WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

16
HAVO -VWO werkschrift  Op Ontdekking Inhoud Tijdbalk (2) | Stamboom (3) | Echt gebeurd (4 -5) Esther en Helena ( 6 -7) | De keuze van Wim (8 - 9) | De keuze van Theo (10 - 11) | Vaders keuze (12 -13) | Talkshow (14 -15) | Mensenrechten (16)

description

WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Transcript of WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Page 1: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

HAVO -VWO werkschrift Op Ontdekking

Inhoud Tijdbalk (2) | Stamboom (3) | Echt gebeurd (4 -5) Esther en Helena ( 6 -7) | De keuze van Wim (8 - 9) | De keuze van Theo (10 - 11) | Vaders keuze (12 -13) | Talkshow (14 -15) | Mensenrechten (16)

Page 2: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Tijdbalk

Hitler komt aan de macht in Duitsland en begint meteen joden te discrimi-neren.

Hitler maakt het leger steeds sterker. Er komen meer fabrieken en wegen. Veel Duitsers steunen hem.

1933 1935

Kristallnacht. Aanhangers van Hitler steken synago-gen in brand, vernielen joodse winkels en doden tientallen joden.

Het Duitse leger valt Polen binnen. De Tweede Wereldoorlog is begonnen.

1938 1939

Het Duitse leger valt Nederland binnen. Na vijf dagen strijd geeft Nederland zich over.

In Amsterdam en omge-ving wordt uit protest tegen de jodenvervolging massaal gestaakt.(februaristaking)

1940 1941

Het Japanse leger bezet Nederlands-Indië. Veel mensen worden in kampen opgesloten.

Het begin van de depor-taties (wegvoering) van joden. De razzia’s beginnen.

1942 - februari 1942 - juli

Eerste grote nederlaag van het Duitse leger bij Stalin-grad (Rusland). Veel mensen krijgen weer hoop dat Duitsland verslagen kan worden.

Het verzet in Nederland wordt steeds groter. De Duitse bezetter gaat strenger straffen.

1943 - januari 1943

Het geallieerde leger landt met schepen op de kust van Frankrijk (Nor-mandië). Het Duitse leger moet terugtrekken.(D-Day)

Het geallieerde leger is al bij Arnhem. Maar ze lijden een nederlaag bij de slag om de bruggen.

1944 - juni 1944 - september

In het westen van Neder-land heerst hongersnood. Meer dan 20.000 mensen sterven (hongerwinter).

Nederland wordt bevrijd.

winter 1944  -‘45 1945

Oma heeft me veel verteld, maar hoe zat het ook alweer? Wanneer gebeurde wat? Zet de nummers in het juiste vakje.

  1   2

  3   4

  5   6

  7   8

  9 10

11 12

13

14

Page 3: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Stamboom

Verdiepingsopdracht(bij de tijdbalk)

Zoek in je lesboek of op www.wikipedia.org (ga naar Nederlands) informatie over:1) 1914-1918 (Eerste Wereldoorlog)2) 1929 (Beurskrach)3) 1942 (Wannsee- conferentie)Leg per gebeurtenis in tien zinnen uit wat er toen gebeurde en op welke manier dat met het stripverhaal te maken heeft.

VerdiepingsopdrachtJouw familie

Maak een stamboom van jouw eigen familie en probeer er foto’s of kopieën van foto’s bij te plaatsen.Zoek uit wat jouw familie heeft meegemaakt in de oorlog. Herkennen ze dingen uit het stripboek? Het kan zijn dat jouw familie in die tijd in een land woonde waar geen oorlog was. Hoe hadden zij het, merkten ze iets van de oorlog? Maak een verslag van minimaal 200 woorden.

Kies jouw favoriete persoon uit de strip

Beschrijf in je schrift wat deze persoon gedaan en meege-maakt heeft in de oorlog. Leg ook uit waarom dit jouw favo-riete persoon is (maximaal 100 woorden).

Mijn moeder is de dochter van mijn oma, die de moeder is van…of was het andersom? Soms weet ik het ook niet meer! Help me en maak een stamboom van mijn familie. Schrijf de namen in de vakjes van de stamboom. Let op: van Helena zijn er drie plaatjes.

Helena (1) vader Helena (2) Wim Kees

Jeroen’s vader Jeroen moeder Helena (3) Theo Jeroen’s moeder

2 / 3

Page 4: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Echt gebeurd

Een van de meer dan 200 joodse kinderen die op  2 december 1938 in Enge-land aankwamen. Zij vluchtten voor het geweld tegen joden in Duitsland tijdens en na de Kristall-nacht (10-11 november). Hun ouders mochten niet meekomen. 

Ruth Wallage-Binheim (1925) ‘In 1938 was ik 13 jaar. Tijdens de Kristallnacht werd de winkel van onze ouders hele-maal in puin geslagen. Mijn vaders klantenkring bestond voor 98 procent uit niet-joden.

Niemand heeft de moeite genomen om hem te helpen. Mijn ouders wilden niet langer in Duitsland blijven. Mijn jongere zusje en oudere broer en ik zijn met één van de laatste kindertransporten naar Nederland gestuurd. Mijn ouders mochten niet mee. Zij probeerden papieren te regelen om met ons naar Amerika te vluchten. Dat lukte niet. Ik heb ze nooit meer gezien. Tijdens de bezetting zijn wij alle drie opgepakt. Mijn broer is omgekomen, maar mijn zus Hanna en ik hebben Auschwitz overleefd. Zonder elkaar hadden we het zeker niet gered.’

(Uit: ‘Naar Eer en Geweten’, pagina 83)

VraagLeg uit wat je opvalt aan deze getuigenis van Ruth Wallage.

Op 14 mei 1940 bombar-deerden Duitse vlieg-tuigen het centrum van Rotterdam. Een groot deel van de binnenstad werd verwoest. Toen de nazi’s dreigden ook andere steden te bombarderen gaf het Nederlandse leger zich over.

Dagboek van een studente uit Rotterdam, 20 jaar: ’We gaan allemaal weer de kelder in. Het is nu menens. Steeds weer komen de vlieg-tuigen opzetten. De bommen fluiten. We horen ze vallen en direct de vlammen knet-teren. Ieder moment kan de hele boel in elkaar storten en we zitten in doodsangst, niet wetend wat te doen. Het is ondraaglijk, dat je niets kùnt doen, alleen maar kan wachten en hopen dat je er nog tussen uit zult komen, dat van de regen bommen er

niet één voltreffer op ons huis zal komen. Het lijkt eindeloos te duren. Dan plotseling gilt er een bom vlakbij en volgt er een ontploffing. We houden het niet meer uit, we willen weg van deze vreselijke plek. En dan komen we buiten. Hoe lang zijn we in de kelder geweest? Drie kwartier? Een uur misschien? Toen het lucht-alarm begon was de stad er nog. En nu zien we tegenover ons een vuurgloed en rook en daartussen stukken muur, aan alle kanten knettert en kraakt het en storten huizen in’

(Uit: Dagboekfragmenten 1940-1945, pagina 28)

VraagLeg uit wat je opvalt aan dit dagboekfragment.

 1

2

Page 5: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Bijna alle 107.000 joden in Nederland die gearres-teerd werden, gingen eerst naar het kamp Westerbork in Drenthe. Daar vertrok bijna elke week een trein met ongeveer 1000 joden naar Polen. Daar wachtte hen bijna zeker de dood.

Dagboek van Philip Mecha-nicus (54 jaar), journalist, gevangene in Westerbork:‘Het vertrek is tenslotte toch veel pijnlijker dan wij allen tezamen dachten. Geen pen vermag uit te drukken wat er eigenlijk gebeurt voor en op zo’n dag van zo’n transport.

In alle raamopeningen, klein vierkant, opeengedrongen mannen en vrouwen die de vertrekkenden een laatste groet toeroepen. Zij ballen de vuisten in machteloze woede. Het gevoel van onrecht, dat de hele week gesluimerd heeft, ontwaakt plotseling en hevig bij het gezicht van de ontvoering van hun lotge-noten.Een fluitsignaal kondigt het vertrek aan. De trein schuifelt weg als een fantoom, als een boekje van levende beelden, gaat het voorbij, - voor het laatst heeft men oude, ver-trouwde gezichten gezien, voor het laatst een teken van leven opgevangen.’

(Uit: In Dépôt, pagina 285-286)

VraagLeg uit wat je opvalt aan dit dagboekfragment.

VerdiepingsopdrachtOp de website www.anne frank.nl/ontdekking staat meer informatie over de getuigenissen. Kies het verhaal dat je het meeste aanspreekt en beschrijf in maximaal 100 woorden waarom je dit verhaal hebt gekozen en waar het over gaat.

In februari 1941 werden in Amsterdam 427 joodse mannen opgepakt en naar het concentratiekamp Mauthausen overgebracht. Slechts één van hen over-leefde het.

Tijdens de Kristallnacht  op 9 november 1938 orga-niseerden nazi’s geweldda-dige rellen tegen de joden in Duitsland. Honderden synagogen en joodse winkels werden verwoest. Ruim 30.000 joodse mannen werden gearresteerd en opgesloten in kampen. 

De personen in de strip zijn verzonnen, maar veel in het verhaal is echt gebeurd. Zoek in de strip naar tekeningen die gebaseerd zijn op foto’s uit de oorlog en schrijf de paginanummers bij de foto’s. Lees daarna het verhaal van een getuige en beantwoordt de vragen.

3 4 / 5

45

Page 6: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Esther en Helena

Anne Frank (13 jaar) ‘Na mei 1940 ging het bergaf met de goede tijden: eerst de oorlog, dan de capitulatie en de inmars der Duitsers en de ellende voor ons joden begon. Jodenwet volgde op jodenwet en onze vrijheid werd zeer beknot. Joden moeten een jodenster dragen; joden moeten hun fietsen afgeven; joden mogen niet in de tram; joden mogen niet in een auto, ook niet in een particuliere; joden mogen alleen van 15.00 - 17.00 uur bood-schappen doen; joden mogen alleen maar naar een joodse kapper; joden mogen vanaf 20.00 uur ‘s avonds tot 6.00 uur ‘s ochtends niet op straat; joden mogen zich niet

in schouwburgen, bioscopen en andere voor vermaak die-nende plaatsen ophouden; joden mogen niet naar een zwembad, evenmin naar tennis-, hockey- of andere sportplaatsen; joden mogen niet roeien; joden mogen in het openbaar generlei sport doen; joden mogen na acht uur ‘s avonds niet meer in hun tuin zitten, evenmin bij hun kennissen; joden mogen niet bij christenen thuis komen; joden moeten naar joodse scholen gaan en al dergelijke meer. Zo ging ons leventje door en we mochten dit niet en dat niet.’ (Uit: Dagboek van Anne Frank, 20 juni 1942)

Beschrijf in je schrift wat Esther in de oorlog heeft gedaan en meegemaakt en leg uit wat je van haar vindt (maximaal 100 woorden).

Discriminatie

A)  Ga naar www.discriminatie.nl en zoek een goede definitie van het begrip discriminatie.  Schrijf de definitie op. 

B)  Geef ook een voorbeeld van discriminatie uit de strip.

 1

 2

Vraag:Welke van deze maatregelen vind je het ergste?Verklaar je antwoord. 

3

Esther en mijn oma Helena waren beste vriendinnen tijdens de oorlog. Het was niet altijd gemakkelijk om toen vrienden te zijn.

Page 7: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

VerdiepingsopdrachtStelling

‘Het was heel normaal dat Helena en Esther vriendinnen bleven tijdens de oorlog’. Ben je het met deze stelling eens? Geef een argument.

Ted Musaph-Andriesse (1927)‘Ik had veel niet-joodse vrienden en vriendinnen. In september 1941 moesten alle joodse kinderen naar een spe-ciale school. Toen dat in mijn HBS-klas bekend werd, heeft niemand van mijn klasgeno-ten ook maar iets tegen mij gezegd. Niemand vroeg zich openlijk iets af, laat staan dat iemand protesteerde. Ook toen ik later op de joodse

school zat heeft niemand van mijn oude schoolvrienden iets laten horen. Overigens lieten de leraren het er ook bij zitten... Wanneer ik van school naar huis liep vroeg ik mij af of mijn vader en moeder er nog wel zouden zijn. Voor hetzelfde geld waren ze opgepakt. Vrienden en vriendinnen had ik niet meer. Voor je op de joodse school vrienden kon maken waren die kinderen al weer weg. Verdwenen. De gezinnen waren eilandjes geworden. Je had geen contact meer met anderen. Dat was precies wat de Duitsers wilden, isoleren. ‘

(Uit: Naar Eer en Geweten, pagina 90. Zie voor het uitgebreide verhaal www.annefrank.nl/ontdekking)

Vraag:De ervaring van Ted op school was anders dan die van Esther. Wat is het grootste verschil?

4

A)  Kijk naar de drie plaatjes over de vervolging van joden. Zet ze in de juiste volgorde door er een nummer bij te zetten (1 t/m 3).

B)  Zet daarna deze begrippen onder het juiste plaatje1 – Deportatie2 – Isolatie3 – Moord

C)   De familie van Esther heeft geprobeerd om zich  te verzetten tegen hun  vervolging. Geef hiervan twee voorbeelden.

5

6 / 7

Page 8: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

De keuze van Wim

Beschrijf in je schrift wat Wim in de oorlog heeft gedaan en meegemaakt en leg uit wat je van hem vindt (maximaal 100 woorden).

Verzet

Geef een omschrijving van verzet en gebruik hierbij tenminste drie van de volgende begrippen: nazi’s, wetten, bezetting, terugvechten, gevaarlijk, illegaal.

Hiernaast zie je acht plaatjes uit de strip  die met verzet te maken hebben. 

A)  Zet het cijfer van de omschrijving bij het juiste plaatje.

1 Stiekem naar de radio luisteren (radio’s waren verboden omdat veel mensen naar Radio Oranje – de Engelse zender – luisterden)2 Hulp aan onderduikers (o.a. hulp aan joden, gezochte verzetsmensen en Arbeitseinsatz)3 Documenten vervalsen (o.a. vervalsen van persoonsbewijzen, Duitse stempels)4 Illegale pers (o.a. schrijven en drukken van verboden krantjes)5 Koerierswerk (o.a. rondbrengen van distributiebonnen, wapens en illegale kranten)6 Stakingen (stakingen als reactie op Duitse maatregelen)7 Spionage (o.a. militaire informatie verzamelen en aan de geallieerden doorgeven)8 Graffiti (o.a. anti-Duitse leuzen op muren kalken) 9 Gewapend verzet (o.a. overvallen op distributiekantoren, verraders doodschieten) 10 Sabotage (o.a. onklaar maken van spoorlijnen, telefoon-verbindingen, machines op het werk)

B)  Wat was volgens jou het gevaarlijkste om te doen  en waarom? En wat het minst gevaarlijk en waarom?

 1

 2

3

Wim deed wat de meeste Nederlanders niet deden. Hij ging in het verzet.

Page 9: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

VerdiepingsopdrachtGa naar www.annefrank.nl/ontdekking en lees het volledige verhaal van Geert de Jong. Beschrijf in 100 woorden wat Geert de Jong heeft gedaan en wat je daarvan vindt.

Geert de Jong (1926)‘Ik was zestien. Het verzet begon voor mij met kleine dingen. Mijn zwager vroeg mij een briefje weg te brengen, een pakje te bezorgen. Het was me heel duidelijk dat het om illegale zaken ging. Op een gegeven moment ben ik door mijn zwager gebombardeerd tot leider van een groepje snot-neuzen. Ik moet wel zeggen dat ik me aanvankelijk niet reali-seerde wat dat verzet allemaal inhield. Spanning en avontuur waren in het begin de redenen om mee te doen. Op die leeftijd doe je dingen die normaal verboden zijn. Daar zeg je toch geen nee tegen?’ Geert raakte betrokken bij spionage, sabotage en de liquidatie van een verrader. ‘Door de oorlog werd ik radi-caler. Op mijn zestiende vond

ik het spannend om illegale krantjes rond te brengen. Op mijn achttiende wilde ik iemand doden. Een mensen-leven had een andere waarde gekregen. Twee jongens uit onze groep waren doodge-schoten. Ik vond dat je iemand mocht doden. Het gebeurde zo vaak, het was oorlog.’(Uit: Naar Eer en Geweten, pagina 210-214)

Vraag ‘Ik vond dat je iemand mocht doden. Het gebeurde zo vaak, het was oorlog.’ Wat vind je van deze uitspraak van Geert de Jong? Ben je het er mee eens? Leg uit.

Stel je voor: in jouw klas zit een leerling die door de leraar oneerlijk wordt behandeld. Ze krijgt straf voor iets dat ze niet gedaan heeft. Je kan verschillende dingen doen. Wat lijkt het meeste op verzet?  Kruis één mogelijkheid aan.

p je doet niksp je bent het eens met de docentp je zegt dat je het er niet mee eens bent

A)  Heb je zelf wel eens zoiets meegemaakt en hoe is dat afgelopen?

B)   Noem een verschil en een overeenkomst tussen verzet plegen in de oorlog en opkomen voor iemand in de klas die oneerlijk wordt behandeld.

6

                  Waarom zat Wim in het verzet?

A) Welke van de onderstaande redenen waren volgens jou voor Wim het belangrijkste om in het verzet te gaan? Kruis er twee aan. Hij zocht spanning en avontuur Hij had een afkeer van het nationaal-socialisme Zijn vrienden zaten ook bij het verzet Hij was erg tegen de jodenvervolging Hij wou zijn vader dwars zitten

B) Leg uit waarom je deze twee redenen gekozen hebt.

4

5

8 / 9

Page 10: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

De keuze van Theo

Beschrijf in je schrift wat Theo in de oorlog heeft gedaan en meegemaakt en leg uit wat je van hem vindt (maximaal 100 woorden).

                           Samenwerken met de vijand

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er tienduizenden Nederlanders die op de een of andere manier samenwerkten met de Duitse bezetter. We noemen dat collaboratie. ‘Collaborer’ is het Franse woord voor samenwerken.

Geef een omschrijving van collaboratie en gebruik  hierbij tenminste drie van de volgende begrippen: nazi’s, bezetting, nazi-partij, Duitse leger, keuzes, machthebber.

Waarom nam Theo dienst in  het Duitse leger, denk jij? 

A) Kruis twee mogelijkheden aan. De discipline in het leger trok hem Hij bewonderde het Duitse leger Hij was een felle nazi Hij zocht vooral spanning en avontuur Hij kon er veel mee verdienen Hij had genoeg van alle ruzies met zijn vader

B) Leg uit waarom je deze keuze gemaakt hebt. Zoek in de strip de twee plaatjes die het ‘bewijs’ vormen voor jouw keuze en schrijf de paginanummers op.

Hierboven zie je zes plaatjes. Welke vorm van collaboratie vind jij het ergste? Leg in je schrift uit waarom je dat vindt.

 1

 2

Theo besloot om dienst te nemen in het Duitse leger net als 23.000 andere Nederlanders.

3

4

1

2

3

4

5

6

Page 11: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Verdiepingsopdracht1)Bekijk het filmpje ‘Het vertrek van het Vrijwilligerslegioen Nederland voor de grote strijd in Europa’ op de website www.beeldengeluid.nl. Beschrijf wat het Vrijwilligers-legioen was en wat je opvalt aan het filmpje. 2) Stel je voor: je bent kandi-daat voor de leerlingen-raad en je wilt dat andere leerlingen op je stemmen. Ontwerp je eigen affiche. Bedenk vooral hoe je goed reclame voor jezelf kan maken.3) Ga naar www.annefrank.nl/ontdekking en lees het hele verhaal van Jan Montyn. Schrijf een stuk over zijn leven en zijn keuzes, en leg uit wat je van hem vindt (maximaal 200 woorden).

Jan Montyn (1924):‘Ik was een ondernemende jongen. Was op zoek naar antwoorden, maar kreeg die nergens. Bij de Jeugdstorm, waar ik in 1942 bij terecht-kwam, kreeg je ook geen ant-woorden. Maar ik was in elk geval weg uit die benauwde sfeer thuis. Een paar oude schoolvrienden hadden me daar mee naar toe genomen. Sporten, veldtochten, kamp-vuren. Het was spannend, het was avontuur. Bij de Jeugdstorm voerden we geen politieke discussies. Ik wist ook totaal niet wat er met de joden aan de hand was.

Thuis spraken we er ook niet over. Mijn joodse vriendje Chiel was naar Amsterdam verhuisd. Later kreeg ik nog een brief dat hij naar Polen moest om te werken. Ik geloofde dat. Tot groot ver-driet van mijn ouders ging ik steeds meer mijn eigen gang. Toen ontmoette ik Hein op één van de Jeugdstorm-week-enden. Hij werd mijn boezem-vriend. Hein kwam op het idee om naar Utrecht te gaan. Naar een voorlichtingsdag van de Duitse Kriegs-marine. We kregen prachtige propaganda films te zien over verre landen. Onze keus was gauw bepaald. Wat dat betreft deed de Duitse propaganda machine goed zijn werk.’ (Uit: Naar Eer en Geweten. Pagina 168)

Vraag:Wat valt je op aan deze getuigenis van Jan Montyn? Leg uit.

AFFICHES

De nazi’s probeerden o.a. met affiches Nederlanders te overtuigen en op te roepen om deel te nemen aan hun organisaties.

A)  De beide affiches staan ook in de strip. Zoek de pagina-nummers op.

B)  Bekijk het affiche van het Vrijwilligerslegioen goed.Waarom is het affiche gemaakt en door wie?

Wie wil de maker van het affiche ermee bereiken?

Wat zou mensen toen hebben aangesproken in het affiche? Wat vind je daarvan?

5

6

10 / 11

Page 12: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Vaders keuze

Beschrijf in je schrift wat de vader van Helena in de oorlog heeft gedaan en meegemaakt en leg uit wat je van hem vindt (maximaal 100 woorden).

Aanpassing 

Geef een beschrijving van het begrip aanpassing en  gebruik hiervoor tenminste drie van de volgende begrippen: bezetting, angst, aan jezelf denken, meelopen, nazi’s, keuzes

In de strip zie je wat vader doet als politieman. Hij gaat steeds meer meewerken met de bezetters.  Op deze pagina’s zie je zes plaatjes uit de strip:

A)  Zet de plaatjes in de goede (chronologische) volgorde door er een nummer in te zetten.B)  Welke redenen had vader om door te gaan met zijn politie-werk? Wat vind jij van deze redenen?

C)  Welke plaatjes vind jij ‘aanpassing’ en wanneer is er sprake van ‘collaboratie’? Leg uit waarom je dat vindt.

 1

 2

3BRON 1

Op 9 september 1942 schreef een Amsterdamse agent aan zijn hoogste chef, de Amsterdamse procureur-generaal: ‘Ik ga de laatste dagen, gelijk zeer vele leden van ons corps, gebukt onder de lasten die ons worden opgelegd en die ik trouw aan mijn plicht naar eer en geweten wil vervullen. Het stuit ons tegen de borst wat we nu te doen hebben en wat we met een bloedend hart verrichten. Het meewerken aan het deporteren van Joden die in onze stad wonen, is

steeds voor ons zeer bezwa-rend, maar nu we al enige avonden zelfs oude, zwakke en ongelukkige mannen en vrouwen uit hun huizen moeten halen, wordt het ons te erg. Menigeen voelt het aan als een belediging van ons Nederlands corps dit werk te doen te krijgen. Moeders met kleine kindertjes moeten we in de nacht meenemen. We doen het maar vraag niet hoe. Zoudt U niet kunnen zorgen dat er spoedig een einde aan komt.’

(Bron: Dienaren van het gezag, beginpagina)

Vraag:A)  Leg uit met welke gewetensvraag deze Amsterdamse agent heeft geworsteld.

B)  Denk jij dat vader van Dort met dezelfde gewetens-vraag geworsteld heeft? Verklaar je antwoord.  

4

Page 13: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

VerdiepingsopdrachtSchrijf een recensie  over De Ontdekking

Stel je voor: jij bent journa-list en je wilt een recensie schrijven over de strip. Je wilt duidelijk maken of je vindt dat de politieman Gerrit van Dort in de strip zich wel realistisch gedraagt. Klopt dat wel met hoe het er in Amsterdam werkelijk aan toe ging? Op de website www.annefrank.nl/ontdekking vind je meer in-formatie over politiemannen in Amsterdam tijdens de oorlog. Lees de artikelen en schrijf een recensie van maxi-maal 300 woorden.

BRON 2

Een marechaussebewaker van het kamp Westerbork:‘Als het nu een kamp was geweest, dat na de razzia’s was opgezet door de Duitsers, dan had ik het misschien niet gedaan, maar het was een bestaand kamp, waar voor de oorlog al vluchtelingen hadden gezeten. Er vluchtte er ook niet een. Over wat er in het kamp gebeurde hadden we geen kopzorgen. We waren jong met elkaar. Kaarten in de kantine.

Je ging een uurtje die wacht-toren op en dan weer kaarten. Er zaten geen jongens bij ons die verkeerd waren, maar over de inwoners van het kamp werd nooit gepraat. Het drong gewoon niet tot ons door. Later wel. Nog tijdens de oorlog kwam het bij me op dat ik daar nooit had mogen komen. Ik was gewoon fout geweest.’

(Bron: In het belang van het Nederlandse volk, pagina 65)

Vraag:A)  Vergelijk bron 2 bron met bron 1. Heeft deze bewaker ook een gewetensconflict gehad? Wat is het belangrijkste verschil?

B)  Op wie lijkt vader volgens jou het meeste: op de agent of de bewaker? Leg uit.

Verreweg de meeste Neder-landers pasten zich aan toen de nazi’s Nederland hadden bezet. Ze waren geen helden of schurken, maar probeerden zo goed mogelijk de moeilijke oorlogstijd door te komen. Maar sommige mensen kwamen toch in de problemen met die houding…

5

12 / 13

Page 14: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Talkshow

2)   Jij bent WimJe hebt al wat kleine klussen gedaan voor het verzet. Maar dat ga je hier niet vertellen. Je staat wel erg positief tegen-over het verzet. Je wilt graag verdedigen waarom verzet nodig is. Je verdedigt verschillende vormen van verzet en legt uit waar het goed voor is. De spanning en het avontuur trekt je trouwens ook. Dat het vaak levensgevaarlijk is wil je liever niet weten. Je vindt Theo een stommeling omdat hij de Duitse propaganda gelooft en een landverrader. Je snapt niet dat je vader alles doet wat zijn nieuwe bazen hem opdragen.

3)   Jij bent MoederJe ziet dat door de oorlogsomstandigheden je gezin uit elkaar valt. Je hebt veel kritiek op je man, de politieagent, die zich steeds meer aanpast, zodat hij vuile handen krijgt en eigenlijk een collaborateur aan het worden is. Wat Theo doet vind je vreselijk. Het is een wilde jongen en hij maakt volgens jou een foute keuze. Maar het is wel je zoon. Je vreest voor zijn leven. Wat Wim doet weet je niet zo precies. Hij doet altijd zo geheimzinnig. Dat bevalt je niet. Hij doet vast iets gevaarlijks. Je dochter Helena is je lieve dochter. Je hebt er geen benul van dat zij (via Wim) ook actief wil worden in het verzet. Je hebt wel kritiek op je man en kinderen (uit bezorgdheid) en op de oor-logsomstandigheden, maar je doet verder niets.

1)   Jij bent TheoJe zit er aan te denken om dienst te nemen in het Vrijwil-ligerslegioen Nederland. Je bewondert de discipline en de gevechtskracht van het Duitse leger. Je bent jong en je wilt avontuur in je leven. Het lijkt je verschrikkelijk om nog lang thuis te blijven met die suffe ouders en die vader waar je altijd ruzie mee hebt. Europa onder Duitse leiding zie je wel zitten. Al ben je niet echt een nazi en heb je niet zoveel tegen joden. Maar met hen heb je niet zoveel te maken. Je vindt Wim een slappeling en een landverrader, maar het is toch je broer, je zult hem niet gauw verlinken. Hoewel?

Jullie maken een reis in de tijd en spelen een talkshow na met vader, moeder, Theo, Wim, Helena en Esther. Ik doe ook mee en ben de gespreksleider.

Page 15: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

14 / 15

4)   Jij bent HelenaJij ziet heel goed wat er in het gezin gebeurt. Je houdt een dagboek bij. Je hebt een goede band met je moeder en met Wim. En vooral natuurlijk met je vriendin Esther. Je kunt je vreselijk kwaad maken over de jodenvervol-ging. Wat Theo doet kan je niet begrijpen. Met hem heb je weinig contact. Je houdt wel van je vader, maar je krijgt steeds meer kritiek op hem. Hij laat zich voor het karretje van de bezetter spannen! Je vindt hem een lafaard.

5)   Jij bent EstherHelena is jouw beste vriendin. De toenemende joden-vervolging maakt je boos en angstig. Je weet wat er in Duitsland met de joden is gebeurd: steeds meer discri-minatie en geweld. In Duitsland zijn eind 1941 de depor-taties naar de kampen begonnen. Dat weet je van jouw familie daar. Je bent bang dat zoiets ook in Nederland zal gaan gebeuren. Helena’s moeder en Wim vertrouw je wel, maar je bent bang voor Theo en vooral voor de vader van Helena: een vreselijk onbetrouwbare man.

6)   Jij bent VaderJij bent een beetje brommerige man die niet goed kan praten over zijn gevoelens. Voor gevoelens is volgens jou ook weinig plaats als je politieman bent. Je moet je plicht doen ook al is die soms onaangenaam. Geen gezeur, geen zwakheid! Dat de Duitsers nu de baas zijn is nu eenmaal zo. Die vriendin van Helena is een prima meid. Dat ze bang is vind je onzin. Zover als in Duitsland zal het hier niet komen. Dat je vrouw, Helena en Wim zoveel kritiek op je hebben, daar baal je wel van. Wat moet je anders? Ontslag nemen? En dan? Misschien moet je dan wel in Duitsland gaan werken als dwangarbeider… En wie brengt dan het geld binnen? Ze zoeken het maar uit. Laat ze maar praten. Of je snoert ze de mond. Basta!!!

Jij bent Jeroen, de gespreksleiderJe hebt als het ware een reis in de tijd gemaakt. Je weet natuurlijk wel hoe het allemaal is afgelopen, maar daar zeg je niets over. Je bent vooral heel nieuwsgierig naar de meningen en motieven van de zes gasten. Je vraagt vaak naar het waarom. En je confronteert meningen met elkaar. Soms wend je je tot de toehoorders en vraagt hun mening. Zorg er voor dat Vader en Theo niet alleen maar worden aangevallen. Vraag bijvoorbeeld of er mensen zijn in het publiek die begrip hebben voor hun handelen.

1A)  Jij hebt begrip voor de motieven van Theo. Jij steunt Theo. Bedenk zelf de vragen en argu-menten. 

2A)  Jij steunt Wim in zijn opvattingen. Bedenk zelf de vragen en argumenten.

3A)  Jij steunt moeder in haar opvat tingen. Vooral haar wens om het gezin bij elkaar te houden. Iedereen moet zich toch een beetje meer aanpassen? Bedenk zelf vragen en argumenten.

4A)  Jij bent het hele-maal met Helena eens. Je vindt haar een prima meid. Zeker in een tijd waarin iedereen de joden in de steek laat. Bedenk nog meer argu-menten om Helena te steunen. Bedenk ook vragen.

5A)  Jij bent solidair met Esther. Bedenk zelf argumenten om Esther te steunen. Bedenk ook vragen.

6A)  Jij steunt vader. Bedenk zelf argumen-ten en vragen.

1B)  Jij vindt dat Theo helemaal fout zit. Bedenk zelf de vragen en argumenten.

2B)  Jij vindt dat het verzet (Wim) onverant-woord bezig is. Bedenk zelf de vragen en argu-menten.

3B)  Jij bent het hele-maal oneens met moeder die wil dat haar kinderen zich meer aan-passen. Bedenk zelf de vragen en argumenten.

4B)  Jij vindt dat Helena ongelijk heeft heeft. Ze moet meer begrip tonen voor haar vader en moeder. Bedenk zelf nog meer argumenten om Helena te kritiseren. Bedenk ook vragen.

5B)  Jij hebt kritiek op Esther. Bedenk zelf argumenten en vragen.

6B)  Jij hebt veel kritiek op het handelen van vader. Bedenk zelf argu-menten en vragen.

Het publiek mag ook vragen stellen aan de gasten en argumenten geven om iemand te steunen.

Kaartjes voor publiek 

Page 16: WerkschriftHAVO-VWOdeOntdekking

Mensenrechten

Colofon

Uitgave en productie:

Anne Frank Stichting

Redactie: Ruud van der Rol, Lies

Schippers (Anne Frank Stichting),

Marc Kropman (vakdidacticus

geschiedenis, Instituut voor de

Leraren opleiding van de Univer-

siteit van Amsterdam), Maaike

Kaandorp (International School

Hilversum Alberdingk Thijm),

Toos Kruithof (Schoter Scholen-

gemeenschap)

Met dank aan: Ingrid Dofferhoff

(OSG De Meergronden),

Lex Fok (Wolfert van Borselen)

Vormgeving: Karel Oosting

Tekeningen: Eric Heuvel

Druk: Drukkerij Wilco, maart 2011

© 2005 Anne Frank Stichting

16

1  Alle mensen hebben dezelfde rechten (dus discriminatie is verboden).

2  Iedereen heeft recht op werk en recht op bescherming tegen werkloosheid. 

3  Iedereen heeft recht op een eigen mening.

4  Iedereen heeft recht om asiel aan te vragen als hij vervolgd wordt.

5  Iedereen heeft recht op voedsel, onderdak, kleding en medische hulp.

6  Niemand mag zomaar worden gearresteerd of verbannen.

7  Iedereen heeft het recht om volgens zijn geloof te leven.

8  Iedereen heeft recht op een eerlijk proces als hij ergens van beschuldigd wordt.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren mensen vaak rechtenloos, zoals Esther en haar familie. Dat zie je ook in de stripplaatjes. Welke rechten worden er geschonden? Zet het nummer erbij. Geef het rondje van de twee mensenrechten die jij het belangrijkste vindt een kleur en leg uit waarom je dat vindt.