WERKSTUK TOERISME WERKSTUK TOERISME AARDRIJKSKUNDE...

WERKSTUK TOERISMEWERKSTUK TOERISMEWERKSTUK TOERISMEWERKSTUK TOERISME AARDRIJKSKUNDE AARDRIJKSKUNDE AARDRIJKSKUNDE AARDRIJKSKUNDE ---- NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS KLAS KLAS KLAS KLAS 2IW2IW2IW2IW_______ Groepsleden: _____________________________________________________ Groepsleden: _____________________________________________________ Groepsleden: _____________________________________________________ Groepsleden: ______________________________________________

________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________

Brussel: atomium Parijs: Eiffeltoren Italië: Venetië Athene: Parthenon

Athene: Parthenon

Duitsland: Berlijn

Turkije: Aya Sofia

...| WERKSTUK TOERISME 2IW

1

AFSPRAKEN WERKSTUK AFSPRAKEN WERKSTUK AFSPRAKEN WERKSTUK AFSPRAKEN WERKSTUK 2IW2IW2IW2IW TOERISME TOERISME TOERISME TOERISME

Groepsleden: ____________________________________________________________________________________

Land: _________________________________________________________________________________________

Maak hieronder volgende afspraken:

bijeenkomsten Datum ? Waar ? Wat? Afwezig + reden?

Startdatum taak 20 januari 2014 klas Uitleg werkbundeltje

Eerste bijeenkomst

(tweede bijeenkomst)

Bespreking met leerkracht 17 februari 2014 PC-lokaal Proefversie tonen en bespreking

Powerpointpresentatie tonen + bespreken

Laatste bijeenkomst

Indienen taak 24 februari 2014 klas Uitgeprinte eindversie en powerpoint via smartschool

Datum klaspresentatie Ma 24 februari Nederlandse les

Di 25 februari Nederlandse les

Datum receptie Do 27 februari middag Klas 8 Hapje en drankje voor genodigden tussen 12.15u en 13u

Dit werkstuk loopt van wordt ingediend aan de leerkracht aardrijkskunde op 24 februari 2014

Handtekening, De leerkracht : De leerlingen :

Doelstellingen : - Ik kan veel opzoeken over mijn thema in de eigen omgeving.(bib, internet, …) - Ik kan een planning en een taakverdeling maken en mij eraan houden.

- Ik kan ZELFSTANDIG opzoeken. - Ik kan in GROEP samenwerken


2

STUDIEWIJZER WERKSTUK STUDIEWIJZER WERKSTUK STUDIEWIJZER WERKSTUK STUDIEWIJZER WERKSTUK 2IW2IW2IW2IW TOERISME TOERISME TOERISME TOERISME

ALGEMEEN CHECK

je levert een getypt werk af.

Je maakt een passende PowerPoint Presentatie voor de presentatie in de les Nederlands.

Presentatie in de les Nederlands: 20 minuten

OPDRACHT CHECK 1 Kies een land waarvoor je je het meest interesseert binnen EUROPA.

2 Bespreek je keuze vooraf met de leerkracht aardrijkskunde.

3 Zoek zoveel mogelijk documentatie en informatie betreffende het land van je keuze. (thuis, bibliotheek, documentatiecentrum, ambassade, internet, …)

4 Illustreer je werk met mooie duidelijke foto’s maar wees kritisch en gebruik enkel foto’s die je uitleg duidelijk illustreren.

5 Sorteer je documentatie. Als hulp krijg je een identiteitskaart op volgende pagina.. Die kan je helpen om je werk te structureren!

6 Schrijf vooraan een passende inleiding: Vertel waarom jullie groepje voor dit land gekozen hebben. Een zin of 5 is voldoende

7 Vermeld de bronnen achteraan. Bronnen zijn: de boeken, sites, plaatsen waar je je info hebt gehaald.

8 Wie doet wat en wanneer? Schrijf in de kolommen wie wat doet en wanneer. Zorg dat je goede afspraken maakt en meerdere keren samenkomt. 1 persoon bundelt alles, 1 persoon maakt de PowerPoint Presentatie.


3

NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS KLASPRESENTATIE NEDERLANDS CHECK 1 Maak een overzichtelijke PowerPoint presentatie. Hierin moeten de volgende zaken terug te vinden kunnen zijn.

( zie identiteitskaart aardrijkskunde ;spreektips + tips voor het maken van een PowerPoint presentatie )

o situering van je land op de kaart (je mag ook de wandkaart gebruiken)

o belangrijkste rivieren

o belangrijkste steden (eventueel havens)

o belangrijkste reliëfeenheden

o situering van 3 bezienswaardigheden (zeker deze die je bespreekt): natuurlijke en menselijke aantrekkingsfactoren

o bespreking van 3 bezienswaardigheden o korte bespreking klimaat en plantengroei + dieren aan de hand van een klimatogram o eventueel belangrijkste landbouwgebieden (en producten)

o eventueel belangrijkste industriegebieden (en producten)

o typische culturele elementen: eten, kledij, sport, staatshoofd, vlag, … 2 Je kan voor je presentatie zorgen voor de typische folkloristische klederdracht van dat land.


4

SPREEKTIPS NEDERLANDS SPREEKTIPS NEDERLANDS SPREEKTIPS NEDERLANDS SPREEKTIPS NEDERLANDS

1. Kies een gemakkelijke houding en sta stil als je spreekt: als je staat te wiebelen worden je luisteraars zeeziek!

Je mag natuurlijk wel ‘rondstappen’, gebruik de ruimte vooraan volledig.

Verduidelijk wat je wil zeggen met gebaren, prenten, PowerPoint, ….

2. Kijk naar je luisteraars, maak oogcontact. Kijk vooral naar je medeleerlingen en niet de hele tijd naar de leerkracht!

3. Spreek met een heldere en duidelijke stem: de meeste leerlingen spreken té stil en té snel! ‘Rammel’ je tekst niet af, maar las af en toe een

adempauze in, leg intonatie in je stem.

4. Zorg voor een duidelijke structuur:

* in de inleiding vertel je kort wat de bedoeling van je uiteenzetting is en waarover het gaat

* in het middendeel vertel je alles w at je kwijt wil over je onderwerp

* in het slot rond je af en herhaal je de belangrijkste zaken

5. Vorm geen te lange zinnen als je praat: vaak raak je onderweg ‘de draad’ kwijt. Voor je luisteraars is het vermoeiend naar ingewikkelde praat

te luisteren.

6. Je kunt een hulpschema met kernwoorden maken en voor je op tafel leggen. Kijk er zo weinig mogelijk naar, het geeft de indruk dat je alles

afleest.

7. Groet je publiek en bedankt hen achteraf voor de aandacht.

8. Vraag aan je publiek of ze nog vragen hebben.

9. De PowerPoint presentatie dient ter ondersteuning van je voordracht. Gebruik vooral beelden met kernwoorden

waaraan je je verhaal vast hangt (zoals op een spiekblaadje)


5

SPREEKOEFENING NEDERLANDS : SPREEKOEFENING NEDERLANDS : SPREEKOEFENING NEDERLANDS : SPREEKOEFENING NEDERLANDS :

TITITITIPS VOOR HET MAKEN VAN EEN POWERPOINT PRESENTATIE PS VOOR HET MAKEN VAN EEN POWERPOINT PRESENTATIE PS VOOR HET MAKEN VAN EEN POWERPOINT PRESENTATIE PS VOOR HET MAKEN VAN EEN POWERPOINT PRESENTATIE

1. Inhoudelijke aandachtspunten

• Eén (deel)onderwerp per dia

• Geen (grote) teksten opnemen, werk met stellingen of korte bondige teksten die alleen hoofdzaken bevatten.

• Gebruik eventueel hyperlinks om dia's te koppelen aan andere (tekst)bestanden.

• Gebruik per dia een afbeelding/tabel om informatie over te brengen

2. Lay-out/vormgeving

• Gebruik een tekstkop om het onderwerp van de betreffende dia te introduceren

• Gebruik opsommingtekens voor elke stelling/zin

• Gebruik een rustige achtergrond, zeker als de dia tekst bevat.

• Zorg dat de tekst niet onleesbaar wordt als je een achtergrondkleur of –patroon toevoegt.

• Voorzie afbeeldingen van een bijschrift.

• Neem in een dia niet al te grote objecten op; gebruik eventueel hyperlinks om dia's te koppelen aan een ander bestand.

• Wees zuinig met animaties. Een animatie waarin een tekst per letter de dia 'binnenschiet' is echt teveel van het goede.

• Pas een diaovergang consequent toe bij alle dia's binnen één presentatie.

3. Bestandsgrootte presentatie

• Zorg ervoor dat de definitieve presentatie kan geupload worden. Uploaden duurt erg lang, zorg dat het bestand zo klein mogelijk is.

• Zet de te gebruiken bitmapafbeeldingen (BMP) eerst om in een meer bescheiden

(GIF of JPG) formaat.

• Stuur je presentatie door naar de groepsleden op smartschool of bewaar ze op mijn documenten zodat je er steeds overal aan kan.


6

AARDRIJKSKUNDE : IDENTITEITSKAART LANDAARDRIJKSKUNDE : IDENTITEITSKAART LANDAARDRIJKSKUNDE : IDENTITEITSKAART LANDAARDRIJKSKUNDE : IDENTITEITSKAART LAND

TITEL

UITLEG

WIE ?

LOGBOEK

Tegen wanneer?

Opmerkingen?

ALGEMENE GEGEVENS

1

Algemeen:

Zoek de hoofdstad en

enkele grote steden

Wat zijn de buurlanden ?

Welke zeeën grenzen aan

jouw land ?

Oppervlakte

Bevolking

Afstand tot België

uurverschil

Taal (talen)

ras (sen)

Munt

Situeer dit alles op de kaart. De ligging in het gradennet.

Ten noorden ligt…, O, Z, W.

Hoeveel km² telt jouw land ?

Hoeveel mensen wonen er ?

Hoeveel km ligt jouw land van België ?

Uurverschil met België?

Welke taal spreken de mensen?

Welke ras?

Stel : Je hebt 100 euro, hoeveel is dat waard in de plaatselijke munt ?


7

TITEL

UITLEG

WIE ?

LOGBOEK

Tegen wanneer?

Opmerkingen?

2 Natuurlijke

aantrekkingsfactoren.

Situeer dit alles op de kaart

Som 3 grote rivieren op uit je land.

Heeft het land meren, merengebieden? Welke?

Horen er eilanden of eilandengroepen bij het land? Welke?

Welke gebergten vind je in jouw land ? Geef de naam van de hoogste top. Geef

ook zijn hoogte. Illustreer dit alles met passende foto’s

3 Menselijke

aantrekkingsfactoren

Voeg hierbij minstens 3 foto’s van de culturele rijkdom van dit gebied (steden,

monumenten, …)

4 Klimaat en plantengroei Voeg hierbij een klimatogram van een bekende stad.

Bespreek kort temperatuur en neerslag.

Tip: www.meteo.be (bij klimatogrammen onder klimaat)

Heeft het land bijzondere planten of dieren?

Afbeeldingen graag!

5 Uitvoer/invoer Som 3 producten op die uit jouw land uitgevoerd worden naar België.

Je kan altijd een paar van die producten zoeken in de winkel en de etiketten in

jullie werkje kleven.

6 Industrie Welke energiebronnen gebruikt het land? Bv. Aardolie, steenkool, …

Welke delfstoffen heeft het land? Bv. IJzererts diamant, … (zie atlas)

Steek er eventueel een kaart bij. Noem belangrijke industriesteden en situeer ze

op kaart. Welke industrie komt hier voor?


8

TITEL

UITLEG

WIE ?

LOGBOEK

Tegen wanneer?

Opmerkingen?

7 Landbouw Wat produceert de landbouw? Wordt er aan veeteelt gedaan? Is er nog visvangst?

8 Godsdienst *Geef de verdeling weer van de verschillende geloven onder de bevolking? Vb 70% hindoe, 30% christenen, * beschrijf 1 religieuze trekpleister uit het land. - vermeld het geloof - vermeld wat de betekenis is van deze trekpleister. Waarom willen de gelovigen het bezoeken? Aan wat herinnert deze plaats? - plaats er een foto bij Opm: maximum 2 blz. een kaartje met een korte uitleg is zeker voldoende.

9 Cultuur Zoek foto’s van mensen in traditionele klederdracht

Wat eten de mensen ?Welke huidskleur hebben de meeste mensen ?

Wat is hun nationale sport ?Illustreer dit alles met mooie foto’s.

10 Politiek Is jouw land een monarchie;een republiek of andere ?

Hoe heet het staatshoofd ? Foto ?

Kleef de vlag van je land in jouw werkje. (misschien vind je ook uitleg waarom

de vlag er zo uitziet)

11 Zoek minstens 3

bezienswaardigheden van

jouw land op.

Geef gepaste foto’s en een korte uitleg. Waarom zouden jullie deze plaats/

monument, … willen bezoeken. Waarom raad je dit aan aan je klasgenoten.

Wat vind je hierover terug in je folder?

Steek de bezienswaardigheden zeker in je PowerPoint presentatie


9

HULPBLAD BIJ HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK HULPBLAD BIJ HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK HULPBLAD BIJ HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK HULPBLAD BIJ HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK 1 werkstukindeling maken

Volg je identiteitskaart..

2 uitwerken van je werkstuk – de tekst

� JE KLADWERK

� Schrijf een passende INLEIDING .

� Volg de INDELING van je identiteitskaart.

� Weet wat je schrijft!

- Heeft het met het onderwerp te maken?

- Geen te moeilijke woorden of verklaring opzoeken en erbij schrijven.

- Het is niet de bedoeling dat je letterlijk overschrijft uit boeken of ander informatief materiaal. Als je wil knippen en

plakken van het net verwacht ik 1 stijl (lettertype en grootte, kleur, …). Moeilijke woorden worden onderstreept en

verklaard. Voeg een woordverklaring erbij. Tijdens de voorstelling is het mogelijk dat de leerkracht uitleg vraagt over de

betekenis van een moeilijk woord (je bent dus gewaarschuwd!).

� Bibliografie maken (= bronnen)

- titel en auteur van boeken

- titel en nummer van tijdschriften

- webadressen en links.


10

� IN HET NET TYPEN

� Verzorgd voorblad – titel van werk en auteurs vermelden.

� Blaadjes nummeren – bovenaan rechts.

� Inhoudstafel maken (komt achter het voorblad).

� Inleiding schrijven.

� Begrippenlijst met de verklaring van moeilijke woorden maken.

� Vergeet de bibliografie niet. (= bronnen)

� Vergeet de foto’s, tekeningen, tabellen en grafieken en kaarten niet! Schrijf onderaan de foto of kaart wat er getoond wordt.

3 afwerken van je werkstuk – vormgeving en zorg

� Beter niet nieten. . Hoofdletters niet vergeten!

� Titels onderstrepen . Commentaar bij foto’s

� In een map steken. . Pagina’s nummeren

4 weetjes

� Laat je werk eens lezen een volwassene … voor je het in het net schrijft en zeker voor je het indient.

� Problemen? Vraag het aan de leerkrachten.


11

CCCCHECKLIST WERKSTUK HECKLIST WERKSTUK HECKLIST WERKSTUK HECKLIST WERKSTUK 2IW2IW2IW2IW (samen invullen !!!)(samen invullen !!!)(samen invullen !!!)(samen invullen !!!) Zet een kruisje in de derde kolom als de opdracht volledig werd uitgevoerd.

1 Ik heb een passend voorblad gemaakt.

2 Ik heb een inleiding geschreven en die vooraan gestoken.

3 Ik heb een inhoudstafel gemaakt.

4 De pagina’s werden genummerd.

5 Ik heb de indeling van de identiteitskaart gevolgd.

6 Ik heb een begrippenlijst toegevoegd achteraan.

7 Ik heb een bibliografie bijgevoegd achteraan.

8 Ik heb 1 lettertype gebruikt.

9 Ik heb de titels genummerd, onderstreept en eenzelfde vorm gegeven.

10 Ik heb het werkje in 1 map gestoken.

11 Alle foto’s werden benoemd.

12 Ik heb de spellingscorrector gebruikt.

13 Ik heb ons werkje laten nalezen door een volwassen persoon.

14 Ik heb de zelfevaluatie persoonlijk ingevuld.

15 Ik heb de checklist samen ingevuld.

16 Ik heb een passende PowerPoint presentatie voor onze voordracht gemaakt.

17 Ik heb de spreektips nog eens aandachtig gelezen voor de voordracht.


12

EVALUATIE WERKSTUK 2IW door de leerlingEVALUATIE WERKSTUK 2IW door de leerlingEVALUATIE WERKSTUK 2IW door de leerlingEVALUATIE WERKSTUK 2IW door de leerling Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________

Vragen over de inhoud vraag Onderstreep je antwoord(en) Extra commentaar/ opmerkingen 1 Het bijhorende

boekje met de uitleg van de opdracht was

Voldoende Duidelijk

…

Onvoldoende Onduidelijk

…

2 De uitleg van de leerkracht was

Voldoende Duidelijk

…

Onvoldoende Ingewikkeld

…

3 Voorbereidingstijd voldoende onvoldoende

4 studiewijzer duidelijk niet duidelijk

5 Spreektips Nederlands

duidelijk niet duidelijk

6 Tips PowerPoint presentatie


7 identiteitskaart duidelijk niet duidelijk

8 Hulpblad bij het maken van een werkstuk


9 checklist duidelijk niet duidelijk


13

Vragen over de groep vraag Onderstreep je antwoord(en) Extra commentaar 10 Ben je tevreden

over je prestatie in de groep?

ja nee

11 In mijn groep was de samenwerking

goed Niet goed

13 Ik vond deze opdracht

te moeilijk te makkelijk Goed te doen Leuk Saai

… 14

Dit wou ik nog zeggen


14

ZELFEVALUATIE ZELFEVALUATIE ZELFEVALUATIE ZELFEVALUATIE WERKSTUK WERKSTUK WERKSTUK WERKSTUK 2IW2IW2IW2IW door de leerlingdoor de leerlingdoor de leerlingdoor de leerling: ____________________(Naam): ____________________(Naam): ____________________(Naam): ____________________(Naam)

Je beoordeelt jezelf tijdens het groepswerk: zet een kruisje in de passende kolom ja soms nee

1 Ik kwam goed voorbereid naar het groepswerk.

2 Ik bracht mijn taken op tijd tot een goed einde. Ik heb me gehouden aan de gemaakte afspraken.

3 Ik werkte enthousiast en actief mee tijdens het groepswerk.

4 Ik stimuleerde de anderen om enthousiast en actief mee te werken tijdens het groepswerk.

5 Ik kon opmerkingen/ kritiek verdragen zonder me aangevallen te voelen

6 Ik maakte op een aangename en beleefde manier opmerkingen om het werk van anderen te bespreken/ aan te passen.

7 Ik luisterde naar de opmerkingen van anderen en deed aanpassingen aan mijn werk waar nodig.

8 Ik probeerde met iedereen overeen te komen (ook al was dit niet altijd gemakkelijk).

9 Ik bewaakte de positieve relaties binnen de groep.

10 Ik herkende problemen en probeerde er gepast op te reageren.

TOT


15

PEEREVALUATIE PEEREVALUATIE PEEREVALUATIE PEEREVALUATIE WERKSTUK WERKSTUK WERKSTUK WERKSTUK 2IW2IW2IW2IW door de leerlingdoor de leerlingdoor de leerlingdoor de leerling: ____________________(Naam): ____________________(Naam): ____________________(Naam): ____________________(Naam)

Je beoordeelt de anderen tijdens het groepswerk: Antwoord met Ja (J), Soms (S) of Nee (N)

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Totaal

De

leerling

kwa

m go

ed

vo

orb

ereid n

aar h

et g

roep

swerk.

De

leerling

bra

cht zijn

take

n op

tijd

tot een

go

ed e

inde

.

De

leerling

we

rkte e

nth

ou

siast e

n

actief m

ee tijd

en

s he

t g

roep

swerk.

De

leerling

stimu

lee

rde

de

and

ere

n o

m e

nth

ou

siast e

n a

ctief

me

e te werken

tijde

ns h

et

gro

epsw

erk.

De

leerling

kon o

pme

rkinge

n/

kritiek verdrag

en zo

nde

r zich

aang

eva

llen

te vo

ele

n.

De

leerling

ma

akte

op e

en

aang

en

ame en

be

lee

fde

ma

nier

op

merkin

gen

om

he

t werk van

and

ere

n te

be

spre

ken/ a

an

te

passen

.

De

leerling

luiste

rde

na

ar d

e

op

merkin

gen

van

and

eren

en

d

eed aanp

assin

ge

n a

an

zijn w

erk w

aa

r no

dig

De leerling prob

ee

rde

me

t

iedereen

overe

en

te ko

men

(ook

al wa

s dit n

iet a

ltijd g

em

akke

lijk)

De leerling be

wa

akte

de

po

sitieve relaties b

inn

en

de

gro

ep

.

De leerling he

rkend

e pro

blem

en

en p

robe

erde e

r gep

ast o

p te

rea

geren

.

Naam Leerling :

Naam Leerling :

Naam Leerling :


16

EVALUATIE AARDRIJKSKUNDE 2IW door de leerkracht EVALUATIE AARDRIJKSKUNDE 2IW door de leerkracht EVALUATIE AARDRIJKSKUNDE 2IW door de leerkracht EVALUATIE AARDRIJKSKUNDE 2IW door de leerkracht /30/30/30/30 Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________

INHOUDELIJKE KWALITEIT 9 , 10 Sterk uitgewerkte inhouden – foutloos – sterke diepgang

7 , 8 Goed uitgewerkt – weinig fouten – diepgang is goed

5 , 6 Matig uitgewerkt – geregeld fouten – weinig diepgang

3 , 4 Te beknopt uitgewerkt – veel fouten – geregeld naast de kwestie

1 , 2 Slecht - onvolledig uitgewerkt – volledig naast de kwestie

DOCUMENTATIE 5 Zeer degelijk – gefundeerde documentatie

4 Goed gedocumenteerd

3 Matig gedocumenteerd

2 Te weinig documentatie

1 Geen documentatie

VERZORGDHEID 5 Zeer verzorgd

4 Verzorgd

3 Voldoende

2 Onvoldoende

1

Slordig


17

PERSOONLIJKE INBRENG

5

Alle afspraken werden nagekomen Alle taken werden uitgevoerd tegen de afgesproken datum Alle afspraken/ taken werden juist uitgevoerd Er was een goede communicatie met de groepsleden Er was een goede communicatie met de leerkracht Er was luisterbereidheid. Na opmerkingen werd er bijgestuurd.

4

Meestal werden alle afspraken nagekomen Bijna alle taken werden uitgevoerd tegen de afgesproken datum De meeste afspraken / taken werden juist uitgevoerd Er was meestal een goede communicatie met de groepsleden Er was meestal een goede communicatie met de leerkracht Er was luisterbereidheid. Na opmerkingen werd er bijgestuurd.

3

Meestal werden alle afspraken nagekomen Bijna alle taken werden uitgevoerd tegen de afgesproken datum De meeste afspraken/ taken werden juist uitgevoerd Er was niet altijd een goede communicatie met de groepsleden Er was niet altijd een goede communicatie met de leerkracht Er was niet altijd luisterbereidheid. Na opmerkingen werd niet altijd voldoende bijgestuurd.

2

Soms werden afspraken niet nagekomen Soms werden taken niet uitgevoerd tegen de afgesproken datum Soms werden afspraken/ taken niet juist uitgevoerd Vaak was er een geen goede communicatie met de groepsleden Vaak was er geen goede communicatie met de leerkracht Er was te weinig luisterbereidheid. Na opmerkingen werd niet voldoende bijgestuurd.

1, 0

Zelden of nooit werden afspraken nagekomen Zelden of nooit werden taken uitgevoerd tegen de afgesproken datum Te vaak/ nooit werden afspraken/ taken juist uitgevoerd Er was zelden of nooit communicatie met de groepsleden Er was zelden of nooit communicatie met de leerkracht Er was zelden / geen luisterbereidheid. Na opmerkingen werd er zelden /niet bijgestuurd.

EXTRA COMMENTAAR OVER

PERSOONLIJKE INBRENG


18

POWERPOINTPRESENTATIE

4 , 5

Inhoudelijke aandachtspunten

• goed gekozen dia(‘s) per beeld.

• korte bondige teksten die alleen hoofdzaken

bevatten.

Less is more !

Lay-out/vormgeving

• een tekstkop om het onderwerp van de betreffende

dia te introduceren

• rustige achtergrond

• goed gekozen met animaties.

• sobere diaovergang

2 , 3


• meestal goed gekozen dia(‘s) per beeld.

• redelijk goed gekozen teksten

Lay-out/vormgeving

• eventuele achtergrond, animaties en diaovergangen

zijn niet overdreven.

0 , 1


Sommige dia’s en teksten zijn niet goed gekozen: te lang, niet relevant,

Lay-out/vormgeving

Er zit geen duidelijke lijn in je presentatie Je gebruikt te veel toeters en bellen


19

BEOORDELINGSFICHE SPREEKVAARDIGHEIDBEOORDELINGSFICHE SPREEKVAARDIGHEIDBEOORDELINGSFICHE SPREEKVAARDIGHEIDBEOORDELINGSFICHE SPREEKVAARDIGHEID NEDERLANDSNEDERLANDSNEDERLANDSNEDERLANDS /15/15/15/15 Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________Naam: _______________________________________________________

1 2 3 4 5

1. Technische aspecten (articulatie en uitspraak, tempo, toon en volume)

5. steeds verstaanbaar, verzorgde uitspraak, afwisselend tempo en volume

4. levendig, meestal gepaste spreektechniek, soms dialectische uitspraak

3. soms onverstaanbaar, aarzelend, bepaalde klanken steeds fout uitgesproken

2. vaak haperingen, soms te stil of onverstaanbaar, veel klanken dialectisch

1. onduidelijk, haast onverstaanbaar, te stil, eentonig, zeer dialectische uitspraak

2. Taal (woordkeuze, zinsbouw, vlotheid)

5. zeer vlot, goede afwisseling in zinsbouw en woordkeuze, standaardtaal

4. meestal vlot, soms fouten tegen zinsbouw of woordkeuze, grotendeels standaardtaal

3. pauzes, tamelijk vaak foute zinnen of verkeerd woordgebruik, soms dialect

2. veel onderbrekingen, geregeld fouten in zinsstructuur en woordkeuze

1. onvoldoende bij gebrek aan inzicht in woordkeuze en zinsbouw, streektaal

3. Non-verbaal gedrag (houding, oogcontact, mimiek)

5. heel zelfzeker en levendig, steeds contact met publiek, met oog voor details

4. meestal contact, levendig, verzorgd, slechts kleine onzekerheden

3. weinig oogcontact, niet erg levendig, beperkte expressie, nogal slordig

2. zichtbaar verlegen of nerveus, zeer weinig oogcontact of expressie, slordig

1. te gespannen, angst verhindert vlot functioneren, geen oogcontact


20

ZELFEVALUATIE spreekoefening ZELFEVALUATIE spreekoefening ZELFEVALUATIE spreekoefening ZELFEVALUATIE spreekoefening NEDERLANDSNEDERLANDSNEDERLANDSNEDERLANDS door de leerlingdoor de leerlingdoor de leerlingdoor de leerling: : : : _______________________________________________________________________________ (Naam)_______________________________________________________________________________ (Naam)_______________________________________________________________________________ (Naam)_______________________________________________________________________________ (Naam)

Je beoordeelt jezelf tijdens het groepswerk: zet een kruisje in de passende kolom ja soms nee

1 Mijn uitspraak was goed. Ik had geen dialectische uitspraak.

2 Mijn tempo was goed: ik sprak niet te vlug of te traag.

3 Mijn toon was levendig en niet eentonig.

4 Ik sprak niet te luid of te stil. Ik was goed verstaanbaar .

5 Ik sprak vlot, haperde niet. Er waren weinig of geen pauzes.

6 Ik gebruikte een afwisselende woordkeuze en zinsbouw.

7 Mijn houding was zelfzeker en levendig.

8 Ik maakte oogcontact met het publiek.

9 Ik was niet verlegen / nerveus of gespannen.

10 Ik gaf op een vlotte manier het woord door aan andere leerlingen.

TOT


21

PEEREVALUATIE spreekoefening PEEREVALUATIE spreekoefening PEEREVALUATIE spreekoefening PEEREVALUATIE spreekoefening NEDERLANDSNEDERLANDSNEDERLANDSNEDERLANDS 2IW2IW2IW2IW door de leerlingdoor de leerlingdoor de leerlingdoor de leerling: : : : ________________________________________________________________________________(Naam)________________________________________________________________________________(Naam)________________________________________________________________________________(Naam)________________________________________________________________________________(Naam)

Je beoordeelt de anderen tijdens het groepswerk: Antwoord met Ja (J), Soms (S) of Nee (N)

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Totaal

De uitspraak w

as goed. De

leerling had geen dialectische uitspraak.

Het tem

po was goed: de

leerling sprak niet te vlug of

te traag.

De toon w

as levendig en niet eentonig.

De leerling sprak niet te

luid of te stil. Hij w

as goed verstaanb

aar .

De leerling sprak vlot,

haperde niet. Er w

aren

weinig of geen p

auzes.

De leerling geb

ruikte een

afw

isselende woordkeu

ze en zinsbouw

.

De houding w

as zelfzeker

en levendig.

De leerling m

aakte oogcontact m

et het publiek.

De leerling w

as niet verlegen /nerveus of gespannen.

De leerling gaf op een vlotte

manier het w

oord door aan andere leerlingen.

Naam Leerling :

Naam Leerling :

Naam Leerling :

WERKSTUK TOERISME WERKSTUK TOERISME AARDRIJKSKUNDE...

Documents

Transcript of WERKSTUK TOERISME WERKSTUK TOERISME AARDRIJKSKUNDE...