aangesproken voor deelname of hulp.

Ook wat betreft de contacten met andere ouders is er voor een grote groep Kaapouders geen verschil in de

periode vóór en na Kaap. De contacten die er nu zijn, waren er al vóór Kaap. Ondanks het feit dat enkele

Kaapouders nu wel in het Nederlands contact hebben met andere ouders, is er in veel gevallen geen

sprake van een NEDwerk. De Kaapouders blijken in veel gevallen terug te vallen op hun eigen anderstalige

netwerk. Er is maar een kleine groep die nog Nederlands spreekt met andere ouders. Voor verdere

taalverwerving is dat nochtans niet onbelangrijk.

Page 39: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 5

39

5.1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid

Wanneer Kaap een positief effect gegenereerd heeft op de bovenvermelde momenten, dan is dit voor een

deel te wijten aan een verhoging van de taalvaardigheid van de Kaapouders. Veel geïnterviewde ouders

vertellen dat zij vóór Kaap weinig begrepen van wat gezegd of geschreven werd door de school. Kaap is er

in geslaagd om voor een grote groep ouders die taalvaardigheid te verhogen die belangrijk is voor de

communicatie met de school. Zij hebben geleerd een gesprekje te voeren met de leerkrachten, met andere

ouders, zij hebben geleerd informatie te halen uit een rapport of uit de brieven van de school, enzovoort.

Maar belangrijker nog is dat dit voor een meerderheid van de Kaapouders geresulteerd heeft in het

effectief doen en blijven doen van deze zaken.

Naast de vooruitgang op vlak van taalvaardigheid is er door Kaap ook een verandering vast te stellen bij

verschillende aspecten die een rol spelen bij ouderbetrokkenheid. Dit zorgt voor een gunstige invloed op

de betrokkenheid bij en de communicatie met de school.

Ouderbetrokkenheid heeft vele dimensies en gradaties. Van de verschillende dimensies waarvan in dit

onderzoek is uitgegaan, is er vooral op vlak van de kennis-, de emotionele en de competentiedimensie een

positieve evolutie gemeld door de Kaapouders. Zij hebben door Kaap meer inzicht gekregen in de school

(het systeem, de afspraken en regels, het schoolteam) en in de gehanteerde communicatie (rapport,

oudercontact, agenda). Daarnaast voelen zij zich ook beter op de school, hebben meer zelfvertrouwen en

moed. Ze voelen en zijn ook competenter om te communiceren met de school en om de schoolloopbaan

van hun kinderen te volgen. Kaap heeft dit bij hen teweeggebracht. Kaap heeft echter ook geleid tot een

toegankelijkere houding van de leerkrachten volgens de Kaapouders. Dit draagt ook sterk bij tot een

positieve verandering in de emotionele en competentiedimensie.

Wanneer de verschillende gradaties van ouderbetrokkenheid, waarvan in dit onderzoek sprake, in

aanmerking worden genomen, heeft Kaap vooral impact gehad op het geven van informatie en het kind

thuis helpen. Het contact met de leerkrachten, het oudercontact, de schriftelijke communicatie tussen de

school en de ouders is volgens de Kaapouders verbeterd in vergelijking met de periode vóór Kaap. Kaap

heeft ook bij een grote groep ouders geleid tot het (meer) opvolgen van de agenda en het huiswerk. Wat

betreft de twee andere gradaties: meedoen op school en meedoen op beleidsniveau, is de impact van Kaap

gering. Kaapouders doen niet meer mee aan activiteiten dan vóór Kaap. Kaapouders kennen het concept

oudergroep niet goed en nemen er zelden aan deel.

De toename op vlak van taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid is voor vele Kaapouders zeer groot

geweest. 'Zij kwamen van verre …' Deze grote groep overstijgt de verschillende profielen. Zowel

gealfabetiseerde als analfabete ouders, zowel hoog- als laaggeschoolden, zowel ouders uit het eerste jaar

als het laatste jaar Kaap zijn hierin vertegenwoordigd. Enkel op vlak van de schriftelijke communicatie

springt de groep alfa-Kaapouders er af en toe uit. Die communicatie blijft voor hen nog moeilijk na Kaap,

maar is ook onmogelijk te realiseren in één jaar. Wat niet wegneemt dat zij door Kaap wel inzicht

gekregen hebben in het wat en het belang van deze communicatie.

Page 40: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid
Page 41: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 5

41

5.1.3 De kant van de school

In antwoord op de derde onderzoeksvraag zijn er uit de interviews ook duidelijk een aantal gegevens in

verband met de toegankelijkheid van de scholen te halen. Ouderbetrokkenheid impliceert immers acties

van de school. Ook Kaap streeft ernaar om de school aan te zetten tot het verlagen van de drempels voor

anderstalige ouders.

De positieve houding van de leerkrachten die Kaapouders ervaren tijdens en na Kaap werd reeds vermeld.

Kaapouders geven aan dat de houding van de leerkrachten verandert tijdens en door Kaap en dat dit helpt

in de communicatie met hen. De leerkrachten op de school weten door Kaap wie er Nederlands volgt. Zij

doen nu extra moeite om de Kaapouders direct aan te spreken, in het Nederlands. Ze leggen veel geduld

aan de dag om op een laagdrempelige manier met hen te communiceren. Een bemoedigend woordje over

de vooruitgang op vlak van Nederlands van de Kaapouders wordt ook als zeer positief ervaren. Wat

betreft de schriftelijke communicatie is uit de antwoorden van de Kaapouders niet af te leiden of er op dit

vlak veel veranderd is. Kaapouders blijken na Kaap wel beter de schriftelijke communicatie te volgen. Of

dit echter te wijten is aan hun toegenomen kennis hierover en toegenomen taalvaardigheid, of aan een

meer toegankelijke communicatie vanuit de school, is niet duidelijk.

Wat betreft de deelname aan de activiteiten op de school blijkt er vanuit de kant van de school volgens de

Kaapouders niet veel veranderd te zijn. Dezelfde activiteiten worden georganiseerd. Er wordt niets meer

gedaan met de projecten die de Kaapgroep georganiseerd heeft. Scholen spreken Kaapouders in het

algemeen ook niet meer expliciet aan na Kaap om deel te nemen aan activiteiten of om te helpen. Er is dus

wel op leerkrachtniveau een verandering vast te stellen, maar niet op niveau van de school. Althans zo

ervaren de Kaapouders het.

5.1.4 Kaap in het NT2-traject van de Kaapouders

Kaap wil een opstap zijn voor anderstalige ouders die de weg naar het reguliere NT2-aanbod nog niet

gevonden hebben. Voor de geïnterviewde Kaapouders is dit in elk geval gebeurd. Niet alleen heeft

ongeveer de helft geen NT2-les gevolgd voor Kaap. Ook zijn er heel wat Kaapouders die al wel NT2

gevolgd hebben maar die deze cursus niet hebben afgemaakt. Dat maakt dat voor de meerderheid van de

Kaapouders Kaap de eigenlijke NT2-start is geweest. Bovendien hebben er ook een aantal Kaapcursisten

vier jaar of meer vóór het Kaapjaar, NT2-les gevolgd. K aap is voor hen opnieuw een NT2-start geweest.

Hoewel uit de gegevens van dit onderzoek niet objectief is vast te stellen of de doorstroom na Kaap naar

het NT2-aanbod dankzij de Kaaplessen is gebeurd, is het niet onbelangrijk. Kaap wil immers ook bijdragen

tot deze doorstroom. Er kan enkel vastgesteld worden of er doorstroom is, los van de enkele Kaapouders

die expliciet verteld hebben dat zij doorgestroomd zijn dankzij de Kaaplesgever. De doorstroomgegevens

zijn in ieder geval zeer positief. Een meerderheid van de Kaapouders is na Kaap verder les gaan volgen. De

meerderheid daarvan is in het reguliere aanbod terecht gekomen. Enkelen zijn les gaan volgen in het

vrijwilligersaanbod NT2.

Page 42: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid
Page 43: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 5

43

5.2 Aanbevelingen

Kaap moet blijven inzetten op een NT2-aanbod in en afgestemd op de school. Dit onderzoek laat zien dat

een gecontextualiseerd aanbod, namelijk een taalaanbod afgestemd op de communicatie met de school,

zijn effect niet mist. De Kaapouders hebben een sterke vooruitgang gemaakt in hun Nederlandstalige

communicatie met de school. Maar ook worden drempels verlaagd naar de school toe, komen Kaapouders

veel meer te weten over de school en neemt hun zelfvertrouwen toe. Dit, door in de Kaapgroep aan de slag

te gaan met materialen van de school, te werken aan relevante talige doelstellingen in de schoolcontext en

contacten te leggen met de school. Anderstalige ouders kunnen tijdens Kaap mee participeren in de school

en in de schoolloopbaan van hun kinderen terwijl ze Nederlands leren. Ze leren Nederlands door te

participeren.

De school doet in het verlengde van Kaap heel wat inspanningen op vlak van de communicatie tussen de

leerkrachten en de Kaapouders. De openheid en de bemoedigende houding van leerkrachten blijkt heel

belangrijk om deze communicatie te vergemakkelijken en om ook de anderstalige ouders meer bij de

school te betrekken. Op vlak van schoolactiviteiten vragen Kaapouders wel nog extra inspanningen. Er kan

in de Kaapscholen nog meer ingezet worden op het expliciet aanspreken van ex-Kaapouders bij deelname

aan activiteiten. Ook het vergroten van hun deelname in de organisatie ervan is een aandachtspunt. Kaap

zorgt ervoor dat er tijdens het Kaapjaar door de Kaapouders extra wordt geparticipeerd en mee wordt

georganiseerd. Maar dat lijkt na Kaap terug te vallen. Scholen zouden werk moeten maken van een

actieplan ‘Wat na Kaap?’ waarbij wordt aangegeven op welke manier ze de Kaapouders ook na Kaap

blijvend kunnen betrekken.

Er zou ook gewerkt kunnen worden met ambassadeurs. Ex-Kaapcursisten worden ambassadeurs die de

brug worden tussen de school en haar anderstalige ouders. Via hen kunnen niet alleen de ex-

Kaapcursisten blijvend intensiever betrokken worden bij het schoolgebeuren. De ambassadeurs kunnen

ook bijdragen tot een vlottere samenwerking en communicatie tussen de school en de anderstalige ouders

in het algemeen. Op die manier kan de school de vruchten plukken van de investering die zowel zij als de

Kaapouders gedurende één jaar Kaap hebben gedaan. Deze ambassadeurs zouden ook met de nodige

aandacht van de school aangezet kunnen worden om deel te nemen aan de oudergroep. Want op het

niveau van participatie op beleidsniveau van de school zijn de ex-Kaapcursisten opvallend afwezig.

Het veel meer samen doen van activiteiten, waar anderstalige ouders niet in de rol van ‘koekjesbakkende

moeders’ blijven, kan ook bijdragen tot meer Nederlandstalige contacten met andere ouders. Kaap blijkt

niet veel bijgedragen te hebben tot een Nederlandstalig netwerk. Nochtans is dit NEDwerk zeer belangrijk

in het licht van verdere taalverwerving van anderstaligen. Ook het mee kunnen participeren in de

oudergroep moet een aandachtspunt zijn. Ook door daar te participeren kunnen zij Nederlandstalige

contacten met andere ouders uitbouwen. Op dit moment vinden de Kaapouders de weg zelden naar de

oudergroepen. Kaap heeft dit niet kunnen veranderen. De oudergroepen zouden hier ook zelf een

actievere rol in kunnen opnemen door ex-Kaapouders of de ambassadeurs expliciet uit te nodigen voor

deelname.

In het meer uitbouwen van een NEDwerk speelt ook de Kaaplesgever een belangrijke rol. Uit de bevraging

van de Kaapouders blijkt dat er tijdens Kaap weinig contacten zijn met andere en Nederlandstalige

ouders. Dit is echter één van de criteria van projectwerk, en projectwerk wordt door veel Kaaplesgevers

georganiseerd. Kaaplesgevers zouden meer moeten kunnen inzetten op activiteiten waarbij ook andere

Page 44: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

HOOFDSTUK 5

44

ouders worden betrokken. Op die manier kan in het Kaapjaar de basis gelegd worden waarop na Kaap

verder kan gebouwd worden. Maar ook na Kaap moet dit dan door de school verder opgenomen worden

zoals hierboven gesteld.

De Kaaplesgever zou ook een rol kunnen opnemen in het betrekken van ex-Kaapcursisten bij een aantal

activiteiten van de Kaapgroep op dat moment. Verschillende scholen hebben al meerder Kaapgroepen

gehad. Wanneer een Kaaplesgever een tweede of derde Kaapgroep op een school heeft, kan zij de

Kaapouders uit de vorige groepen aanspreken voor verschillende activiteiten. De ex-Kaapcursisten

zouden eens langs kunnen komen om kennis te maken en om vragen van de nieuwe Kaapouders te

beantwoorden. Ze zouden ook een actieve rol kunnen krijgen in het projectwerk van de nieuwe

Kaapgroep. Op die manier worden zij niet alleen blijvend actief betrokken bij de school, maar wordt er

voor al deze ouders bijgedragen aan een breder netwerk.

Zoals in de eerste paragraaf gesteld moeten Kaaplesgever blijven inzetten op een gecontextualiseerd

aanbod. Voor de Kaapouders blijkt niet alleen meer taalvaardigheid belangrijk, maar evenzeer begrip van

het schoolse leven en betrokkenheid bij de school en schoolloopbaan van hun kinderen. Door met de

Kaapouders al doende te werken aan een verbetering van de communicatie met de school en door de

school in de Kaapklas binnen te brengen, leggen Kaapouders een hele weg af tijdens het Kaapjaar en

blijken zij ook achteraf voldoende gewapend om te communiceren met en betrokken te zijn bij de school.

De term 'Kaap' verwijst naar het samen met verschillende partners een belangrijke grens of mijlpaal

bereiken, in dit geval een goede communicatie en betrokkenheid tussen school en ouders. Als dit lukt, is

de Kaap gerond. Wanneer school en NT2-lesgevers blijvend en extra kunnen inzetten op wat uit het

onderzoek naar voren is gekomen dan staat Kaap ook voor

Kansrijk in (inter)Actie met Anderstalige Partners.

Page 45: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

45

BRONNEN

Boeraeve, A. & M. Van Rijn (2010), Werken aan ouderbetrokkenheid op school: 7 dimensies als leidraad voor een succesvolle aanpak. In: Welwijs 2010, jrg. 21, nr. 2, p. 23-25.

Centrum voor Taal en Onderwijs (2007), Visietekst Ouders in (inter)Actie, Leuven: Steunpunt GOK. Centrum voor Taal en Onderwijs (2010), Aanzet tot een leerplan School en Ouders, Leuven: (KU Leuven). Cijvat, I. & C. Voskens (2008), Een onderzoek naar de rol van ouders in het primair onderwijs. Deel 1.

Amersfoort: CPS onderwijsontwikkeling en advies. Deboutte, G. (2004), Doet iedereen mee? Participatie als hefboom voor GOK. Ouderbetrokkenheid en

participatie vergroten? Ook in een secundaire school? Een oriënterend kader. http://www.steunpuntgok.be/downloads/conferentie_2004_kadertekst_ouderbetrokkenheid.pdf

Derde rondetafelconferentie NT2. Platformtekst. 15 december 2008. Drijkoningen, J., Frijns, C. & A. Van Beirendonck (2011), Oudervolgsysteem. Taalvaardigheid evalueren

binnen Ouders in (inter)Actie/ Kaap, Antwerpen – Leuven: Algemeen Onderwijsbeleid Antwerpen – Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven).

Ellis, N.C. (2008), The Dynamics of Second Language Emergence: Cycles of Language Use, Language

Change, and Language Acquisition. In: The Modern Language Journal 92, ii, 232-249. Ellis, N.C. & T. Cadierno (2009), Constructing a second language. In: Annual Review of Cognitive Linguistics

7, 111-139. Evers, J. (red.) (2007), Kwalitatief interviewen: kunst én kunde. Den Haag: Uitgeverij LEMMA. Geets, J., Lavreau, F. & C. Steverlynck (2010), Op weg naar een leerbehoeftegericht NT2 aanbod voor de

anderstaligen in Vlaanderen? In: T.O.R.B. Hijlkema, B. (2006), Over oudercontacten in een kleurrijke basisschool. Literatuuronderzoek. In: Onder de

loep, nr. 4. Opbrengsten uit het lectoraat. Lesgeven in de multiculturele school, Utrecht: Hogeschool Utrecht

Leerplan NT2- R1 School en ouders. Secundair volwassenenonderwijs – Studiegebied NT2, Brussel: Vlaams

Ministerie van Onderwijs en Vorming, 2012. Ruyssinck, K. & A. Boeraeve i.s.m. Schoolopbouwwerk Brussel vzw (2007-2008), Kijk wijzer naar ouders.

Een kijkwijzer voor scholen die met ouders willen werken rond onderwijs. Brussel.

Samaey, S., m.m.v. K. Van den Branden & M. Verhelst (2006), Onderzoeksrapport Ouderbetrokkenheid in Nederlandstalige scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs.

Samaey, S & N. Vettenburg (2007), Ontwikkeling van een instrument 'betrokkenheid van ouders bij het

onderwijs', Gent: UGent. Schuurmans, I. & C. Steverlynck (2008), Professioneel geprofileerd? Een rendementsstudie van het NT2-

aanbod binnen CVO met inbegrip van een evaluatie van de opleidingsprofielen, Brussel: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Stad Turnhout, Welzijn – Onderwijs, Ouderbetrokkenheid en leerlingparticipatie.

Van den Branden, K. (2006), Introduction: Task-based language teaching in a nutshell. In: Van den Branden, K. (ed.), Task-Based Language Education: From Theory to Practice, 1-16.

Page 46: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

BRONNEN

46

Van den Branden, K. (2000), Zeven vragen over taakgericht onderwijs (en een poging tot antwoord erop …

In: Vonk, 29, r3, 3-19. Van den Branden, K. & P. Van Avermaet (1995), Taakgericht onderwijs: theoretische uitgangspunten. In:

Von-werkgroep NT2 (eds.), Taakgericht taalonderwijs een onmogelijke taak?, 9-20. Vlaamse Gemeenschap (2009), Decreet betreffende de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager

onderwijs en de engagementsverklaring tussen de school en de ouders in het basis- en secundair onderwijs, Brussel: Belgisch Staatblad.

Page 47: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

47

BIJLAGE – VRAGENLIJST INTERVIEWS

Achtergrondgegevens: Naam Man/vrouw Leeftijd Werkt u? ja: wat doet u? Hoelang werkt u al? Deed u hiervoor andere jobs? Welke? nee: werkt u vroeger? Wat deed u? Bent u naar school geweest? Hoelang? Waar? Hebt u een diploma? Welk? In welke school Kaap gevolgd? In welk jaar Kaap gevolgd? NT2-loopbaan: NT2-traject vóór Kaap - niveau start Kaap – niveau einde Kaap – niveau nu of laatste geregistreerde niveau indien R nu geen les meer volgt Doorstroom: verder les gevolgd? NT2 of andere? Indien geen NT2-les meer gevolgd: Wil je graag nog Nederlandse les volgen? Waarom wel of niet? In welk leerjaar zaten de kinderen op het moment van Kaaples? In welke scho(o)l(en) zaten je kinderen? Zijn de kinderen in de afgelopen jaren van school veranderd?

Page 48: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

BIJLAGE

48

1. Wat vond je goed aan Kaap/ de Nederlandse les op school? 2. Wat heb je daar geleerd?

(enkele mogelijkheden geven als respondent niet op gang komt: ik kan briefjes van de school lezen, met de juf of meester praten, met andere ouders, ik leer over de school van mijn kind, ik durf meer Nederlands te spreken)

A. Ouderbetrokkenheid

A1. Voel je je welkom op de school? Waarom wel of niet? (schoolpersoneel vriendelijk, op elk moment van de dag binnen) A2. Kan je gemakkelijk met de directie praten? Waarom wel of niet? Wanneer en waarover?

(niet alleen openheid van school, maar ook competentie: assertiviteit en capaciteit) A3. Kan je gemakkelijk met de leerkracht(en) praten? Waarom wel of niet? Wanneer en waarover?

(niet alleen openheid van school, maar ook competentie: assertiviteit en capaciteit) A4. Praat je met andere ouders op de school? Waarom wel of niet? Waneer en waarover?

(vaak, met veel ouders?; ook competentie: assertiviteit en capaciteit) Was dit ook al zo voor Kaap? Is er iets veranderd sinds Kaap?

A5. Wat zijn belangrijke zaken die je als ouder moet weten over de school? (wettelijke regelingen: leerplicht, inspraak; organisatie van schoolgebeuren: begin en einde schooljaar, schoolreglement, ouderraad/-comité, leerkracht van je kind, leerplicht, schooluren, schoolpersoneel)

A6. Weet je wat er gebeurt op de school? (activiteiten op school, speeltijd) Hoe kom je dit te weten? Hoe kan je dit te weten komen? (brieven van de school, van het kind zelf, van andere ouders, van de leerkracht) A7. Weet je wat er gebeurt in de klas van je kind? (klasactiviteiten, uitstappen, dagorganisatie) Hoe kom je dit te weten? Hoe kan je dit te weten komen? (idem vorige vraag) A8. Waar kan je terecht met je vragen over de school? (indien CLB niet vermeld wordt, vragen of respondent CLB kent) Wist je deze dingen ook al voor Kaap? Is er iets veranderd na Kaap?

A9.Is er een oudercomité, ouderraad, oudergroep op de school? A10. Ga je hier soms naartoe? A11. Waarom wel of niet? (emotionele: welkom voelen), competentie en rationele) A12. Doe je daar ook voorstellen, zeg je je mening? Over wat bijvoorbeeld? A13. Waarom wel of niet? (emotionele: welkom voelen, competentie en rationele) Deed je dit ook al voor Kaap? Waarom wel of niet? A14. Vind je het belangrijk dat ouders in een ouderraad (oudercomité, oudergroep) aanwezig zijn? Waarom wel of niet?

A15.Praat je op school over je kind? Met wie? (andere ouders, directie, schoolpersoneel)

A16. Waarom doe je dit wel of niet? (zowel competentie: capaciteit en assertiviteit, als openheid van de school en rationele overwegingen)

A17 Indien wel: Doe je dit vaak? Hoe vaak? Deed je dit ook al voor Kaap? Waarom wel of niet? Doe je het nu meer of minder? A18. Vind je dat ouders moeten kunnen praten over hoe het gaat met hun kind zich voelt op school? Waarom wel of niet?

Page 49: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

BIJLAGE

49

A19.Zeg je het aan iemand als je het niet eens bent met wat er op school of in de klas gebeurt? Aan wie? (andere ouders, directie, schoolpersoneel) A20. Waarom doe je dit wel of niet?

(zowel competentie: capaciteit en assertiviteit, als openheid van de school en rationele overwegingen)

A21 Indien wel: Doe je dit vaak? Hoe vaak? Deed je dit ook al voor Kaap? Waarom wel of niet? Doe je het nu meer of minder? A22. Vind je dat ouders hun mening moeten kunnen geven op school? Waarom wel of niet?

A23. Wat kan je allemaal doen om je kind te helpen zodat je kind goed mee kan doen op school? Wat doe jijzelf?

(helpen huiswerk, op tijd naar bed, voor een rustige omgeving zorgen, praten over school, voorlezen en/of spelen met het kind)

A24. Waarom doe je dit wel of niet? (zowel competentie: capaciteit en assertiviteit, als rationele overwegingen) A25. Doe je dit vaak? Hoe vaak? Deed je dit ook al voor Kaap? Waarom wel of niet? Doe je het nu meer of minder? A26. Vind je het belangrijk dat ouders hun kind thuis helpen met school? Waarom wel of niet?

A27. Doe je mee aan activiteiten op de school? Welke? Help je dan mee? Hoe en wanneer? (infomomenten, oudercontact, schoolfeest, openklasdag; ook praktische zaken: mee naar de bib, de zwemles) )

A28. Waarom doe je dit wel? (zowel competentie: capaciteit en assertiviteit, openheid school als rationele

overwegingen) A29. Doe je dit vaak? Hoe vaak? A30. Zijn er activiteiten op de school waar je niet aan meedoet? Welke? A31. Waarom niet? Deed je dit ook al voor Kaap? Waarom wel of niet? Doe je het nu meer of minder? A32. Vind je dat ouders moeten meedoen aan zo'n activiteiten op de school? Waarom wel of niet?

A33. Doe je mee aan activiteiten in de klas? Welke? Help je dan mee? Hoe en wanneer? (ook praktische zaken: mee naar de zwemles, naar de bib)

A34. Waarom doe je dit wel? (zowel competentie: capaciteit en assertiviteit, openheid school, als rationele

overwegingen) A35. Doe je dit vaak? Hoe vaak? A36. Zijn er activiteiten in de klas waar je niet aan meedoet? Welke? A37. Waarom niet? Deed je dit ook al voor Kaap? Waarom wel of niet? Doe je het nu meer of minder? A38. Vind je dat ouders moeten meedoen aan activiteiten in de klas? Waarom wel of niet?

Page 50: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

BIJLAGE

50

B. Taalvaardigheid

Welke zaken heb je in de Kaaples geleerd?

1) Telefoneren naar de school om te zeggen dat je kind ziek is ja nee Kan je dit nu? Ik doe dit in het Nederlands. Dit gaat goed. Ik probeer het zelf in het Nederlands te zeggen. Dit gaat een beetje Ik probeer het in het Nederlands te zeggen, maar vraag hulp van iemand.

Ik telefoneer niet zelf. Iemand anders moet het doen. Je telefoneert in een andere taal

2) Een briefje schrijven aan de juf

Welke? (bvb om te zeggen dat je kind ziek is) ja nee

Kan je dit nu? Ik kan dat goed schrijven Ik kan dat een beetje schrijven. Ik doe het zelf. Ik vraag hulp om het samen te schrijven Ik kan dit niet goed. Iemand anders moet het schrijven. Ik schrijf het in een andere taal

3) De agenda van je kind lezen ja nee Kan je dit nu? Ik begrijp de agenda goed. Ik begrijp het een beetje. Ik lees het zelf. Ik vraag hulp om het samen te lezen Ik kan het niet goed. Iemand anders moet dit doen. Ik vraag aan iemand om het briefje te vertalen.

4) Het rapport van je kind lezen ja nee Kan je dit nu? Ik begrijp goed wat mijn kind goed kan en wat niet. Ik begrijp een beetje wat mijn kind goed kan en wat niet. Ik lees het zelf

Ik begrijp een beetje wat mijn kind goed kan en wat niet. Ik vraag hulp om het samen te lezen. Ik begrijp het niet goed. Iemand anders leest het rapport.

Ik vraag aan iemand om het rapport te vertalen.

5) Vragen stellen over het rapport ja nee Kan je dit nu? Ik vraag dit in het Nederlands. Dit gaat goed. Ik probeer het in het Nederlands te vragen. Dit gaat een beetje Ik probeer het in het Nederlands te vragen, maar ik vraag iemand om mee te helpen. Ik vraag het niet zelf. Iemand anders moet het doen. Ik vraag het in een andere taal.

6) Praten op het oudercontact met de juf ja nee

Page 51: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

BIJLAGE

51

Kan je dit nu? Ik praat goed met de juf in het Nederlands. Ik kan een beetje Nederlands praten met de juf. Ik doe dit alleen.

Ik kan een beetje Nederlands praten met de juf, maar ik vraag iemand om mij te helpen.

Ik praat niet zelf met de juf. Iemand anders antwoordt in mijn plaats. Ik praat in een andere taal.

7) Zelf vragen stellen op het oudercontact ja nee Kan je dit nu? Ik vraag dit in het Nederlands. Dit gaat goed. Ik probeer het in het Nederlands te vragen. Dit gaat een beetje Ik probeer het in het Nederlands te vragen, maar ik vraag iemand om mee te helpen. Ik vraag het niet zelf. Iemand anders moet het doen. Ik vraag het in een andere taal.

8) Praten met andere ouders op de school Waarover?(bvb hoe het gaat met je kind, wat je (niet) goed vindt op school)

ja nee

Kan je dit nu? Ik kan goed praten met de andere mama. Ik kan een beetje Nederlands praten met de andere mama. Ik doe het zelf. Ik kan een beetje Nederlands praten met de andere mama, maar ik heb hulp nodig. Ik praat niet zelf met de andere mama. Iemand anders antwoordt in mijn plaats. Ik praat in een andere taal met de andere mama.

9) Brieven lezen van de school Welke brieven? (bvb iets meebrengen, op uitstap)

ja nee

Kan je dit nu? Ik begrijp het briefje goed. Ik begrijp het een beetje. Ik lees het zelf. Ik vraag hulp om het samen te lezen Ik kan het niet goed. Iemand anders moet dit doen. Ik vraag aan iemand om het briefje te vertalen.

10) Een formulier invullen ja nee Kan je dit nu? Ik kan dit goed.

Ik kan dit een beetje. Ik doe het zelf. Ik vraag hulp om het samen te doen Ik kan het niet goed. Iemand anders moet dit doen

Ik vraag aan iemand om het briefje te vertalen.

11) Praten met de juf over hoe het gaat met je kind ja nee Kan je dit nu? Ik vraag dit in het Nederlands. Dit gaat goed.

Page 52: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid

BIJLAGE

52

Ik probeer het in het Nederlands te vragen. Dit gaat een beetje Ik probeer het in het Nederlands te vragen, maar ik vraag iemand om mee te helpen. Ik vraag het niet zelf. Iemand anders moet het doen. Ik vraag het in een andere taal.

12) Over de regels van de school (het schoolreglement) ja nee Kan je dit nu? Ik begrijp dit goed of ik stel er vragen over in het Nederlands Ik begrijp het een beetje of probeer er vragen over te stellen in het Nederlands Ik vraag hulp om alles te begrijpen of ik vraag iemand om mij te helpen dit te vragen Ik begrijp het niet goed. Iemand anders vertelt mij dit. Ik vraag aan iemand om dit te vertalen of ik stel vragen in een andere taal.

13) Meehelpen op het schoolfeest, een opendeurdag, …? (vragen stellen om mee te helpen, mensen uitnodigen, praten met andere mama’s))

ja nee

Doe je dit nu? Ik praat in het Nederlands, of stel vragen in het Nederlands. Dit gaat goed. Ik kan een beetje Nederlands praten, of ik probeer vragen te stellen in het Nederlands. Dit gaat een beetje. Ik vraag hulp om in het Nederlands te praten of vragen te stellen. Ik kan het niet goed. Iemand anders moet dit doen. Ik praat of stel vragen in een andere taal.

Page 53: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid
Page 54: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid
Page 55: Zij kwamen van verre en rondden de Kaap · 2019. 3. 18. · 1.2 Taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid 1.2.1 Taalvaardigheid Een eerste doelstelling van Kaap is de taalvaardigheid