Werken bij een religieuze gemeenschap - Charles van · PDF fileWerken bij een religieuze...

4

Click here to load reader

Transcript of Werken bij een religieuze gemeenschap - Charles van · PDF fileWerken bij een religieuze...

Page 1: Werken bij een religieuze gemeenschap - Charles van · PDF fileWerken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 2 naar mensen van buiten dan naar mensen uit eigen kring. Wat

Werken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 1

Werken bij een religieuze gemeenschap: ontmoetingsdag in ZIN Op vrijdag 30 maart 2012 organiseerde ZIN een bezinnings- en ontmoetingsdag voor lekenkader van ordes en congregaties. Binnen veel religieuze gemeenschappen zijn steeds meer leken werkzaam op het gebied van zorg en pastoraat, maar ze worden aangetrokken ook voor beleid, management en financiën. Deze lekenmedewerkers leveren een belangrijke bijdrage aan de organisatie en uitstraling van religieus leven vandaag de dag. Ruim 120 mensen gaven gehoor aan de uitnodiging voor deze dag. Een divers gezelschap vulde het auditorium van ZIN. Na een welkom van Frater Wim Verschuren vroeg dagvoorzitter Charles van Leeuwen de deelnemers kort kennis te maken met een van de (onbekende) mensen naast hen. Met deze eerste gesprekken leek er een vonk van herkenning over te vliegen: voor veel mensen was het namelijk voor het eerst dat ze mensen met een vergelijkbare functie ontmoetten en collega’ s van andere religieuze gemeenschappen tegenkwamen.

Een religieuze cultuur binnenstappen In de ochtend stonden twee uitgebreide inhoudelijke verhalen op het programma. Gabriëlle Dorren (beleidsmedewerker van de Kleine Zusters van de Heilige Joseph) schetste het klimaat van de religieuze wereld aan de hand van de begrippen essentie en presentie. Kenmerkend voor religieuzen is de behoefte aan verdieping en het zoeken naar het wezenlijke: de kunst om die essentie te vinden en alle ballast en het overbodige weg te laten. Religieuzen zijn over het algemeen wars van dikdoenerij, maar hebben de moed zich kwetsbaar te tonen. Ze kunnen heel ontwapenend zijn. Mensen die in de religieuze wereld werken, moeten hier gevoel voor hebben en ook zelf anderen met open vizier tegemoet durven treden. Een tweede kenmerk van religieuzen is, volgens Gabrielle Dorren, hun presentie. Het gaat hen erom wérkelijk aanwezig te zijn en met aandacht in het moment zelf te staan. Dat betekent: gevoel hebben voor menselijke interactie, nabijheid en uitwisseling. Maar eveneens: de ogenschijnlijk

kleine dingen met zorg doen en écht in contact staan met de werkelijkheid om je heen. Dat wordt ook gevraagd van mensen die met hen samenwerken. Mensen die in de religieuze wereld gaan werken, stappen eigenlijk een heel andere wereld binnen. Iedere congregatie heeft natuurlijk een eigen spiritualiteit en identiteit, maar er zijn ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Leden van congregaties zijn over het algemeen op leeftijd, ze zijn getraind in een gericht zijn op anderen en hebben in hun leven een enorm veranderingsproces doorgemaakt. Die veranderingen vonden plaats op persoonlijk niveau (bijvoorbeeld alleen-wonen), in de omgangsvormen, in het geloofsleven maar ook - en misschien nog wel het meest ingrijpend – in het werk. Religieus werk is tegenwoordig anders georganiseerd dan vroeger en heeft ook een andere maatschappelijke betekenis. Die betekenisgeving van het werk is nog steeds een belangrijk thema, ook na pensionering, ook in allerlei vormen van vrijwilligerswerk. Vroeger was het werk binnen congregaties zo belangrijk dat het gemeenschapsleven en het religieuze leven er wel wat bij inschoten. Door het wegvallen van het werk zijn religieuzen nu meer dan vroeger op elkaar aangewezen, wat in communiteiten wel tot de nodige onderlinge spanningen kan leiden. Tekenend voor de religieuze wereld is… Wat tekent nu de religieuze mensen? Ze zijn aandachtig en vaak toegewijd aan hun werk. Ze durven dingen aan te pakken en risico’s te nemen. Het zijn vaak flexibele en vrije mensen. Ze zijn creatief en soms bijzondere pioniers. Ze kennen de kracht van overgave. Het zijn vaak moedige mensen. Ze getuigen van een andere manier van leven waarin eenvoud, oog voor mensen in de marge, soberheid, zorg en betrokkenheid belangrijk zijn. Religieuzen zijn zich ervan bewust dat ze deel uit maken van een groter geheel en dat ze hun leven niet in eigen hand hebben, maar dat het in Gods hand ligt. Het is een open leven, maar opvallend is dat religieuzen vaak wel opener zijn

Page 2: Werken bij een religieuze gemeenschap - Charles van · PDF fileWerken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 2 naar mensen van buiten dan naar mensen uit eigen kring. Wat

Werken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 2

naar mensen van buiten dan naar mensen uit eigen kring. Wat tekent de religieuze organisatie? Congregaties worden wel vergeleken met familiebedrijven met een sterk interne bedrijfscultuur. Er is een hoge mate van ‘ons kent ons’. Er zijn veel ongeschreven afspraken en regels. Er is vaak een ondoorzichtige structuur. Er is (te) veel clementie met mensen die niet goed functioneren. Veel mensen komen terecht in andere functies dan waar ze oorspronkelijk voor opgeleid zijn, leidinggevenden hebben vaak een andere achtergrond dan management. Besluitvorming en communicatie verlopen ook anders dan in andere organisaties. Mensen die leidinggevende posities in religieuze werelden krijgen (en die zelf vaak ook een andere persoonlijke achtergrond hebben dan management) worden geacht om te kunnen gaan met de zo bijzondere religieuze persoonlijkheden en met de zo eigen cultuur van een religieuze familie.

Functieprofiel voor lekenmedewerkers Het verhaal van Gabriëlle Dorren eindigde met een prikkelend functieprofiel. Wat zijn de eigenschappen die goed van pas komen voor het werken in de religieuze wereld? o zelfkennis. Je moet jezelf kennen, zowel je

sterke kanten als je valkuilen. o stabiliteit. Het is wenselijk dat je redelijk

stabiel bent, niet te zweverig of zoekend. o empathie. Je bent in staat om je in mensen in

te leven, maar je laat ze ook in hun waarde. o alertheid. Je bent je ervan bewust in een

andere wereld binnen te komen, je zoekt aansluiting bij de leefwereld van religieuzen.

o gelijkwaardigheid. Je kunt gelijkwaardig omgaan met anderen en probeert ze nabij te komen. Je doet niet uit de hoogte en gedraagt je ook niet te onderworpen.

o overzicht en creativiteit. Je bent niet te doelgericht maar hebt oog voor het héle proces. Je bent vindingrijk.

o praktische instelling. Je bent praktisch van aard, maar kunt ook meegaan in beschouwing.

o nuchterheid en bescheidenheid. Je ego is niet al te groot (in de regel ben je dan dus al wat ouder).

o dienstbaarheid. Je wilt dienstbaar zijn en hoeft niet perse te scoren.

o hartelijkheid. Je bent hartelijk en in staat om voorbij de formele omgangsvormen te gaan.

o geduld en vertrouwen. Je beschikt over het nodige geduld en vertrouwen.

o beschikbaarheid. Je hebt geen van-negen-tot-vijf-mentaliteit.

o aandacht voor mensen. Je houdt van de mensen met wie je werkt.

o religieus gevoel. Je hebt affiniteit met de religieuze achtergrond.

o een diepere drijfveer. Het gaat jou om méér dan werk alleen, ‘roeping’ is misschien een groot woord maar je kunt de gedrevenheid van religieuzen wel herkennen.

Wij en jullie In de discussie ging het om de herkenning van deze schets, maar ook om het spanningsveld dat hoort bij het binnenstappen in een zo andere wereld. Hoe neem je eraan deel en hoeveel afstand bewaar je? Wanneer zeg je ‘wij’ en wanneer ‘jullie’? Hoe lang doe je erover voor je de religieuze taal kent? Hoe eigen je je de religieuze belevingswereld toe, wat voeg je er eventueel zelf aan toe? Na een intermezzo waarbij Cora van Rijn alle aanwezigen aan het zingen kreeg, konden we nog een competentie aan bovenstaand lijstje toevoegen: het is handig als je kunt zingen. Oude en nieuwe vormen Eric Borgman(theoloog en publicist) vervolgde de ochtend met een reflectie op ‘tot voltooiing

Page 3: Werken bij een religieuze gemeenschap - Charles van · PDF fileWerken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 2 naar mensen van buiten dan naar mensen uit eigen kring. Wat

Werken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 3

brengen’ en ‘vooruit zien’, processen waar veel religieuze gemeenschappen mee worstelen. Het is volgens Borgman belangrijk dat we de situatie van Nederlandse religieuzen zien als een doorgaande geschiedenis. We hebben misschien teveel de neiging om religieus leven op te sluiten in de vormen die het heeft aangenomen. Daarmee dreigt religieus leven te worden afgesloten van haar eigen bron: we zijn de grote lijnen niet meer en staren ons blind op bepaalde vormen, vormen die hun tijd misschien gehad hebben terwijl de onderliggende motivatie misschien wél, maar op andere wijze, doorgaat. Borgman signaleert twee problematische tendensen als het gaat om het erfgoed van religieuzen. Er is sprake van een tendens tot tevéél willen behouden van wat was. Dat gaat niet alleen over gebouwen en materiële zaken, maar ook over activiteiten en projecten. Aan de andere kant is er sprake van het nog te graag nieuwe grote projecten te willen beginnen, ongeacht of dit nu aansluit bij de eigen oorsprong of geschiedenis, of dit financieel verantwoord is en of er intern wel genoeg draagvlak voor is. Religieuze gemeenschappen willen laten zien dat ze nog steeds vruchtbaar zijn, soms is dat mooi maar soms ook heel geforceerd en ónvruchtbaar.

De kracht van toewijding en inspiratie Over het algemeen geldt dat we niet teveel moeten zorgen voor voortzetting van het werk en het resultaat van religieuze toewijding, maar dat we die houding van toewijding zelf zouden moeten doorgeven: dat is het kostbaarste erfgoed, het is de inspiratie zelf waar het om gaat. Borgman pleit ervoor dat we ons de vraag blijven stellen waarom het religieuze leven zoals we dat nu in de congregaties kennen, niet meer werkt. Die analyse is nog lang niet voltooid en is nog steeds relevant, omdat ze ons dwingt religieus scherp te blijven. Het actieve verlangen om een religieus leven te leiden, de inzet om naar mogelijkheden te zoeken om dit doen en het vermogen te zien waar en hoe God ‘omziet naar zijn volk en het bevrijdt’(Lk 1,68) zijn onmisbaar binnen religieus leven. De

verschillende tradities van religieus leven zijn vormen van openheid voor de roepstem van God en de bereidheid het eigen leven zonder reserve in te zetten als antwoord op dit roepen. Toewijding is waar het om gaat in het religieuze leven. Een uitgestelde laatste generatie? De discussie spitste zich toe op de vraag: op welke manier deelt de staf in de missie van religieuze gemeenschappen? Voor sommigen is het genoeg om de gemeenschappen te helpen goed oud te worden en een aantal activiteiten goed over te dragen en / of af te ronden. Anderen hebben voor het werk gekozen vanuit een persoonlijke religieuze bewogenheid en een verlangen om zélf in de missie te delen. Komen ze eraan toe? Wordt hun verlangen onderkend? Is de over het algemeen vergrijsde religieuze context daarbij behulpzaam, of eerder een ballast? In hoeverre sluit hun verlangen aan bij de nieuwe projecten die religieuze gemeenschappen zelf nog dragen of zelfs beginnen? Kun je zeggen dat het werk van religieuzen inmiddels door de samenleving is overgenomen, of is dat toch niet zo? De diensten worden misschien wel geboden, maar is de bezieling er eveneens nog? Zijn lekenmedewerkers een soort uitgestelde laatste generatie van religieuzen, of staan zij ook weer aan het begin van iets nieuws?

Ervaringen uit de praktijk Na een uitgebreide lunch startte het middagprogramma met een beeldmeditatie. Filmbeelden namen de deelnemers mee in een zoektocht naar elementen van religieus leven. In de middag vertelden drie mensen over hun ervaringen in de praktijk. Franneke Hoeks werkt ruim 16 jaar als beleidsmedewerkster voor het generaal bestuur

Page 4: Werken bij een religieuze gemeenschap - Charles van · PDF fileWerken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 2 naar mensen van buiten dan naar mensen uit eigen kring. Wat

Werken bij een religieuze gemeenschap – 30 maart 2012 4

van de Zusters van Liefde. Zij vertelde over de groeiende verantwoordelijkheden en het je thuis voelen bij de zusters. Als uitdaging noemde ze het omgaan met afnemende en veranderende bestuurskracht. Een beleidsmedewerker moet daar een weg in vinden, vaak zonder dat er duidelijke afspraken over gemaakt worden. Kernwoorden van het verhaal zijn: betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Henk van der Wal schetste vervolgens het werk van een assistent van de overste in een communiteit van oudere fraters. Zijn verhaal ging over: aandacht hebben voor mensen, voor fragiliteit en het ouder worden. Natuurlijk is dat niet altijd gemakkelijk. Werken in een communiteit met ouderen betekent ook omgaan met verlies, met lichamelijke en geestelijke beperkingen en tenslotte de dood. Loslaten, accepteren en aanvaarden zijn in zijn werk echt werkwoorden, aldus Henk van der Wal. Het laatste praktijkverhaal was van Joke Sorgdrager over haar werk als pastoraal werkster bij de broedercommuniteit van Zeven Smarten in Voorhout. ‘Als ik naar de broeders ga, probeer ik mijn looptempo te verlagen en mijn zakelijke kant van me af te laten glijden.’ Joke noemt dit de omschakeling van doen naar zijn. Pastoraal werk in de communiteit is weerbarstig omdat de broeders niet zomaar een pastoraal gesprek beginnen. Zij zijn hun hele leven gewend om voor anderen klaar te staan en vragen niet zomaar

aandacht voor zichzelf. ‘Het contact met de communiteit is ook goed voor mijn eigen welbevingen.’, zo sloot Joke haar verhaal af. Het dwingt haar te blijven werken aan authentieke vormen van pastoraat, een pastoraat dat eerder terloops is dan gericht en dat in humor een van zijn geestelijke bronnen heeft. Ontmoeting en toerusting In kleine groepen hebben de aanwezigen nog doorgepraat over wat zij zelf aan inspiratie en uitdaging in hun werk ervaren. Daarbij was er gelegenheid om met de vijf sprekers van gedachten te wisselen. Het blijkt dat veel van de aanwezigen behoefte hebben aan verder contact met lekenmedewerkers van andere congregaties. Er waren op deze dag medewerkers met heel verschillende functies aanwezig. Het zou goed zijn na te denken over meer functiegerichte bijeenkomsten. Ook werd de behoefte uitgesproken aan een cursus of training die medewerkers kennis laat maken met het religieuze leven en de nodige toerusting geeft. Al met al was het een dag die om een vervolg vraagt. Hoe dat vervolg er ook uit gaat zien, deze dag maakt duidelijk dat het lekenkader van religieuze gemeenschappen bestaat uit bewogen en geëngageerde mensen voor wie hun werk meer is dan zomaar een baan.

FH en CvL