Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag...

54
Deze pdf is gepubliceerd op 17-07-2019 om 17:29. Bekijk de meest actuele versie op https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/zelfmanagement/preview Autorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016 Generieke module Zelfmanagement

Transcript of Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag...

Page 1: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Deze pdf is gepubliceerd op 17-07-2019 om 17:29. Bekijk de meest actuele versie ophttps://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/zelfmanagement/preview

Autorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

Generieke module

Zelfmanagement

Page 2: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

2

5

5

5

5

6

7

8

8

8

8

8

9

9

10

10

10

10

11

11

13

13

13

13

13

14

14

14

14

15

15

15

15

16

17

17

17

InhoudsopgaveInhoudsopgave

1. Samenvatting

1.1 Samenvattingskaart

1.1.1 Het onderwerp van de module

1.1.2 Patiëntenperspectief

1.1.3 Kernelementen van goede zorg

1.1.4 Organisatie van zorg

2. Inleiding

2.1 Algemeen

2.1.1 Generieke modules

2.1.2 Ondersteunen van zelfmanagement

2.2 Zelfmanagement

2.3 Doelstelling

2.4 Doelgroepen

2.5 Uitgangspunten

2.5.1 Algemeen

2.5.2 Uitgangspunten bij deze module

2.5.3 Methodologie

2.6 Deze standaard staat in het Register

2.6.1 Opname in het Register per 9 juli 2019

3. Patiëntenperspectief

3.1 Inleiding

3.1.1 Inleiding

3.1.2 Basisset Kwaliteitscriteria GGz

3.1.3 Doel van de zorg

3.2 Wensen en ervaringen van patiënten

3.2.1 Regie over de zorg

3.2.2 Effectieve zorg

3.2.3 Informatie, voorlichting en educatie

3.2.4 Emotionele ondersteuning, empathie en respect

3.2.5 Patiëntgerichte omgeving

3.2.6 Veilige zorg

3.2.7 Transparante kwaliteit van zorg

3.3 Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief

4. Zorg rondom zelfmanagement

4.1 Inleiding

4.1.1 Effectiviteit van zelfmanagement

Generieke module Zelfmanagement

2Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 3: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

17

18

19

20

20

21

21

21

21

22

22

22

22

23

23

24

24

25

26

27

27

28

29

29

29

30

30

30

31

31

31

31

31

32

33

34

34

35

35

36

4.1.2 Strategieën of onderdelen van zelfmanagement

4.1.3 Belangrijk om te weten over effectiviteit

4.1.4 Visie

4.1.5 Attitude hulpverlener

4.1.6 Gericht zijn op zelfoplossend vermogen van mensen met psychische klachten

4.1.7 Verder kijken dan de aandoening

4.1.8 Streven naar een gelijkwaardige relatie

4.1.9 Tip van ervaringsdeskundigen

4.1.10 Present zijn

4.1.11 Bedacht zijn op verwaarlozing

4.1.12 Coachende houding

4.1.13 Positieve benadering

4.2 Vroege onderkenning en preventie

4.3 Diagnostiek

4.4 Behandeling, begeleiding en terugvalpreventie

4.4.1 Voorbeelden van zelfhulpinstrumenten voor patiënten

4.4.2 Hulpmiddelen genoemd in de focusgroep

4.4.3 Hulpverleningsmethodieken

4.4.4 Technieken en benaderingen voor gespreksvoering

4.4.5 Terugvalpreventie

4.5 Monitoring

4.6 Herstel, participatie en re-integratie

5. Organisatie van zorg

5.1 Inleiding

5.2 Betrokken zorgverleners

5.3 Samenwerking

5.3.1 Coördinatie en informatie-uitwisseling

5.4 Competenties

5.4.1 Visie

5.4.2 Attitude

5.4.3 Kennis en vaardigheden

5.4.4 Communicatievaardigheden bij ondersteuning van zelfmanagement

5.4.5 Samenwerking

5.4.6 Coachende vaardigheden

5.4.7 Inschatten vaardigheden van patiënt

5.4.8 Aandacht voor de omgeving

5.4.9 Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden

5.4.10 Kennis van het zelfzorgaanbod

5.5 Kwaliteitsbeleid

5.5.1 Handvatten

Generieke module Zelfmanagement

3Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 4: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

36

36

36

37

37

37

37

39

39

39

39

40

40

41

41

42

43

43

43

44

44

45

46

47

47

48

49

49

50

50

50

50

50

51

51

52

53

5.6 Kosteneffectiviteit en doelmatige zorg

5.6.1 ICT en eHealth

5.6.2 Contactmomenten en contactmogelijkheden

5.6.3 Toegang tot zelfhulpinstrumenten als ondersteuning bij zelfmanagement

5.7 Financiering

5.7.1 Algemeen

5.7.2 Financiering zelfmanagement

6. Kwaliteitsindicatoren

6.1 Algemeen

6.2 Specifiek

6.2.1 Uitkomstmaat 1. Ervaren kracht van patiënten

6.2.2 Uitkomstmaat 2. Zelfmanagementniveau van patiënten

6.2.3 Uitkomstmaat 3. Zelfredzaamheid van patiënten

7. Implementatieplan

7.1 Kwaliteitsstandaarden

7.2 Gebruik van kwaliteitsstandaarden

7.2.1 Monitoring van de implementatie

7.3 Bestaande praktijk en vernieuwingen

7.4 Bestaande afspraken

7.5 Algemene implementatie thema's

7.5.1 Bewustwording en kennisdeling

7.5.2 Samenwerking

7.5.3 Capaciteit

7.5.4 Behandelaanbod

7.5.5 Financiering

7.5.6 ICT

7.6 Specifieke implementatie thema's

7.6.1 Bewustwording en kennisdeling

7.6.2 Samenwerking

7.6.3 Capaciteit

7.6.4 Behandelaanbod

7.6.5 Financiering

7.6.6 ICT

8. Achtergronddocumenten

8.1 Uitgangsvragen generieke module zelfmanagement

8.2 Online bronnen

8.3 Samenstelling werkgroep

Generieke module Zelfmanagement

4Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 5: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

1. SamenvattingAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

1.1 SamenvattingskaartVan deze generieke module kunt u hier de samenvattingskaart downloaden. Deze behandelt devolgende onderwerpen:

1. Het onderwerp van de module2. Patiëntenperspectief3. Kernelementen van goede zorg4. Organisatie van zorg

1.1.1 Het onderwerp van de module

Zelfmanagement is het beslissen en handelen van een individu op basis van persoonlijke keuzes omde gevolgen van een aandoening op het leven te reguleren. Het omvat zelfzorg, zelfhulp en zelfregie.Waar wenselijk gebeurt dit in samenwerking met naasten en met ondersteuning van professionals.

Zelfmanagement bestaat uit acties en vaardigheden van de patiënt gericht op:

Omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening.Omgaan met factoren die de symptomen kunnen verergeren (risicofactoren).Werken aan leefstijlveranderingen.Keuzes maken (zowel in het alledaagse leven als in het zorg-, behandel- en

ondersteuningsaanbod).Werken aan symptomatisch, functioneel, persoonlijk en maatschappelijk herstel.Zo veel mogelijk de verantwoordelijkheid dragen, zowel in de behandeling als in het leven met een

aandoening.Regie voeren over het eigen leven.

Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij hetalleen moet doen. Het is van groot belang dat de hulpverlener de patiënt een veilige, steunendeomgeving biedt. Dit is de basisvoorwaarde om samen toe te werken naar meer zelfmanagement.

Houd daarnaast altijd rekening met drie andere voorwaarden:

1. De patiënt is gemotiveerd: ziet hij het belang van zelfmanagement in en wil hij het ook écht?2. De patiënt is ertoe in staat: wat kan de patiënt?3. Kan de juiste ondersteuning geboden worden?

1.1.2 Patiëntenperspectief

Het perspectief van de patiënt is het uitgangspunt van zelfmanagement. Bij de zorg is de mening van

Generieke module Zelfmanagement

5Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 6: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

de patiënt leidend voor de aanpak voor de problematiek. Daarbij moeten patiënten zelf zo veelmogelijk eigen keuzes kunnen maken en verantwoordelijkheid kunnen nemen.

1.1.3 Kernelementen van goede zorg

Inhoud van de ondersteuning

Ondersteun de patiënt bij het aanleren van zelfmanagementstrategieën.Gebruik gesprekstechnieken die het vergroten van het zelfmanagement van de patiënt

ondersteunen. Bijvoorbeeld motiverende gespreksvoering of oplossingsgerichte therapie.Ondersteun de patiënt in het contact maken met anderen, in de mate die aansluit bij zijn wensen en

behoeften.Wijs de patiënt op de mogelijke voordelen van contact met lotgenoten en ervaringsdeskundigen.Ondersteun de patiënt bij het zo veel mogelijk leren leiden van een ‘normaal leven’.Besteed aandacht aan levensdoelen en zingeving.Besteed aandacht aan de emotionele impact van de aandoening, in eerste instantie steunend,

maar in tweede instantie ook gericht op zelfmanagement van emoties.Spreek de patiënt aan op zijn sterke kanten en kwaliteiten.Help de patiënt succeservaringen opdoen en te ontdekken wat hem zelfvertrouwen geeft.

Attitude

Kijk verder dan de aandoening.Richt u op (versterking van) het zelfoplossend vermogen van patiënten, hun veerkracht en het

vermogen om regie te voeren.Hanteer een positieve benadering. Richt u eerder op wat de patiënt (al) wel kan dan op wat hij niet

kan.Streef naar samenwerking en gezamenlijke besluitvorming.Luister écht naar wat de patiënt wil of vraagt en controleer of hij de patiënt goed begrepen heeft.Schat samen met de patiënt en diens naaste(n) in welke mate van zelfregie mogelijk en wenselijk

is.Blijf altijd onderzoeken wat iemands mogelijkheden, onmogelijkheden en motivatie zijn. Laat

interventies daar zo flexibel mogelijk bij aansluiten.Onderzoek over welke levensgebieden de patiënt zelf de regie wil voeren en over welke (nog) niet.Betrek en erken naasten als essentiële hulpbronnen, rekening houdend met de (on)mogelijkheden

binnen families of relaties (met toestemming van de patiënt).Heb oog voor de draagkracht en draaglast van de naasten en wees u ervan bewust dat naasten

ook ondersteuning bij zelfmanagement nodig kunnen hebben.

Kennis en vaardigheden

Wees u bewust van de kennis en vaardigheden waarover u moet beschikken om patiënten teondersteunen bij zelfmanagement. Volg zo nodig scholing.

Maak gebruik van zelfregie- en zelfmanagementinstrumenten die (online) beschikbaar zijn en wijspatiënten en hun naasten op het bestaan ervan.

Vroege onderkenning en preventie

Generieke module Zelfmanagement

6Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 7: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

In deze fase is de hulpverlening veelal nog niet in beeld. Voor patiënten en hun naasten kunnen indeze fase eHealth-instrumenten van belang zijn.

(Online) gezondheidsinformatie die een patiënt zelf kan raadplegen, kan hem mogelijk doen inziendat hij (vroegtijdig) hulp kan/moet zoeken.

Diagnostiek

Spreek de patiënt aan op zijn sterke kanten en kwaliteiten, en besteed daarnaast aandacht aan watlast geeft.

Formuleer samen met de patiënt de diagnose. Hier kunnen de vier vragen voor een ‘persoonlijkediagnose’ gesteld worden:

- Wat is er met je gebeurd?

- Wat is je kwetsbaarheid en weerbaarheid?

- Wat wil je bereiken?

- Wat heb je nodig?

Behandeling en begeleiding

Heb aandacht voor het omgaan met de aandoening en eventuele aanpassingen in de levensstijl.Bespreek vóór de afronding van een behandeling het herkennen van vroege signalen en wat te

doen als de klachten verergeren.Zet met de patiënt een crisisplan of terugvalpreventieplan op papier.

Monitoring

Heb bij het monitoren van het verloop van de aandoening altijd oog voor zelfmanagement.

Herstel, participatie en re-integratie

Stel de beoogde kwaliteit van leven zoals geformuleerd door de patiënt centraal.

1.1.4 Organisatie van zorg

Hulpverleners krijgen relevante scholing op het gebied van de ondersteuning van zelfmanagement.Contactmogelijkheden zijn waar mogelijk flexibel, bijvoorbeeld door het inzetten van blended care.Effectieve interventies gericht op het vergroten van zelfmanagement zouden beschikbaar moeten

worden gemaakt voor patiënten en professionals en eventuele scholing hiervoor mogelijk gemaakt.De zorgorganisatie handelt proactief op het gebied van ICT-toepassingen en nieuwe technologieën

en geeft de patiënten hiertoe waar mogelijk toegang.De zorgorganisatie moet binnen teams en in de zorgketen de afstemming, samenwerking en

informatie-uitwisseling faciliteren, bijvoorbeeld rond het ontwikkelen van een gezamenlijke visie.

Generieke module Zelfmanagement

7Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 8: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

2. InleidingAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

2.1 Algemeen

2.1.1 Generieke modules

Een generieke module beschrijft op hoofdlijnen waaraan goede zorg op het gebied van een bepaaldonderwerp dat relevant is voor meerdere aandoeningen, zorginhoudelijk, procesmatig en relationeel(minimaal) moet voldoen. De generieke module zelfmanagement is één van de 24 modules dieontwikkeld wordt met financiering van het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz. Deze module sluit aanop alle zorgstandaarden die in dit kader voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) ontwikkeld zijn enworden.

2.1.2 Ondersteunen van zelfmanagement

Het ondersteunen van zelfmanagement verdient aandacht in elke hulpverleningsrelatie met mensenmet psychische problematiek en in elke fase van het zorgproces. Deze module beschrijft waaraanzelfmanagementondersteuning voor mensen met psychische klachten en hun naasten moet voldoen.Deze module biedt voldoende ruimte voor flexibiliteit en individuele, persoonsgerichte benaderingvan mensen met psychische klachten en geeft de maatstaf voor het (minimaal) vereiste niveau vankwaliteit van hulpverlening.

2.2 ZelfmanagementZelfmanagement sluit aan op het concept van gezondheid als het vermogen om je aan te passen enje eigen regie te voeren in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven.

Bron: Huber, 2014.

.

Het gaat niet om het bereiken of handhaven van een ideale toestand, maar om een herstel vanvitaliteit, functioneren en participeren van mensen. Het concept zelfmanagement benadrukt dedynamiek, de kracht en de regie van mensen.

Zelfmanagement wordt gedefinieerd als acties en vaardigheden gericht op:

Het zelf omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening.Het zelf omgaan met factoren die de symptomen kunnen verergeren (risicofactoren).

Generieke module Zelfmanagement

8Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 9: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Het zelf werken aan leefstijlveranderingen.Het zelf keuzes maken zowel in het alledaagse leven als in het zorg-, behandel- en

ondersteuningsaanbod.Het zelf werken aan symptomatisch, functioneel, persoonlijk en maatschappelijk herstel.Het zelf zo veel mogelijk de verantwoordelijkheid dragen zowel in de behandeling als in het leven

met een aandoening.De regie voeren over het eigen leven; regie over het leven dat iemand wil hebben of krijgen.

Zelfmanagement kan men dan ook zien als het beslissen en handelen van een individu op basis vanpersoonlijke keuzes om de effecten en gevolgen van een aandoening op het leven van het individu tereguleren. Zelfmanagement omvat zelfzorg, zelfhulp en zelfregie. Waar wenselijk gebeurt dit insamenwerking met naasten met ondersteuning van professionals.

Zelfmanagement mag overigens niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hijhet alleen moet doen. Het blijft van groot belang dat de hulpverlener de patiënt een veilige,steunende omgeving biedt. Kenmerkend is dat juist vanuit de veilige, ondersteunende relatie tussenpatiënt en hulpverlener wordt samengewerkt aan meer zelfmanagement.

De hulpverlener dient daarbij altijd rekening te houden met de drie voorwaarden voorzelfmanagement:

1. De patiënt is gemotiveerd: ziet hij het belang ervan in en wil hij het ook écht?2. De patiënt is ertoe in staat: wat kan de patiënt?3. De randvoorwaarden zijn aanwezig: kan de juiste ondersteuning geboden worden?

Zie voor meer informatie en andere definities van zelfmanagement hoofdstuk 2 van deOnderbouwing Generieke module zelfmanagement.

2.3 DoelstellingDe module vormt een leidraad voor de praktijkvoering van alle hulpverleners (ggz-professionals) diebetrokken zijn bij de zorg, behandeling en ondersteuning van mensen met psychische problemen.Deze module legt de nadruk op wat hulpverleners kunnen toepassen om zelfmanagement van hunpatiënten optimaal te ondersteunen en te komen tot een goede samenwerkingsrelatie.

2.4 DoelgroepenDe module zelfmanagement is bedoeld voor alle hulpverleners die werken in de ggz. Dezehulpverleners werken in alle echelons van de ggz: de huisartsenzorg (huisarts en POH-GGZ), degeneralistische basisggz en de gespecialiseerde ggz. De module beoogt (ondersteuning van) hetzelfmanagement voor alle mensen met psychische klachten die gebruikmaken van de ggz en hunnaasten te stimuleren. Er wordt nauwelijks een onderscheid gemaakt naar patiëntengroepen, hoewelzelfmanagement mogelijk relevanter is voor mensen met chronische of recidiverende aandoeningen.Voor alle hulpverleners is het van belang kennis te hebben van zelfmanagement-strategieën diezinvol kunnen zijn bij verschillende aandoeningen.

De patiëntenversie op Thuisarts is nadrukkelijk bedoeld voor patiënten en hun naasten. Er staat in

Generieke module Zelfmanagement

9Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 10: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

wat zij mogen verwachten van de hulpverleners op het gebied van zelfmanagementondersteuning enwat zij zelf in dit kader kunnen ondernemen.

2.5 Uitgangspunten

2.5.1 Algemeen

Een generieke module beschrijft vanuit het perspectief van patiënten en naasten wat onder goedprofessional handelen (goede zorg) wordt verstaan. De meest actuele kennis vormt het uitgangspunt.Het gaat over kennis gebaseerd op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, praktijkkennis ende voorkeuren van patiënten en naasten. De beschreven zorg in de standaarden zijn geen wetten ofvoorschriften, maar bieden handvatten voor de professional om matched care en gepersonaliseerdezorg te kunnen leveren.

Het werken volgens de kwaliteitsstandaard is geen doel op zich. De combinatie van factoren die totziekte hebben geleid en de sociale context waarin de aandoening zich voordoet zijn voor iederepatiënt uniek. Daarnaast heeft iedere patiënt unieke behoeften om regie te voeren over zijn of haarherstel en leven. Zorgprofessionals ondersteunen dit proces vanuit hun specifieke expertise en dekennis die een kwaliteitsstandaard hen biedt. De kwaliteit van een professional kenmerkt zich wellichtmeer door de wijze waarop hij of zij in staat is in de juiste gevallen en op het juiste moment (goedbeargumenteerd) van een standaard af te wijken. Mede op basis van de kwaliteitsstandaard bepalende patiënt (en diens naasten) en de professional, ieder met hun eigen expertise, samen wat degewenste uitkomsten van zorg zijn en welke behandel- en ondersteuningsopties daarbij passend zijn.

Het is voor een succesvolle implementatie van de standaard belangrijk om aandacht te hebben voorde mogelijke benodigde veranderingen in het zorgveld die de standaard met zich meebrengt.Voorbeelden zijn mogelijke effecten op de beschikbare capaciteit van zorgverleners,budgetvraagstukken of ict-aanpassingen. Soms is niet elk onderdeel van deze standaard per directuitvoerbaar. Bij deze standaard zijn een implementatieplan en de rapportage uitvoerbaarheidstoetsopgeleverd. Deze bieden inzicht in hoeverre de standaard uitvoerbaar is. In de komende periodeworden de stappen voor implementatie nader uitgewerkt.

2.5.2 Uitgangspunten bij deze module

De inhoud van de module is gebaseerd op goede voorbeelden, kennis uit de praktijk, richtlijnen,kwaliteitsstandaarden, bestaande literatuur en wetenschappelijk onderzoek. In deze module wordtervan uitgegaan dat zelfmanagement ‘goed en nastrevenswaardig’ is en de module is in die zinnormerend.

Voor de ontwikkeling van deze module is een multidisciplinaire werkgroep samengesteld uitafgevaardigden van verschillende beroepsgroepen en cliënten- en familieorganisaties. Naast dewerkgroep is een adviesgroep geconsulteerd (zie colofon).

2.5.3 Methodologie

Als eerste stap zijn door de projectgroep (projectleider Mind Landelijk Platform Psychischegezondheid, uitvoerder Trimbos-instituut en de voorzitter van de werkgroep) en door de werkgroep

Generieke module Zelfmanagement

10Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 11: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

uitgangsvragen geformuleerd die leidend zijn voor de inhoud van de module. De OnderbouwingGenerieke module zelfmanagement, en in tweede instantie deze module, is tot stand gekomen opgrond van een systematische zoekstrategie in Medline (Pubmed) en PsychInfo door eeninformatiespecialist en een reviewer (Trimbos-instituut) rond de uitgangsvraag:

Wat is de effectiviteit van zelfmanagement voor mensen die ondersteuning, zorg en/of behandelingontvangen van de ggz? Zie Zorg rondom zelfmanagement.

Daarnaast is een deskresearch gedaan in de grijze literatuur over zelfmanagement. Het gevondenmateriaal betreft niet-systematische reviews, niet peer-reviewed materiaal, beleidsstukken,stappenplannen, websites, handleidingen en artikelen. Ook de werkgroepleden droegen literatuuraan. De Google-search is gedaan rond de uitgangsvragen:

Welke visie(s) op zelfmanagement is/zijn relevant om zelfmanagement mogelijkheden samen metde patiënt te onderzoeken? Zie Zorg rondom zelfmanagement.

Over welke kennis dient een hulpverlener te beschikken om zelfmanagement mogelijkheden samenmet de patiënt te onderzoeken? Zie Zorg rondom zelfmanagement.

Welke attitude van de hulpverlener is relevant om zelfmanagement mogelijkheden samen met depatiënt te onderzoeken? Zie Zorg rondom zelfmanagement.

Over welke vaardigheden dient een hulpverlener te beschikken om zelfmanagement mogelijkhedensamen met de patiënt te onderzoeken? Zie Zorg rondom zelfmanagement.

Aan welke randvoorwaarden dient de zorgorganisatie te voldoen omzelfmanagementmogelijkheden van de patiënt te optimaliseren? Zie Organisatie van zorg rondomzelfmanagement.

De mening van patiënten- en familievertegenwoordigers is gevraagd tijdens een focusgroep aan dehand van de vraag: Welke informatie hebben patiënten en familie/naasten nodig omzelfmanagementvaardigheden (verder) te ontwikkelen? Zie Perspectief van patiënten en naasten.

Naast de uitgangsvragen is een aantal subvragen geformuleerd, onder andere over de positie vannaasten, de beschikbare instrumenten en het onderscheiden van patiëntengroepen (zieachtergronddocument Uitgangsvragen generieke module zelfmanagement ). Waar mogelijk enrelevant wordt aandacht besteed aan de beantwoording van deze subvragen.

Op basis van de literatuur, de gevonden documenten tijdens de Google-search en de focusgroepmet patiënten en familie, is in samenwerking met de werkgroep de onderbouwing geschreven.Vervolgens zijn de teksten uit de Onderbouwing generieke module Zelfmanagement ingevoegd in hetModel ggz Generieke module (versie 1.0, mei 2015) van het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz.

2.6 Deze standaard staat in het Register

2.6.1 Opname in het Register per 9 juli 2019

Op 9 juli 2019 is deze kwaliteitsstandaard opgenomen in het Register van het ZorginstituutNederland. Dit is de centrale plek voor informatie over kwaliteit van zorg in Nederland. Het Registervind je op www.zorginzicht.nl.

Het Register bevat alle kwaliteitsstandaarden, meetinstrumenten en informatie-standaarden die

Generieke module Zelfmanagement

11Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 12: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

voldoen aan het Toetsingskader. Dit kader toetst of een kwaliteitsstandaard kan worden aangemerktals een verantwoorde beschrijving van de kwaliteit van een zorgproces of een verantwoord middelom te meten of goede zorg is geleverd.

Generieke module Zelfmanagement

12Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 13: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

3. PatiëntenperspectiefAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

3.1 Inleiding

3.1.1 Inleiding

Doordat de module in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van patiënten en familieontwikkeld is, is het perspectief van patiënt en naasten goed ingebed in de aanbevelingen enuitwerking. Toch worden in Patiëntenperspectief Wensen en ervaringen van patiënten (beknopt)expliciet benoemd. De Onderbouwing generieke module Zelfmanagement geeft meer informatie.

3.1.2 Basisset Kwaliteitscriteria GGz

In mei 2015 stelden de lidorganisaties van Mind Landelijk Platform Psychische gezondheid (voorheenLPGGz) de Basisset Kwaliteitscriteria GGz vast. Deze set criteria vormt een belangrijke bron voordeze module en beschrijft wat mensen met psychische klachten en hun naasten belangrijk vinden alshet gaat om kwaliteit van zorg. Vanuit hun perspectief wordt benadrukt dat gezondheid in wezen gaatover veerkracht en vitaliteit. Een mens met psychische klachten wil zijn leven kunnen leiden, binnende grenzen van zijn mogelijkheden en ondanks ziekten en zorgen. Het gaat om persoonlijke wensenen keuzes over doelen in het leven. Zorg gericht op herstel van gezondheid stelt de wensen en debehoeften van het individu centraal en richt de focus op zelfmanagement en zelfredzaamheid. Het iszorg op basis van de menselijke maat met als motto: zie de mens, niet het etiket.

3.1.3 Doel van de zorg

Het doel van de zorg is het bevorderen, behouden en herstellen van de gezondheid van mensen metpsychische klachten. Mensen zoeken hulp bij psychische problemen omdat ze zich zorgen makenover hun gezondheid of zich belemmerd voelen in hun functioneren. Gezondheid is hier geen statischconcept van optimaal welbevinden zonder ziekten of gebreken, maar een dynamisch vermogen om jeaan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingenvan het leven.

Bron: Huber, 2014.

Het gaat om het functioneren van de mens met psychische klachten in zijn context. Niemand isperfect, iedereen moet leven met zijn (on)mogelijkheden, kwetsbaarheden en weerbaarheden enomgaan met de stressoren in het leven.

Generieke module Zelfmanagement

13Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 14: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

3.2 Wensen en ervaringen van patiëntenDe focusgroep met patiënten- en naastenvertegenwoordigers leverde de volgende wensen enervaringen op.

3.2.1 Regie over de zorg

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

De patiënt meer eigen verantwoordelijkheid durven te geven (bijv. bij medicatie) dan dat tot nu toegebruikelijk is.

Aan de patiënt duidelijk maken dat zijn eigen mening leidend is voor de aanpak van deproblematiek.

Aan de patiënten vragen stellen als: Wat wil jij?, Wat zijn jouw hobby’s en interesses? en Waarwordt/werd jij blij van? Zulke vragen werken versterkend. En als patiënt niet meteen een antwoordheeft, kan hij daar thuis rustig over nadenken en later op terugkomen. Want iedereen kan wel iets.

Zich als coach/adviseur opstellen.Blijven wijzen op het feit dat de patiënt de regie heeft, de dirigent is, zijn eigen instrument is en dat

de patiënt zelf dient te denken en te bédenken wat hij wil en kan.Het zelfinzicht van de patiënt stimuleren zodat zelfmanagement eenvoudiger wordt.Praktische vragen terugleggen bij de patiënt en spiegelen en reflecteren: Hoe zou jij dat doen, wat

is volgens jou de beste oplossing?Patiënten ondersteunen bij het in contact komen/zijn met zichzelf en hun dromen.

3.2.2 Effectieve zorg

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

Goed de ontwikkeling van de patiënt volgen.Goed luisteren naar de patiënt, écht horen wat de patiënt wilt of vraagt en controleren of ze de

patiënt goed begrepen hebben. Het gaat om zorg op maat en advies op maat. De mening van depatiënt is leidend voor de aanpak van de problematiek.

Een patiënt helpen om zijn hulpvraag zo concreet mogelijk te formuleren.Flexibiliteit kunnen bieden in het zorgaanbod. Bijvoorbeeld: ´Eigen kracht conferenties´ ’s avonds of

in het weekend kunnen houden, meer mogelijkheden binnen het ´Bed op recept´-aanbod. Patiëntenen naasten dienen echter wel rekening te houden met kosten die hieraan verbonden zijn.

3.2.3 Informatie, voorlichting en educatie

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

Wijzen op (of verwijzen naar) de regionale cliëntenorganisatie in de buurt, lotgenotencontact,rolmodellen en zelfregieversterkende trainingen.

Ervaringsdeskundigen inzetten als rolmodel, en patiënten in contact brengen met desuccesverhalen van ervaringsdeskundigen waardoor zij zich bewust worden van de mogelijkheden.Dit zal hoop geven.

Patiënten zelf laten bepalen of zij hun diagnose willen weten, ook in verband met eventuele

Generieke module Zelfmanagement

14Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 15: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

(zelf)stigmatisering.Patiënten ondersteunen bij de bewustwording dat herstel gepaard kan gaan met tegenslagen.Patiënten ondersteunen bij de bewustwording dat herstel tijd nodig heeft en langer kan duren dan

de patiënt verwacht/wil.Patiënten erop wijzen dat ze op zoek kunnen gaan naar ‘het besef van eigen kracht’.Tijdens hun studie al contact hebben met ervaringsdeskundigen.

3.2.4 Emotionele ondersteuning, empathie en respect

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

De patiënt en zijn wensen serieus nemen.Patiënten eerst voldoende tijd en aandacht laten besteden aan het onderkennen of accepteren van

het hebben van een psychisch probleem, alvorens te proberen te veranderen of verbeteren.Patiënten uitdagen zichzelf en/of hun omgeving te bewijzen dat ze het wél zelf kunnen.

Zich bewust zijn dat stigmatisering een grote rol speelt. Zelfstigma kan belemmerend werken.

3.2.5 Patiëntgerichte omgeving

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

In overleg met de patiënt het netwerk betrekken; om de leden van het netwerk te ondersteunenmaar ook om met hen te kijken naar de kansen en mogelijkheden bij het begeleiden als naasten ofdirecte omgeving.

3.2.6 Veilige zorg

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

Naar patiënten helder zijn dat het hem vrij staat om te vragen om een andere behandelaar. Als de‘klik’ ontbreekt of uit een tussentijdse evaluatie blijkt dat de voortgang te wensen over laat, zijn datgegronde redenen om van hulpverlener te veranderen.

3.2.7 Transparante kwaliteit van zorg

Patiënten- en naastenvertegenwoordigers vinden het belangrijk dat de hulpverleners:

Regelmatig evalueren aan de hand van de volgende vragen: Vind jij dat voldoende vooruitgangwordt geboekt?, Komen wij samen nog verder? en Is ons contact helpend voor jou? En als dat niethet geval is: Wat zijn de consequenties hiervan voor het behandelcontact?

Voldoende voorinformatie verstrekken: alle informatie over de behandeling en behandelaar dienuttig is voor een patiënt voordat de behandeling begint.

Patiënten duidelijk maken wat ze van wie kunnen verwachten: Voor medicatie ga je naar de enehulpverlener, voor coaching van je zelfmanagement naar een andere. Zo kunnen patiënten ook inhun directe omgeving bepalen wat ze aan wie willen vragen. Hierbij kan de ervaringsdeskundige eenrol hebben als rolmodel of adviseur.

De tijd nemen voor het stellen van een diagnose en deze, indien gewenst, overleggen met de

Generieke module Zelfmanagement

15Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 16: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

patiënt.

3.3 Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectiefDe belangrijkste wensen van de patiënten- en naastenvertegenwoordigers zijn samengevat in detabel hieronder.

Generieke module Zelfmanagement

16Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 17: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

4. Zorg rondom zelfmanagementAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

4.1 InleidingZorg rondom zelfmanagement beschrijft wat van belang is bij zelfmanagementondersteuning om depraktijkvoering van ggz-hulpverleners bij de zorg, behandeling en ondersteuning van mensen metpsychische problemen te ondersteunen. De nadruk ligt op wat hulpverleners kunnen doen omzelfmanagement van mensen met psychische klachten optimaal te ondersteunen. Gestart wordt meteen weergave van werkzame zelfmanagementstrategieën en ervaringen met zelfmanagement uit hetliteratuuronderzoek: de effectiviteit van zelfmanagement. Dan wordt ingegaan op elementen die vantoepassing zijn op het gehele zorgproces, namelijk de visie, attitude, en kennis en vaardigheden.Vervolgens wordt per zorgfase aangegeven wat voor hulpverleners aanvullend van belang is rondomhet thema zelfmanagement.

4.1.1 Effectiviteit van zelfmanagement

Uit literatuuronderzoek rond de vraag wat is de effectiviteit van zelfmanagement voor mensen dieondersteuning, zorg en/of behandeling ontvangen van de ggz is een aantal werkzame bestanddelennaar voren gekomen. Het gaat om werkzame zelfmanagementstrategieën en ervaringen metzelfmanagement die mensen met een psychische aandoening helpen om vertrouwen te krijgen in detoekomst en/of het eigen herstel.

Bron: Schrank, Bird, Rudnick & Slade, 2012.

Genoemd worden strategieën, door en voor mensen met psychische klachten, die goed toepasbaarzijn in de ggz.

Genoemd worden strategieën, door en voor mensen met psychische klachten, diegoed toepasbaar zijn in de ggz.: Omdat het gaat om bevindingen uit een literatuurstudiesluit het woordgebruik niet altijd aan bij de terminologie die in deze module gehanteerdwordt.

4.1.2 Strategieën of onderdelen van zelfmanagement

Belangrijke onderdelen van zelfmanagement, voor en gericht op mensen met psychische klachten,zijn:

Generieke module Zelfmanagement

17Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 18: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Ziektemanagement. Werk aan het inzicht krijgen in het eigen ziektebeeld en hoe dit zelf temonitoren en te managen. Het is vooral van belang om op tijd waarschuwingssignalen te herkennenvoor decompensatie om zo een terugval te voorkomen. Probeer verder actief gedachten teveranderen, denk en praat over hoop en probeer naar jezelf te kijken als iemand die in staat is om teveranderen.

Relaties. Maak contact (praat) met anderen. Ontwikkel een netwerk en probeer ondersteuning tekrijgen van een partner, kinderen, familieleden en/of professionals. Probeer met anderen te zijn (inplaats van alleen), en ontwikkel een gevoel van verbondenheid binnen je sociale netwerk. Handhaafeen positief contact met belangrijke relaties.

Zingeving. Gebruik fantasie voor troost en comfort. Gebruik hierbij ook een symbool van hoop(zoals een persoonlijk relevante foto). Leren van anderen die effectief kunnen omgaan met hunklachten. Maak contact met ze en ga naar lezingen voor inspiratie (zoek peer support op).

Normalisatie. Zorg dat je een vast dagritme hebt, probeer vooruit te kijken en te bedenken dat jeeen situatie gaat bereiken waarin je, vanuit jouw perspectief en volgens jouw normen, ‘normaal’ kuntleven en zijn.

Ervaren van succes. Vind specifieke onderwerpen die voor hoop zorgen, verander zelfdestructiefgedrag en stel realistische doelen. Probeer kleine dagelijkse taken te bereiken die sneller een gevoelvan succes geven.

4.1.3 Belangrijk om te weten over effectiviteit

Ondersteuning bij het aanleren van zelfmanagementstrategieën bij personen met een depressieresulteert in de meeste gevallen in een vermindering van de ernst van de depressie(s). Er is ook enigeffect op zelfmanagementgedrag, kwaliteit van leven en het functioneren. Resultaten op zorggebruiken self-efficacy (vertrouwen in eigen kunnen) zijn onduidelijk.

Aanleren van zelfmanagementstrategieën bij personen met een ernstige psychische aandoeningdie ambulante hulp krijgen heeft een positief effect op functioneren, attitude ten opzichte vanzelfmanagement en zelfmanagementgedrag. Resultaten op de algehele gezondheid zijn onduidelijk.

Drie typen eHealth zelfmanagement interventies (psycho-educatie, communicatie en gezamenlijkebesluitvorming en medicatiemanagement) bij personen met een psychotische stoornis latenverschillende effecten zien:

Een psycho-educatie-interventie heeft geen significant effect op kennis.Een interventie gericht op communicatie en gezamenlijke besluitvorming heeft een klein effect op

tevredenheid.Een medicatiemanagementinterventie heeft een groot effect op therapietrouw.Aanleren van zelfmanagement via groepsbijeenkomsten bij personen met schizofrenie verkleint de

kans op terugval (46% minder kans), ziekenhuisopname (45% minder kans) en heeft een positiefeffect op therapietrouw (2,5 keer meer kans). Er is geen significant effect op psychosociaalfunctioneren.

Deze resultaten sluiten aan op de wensen die werden uitgesproken in de focusgroep. Stimuleer hetzelfinzicht van de patiënt. Hierdoor wordt zelfmanagement eenvoudiger.

Aanbeveling

Ondersteuning bij het aanleren van zelfmanagementstrategieën loont en heeft op verschillendegroepen zo’n groot effect dat dit niet mag ontbreken in het standaard aanbod van de hulpverlener.

Generieke module Zelfmanagement

18Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 19: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

In de betreffende onderzoeken is niet genoemd in hoeverre de interventies specifiek van toepassingzijn op één of meerdere fasen van het zorgcontinuüm of van de behandeling. Over het geheelgenomen blijkt ondersteuning van zelfmanagement altijd effectief te zijn.

4.1.4 Visie

Uitgangspunt is het concept van gezondheid; het leven met de aandoening maakt daar deel van uit.Niet de aandoening zelf staat centraal, maar de benodigde vaardigheden voor het leven met deaandoening. Bij goede ondersteuning van zelfmanagement zal de aandacht zich vooral richten op deadaptieve vaardigheden van mensen, zoals basisgezondheidsvaardigheden, het versterken vanveerkracht en het vermogen om regie te voeren.

Bron: ZonMw, 2012.

Zorg moet dus altijd gericht zijn op optimale zelfredzaamheid van de patiënt.

Een hulpverlener dient zich bewust te zijn dat zijn eigen handelen mede wordt ingegeven door zijneigen visie op zelfmanagement. De eigen norm is niet dé norm. Een hulpverlener die voor zichzelfzelfredzaamheid hoog in het vaandel heeft staan, kan een patiënt mogelijk al snel overvragen. Hetgaat om de afstemming en samenwerking met de patiënt: Wat wil de patiënt? Wat kan de patiënt?Wat kan en wil hij leren? Een hulpverlener moet altijd rekening houden met de drie voorwaarden voorzelfmanagement:

1. De patiënt is gemotiveerd. Ziet hij het belang ervan in en wil hij het ook écht?2. De patiënt is ertoe in staat. Wat kan de patiënt?3. De randvoorwaarden zijn aanwezig. Kan de juiste ondersteuning geboden worden?

Intrinsieke motivatie stimuleren en monitoren

Het is belangrijk om voortdurend te toetsen of de patiënt behoefte heeft aan meer zelfmanagementen er ook toe in staat is. Indien nodig, haalbaar en van toepassing gaat daaraan vooraf hetstimuleren van de patiënt: hem helpen inzien dat zelfmanagement een wezenlijke verbetering vanzijn welzijn kan betekenen. Het gaat om de intrinsieke motivatie van de patiënt. Niet: De hulpverlenerwil dat ik aan zelfmanagement doe. Een goede, gelijkwaardige samenwerkingsrelatie tussen dehulpverlener en de patiënt vormt de basis voor de motivatie, en draagt daarmee ook bij aan hetvermogen tot zelfmanagement van de patiënt.

De visie weerspiegelt elementen van andere meer emancipatoire visies op gezondheid die al inverschillende stromingen en modellen in de gezondheidszorg terug te vinden zijn. Voorbeelden zijnhet Chronic Care Model,

Generieke module Zelfmanagement

19Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 20: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Bron: Chronic Care Model: Wagner, 1996

het concept van positieve gezondheid,

Bron: Huber, 2014

het werkmodel van de patiëntgerichte zorg of wel de person-centred care (NICE), het gedachtegoedvan het HEE-team en herstelondersteunende zorg. Zie verder het achtergronddocumentOnderbouwing generieke module Zelfmanagement.

De rol en positie van naasten

Bij alle aandacht voor zelfmanagementondersteuning van de patiënten is het van belang om zichsteeds bewust te blijven van de belangrijke rol, maar ook de zelfstandige positie van de naasten.

Samenwerken met naasten kan in het gehele traject, van klachtenverkenning enbehandelplanbespreking tot (preventie van) terugval en ambulante en klinische behandeling.Naasten zien vaak als eersten vroege signalen als het dreigt mis te gaan. Zij worden standaardbetrokken bij een nood- of signaleringsplan of crisiskaart. In veel gevallen bieden zij al hulp aan depatiënt. Zij moeten als gelijkwaardige partner in de zorg worden behandeld.

Naasten kunnen vaak zelf ook ondersteuning gebruiken, bijvoorbeeld in het leren omgaan met eenpartner of kind met psychische problemen. Voor hun draagkracht en draaglast is vanuit de zorg altijdoog nodig. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor hun invloed op het al dan niet in stand houdenvan ziektewinst, bijvoorbeeld door ziektegedrag (onbewust) te koesteren, bekrachtigen of af testraffen. Zie verder de generieke module Samenwerking en ondersteuning van naasten .

4.1.5 Attitude hulpverlener

Een aantal fundamentele houdingsaspecten waarover elke hulpverlener moet beschikken, wordenhieronder uitgelicht. Ze staan aan de basis van goede ondersteuning van zelfmanagement. Het gaatom de interactie, de relatie tussen patiënt en hulpverlener, samenwerking encommunicatie/woordkeuze.

4.1.6 Gericht zijn op zelfoplossend vermogen van mensen met psychische klachten

Patiënt en hulpverlener beginnen met het goed ontrafelen van het probleem van de patiënt om hetdaarna makkelijker te kunnen aanpakken. In de focusgroep gaven patiënten aan dat hetzelfmanagend vermogen samen leek te gaan met een groeiend besef van eigen kracht. Enkeleuitspraken: {oerkracht, innerlijke kracht, weten dat je geest sterk is, bewust zijn van eigendraagkracht in zware tijden, beseffen sterk te zijn doordat je veel hebt meegemaakt}. Stimuleermensen met psychische klachten om hiernaar op zoek kunnen gaan.

Generieke module Zelfmanagement

20Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 21: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Gericht zijn op zelfoplossend vermogen van patiënten

{Het is handig als hulpverleners zich ervan bewust zijn dat zij waarschijnlijk dezelfde ´dode hoeken´hebben als de patiënt en dat patiënt wat dat betreft een voorsprong heeft op hen, doordat hij zelf hetbeste weet hoe hij zich voelt, waar hij behoefte aan heeft en waar de obstakels liggen}.

4.1.7 Verder kijken dan de aandoening

Mensen met psychische klachten geven aan dat hulpverleners meer naar de kwaliteit van levenmoeten kijken, voorbij de aandoening, en de leefwereld van de patiënt centraal moeten zetten. Bijhulpverleners kan dit ambivalentie oproepen: patiënten komen bij de ggz met psychische klachten ofeen psychische aandoening. De neiging van veel hulpverleners om zich met name te richten op hetverminderen van symptomen of leren leven met deze symptomen is begrijpelijk. Mensen metpsychische klachten kunnen echter andere prioriteiten hebben, die bijvoorbeeld meer op het sociaal-maatschappelijke terrein liggen. Het is van wezenlijk belang om je als hulpverlener te realiseren datje begeleidt bij het beantwoorden van een ander soort hulpvraag: wat wil de patiënt zelfdoen/bereiken (wat is zijn wens/behoefte) en hoe kun je als hulpverlener daarbij faciliteren?

4.1.8 Streven naar een gelijkwaardige relatie

De hulpverlener streeft naar een gelijkwaardige samenwerking met de patiënt en indien vantoepassing zijn naasten. Patiënten hebben behoefte aan een hulpverlener die respect en medeleventoont, oprechte interesse heeft, luistert en de tijd neemt. Een hulpverlener die de mens ziet, vraagtwat hij wil, zich in hem verplaatst en kan aansluiten bij de leefwereld van de ander.

Bron: LPGGz, 2014; Wollaars, 2014.

Afstemming op behoeften van de patiënt geeft ruimte aan het hulpverleningsproces en daarmee aanzelfmanagement.

4.1.9 Tip van ervaringsdeskundigen

Streven naar samenwerking in een gelijkwaardige relatie

{Binnen het zelfmanagementtraject dient een patiënt de ruimte te hebben om fouten te maken. Depatiënt heeft ruimte nodig om risico's te kunnen nemen die in de ogen van anderen wellichtonverantwoord lijken, paden in te slaan die anderen onverstandig dan wel verkeerd toeschijnen.Denk hierbij ook aan bijvoorbeeld zelf invloed hebben op medicijngebruik of ongebruikelijk gedrag.Het lijkt me van belang dat zowel patiënt als hulpverlener ervan doordrongen zijn dat demogelijkheden onbeperkt zijn zolang er geen praktische bezwaren zijn en er geen sprake is vangevaar voor jezelf of een ander. In deze afweging weegt de mening van de patiënt zwaar}.

4.1.10 Present zijn

Generieke module Zelfmanagement

21Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 22: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

De presentiebenadering verwoordt de basishouding: het naast de ander staan, zonder op voorhandin actie te schieten. In de presentiebenadering staat de relatie voorop en vormt de rol van dehulpverlener zich al naar gelang de behoeften van de patiënt.

4.1.11 Bedacht zijn op verwaarlozing

Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleenmoet doen. Het is van groot belang dat de hulpverlener de patiënt een veilige, steunende omgevingbiedt. Kenmerkend is dat juist vanuit een veilige, ondersteunende relatie tussen patiënt enhulpverlener samen wordt gewerkt aan meer zelfmanagement. Dus niet: {De patiënt is zelfverantwoordelijk, ik als hulpverlener niet. Als de patiënt niet gemotiveerd is, dan ik ook niet}.

Bron: Engels & Dijcks, 2010.

4.1.12 Coachende houding

De hulpverlener is behandelaar én coach, de patiënt is medebehandelaar én regisseur.

Bron: CBO, 2014

Hulpverleners doen er goed aan om hun expertrol wat meer naar de achtergrond te dringen en zichop te stellen als coach. Het zich bewust worden van deze rollen maakt het voor hulpverlener enpatiënt makkelijker om er specifiek aan te werken. Zie verder de Onderbouwing generieke moduleZelfmanagement.

4.1.13 Positieve benadering

De hulpverlener biedt hoop en straalt uit vertrouwen te hebben in het kunnen van de patiënt. Dehulpverlener kijkt niet alleen naar de psychische kwetsbaarheid, maar ook naar de mens en zijninteresses en mogelijkheden.

4.2 Vroege onderkenning en preventieMeestal is in de vroege fase waarin de klachten zich aandienen de hulpverlening nog niet in beeld.Voor mensen met psychische klachten kunnen in deze fase eHealth-instrumenten van belang zijn.(Online) gezondheidsinformatie die een persoon en/of naaste zelf kan raadplegen kan doen inziendat (vroegtijdig) hulp zoeken gewenst is.

In verschillende richtlijnen wordt het belang van signalerings- en crisisplannen onderstreept (zieKwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief en de Onderbouwing generieke moduleZelfmanagement). Mensen met psychische klachten die al eens behandeld zijn voor een psychische

Generieke module Zelfmanagement

22Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 23: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

aandoening beschikken idealiter over handvatten om vroege signalen van de aandoening teherkennen en zelf ernstige ontregeling zo veel mogelijk te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn hetsignaleringsplan, het terugvalpreventieplan en de crisiskaart. De werkgroep is van mening dat vóórde afronding van een behandeling het herkennen van vroege signalen en het weten wat te doenwanneer je last krijgt van verschijnselen, onderwerp van gesprek moet zijn tussen patiënt,hulpverlener en naasten.

Zie ook aanvullend Kennis en vaardigheden en Effectiviteit van zelfmanagement.

4.3 DiagnostiekAl in de diagnostische fase kan de hulpverlener de patiënt aanspreken op zijn gezonde kanten eneen inschatting van zijn zelfmanagementvaardigheden maken. Het gaat erom dat een patiënt zelfformuleert waar hij last van heeft. Niet alleen om het uitvragen van de ‘zieke’ kanten, maar ook omhet systematisch uitvragen van de gezonde en sterke kanten: ‘Wat kun je nu wel goed?’ ‘Wat vindenanderen dat jij goed kan?’

Formuleer samen met de patiënt wat er aan de hand is. Hier kunnen de vier vragen voor een‘persoonlijke diagnose’ gesteld worden.

Bron: Van Os, 2014.

1. Wat is er met je gebeurd?2. Wat is je kwetsbaarheid en weerbaarheid?3. Waar wil je naartoe?4. Wat heb je nodig?

Zie aanvullend Kennis en vaardigheden en Effectiviteit van zelfmanagement.

4.4 Behandeling, begeleiding en terugvalpreventieBij de behandeling en begeleiding dient altijd de door de patiënt beoogde kwaliteit van leven centraalte staan. Vanuit patiëntenperspectief is zelfmanagement adequaat of succesvol wanneer het leidt toteen verbetering van de kwaliteit van leven, in lijn met de gezondheidsdefinitie van Huber.

Bron: 2014

Mensen met psychische klachten bepalen zelf, eventueel samen met hun naasten, wat ‘kwaliteit vanleven’ voor hen betekent. Ze krijgen, voor zo ver mogelijk en relevant, motivatie, kennis, inzicht envaardigheden om zelf het leven met de aandoening te managen. Het kan betekenen dat patiëntenandere keuzes maken dan hulpverleners of naasten zouden willen zien of zelf zouden maken.

Generieke module Zelfmanagement

23Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 24: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Bron: Synchroon, 2013; CBO, 2014.

4.4.1 Voorbeelden van zelfhulpinstrumenten voor patiënten

De voorbeelden van aandoeningsspecifieke instrumenten en meer generieke instrumenten geveneen indruk van de mogelijkheden.

De Patiëntenfederatie NPCF heeft de Digitale zorggids ontwikkeld waarin onder andere apps enwebsites voor lotgenotencontact te vinden zijn.

Op het gebied van digitale zorg is het verstandig kennis te nemen van de visie Digitale zorg vanuitgebruikersperspectief en de informatiebrochure voor mensen met psychische klachten. Deze werdeneerder ontwikkeld in een samenwerking tussen diverse cliënten- en familieorganisaties. Zij geven derichting aan van de wensen van mensen met psychische klachten bij de inzet van digitaal aanbod.De informatiebrochure geeft praktische tips van en voor mensen met psychische klachten en hunnaasten.

De WRAP (Wellness Recovery Action Plan) is een in Amerika ontwikkeld zelfhulpinstrument datmeer en meer gebruikt wordt. Het instrument heeft een heldere structuur en is sterk geworteld in hetherstelconcept. Het ondersteunt mensen om weer grip te krijgen (en te houden) op het levenwanneer dat ontregeld raakt door ernstige gebeurtenissen. De WRAP is een plan dat mensen zelfmaken voor herstel in hun eigen leven. Dit proces wint sterk aan kracht door ervaringsdeskundigeondersteuning en uitwisseling. Zie ook de generieke module Herstelondersteuning.

Zie verder de generieke module eHealth . Deze generieke module ondersteunt hulpverleners zodat zijzich niet alleen een goed beeld van eHealth kunnen vormen, maar ook vertrouwen krijgen ingefundeerde keuzes van de toegepaste eHealth.

4.4.2 Hulpmiddelen genoemd in de focusgroep

Patiëntenvertegenwoordigers noemden enkele hulpmiddelen die aansluiten bij zelfmanagement.Patiënten kunnen deze zelfstandig of anders samen met de hulpverlener gebruiken. De werkgroepheeft dit lijstje verder aangevuld.

Het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) toegankelijk maken voor patiënten zodat ze zelf inzagekrijgen en kennis hebben over het eigen dossier (consultverslagen, laboratoriumuitslagen) en contactkunnen onderhouden met de behandelaar.

De Triadekaart ondersteunt samenwerking tussen patiënt, naasten en hulpverlener.Bed-op-recept voor mensen die kortdurend ondersteuning vanuit de kliniek nodig hebben.Eigen Kracht Conferenties: een bijeenkomst waarbij de patiënt samen met familie en bekenden een

plan voor de toekomst maakt (familiegroepsplan).Via Zelfregietool kunnen mensen met psychische klachten met iemand in contact komen die hen

begrijpt en diens vragen herkent. Mensen met psychische klachten kunnen ervaringen delen,verhalen horen, praktische oplossingen of andere inzichten krijgen die hem ook weer verder kunnenhelpen. Het is dus niet raar om iets te hebben. Het is wel gek om er zelf niets aan te doen.

Zelfhulpverbindt is het contactpunt voor zelfhulp en ervaringskennis.

Generieke module Zelfmanagement

24Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 25: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Stoornis specifieke keuzehulpen: Thuisarts en KeuzehulpenApps:ADD8 een Android-app voor mensen met ADHD en ADD.DGT onderweg een app voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis die dialectische

gedragstherapie volgen.Medalert hulpmiddel voor mensen die medicatie gebruiken.Therappi en Moodgym voor mensen met somberheidsklachten.Zelfhulpgroepen als Anonieme Alcoholisten en Eetproblemen.Online zelfhulp georganiseerd door de ggz:Verslavingsproblematiek, Grip op je dip en Slaapproblemen.Zelfhulpwijzer en online Zelfhulp cursussen die door veel verzekeraars vergoed worden.Telefonische hulplijnen als Sensoor, bijvoorbeeld rond Eenzaamheid.Persoonlijk GezondheidsDossier (PGD) voor mensen die hun aandoening meer zelf willen

managen, bijvoorbeeld patient 1.

4.4.3 Hulpverleningsmethodieken

Er bestaat een aantal geschikte methodieken voor de ondersteuning bij zelfmanagement. De keuzeervan hangt af van de achtergrond, competenties en interesses van de patiënt en van dehulpverlener, maar ook van de mogelijkheden binnen de organisatie. De lijst met voorbeelden is nietuitputtend. De keuze zal bovendien afhangen van het echelon: een huisarts heeft anderemogelijkheden dan de gespecialiseerde ggz. Er zijn meer benaderingen en technieken die in meer ofmindere mate zelfmanagement bevorderen, zoals Acceptance and Commitment Therapy (ACT),Positieve Psychologie, Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB), Illness Management and Recovery(IMR) en inzichtgevende of schemagerichte therapie.

Stimuleren tot het vragen om hulp

Erkenning van problematiek en/of acceptatie van hulp is een belangrijke voorwaarde voorzelfmanagement. Dit schept immers ruimte voor de (gezamenlijke) aanpak van problemen, waarinzelfmanagement gestimuleerd kan worden. Hulp vragen als dat nodig is, mág – dat moet altijd deboodschap zijn. Zelfmanagement is het doel, maar als dit nog niet (volledig) haalbaar is, is hulpgewenst.

Zelfmanagementtaxatie

Zelfmanagement in de multidisciplinaire richtlijn Bipolaire stoornissen bevat waardevolle informatieten behoeve van een goede zelfmanagementtaxatie:

Nagaan wat de patiënt en diens naasten al weten over de aandoening.Samen het beloop in kaart brengen.Samen de vroege signalen in kaart brengen.Uitlokkende en beschermende factoren in kaart brengen.Sterke kanten en zorgbehoeften van de patiënt inventariseren.

Deze taxatie bepaalt mede de bij het individu passende informatieverstrekking.

Informatieverstrekking en psycho-educatie

Generieke module Zelfmanagement

25Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 26: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Hulpverlening is vooral gericht op het verstrekken van zorg- of aandoeningsspecifieke informatie:psycho-educatie. Bij zelfmanagement gaat het, naast het overdragen van kennis, om het informerenvan de patiënt over alle mogelijkheden van zelfmanagement. Daarbij is het van belang dat de patiëntzich ervan bewust wordt dat hij zelf de belangrijkste rol speelt in hoe zijn leven met de aandoeningeruit ziet.

Wanneer relevant worden de naasten gewezen op: het beschikbare hulp- en cursusaanbod, demogelijke rol van de familievertrouwenspersoon (FVP), familieverenigingen, opleidingen tot familie-ervaringsdeskundigen, lotgenotencontact en mantelzorgondersteuning vanuit de Wetmaatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Gezamenlijke besluitvorming

Dit is een besluitvormingsmodel waarbij hulpverlener, patiënt en naasten samenwerken om op basisvan uitgebalanceerde informatie de juiste paden te verkennen en beslissingen te nemen. Het gaatom het delen van evidence-based, professionele en ervaringskennis. De hulpverlener geeft informatieaan de patiënt over de verwachte prognose, behandelmogelijkheden en voor- en nadelen ervan. Depatiënt en naasten geven informatie aan de hulpverlener: hun visie op de klachten, problemen en demogelijke aanpak en oplossingen. Op basis daarvan komen zij samen tot vervolgstappen.Gezamenlijke besluitvorming biedt een combinatie van informatie, steun en besluitvorming. Voormeer informatie zie de Onderbouwing generieke module Zelfmanagement. Voor toepassing van hetmodel in de huisartsenpraktijk zie de Handreiking Gezamenlijke Besluitvorming over doelen enafspraken.

Strengths Model

Het Strengths Model is een benadering waarin de individuele krachten van mensen met psychischeklachten die ontleend worden aan wensen, competenties en vertrouwen, centraal staan.

Bron: Rapp & Goscha, 2011

Om tot wasdom te komen zijn veelal ook omgevingskrachten nodig: sociale relaties, materiëlehulpbronnen en diensten en mogelijkheden die zich voordoen. Het model gaat ervan uit dat mensenmet een psychische aandoening voortdurend kunnen leren, groeien en veranderen, als de individueleen omgevingskrachten op de juiste wijze aansluiten bij wat de patiënt wil, kan en nodig heeft.

4.4.4 Technieken en benaderingen voor gespreksvoering

Voor gespreksvoering zijn verschillende technieken of benaderingen te gebruiken. Ze hebbengemeen dat ze zich richten op de doelen die de mensen met psychische klachten zelf formuleren enop veranderingen waarvoor zij gemotiveerd zijn. De voorbeelden die hier toegelicht worden, zijngebaseerd op beschrijving in de Handreiking ondersteuning bij zelfmanagement van patiënten metchronische psychiatrische aandoeningen.

Motiverende gespreksvoering

Generieke module Zelfmanagement

26Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 27: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Motiverende gespreksvoering is effectief bevonden en wordt het meest in verband gebracht metzelfmanagement.

Bron: Rollnick, Miller & Butler, 2009.

Motiverende gesprekvoering bevordert dat mensen tot verandering van het gewoontegedragovergaan, in dit geval het nemen van meer regie over het eigen leven en de aandoening. Demethode is gericht op het opbouwen van de intrinsieke motivatie zodat de verandering van binnenuitkan groeien. Zie ook de Onderbouwing generieke module Zelfmanagement.

Oplossingsgerichte therapie / gespreksvoering

Oplossingsgerichte therapie is een in de psychiatrische praktijk breed inzetbare vorm vankortdurende, autonomieversterkende therapie. Hierbij staat niet de aard of oorzaak van het probleemcentraal, maar de door de patiënt gewenste toekomst.

Bron: Meije, Hendriksen, Van Bakel & Sinnema (in ontwikkeling).

Narratieve benadering

De narratieve benadering gaat ervan uit dat de manier waarop mensen hun verhaal vertellen, bepaalthoe ze in het leven staan. Door deze verhalen te analyseren en waar nodig bij te stellen, ontstaatruimte voor nieuwe inzichten.

4.4.5 Terugvalpreventie

Zodra een patiënt zich in een stabiele fase bevindt (in remissie is) dient terugvalpreventie aan deorde te komen in het gesprek tussen patiënt en hulpverlener. Zie verder de Onderbouwing generiekemodule Zelfmanagement. Daarin staan verschillende links in verband met terugvalpreventieplannen.Zie achtergronddocument Online bronnen voor instrumenten.

Zie aanvullend Kennis en vaardigheden en Effectiviteit van zelfmanagement.

4.5 MonitoringBij het monitoren van de het verloop dient de hulpverlener altijd oog te hebben voor de verschillendeelementen van zelfmanagement:

Zelf managen van het leven; regie over het leven dat iemand wil leiden hebben of krijgen.Zelf omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening.Zelf omgaan met risicofactoren.Zelf de eigen leefstijl veranderen.

Generieke module Zelfmanagement

27Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 28: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Zelf keuzes maken zowel in het alledaagse leven als in het zorg-, behandel- enondersteuningsaanbod.

Zelf werken aan functioneel, persoonlijk, maatschappelijk en symptomatisch herstel.Afstemming met de naasten, waarbij tevens aandacht is voor zelfmanagement van de naasten.

Zie aanvullend Kennis en vaardigheden en Effectiviteit van zelfmanagement.

4.6 Herstel, participatie en re-integratieOok wanneer de begeleiding van de hulpverlener zich richt op herstel, participatie en re-integratie ofwanneer begeleiding vanuit de langdurige ggz geboden wordt, dient altijd de door de patiëntbeoogde kwaliteit van leven centraal te staan.

Zie achtergronddocument Online bronnen voor instrumenten op dit gebied. Zie aanvullend Kennis envaardigheden en Effectiviteit van zelfmanagement. Zie verder de generieke moduleHerstelondersteunening.

Generieke module Zelfmanagement

28Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 29: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

5. Organisatie van zorgAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

5.1 InleidingOrganisatiefactoren kunnen de ondersteuning van zelfmanagement zowel bevorderen alsbelemmeren. Zelfmanagementondersteuning speelt zich niet af in een geïsoleerde omgeving, maarin de context van het leven van mensen met psychische klachten. Meer focus op zelfmanagementvraagt om een kritische blik op de organisatie van de zorg.

Bron: CBO, 2014.

Zorgorganisaties dienen zelfmanagementondersteuning integraal op te nemen in hun zorgaanbod,zodat patiënten optimaal bij zelfmanagement ondersteund worden. Hulpverleners worden hieringefaciliteerd.

De adviezen Nieuwe verhoudingen in de spreekkamer en De participerende patiënt handelen beidenover de nieuwe rolverdeling tussen patiënt en hulpverlener.

Bron: Beide rapporten werden gepubliceerd door de voormalige Raad voor deVolksgezondheid & Zorg (RVZ) in 2013.

Legemaate, 2013.

5.2 Betrokken zorgverlenersHuisarts

Is de inzet van professionele hulpverleners geboden, dan heeft de huisarts en de POH-GGZ in zijnrol van poortwachter vaak een mooi aanknopingspunt om te zoeken naar de best passende zorg.Voor de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen huisartsen en de andere echelons, ziede generieke module Landelijke GGz-afspraken (LGA) .

Teams

Wordt er in teamverband gewerkt, bijvoorbeeld op een kliniek, afdeling of in een F-ACT-team, zorgdan voor een goede afstemming op teamniveau. Het team dient een gezamenlijke visie opzelfmanagement te hebben dan wel te ontwikkelen. Zie hiervoor het tienstappenplan van Vilans.

Generieke module Zelfmanagement

29Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 30: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Zelfmanagement impliceert veelal een verschuiving van verantwoordelijkheden wanneer een patiëntmeer zelf in de hand neemt. Hierover moet in het team afstemming plaatsvinden. Duidelijkeafspraken over taken en verantwoordelijkheden zijn daarbij nodig.

Ketenpartners

Hoe groter de kennis van de hulpverlener van de sociale kaart, hoe meer mogelijkheden zijn er voorzelfmanagement. De hulpverlener dient op de hoogte te zijn van het regionale aanbod en kijkt zowelintramuraal als ambulant over de grenzen van het eigen beschikbare aanbod heen. Ook dewijkteams en ondersteuning vanuit de Wmo op het gebied van welzijn en participatie horen bij hetregionale aanbod. Als dat voorziet in de behoefte van de patiënt, moet verwijzing naar ofsamenwerking met alle regionaal actieve, betrokken disciplines mogelijk zijn.

Bron: LPGGz, 2014; Wollaars, 2014.

5.3 SamenwerkingZelfmanagement begint met kijken welke bronnen de patiënt heeft om zelf te werken aan herstel.Heeft hij naasten die kunnen meedenken, meehelpen? Een hulpbronnenonderzoek ofnetwerkanalyse kan worden ingezet om het netwerk van de cliënt of juist dat van zijn naasten tevergroten. Kennis van het lokale of regionale aanbod van patiënten- en familieorganisaties is vanbelang. Ondersteuning krijgen van andere ervaringsdeskundigen kan de motivatie voor veranderingmogelijk vergroten. De ervaringsdeskundigen kunnen een voorbeeldfunctie hebben.

5.3.1 Coördinatie en informatie-uitwisseling

Een goede afstemming, samenwerking en informatie-uitwisseling tussen verschillende hulpverlenersin de zorgketen en in samenspraak met patiënt en naasten is van cruciaal belang. Voor informatie-uitwisseling met niet-medebehandelaars moet de patiënt toestemming geven. Zorg voor veiligecommunicatie (dus geen gewone e-mail of WhatsApp). Is samenwerking met ketenpartners aan deorde, besteed dan niet alleen aandacht aan de situatie op psychisch gebied. Geef ook aandacht aanandere levensgebieden die (deels) buiten zorg vallen: wonen, werk/opleiding, het opbouwen vansociale relaties, zinvolle dagbesteding en vrijetijdsbesteding. Hiervoor is afstemming metvrijwilligersorganisaties, zelfhulpinitiatieven, huisartsen, wijkteams en dergelijke wezenlijk. Een eerstestap is om de zorgketen in kaart te brengen en onderlinge verwijzingen te vergemakkelijken.

5.4 CompetentiesOm de mogelijkheden voor zelfmanagement samen met patiënten en naasten te onderzoeken enwaar mogelijk zelfmanagement van de patiënt te ondersteunen heeft een hulpverlener specifiekekennis, vaardigheden en hulpverleningstechnieken nodig. Zie ook de Onderbouwing generiekemodule Zelfmanagement. Kort samengevat gaat het om deze competenties en kennis:

Generieke module Zelfmanagement

30Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 31: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

5.4.1 Visie

De vaardigheden rond het omgaan met de aandoening staan centraal, niet de aandoening opzichzelf.

Een eigen visie vormen op zelfmanagement. De eigen norm is niet dé norm.

5.4.2 Attitude

Verder kijken dan de aandoeningStreven naar samenwerking in een gelijkwaardige relatieGericht zijn op zelf oplossend vermogen van patiëntenBedacht zijn op verwaarlozingCoachende houdingPositieve benadering

5.4.3 Kennis en vaardigheden

Kennis van het zelfzorgaanbodCommunicatievaardighedenSamenwerkingZo veel mogelijk regie laten houdenAandacht voor de omgevingHulpverleningstechniekenGespreksvoering

5.4.4 Communicatievaardigheden bij ondersteuning van zelfmanagement

Het gaat om contact maken en authentiek zijn:

Contact waarbij de hulpverlener bijvoorbeeld ook laat zien wie hij is en wat hem drijft.Contact waarin het verhaal van de mens met psychische klachten centraal staat.Contact waarbij de professionele mening het gesprek niet domineert.Geduld hebben en informatie kunnen overbrengen.

Tip van een ervaringsdeskundige

Wees als hulpverlener niet bang om man en paard te noemen, daar hebben we veel meer aan danaan de softe aanpak. Respectvolle eerlijkheid en duidelijkheid zijn de snelste weg omhoog.Bovendien zijn we gewoon mensen die er (even) niet uitkomen. Het komt je geloofwaardigheid ookten goede. Je patiënt hoeft je niet aardig te vinden, je patiënt moet je kunnen vertrouwen.

5.4.5 Samenwerking

Veel kennis en vaardigheden hebben te maken met het tot stand brengen van een goedesamenwerking en het onderhouden van een goede relatie tussen patiënt en hulpverlener. Een relatiewaarbinnen het voor de mens met psychische klachten mogelijk is om te groeien. Gezamenlijkebesluitvorming is een vorm van samenwerken waarin de gelijkwaardigheid tussen patiënt en

Generieke module Zelfmanagement

31Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 32: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

hulpverlener en eventuele naasten tot uitdrukking komt.

Bron: Ouwens, Van der Burg, Faber & van der Weijden, 2012

Zie ook Hulpverleningsmethodieken. De basis van een goede samenwerking is een relatie waarinrespect voor elkaars rollen, perspectief en positie centraal staan.

Ook het uitwisselen van informatie, van professionele kennis en ervaringskennis is van belang.Patiënt en naasten kunnen een actieve participant zijn in de behandeling. Zij weten vaak wat goed isof helpend. Van deze ervaringskennis kan de hulpverlener gebruikmaken. Daarnaast is het vanbelang dat de patiënt zich bewust is van zijn eigen ervaringen in het leven met de aandoening. Eenhulpverlener kan een patiënt stimuleren daarover na te denken: wat hielp (niet) in het verleden, watheeft de patiënt wel en niet nodig, wat wil hij met de hulpverlening en wat kan hij met naastenoplossen. Ook het thema zingeving kan hierbij aan de orde komen. Voor sommige patiënten zal hetnieuw zijn om op deze manier over de eigen ervaringen na te denken.

Tip vanuit een familieorganisatie

In pakweg de helft van de telefoontjes die we bij onze adviesdienst krijgen, verzucht de beller hoe hetkan dat hij niet éérder op ons is gewezen. De hulpverlener doet niet alleen de betrokkenen tekort alshij niet, of te laat, verwijst naar cliënten- en familieorganisaties, maar ook zichzelf. Want het kost hemextra tijd die hij simpelweg niet heeft.

5.4.6 Coachende vaardigheden

Het vergroten van zelfmanagement vergt een gedragsverandering bij mensen met psychischeklachten. Een hulpverlener kan het veranderingsproces bij de patiënt ondersteunen en stimulerendoor te helpen concrete en realistische doelen te stellen.

Bron: Engels & Arkesteijn, 2011

Hij kan de patiënt het vertrouwen geven dat hij in staat is om het leven meer in eigen hand te nemenen zich in meer of mindere mate los te maken van de hulpverlening.

Hulpverleners kunnen mensen met psychische klachten coachen bij het aanleren van strategieën omproblemen zelf op te lossen. Patiënt en hulpverlener kunnen samen de problemen ontrafelen en zebehapbaar maken.

Bron: Engels & Arkesteijn, 2011.

Generieke module Zelfmanagement

32Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 33: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Hulpverleners moeten bereid zijn om zichzelf (deels) overbodig te maken. Ze kunnen hun patiëntenstimuleren ook buiten de ggz ondersteuningsmogelijkheden te zoeken, zoals informeel zorg- enondersteuningsaanbod. Centraal staat het verkennen van wat goed past bij een patiënt en goedeinformatie. Zo zit niet iedereen te wachten op bijvoorbeeld lotgenotencontact, en aan de andere kantheeft niet iedereen een goed beeld van wat lotgenotencontact kan inhouden.

5.4.7 Inschatten vaardigheden van patiënt

Zelfmanagementvaardigheden van patiënten kunnen verschillen. De hulpverlener maakt daaromidealiter vooraf een inschatting te maken van de vaardigheden van de patiënt op de volgende zesgebieden:

Probleemoplossend vermogen. Het inschatten van situaties en het vinden van oplossingen voor nuen in de toekomst.

Besliskundig vermogen. Het nemen van de juiste beslissingen of maatregelen op het juiste momentin de juiste volgorde.

Hulpbronnen gebruiken. Het tijdig zoeken, vinden en gebruiken van de juiste hulpbronnen,bijvoorbeeld het ophogen of verlagen van de medicatie, contact opnemen met een hulpverlenerenzovoort.

Relatie met de hulpverlener onderhouden. Het opbouwen en onderhouden van een goede relatiemet de hulpverlener. De patiënt is een actieve partner in het zorgproces, rapporteert trends in zijngezondheidstoestand, neemt geïnformeerde beslissingen en bespreekt deze met de hulpverlener.

Plannen. Het opstellen en uitvoeren van een concreet actieplan voor de korte termijn.Zelfredzaamheid. Het monitoren van de eigen klachten, en tijdig inzetten van de opgedane

zelfmanagementvaardigheden.

Op basis van de zelfmanagementvaardigheden van de patiënt verkennen hulpverlener en patiënt inhoeverre de patiënt regie heeft of kan nemen, welke vragen en problemen hij tegenkomt, en wat hijnodig heeft. Het kan zijn dat de patiënt door complexiteit of ernst van de klachten, of door zijnpersoonlijke psychosociale kenmerken (tijdelijk) geen regie kan nemen. In dat geval is de rol van dehulpverlener en/of die van de naaste tijdelijk groter, maar blijft het zaak de patiënt aan te spreken opzijn gezonde deel en te motiveren om de regie terug te pakken.

Het verkennende gesprek heeft een positieve insteek en richt zich op de kansen en mogelijkhedendie de patiënt ziet. Maar er is ook aandacht voor de kwetsbaarheden en onmogelijkheden om totgoede aansluiting te komen. De hulpverlener nodigt de patiënt uit zijn opvattingen, inzichten envoorkeuren te verwoorden.

Tip van een ervaringsdeskundige

Hulpvragers zijn gewend te leunen op hulpverleners. Hulpverleners zijn gewend om hulp te verlenen.Een goede manier om als hulpverlener in een zelfmanagementproces te staan is om zo neutraal alsZwitserland te zijn en aldoor te vragen naar: wat vind jij er zelf van, wat denk jij er zelf over, wat wil jijzelf. De mening van de hulpverlener doet er eigenlijk niet toe, alleen maar aanmoedigen dat iemandzijn eigen ideeën volgt. Dát versterken. Jij bent de supporter van je patiënt, jij bent misschien wel deenige die tegen hem zegt dat zijn eigen ideeën goed zijn. Jij bent degene die hem vertelt dat, als ietsniet lukt, dit niet aan zijn persoonlijkheid ligt, maar het blijkbaar niet het juiste spoor was. Jij bent

Generieke module Zelfmanagement

33Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 34: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

degene die hem onvoorwaardelijk gaat steunen, jij gaat de tegenhanger zijn van wie of wat je patiëntheeft afgeleerd te luisteren naar zichzelf.

Als hulpverlener is het handig om al je vooroordelen even 'uit' te zetten, want je patiënt heeft deruimte nodig om te kunnen brainstormen, zeer persoonlijke zaken te vertellen.

De oplossingen liggen soms op zeer onconventionele plekken. Het kan dan erg helpen om in iedergeval één iemand in je leven te hebben die nergens raar van opkijkt. En als je er wel raar van opkijkt,doe dat dan maar op luchtige toon en blijf aangeven dat 't het proberen waard is, ook al zou je hetzelf nooit doen.

5.4.8 Aandacht voor de omgeving

De omgeving van de patiënt is van invloed op zijn zelfmanagementmogelijkheden en de eigen regie.De hulpverlener kan daarom een betere inschatting maken als hij aandacht heeft voor dethuissituatie, persoonlijke relaties, rollen en taken in het gezin, wonen en werken, inkomen enopleiding. Zo krijgt hij bijvoorbeeld zicht op het al dan niet ervaren van steun van naasten bij hetvoeren van regie over het eigen leven en het omgaan met de aandoening. Hierbij spelenvanzelfsprekend de culturele achtergrond en daaruit voortkomende verschillen in beleving vangezondheid en gedrag en ziekte en zorg een rol. Te weinig aandacht voor de invloed van deomgeving van de patiënt kan het proces van zelfmanagementondersteuning negatief beïnvloeden

Bron: CBO, 2014.

en daarmee de mate en kwaliteit van zelfmanagement. Zie ook de generieke module Diversiteit.

Familieleden zijn een bron van informatie, ze signaleren vaak als eerste onrust en zorgen voor steunen opvang.

Bron: Wollaars, 2014.

De omgeving kan echter ook (vaak onbewust) een rol spelen bij het in stand houden van de situatie.Voor alle naasten is psycho-educatie, voorlichting, steun, het vinden van een eigen weg, en hetnemen van beargumenteerde beslissingen van belang. De hulpverlener kan de patiënt aansporen omfamilieleden en naasten te betrekken bij het hulpverleningstraject en wijzen op de gezondheidswinstdie te behalen valt. Het Expertisecentrum mantelzorg biedt verschillende tools voor hetsamenwerken met en ondersteunen van naasten. Zie verder de generieke module Samenwerking enondersteuning naasten. Voor meer informatie over naasten en privacy, zie de Onderbouwinggenerieke module Zelfmanagement.

5.4.9 Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden

Generieke module Zelfmanagement

34Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 35: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Meer dan tien procent van de mensen in Nederland heeft beperkte gezondheidsvaardigheden. Voorhen is zelfmanagement wellicht niet vanzelfsprekend omdat ze de vaardigheden missen ominformatie over gezondheid, ziekte, zelfzorg en voorzieningengebruik op een effectieve manier teverkrijgen, te begrijpen en toe te passen. Dat kan hen moeilijker bereikbaar maken voor zorg. Nietomdat zij fysiek of geografisch niet te vinden zijn, maar omdat de geëigende hulpmiddelen van dehulpverlener hen maar moeilijk bereiken. Vilans heeft de methodiek Zelfmanagement en beperktegezondheidsvaardigheden ontwikkeld.

Bron: Engels, Wijenberg & Schepers, 2014.

5.4.10 Kennis van het zelfzorgaanbod

Het is belangrijk dat hulpverleners kennis en overzicht hebben van geschikt zelfzorgaanbod (eHealth,zelfhulpboeken en herstelwerkgroepen) en van websites waar mensen kennis en ervaringen kunnenuitwisselen of waar gelijkgestemden elkaar kunnen treffen. Achtergronddocument Online bronnenbiedt een lijst met online bronnen voor zelfmanagementinstrumenten, zelfhulptools voor mensen metpsychische klachten en achtergrondinformatie en tools voor hulpverleners. In het kader een aantalvoorbeelden van zelfhulpinstrumenten. Meer informatie in de Onderbouwing generieke moduleZelfmanagement.

5.5 KwaliteitsbeleidZorgorganisaties zouden moeten investeren in de bewustwording bij hun medewerkers dat de rol vande patiënt is veranderd. De oudere generatie hulpverleners is nog geschoold in de paternalistischetraditie waarin de hulpverlener wel wist wat goed was voor de patiënt. Zowel in deberoepsopleidingen als in nascholingstrajecten moet meer aandacht komen voor het nieuwegezondheidsconcept,

Bron: Huber, 2014.

zelfmanagement en de veranderende rollen van hulpverleners en patiënten.Patiëntvertegenwoordigers adviseren om hulpverleners al gedurende hun opleiding vaak in contact telaten komen met ervaringsdeskundigen.

Leg in het kwaliteitsbeleid vast dat hulpverleners dienen te beschikken over de beschreven kennis,vaardigheden en competenties om patiënten optimaal te kunnen ondersteunen bij zelfmanagement.Het gaat om het aanleren en up-to-date houden van bijvoorbeeld gesprekstechnieken diezelfmanagement ondersteunen of het versterken van de coachende vaardigheden. Ookvaardigheden om de samenwerking met het netwerk van de patiënt te bevorderen zijn van belang.De geleerde vaardigheden dienen onderhouden te worden.

Generieke module Zelfmanagement

35Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 36: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

5.5.1 Handvatten

Speciaal voor hulpverleners in de eerste lijn ontwikkelde Vilans de Handreiking Zelfmanagement enbeperkte gezondheidsvaardigheden.

Bron: Engels, Wijenberg & Schepers, 2014

In 9 stappen wordt het zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden vanuitde huisartspraktijk verbeterd.

Het verdient de aanbeveling dat instellingen starten met projectgroepen om zelfmanagement uit terollen. Train-de-trainerconcepten kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt omzelfmanagementondersteuning bij hulpverleners te bevorderen.

5.6 Kosteneffectiviteit en doelmatige zorg

5.6.1 ICT en eHealth

Goed gebruik van ICT kan de zorg kosteneffectiever en doelmatiger maken. Door werkprocessenaan te passen kan zelfmanagement in elk consult ingepast worden (bijvoorbeeld door samen onlineeen zelfhulpinstrument te bekijken). Het spreekt voor zich dat hulpverleners over voldoendecomputer- en internetvaardigheden moeten beschikken om patiënten te kunnen ondersteunen bijinternet en computergebruik in het kader van zelfmanagement. Zie ook de generieke moduleeHealth.

Bij het doelmatig gebruik van ICT rond zelfmanagement kan worden gedacht aan onlinecommunicatie tussen patiënten en hulpverleners, online beschik stellen van zelfhulpinstrumenten enhet digitaal beschikbaar stellen van informatie. Zorgorganisaties dienen hierin proactief te handelenen hun patiënten waar mogelijk toegang te geven tot de uiteenlopende ICT-toepassingen, nieuwetechnologieën en kwalitatief goede interventies. Goed rekening houden met de privacy-gevoeligheidvan bepaalde informatie is daarbij een vereiste.

5.6.2 Contactmomenten en contactmogelijkheden

Zo zelfstandig mogelijk leven kan voor mensen met psychische klachten betekenen minder contactmet de hulpverlening, maar vraagt wel om een goede toegankelijkheid van zorg als dit nodig is.Flexibilisering van contactmogelijkheden is hiervoor nodig. Op organisatieniveau valt te denken aanflexibilisering van duur van het consult zodat bij de start van de behandeling voldoende tijdgeïnvesteerd kan worden in kennisoverdracht (langere of meer frequente consulten). Mogelijk kan defrequentie van de face-to-face consulten verminderen wanneer de patiënt het heft meer in eigen handneemt. Er kan evenwel behoefte blijven bestaan aan tussentijds contact (e-mail, telefonisch,beeldbellen) of ander contact (groepsbijeenkomsten, huisbezoeken).

Generieke module Zelfmanagement

36Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 37: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

5.6.3 Toegang tot zelfhulpinstrumenten als ondersteuning bij zelfmanagement

De module biedt wel enkele verwijzingen naar, maar geen uitputtend overzicht van instrumenten. Hetzijn er te veel en een selectie zou willekeurig zijn, terwijl vanuit patiëntperspectief een instrument opmaat het meest wenselijk is.

De organisatie dient haar hulpverleners toegang te geven tot het brede aanbod vanzelfmanagement- en zelfhulpinstrumenten die de eigen regie van de patiënt ondersteunen. De terminstrument dekt een breed aanbod, van ondersteuning in een lotgenotengroep tot zelfhulpboeken.Hulpverleners verdiepen zich in de mogelijkheden en het beschikbare aanbod zodat zij hun patiëntenwegwijs in kunnen maken. Wat voor de één werkt, is voor de ander niet geschikt. Daar komt bij datsommige instrumenten zich vooral richten op een groep mensen met een specifieke diagnose, eenbepaald klachtenpatroon of specifieke behoeften, terwijl andere instrumenten een meer generiekkarakter hebben. Daarom moeten patiënt en hulpverlener samen zoeken naar het instrument dat inzijn situatie het beste past, uitgaande van het lokale of regionale aanbod.

Zie verder de Onderbouwing generieke module Zelfmanagement. Een uitgebreid overzicht metinstrumenten en doelgroepen is te vinden op Zelfmanagement GGz.

5.7 Financiering

5.7.1 Algemeen

Een kwaliteitsstandaard beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron(Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Onderschrijving van dekwaliteitsstandaard door een financier, dan wel opname in het Register van Zorginstituut Nederland,betekent niet dat de beschreven zorg per definitie vergoed wordt door een financier.

Voor vergoeding van de beschreven zorg heeft de patiënt/cliënt mogelijk een aanspraak op een vande financiers. In het geval van de Zvw is het echter aan het Zorginstituut Nederland om te duiden watverzekerde zorg is binnen het basispakket. Hetgeen betekent dat de goede zorg beschreven in dekwaliteitsstandaard niet gelijk staat aan verzekerde zorg conform het basispakket.

5.7.2 Financiering zelfmanagement

Het centraal stellen van de patiënt en dus van zelfmanagement binnen de financiering van de zorgverdient aandacht. Zorgverzekeraars of gemeenten kunnen de hulpverleners die zij contracteren,stimuleren tot het ondersteunen van zelfmanagement. Bij zorginkoopgesprekken tussenzorgverzekeraar en zorgaanbieder, zou het thema zelfmanagement een vast aandachtspunt moetenzijn. Van belang is dat patiëntenvertegenwoordigers bij deze gesprekken betrokken worden zodat zijzelf het belang van zelfmanagement voor het voetlicht kunnen brengen. Mogelijk moet een anderefinancieringswijze bedacht worden voor deze nieuwe vorm van zorgverlening. Op termijn is hetdenkbaar dat meer zelfmanagement een kostenbesparing oplevert, maar in eerste instantie vergt hetinvesteringen in zelfmanagement ondersteunende methodieken en vaardigheden van zowelhulpverleners als patiënten.

Generieke module Zelfmanagement

37Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 38: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Voor hulpverleners geldt: zorg ervoor dat al direct bij de start voldoende ruimte is, ook financieel, omte werken aan gezamenlijke besluitvorming en gezamenlijk zoeken naar behandel- enondersteuningsopties. Borg bovendien de inbreng van het netwerk van de patiënt en de kennis vande sociale kaart van de hulpverlener die het traject van zelfmanagement motiveert, initieert, begeleidten evalueert.

Aanbeveling

Zorg voor voldoende bewustzijn van de wet- en regelgeving bij de hulpverlener.

Generieke module Zelfmanagement

38Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 39: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

6. KwaliteitsindicatorenAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

6.1 AlgemeenAkwa GGZ begeleidt het project ‘doorontwikkeling ROM’ waarin gekeken wordt hoe de professionalde patiënt kan monitoren. Afhankelijk van de in het individueel zorgplan opgenomen doelen, kunnenpatiënt en behandelaar samen beslissen hoe en wanneer er geëvalueerd wordt. Dit evalueren kanaan de hand van een set indicatoren en bijhorende meetinstrumenten.

6.2 SpecifiekDit hoofdstuk geeft een aanzet tot de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren rondom totzelfmanagement. Gezien de complexiteit, tijdbeslag en de vereiste inhoudelijke en methodologischekennis is gekozen voor de uitvoering van een 'quick scan'. Hieruit zijn enkele instrumenten naarvoren gekomen. Er zijn meer instrumenten te vinden op:

G4user.nlKennispleinchronischezorg.nl

6.2.1 Uitkomstmaat 1. Ervaren kracht van patiënten

Door de Nederlandse Empowerment Lijst

Bron: NEL, Boevink, Kroon & Giesen, 2008.

herhaaldelijk af te nemen, kan in kaart worden gebracht in welke mate de mensen groeien in hunkracht. Dat maakt deze lijst tot een goed instrument om hulpaanbod te beoordelen op de mate waarinhet empowerend werkt en dus zelfmanagement ondersteunt. De lijst bestaat uit 40 vragen diebeantwoord kunnen worden middels een 5 punts-Likertschaal van 1 Sterk mee oneens, 2 Meeoneens, 3 Niet mee eens/niet mee oneens, 4 Mee eens en 5 Sterk mee eens.

De veertig vragen ontsluiten zes dimensies: Professionele hulp, Sociale steun, Eigen wijsheid, Erbijhoren, Zelfmanagement en Betrokken leefgemeenschap.

De dimensie Zelfmanagement bestaat uit vijf items:

Ik weet mijn grenzen te trekken.Ik weet wat ik beter wel en niet kan doen.Ik durf om hulp te vragen.Ik weet waar ik goed in ben.

Generieke module Zelfmanagement

39Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 40: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Ik heb structuur in mijn leven.

6.2.2 Uitkomstmaat 2. Zelfmanagementniveau van patiënten

Binnen het Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement is de digitale vragenlijst Zorgconsument enZelfmanagement ontwikkeld. Hierin is een aantal vragen over ‘zelfmanagement’ en ‘zorgconsument’opgenomen die beantwoord kunnen worden middels een 9 punts-schaal (0 – 8) waarbij 0 nooit, 4soms en 8 altijd is.

Voorbeelden uit de lijst:

Ik gebruik de medicijnen en voer de behandelingen uit die mijn arts of hulpverlener heeftvoorgesteld.

Beslissingen over (de behandeling van) mijn aandoening(en) neem ik samen met mijn arts ofhulpverlener.

Ik ben in staat om met mijn hulpverlener te regelen dat ik de zorg krijg die ik nodig heb en die pastbij mijn cultuur, waarden en opvattingen.

Als ik ziek zou worden, wil ik zelf bepalen welke behandeling bij mij past.Ik houd er niet van om advies te krijgen over hoe ik moet leven.Als een arts mij advies geeft of zou geven over mijn gezondheid, dan volg ik dat op.

6.2.3 Uitkomstmaat 3. Zelfredzaamheid van patiënten

De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM)

Bron: Lauriks et al., 2012.

is het instrument waarmee behandelaars, beleidsmakers en onderzoekers in de (openbare)gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gerelateerde werkvelden, de mate vanzelfredzaamheid van hun patiënten eenvoudig en volledig kunnen beoordelen. De Zelfredzaamheid-Matrix heeft verschillende toepassingen en kan door herhaald invullen onder andere de voortgang ende ontwikkeling meten.

De 11 domeinen van de ZRM zijn: Financiën, Dagbesteding, Huisvesting, Huiselijke relaties,Geestelijke gezondheid, Lichamelijke gezondheid, Verslaving, Activiteiten Dagelijks Leven, Sociaalnetwerk, Maatschappelijke participatie, en Justitie. Ze staan in rijen onder elkaar, de vijfantwoordmogelijkheden in kolommen naast elkaar. Zo ontstaat een raamwerk (matrix) met 55 vakken(cellen). Voor iedere cel zijn criteria opgesteld die de antwoordmogelijkheid nader specificeren voorhet te beoordelen domein en de beoordelaar ondersteunen bij het waarderen van dezelfredzaamheid op dat domein. De uiteindelijke beoordeling bestaat uit 11 keer een score tussen 1en 5.

Generieke module Zelfmanagement

40Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 41: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

7. ImplementatieplanAutorisatiedatum 09-07-2019 Beoordelingsdatum 09-07-2019

7.1 KwaliteitsstandaardenVolgens de definitie van Zorginstituut Nederland beschrijft een kwaliteitsstandaard in algemenetermen wat goede zorg is vanuit het perspectief van de patiënt. Zowel richtlijnen, zorgstandaarden alsgenerieke modules vallen onder de verzamelnaam ‘kwaliteitsstandaard’.

‘kwaliteitsstandaard’.: Kwaliteitsstandaarden zijn niet statisch maar worden periodiekbeoordeeld of aanpassing c.q. uitbreiding nodig is. Vanaf publicatie van een standaardvindt jaarlijks een eenvoudige beoordeling plaats waarbij (kleine) aanpassingen waar nodigworden verwerkt. Eens in de 4 jaar start een volledige revisiebeoordeling van iederestandaard.

Een zorgstandaard biedt voor álle professionals, patiënten en hun naasten een kapstok door tebeschrijven hoe integrale zorg bij een bepaalde aandoening er uit ziet vanuit het perspectief van depatiënt (beschrijving optimale zorg). Een zorgstandaard beschrijft het complete zorgcontinuüm (ofwelalle fases waar een patiënt mee te maken krijgt of kan krijgen) voor een bepaalde psychischeaandoening. In een zorgstandaard komt niet alleen een groot aantal mogelijke zorgproblemen aan deorde, maar wordt ook expliciet de organisatie van het zorgproces beschreven. Dat alles bezien vanuithet perspectief van de patiënt.

Een richtlijn is een document met aanbevelingen voor de diagnostiek en behandeling van patiëntenmet psychische aandoeningen, gebruikmakend van wetenschappelijk onderzoek aangevuld metexpertise en ervaringen van professionals, patiënten en naasten. Voor specifieke situaties gebruikenprofessionals de richtlijnen die relevant zijn voor hun specifieke beroepsgroep en specifieker dan dezorgstandaard ingaan op wat er op dát moment aan zorg geleverd kan worden (beschrijvingminimale zorg). Aan één zorgstandaard kunnen dus meerdere richtlijnen ten grondslag liggen(bijvoorbeeld de NHG-richtlijnen van huisartsen, een MDR opgesteld en geautoriseerd doorpsychiaters en psychologen, richtlijnen voor verpleegkundigen, etc.).

Een generieke module biedt, net als een zorgstandaard, professionals, patiënten en naasten eenkapstok door te beschrijven hoe integrale zorg er uit ziet vanuit het perspectief van een patiënt. Hetverschil tussen een zorgstandaard en een generieke module is dat een zorgstandaard stoornisspecifiek is en een generieke module juist zorgcomponenten of zorgonderwerpen beschrijft dierelevant zijn voor meerdere psychische aandoeningen. De zorg die wordt beschreven in eengenerieke module kan, afhankelijk van de aandoening, in één of meerdere fases van het zorgprocesvan toepassing zijn.

Zorgstandaarden, richtlijnen en generieke modules vormen een eenheid. Hiermee kunnen de

Generieke module Zelfmanagement

41Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 42: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

professional en de patiënt samen de behandeling vormgeven.

7.2 Gebruik van kwaliteitsstandaardenZorgstandaarden en generieke modules vormen samen met multidisciplinaire richtlijnen, wet- enregelgeving en beroepsethiek de basis voor de zorgprofessional om tot goede zorg te komen (deprofessionele standaard).

(de professionele standaard).: De professionele standaard in de gezondheidszorg is hetgeheel van professionele medische normen dat beschrijft wat in een bepaalde situatie‘goed handelen’ is. De professionele standaard zorgt ervoor dat zorgverleners goede,veilige en verantwoorde zorg leveren. De professionele standaard is als zodanig geenregel, maar een ‘kapstok’, die nader is uitgewerkt in wetten, richtlijnen, protocollen,beroepscodes, uitspraken van de tuchtrechter, kwaliteitsstandaarden, gedragsregels enhandreikingen. De professionele standaard kan dus gezien worden als de gedeeldewaarden en normen binnen een beroepsgroep.Meer informatie

De zorgprofessional kan er beargumenteerd van afwijken als - naar zijn oordeel en in samenspraakmet de patiënt - de belangen van de patiënt daarmee beter zijn gediend vanwege diens specifiekesituatie en voorkeuren.

De toepassing van professionele standaarden komt voort uit het Burgerlijk wetboek, artikel 453.Daarin staat dat de hulpverlener bij zijn werkzaamheden 'de zorg van een goed hulpverlener in achtmoet nemen en daarbij handelt in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid,voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard.'

professionele standaard.': Artikel 1 van de Zorgverzekeringswet geeft de definitie van eenprofessionele standaard: een richtlijn, module, norm, zorgstandaard dan welorganisatiebeschrijving, die betrekking heeft op het gehele zorgproces of een deel van eenzorgproces. Een professionele standaard legt vast wat noodzakelijk is om vanuit hetperspectief van de patiënt goede zorg te verlenen en is in een openbaar registeropgenomen. Meer informatie

Een kwaliteitsstandaard beschrijft in algemene termen wat goede zorg is vanuit het perspectief vande patiënt. Kwaliteitsstandaarden zijn echter geen doel op zich. Zij hebben een functie in het procesvan kwaliteitsbevordering. Kwaliteitsstandaarden vervullen een onmisbare functie in dekwaliteitscyclus. In die context bevorderen ze de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg. Op welkewijze zorgaanbieders en financiers, maar ook patiënten/burgers en zorgverzekeraarskwaliteitsstandaarden gebruiken in de respectievelijk zorginkoopmarkt en zorgverzekeringsmarkt, is

Generieke module Zelfmanagement

42Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 43: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

aan hen om in te vullen.

7.2.1 Monitoring van de implementatie

Eén van de taken van Akwa GGZ is het evalueren van het gebruik van kwaliteitsstandaarden en hetinzichtelijk maken hoe de kwaliteit van zorg in de ggz zich ontwikkelt. In de tweede helft van 2019bouwt Akwa GGZ een structuur op waarmee de implementatiegraad van de kwaliteitsstandaardenkan worden gemeten.

7.3 Bestaande praktijk en vernieuwingenEen kwaliteitsstandaard beschrijft grotendeels de bestaande praktijk ten aanzien van de zorg voormensen met psychische klachten en aandoeningen. In de standaard zijn verwijzingen opgenomennaar onderliggende richtlijnen en veldnormen van de afzonderlijke beroepsgroepen. Zo is destandaard voor een groot deel al ingebed in het dagelijks werk van de zorgprofessional.

Deels bevat de kwaliteitsstandaard nieuwe elementen, of komen bestaande elementen prominenternaar voren in de inhoud en organisatie van zorg. De kwaliteitsstandaard is geschreven vanuit hetperspectief van de patiënt en diens naaste. Aandacht voor herstel en eigen regie komen daardoornadrukkelijker aan bod dan in bijvoorbeeld richtlijnen; gezamenlijke besluitvorming over debehandeling door patiënt en professional vormt in alle standaarden een kernelement. Andereelementen zijn bijvoorbeeld de wijze waarop de verschillende zorgonderwerpen met elkaar inverband gebracht worden (multidisciplinair en integraal), het betrekken van naasten enervaringsdeskundigen en het monitoren van de behandeling. De opstellers van dezekwaliteitsstandaard zijn zich ervan bewust dat de implementatie van deze elementen een transitiebetekent die een gemeenschappelijke inspanning vraagt van zorgverleners, zorgaanbieders,patiënten en financiers. Al deze partijen zetten zich gezamenlijk in om deze kwaliteitsstandaard zogoed en zo snel mogelijk te implementeren.

7.4 Bestaande afsprakenZorgprofessionals en zorgaanbieders in de ‘brede ggz’ zijn nu aan zet. Zij moeten kennisnemen vande inhoud van deze kwaliteitsstandaard en vervolgens aan de slag gaan met de implementatieervan. Zorgprofessionals en zorgaanbieders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voorimplementatie in hun eigen organisatie. Koepel-, branche en beroepsorganisaties helpen hun ledenhierbij.

Een aantal algemene thema’s speelt bij de implementatie van (vrijwel) alle standaarden een rol. Ditzijn thema’s waar in algemene zin aandacht voor moet zijn én aandacht voor moet blijven om dekwaliteit van de zorg steeds verder te verbeteren. Het gaat om de zes thema’s bewustwording enkennisdeling, samenwerking, capaciteit, behandelaanbod, financiering en ICT. Dit zijn ook thema’swaar in sommige gevallen zorgen over zijn en knelpunten worden gezien bij implementatie van destandaarden. Implementatie-activiteiten voor deze zes thema’s moeten geen losstaande actiepuntenzijn. In de meeste gevallen zijn deze actiepunten al onderdeel van bestaande afspraken zoals onderandere verwoord in het Bestuurlijk akkoord geestelijke gezondheidszorg (ggz) 2019 t/m 2022 enBestuurlijk akkoord huisartsenzorg 2019 t/m 2022. Landelijke implementatie van de

Generieke module Zelfmanagement

43Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 44: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

kwaliteitsstandaarden in het veld is daarmee direct gekoppeld aan de planning en gemaakteafspraken in deze bestuurlijk akkoorden. Daarom koppelen we de planning van implementatie vandeze standaard aan de looptijd van de bestuurlijk akkoorden.

Concreet betekent dit dat de partijen uit de brede ggz zich inzetten om alle kwaliteitsstandaardenvoor de ggz op 31 december 2022 volledig geïmplementeerd te hebben.

7.5 Algemene implementatie thema'sDe implementatie van de kwaliteitsstandaard vraagt tijd en energie van alle partijen. Maar dat is nietvoor niks: werken volgens kwaliteitsstandaarden biedt ook kansen voor effectievere en doelmatigerbehandelingen.

De afspraken in het algemene deel van het plan richten zich daarom vooral opuitvoerbaarheidsissues die een landelijke aanpak vragen om implementatie op lokaal/regionaalniveau mogelijk te maken. Iedere regio en iedere zorgaanbieder is anders. De mate van wat er noggeïmplementeerd moet worden en hoe dat het beste gedaan kan worden, verschilt per situatie. Oplokaal niveau moet implementatie verder worden ingevuld, bijvoorbeeld in de vorm van een (lokaal)uitvoeringsplan.

7.5.1 Bewustwording en kennisdeling

Verandering begint bij bewustwording. Ook in de ggz. De zorgstandaarden en generieke modulesstellen, meer dan zorgverleners tot nu toe gewend waren van professionele standaarden, expliciethet perspectief van patiënten centraal. Dat kan misschien wel tot een ander gesprek in debehandelkamer leiden, waarin via gezamenlijke besluitvorming mogelijk ook andere keuzes voorbehandeling en begeleiding worden gemaakt. Kennisdeling en bewustwording zijn de sleutelwoordenom deze verandering te realiseren.

Kennisdeling draagt bij aan het beter begrijpen van de impact die psychische aandoeningen op eenpatiënt hebben, en van hun wensen en ideeën over behandeling en herstel. Kennis delen gebeurt opverschillende niveaus: in de (basis)opleiding tot zorgprofessionals, tijdens bij- en nascholing vanprofessionals maar kan ook bijvoorbeeld via een landelijke campagne. Het delen van kennis kanhierdoor bijdragen aan bijvoorbeeld:

het verminderen van stigma over mensen met psychische aandoeningen, in de zorg maar ookdaarbuiten;

het realiseren van een cultuuromslag in eigen organisatie;het creëren van draagvlak voor het gebruik en de inhoud van de standaard;oog hebben voor specifieke problematiek;oog hebben voor eventuele risico’s.

Landelijke afspraken

Iedere professional zorgt ervoor dat hij de kwaliteitsstandaarden kent die voor uitoefening van zijnberoep nodig zijn. Zorgaanbieders faciliteren hun medewerkers, zodat zij deel kunnen nemen aan debenodigde bij- en nascholing.

Generieke module Zelfmanagement

44Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 45: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Het bestuurlijk akkoord bevat een groot aantal actiepunten die kennisdeling over en bewustwordingvan de kwaliteitsstandaarden stimuleren:

Partijen benadrukken dat het belangrijk is dat professionals kunnen werken volgens de geldendekwaliteitsstandaarden. Daartoe moeten professionals voldoende in de gelegenheid worden gesteldom bij- en nascholing te volgen. De financiering daarvan is onderdeel van de contracteringsafsprakentussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder.

Partijen hebben met elkaar afgesproken dat beroepsgroepen structureel de doorontwikkeling vanopleidingen borgen die betrekking hebben op ggz en begeleiding (opleidingseisen en -structuren,onderwijsprogramma’s en examinering). De zorgstandaarden worden ingebed in de opleidingen.

Het akkoord bevat afspraken over bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van extra opleidingsplaatsenvoor gz-psychologen en het in beeld brengen van de personele capaciteitsbehoefte.

Deze afspraken ten aanzien van opleiding dragen bij aan het verankeren van kennis over en gebruikvan kwaliteitsstandaarden in de praktijk. Onderstaande partijen zetten zich in voor uitvoering vandeze afspraken op landelijk niveau.

Lokale oplossingsrichtingen

Professionals in de ggz hebben de ‘verantwoordelijkheid’ om hun collega’s in aanpalende domeinendaar waar nodig kennis bij te brengen over psychische aandoeningen en over de (inhoud van) dedaarbij behorende kwaliteitsstandaard. Denk hierbij aan het organiseren van een cursus ofvoorlichting over psychische aandoeningen aan collega’s van de somatische afdelingen in hetziekenhuis of een informatie-bijeenkomst over jeugd-ggz aan gemeenten.

7.5.2 Samenwerking

Zorgverleners functioneren in professionele netwerken binnen de gezondheidszorg en het socialedomein. Vaak zijn er meerdere professionals betrokken bij de behandeling en is een duidelijkerolverdeling tussen die professionals (binnen en tussen organisaties) nodig. Voor een goedeimplementatie van kwaliteitsstandaarden maken professionals (in en buiten de ggz), aanbieders,financiers en andere betrokkenen duidelijke samenwerkingsafspraken zodat de continuïteit enkwaliteit van de zorg niet in het geding komt. Goede en snelle informatie-uitwisseling (met respectvoor privacy-wetgeving) en toegankelijkheid van informatie zijn daarbij belangrijke randvoorwaardenom de samenwerking goed te laten verlopen. Het Landelijk Schakelpunt, waarin zorgverleners mettoestemming van de patiënt eenvoudig inzicht hebben in het medicatieoverzicht van de patiënt, iseen voorbeeld van een hulpmiddel voor uitwisseling van en toegang tot informatie. Steeds meerGGZ-instellingen sluiten zich hier al bij aan.

Landelijke afspraken

Het bestuurlijk akkoord bevat een aantal actiepunten die de benodigde samenwerking in het kadervan implementatie van de kwaliteitsstandaarden stimuleren: in de (door)ontwikkeling van opleidingendie betrekking hebben op ggz en begeleiding (opleidingseisen en -structuren, onderwijsprogramma’sen examinering) wordt meer aandacht besteed aan samenwerking tussen verschillende domeinen enhet organiseren van integrale zorg.

Ondertekende partijen schatten in dat de invoering van het kwaliteitsstatuut en de afspraken over

Generieke module Zelfmanagement

45Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 46: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

samenwerking in het bestuurlijk akkoord voldoende helder zijn en dat voor implementatie van destandaard geen aanvullende afspraken nodig zijn.

Lokale oplossingsrichtingen

Zowel zorgprofessionals, zorgaanbieders als samenwerkingspartners besteden nu al veel aandachtaan lokale en regionale samenwerking. Dankzij deze samenwerking kunnen zij onnodige en durezorg voorkomen. Iedere professional werkt binnen de eigen lokale en regionale context uiteraardsamen met collega’s, maar ook met partners zoals huisartsen, jeugdzorg, wijkteams, gemeenten,ziekenhuis, school, woningcoöperaties of UWV.

Als leidraad voor deze samenwerkingafspraken dienen:

De Landelijke GGZ Samenwerkingsafspraken: deze vormen de basis van afspraken tussenhuisartsen, generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ.

Het kwaliteitsstatuut: hierin staan werkafspraken die de zorgaanbieder maakt over het vormgevenvan de afstemming en samenwerking tussen professionals, over op- en afschalen en over een goedeoverdracht.

In het kader van het bestuurlijk akkoord maken gemeenten en zorgverzekeraars stapsgewijsregionale afspraken over beleid en financiering ten aanzien van integrale zorg: maatschappelijkeondersteuning, publieke gezondheid, zorg, jeugdzorg, welzijn en preventie. Zorgaanbieders engemeenten maken afspraken over de betrokkenheid van ggz-hulpverleners bij het wijknetwerk.

In het bestuurlijk akkoord is ook vastgelegd dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders afsprakenmaken over de manier waarop de zorgprofessional voldoende ruimte en tijd krijgt voor goedesamenwerking en afstemming.

7.5.3 Capaciteit

Een succesvolle uitvoering van de kwaliteitsstandaarden vereist voldoende capaciteit en tijd vanprofessionals. In de huidige praktijk staan beschikbare tijd en capaciteit van professionals onder druk.Waar in sommige gevallen sprake is van een personeelstekort, is in andere gevallen sprake vanproblemen met optimale inzet van bepaalde professionals. Het organiseren en leveren van de zorgzoals beschreven in de kwaliteitsstandaarden kan resulteren in extra druk op bepaaldeberoepsgroepen, verschuiving van inzet van de ene naar de andere beroepsgroep, maar mogelijkook in minder werkdruk doordat de standaard goed wordt uitgevoerd en/of professionals betersamenwerken.

Ook blijken er in de praktijk behoorlijk wat problemen te zijn bij verwijzingen, met name veel te langewachttijden voor patiënten met ernstige psychische aandoeningen die verwezen worden naar de SGGZ.

Landelijke afspraken

In het bestuurlijk akkoord is benoemd dat op dit moment sprake is van (ernstige) arbeidsmarkt-problematiek. Voor zorg en welzijn wordt in 2022 een groot personeelstekort verwacht. De bestuurlijkakkoorden (ggz en huisartsenzorg) bevatten hiervoor een aantal actiepunten:

Bestaande (behandel)capaciteit kan beter ingezet via vermindering van administratieve lasten en

Generieke module Zelfmanagement

46Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 47: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

een betere taakverdeling, beter benutten van de mogelijkheden die functiedifferentiatie entaakherschikking bieden, alsook het opleiden van professionals in de ggz, bijvoorbeeld door hetbeschikbaar stellen van extra opleidingsplaatsen voor gz-psychologen en het in gericht in beeldbrengen van de personele capaciteitsbehoefte.

(Tijdelijk) verruimen van capaciteit van regiebehandelaren en investeren in optimaal gebruik van(behandel)capaciteit door mee te werken aan actieprogramma ‘werken in de zorg’.

Meer inzet van praktijkondersteuners ggz of consultatie van ggz-expertise in de huisartsenpraktijk.

Met de acties zoals beschreven in de bestuurlijk akkoorden en inzicht in de juistecapaciteitsbehoefte, wordt een basis gelegd voor de aanpak van de arbeidsmarktknelpunten in deggz.

7.5.4 Behandelaanbod

Landelijke afspraken

De ggz-sector kent een divers zorgaanbod: grote en kleinere ggz-instellingen met eigen personeel eneen groot aantal vrijgevestigde zorgverleners. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars makengezamenlijk afspraken over het benodigde behandelaanbod in de regio. Gemeenten bepalen zelf deomvang van het budget voor zorg maar ook de manier waarop zij de verschillende onderdelen vanhet sociaal domein willen organiseren. Als blijkt dat zorgaanbieders te maken hebben metcapaciteitsproblemen of budgetplafonds, dan moet het voor patiënten helder zijn waar zij terechtkunnen voor zorg. Zorgaanbieders en financiers in de regio hebben gezamenlijk deverantwoordelijkheid om de wachttijden aan te pakken. Als er te weinig behandelaren zijn, dan is hetde verantwoordelijkheid van zorgaanbieders om mensen te wijzen op de zorgbemiddeling

zorgbemiddeling: Zie hiervoor ook het document Q&A Wachttijden GeestelijkeGezondheidszorg en Verslavingszorg, november 2018.Meer informatie

door hun eigen zorgverzekeraar. Hierover zijn ook afspraken gemaakt in het bestuurlijk akkoord.

Lokale oplossingsrichtingen

Betere samenwerking tussen ggz-instellingen in de regio, bijvoorbeeld als het gaat om het draaienvan ANW-diensten. Een voorbeeld: in sommige regio's worden ANW-diensten bijna geheel door eenklein clubje psychiaters in vaste dienst gedaan, terwijl ook psychiaters niet in vaste dienst bereid zijnmee te draaien in deze diensten. Door hier goede afspraken over te maken, kan er voldoendecapaciteit en aanbod geregeld worden in de regio.

7.5.5 Financiering

Landelijke afspraken

In het ‘Bestuurlijk akkoord geestelijke gezondheidszorg (GGZ) 2019 t/m 2022’ hebben alle betrokken

Generieke module Zelfmanagement

47Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 48: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

partijen de ambitie uitgesproken om de kwaliteit van zorg in Nederland verder te verbeteren en eraanbij te dragen dat zorg zowel nu als op de lange termijn fysiek, tijdig én financieel toegankelijk blijftvoor iedereen die dat nodig heeft. Ook is afgesproken er naar te streven op termijn de kosten in dezorg niet sneller te laten stijgen dan de economische groei.

Lokale oplossingsrichtingen

Het bestuurlijk akkoord regelt dat gemeenten en zorgverzekeraars samen met zorgaanbieders in de‘brede ggz’ stapsgewijs regionaal afspraken maken over beleid en financiering ten aanzien vanintegrale zorg: maatschappelijke ondersteuning, publieke gezondheid, zorg, jeugdzorg, welzijn enpreventie. Het cliënt- en familieperspectief is hierbij vertegenwoordigd. De volgende thema’s zullen,afhankelijk van de regionale situatie, in meerdere of mindere mate aan de orde zijn:

Preventie en vroegsignalering.De aanpak van personen met verward gedrag.Brede triage en consultatie.De opbouw van ambulante zorg en ondersteuning.De bekostiging van samenwerking tussen het zorgdomein en het sociaal domein.De benodigde aanpak met betrekking tot de (financiering van) EPA / multiproblematiek-doelgroep.Overgang 18-/18+.De invulling van crisis- en ANW-uren.De rol en bekostiging van herstelacademies en zelfregiecentra.

Hoewel afspraken zijn gemaakt om toe te werken naar regionale afspraken over integrale zorg endaaruit volgend een integrale bekostiging, zijn we daar nu nog niet. Dat is ook te merken aan deknelpunten ten aanzien van financiering die worden genoemd rondom implementatie van dekwaliteitsstandaarden:

Hoe is de continuïteit van zorg én bekostiging te borgen, bijvoorbeeld bij de overgang 18-/18+,continueren van dagbesteding als de behandeling stopt of het financieren van contingentiemanagement bij verslaving.

Hoe kunnen we komen tot integrale bekostiging bij specifieke doelgroepen zoals kwetsbareouderen, mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) of mensen met zowel somatischeals psychiatrische problematiek?

Hoe kunnen we komen tot een passende bekostiging voor bijvoorbeeld inzet ervaringsdeskundigen,inzet op preventie, zorg voor mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) ofzwakbegaafdheid (ZB), zorg aan patiënten met eetstoornissen in een gespecialiseerd centrum ofinzet diëtist bij deze groep patiënten.

In het bestuurlijk akkoord zijn afspraken gemaakt over hoe deze vraagstukken de komende jarenkunnen worden opgelost. Zo hebben partijen zich gecommitteerd aan afspraken uit hetactieprogramma Zorg voor de Jeugd voor wat betreft het inzetten van acties gericht op het soepelverlopen van de overgang naar volwassenheid (18-/18+). En subsidieert VWS op dit momentpreventiecoalities, bedoeld om structurele samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten ophet gebied van preventieactiviteiten voor risicogroepen te stimuleren en activeren.

7.5.6 ICT

Generieke module Zelfmanagement

48Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 49: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

(Goede en snelle) informatie uitwisseling en toegankelijkheid van informatie, waarbij de privacy vande patiënt optimaal wordt geborgd, zijn belangrijke randvoorwaarden voor samenwerking tussenzorgprofessionals binnen hun professionele netwerk. De implementatie van kwaliteitsstandaardenvraagt om verdere optimalisatie van gegevensuitwisseling via ICT.

Landelijke afspraken

In het zorgbrede ‘Actieplan (Ont)Regel de zorg’ is een sectoraal actieplan curatieve ggz vastgesteld.Daar waar stroomlijning van gegevensuitwisseling bij ICT-toepassingen niet mogelijk of wenselijk istreden partijen met elkaar in overleg in het Informatieberaad Zorg en kunnen partijen gezamenlijk totbesluitvorming komen. Ook besteedt het actieplan aandacht aan vermindering van administratievelast als gevolg van het EPD en aan ICT-problematiek.

Daarnaast wordt er door het ministerie van VWS geïnvesteerd in het VersnellingsprogrammaInformatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP) GGZ. Het gaat om een budget voorinstellingen die Zvw-zorg leveren om de informatievoorziening in de curatieve geestelijkegezondheidszorg te verbeteren, door het implementeren van standaarden voor gegevensuitwisselingtussen patiënt en professional, het beschikbaar stellen van deze informatie aan de patiënt, het veiligverstrekken van (informatie over) medicatie en de inzet van eHealth bij de behandeling.

Lokale oplossingsrichtingen

Welke informatie, voor welke professionals, bij welke doelgroepen, bij welke aanbieders nodig is, iseen keuze die lokaal gemaakt dient te worden. Of informatie over een eerdere suïcidepoging ofinformatie over medicatiegebruik en mogelijke bijwerkingen bijvoorbeeld standaard beschikbaar moetzijn óf dat alle informatie over een patiënt ook voor vaktherapeuten en huisartsen via het ICT systeemvan de instelling te raadplegen moet zijn, zijn keuzes die binnen het professionele netwerk en metbetrokken zorgaanbieders worden gemaakt. Dát zorgprofessionals (snel) toegang moeten hebben tot(goede) informatie gegeven bestaande werkafspraken (zie hiervoor het Kwaliteitsstatuut waar iederezorgaanbieder over dient te beschikken) én beschikbare ICT toepassingen om de continuïteit én dekwaliteit van de zorg die men met elkaar nastreeft te waarborgen, is hierbij het uitgangspunt. Dit zoubijvoorbeeld gerealiseerd kunnen worden via een zorginfrastructuur of schakelpunt.

7.6 Specifieke implementatie thema's

7.6.1 Bewustwording en kennisdeling

Hoewel het beeld bestaat dat patiënten meer en meer in de lead zijn rondom thema's zoalszelfmanagement wijst de praktijk vaak nog anders uit. Daarbij beschikken niet alle professionals overde juiste vaardigheden en kennis om de patiënt echt centraal te stellen, ervaren zijhandelingsverlegenheid, staan zij (nog) niet positief tegenover zelfmanagement of weerhoudtwerkdruk hen ervan zelfmanagement te stiumeleren. Mogelijk kunnen patientenvereniging die actiefzijn op dit gebied een positieve rol spelen in het geven van handvatten aan patienten.

Landelijke afspraken

De landelijke afspraken zoals vermeld in het algemene deel van het implementatieplan bieden

Generieke module Zelfmanagement

49Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 50: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

voldoende antwoord op dit implementatievraagstuk.

7.6.2 Samenwerking

Er zijn geen specifieke knelpunten gesignaleerd ten aanzien van dit thema voor de implementatie vande kwaliteitsstandaard.

7.6.3 Capaciteit

Er zijn geen specifieke knelpunten gesignaleerd ten aanzien van dit thema voor de implementatie vande kwaliteitsstandaard.

7.6.4 Behandelaanbod

Landelijke afspraken

De landelijke afspraken zoals vermeld in het algemene deel van het implementatieplan biedenvoldoende antwoord op dit implementatievraagstuk.

7.6.5 Financiering

Er zijn geen specifieke knelpunten gesignaleerd ten aanzien van dit thema voor de implementatie vande kwaliteitsstandaard.

7.6.6 ICT

Er zijn geen specifieke knelpunten gesignaleerd ten aanzien van dit thema voor de implementatie vande kwaliteitsstandaard.

Generieke module Zelfmanagement

50Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 51: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

8. AchtergronddocumentenAutorisatiedatum 13-12-2016 Beoordelingsdatum 13-12-2016

8.1 Uitgangsvragen generieke module zelfmanagement

Generieke module Zelfmanagement

51Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 52: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

8.2 Online bronnenZelfmanagement: Overzicht van de zelfmanagement-interventies en tools van het Landelijk

Actieprogramma Zelfmanagement (NPCF en CBO).Kennispleinchronischezorg: Kennis, praktijkgerichte informatie en tools over actuele thema’s in de

chronische zorg (Vilans).Zelfmanagement GGz: Zelftest en een toolkit voor professionals die (meer) willen werken aan

zelfmanagement en met tests of hun aanpak aansluit bij de patiëntvisie op zelfmanagement.Gezondheidsvaardigheden: Tips en tools over gezondheidsvaardigheden (CBO).LHV: Een checklist voor huisartsenpraktijken om laaggeletterdheid te herkennen (Landelijke

Huisartsen Vereniging)Thuisarts: Informatie over ziekte en gezondheid (Nederlands Huisartsen Genootschap). In 2014

komen ook keuzehulpen beschikbaar op de site.Kiesbeter:Informatie over wat goede zorg is en waar deze geleverd wordt (College voor

Zorgverzekeringen).Med-Decs: Internationale site voor hulp bij medische keuzen (Med-Decs).Optiongrid:Internationale site met korte tools die gezondheidsopties helpen vergelijken (The Option

Generieke module Zelfmanagement

52Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 53: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Grid Collaborative).Loketgezondleven: Overzicht van leefstijlinterventies (RIVM Centrum Gezond Leven).Beweegkuur: Toolbox zelfmanagement bij leefstijlveranderingOp eigen benen: Toolkit gericht op zelfmanagement bij jongeren en het transitieproces, inclusief

aparte toolkit voor diabetes (Hogeschool Rotterdam, kenniscentrum Zorginnovatie).Zelfzorgondersteund: Onder implementatiekoffer staat een lijst zelfzorgplatforms die voldoen aan

de basiseisenExpertise centrum mantelzorg: Instrumenten over mantelzorg, samenspel en familie-participatie.Apotheek: Informatie en instructiefilmpjes (KNMP)Diliguide: Patiënten versies van richtlijnen (CBO)UWV: Informatie over werk en ziekte, regelingen (UWV)Trimbos: Interventies over e-health en herstelgerichte zorg

8.3 Samenstelling werkgroepWerkgroep

Werkgroep: De NVKG heeft niet geparticipeerd in deze standaard en de inhoud hiervan isminder relevant voor de dagelijkse praktijk van de klinisch geriater; daarom heeft dezestandaard de autorisatieprocedure van de NVKG niet doorlopen.

Adviesgroep

Generieke module Zelfmanagement

53Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29

Page 54: Zelfmanagement - GGZ Standaarden · Regie voeren over het eigen leven. Let op: Zelfmanagement mag niet verward worden met een patiënt de boodschap geven dat hij het alleen moet doen.

Teruggetrokken leden

Generieke module Zelfmanagement

54Deze pdf is gepubliceerd op GGZ Standaarden op 17-07-2019 om 17:29