x 2.3, x 2.4 en x 2(c) cos a +sin a V (f) tan a +sin a 1 Algemene formules voor sin( n ) en cos( )...
Transcript of x 2.3, x 2.4 en x 2(c) cos a +sin a V (f) tan a +sin a 1 Algemene formules voor sin( n ) en cos( )...
PORTFOLIO 15
DEEL II HOOFDSTUK 2 FORMULES VAN DE GONIOMETRIE (2)
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas: . . . . . . . . . . . . . . . Nr.: . . . . .
2 Formules van de goniometrie Basis Verdieping Uitbreiding? ?? ? ?? ? ??
2.3 Verdubbelingsformules2.4 Formules van Carnot en halveringsformules2.5 t-formules
2627
262728
2629
262830
2631
2632
3334
35
2.7 Som-naar-product formules (Simpson)2.8 Som-naar-product formules(omgekeerdeSimpson)
363738
36383940
364142
364344
454647
37484950
Oefeningen bij §2.3, §2.4 en §2.5Oefening 26. Bewijs de volgende goniometrische identiteiten.
B (a) 8 cos(4α) cos(2α) cosα sinα = sin(8α)
B (b) cos4 α− sin4 α = cos(2α)
B (c) cotα− 2 cot(2α) = tanα
B? (d)cosα+ sinα
cosα− sinα=
cos(2α)
1− sin(2α)
B? (e) sinα =2 cot
(α2
)
1 + cot2(α2
)
B? (f) cosα =cot2
(α2
)− 1
cot2(α2
)+ 1
B?? (g) tan4 α =sin2(2α)− 4 sin2 α
sin2(2α) + 4 sin2 α− 4
V (h)cos3 α+ sin3 α
cosα+ sinα= 1− 1
2sin(2α)
V? (i) tan(3α)− tan(2α)− tanα = tan(3α) tan(2α) tanα
V?? (j) tan(π
6+ α
)tan
(π6− α
)=
2 cos(2α)− 1
2 cos(2α) + 1
Oefening 27. Schrijf de volgende uitdrukkingen als een rationale vorm en vereenvoudig.
B (a)1
2 + sinα
B (b)cosα
1 + cosα
B? (c)1
3 sinα− 2 cosα+ 2
Po-67
Oefening 28. Zij x een hoekwaarde van de hoek in het vierde kwadrant waarvoor cosx = 2/3. Bereken zondergrafische rekenmachine
B? (a) sin(x
2
)
B? (b) cos(x
2
)
V (c) tan(x
2
)
B?? Oefening 29. Zij α de hoek in het vierde kwadrant waarvoor tanα = −3/4. Bereken zonder grafische rekenmachinede exacte waarde van de volgende goniometrische getallen.
(a) sin(2α)
(b) cos(2α)
(c) tan(2α)
(d) sin(4α)
V Oefening 30. Bepaal tan(π
8
)zonder grafische rekenmachine (tussenstappen opschrijven en exacte waarde noteren).
V? Oefening 31. In een driehoek ABC geldt 3a = 7c en 3b = 8c. Bepaal tan2(α
2
)zonder (de helften van) de hoek α
te berekenen.
V?? Oefening 32. Bereken algebraısch
(sin 1◦)(sin 3◦)(sin 5◦) . . . (sin 177◦)(sin 179◦).
U Oefening 33 (verdubbelingsformule voor cotangens). Bewijs de volgende verdubbelingsformule voor cotangens:
cot(2α) =cot2 α− 1
2 cotα.
Abraham de Moivre(1667-1754)
U Oefening 34 (formules voor drievoudige hoek).Toon de volgende formules voor de drievoudige hoek aan:1
sin(3α) = 3 sinα− 4 sin3 α
cos(3α) = 4 cos3 α− 3 cosα
tan(3α) =3 tanα− tan3 α
1− 3 tan2 α
U? Oefening 35 (halveringsformule voor tangens). Bewijs de volgende halverings-formule voor tangens:
tan(a
2
)=
sin a
1 + cos a=
1− cos a
sin a.
Oefeningen bij §2.7 en §2.8Oefening 36. Ontbind telkens de gegeven uitdrukking in factoren.
B (a) sin(7a) + sin(3a) B? (d) sin a+ sin(2a) + sin(3a)
B (b) cos(5a)− cos a B?? (e) cos(4a) + cos(5a) + cos(6a)
B? (c) cos a+ sin a V (f) tan a+ sin a
1Algemene formules voor sin(nα) en cos(nα) met n ∈ N werden gevonden door De Moivre 1730. Deze formules komen ook aan bod inDeel Complexe getallen.
Po-68
Oefening 37. Bereken telkens zonder gebruik te maken van de grafische rekenmachine (tussenstappen opschrijven enexacte waarde noteren).
B (a) cos 75◦ cos 15◦
B (b) sin 15◦ sin 105◦
V?? (c) sin 20◦ sin 40◦ sin 60◦ sin 80◦
Oefening 38. Bewijs de volgende goniometrische identiteiten.
B (a)cos(2a) + cos(2b)
sin(2a) + sin(2b)= cot(a+ b)
B? (b) sin a+ sin
(a+
2π
3
)+ sin
(a+
4π
3
)= 0 B?? (c) sin a+ sin b− sin(a+ b) = 4 sin
(a2
)sin
(b
2
)sin
(a+ b
2
)
B? Oefening 39. Bereken algebraıschsin 13◦ + sin 47◦ + sin 73◦ + sin 107◦
cos 17◦.
B? Oefening 40. Vereenvoudig de uitdrukkingsin(5a)− sin(3a) + sin(7a)− sin a
cos(5a)− cos(3a) + cos(7a)− cos a.
B?? Oefening 41. Zij α, β en γ de (binnen)hoeken van een driehoek. Toon de volgende identiteiten aan.
(a) cosα+ cosβ + cos γ − 1 = 4 sin(α
2
)sin
(β
2
)sin(γ
2
)
(b) sin(2α) + sin(2β) + sin(2γ) = 4 sinα sinβ sin γ
(c) cos(2α) + cos(2β) + cos(2γ) = −1− 4 cosα cosβ cos γ
(d) sin2 α+ sin2 β + sin2 γ = 2 + 2 cosα cosβ cos γ
B?? Oefening 42 (toelatingsexamen burgerlijk ingenieur Universiteit Gent 1985).
Bewijs de volgende identiteit:
sin θ cos4 θ =1
16(sin(5θ) + 3 sin(3θ) + 2 sin θ) .
V Oefening 43. Bereken zonder gebruik te maken van de grafische rekenmachine:
cos3 15◦ + sin3 15◦
cos 15◦ + sin 15◦.
V Oefening 44. Bewijs de volgende goniometrische identiteiten.
(a) sin2(2a)− sin2 a = sin(3a) sin a
(b)sin(a+ b)
sin a+ sin b=
cos(a+b2
)
cos(a−b2
)
V? Oefening 45. Vereenvoudig zoveel als mogelijk de uitdrukkingcos(4a)− 1
sin a− sin(3a).
V? Oefening 46. Zij α, β en γ de (binnen)hoeken van een driehoek. Toon aan dat
cosα
sinβ sin γ+
cosβ
sin γ sinα+
cos γ
sinα sinβ= 2.
Po-69
V? Oefening 47. Zij α, β en γ de hoeken van een driehoek. Toon aan:
∆ABC is een rechthoekige driehoek ⇔ sin(4α) + sin(4β) + sin(4γ) = 0.
V?? Oefening 48. Bereken algebraısch
cos 1◦ + cos 2◦ + cos 3◦ + . . .+ cos 43◦ + cos 44◦
sin 1◦ + sin 2◦ + sin 3◦ + . . .+ sin 43◦ + sin 44◦.
V?? Oefening 49. Zij x ∈ R. Bepaal a, b ∈ R zodat
(cos(x
2
)+ cos(2x) + cos
(7x
2
)+ cos(5x)
)sin
(3x
4
)= sin(ax) cos(bx).
V?? Oefening 50. Zij a, b en c hoekenwaarden van de (binnen)hoeken van een driehoek. Er is gegeven dat een van dehoekwaarden het gemiddelde van de twee andere hoekwaarden is. Toon aan dat
sin a+ sin b+ sin c
cos a+ cos b+ cos c
onafhankelijk van a, b en c is.
Reflectie
vb.
datum
oefeningafgew
erkt
oefeningnummer
oefeningverbeterd?(kruisje)
Waarom is deze oefening gelukt/niet gelukt?
• voldoende tijd besteed?
• opgave goed gelezen?
• nauwkeurig gewerkt?
• modelvoorbeelden bekeken?
• opgave begrepen?
• leerstof voldoende begrepen?
Welke fouten heb ik gemaakt?
• notatiefout (NF)
• eenheden (EF)
• grafisch rekenmachine (GF)
• rekenfout (RF)
• interpretatie van de opgave (IF)
• denkfout (DF)
verder
oefenen
nodig?(kruisje)
31/12 99a X gelukt: m.b.v. modelvoorbeelden EF, NF
Po-70