Zeeland: Werk in de delta

21
NFIA-rapport Zeeland: Werk in de delta Auteurs: Miles Copping, Ard van den Noort & Jeroen Smit Docent: Ton van Rietbergen Aantal wrd: 5.203 Datum: 31 oktober 2014

description

Dit rapport daagt aanbevelingen aan over het aantrekken van Multinationale Ondernemingen (MNO’s) naar Zeeland. MNO’s zijn belangrijke spelers voor regionale economieën. Ze zijn doorgaans groter dan nationale bedrijven en zorgen voor een relatief grote impuls op de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben MNO’s vaak superieure kennis en is hun bedrijfsvoering efficiënter dan die van nationale bedrijven wat zorgt voor een toestroom van kennis. Specifiek wordt in dit rapport gekeken de (onbenutte) kansen voor investeringen en acquisities van MNO’s in Zeeland.

Transcript of Zeeland: Werk in de delta

Page 1: Zeeland: Werk in de delta

NFIA-rapport

Zeeland: Werk in de delta

Auteurs: Miles Copping, Ard van den Noort & Jeroen Smit Docent: Ton van Rietbergen Aantal wrd: 5.203 Datum: 31 oktober 2014

Page 2: Zeeland: Werk in de delta

2

Inhoudsopgave

Inleiding ................................................................................................................................................... 3

Hoofdstuk 1 Theoretische Achtergronden ............................................................................................. 4

1.1. Bedrijfsvestiging in het buitenland .............................................................................................. 4

1.2. Buitenlandse bedrijven in de regio .............................................................................................. 4

1.3. Verankering van internationale bedrijven ................................................................................... 5

Hoofdstuk 2 Locatiefactoren: waarom Zeeland? .................................................................................... 6

2.1. Locatiefactoren van Zeeland ....................................................................................................... 6

2.2 De Zeeuwse topsectoren ............................................................................................................ 13

2.3 Multinationale Ondernemingen in Zeeland ............................................................................... 14

Hoofdstuk 3 Een nieuwe strategie voor Zeeland .................................................................................. 16

Conclusie ............................................................................................................................................... 18

Bronvermelding .................................................................................................................................... 19

Page 3: Zeeland: Werk in de delta

3

Inleiding Bedrijven zijn van groot belang voor regio’s. Ze zorgen voor werkgelegenheid en dragen belastingen af aan de (lokale) overheid. Anderzijds hebben bedrijven ook regio’s nodig. Regio’s bieden bedrijven de kans om te starten en hun activiteiten uit te breiden doordat zij specifieke lokale voordelen hebben ten opzichte van andere regio’s. Locatiefactoren zoals kwaliteiten, maar ook kosten in een regio liggen hieraan ten grondslag. De (economische) voordelen die regio’s voor bedrijven bieden worden in de economische geografie ook wel aangeduid met comparatieve voordelen. Om de voordelen die de provincie biedt te kunnen exploiteren, is het noodzakelijk om bedrijven aan te trekken en deze binnen de provincie te kunnen laten groeien. Hiertoe heeft de provincie in 2007 het orgaan Economische Impuls Zeeland opgericht. Eén van haar kerndoelen is het versterken en ontwikkelen van “de regionale economie door grote projecten te faciliteren” (Impuls Zeeland, 2014). Om dit doel te bereiken heeft Economische Impuls Zeeland op haar beurt weer enkele initiatieven waarvan investinzeeland.nl een belangrijk voorbeeld is. Investinzeeland.nl helpt bij “het vestigen of uitbreiden van bedrijven in Zeeland” (Invest in Zeeland, 2014). Als reactie op de wens van de genoemde actoren om de economische vitaliteit van Zeeland te versterken en te behouden, draagt dit rapport aanbevelingen aan over het aantrekken van Multinationale Ondernemingen (MNO’s) naar Zeeland. MNO’s zijn belangrijke spelers voor regionale economieën. Ze zijn doorgaans groter dan nationale bedrijven en zorgen voor een relatief grote impuls op de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben MNO’s vaak superieure kennis en is hun bedrijfsvoering efficiënter dan die van nationale bedrijven wat zorgt voor een toestroom van kennis. Specifiek wordt in dit rapport gekeken de (onbenutte) kansen voor investeringen en acquisities van MNO’s in Zeeland. Dit rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 geeft een theoretische achtergrond over de verhoudingen tussen MNO’s en regio’s en wordt het, vooral positieve, effect van MNO’s op de regio bevestigd vanuit wetenschappelijke literatuur. Op basis van de huidige sociaal-economische gesteldheid van Zeeland, worden in hoofdstuk 2 de comparatieve voordelen van Zeeland vastgesteld. Vervolgens zullen in hoofdstuk 3 op basis van de huidige sociaal-economische gesteldheid van Zeeland en de theorie uit hoofdstuk 1 enkele beleidsaanbevelingen worden gedaan. Deze hebben als doel de omvang van de activiteiten van MNO’s in de provincie Zeeland te vergroten.

Page 4: Zeeland: Werk in de delta

4

Hoofdstuk 1 Theoretische Achtergronden

Zowel nationale als regionale beleidsmakers zien graag buitenlandse ondernemingen naar hun regio komen. In dit hoofdstuk wordt een theoretische onderbouwing gegeven van de begrippen die in dit rapport aan bod komen en wordt geanalyseerd of buitenlandse ondernemingen inderdaad goed zijn voor een regio. Als eerste wordt internationalisering van ondernemingen vanuit bedrijfsoogpunt behandeld. Ten tweede zal worden stilgestaan bij het effect van buitenlandse bedrijven op de economie van een regio. Tot slot wordt het effect van verankering van bedrijven in een regio beschreven.

1.1. Bedrijfsvestiging in het buitenland

Een zeer actueel onderwerp op het gebied van internationale economie is de fragmentatie van productie (Defever, 2006; Los et al, 2014). Deze trend voorziet in het opdelen van de productiefuncties – een zogenaamde “vertical seperation of activities” - en deze op verschillende locaties laten plaatsvinden (Defever, 2006, p. 659). Arbeidsintensieve en laagwaardige functies worden, vanuit kostenoogpunt, meer een meer verplaatst naar minder ontwikkelde economieën. Door de lagere loonkosten in deze economieën is er sprake van een comparatief voordeel ten opzichte van de meer ontwikkelde landen alwaar de loonkosten hoog zijn. De bovengenoemde auteurs stellen dat een land als Nederland zich zou moeten richten op de functies aan het begin en het einde van de waardeketen. Deze bestaan uit R&D, marketing en andere hoogwaardige banen waarvoor hooggeschoolde arbeidskrachten nodig zijn (Los et al, 2014). Het comparatieve voordeel van Nederland ligt dus in de kwaliteit van de arbeid. Buiten kostenbesparing door de boven genoemde functiescheiding, bestaan er ook nog andere locatiefactoren voor een bedrijf om een buitenlandse vestiging te openen. Het zien van kansen in een nieuwe markt, het vestigen dichtbij leveranciers en grondstoffen en regelgeving omtrent import en bedrijfsvestiging zijn andere factoren (Dicken, 2007; Chang & Rosenzweig, 1998). Verder worden de kwaliteit van leven – aanwezigheid van natuurschoon, recreatiemogelijkheden etcetera -, nabijheid van hoger onderwijsinstellingen en de kosten van het zakendoen (Johnson & Rasker, 1995).

1.2. Buitenlandse bedrijven in de regio

Buitenlandse bedrijven zijn goed voor een economie. Volgens Fortanier & Moons (2011) spelen MNO’s, met twee procent van de totale wereldwijde werkgelegenheid, een vrij kleine rol. Maar zij benadrukken ook dat de banen die een MNO creëert wel meer dan gemiddeld een hoogwaardig karakter hebben. Bovendien levert een MNO vaak indirecte werkgelegenheid op, door relaties met regionale toeleveranciers (Dicken, 2007). De reden voor deze resultaten komt voort uit het feit dat bedrijven die besluiten te investeren over de grens vaak een hoog niveau hebben op het gebied van technologie en management (Fortanier & Moons, 2011). Nederland is een van de belangrijkste bestemmingen van directe buitenlandse investeringen en telt op dit moment zo’n 5.400 vestigingen van buitenlandse bedrijven, die goed zijn voor zeven procent van de totale werkgelegenheid in Nederland (EZ, 2006). Alleen al in Noord-

Page 5: Zeeland: Werk in de delta

5

Brabant zijn in 2013 zo’n duizend extra banen gecreëerd door buitenlandse bedrijven, voornamelijk uit de VS (Financieel Dagblad, 2014).

1.3. Verankering van internationale bedrijven

In het rapport dat het ministerie van Economische Zaken in 2006 publiceerde, wordt gesteld dat de meeste MNO’s uit gevestigde economieën als de VS en Japan investeren in Nederland met het oog op uitbreiding van hun internationale netwerk. Aangezien een groot deel van deze bedrijven al een vestiging heeft in West-Europa, stellen zij dat de komende jaren “meer aandacht te besteden aan behoud en verankering van de aangetrokken buitenlandse bedrijven” (Ministerie van Economische Zaken, 2006, p. 14). Bovendien stellen Fortanier en Moons (2011) dat buitenlandse bedrijven die al langer in Nederland zijn door geleidelijke groei meer bijdragen aan de werkgelegenheid. Grote bedrijven zijn over het algemeen relatief 'footloose'; door hun sterke financiële positie zijn ze relatief goed in staat de ene regio voor de andere in te wisselen (Mattes, 2013). Toch is het zelfs voor deze bedrijven een relatief grote stap. Er zijn factoren die een beeld geven van de mate van verankering van buitenlandse onderneming in een regio. Mattes (2013) onderscheidt ten eerste de institutionele verankering, die aangeeft hoe goed een buitenlandse vestiging past bij het institutionele raamwerk dat een regio heeft. De tweede factor betreft specifieke innovatieprojecten, waar met lokale actoren samengewerkt wordt. Een MNO kan echter ook kiezen om regionale concurrenten en toeleveranciers te negeren, waardoor de mate van verankering afneemt (p. 436-438). Als een bedrijf ervoor kiest voor interactie met de regionale markt, zal het contact maken met toeleveranciers en partijen waarmee het aan kennisuitwisseling en -accumulatie kan werken. Ook neemt een bedrijf werknemers aan uit de regio die bedrijfsspecifieke kennis opbouwen en moeilijk misbaar zijn (Garnsey, 1998). Dit doet de verankering van een bedrijf ook toenemen.

Page 6: Zeeland: Werk in de delta

6

Hoofdstuk 2 Locatiefactoren: waarom Zeeland?

2.1. Locatiefactoren van Zeeland

In dit hoofdstuk wordt een omschrijving gegeven van Zeeland op basis van een aantal locatiefactoren. Bedrijven zoeken altijd de regio met comparatieve voordelen. Comparatieve voordelen zijn bij definitie regionaal of nationaal. Echter kan de reële ligging van een regio ten opzichte van andere regio’s ook bijdragen aan een comparatief voordeel. Daarom begint dit hoofdstuk met de reële ligging van Zeeland binnen Nederland en in Europa. De provincie Zeeland ligt strategisch tussen twee stedelijke concentraties, namelijk Rotterdam en Antwerpen In het zuiden grenst Zeeland, met Zeeuws-Vlaanderen, aan België. De afstand tot het economische zwaartepunt van België, de Vlaamse Ruit (Antwerpen – Gent – Brussel), is klein. Gent en Antwerpen liggen op respectievelijk 35 en 55 kilometer van Terneuzen, de grootste gemeente en industrieel zwaartepunt van Zeeland (Google Maps, 2014). De weg van Zierikzee, in Noord-Zeeland, naar Terneuzen, Zeeuws-Vlaanderen is 51 kilometer lang en neemt zonder oponthoud 47 minuten in beslag (Google Maps, 2014)

Figuur 2.1. Kaart van Zeeland met de grootste steden in en rond de regio. Bron: Google Maps (2014)

Page 7: Zeeland: Werk in de delta

7

Arbeid en onderwijs Arbeid is een belangrijke productiefactor en kan zorgen voor comparatieve voordelen van een regio. Zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de regionale arbeidsmarkt spelen een rol. Ook de kosten die gemoeid zijn met arbeid zijn van invloed op de voordelen van een regio. Zeeland kent een populatie van 380.621 en heeft een beroepsbevolking van 169.000 mensen (CBS Statline, 2014). Met slechts 9.000 mensen is Zeeland de provincie met het laagste percentage werklozen (zie figuur 2.2). "Niet zeuren, maar werken” is het devies waarmee Zeeland zich promoot (Invest in Zeeland, 2014). Zeeland kent in verhouding tot heel Nederlands een relatief oude bevolking. In de leeftijds-categorieën tot 20 jaar is er nauwelijks verschil tussen Nederland in zijn geheel en de provincie Zeeland. Er is een ondervertegenwoordiging van mensen tussen de 25 en 45 jaar. In Zeeland wonen relatief veel mensen ouder dan 45 jaar. Met name het percentage mensen tussen de 65 en 80 jaar is hoog (CBS, 2014)

De kwalitatieve aspecten van de beroepsbevolking van Zeeland laten zien dat Zeeuwen gemiddelde een relatief laag

opleidingsniveau hebben (zie figuur 2.3). Wat betreft onderwijs kent Zeeland het laagste percentage inwoners dat tertiair onderwijs heeft gehad van alle

Nederlandse provincies. Ook in

Figuur 2.3 Tertiair Onderwijs. Bron: Eurostat (2014).

Figuur 2.2 Werkloosheid. Bron: ING (2014)

Page 8: Zeeland: Werk in de delta

8

België is er geen regio die Zeeland overtreft. Slechts 23,7% van de Zeeuwen tussen de 25 en 64 heeft tertiair onderwijs gehad (Eurostat, 2014). Zeeland telt verschillende MBO-scholen met in totaal zo’n 10.000 leerplekken. Met zes vestigingen, verspreid over heel Zeeland is ROC Scalda de grootste aanbieder van middelbaar beroepsonderwijs (Provincie Zeeland, 2014). Verder telt Zeeland één hogeschool: De HZ University of Applied Sciences in Vlissingen. Deze hogeschool heeft een breed scala aan opleidingen, maar onderscheidt zich met een groot aanbod van technische studies zoals watermanagement. De HZ heeft momenteel 4.800 studenten en is uitgeroepen tot beste hogeschool van Nederland door de Keuzegids HBO Voltijd (hz.nl, 2014). Tot slot is in Middelburg het University College Roosevelt gevestigd, gelieerd aan de Universiteit Utrecht. Daar worden in veel verschillende velden bacheloropleidingen aangeboden. Het College krijgt steevast hoge waarderingen op het gebied van onderwijs en doorstroming van alumni naar diverse prestigieuze universiteiten als Oxford en Cambridge (Provincie Zeeland, 2014). Hieruit volgt dat werknemers, waaronder MNO’s, relatief moeilijk aan hooggeschoolde krachten kunnen komen in Zeeland. Het comparatieve voordeel ligt voor hoog geschoolde arbeid duidelijke in omliggende, dichter bevolkte gebieden. Gezien het feit dat de arbeidsmarkt toch grotendeels regionaal georiënteerd is kan geconcludeerd worden dat Zeeland moeite zal hebben om MNO’s aan te trekken en te behouden in bedrijfstakken waar hoog geschoolde arbeid een belangrijke input factor is. Figuur 2.4 geeft de beloning per sector per arbeidsjaar weer. De beloningen van Zeeland liggen economie breed iets onder de beloningen van Nederland in zijn geheel (CBS, 2014). Er zijn echter verschillen waar te nemen tussen de economische sectoren. Opvallend is dat Nijverheid en Energie in Zeeland per arbeidsjaar beter beloond wordt dan in Nederland in zijn geheel. Wanneer een bedrijf puur naar de arbeidskosten kijkt bij een locatiekeuze is het dus niet aannemelijk dat een bedrijf binnen de sector Nijverheid en Energie uitkomst op Zeeland. Werknemers in de sector commerciële dienstverlening en landbouw, bosbouw en visserij zijn relatief goedkoop in Zeeland. Hier heeft Zeeland een comparatief voordeel.

Figuur 2.4. Arbeidsbeloning per sector. Bron: CBS, 2014 pearbeidsjaar

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

Beloning per sector per arbeidsjaar

NL

Zeeland

Page 9: Zeeland: Werk in de delta

9

Figuur 2.5. Stedelijkheid. Bron: CBS, 2014

Zeeland is echter een dunbevolkte regio; tabel 2.1 laat zien dat de grofweg 380.000 inwoners slechts 2,3 procent van de totale Nederlandse bevolking beslaat. Hierdoor zullen bedrijven waarvoor de schaalvoordelen groot zijn en de transportkosten van het eindproduct hoog zijn zich liever elders in Nederland zullen vestigen. Agglomeratievoordelen Onder wetenschappers bestaat er een brede consensus over de positieve invloed van stedelijkheid op de economie (Rosenthal &

Strange, 2001; Van Oort, 2007). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen agglomeratievoordelen en lokalisatievoordelen. Agglomeratievoordelen zijn voordelen die zich voordoen in stedelijke regio’s. De agglomeratie theorie stamt van nature af van Marshall. Hierin beschrijft hij dat de grootste bron van externaliteiten die een bedrijf heeft de basis elementen zijn die iedereen tot zich kan nemen in een bepaald gebied, de ”commons” genoemd (Smit, 2014). Dit houdt veel zaken in, zoals allerlei diensten en infrastructuur. Echter zijn er ook kosten verbonden aan agglomeratie. Hoge landprijzen en congestie zijn hiervan slechts twee voorbeelden (Polèse,

2010).

Uit figuur 2.5 blijkt dat Zeeland binnen Nederland een rurale provincie is; bijna 45% van de bevolking woont in niet stedelijke gebieden. In de aangrenzende provincie Zuid-Holland woont slechts 10% in

niet-stedelijke regio’s. Voor Nederland in zijn geheel is dit cijfer ongeveer 10%. Dit betekent dat de provincie nauwelijks agglomeratie-voordelen kent in vergelijk met andere provincies.

Aantal inwoners Verhouding inw. Nederland 16.829.289 100 Provincie Zeeland 381.530 2,3 Provincie Zeeland 381.530 100 Goes 36.665 9,6 Middelburg 48.030 12,6 Terneuzen 54.823 14,4 Vlissingen 44.536 11,7

Tabel 2.1. Inwonertal in Zeeland en de grote gemeenten (absoluut en relatief, 2010) Bron: CBS, 2014

Page 10: Zeeland: Werk in de delta

10

Bedrijven waarvoor agglomeratievoordelen nauwelijks een rol spelen zullen eerder geneigd zijn in Zeeland te vestigen dan bedrijven waarvoor agglomeratievoordelen wel een belangrijke rol spelen. Wanneer wordt ingezoomd op Zeeland zijn er lokale verschillen te onderscheiden in de mate van agglomeratievoordelen. Met Goes, Vlissingen en Middelburg is Midden-Zeeland het meest stedelijk. Midden-Zeeland wordt verbonden met de rest van Nederland door de A58, de enige autosnelweg in de provincie. Tevens zijn er relatief goede treinverbindingen met de rest van het land. Noord-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen hebben deze agglomeratievoordelen minder. Zo zijn deze regio’s alleen verbonden met N-wegen en ontbreken een spoornetwerk. Ook wat betreft de werkgelegenheid zijn er duidelijke agglomeratievoordelen te herkennen binnen Zeeland. Figuur 2.6 laat deze zien. Deze stromen geven een inkijk in het aantal pende-laars dat de gemeenten dage-lijks binnenkomt (blauwe staaf) en verlaat (rood), en het verschil daartussen (geel). De figuur laat zonder uitzondering zien dat de andere gemeentes allemaal een netto uitstroom hebben van pendelaars en dat de vier grote gemeenten, minus Vlissingen, een netto instroom noteren. Te zien is dat Terneuzen (met bijvoorbeeld Dow Chemicals), Goes en Middelburg een groot aantal banen binnen de gemeentegrenzen tellen, een logische oorzaak van het pendelsaldo. Over de grensoverschrijdende arbeid, is weinig te concluderen aan de hand van deze figuur. Lokalisatievoordelen Lokalisatievoordelen zijn voordelen die zich voortdoen als resultaat van co-locatie van verschillende bedrijven binnen dezelfde sector. Co-locatie heeft verschillende voordelen. De aanwezigheid van bedrijfs- en sectorspecifieke kennis is een zeer belangrijke (Van Oort, 2003). Figuur 2.7 beschrijft de werkgelegenheid per sector in Zeeland. De drie grootste sectoren van Zeeland zijn industrie; overheid en zorg, en handel, vervoer en horeca. Daarnaast is er een redelijke werkgelegenheid in Energievoorziening en zakelijke dienstverlening.

Figuur 2.6. Aantal banen en pendelsaldo per Zeeuwse gemeente. Bron: Zeeuws Planbureau

pearbeidsjaar

Page 11: Zeeland: Werk in de delta

11

In figuur 2.8 is de werkgelegenheid per sector in Zeeland afgezet tegen de werkgelegenheid in Nederland met behulp van locatiequotiënten. De formule voor het berekenen van de locatiequotiënten is: Het percentage van werkgelegenheid in sector in Zeeland gedeeld door het percentage van werkgelegenheid in de sector in Nederland

3,5 0,3

23,1

9,2

1,1

5,3

16,9 1,1

3,5

5,7

6,7

21,5

2,0

Werkgelegenheid in Zeeland

A Landbouw, bosbouw en visserij B DelfstoffenwinningC Industrie D EnergievoorzieningE Waterbedrijven en afvalbeheer F BouwnijverheidG-I Handel, vervoer en horeca J Informatie en communicatieK Financiële dienstverlening L Verhuur en handel van onroerend goedM-N Zakelijke dienstverlening O-Q Overheid en zorgR-U Cultuur, recreatie, overige diensten

0,1 0,2 0,4 0,6 0,8 0,9 0,9 1,0 1,0

1,3

1,9 2,0

3,9

-0,50,00,51,01,52,02,53,03,54,04,5

B D

elfsto

ffenw

inn

ing

J Info

rmatie

en

com

mu

nicatie

K Fin

ancië

led

ienstve

rlenin

g

M-N

Zakelijke

dien

stverlen

ing

R-U

Cu

ltuu

r, recreatie,

overige

dien

sten

G-I H

and

el, ve

rvoe

r enh

oreca

L Ve

rhu

ur en

han

de

l vano

nro

eren

d go

ed

O-Q

Ove

rheid

en zo

rg

F Bo

uw

nijve

rheid

E Waterb

edrijven

enafvalb

ehe

er

C In

du

strie

A Lan

db

ou

w, b

osb

ou

w en

visserij

D En

ergievo

orzien

ing

Locatiequotiënt Zeeland per sector

Figuur 2.8. Locatiequotiënt Zeeland per sector. Bron CBS, 2014

Figuur 2.7. Werkgelegenheid per sector in Zeeland. Bron: CPB, 2014

Page 12: Zeeland: Werk in de delta

12

De figuur laat zien dat Zeeland een oververtegenwoordiging van banen heeft in slechts vier sectoren. Er zijn in Zeeland naar verhouding veel arbeidsplaatsen in energievoorziening; landbouw, bosbouw en visserij; industrie, en waterbedrijven en afvalbeheer. Met name de relatieve omvang van de sector energievoorziening is groot met een locatiequotiënt van 3,9. Zeeland heeft daardoor een comparatief voordeel voor bedrijven werkzaam in deze sectoren in vergelijk met andere provincies waar deze sectoren juist ondervertegenwoordigd zijn. Hieruit volgt dat het voor Zeeland relatief makkelijk is om deze bedrijven aan te trekken en te laten groeien. Delfstoffenwinning, informatie en communicatie, en financiële en zakelijke dienstverlening zorgen voor relatief weinig banen in Zeeland. Deze economieën zijn relatief groter in andere provincies waardoor het lokalisatievoordelen zich bevindt buiten Zeeland. Zeeland heeft hierdoor een comparatief nadeel wat betekent dat het moeilijk is om bedrijven in deze sectoren aan te trekken en te behouden. Zeker de afwezigheid van financiële dienstverlening is een belangrijk argument voor MNO’s tegen vestiging in Zeeland Bechetti &Trovato, 2002). Economische sectoren komen op maar gaan vaak ook weer onder na verloop van tijd. Daarom is het noodzakelijk om niet alleen naar de omvang van de verschillende sectoren in Zeeland te kijken maar ook naar de ontwikkeling. Tussen 1995 en 2011 hebben drie sectoren grote groei laten zien in het aantal arbeidsplaatsen (zie figuur 2.9). Dit zijn overheid en zorg, zakelijke dienstverlening en handel, vervoer en horeca. Financiële dienstverlening en bouwnijverheid hebben juist arbeidsjaren verloren in deze periode. Samenvatting kerncijfers Zeeland ligt strategisch tussen Rotterdam en de Vlaamse Ruit in en onderscheidt zich als dunbevolkte regio met een hoge kwaliteit van leven. De inwoners van Zeeland staan bekend als harde werkers, wat ondersteund wordt door de cijfers, maar zijn relatief laag opgeleid. Door het geringe aantal inwoners, blijft het aanbod van hoger onderwijs (4.800 op HBO-bachelorniveau, 600 op WO-bachelorniveau) achter bij de rest van Nederland. De kwaliteit van de onderwijsinstellingen wordt daarentegen geroemd. Zeeland heeft relatief veel werkgelegenheid in de energie-, landbouw en industriesector. De relatieve afwezigheid en zelfs afname van financiële diensten maakt Zeeland minder aantrekkelijker voor MNO’s

Figuur 2.9. Groei per sector in Zeeland. Bron. CBS,

2014

-2

0

2

4

6

8

K F D L J A R-U B E G-I M-N O-Q

Gro

ei i

n A

rbe

idsj

are

n

Groei per sector in Zeeland (1995-2011)

Page 13: Zeeland: Werk in de delta

13

2.2 De Zeeuwse topsectoren

De Provincie Zeeland heeft acht top sectoren geselecteerd. Deze top sectoren zijn samengesteld door de Provincie Zeeland als de toonaangevende sectoren die kans hebben om Zeeland de komende jaren te onderscheiden. De sectoren worden in deze paragraaf besproken. Er wordt per sector gekeken naar de werkgelegenheid die de sector creëert, en naar de toegevoegde waarde die de sector genereert (Provincie Zeeland, 2012, p. 23). Energie De energiesector zorgt voor de provincie Zeeland voor relatief weinig werkgelegenheid, namelijk 1% in 2011. De toegevoegde waarde van deze sector is echter wel 7% (in 2009) van de gehele economie van Zeeland (Provincie Zeeland, 2014). De energiesector van Zeeland wordt nu nog vooral gekenmerkt door fossiele brandstoffen die energie leveren. Hier komt echter steeds meer verandering in met behulp van biobrandstoffen en windenergie. In deze sector ligt toekomst in de provincie Zeeland doordat hernieuwbare energie van groot belang is om CO2 waarden in de atmosfeer terug te dringen. Om dit voor elkaar te krijgen zijn alternatieven voor niet vernieuwbare fossiele brandstoffen noodzakelijk. Hier ligt een bron voor werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de Zeeuwse economie (Provincie Zeeland, 2012, p. 26). Op dit punt raakt de energiesector de sector havens en industrie, omdat ook daar kansen liggen in de biotechnologie. Om van hernieuwbare energie economisch rendabel gebruik te kunnen maken, is veel research nodig. Dergelijke R&D op de kruising tussen energie en industrie kan zorgen voor hoogopgeleid werk en een relatief hoge toegevoegde waarde. Op biomassa wordt verder ingegaan onder de haven- en industriesector. Recreatie en toerisme Recreatie en toerisme is een sector met een relatief groot aandeel werkgelegenheid in de Zeeuwse economie, namelijk 9% in 2011. In tegenstelling tot de energie sector heeft deze sector maar een toegevoegde waarde voor de Zeeuwse economie van 3,7% in 2009. Deze sector kenmerkt zich door een relatief hoog aandeel werkgelegenheid met weinig toegevoegde waarde voor de Zeeuwse economie (Provincie Zeeland, 2012, pp. 28-29). Bovendien is deze sector onaantrekkelijk voor MNO’s. Havens en industrie Havens en industrie is een zeer belangrijke sector voor de Zeeuwse economie. Terneuzen en Vlissingen gecombineerd hebben de derde grootste haven van Nederland (NFIA, 2014). Deze sector kende in 2010 9% van de werkgelegenheid van de provincie Zeeland (Provincie Zeeland, 2012). De werkgelegenheid lag in 2010 zo even hoog als in recreatie en toerisme in 2011. Als er echter gekeken wordt naar de toegevoegde waarde die deze sector genereert, dan wordt de waarde van deze sector duidelijk. De toegevoegde waarde van havens en industrie bedroeg in 2010 28% van de gehele Zeeuwse economie. Binnen deze sector zijn drie elementen vooral van belang. Er wordt toegespitst op maintenance (onderhoud van apparatuur) bio gebaseerde economie en logistiek. Voor deze sector is maintenance een belangrijk onderdeel wat steeds verder ontwikkeld wordt, met name in Terneuzen bij het Maintenance Value Park (MVP) waar gewerkt wordt aan het gezamenlijk regelen van schoonmaak en onderhoud van apparatuur door bedrijven uit de omgeving (Rob Rutjens, Dow Benelux, 2014). Ook is de bio gebaseerde economie belangrijk binnen deze sector, dit komt met name door Bio Base Europe. Bio Base Europe is een samenwerkingsverband

Page 14: Zeeland: Werk in de delta

14

tussen een testfabriek in Gent en een opleidingscentrum voor bio procesoperatoren in Terneuzen (meer hierover in hoofdstuk 3). Ook logistiek is een kernpunt van deze sector doordat logistiek weliswaar nog niet een heel groot aandeel werkgelegenheid heeft, maar dat dit aandeel al wel jaren achtereen groeit (Provincie Zeeland, 2012, pp. 23-25). Zorg Ook zorg is voor Zeeland een top sector waarop in beleid wordt gehamerd op schaalvergroting en kwaliteit. De sector kenmerkt zich doordat deze erg breed is. Ziekenhuispersoneel valt onder zorg, maar ook bijvoorbeeld verzekeraars. Zorg was in 2011 goed voor 17% van de werkgelegenheid van de provincie Zeeland. Deze sector zorgt zo voor veel werkgelegenheid in de provincie Zeeland. Qua toegevoegde waarde scoort de zorg minder hoog, namelijk 9% in 2008 (Provincie Zeeland, 2012, p. 27). Agro, food en landbouw Dit is een belangrijke sector voor de provincie Zeeland. In 2011 bedroeg de werkgelegenheid in deze sector 9%. Ook de toegevoegde waarde van deze sector is relatief hoog, namelijk 7% (Provincie Zeeland, 2012, pp. 31-32). Net als recreatie is dit echter een weinig interessante sector voor MNO’s. Overige sectoren Water is de een na kleinste sector van de belangrijkste sectoren in de provincie Zeeland. Bij water gaat het vooral om het ontwikkelen en winnen van energie uit water. Deze sector is voor zowel de werkgelegenheid als de toegevoegde waarde binnen Zeeland goed voor 2%. Deze sector is zo nog relatief klein, wat groeikansen biedt. De provincie Zeeland is omgeven door water, wat testen in deze sector zeer goed mogelijk maakt (Provincie Zeeland, 2012, p. 30). De sector seafood, visserij en aquacultuur is de kleinste topsector met een werkgelegenheid van 1% van de Zeeuwse economie (er zijn geen data over de toegevoegde waarde). Deze sector kampt met nodige vernieuwingen op de markt waar de sector op in moet spelen (Provincie Zeeland, 2012, p. 33).

2.3 Multinationale Ondernemingen in Zeeland

Om een goed overzicht te krijgen van het economisch vestigingsklimaat voor buitenlandse bedrijven in Zeeland is het naast een overzicht van de belangrijkste sectoren ook van belang om te kijken naar de welke buitenlandse bedrijven momenteel in Zeeland zijn gevestigd. Er wordt gekeken naar de werkgelegenheid die de bedrijven met zich mee brengen. Voor de definitie van een buitenlandse bedrijf wordt in dit rapport aangehouden dat het moederbedrijf in het buitenland moet zijn gevestigd (Gerritsen, 2014, p. 109). Aangezien er wordt gekeken in deze nota naar de aanwezige buitenlandse bedrijven in de provincie Zeeland, wordt het bedrijf als buitenlands aangemerkt als het moederbedrijf niet in Nederland is gevestigd. De top vijf van buitenlandse bedrijven worden hieronder, op volgorde van grootte, besproken. Dow Benelux (gemeente Terneuzen) Dow Benelux is een dochteronderneming van The Dow Chemical Company. Het bedrijf kent in 2014 circa 1700 werknemers. Dit bedrijf is daarmee de grootste werkgever van de gehele

Page 15: Zeeland: Werk in de delta

15

Zeeuwse Economie. Het bedrijf is gevestigd in Terneuzen en is gespecialiseerd in de productie van kunststoffen en chemicaliën. Ook is Dow Benelux mede oprichter van het Maintenance Value Park (MVP) (Rob Rutjens, Dow Benelux, 2014, A). Het bedrijf is al sinds 1964 gevestigd in Terneuzen. Ook is Dow Benelux betrokken bij de regio. Het bedrijf verstrekt met enige regelmaat bijdragen variërend tussen de 500 en 20.000 euro als steun aan lokale projecten zoals het helpen van de lokale scouting. Ook helpt Dow mee aan het behouden van regionale natuurgebieden zoals het verdronken land van Saeftinghe (Dow Benelux, 2014, B). YARA Sluiskil (gemeente Terneuzen) Ook YARA Sluiskil is een zeer grote speler in de Zeeuwse economie als het gaat om werkgelegenheid. YARA is gevestigd in Sluiskil, en telt circa 600 werknemers in 2014. Het bedrijf is gespecialiseerd in het produceren van meststoffen. De productie van meststoffen gebeurt al sinds 1929, sinds 2004 gebeurt dit onder de naam YARA (YARA, 2014, A). Ook is YARA actief betrokken bij een bio gebaseerd project op het gebied van CO2 reductie (YARA, 2014, A; De ondernemer, 2009). YARA is betrokken in de regio door het promoten van techniek onder de lokale en regionale jeugd. Dit gebeurt doordat YARA regelmatig workshops organiseert voor leerlingen van middelbare scholen, om zich zo meer bekend te maken met techniek (YARA ,2014, B). Lamb Weston/Meijer (gemeente Reimerswaal) Dit bedrijf is gevestigd in Kruiningen. Het bedrijf is gespecialiseerd in het produceren van diepgevroren aardappelproducten. Het bedrijf telde 606 werknemers in 2008. Dit bedrijf is daarmee de derde grootste buitenlandse speler in Zeeland (De ondernemer, 2009). Het bedrijf is al sinds 1920 actief in Kruiningen. Sinds 1994 zijn de twee bedrijven Meijer (Nederlands) en Lamb Weston (Amerikaans) samen gegaan onder de naam Lambweston/Meijer ( Lamb Weston/Meijer, 2014). Cargill (gemeente Terneuzen) Als een na laatste grote speler komt Cargill aan bod. Cargill is sinds 2002 gevestigd in Sas van Gent, toen Cargill het bedrijf Serestar over heeft genomen. Cargill telde in 2012 410 werknemers (KOK, 2014). Het bedrijf is gespecialiseerd in het leveren van voedings- en landbouw producten wereldwijd. Het bedrijf is in Nederland gespecialiseerd in het produceren van ingrediënten voor verschillende soorten voedingswaren (Cargill, 2014). Zeeland Refinery (gemeente Vlissingen) Dit bedrijf is de laatste van de grootste buitenlandse werkgevers in de regio. Het bedrijf is gevestigd in Vlissingen, en telde in 2012 circa 400 werknemers. Het bedrijf is gespecialiseerd in het raffineren van aardolie. Het bedrijf is in handen van twee multinationale ondernemingen, namelijk Total en LUKoil (Zeeland Refinery, 2014).

Page 16: Zeeland: Werk in de delta

16

Hoofdstuk 3 Een nieuwe strategie voor Zeeland

In de ambitie om meer multinationale ondernemingen naar Zeeland te lokken, is een aantal aanbevelingen geformuleerd voor de toekomstige strategie van betrokken instanties. Zoals uit de literatuur naar voren is gekomen, is het van groot belang voor een regionale economie om zowel de aanwezige buitenlandse bedrijven te behouden, als nieuwe buitenlandse bedrijven aan te trekken. Gekeken moet worden waar kansen in de toekomst liggen in de verschillende sectoren, die in Zeeland aanwezig zijn en naar manieren om buitenlandse bedrijven in Zeeland aan te trekken en te behouden. Ook moet geprobeerd worden de bijdrage die buitenlandse ondernemingen leveren aan de Zeeuwse economie te maximaliseren, evenals het voorkomen van het verdwijnen van werkgelegenheid door offshoring. Bio Based cluster Zoals in figuur 2.6 naar voren komt is de gemeente Terneuzen, waar deze sector geconcentreerd is, van groot belang voor de economie van Zeeland als geheel. Biopark Terneuzen is een samenwerkingsverband tussen een aantal bedrijven in de gemeente Terneuzen die onderling reststromen uitwisselen van onder andere warmte en CO2. Dit zorgt voor een lage CO2-uitstoot en voor onderling uitwisselbare energie (Biopark Terneuzen, 2014). Hier ligt een mogelijkheid om buitenlandse bedrijven aan te trekken door de promotie van een schone wijze van productie. Verankering In dit bereik liggen er kansen voor de provincie Zeeland om biogebaseerde activiteiten rond het Kanaal Gent-Terneuzen meer op de kaart te zetten, om zo meer buitenlandse bedrijven aan te trekken binnen dit specialisme. In Terneuzen is al een opleidingscentrum aanwezig voor bio procesoperatoren (Bio Base Europe, 2014). Een goed opleidingsinstituut en de industriespecifieke kennis op de arbeidsmarkt, trekt bedrijven aan en verankert ze. YARA Sluiskil kan op dit gebied als voorbeeld worden gezien. Onder leiding van Zeeland Seaports (de havenautoriteit van o.a. Terneuzen) is er een samenwerkingsverband opgezet tussen tuinders en YARA. Bij de productie van kunstmest komt veel CO2 vrij, die vroeger bij YARA de lucht in ging. In 2012 is WARMCO2 opgericht. Dit is een BV die afgevangen CO2 van YARA verkoopt aan tuinders in de buurt. Deze samenwerking zorgt ervoor dat YARA meer verankerd is geraakt in de regionale economie, doordat het bedrijf lokale CO2 afdrachtcontracten heeft lopen, en daarvoor aangepaste installaties heeft gebouwd. Een dergelijke klimaatvriendelijke samenwerking heeft ervoor gezorgd dat het voor YARA lastiger wordt de regio te verlaten dan voorheen (Jenny Crone, WarmCO2). In combinatie met het aanwezige biotechnologiecluster liggen hier mogelijkheden voor andere chemische bedrijven om dergelijke samenwerkingen aan te gaan. Hoogopgeleiden aantrekken Het hoge aandeel van hoogopgeleiden van Nederland als geheel, is een van de sterkste punten van de nationale economie en is voor veel bedrijven, zeker in de productiefuncties met een hoge toegevoegde waarde, zeer belangrijk in hun vestigingsbeslissing (zie hoofdstuk 1.1). Zeeland heeft op dit gebied nog veel te winnen; de provincie heeft slechts

Page 17: Zeeland: Werk in de delta

17

één hogeschool en één universiteit, gezamenlijk goed voor zo’n 5.400 leerplekken. Deze instellingen staan echter hoog aangeschreven en overwogen moet worden of op een bevolking van 380.000 veel meer hoger onderwijs zich loont. Kleinschalige, industrie-specifieke opleidingen zoals in Terneuzen zijn een verrijking in het streven naar een hoogwaardig cluster, maar verder zou de gemeente zich moeten toeleggen op het (terug)lokken van hoogopgeleide twintigers en dertigers. Met zijn lage huizenprijzen, weidse landschappen en stranden, en kleinschaligheid zou Zeeland zich moeten promoten als ideale locatie voor jonge gezinnen. Wederom lijkt de gemeente Terneuzen zich hier het sterkst te kunnen profileren, dankzij hun hoogwaardige ‘biocluster’. Het aantrekken van hoogopgeleiden en buitenlandse ondernemingen gaat hand in hand. Beide partijen zijn sterker geneigd te komen als de andere er al gevestigd is. Voorlichting is hier het sleutelwoord; laat beide partijen zien welke kansen zij hebben in Zeeland. Financiële dienstverlening Naast de eerder aangestipte aanbevelingen is het voor Zeeland ook nodig om haar financiële dienstverlening uit te breiden. Momenteel is er een ondervertegenwoordiging in deze sector (zoals aangetoond in paragraaf 2.1), daar moet verandering in komen. Het is voor het behouden en aantrekken van buitenlandse ondernemingen van groot belang dat er adequate voorzieningen zijn in de financiële dienstverlening. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan de aanwezigheid van banken, maar ook bijvoorbeeld aan verzekeraars en accountantskantoren. Een voldoende aanwezigheid van dergelijke dienstverlenende bedrijven is een aanwinst voor de aanwezige buitenlandse ondernemingen, omdat deze zo van hun diensten gebruik kunnen maken. Ook is het goed voor het imago van de provincie indien dergelijke voorzieningen meer aanwezig zijn. Dit kan voordelig zijn voor Zeeland indien buitenlandse bedrijven overwegen een vestiging te openen in deze regio. De aanwezigheid van dergelijke dienstverleners maakt Zeeland zo een aantrekkelijkere vestigingsregio.

Page 18: Zeeland: Werk in de delta

18

Conclusie Zeeland staat in Nederland bekend om zijn vele recreatiemogelijkheden, mooie landschappen en hardwerkende, nuchtere inwoners. Niet als de plek, die een buitenlandse onderneming overweegt voor een nieuwe Nederlandse vestiging. Hierin ligt de grootste taak voor instanties als de NFIA en de Provincie Zeeland. Er zijn volop kansen in Zeeland en een betere promotie daarvan kent alleen maar winnaars. De auteurs hebben in dit rapport een schets gemaakt van het economische klimaat van Zeeland en aan de hand daarvan de volgende beleidsaanbevelingen geformuleerd.

Zeeland moet zich prominenter in de markt zetten richting het bedrijfsleven. De

kaart Terneuzen moet uitgespeeld worden bij het aantrekken van hoogwaardige

industrie in de biogebaseerde sector.

De gunstige ligging tussen twee grote economische regio’s en de zeer goede

verbindingen met open zee moeten benadrukt worden bij het aantrekken van

bedrijvigheid.

Verankering van bestaande bedrijven is zeer belangrijk. Dit creëert meer banen en

meer zekerheid op de arbeidsmarkt. De provincie moet een leidende rol gaan spelen

in het coördineren van samenwerking tussen bedrijven. Zeker in de steden in

Midden-Zeeland kan op dat gebied nog veel gewonnen worden.

Zeeland moet inzetten op het aantrekken van bedrijven uit de financiële sector.

Deze blijken een zeer belangrijke rol te spelen in de locatiekeuze van MNO’s. Deze

kunnen gelokt worden door provinciale en/of lokale hindernissen voor hen weg te

nemen.

Zeeland moet zich prominent in de markt zetten richting hoogopgeleiden. De

provincie heeft al lang te maken met een leegloop van deze groep naar andere

provincies. In navolging van regio’s als Groningen en Zuid-Limburg moet Zeeland zich

op nationale schaal profileren als locatie met een hoge kwaliteit van leven, gunstige

prijzen en congestievrije wegen.

Met de komst van de Tour de France in 2015 krijgt Zeeland een unieke kans zich te promoten. Als Zeeland erin slaagt zich beter in de markt te zetten richting bedrijven en hoogopgeleiden, heeft de regio zeker potentieel om zich naar boven te 'worstelen'.

Page 19: Zeeland: Werk in de delta

19

Bronvermelding Bio Base Europe, (2014), Over. http://www.bbeu.org/nl/over-bio-base-europe. Geraadpleegd op: 25 oktober, 2014. Bechetti, L., & Trovato, G. (2002). The determinants of growth for small and medium sized firms. The role of the availability of external finance. Small Business Economics 19, pp. 291–306. Biopark Terneuzen, (2014), Biopark Terneuzen. http://www.bioparkterneuzen.com/. Geraadpleegd op: 25 oktober, 2014. CBS Statline (2014), Nederland Regionaal. http://statline.cbs.nl. Chang, S.J. & P.M. Rosenzweig (1998), Functional and line of business evolution in MNC subsidiaries: Sony in the USA, 1972-95. In : Birkinshaw, J. & N. Hood, eds., Multinational corporate evolution and subsidiary development, pp. 299-332. London: MacMillan Press. Cargill (2014), Cargill in Nederland. http://www.cargill.nl/nl/index.jsp. Geraadpleegd op: 29 oktober, 2014. De Ondernemer (2014), Bedrijven top 50, pp. 1-5. http://www.topopleidingen.org/TIM-ZWN/Bedrijven-top-50-Zeeland.pdf. Geraadpleegd op: 25 oktober, 2014. Dörrenbächer, C. & J. Gammelgaard (2006), Subsidiary role development: The effect of micro-political headquarters-subsidiary negotiations on the product, market and value-added scope of foreign-owned subsidiaries. Journal of International Management 2, pp. 266-283. Defever, F. (2006), Functional Fragmentation and the location of multinational firms in the enlarged Europe. Regional Science and Economics 16, pp. 658-677. Dicken, P. (2007). Global shift: Mapping the changing contours of the world economy. Sage Publications Ltd. Dow Benelux, (2014), Over Dow in de Benelux. http://www.dow.com/benelux/over/index.htm . Geraadpleegd op: 25 oktober 2014. Eurostat (2014), Population and Social Conditions. http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/ page/portal/statistics/search_database. Geraadpleegd op: 24 oktober 2014. Financieele Dagblad, Het (2014). Buitenlands geld levert Noord-Brabant duizend extra banen op. 17 april 2014, p. 4. Fortanier, F. & S.J.V. Moons (2011), Foreign Investors in The Netherlands: Heterogeneous Employment and Productivity Effects, De Economist 159, pp. 511-531. Garnsey, E. (1998), A Theory of the Early Growth of the Firm. Industrial and Corporate Change 7, pp. 523-555. Gerritsen, D. (2014), Nederlands bedrijfsleven netto overnemer in het buitenland, ESB, p. 109.

Page 20: Zeeland: Werk in de delta

20

Hogeschool Zeeland, University of Applied Sciences (2014), Onderwijsaanbod. http://hz.nl/nl/studiekeuze/opleidingen/alle-opleidingen/Pages/Opleiding-overzicht.aspx?tp=voltijd. Geraadpleegd op: 31 oktober 2014. Impuls Zeeland (2014), Over Impuls Zeeland. http://www.impulszeeland.nl/over-impuls. Geraadpleegd op: 30 oktober 2014. Invest in Zeeland (2014), Arbeidsmarktinformatie. http://www.investinzeeland.com/nl/over-zeeland/investinzeeland.com/nl/over-zeeland/arbeidsmarktinformatie.htm. Geraadpleegd op: 31 oktober 2014. Johnson, J.D. & R. Rasker (1995), The Role of Economic and Quality of Life Values in Rural Business location. Journal of Rural Studies 11, pp. 405-416. KOK, Krot of Kans, (2014), Bezoek Cargill Sas van Gent. http://www.krotofkans.nl/bezoek-cargill-sas-van-gent/. Geraadpleegd op: 29 oktober, 2014. Lamb Weston/Meijer, (2014), Onze geschiedenis. http://www.lambweston-nl.com/nl/corporate/corporateinformation/ourheritage.aspx. Geraadpleegd op: 29 oktober, 2014. Los, B., M. Timmer & G. de Vries (2014), De concurrentiepositie van Nederland in mondiale Waardeketens. Economische Statistische Berichten 4689, pp. 432-436. Mattes, J. (2013), The Regional Embeddedness of Multinational Companies: A Critical Perspective. European Planning Studies 21, pp. 433-451.

NFIA (2014), Province of Zeeland. http://www.nfia.nl/province_of_zeeland.html. Geraadpleegd op: 20 oktober 2014.

Ministerie van Economische Zaken (2006), In actie voor acquisitie, Hoe Nederland profiteert van buitenlandse investeringen. Den Haag: EZ. p.6. Polèse, M. (2010). The wealth and poverty of regions: Why cities matter. University of Chicago Press.

Provincie Zeeland (2012), Economische agenda 2013-2015 voor een duurzame ontwikkeling van Zeeland. [online]. http://provincie.zeeland.nl/wonen/economische_agenda/. Geraadpleegd: 22 oktober 2014. Provincie Zeeland (2013), Jaarplan 2014 van de Economische Agenda 2013-2015 voor een duurzame ontwikkeling van Zeeland. [online]. http://provincie.zeeland.nl/wonen/economische_agenda/ [geraadpleegd: 22 oktober 2014]. Geraadpleegd: 22 oktober 2014. Provincie Zeeland (2014), Onderwijs. http://www.zeeland.nl/zorg_cultuur_samenleving/onderwijs/ universiteit/index. Geraadpleegd op 31 oktober 2014. Rosenthal, S.S. & W.C. Strange (2001), The Determinants of Agglomeration. Journal of Urban Economics 50, pp. 191-229. Smit, J. (2014) Samenwerking tussen bedrijven in de Kanaalzone Gent-Terneuzen. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Page 21: Zeeland: Werk in de delta

21

Van Oort, F.G. (2003), Spatial and sectoral composition effects of agglomeration economies in the Netherlands. Papers in Regional Science 86, pp. 5-30. Van Oort, F.G. & O.A.L.C Atzema (2004), On the conceptualization of agglomeration economies: The case of new firm formation in the Dutch ICT sector. The Annals of Regional Science 38, pp. 263-290. WARMCO2, (2014), WARMCO2 en YARA Sluiskil. http://www.warmco.nl/page/warmco/Yara. Geraadpleegd op: 25 oktober, 2014. Yara, (2014), Yara in het kort. http://www.yara.nl/about/at_a_glance/index.aspx. Geraadpleegd op: 25 oktober, 2014. Yara, (2014, B), In de regio. http://www.yarasluiskil.nl/index.php/nl/welkom/in-de-regio. Geraadpleegd op: 25 oktober, 2014. Zeeland Refinery, (2014). Nieuws. http://www.zeelandrefinery.nl/raffinaderij/nieuws/20/. Geraadpleegd op: 29 oktober, 2014. Zeeuwse Planbureau (2014), Staat van Zeeland. [online]. http://www.zeeuwsplanbureau.nl/databank.htm/Default.aspx?cat_open=Staat%20van%20Zeeland. Geraadpleegd: 23 oktober 2014.