Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende...

35
fase 1 fase 2 fase 3 O Opdrachtenbundel Stad- en streekonderzoek Landschapsonderzoek 2016- 2017 Versie 14-03-2016

Transcript of Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende...

Page 1: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

fase 1 fase 2 fase 3

O Opdrachtenbundel

Stad- en streekonderzoek

Landschapsonderzoek2016- 2017

Versie 14-03-2016

Piet de Jongh en Kees Margry

Page 2: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

http://www.natuurinformatie.nl/ndb.mcp/natuurdatabase.nl/i000410.html http://archeologieinnederland.nl/bronnen-en-kaarten/paleogeografische-kaarten http://www.geologievannederland.nl/tijd/reconstructies-tijdvakken/holoceen http://www.thuisinbrabant.nl/geschiedenis/landschap/landschapsvormen/rivieren http://landschapinnederland.nl/http://topotijdreis.nl

Leerdoelen1) De leerling kan de Nederlandse fysisch geografische regio’s benoemen en het ontstaan beschrijven. 2) De leerling kan het proces van stedelijke en landschappelijke ontwikkeling beschrijven. 3) De leerling kan omschrijven hoe de ruimtelijke ordening in Nl ingericht is. 4) De leerling kan een bestemmingsplan interpreteren.

Inhoud1. Landschapsontwikkeling2. Dorpsontwikkeling en natuur3. Steden en hun ontwikkeling.4. Structuurvisie Noord-Brabant5. Structuurvisie gemeente6. Provinciale Verordening7. Het bestemmingsplan8. Leesbaar landschap9. Gebiedsvisie Groene Woud10. Thema’s uit Streekontwikkeling11. Zorgvuldig ruimtegebruik12. Excursie Loonse en Drunense Duinen

13.

Page 3: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Taak

1. Landschapsontwikkeling

plan

resultaatJe krijgt een beeld van de ontwikkelingen van het Brabantse landschap vanaf de ijstijden totdat de mens er grote invloed op ging uitoefenen

vooraf

werktijd

belang

Bij ruimtelijke ordening nemen de waarden van het landschap een belangrijke plaats in. Het gaat daarbij om waarden van natuur en cultuurhistorie. Waarden die ook belangrijk zijn voor de identiteit van de bevolking. Daarvoor is het belangrijk, dat je weet hoe die waarden in de loop van de eeuwen zijn ontstaan.

Je maakt deze opdracht met de website www.thuisinbrabant.nl . Bestudeer hiervoor het hoofdthema Geschiedenis en het subthema: Landschap

LandschapDe vroegste geschiedenis van Brabant gaat verloren in de mist van de oudste geologische gebeurtenissen. Door het zeer langzaam opduwen van de dichtst bijgelegen gebergten (Ardennen en Eifel) en het dalen van het Noordzeebekken ontstonden spanningen die in de flauw hellende aardkorst scheuren en verbrokkelingen veroorzaakten.De aardschollen verplaatsten zich ten opzichte van elkaar. Gestegen schollen heten horsten, gedaalde heten slenken. De breukrand tussen een horst en een slenk noemt men kortweg breuk.Een bekende breuk is de Peelrandbreuk ten oosten van de lijn Asten-Deurne-Milheeze-Erp. Toen dit slenkenlandschap zich vormde lag het gebied van het huidige Brabant nog onder zeeniveau.Ongeveer twee miljoen jaar geleden werd dit gebied bedekt met slib van de rivier de Rijn. Over dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen.In het hoofdstuk Landschap vind je informatie over de laatste ijstijden en over het ontstaan van voor Noord-Brabant karakteristieke landschapsvormen en grondsoorten.

Vragen en opdrachten bij Landschapsontwikkeling

1. Geef in een duidelijk verhaal aan welke invloed het klimaat van de volgende perioden op het landschap heeft gehad:a. Saalienb. Eemienc. Weichselien

Page 4: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

2. a. Geef aan hoe de mensen in deze perioden in het natuurlijke landschap hebben weten te overleven.b. Welke invloed heeft de mens in de genoemde perioden op het landschap uitgeoefend? c. Welke sporen die we nu nog opmerken hebben de bewoners van onze streken nagelaten?

3. a. Hoe is het kenmerkende zand hier in Brabant terecht gekomen?b. Verklaar de ligging en de oriëntatie van de dekzandruggen?

4. a. Wat is het verschil in de manier waarop de oeros en de wolharige neushoorn zijn uitgestorven?b. Noem drie dieren die nu nog in de zelfde klimatologische omstandigheden leven als tijdens het Weichselien.

5. a. Noem drie belangrijke redenen waardoor zandverstuivingen zijn ontstaan. Twee kun je uit de tekst halen, één uit de les.

6. a. Verklaar met twee redenen waarom heiden zulke voedselarme bodems hebben.b. Verklaar waarom men pas op het einde van de 19e eeuw de heide op grote schaal kon ontginnen.c.Hoe kun je op een kaart een heide-ontginning duidelijk van een oud agrarisch landschap onderscheiden?

7. Bossen werden vroeger om economische redenen aangeplant. Geef de redenen waarom men ooit dennenbossen en populierenbossen heeft aangelegd.

8. a. Welke drie typische hogere delen tref je aan in de buurt van rivieren?b. Noem een aantal verschillen in hun vorm en samenstelling.

9. a. Verklaar waarom een beek een vaak kronkelend (meanderend) verloop heeft.b. Maak een tekening van de dwarsdoorsnede van een beekdal. Geef hierop aan waar de akkers, beemden, heide en broekbossen liggen.c. Waarom zorgt een watermolen voor het opstuwen van het waterpeil in een beek?

10. a. Welke invloed heeft kanalisatie op het waterregime van een beek?b. Welke invloed heeft kanalisatie op de morfologie van een beek?c. Wat is het landschappelijk verschil tussen de ontginningen van de moerassen in de Langstraat en de Peel?c. Wat zijn de genoemde bijzondere natuurwaarden van de Peel? Kun je er zelf nog een aan toevoegen?

11. Probeer in enkele zinnen uit te leggen wat het bijzondere is aan wijstgronden.

12. a. De meeste vennen liggen in Brabant in de zuidwest-noordoost richting. Hoe komt dit?b. Welke type water treffen we in de meeste vennen aan?c. Noem twee kenmerken van het type water uit vraag b.

Page 5: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Taak

2. Dorpsontwikkeling en natuur

Je maakt deze opdracht met de website www.thuisinbrabant.nl . Bestudeer hiervoor het hoofdthema Geschiedenis en het subthema: Dorpen en Gehuchten/Dorpen op het zand/Dorpen op de zandgrond

plan

resultaatJe krijgt een beeld van de ontwikkelingen van een fictief dorp vanaf het ontstaan tot het beeld in de vóór-moderne tijd en daardoor zicht op de combinatie van natuurlijke en cultuurhistorische waarden

vooraf

werktijd

belang

Bij ruimtelijke ordening nemen de waarden van het landschap een belangrijke plaats in. Het gaat daarbij om waarden van natuur en cultuurhistorie. Waarden die ook belangrijk zijn voor de identiteit van de bevolking. Daarvoor is het belangrijk, dat je weet hoe die waarden in de loop van de eeuwen zijn ontstaan.

Dorpen en gehuchtenHet Brabantse landschap kan worden gelezen als een levensgroot platenboek van de geschiedenis, al kunnen we niet altijd even ver in de tijd terug als we zouden wensen. Vooral de middeleeuwen hebben weinig sporen nagelaten met uitzondering van kerken, kastelen, enkele dijken en turfvaarten.Uit de 17de en 18de eeuw bleef meer bewaard en kennen we zelfs nog enkele boerderijen. Pas in de 19de eeuw kreeg de provincie het uiterlijk dat we sinds de vroege 20ste eeuw als 'traditioneel' beschouwen en waarvan soms wordt verondersteld dat het eeuwenoud zou zijn. Dat beeld is dus niet juist, het platteland is juist steeds erg dynamisch geweest en veranderde voortdurend van karakter.Die veranderingen begonnen toen na het jaar 1000 de bevolking van Brabant toenam en de capaciteit van de agrarische infrastructuur onvoldoende was om alle monden te voeden. Het was de tijd van grote ontginningen en verbeterde landbouwmethoden. In dit landschap ontstonden vele dorpen en gehuchten. De vorm daarvan kwam voort uit de eigenschappen van het landschap en de bodem en uit wat de mens daarmee kon doen. Door de verschillen in bodemsoorten was die ontwikkeling gevarieerder dan wel eens wordt gedacht.

Do Lees de geschiedenis van het zanddorp bij elke periode Voer de opdrachten uit

Page 6: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

1. Door alle ingrepen is er nogal wat met de natuur van de streek gebeurd. Je mag er van uitgaan dat de situatie van 100 v. Chr. de echte oorspronkelijke natuur voorstelt.

a. Beschrijf de natuur die je aan zou treffen van -100, 1200 en 1750 aan de hand van het volgende schema. Plaats bij elk landschapstype en ieder jaartal één, twee of drie kruisjes als je vindt dat dit landschapstype in dat jaar onbelangrijk (x), minder belangrijk (xx) of erg belangrijk (xxx) in het landschap was.

Landschapstype -100 1200 1800BosHeideDorpAkkersBeemden/weiden

b. Geef aan in welke tijd het landschap het meest gevarieerd was en waarom je dat vindt.

2. Je ziet dat de menselijke activiteit in de loop van de eeuwen steeds uitgebreider wordt.a. Beschrijf de menselijke invloeden op het landschap in 1000, 1550 en 1920. Wat hebben de mensen met het landschap gedaan?

b. Zet al de menselijke activiteiten op een rij en geef aan of ze meer of minder variatie voor het landschap betekenden.

Menselijke activiteit Betekenis voor het landschap

3. In de afbeelding van 1980 zie je enkele ontwikkelingen die om meerdere redenen nu ongewenst zijn.a. Geef aan welke ontwikkelingen we bedoelen en waarom ze op milieutechnisch en natuurlijk vlak ongewenst zijn.b. Geef bij de ontwikkelingen uit vraag a welke argumenten er in 1980 gespeeld kunnen hebben om tot deze projecten te realiseren.

4. Het beeld van 1980 is verre van ideaal. Kijk er eens goed naar en beantwoord de volgende vragen:a. Welke problemen zie je als je naar de waterstaat van het gebied kijkt? Hoe zou je deze oplossen?b. Welke problemen zie je als je naar de ecologische structuur van het gebied kijkt? Hoe zou je deze oplossen?

5. Vragen bij de verschillende sub thema’sa. Wat treffen we in de meeste grafheuvels voor vondsten aan?b. Hoe is de bijzondere driehoekige vorm van dorpspleinen ontstaan?c. Welke belangrijk invloed hadden kloosters op de ontwikkeling van het landschap?d. Leg de structuur van een beekdalnederzetting uit en geef een voorbeeld.

Page 7: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

e. Leg uit wat Kampen zijn.f. Waardoor ontstaan stuifzanden?g. Hoe komt het dat er op sommige plaatsen alleenstaande kerktorens in het landschap staan?h. Wat versta je onder een Warandebos?i. Verklaar waarom in sommige steden de stationsstraat buiten de oude kern ligt.

CheckDeze opdracht wordt nabesproken.

Page 8: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Taak

3. Steden en hun ontwikkeling

planresultaat Je hebt een beeld van hoe

vooraf

werktijd

belang

Je maakt deze opdracht met de website www.thuisinbrabant.nl . Bestudeer hiervoor het hoofdthema Geschiedenis en het subthema: Vlekken en steden

Vlekken en stedenAl voor dat er steden waren had Noord-Brabant marktplaatsen, dorpen met een bovenlokale betekenis. Deze marktplaatsen hadden dikwijls vrijheidsrechten die ze meer armslag gaven. Ze werden vaak vlekken genoemd. Rond 1200 kreeg Noord-Brabant de eerste 'echte' steden die qua omvang groter waren dan marktplaatsen en die een grotere rol speelden in het bestuur. Dat gold ook voor Hollands Brabant dat geen deel uitmaakte van het hertogdom.De stichting van steden door de Brabantse hertogen dienden meestal hogere belangen dan alleen de lokale. Zo stichtte Hendrik I (1190-1235):

- 's-Hertogenbosch (ca. 1185), - Oisterwijk (1213), - Sint-Oedenrode en Eindhoven (beide 1232).

Die nieuwe stichtingen gingen ten koste van de ontwikkeling van oudere bestuurlijke centra zoals Oirschot en Hilvarenbeek.De stedelijke ontwikkelingen stagneerden in de tachtigjarige oorlog en kwamen pas in de 19de eeuw, met de opkomst van de industrialisatie en moderne verbindingen als de spoorwegen, op gang.Tegenwoordig is verstedelijking een verschijnsel dat zelfs op dorpen zijn stempel drukt.

OpdrachtOnder de subkopjes van dit thema vind je een korte schets van de meest Brabantse vlekken en steden. Kies uit de genoemde plaatsen er één of neem je eigen woonplaats (als het een stad is!). Beantwoord hiervoor de onderstaande vragen

1. Beschrijf in 200 woorden de natuurlijke omgeving van je gekozen plaats. Neem als uitgangspunt net als bij het zanddorp de periode rond 100 voor Chr. Zoek informatie op de site: http://vkc.library.uu.nl/vkc/archaeology/SiteCollectionDocuments/Cursus%20Archeologie%20en%20Utrecht/Ontgonnen%20Verleden,%20regiobeschrijvingen%20per%20provincie,%20LNV%202009/Noord-Brabant.pdf.Zoek je regio en vind de beschrijving van je gekozen plaats.

2. Geef in het kort aan hoe je gekozen plaats is ontstaan.

Page 9: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

3. Bekijk je plaats op www.atlas1868.nl. Geef aan welke bijzondere ontwikkeling je opvalt vanaf 1868 tot aan 1945. Kijk hiervoor op www.thuisinbrabant.nl bij “Vlekken en steden” en daarna “Steden van 1800-1945” en zoek uit wat van toepassing is.

4. Vergelijk de situatie in 1945 met die van nu. Geef weer aan welke bijzondere ontwikkelingen je opvallen. Kijk hiervoor op www.thuisinbrabant.nl onder Steden ná 1945 en zoek uit wat van toepassing is.

Voor goede topografische kaarten over de laatste 200 jaar kun je terecht op www.topotijdreis.nl.

Page 10: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

taak

4. Structuurvisie Noord Brabant

plan

resultaat Je hebt inzicht in de opbouw en de uitwerking van de provinciale structuurvisie

vooraf bespreken visiewerktijd 2 lesuren

belang Zie resultaat.

De provincie Noord-Brabant schetst in haar Structuurvisie ruimte de gebiedskenmerken van een regio in “Gebiedspaspoorten”. Allereerst worden de kenmerken van de natuurlijke basis beschreven en daarna de landschappelijke karakteristieken. Voor elk deelgebied worden tot slot de ambities aangegeven en hoe men die wil realiseren.

Elk groepje van twee leerlingen (of één leerling apart) maakt van een specifiek gebied een presentatie. Deze omvat 6 dia’s:

- dia 1: Opening met foto (toelichting gebied) - dia 2: de natuurlijke basis (bodem en water) - dia 3: het landschap (ontginning en modern) - dia 4, 5 en 6: de drie belangrijkste ambities en mondelinge toelichting hoe deze

worden bereikt

De volgende gebiedspaspoorten staan in de uitwerking van de structuurvisie:1. Zeekleigebied2. Land van Heusden en Altena3. Maaskant4. Maasvallei5. Brabantse wal6. West Brabantse Venen7. Langstraat8. Baronie9. Meierij10. Kempen11.Peelland12. Peelkern

Ga naar de site www.brabant.nl en zoek onder “uitwerking gebiedspaspoorten”.

check & actPresentatie en hand-outs in dossier.

Page 11: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

taak

5. Structuurvisie gemeenten

plan

resultaat Je hebt inzicht in de opbouw en de uitwerking van de gemeentelijke structuurvisie

vooraf bespreken visiewerktijd 2 lesuren

belang Zie resultaat.

Doen1. Kies een gemeente waarvan je de structuurvisie op internet zoekt. Indien mogelijk

open je een samenvatting of een publieksfolder. Beantwoord de volgende vragena. Wat is een structuurvisie?b. Waarom maakt je gemeente een structuurvisie?c. Over welke onderwerpen gaat de structuurvisie?d. Wat betekent een structuurvisie voor de burgers?e. Kun je op een of andere wijze je mening over een (ontwerp) structuurvisie laten

meewegen?2. Van een structuurvisie moet een planMER gemaakt worden. Wat houdt dit in?3. Wat is (zijn) in grote lijnen de ambitie(s) van de gemeente?4. Wat zegt het plan over natuur en landschap? Geef dit zo concreet mogelijk aan.5. Noem drie grote projecten die in je gemeente worden voorzien en geef kort per plan

een uitleg over wat het inhoudt.

check & actBeantwoord de vragen en neem de antwoorden op in je dossier.

Page 12: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

taak

6. Provinciale Verordening

planresultaat

vooraf

werktijdbelang

Doen

check & actBeantwoord de vragen en neem de antwoorden op in je dossier.Open de Verordening ruimte 2014 Regels, van de provincie Noord-Brabant in Hoofdstuk 2 en lees artikel 3.1 (Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit) en 3.2. (Kwaliteitsverbetering van het landschap)

1. Formuleer in eigen woorden de tekst van Artikel 3.1 lid: 1, 2, 3. Doe dit ook voor Artikel 3.2 lid 1, 2, 3

Artikel, lid Eigen woorden3.1.1a3.1.2 a en b3.1.3 a, b en c3.2.13.2.2 a en b

2. Geef aan wat deze artikelen betekenen voor een gemeente die:a. Een industrieterrein wil gaan ontwikkelen in een open landbouwpolderb. Een veehouderij wil laten uitbreiden in een gesloten groen gebied.c. Een stadswijk wil bouwen in een polder beneden zeeniveau.d. Een weg wil aanleggen door een natuurrijke omgeving.

check & actZie antwoordenblad, centraal behandelen. Voor vraag 2 discussie in groepjes.

Page 13: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

taak

7. Het bestemmingsplan

plan

resultaatJe kunt in de bestemmingsplanregels opzoeken op bepaalde activiteiten toegestaan zijn of niet

vooraf

werktijd

belangJe kunt de eerst ruimtelijke check voor een omgevingsvergunningaanvraag behandelen

Bij de vraag of een project op een locatie doorgang kan vinden staat in eerste instantie het bestemmingsplan centraal. Vaak worden projecten gefaseerd ingediend om eerst de toetsing aan het bestemmingsplan af te wachten. Is (één van de) voorgenomen activiteit(en) in het project strijdig met het bestemmingsplan, dan bestaat de kans dat dit een breekpunt voor het hele project betekent.

In deze taak gaan we een aantal projecten, die uit één of meer activiteiten bestaan, toetsen aan de eisen van het geldende bestemmingsplan. Vaak is voor een dergelijke activiteit ook een omgevingsvergunning nodig. Met de toetsing aan het bestemmingsplan kun je al snel zien of je voorgenomen activiteit überhaupt is toegestaan.

Gebruik www.ruimtelijkeplannen.nl en zoek voor elk van de onderstaande situaties het antwoord op de vragen. Het zijn 13 vragen in totaal.Licht steeds toe hoe je aan je antwoord komt.

Page 14: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Bestemmingsplan Buitengebied: gemeente HeusdenGa naar gemeente Heusden/Giersbergen X138388 – Y 407611

Vraag 1. Mag ik in het agrarisch gebied een verdwenen sloot opgraven?Vraag 2. Mag ik er een rij eikenbomen langs planten?Vraag 3. Mag ik er een heemtuin aanleggen en een container plaatsen voor het gereedschap?

Bestemmingsplan Bedrijventerrein: gemeente SchijndelGa naar gemeente Schijndel X160444 – Y402448

Vraag 4. Mag ik op dit industrieterrein een internetverkooppunt vestigen. Vraag 5.Ik wil een opslaghal (1500m2) huren en daarin allerlei producten op afhaalbasis of via verzending aan afnemers verkopen. Mag dit?

Page 15: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Bestemmingsplan Woonwijk: Landgoed Driessen WaalwijkGa naar gemeente Waalwijk X130956 Y410140

Vraag 6. Mag ik een bijgebouw plaatsen van 6m x 4m op achtererf (wonen)

Bestemmingsplan Binnenstad: ’s HertogenboschGa naar de binnenstad ’s Hertogenbosch: De Parade X149512 - Y410940

Vraag 7. Kan er een dames- en herentoiletruimte op de Parade geplaatst worden?

Page 16: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Bestemmingsplan Buitengebied: gemeente VughtZoek het volgende bosgebied in het bestemmingsplan.X146731 – Y405221

Vraag 8. Je wilt hier een uitkijktoren van 20 meter hoog bouwen, mag dit?Vraag 9. Je wilt een parkeerterrein ernaast aanleggen. Mag dit?

Bestemmingsplan Buitengebied gemeente BoxtelKies een bouwblok in het agrarisch gebied. X148243 – Y400415

Vraag 10: Ik wil op een agrarisch bouwblok een tweede woning voor mijn ouders bouwen. Mag dit?

Page 17: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Bestemmingsplan Buitengebied landgoederen TilburgGa naar het bos De Oude Warande X130461 – Y397155

Vraag 11. Mag ik in dit bos een kunstwerk van 2,70 m hoogte plaatsen?Vraag 12. Mag ik voor het plaatsen van het kunstwerk een stukje bos kappen?

Bestemmingsplan Buitengebied Loon op ZandGa naar dagrecreatiegebied Het Blauwe Meer X132402 – Y402683

Vraag 13. Mag ik hier een springschans voor waterskiën bouwen van 3,5 m hoog?

Page 18: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Taak

8. Leesbaar Landschap

plan

resultaatDe kunt vier kenmerken van een landschap waarnemen en interpreteren om zo een landschap te leren waarderen.

vooraf

werktijd

belang

In de bijlage vind je de bij deze taak de toelichting. Hier nu de opdracht.

Opdracht landschapswandeling

Om een ieders inbreng zo goed mogelijk aan bod te laten komen, wordt deze eerste wandeling in koppels van 2 of 3 mensen gemaakt. Je gaat naar buiten om daar de afgesproken route te gaan lopen en op de afgesproken waarnemingspunten stil te staan (zie §2.3). Bouw op het waarnemingspunt de oefening als volgt op:

1. Je eerste indruk ('vers van de lever') Neem even tijd voor een eerste indruk. Ook al kent je het gebied al goed, probeer te kijken alsof het de eerste keer is (vandaag is immers een andere dag dan gisteren ....). Wissel dit uit met elkaar en hou het in herinnering. Misschien wordt de eerste indruk versterkt tijdens de wandeling, misschien neemt je beeld een andere wending.

2. Aanscherpen van je waarneming Scherp je waarneming met behulp van de vier brillen. Gebruik daarbij de landschapsleeskaart of de vier lijsten met vragen over de samenhangen. Ondervraag elkaar hier over, want samen zie je meer dan alleen. Wat is er op deze plek te lezen over het landschap? Welke samenhangen zijn zichtbaar? Laat je niet verleiden volledig op te gaan in de kennis die jij of anderen al hebben. Blijf de vraag stellen: wat zie ik hier en wat zegt het me? Dit wil niet zeggen dat je je kennis niet mag gebruiken. Zorg dat het betrekking houdt tot datgene dat je waar kunt nemen met je zintuigen of durf je kennis ter discussie te stellen. (= Reflectie op je eigen waarnemen en denken.)

3. Bewust waarderen Hoe waardeer je dat wat je waarneemt in het landschap? Heb je er een oordeel over? Probeer te achterhalen welk referentiebeeld je gebruikt om tot dit oordeel te komen. Is het bijvoorbeeld een idee over de kansen voor de natuur, is het een idee over orde of zorgzaamheid, een idee over economisch reilen en zeilen? Is het een gevoel, een

Page 19: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

herinnering, een nog vage associatie? Probeer het expliciet te maken door elkaar hier naar te vragen. "Je zegt dit nu wel, maar waarom zeg je dat?" (= Reflectie op je eigen proces van waarderen.)

Uitwerking1. Kijk goed rond en neem de omgeving in je op. Noem minstens 5 aspecten die je

opvallen. Het maakt niet uit welke als ze maar een relatie met het landschap en jouw beleving hebben.

2. Gebruik nu de landschapsleeskaarten. Werk de vier kaarten grondig uit. Gebruik zo veel mogelijk variabelen. In het voorbeeld zijn er liefst 33 genoemd! Kleed je verhaal aan met foto’s als verduidelijking.

3. Definieer een aantal variabelen als mogelijke waarderingspunten. Je kunt hierbij denken aan: zeldzaam, gaaf, typisch voor de streek, opvallend, etc. Zaken als mooi of duur zeggen niet veel. Maak aan de hand van je waarderingspunten een overzicht van het landschapsbeeld dat je onderzocht hebt. Ben niet bang dat het persoonlijk wordt. Jij bepaalt de waardering. Geef geen punten maar maak een omschrijving van je waardering.

Page 20: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Taak

9. Gebiedsvisie Groene Woud

plan

resultaatJe krijgt een beeld van wat leeft in een gebied, wat men als visie heeft en hoe je dit zou kunnen realiseren.

vooraf Inleiden van de visie door de docentwerktijd 1 lesblok met huiswerk

belang Zie resultaatDe gebiedsvisie vind je in de Ontwikkelingsvisie 2011-2015 onder: http://www.hetgroenewoud.com/applications/hetgroenewoud/files/documenten/Ontwikkelvisie_HGW_2011-2025_definitief.pdf

A.InleidingWe scrollen eerst eens door de visie en beantwoorden de volgende vragen:1.Hoe ziet men de invulling van de 3 P’s voor duurzame ontwikkeling in HGW? (blz 5)2.Welke drie kernkwaliteiten worden onderscheiden? (blz 11 en verder)

B. De VisieIn deze taak gaan we uitzoeken hoe de visie op de ontwikkeling van de verschillende schillen gerealiseerd zou kunnen worden. Je brengt in beeld welke maatregelen er op allerlei vlakken moeten worden genomen om de doelen uit de visie te halen in 2025.Hoe pak je dit aan?Maak een tabel met de doelen per schil. Let hierbij op de werkwoorden die gebruikt worden. Denk aan verbreden, verbinden, versterken, herstellen, slopen, aanleggen, beheren en dergelijke. Geef ook aan welk thema bedoeld wordt met het werkwoord. Zoiets als stallen slopen, fietspaden aanleggen, landbouw verbreden, natuur beheren, etc.

Groep 1. gaat in beeld brengen hoe de visie van het Natuurhart van Het Groene Woud (1e schil) gerealiseerd zou kunnen worden.

Groep 2. gaat in beeld brengen hoe de visie op het Cultuurlandschap van Het Groene Woud (2e schil) gerealiseerd zou kunnen worden.

Groep 3. Gaat in beeld brengen hoe de Verankering van de omliggende steden in Het Groene Woud (de 3e schil) gerealiseerd moet worden.

C. De Projecten1. Iedere groep gaat hierna naar de Website www.hetgroenewoud.com kiest “projecten” en zoekt naar de projecten die bij jouw visie passen. Kies hieruit 5 voorbeelden en geef kort aan waarom dit project op de visie past.2. Tot slot kijk je nog eens naar je gekozen projecten en vergelijk deze met de programmalijnen (blz 9). Geef aan waarom jij vindt dat deze initiatieven topprojecten zijn of niet.

Page 21: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

Taak

10. Thema’s uit Streekontwikkeling

plan

resultaatJe hebt een werkstuk gemaakt waarin je één van de regionale thema’s hebt uitgewerkt en kunt presenteren

voorafUitgebreide oriëntatie op de streek en het thema dat je wilt gaan onderzoeken

werktijd

belang Dieper inzicht in een belangrijk streekthemaSchetsen voor eindwerkstuk Streekonderzoek

1. Landgoederen: wat zijn het, wat is hun wettelijke status, hoe kun je er een stichten, beschrijf uitvoerig een voorbeeld.

2. Landinrichting: wat is het doel, hoe is de procedure, wat zijn de voor- en nadelen, beschrijf een voorbeeld.

3. Nationaal park: wat is het, hoe wordt het bestuurd, wie heeft er voordelen van, wat is de natuurkant en welke kanten zijn er nog meer?

4. Dagtoerisme: Hoe is het toerisme regionaal en lokaal geregeld, wie zijn de deelnemers in een toeristische dienst, kies een voorbeeld stad of dorp en beschrijf de dag toeristische mogelijkheden en hun relatie tot de omgeving.

5. Bijzonder landschap: welke streekorganisatie is er, wie zijn de deelnemers, hoe kan ik een project indienen, welke ondersteuning is er, beschrijf een voorbeeldproject en belicht het van zo veel mogelijke kanten

6. Streekproducten: wat zijn de bijzondere kwaliteiten van de producten die in een streek geproduceerd worden, hoe wordt er aandacht voor gevraagd, welke afzet mogelijkheden worden aangeboden, geef een voorbeeld van een streekproduct en beschrijf de introductie, de productie en de verkoop

7. Verblijftoerisme: Hoe is het toerisme regionaal en lokaal geregeld, wie zijn de deelnemers in een toeristische dienst, kies een voorbeeld stad of dorp en beschrijf de verblijf toeristische mogelijkheden en hun relatie tot de omgeving.

8. Natuurgebieden: welke natuurgebieden zijn er regionaal, wat is hun natuurlijk belang, hoe worden ze gepromoot, in welke mate heeft de natuur voordeel bij de streekontwikkeling, geef een voorbeeld en beschrijf het

9. Dorpsontwikkeling: welke dorpen en steden doen mee in de steekorganisatie en hoe, op welke wijzen hebben ze iets gemeenschappelijk in de streekprojecten, op welke terreinen biedt de samenwerking in de streekorganisatie geen contactpunten, geef een voorbeeld van een dorp of stad en beschrijf de betrokkenheid bij de streek.

10. Presentatie: hoe presenteert zich een streek via papier en digitaal, waar wordt aandacht voor gevraagd, welke grotere thema’s worden uitgelicht, kies een voorbeeld gebied en breng de promotie in beeld.

Page 22: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

taak

11. Zorgvuldig Ruimtegebruik

plan

resultaat Je leert op een gestructureerde en snelle wijze een landschap beoordelen (Quick Scan) op geschiktheid voor een functie

vooraf uitleg taakwerktijd 1 lesblok met huiswerk

belang Zie resultaat

In een gemeente in Het Groene Woud leeft het idee om de provincie te verzoeken in aanmerking te komen voor de ontwikkeling en aanleg van 50 ha industrieterrein. De gemeenteraad heeft hiertoe besloten en een wethouder heeft jou als ambtenaar ruimtelijke ordening met een eerste onderzoekje of quick scan belast.Waar vind je hiervoor de meest geschikte plaats? Misschien is er die in jouw omgeving helemaal niet. Niet op mijn boerenland, niet in mijn natuur, niet te dicht bij mijn woning, niet op een onbereikbare plaats; je hoort de reacties in verschillende overlegcommissies al: Not In My Back Yard. Maar wat is dan wel een geschikte plaats? Die beslissing kun je eigenlijk pas nemen als je van verschillende gebieden hun waarden in beeld hebt gebracht en of ze aan de hand daarvan opgeofferd mogen worden voor een andere functie. Je kunt dan een keuze maken welk gebied je voor die andere functie aanwijst. In veel gevallen werden hiervoor in het verleden alleen sociale of economische argumenten gebruikt. Tegenwoordig moet voor een functieverandering van gronden een veel uitvoerigere afweging gemaakt worden.In deze opdracht breng je een oppervlak van ca 50 ha in beeld. Je draagt gegevens aan die de waarden van het gebied kunnen verduidelijken. Hiermee kun je uiteindelijk een waardeoordeel vormen. De ingrepen die er dreigen plaats te vinden kun je daarna vertalen in gevolgen voor de aangetroffen waarden. Dit gebeurt in de praktijk in het zogenaamde Milieu Effect Rapport (MER). Zo ver gaan wij hier niet, onze opdracht bevat slechts de inventarisatie en de waardebepaling en dat doen we in een Quick Scan.DoenWe voeren in deze opdracht een Quick Scan van een gemeente naar keuze uit Het Groene Woud uit om een eerste indruk te krijgen van de mogelijkheden om een gebied van ca 50 ha als industriegebied aan te wijzen. 1. Maak een keuze voor een gemeente en voor 50 ha open gebied in de betreffende gemeente. Geef het gebied door een arcering aan op de topografische kaart. Het nieuw te bestemmen gebied moet op dit moment niet in gebruik zijn als industriegebied of woonwijk; natuur of agrarisch gebied is dus prima. Beschrijf in het kort je argumenten voor deze keuze. 2. Beschrijf de drie landschappelijke aspecten of lagen voor het door jouw aangewezen deel van je gemeenteoppervlak. 3. Beredeneer of op het door jou in eerste instantie gemaakte keuzegebied op een verantwoorde wijze een industrieterrein ontwikkeld kan worden. Weeg hiertoe de argumenten uit laag 1 af ten opzichte van die uit laag 2 en 3. Vergelijk je keuze met de mogelijkheden tot

Page 23: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

de aanleg van een industrieterrein zoals gegeven in de Provinciale Verordening Ruimte (www.brabant.nl zie onder beleidsdossiers).4. Maak een power-point presentatie waarin je de quick scan aan de gemeenteraad kan presenteren. Je brengt hierin de voor en nadelen van de aanwijzing naar voren. Gebruik naast tekst ook digitale afbeeldingen en foto's. Maak niet meer dan 10 dia's. Mail de presentatie naar de coördinerende docent. CheckOnderzoek in de literatuur, op internet en via kaartmateriaal de landschappelijke achtergrond van je kaartdeel.

Dia 1 InleidingVraagstelling van het onderzoek, gebiedskeuze met argumenten, ligging op kaart met aanduiding van gemeente en onderzoeksgebied.

Dia 2/3/4/5 Laag 1: Het natuurlijk landschap en de levende natuurAardkundige elementen en patronen volgens de Aardkundige Waardenkaart, de geomorfologische kaart en de geologische kaart. (breuken, steilkanten, heuvels, bolle akkers, dalen, natuurlijke beken, rivieren etc.)

De verschillende natuurgebieden die aan je gebied grenzen of er deel van uitmaken in vogelvlucht. De natuurbeheertypen die in de natuurgebieden zijn aangegeven met een korte toelichting.

Eventueel voorkomende habitats uit de habitatrichtlijn: nummer en toelichting en de belangrijkste soorten die in je gebied voorkomen.

Belangrijke andere natuurwaarden die in je onderzoeksgebied voorkomen.

Dia 6/7 Laag 2: NetwerklaagOverzicht van de infrastructuur en de (on)mogelijkheden die deze opleveren voor je project. (wegen, kanalen, spoorwegen, leidingen, etc)

Dia 8/9 Laag 3: BewoningslaagOverzicht van de cultuurhistorische elementen en patronen volgens de CHW kaart (oude wegen en waterlopen; oude gebouwen; historisch groen, etc.)

Overzicht van de woonwijken, industrieterreinen, recreatiegebieden en andere ruimtelijke zaken van enige omvang die een relatie (kunnen) hebben met je project.

Dia 10 BesluitResultaten van de quick scan over de drie lagen. Welke waarden vallen op en bepalen mede de keuze?Discussie en conclusies.

Page 24: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

taak

12. Excursie Loonse en Drunense Duinen

plan

resultaat Je hebt inzicht in hoe een goede veldexcursie opgezet en uitgevoerd moet worden

voorafwerktijd Lesblok en hele dag excursie

belangdoTijdens een veldexcursie voor M42 en O 42 besteden we aandacht aan de volgende zaken:

- Ontstaan landschap- Toelichting gebiedszaken- Bodem, waterkundige en omgevingsaspecten- Ecosysteemzaken, soorten, biotopen- Landschappelijke kwaliteiten

De uitwerking ervan vindt vooraf plaats en in het veld staan we stil bij een toelichting die door verschillende groepjes verzorgd gaat worden.

Groep 1:Toelichting gebiedszaken: (10 min)Oppervlakte, eigenaar, kenmerken, ligging, bestuur en organisatie, knelpunten en kansen, waarden, etcDeze toelichting wordt gegeven bij de start van de excursie, liefst op de locatie van een informatiepaneel.

Groep 2Ontstaan van het landschap (10 min)Landschapvormende processen, tijdsperioden, geologische achtergrond, landschapsontwikkeling door de eeuwen heen, fysisch geografisch landschapstype, kenmerken, waarop moeten we letten,

Groep 3Bodem, water en omgevingsaspecten (20 min)Bodemprofiel met toelichting, bodemprocessen, grondsoort met kenmerken, grondwaterstand, type grondwater, enkele metingen van grond en/of oppervlaktewater, bodem en waterkwaliteitsaspecten. Ook is een geluidsmeting mogelijk.

Groep 4 t/m 8Natuuraspecten (per ecotoop) (5 x 10 min)Biotopen, soorten planten en dieren, abiotische aspecten, successie, beheer, natuurwaarden als ouderdom, vervangbaarheid, kenmerkendheid, zeldzaamheid en biodiversiteit.

Page 25: Wikiwijs · Web viewOver dit 'oerlandschap' modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen. In het hoofdstuk Landschap

- deelgebied 1 (open stuifzanden)- deelgebied 2 (overgangszones met mossen, zeggen, grassen en korstmossen)- deelgebied 3 (heide)- deelgebied 4 (bos met naaldhout)- deelgebied 5 (fortduinen en randwallen, loofhout)

Groep 9Landschapsaspecten (10 min)Leesbaar landschap verticale en horizontale samenhang, seizoensaspecten, historische samenhang.

We vertrekken aan de westzijde van het natuurgebied en lopen naar het oosten van de Roestelberg naar Giersbergen. De tocht is ongeveer 5 km maar voert dwars door het stuifzand en over vele zandheuvels. We hebben 8 stops waar de groepen gelegenheid krijgen om uitleg te verzorgen. Het verhaal moet thuis goed voorbereid zijn anders sta je in het veld zonder tekst.

Benodigdheden:- Eten en drinken in een rugzak of iets dergelijks. We eten alleen op de rustpunten.

Roken doen we liefst helemaal niet. - Digitale hulpmiddelen alleen in het teken van plaatsbepaling. Wil je iets toelichten

vanuit een bestand mag dat ook. Het beste is een uitdraai van je verhaal op papier. - Goede wandelschoenen en aan het weer aangepaste kleding. Geen vakantiekleding als

korte broeken of iets dergelijks.- Iedere groepje heeft de benodigde spullen voor hun taal bij zich. Dus, grondboren, pH

meter, geluidsmeter, flora- en faunagidsen, handleiding landschap, biodiversiteitsmeetlat, etc. Alles in de rugzakken verdeeld over de groepsleden.

De docenten zullen ook uitleg geven en jullie wijzen op de aspecten van een goede en interessante excursieleiding. De beoordeling vindt vooral plaats op inzet: heb je je goed voorbereid, hoe presenteer je je als groepje in het terrein, kun je inspelen op onverwachte zaken en waarnemingen en dergelijke.

Tijdlijn:- Wandeling netto: 2 uur- Uitleg groepen: 2 uur- Uitleg docenten: 1 uur- Pauzes: 1 uur

Vertrek vanaf Roestelberg: 9.30 uur ( 9.00 uur op school vertrek)Aankomst Giersbergen: 15.30 uur (16.00 uur aankomst op school