WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEID · 2015-02-26 · BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts...

124
UITGAVE 7 WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEID

Transcript of WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEID · 2015-02-26 · BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts...

UITGAVE 7

WERELDWIJDE NORM VOOR

VOEDSELVEILIGHEID

WE

RE

LDW

IJDE

NO

RM

VO

OR

VO

EDSELV

EILIGH

EID U

ITGA

VE 7

JAN

UA

RI 20

15

UITGAVE 7BRITISH RETAIL CONSORTIUM (BRITSE BRANCHEORGANISATIE VAN DETAILHANDELAREN) JANUARI 2015

WERELDWIJDE NORM VOOR

VOEDSELVEILIGHEID

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 1 04/12/2014 16:32

AANSPRAKELIJKHEIDHet BRC geeft informatie en opvattingen in goed vertrouwen uit, maar neemt geen verantwoording voor enige fout of weglating in deze informatie of opvattingen, waaronder alle opgenomen informatie en opvattingen in deze uitgave.

Hoewel het BRC ernaar streeft te garanderen dat de informatie in deze uitgave nauwkeurig is, is het niet aansprakelijk voor enige schade (inclusief zonder beperking schade in puur economisch verlies of verlies van zaken of winstderving of uitputting van goodwill of in elk ander geval, zowel direct, indirect of als gevolg van) of voor elke claim op enige gevolgschade (onafhankelijk van de oorzaak) die voortvloeit uit een overeenkomst, onrechtmatige daad (inclusief nalatigheid of schending van een statutaire verplichting), verkeerde voorstelling, restitutie of anders, in verband met deze uitgave of met de opgenomen informatie, of van elke actie of besluit dat wordt genomen als gevolg van het lezen van deze uitgave of zulke informatie.

Alle garanties, condities en andere voorwaarden geïmpliceerd door statutair of algemeen recht, voor zover maximaal toestaan door de toepasselijke wetgeving, zijn uitgesloten.

Niets sluit uit of limiteert de aansprakelijkheid van het BRC voor dood of persoonlijke schade veroorzaakt door nalatigheid, fraude of een onjuiste weergave van zaken of voor elk geval waarvoor het illegaal zou zijn uit te sluiten of pogen uit te sluiten van aansprakelijkheid.

De wereldwijde norm voor voedselveiligheid en de voorwaarden uit de disclaimer dienen boven alles te zijn opgesteld in naleving van het Engelse recht en zal onderworpen zijn aan de niet-exclusieve jurisdictie van het Engelse hof.

COPYRIGHT© British Retail Consortium 2015

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgedragen of verveelvoudigd in enige vorm (hieronder vallen fotokopieën of opslag in een elektronisch gegevensbestand) zonder de schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. Een aanvraag voor toestemming kan worden ingediend bij de commercieel directeur van Global Standards van het British Retail Consortium (zie onderstaande contactgegevens). De volledige auteur- en bronvermelding dienen te worden opgegeven.

De inhoud van deze uitgave mag niet worden verveelvoudigd voor trainingsdoeleinden of elke andere commerciële activiteit.

Niets uit deze uitgave mag worden vertaald zonder de schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende.

Waarschuwing: elke ongeautoriseerde handeling met betrekking tot auteursrechtelijk werk kan resulteren in zowel een civiele schadeclaim als criminele berechting.

Voor meer informatie over BRC, schrijft u naar:

British Retail Consortium (Britse brancheorganisatie van detailhandelaren) Second Floor 21 Dartmouth Street Londen SW1H 9BP

Tel: +44 (0) 20 7854 8900 Fax: +44 (0) 20 7854 8901

E-mail: [email protected] Website: www.brcglobalstandards.com

ii WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 2 04/12/2014 16:32

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 11

Hoe deze uitgave is opgebouwd 2

DEEL I HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEMInleiding 4Het voedselveiligheidssysteem 6

DEEL II VEREISTEN Hoe de vereisten zijn opgesteld 91 De inzet van hoger management 102 Het voedselveiligheidssysteem – HACCP 123 Voedselveiligheid en een managementsysteem gericht op kwaliteit 174 Vestigingsstandaarden 245 Productbeheer 406 Procesbeheer 457 Personeel 48

DEEL III HET AUDITPROTOCOLInleiding 531 Algemeen protocol – De voorbereiding op een audit 552 Het protocol voor de aangekondigde audit 593 Het protocol voor de onaangekondigde audit: optie 1 - de volledig onaangekondigde audit 654 Het protocol voor de onaangekondigde audit: optie 2 - de onaangekondigde audit in twee delen 695 Het BRC-wereldmarktenprogramma 736 Vrijwillige modules 787 Algemeen protocol – na de audit 81

DEEL IV MANAGEMENT EN PROGRAMMABEHEERDe vereisten voor certificeringsinstellingen 86Technisch beheer van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid 86Het behalen van consistente naleving 88

APPENDICESAppendix 1 Andere BRC wereldwijde normen 92Appendix 2 Richtlijnen voor het bepalen van risicozones 93Appendix 3 Vergelijkbare processen waarmee 70 ºC gedurende 2 minuten wordt bewerkstelligd 99Appendix 4 Het auditprotocol voor meerdere locaties 100Appendix 5 Kwalificaties, opleiding en ervaringsvereisten van auditors 103Appendix 6 Productcategorieën 105Appendix 7 Certificaatsjabloon 108Appendix 8 Voorbeeld van aangeleverd bewijs voor het corrigeren van niet-nalevingen en voorkomend handelen 109Appendix 9 Begrippenlijst 110Appendix 10 Dankwoord 116

INHOUD

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 1 04/12/2014 16:32

Deze uitgave behandelt de vereisten voor audits en certificering van voedselfabrikanten opdat zij gecertificeerd kunnen worden onder de wereldwijde norm voor voedselveiligheid.

Dit document bevat de volgende delen:

DEEL IHET VOEDSELVEILIGHEIDMANAGEMENTSYSTEEMGeeft een inleiding en achtergrond in de ontwikkeling en voordelen van de norm.

DEEL IIVEREISTENVerklaart de normvereisten waaraan een bedrijf moet voldoen om gecertificeerd te kunnen worden.

DEEL IIIHET AUDITPROTOCOLGeeft informatie over het auditproces en de regels over de uitgave van certificaten. Het geeft uitleg over verschillende beschikbare certificeringsprogramma’s binnen de norm en geeft tevens informatie over de logos en de bedrijfswijzer van de BRC wereldwijde norm.

DEEL IVMANAGEMENT EN PROGRAMMABEHEERBeschrijft het management- en beheersysteem voor de norm en voor het management van geregistreerde certificerende instanties die binnen het systeem opereren.

APPENDICESDe appendices geven meer nuttige informatie waaronder bekwaamheidseisen van auditoren, productcategorieën en een begrippenlijst.

HOE DEZE UITGAVE IS OPGEBOUWD

2 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 2 04/12/2014 16:32

DEEL 1HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM

INLEIDINGWat is er nieuw aan uitgave 7? 4De reikwijdte van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid 5Voedselveiligheidwetgeving 5Voordelen van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid 5Het certificeringsproces 6Aanvangsdatum van uitgave 7 6Dankwoord: een “bedankje” van het BRC 6

HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEMPrincipes van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid 6De verwachting van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid 6

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 3

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 3 04/12/2014 16:33

INLEIDINGWelkom bij de zevende uitgave van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. Aanvankelijk ontwikkeld en uitgegeven in 1988 is de norm regelmatig bijgewerkt naar aanleiding van de meest actuele ideeën op het gebied van voedselveiligheid, en is inmiddels wereldwijd in gebruik. De norm geeft een raamwerk aan voedselproducenten om hen te helpen in de productie van veilig voedsel en in het realiseren van productkwaliteit die aan wensen van klanten voldoet. De certificering door middel van de norm wordt erkend door vele detailhandelaren, voedseldienstorganisaties en producenten over de hele wereld bij het vaststellen van de capaciteiten van hun leveranciers. Als reactie op de vraag is de wereldwijde norm voor voedselveiligheid vertaald in vele talen om uitvoering door voedselhandelaren over de hele wereld te faciliteren.

De wereldwijde norm voor voedselveiligheid werd ontwikkeld om voedselveiligheid te specificeren, door middel van kwaliteitsgerichte en operationele criteria die worden toegepast door voedselproducerende organisaties zodat verplichtingen zoals wettelijke naleving en klantenbescherming worden gerealiseerd. De opbouw en inhoud van de norm is ontwikkeld om een beoordeling van de bedrijfspanden, operationele systemen en procedures door een competente derde partij – de certificeringsinstelling – op de vereisten van de norm uit te laten voeren.

WAT IS ER NIEUW AAN UITGAVE 7?De ontwikkeling van uitgave 7 is het resultaat van een breed overleg gevoerd om de vereisten van belanghebbers beter te begrijpen en opkomende onderwerpen in de voedselindustrie te herzien. De inhoud werd verder ontwikkeld en herzien door samengestelde werkgroepen van internationale belangenhebbers die voedselproducten, detailhandelaren, voedseldienstorganisaties, cerficeringsinstellingen en onafhankelijke technische experts voorstelden.

De aandachtspunten van deze uitgave zijn:

• het voortbouwen op consistente uitvoering van het auditproces

• het voorzien in een flexibelere norm door invoering van toegevoegde vrijwillige modules die de auditbelasting verminderen

• het aanmoedigen van vestigingen om systemen in te stellen die blootstelling aan fraude tegenwerken

• het aanmoedigen van grotere transparantie en traceerbaarheid in de leveringsketen

• het aanmoedigen van de aanname van de norm als middel om voedselveiligheid te verbeteren in kleinere vestigingen en faciliteiten waar processen nog in ontwikkeling zijn.

De vereisten van de norm in uitgave 7 zijn een ontwikkeling van vorige uitgaven met een doorlopende nadruk op managementintentie, een op gevarenanalyse en kritische beheerspunten (HACCP) gebaseerd voedselveiligheidprogramma en ondersteunend kwalitatief beheersysteem. Het doel binnen de audit is om nadruk te leggen op de toepassing van goede productiepraktijken in productieruimtes met een toegenomen nadruk op gebieden waarin traditioneel gezien terugroepingen en -trekkingen voorkomen (bijv. etiket- en verpakkingsbeheer).

Vrijwillige onaangekondigde programma’sEr is een toegenomen groei van onaangekondigde audits tussen bestekschrijvers en dit wordt beschouwd als een groter vertrouwen in de doorvoering van voedselveiligheidscultuur. De twee alternatieve opties voor onaangekondigde audits zoals ontwikkeld in uitgave 6 blijven behouden, alhoewel de voorbehouden op cijfer A en B-vestigingen is opgeheven en de onaangekondigde optie is beschikbaar voor alle vestigingen. De onaangekondigde programma’s blijven vrijwillig, maar zorgen voor meer vertrouwen in certificering aan klanten en zorgen voor marketingvoordelen voor vestigingen met een topcijfer AA+ van het BRC.

Het BRC-wereldmarktenprogrammaOmdat de BRC-certificeringsnorm zich blijft ontwikkelen is het belangrijk om de mogelijkheid te bieden aan kleinere vestigingen om de ontwikkeling van hun voedselveiligheidssystemen te erkennen en aan te moedigen daar waar de volledige normvereisten van mindere waarde zou zijn en voor vestigingen die hun voedselveiligheidmanagementsysteem nog ontwikkelen. We hebben

DEEL 1HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM

4 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 4 04/12/2014 16:33

DE

EL

I HET V

OE

DSE

LVE

ILIGH

EID

SYSTE

EM

gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het eerdere inschrijvingsprogramma te herzien en deze dichter bij het programma van het wereldwijd voedselveiligheidsinitiatief wereldmarktenprogramma (GFSI) te brengen. Dit nieuwe programma staat nu audits en erkenning toe op een set normvereisten die worden gezien als basisniveau en een volgende set vereisten op intermediair niveau.

De details betreffende deze nieuwe programma’s kunnen worden nagelezen in het auditprotocol van de norm (zie deel III).

Toegevoegde vrijwillige modulesUitgave 7 werd ontwikkeld om de opname van toegevoegde vrijwillige modules mogelijk te maken die vestigingen kunnen kiezen op te nemen in de audit om te voldoen aan specifieke klant- of programma-eisen. Het BRC zal zulke modules blijven ontwikkelen en deze beschikbaar maken op de website in respons op de marktvraag. De verwachting is dat deze flexibiliteit het mogelijk maakt voor vestigingen om aan regionale en specifieke klantverwachtingen te voldoen en het aantal vestigingsaudits doet verminderen.

DE REIKWIJDTE VAN DE WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEIDDe wereldwijde norm voor voedselveiligheid bevat productievereisten voor bewerkte voedingsmiddelen en de bereiding van primaire producten die worden aangeleverd als huismerkproducten, merkvoedingsmiddelen en voedsel of ingrediënten die worden gebruikt door voedseldienstorganisaties, cateraars en voedselproducenten. De certificering is alleen van toepassing op producten die zijn geproduceerd of bereid op de plaats waar de audit heeft plaatsgevonden en omvat opslagfaciliteiten die onder het directe beheer van productiemanagement staan.

De norm is niet van toepassing op voedselproducten die geen verwerking ondervonden op de geauditeerde vestiging of op activiteiten die gerelateerd zijn aan groothandel, import, distributie of opslag buiten het directe beheer van het bedrijf. Het BRC heeft een breed gamma van wereldwijde normen ontwikkeld met vereisten voor een breed scala aan activiteiten in productie, verpakking, opslag en distributie van voedingsmiddelen. Appendix 1 geeft meer informatie over de reikwijdte van, en de verhoudingen tussen, de huidige wereldwijde normen.

VOEDSELVEILIGHEIDWETGEVINGDe norm is altijd bedoeld voor de ondersteuning van vestigingen en hun klanten om te voldoen aan wettelijke vereisten over voedselveiligheid. De wetgeving met betrekking tot voedselveiligheid verschilt wereldwijd maar zet voedselbedrijven in het algemeen aan tot:

• Het ondernemen van een HACCP of benaderingeren gebaseerd op risicoanalyse van het voedselveiligheidbeheer

• het verzorgen van een productieomgeving dat verzekert dat risico’s op kruisbesmetting minimaal zijn

• het verzekeren van gedetailleerde specificatie die wettig is en bestaat uit samenstellings- en veiligheidsnormen en goede productiepraktijken

• het zelfstandig verzekeren dat eigen leveranciers bekwaam zijn om een specifiek product te produceren, wettelijke vereisten na te leven en kunnen omgaan met relevante procesbeheerssystemen

• het afleggen van bezoeken, van tijd tot tijd en indien praktisch, om de bekwaamheid van eigen leveranciers te bevestigen of om het resultaat van een andere audit van het systeem van de leverancier te ontvangen voor dat doel

• het oprichten en onderhouden van een risicoanalyseprogramma voor productonderzoek, -testen of -analyse

• het monitoren en reageren op klachten van klanten.

De wereldwijde norm voor voedselveiligheid werd ontwikkeld om bedrijven te ondersteunen aan deze vereisten te voldoen.

VOORDELEN VAN DE WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEIDDe aanname van de norm bezorgt voedselbedrijven een aantal voordelen, want de norm:

• wordt internationaal erkend, stemt overeen met GFSI en verzorgt een rapport en certificering die kan worden geaccepteerd door klanten in plaats van hun eigen audits, waardoor tijd en onkosten worden gereduceerd

• biedt een enkelvoudige norm en protocol dat een geaccrediteerde audit door een derde partij certificeringinstelling regelt, en betrouwbare onafhankelijke beoordeling van de voedselveiligheid- en kwaliteitssystemen van een bedrijf bezorgt

• maakt het mogelijk voor gecertificeerde bedrijven om gevonden te worden in het openbare gedeelte van de BRC-wereldwijde normwijzer, waardoor resultaten worden erkend en het logo voor marketingdoeleinden mag worden gebruikt

• heeft een vergaande reikwijdte, waaronder kwaliteit, wettelijkheid en voedselveiligheid

• behandelt een deel van de wettelijke vereisten voor voedselproducenten en hun klanten

• maakt het mogelijk voor bedrijven te verzekeren dat hun leverancier goede voedselveiligheidmanagementpraktijken volgen

• verzorgt een gamma van auditvormen, waaronder aangekondigde en onaangekondigde auditprogramma’s, om te voorzien in klantbehoeftes en maakt het mogelijk voor bedrijven naleving aan te tonen aan de hand van een proces dat het best past bij hun onderneming en de volwassenheid van hun voedselveiligheidssystemen

• vereist de voltooiing van corrigerende maatregelen op niet-naleving van de norm en een oorzakenanalyse om beheerspunten te identificeren voor certificering, waardoor de noodzaak van een opvolgend auditrapport voor klanten wordt verminderd.

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 5

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 5 04/12/2014 16:33

HET CERTIFICERINGSPROCESDe wereldwijde norm voor voedselveiligheid is een proces- en productcertificeringsprogramma. In dit programma worden voedselbedrijven gecertificeerd na volbrenging van een bevredigende audit door een auditor die voor een onafhankelijke derde partij werkt – de certificeringsinstelling. De certificeringsinstelling wordt op haar beurt beoordeeld als bekwaam door een nationaal geaccrediteerde instelling.

Om een valide certificaat te ontvangen na volbrenging van een bevredigende audit dienen voedselbedrijven een door de BRC bevoegde certificeringsinstelling te kiezen. Het BRC legt de certificeringsinstelling specifieke vereisten op waaraan de instelling moet voldoen om toestemming te krijgen en kent tevens een verreikend nalevingsprogramma waardoor hoge standaarden worden verzekerd.

AANVANGSDATUM VAN UITGAVE 7Zoals bij alle herzieningen op wereldwijde normen, geldt een overgangsperiode tussen publicatie en volledige implementatie. Deze tijd is noodzakelijk om alle auditors om te scholen en zorgt ervoor dat producenten zich op de nieuwe uitgave van de norm kunnen voorbereiden. Hierdoor zal certificering op uitgave 7 plaatsnemen vanaf 1 juli 2015. Alle uitgegeven certificaten voor audits vóór 1 juli 2015 zullen worden uitgevoerd op uitgave 6 en zullen geldig zijn voor de gespecificeerde periode op het certificaat.

DANKWOORD: EEN ‘BEDANKJE’ VAN HET BRCHet BRC wenst erkenning te geven aan alle experts binnen de voedselmiddelenindustrie die hebben bijgedragen aan de voorbereiding van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid uitgave 7 of die door het consultatieproces waardevolle feedback hebben gegeven. Iedereen die heeft meegewerkt in de werkgroepen staat opgenomen in de lijst van appendix 10.

HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEMPRINCIPES VAN DE WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEIDEen voedselbedrijf moet een goed begrip hebben van de geproduceerde, verwerkte en gedistribueerde producten en dient systemen ingevoerd te hebben die gevaren voor voedselveiligheid identificeren en beheersen. De wereldwijde norm voor voedselveiligheid is gebaseerd op twee belangrijke componenten: de inzet van hoger management en het op HACCP gebaseerde systeem (dat voorziet in een stap-voor-stapaanpak voor het beheersen van risico’s voor voedselveiligheid).

De inzet van hoger managementBinnen voedselbedrijven dient voedselveiligheid als roloverschrijdende verantwoordelijkheid te worden gezien dat activiteiten binnen meerdere afdelingen omvat, door gebruik te maken van verschillende vaardigheden en niveaus van managementexpertise binnen de organisatie. Effectief management voor voedselveiligheid gaat verder dan technische afdelingen en vraagt de inzet van productie, techniek, distributiemanagement, de inkoop van onbewerkte grondstoffen, klantenfeedback en HR-activiteiten waaronder training.

De uitgangspositie voor een effectief voedselveiligheidsplan is de inzet van hoger management voor de ontwikkeling van een allesomvattend beleid als middel om activiteiten te begeleiden en collectief voedselveiligheid te verzekeren. De wereldwijde norm voor voedselveiligheid geeft hoge prioriteit aan duidelijk bewijs van de inzet van hoger management.

Het op HACCP gebaseerd systeemDe wereldwijde norm voor voedselveiligheid schrijft de ontwikkeling van een voedselveiligheidsplan op basis van de HACCP voor. De ontwikkeling van het plan vraagt om de inbreng van alle relevante afdelingen en dient te worden ondersteund door hoger management.

DE VERWACHTING VAN DE WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEIDDe wereldwijde norm voor voedselveiligheid vereist de ontwikkeling van en naleving met het volgende:

• De inzet van hoger management De hulpmiddelen waarmee de inzet voor het behalen van de normvereisten kunnen worden aangetoond zijn uitgewerkt in deel II, sectie 1

• Het HACCP-plan Dit plan voorziet in een focus op significante product- en procesgevaren voor voedselveiligheid die specifiek beheer vereisen en die de veiligheid van individuele voedselproducten of productlijnen verzekeren zoals uitgewerkt in deel II, sectie 2

• Een managementsysteem gericht op kwaliteit Werkt uit hoe organisatorisch en managementbeleid in een structuur voorzien waarmee de organisatie de normvereisten uit deel II, sectie 3 kan realiseren

• Voorwaardelijke programma’s De standaard milieu- en operationele omstandigheden in een voedingsmiddelenbedrijf die noodzakelijk zijn voor de productie van veilig voedsel. Deze beheersen algemene gevaren en omvatten goede productiepraktijken en goede hygiënepraktijken zoals omschreven in deel II, secties 4–7.

6 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 6 04/12/2014 16:33

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 7

DEEL IIVEREISTEN

HOE DE VEREISTEN ZIJN OPGESTELDKleurcodering van de vereisten 9Fundamentele voorschriften 9

1   DE INZET VAN HOGER MANAGEMENT

1.1   De inzet van hoger management en doorlopende verbetering 10

1.2   Organisatorische structuur, verantwoordelijkheden en managementbevoegdheid 11

2   HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM – HACCP

2.1   Het HACCP-voedselveiligheidteam – Codex Alimentarius stap 1 12

2.2  Voorwaardelijke programma’s 122.3  Omschrijf het product – Codex Alimentarius

stap 2 122.4  Identificeer het bedoelde gebruik – Codex

Alimentarius stap 3 132.5  Maak een processtroomdiagram – Codex

Alimentarius stap 4 132.6  Bevestig het stroomdiagram – Codex

Alimentarius stap 5 13

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 7 04/12/2014 16:33

2.7   Leg een lijst aan van alle mogelijke gevaren die geassocieerd worden met elke stap in het proces, voer een gevarenanalyse uit en overweeg alle maatregelen om de geïdentificeerde gevaren te beheersen – Codex Alimentarius stap 6, principe 1 13

2.8   Bepaal de belangrijke beheerspunten (CCP’s) – Codex Alimentarius stap 7, principe 2 14

2.9   Stel de kritieke limieten voor elke CCP vast – Codex Alimentarius stap 8, principe 3 14

2.10  Zet een toezichtsysteem voor elke CCP op – Codex Alimentarius stap 9, principe 4 15

2.11   Stel een plan op voor corrigerende maatregelen – Codex Alimentarius stap 10, principe 5 15

2.12  Stel bevestigingsprocedures vast – Codex Alimentarius stap 11, principe 6 15

2.13  HACCP-documentatie en archivering – Codex Alimentarius stap 12, principe 7 15

2.14  Controleer het HACCP-plan 16

3   VOEDSELVEILIGHEID EN EEN MANAGEMENTSYSTEEM GERICHT OP KWALITEIT

3.1   Voedselveiligheid en -kwaliteithandleiding 173.2   Documentenbeheer 173.3   Vastlegging en behoud 173.4   Interne audits 183.5   Toestemming leverancier en onbewerkte

grondstoffen en prestatietoezicht 183.6  Specificaties 213.7   Corrigerende en preventieve maatregelen 213.8   Beheer van een niet-nalevend product 223.9   Traceerbaarheid 223.10  Klachtenafhandeling 223.11   Incidentenbeheer, productterugtrekking

en-roeping 233.12  Klantenfocus en communicatie 23

4  VESTIGINGSSTANDAARDEN4.1   Externe standaarden 244.2  Veiligheid 244.3   Grondplan, productstroom en segregatie 254.4   Gebouw, omgang met onbewerkte

grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakking en opslagruimtes 26

4.5   Nutsvoorzieningen – water, ijs, lucht en andere gassen 27

4.6  Machinepark 27

4.7  Onderhoud 284.8  Voorzieningen voor medewerkers 284.9   Beheer van chemische en fysieke

kruisbesmetting Afhandeling van onbewerkte grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakking en opslagruimtes

304.10  Opsporing van vreemde voorwerpen en

verwijderingsapparatuur 324.11   Huishouding en hygiëne 344.12  Afval/afvalverwerking 354.13  Beheer van overtollig voedsel en overtollige

producten voor dierenvoeding 364.14  Ongediertebestrijding 364.15  Opslagfaciliteiten 384.16  Zending en transport 38

5  PRODUCTBEHEER5.1   Productontwerp/ontwikkeling 405.2   Productetikettering 405.3   Allergenenbeheer 415.4   Productauthenticiteit, claims en

bewaringsketen 425.5   Productverpakking 435.6   Productinspectie en laboratoriumtesten 435.7   Productuitgave 44

6  PROCESBEHEER6.1   Uitvoerend beheer 456.2   Etiket- en verpakkingsbeheer 456.3   Hoeveelheid – gewicht, volume en

aantallenbeheer 466.4   Kalibratie en beheer van meet- en

toezichtinstrumenten 47

7 PERSONEEL7.1   Training: omgaan met onbewerkte

grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakken en opslagruimtes 48

7.2  Persoonlijke hygiëne: omgaan met onbewerkte grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakken en opslagruimtes 49

7.3  Medische screening 497.4  Beschermende kleren: werknemers en

bezoekers in productieruimtes 50

8 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 8 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTENHOE DE VEREISTEN ZIJN OPGESTELD

Elke hoofdonderdeel of subonderdeel van de vereisten in de norm begint met een intentieverklaring. Dit licht de verwachte uitkomst van naleving van de vereisten in dat onderdeel toe. Dit vormt een onderdeel van de audit en alle bedrijven moeten aan de intentieverklaring voldoen.

Onder de intentieverklaringen staan in tabellen de specifieke en uitgebreide vereisten (clausules) omschreven, indien deze correct worden toegepast zullen deze zorgen dat de doelstelling in de vereisten kan worden behaald. Alle vereisten zullen een onderdeel van het audit vormen en zullen aan moeten worden voldaan om een certificaat uitgereikt te krijgen.

KLEURCODERING VAN DE VEREISTENHet is mogelijk te kiezen tussen beschikbare auditprotocollen voor certificering op de norm. Audits kunnen in een enkel bezoek worden uitgevoerd (zowel onaangekondigde als aangekondigde audits), of vestigingen kunnen kiezen voor een gedeelde auditvorm, waarbij het eerste deel van de audit (deel 1) onaangekondigd is en gericht is op goede productiepraktijken en later een ingeplande en aangekondigde audit (deel 2) plaatsvindt waarbij hoofdzakelijk documenten en procedures worden bestudeerd.

De auditvereisten in de norm zijn met een kleur gecodeerd. De vereisten die worden behandeld in deel 1 en deel 2 (afhankelijk van de gekozen auditvorm) zijn zo te herkennen. De kleurcodering helpt ook in de identificatie van vereisten die normaliter kunnen worden verwacht als onderdeel van de beoordeling van productieruimtes en -faciliteiten of die onderdeel vormen van de auditroute beginnende in de fabriek.

De sleutel van de kleurcodering van de vereisten

De vereisten die worden beoordeeld in deel 1 – de audit van goede productiepraktijken

De vereisten die worden beoordeeld in deel 2 – de audit van verslagen, systemen en documentatie

De vereisten die in deel 1 en deel 2 worden beoordeeld

FUNDAMENTELE VOORSCHRIFTENIn de norm worden sommige vereisten aangeduid als ‘fundamentele’ vereisten. Deze worden aangeduid met het woord ‘FUNDAMENTEEL’ en worden weergegeven met het volgende symbool . Deze vereisten staan in verband met systemen die onontbeerlijk zijn voor het functioneren van een effectief voedselkwaliteit- en voedselveiligheidbeheer. De vereisten die als fundamenteel worden beschouwd:

• De inzet van hoger management en doorlopende verbetering (1.1)

• Het voedselveiligheidsysteem – HACCP (2)

• Interne audits (3.4)

• Het beheer van leveranciers van onbewerkte grondstoffen en verpakkingen (3.5.1)

• Corrigerende en preventieve maatregelen (3.7)

• Traceerbaarheid (3.9)

• Lay-out, productstroom en segregatie (4.3)

• Huishouding en hygiëne (4.11)

• Allergenenbeheer (5.3)

• Uitvoerend beheer (6.1)

• Etiket- en verpakkingsbeheer (6.2)

• Training: omgaan met onbewerkte grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakken en opslagruimtes (7.1).

DEEL IIVEREISTEN

9WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 9 04/12/2014 16:33

Er niet in slagen om te voldoen aan de intentieverklaring of met een fundamenteel vereiste (d.w.z. een zware niet-naleving) leidt tot het niet gecertificeerd worden op de initiële audit of op terugroeping van het certificaat indien het een opvolgende audit betreft. Dit vereist een opvolgende en volledige audit om naleving met bewijs aantoonbaar te maken.

1 DE INZET VAN HOGER MANAGEMENT

1.1 DE INZET VAN HOGER MANAGEMENT EN DOORLOPENDE VERBETERING FUNDAMENTEELHet hoger management van de vestiging zal aantonen zich volledig in te zetten in de doorvoering van de vereisten van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid en in processen die doorlopende verbetering van voedselveiligheid- en voedselkwaliteitmanagement mogelijk maken.

CLAUSULE VEREISTEN

1.1.1 De vestiging zal een gedocumenteerd beleid hebben met daarin de intentieverklaring van de vestiging om aan haar verplichtingen te voldoen om veilige en wettige producten te produceren van aangegeven kwaliteit en aan haar verantwoordelijkheid naar haar klanten. Dit zal zijn:

• ondertekend door degene met algemene verantwoordelijkheid voor de vestiging

• gecommuniceerd aan alle personeelsleden.

1.1.2 Het hoger management van de vestiging zal zorg dragen dat doelstellingen voor veiligheid, wettelijkheid en kwaliteitseisen van geproduceerde producten in lijn zijn met deze norm en het beleid voor voedselveiligheid en -kwaliteit. Deze doelstellingen zullen:

• worden gedocumenteerd en omvatten doelen en duidelijke maatstaven voor succesbepaling

• duidelijk worden gecommuniceerd met relevant personeel

• worden gevolgd en resultaten zullen ten minste per kwartaal aan hoger vestigingsmanagement worden gecommuniceerd.

1.1.3 Vergaderingen van het management zullen door het hoger management van de vestiging worden bijgewoond en zullen op gepaste intervallen plaatsvinden, ten minste jaarlijks, om de prestatie van de vestiging ten aanzien van de norm en de doelstelling uit clausule 1.1.2. te bekijken. Dit beoordelingsproces zal een evaluatie omvatten van:

• vorige actieplannen van het management en tijdsschema’s

• de resultaten van interne, door tweede of derde partij uitgevoerde audits

• klachten van klanten en de resultaten van klantenfeedback

• incidenten, corrigerende maatregelen, verslag van buiten ontwerpspecificatie en niet-nalevende grondstoffen

• beoordeling van het beheer van het HACCP-systeem, voedselbescherming en -authenticiteit

• hulpbronvereisten.

De vergadering zal worden gedocumenteerd en gebruikt om doelstellingen te herzien. De besluiten en afgesproken acties in het beoordelingsproces zullen effectief worden gecommuniceerd aan relevant personeel, en acties zullen worden geïmplementeerd op afgesproken tijden.

1.1.4 De vestiging heeft een aantoonbaar rooster voor meetings waardoor het mogelijk wordt om kwesties aangaande voedselveiligheid, wettelijkheid en kwaliteit onder de aandacht van het hoger management te brengen. Dit gebeurt maandelijks en maakt het direct oplossen van kwesties mogelijk.

1.1.5 Het hoger management van het bedrijf zal personeel en financiële middelen beschikbaar stellen om voedsel veilig en in naleving van de normvereisten te produceren.

1.1.6 Het hoger management van het bedrijf zal een systeem opzetten dat zorg draagt voor het informeren van de vestiging en in het beoordelen van:

• wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen

• gedragscodes binnen de industrie

• nieuwe risico’s voor de authenticiteit van onbewerkte materialen

• alle relevante wettelijke bronnen van toepassing in het land waar het onbewerkte materiaal wordt aangeboden, productie plaatsvindt en, indien bekend, het land waarin het product wordt verkocht.

10 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 10 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

1.1.7 De vestiging zal beschikken over een authentieke, originele hardcopy of elektronische versie van de huidige beschikbare norm en zal bewust zijn van elke verandering aan de norm of aan een protocol gepubliceerd op de BRC-website.

1.1.8 Als de vestiging gecertificeerd is onder de norm dan zal die verzekeren dat opnieuw aangekondigde audits plaatsvinden op of voordat de eindtermijn van het certificaat is verstreken.

1.1.9 De meest bevoegde productie- of uitvoeringsmanager ter plaatse zal deelnemen aan het openend en afsluitend gesprek van de auditdag voor certificatie op de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. De relevante afdelingsmanagers en hun plaatsvervangers zullen beschikbaar zijn zoals vereist tijdens de audit.

1.1.10 Het hoger management van de vestiging zal ervoor zorgen dat de oorzaken voor niet-nalevingen in de vorige normaudit effectief zijn opgelost zodat herhaling wordt voorkomen.

1.2 ORGANISATORISCHE STRUCTUUR, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN MANAGEMENTBEVOEGDHEID

Het bedrijf zal een duidelijk organisatorisch kader en duidelijke communicatielijnen verzorgen zodat effectief beheer van productveiligheid, wettelijkheid en kwaliteit mogelijk wordt gemaakt.

CLAUSULE VEREISTEN

1.2.1 Het bedrijf zal beschikken over een organigram waarop de beheerstructuur in het bedrijf duidelijk wordt. De verantwoordelijkheden voor activiteitenbeheer die zorgen voor voedselveiligheid, wettelijkheid en kwaliteit zullen duidelijk worden toegeschreven en begrepen door de verantwoordelijke managers. Er moet duidelijk zijn vastgelegd wie er optreedt als plaatsvervanger in de afwezigheid van de verantwoordelijke persoon.

1.2.2 Het hoger management van de vestiging zal zorgdragen dat alle medewerkers bewust zijn van hun verantwoordelijkheden. Indien er gedocumenteerde werkinstructies voor te ondernemen activiteiten bestaan, zullen de relevante personeelsleden hier toegang toe hebben en kunnen aantonen dat het werk wordt voltrokken conform deze instructies.

11WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 11 04/12/2014 16:33

2 HET VOEDSELVEILIGHEIDSSYSTEEM – HACCP (2)

FUNDAMENTEELHet bedrijf zal een op Codex Alimentarius HACCP-principes gebaseerd effectief voedselveiligheidsplan volledig geïmplementeerd hebben.

2.1 HET HACCP-VOEDSELVEILIGHEIDTEAM – CODEX ALIMENTARIUS STAP 1CLAUSULE VEREISTEN

2.1.1 Het HACCP-plan zal worden ontwikkeld en beheerd via een multidisciplinair voedselveiligheidteam dat zorg draagt voor kwaliteit/techniek, productie, uitvoering, en andere relevante functies.

De teamleider zal over grondige kennis van HACCP beschikken en zal bekwaamheid en ervaring kunnen aantonen.

De teamleden zullen beschikken over specifieke kennis van de HACCP en relevante kennis over het product, het proces en verwante gevaren.

In het geval dat de vestiging niet de juiste bedrijfsinterne informatie bezit, kan externe expertise worden aangesproken, maar de dagelijkse gang van het beheer van het voedselveiligheidssysteem zal de verantwoordelijkheid van het bedrijf blijven.

2.1.2 De reikwijdte van elk HACCP-plan, waaronder de behandelde producten en processen, zal worden vastgesteld.

2.2 VOORWAARDELIJKE PROGRAMMA’SCLAUSULE VEREISTEN

2.2.1 De vestiging zal de nodige omgevings- en uitvoeringsprogramma’s opzetten om een omgeving geschikt voor de productie van veilige en wettelijke voedselproducten te maken (voorwaardelijke programma’s). De volgende punten kunnen een leidraad zijn, maar dit is niet een volledige lijst:

• schoonmaken en ontsmetten

• ongediertebestrijding

• onderhoudsprogramma’s voor machines en gebouwen

• persoonlijke hygiënevereisten

• personeelstraining

• aankopen

• vervoersregelingen

• processen om kruisbesmetting tegen te gaan

• allergeenbeheer.

De beheersmaatregelen en toezichthoudende procedures voor de voorwaardelijke programma’s moeten duidelijk worden gedocumenteerd en zullen onderdeel zijn voor de ontwikkeling en beoordeling van de HACCP.

2.3 OMSCHRIJF HET PRODUCT – CODEX ALIMENTARIUS STAP 2CLAUSULE VEREISTEN

2.3.1 Een volledige omschrijving van elk product of elke productgroep zal worden ontwikkeld, waarin alle relevante informatie over voedselveiligheid staat omschreven. De volgende punten kunnen een leidraad zijn, maar dit is niet een volledige lijst:

• samenstelling (d.w.z. onbewerkte grondstoffen, ingrediënten, allergenen, recept)

• oorsprong van ingrediënten

• fysieke of chemische kenmerken die invloed hebben op voedselveiligheid (zoals pH, aw)

• behandeling en verwerking (zoals koken, koelen)

• het verpakkingssysteem (bijv. een gemodificeerde atmosfeer, vacuüm)

• opslag en distributieomstandigheden (bijv. gekoeld, kamertemperatuur)

• de beoogde houdbaarheidsdatum onder omschreven opslag- en gebruiksvoorwaarden.

12 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 12 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

2.3.2 Alle relevante informatie die nodig is om een gevarenanalyse uit te voeren zal worden verzameld, bijgehouden, gedocumenteerd en bijgewerkt. Het bedrijf zal zorg dragen dat het HACCP-plan is gebaseerd op uitgebreide informatiebronnen, die worden geannoteerd en op aanvraag beschikbaar worden gemaakt. De volgende punten kunnen een leidraad zijn, maar dit is niet een volledige lijst:

• recent gepubliceerde wetenschappelijke literatuur

• historische en bekende gevaren die worden geassocieerd met bepaalde voedselproducten

• relevante gedragscodes

• erkende richtlijnen

• voedselveiligheidwetgeving met betrekking tot de productie en verkoop van producten

• klantvereisten.

2.4 IDENTIFICEER HET BEDOELDE GEBRUIK – CODEX ALIMENTARIUS STAP 3CLAUSULE VEREISTEN

2.4.1 Het bedoelde productgebruik door een klant, en elk ander bekend gebruik, moet worden omschreven, de doelgroep moet worden bepaald, waarbij wordt gekeken naar de geschiktheid van het product voor kwetsbare groepen in de samenleving (bijv. kinderen, ouderen, mensen met een allergie).

2.5 MAAK EEN PROCESSTROOMDIAGRAM – CODEX ALIMENTARIUS STAP 4CLAUSULE VEREISTEN

2.5.1 Een stroomdiagram wordt gemaakt voor elk product, productcategorie of proces. Daarin zullen alle aspecten van de uitvoering van het voedselproces binnen de reikwijdte van de HACCP worden beschreven, van de ontvangst van onbewerkte grondstoffen tot verwerking, opslag en distributie. De volgende punten kunnen een leidraad zijn, maar dit is niet een volledige lijst:

• een gebouwenplattegrond en een overzicht van het machinepark

• onbewerkte grondstoffen waaronder de toevoeging van hulpbronnen en andere contactmaterialen (bijv. water, verpakkingen)

• volgorde en interactie tussen alle processtappen

• uitbestede processen en werkzaamheden

• mogelijke factoren voor procesvertraging

• opnieuw verwerken en recyclen

• segregatie van low-risk/high-risk/high-care gebieden

• eindproducten, tussen/halfverwerkte producten, bijproducten en afval.

2.6 BEVESTIG HET STROOMDIAGRAM – CODEX ALIMENTARIUS STAP 5CLAUSULE VEREISTEN

2.6.1 Het HACCP-voedselveiligheidteam verzekert de nauwkeurigheid van de stroomdiagrammen door ten minste jaarlijks een audit en opdracht ter plaatse uit te voeren. Dagelijkse en seizoensgebonden variaties worden overwogen en geëvalueerd. Verslagen met bevestigde stroomdiagrammen zullen worden bijgehouden.

13WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 13 04/12/2014 16:33

2.7 LEG EEN LIJST AAN VAN ALLE MOGELIJKE GEVAREN DIE GEASSOCIEERD WORDEN MET ELKE STAP IN HET PROCES, VOER EEN GEVARENANALYSE UIT EN OVERWEEG ALLE MAATREGELEN OM DE GEÏDENTIFICEERDE GEVAREN TE BEHEERSEN – CODEX ALIMENTARIUS STAP 6, PRINCIPE 1

CLAUSULE VEREISTEN

2.7.1 Het HACCP-voedselveiligheidteam identificeert en brengt verslag uit van alle potentiële gevaren die redelijkerwijze kunnen worden verwacht tijdens elke processtap in verband met het product, het proces en de faciliteiten. Deze stap omvat aanwezige gevaren in onbewerkte grondstoppen, welke worden geïntroduceerd tijdens het proces of die processtappen overleven en allergenenrisico’s (bekijk clausule 5.3). Er wordt ook rekening gehouden met voorafgaande en opvolgende stappen in de procesketen.

2.7.2 Het HACCP-voedselveiligheidteam voert een gevarenanalyse uit om gevaren te identificeren die moeten worden voorkomen, geëlimineerd of tot acceptabele niveaus gereduceerd. Het volgende wordt daarbij overwogen:

• de kans dat dat de dreiging kan worden voorkomen

• de ernst van de effecten op de veiligheid van consumenten

• de kwetsbaarheid van de blootgestelde mensen

• de overleving en vermeerdering van micro-organismen in het bijzonder voor het product

• de aanwezigheid of productie van toxines, chemicaliën of overige onbedoelde voorwerpen

• de besmetting van onbewerkte grondstoffen, tussen/halfverwerkte producten of eindproducten.

Indien gevareneliminatie niet praktisch is, dan zal er justificatie voor acceptabele niveaus van het gevaar in het eindproduct worden bepaald en vastgelegd.

2.7.3 Het HACCP-voedselveiligheidteam overweegt de benodigde beheersmaatregelen om een dreiging voor voedselveiligheid te voorkomen of te elimineren of het tot een acceptabele niveau terug te brengen. Indien controle is bereikt door bestaande voorwaardelijke programma’s, dan wordt dat aangegeven en is hoe toereikend het programma is om het bepaald gevaar te beheren onderschreven. Het kan worden overwogen om meer dan een beheersmaatregel te gebruiken.

2.8 BEPAAL DE BELANGRIJKE BEHEERSPUNTEN (CCP’S) – CODEX ALIMENTARIUS STAP 7, PRINCIPE 2

CLAUSULE VEREISTEN

2.8.1 Voor elk gevaar dat moet worden beheerd, zullen de beheerspunten worden beoordeeld om te bepalen welke kritiek zijn. Dit vraagt om een logische benadering die kan worden ondersteund door de hulp van een keuzeboom. Kritieke beheerspunten (CCP’s) zijn de benodigde controlemaatregelen om een gevaar voor voedselveiligheid te voorkomen of te elimineren of tot een acceptabele niveau terug te brengen. Indien een gevaar is bepaald in een processtap waarvoor controle nodig is, maar er geen controle bestaat, dan zal het product of proces worden aangepast voor die stap, of op een eerder moment in het proces als beheersmaatregel.

2.9 STEL DE KRITIEKE LIMIETEN VOOR ELKE CCP VAST – CODEX ALIMENTARIUS STAP 8, PRINCIPE 3

CLAUSULE VEREISTEN

2.9.1 Voor elke CCP worden de gepaste kritische limieten vastgesteld om te bepalen of een proces wel of niet onder controle is. De kritieke limieten zullen:

• mogelijk meetbaar zijn (bijv. tijd, temperatuur, pH)

• worden ondersteund door duidelijke richtlijnen of voorbeelden indien de maatregelen subjectief zijn (bijv. foto’s).

2.9.2 Het HACCP-voedselveiligheidteam valideert elke CCP. Het vastgelegde bewijs wijst uit dat de gekozen beheersmaatregelen en vastgestelde kritieke limieten in staat zijn om consistent een dreiging tot het bepaalde acceptabele niveau te houden.

14 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 14 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

2.10 ZET EEN TOEZICHTSYSTEEM VOOR ELKE CCP OP – CODEX ALIMENTARIUS STAP 9, PRINCIPE 4

CLAUSULE VEREISTEN

2.10.1 Een toezichthoudende procedure wordt opgezet voor elke CCP om naleving met kritieke limieten te verzorgen. Het toezichthoudende systeem is in staat om controleverlies over CCP te herkennen en indien mogelijk tijdig informatie te geven zodat een corrigerende maatregel kan worden getroffen. De volgende punten kunnen een leidraad zijn, maar dit is niet een volledige lijst:

• metingen op het proces

• metingen buiten het proces

• voortdurende metingen (bijv. thermostaten, pH-meters enz.).

Indien er niet voortdurend wordt gemeten, dan verzekert het systeem dat er een monster wordt genomen die representatief voor de productbatch is.

2.10.2 De verslagen over het toezicht op de CCP zijn voorzien van datum, tijd en resultaat van de metingen en worden ondertekend door een persoon verantwoordelijk voor het toezichthouden en geverifieerd, indien gepast, door een geautoriseerd persoon. Indien de verslagen in elektronische vorm bestaan, dan dient er bewijs te zijn dat de verslagen zijn gecontroleerd en gevalideerd.

2.11 STEL EEN PLAN VOOR CORRIGERENDE MAATREGELEN OP – CODEX ALIMENTARIUS STAP 10, PRINCIPE 5

CLAUSULE VEREISTEN

2.11.1 Het HACCP-voedselveiligheidteam specificeert en documenteert de noodzakelijke corrigerende maatregel indien de resultaten van het toezichthoudend systeem aangeven dat het niet gelukt is binnen de controlelimieten te blijven, of indien de resultaat een trend van controleverlies uitwijst. Hieronder valt de actie die een aangewezen personeelslid neemt met betrekking tot elk product dat werd geproduceerd binnen de tijdsspanne van het controleverlies over het proces.

2.12 STEL VERIFICATIEPROCEDURES VAST – CODEX ALIMENTARIUS STAP 11, PRINCIPE 6

CLAUSULE VEREISTEN

2.12.1 Verificatieprocedures worden opgesteld om het HACCP-plan te bevestigen, waaronder de beheerspunten uit de voorwaardelijke programma’s, om aan te geven dat deze effectief is. Voorbeelden van verificatieactiviteiten zijn:

• interne audits

• een bestudering van verslagen waarin acceptabele niveaus zijn overschreden

• een bestudering van klachten van handhavingautoriteiten of klanten

• een bestudering van incidenten van productterugtrekking of – roeping.

De verificatieresultaten worden opgeslagen en gecommuniceerd met het HACCP-voedselveiligheidteam.

2.13 HACCP-DOCUMENTATIE EN ARCHIVERING – CODEX ALIMENTARIUS STAP 12, PRINCIPE 7

CLAUSULE VEREISTEN

2.13.1 Documentatie en verslaglegging zullen van voldoende niveau zijn zodat de vestiging het HACCP-beheerspunten kan verifiëren, waaronder de beheerspunten van de voorwaardelijke programma’s, die zijn opgezet en onderhouden.

15WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 15 04/12/2014 16:33

2.14 CONTROLEER HET HACCP-PLANCLAUSULE VEREISTEN

2.14.1 Het HACCP-voedselveiligheidteam zal het HACCP-plan en voorwaardelijke programma’s ten minste jaarlijks onderzoeken en voor elke verandering die invloed kan hebben op productveiligheid. De volgende punten kunnen een leidraad zijn, maar dit is niet een volledige lijst:

• verandering in onbewerkte grondstoffen of toeleverancier van onbewerkte grondstoffen

• verandering in ingrediënten/recept

• verandering in verwerkingsvoorwaarden, processtroom of machines

• verandering in verpakking, opslag of distributievoorwaarden

• verandering in consumentengebruik

• opkomst van een nieuw risico (bijv. bekende versnijding van een ingrediënt)

• na een terugroeping van een product

• nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap met betrekking tot ingrediënten, proces of product.

Gepaste veranderingen als resultaat van een beoordeling zullen worden opgenomen in het HACCP-plan en/of in de voorwaardelijke programma’s, volledig gedocumenteerd en de validatie opgeslagen.

16 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 16 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

3 VOEDSELVEILIGHEID EN EEN MANAGEMENTSYSTEEM GERICHT OP KWALITEIT

3.1 VOEDSELVEILIGHEID EN -KWALITEITHANDLEIDINGDe processen en procedures van het bedrijf om aan de normvereisten te voldoen zullen worden gedocumenteerd om te zorgen dat consistente toepassing, faciliteitentraining en due diligence in de productie van een veilig product mogelijk wordt.

CLAUSULE VEREISTEN

3.1.1 De gedocumenteerde procedures van de vestiging, werkmethodes en praktijken zullen worden samengevoegd in een afgedrukte of elektronische kwaliteit handleiding.

3.1.2 De voedselveiligheid- en kwaliteitshandleiding worden volledig geïmplementeerd en de handleiding of relevante onderdelen daarvan zullen beschikbaar zijn voor relevant personeel.

3.1.3 Alle procedures en werkinstructies zijn in duidelijk leesbaar, ondubbelzinnig en in gepaste taal en voldoende gedetailleerd geschreven zodat correcte toepassing van gepaste personeelsleden mogelijk wordt. Hieronder valt het gebruik van foto’s, diagrammen en andere beeldende instructies indien enkel geschreven communicatie niet afdoende is (d.w.z. indien er alfabetiseringsproblemen zijn of het gaat om een vreemde taal).

3.2 DOCUMENTENBEHEERHet bedrijf beschikt over een effectief controlesysteem voor documenten om te verzekeren dat alleen correcte versies van documenten, inclusief verslagformulieren, beschikbaar en in gebruik zijn.

CLAUSULE VEREISTEN

3.2.1 Het bedrijf heeft een procedure om documenten te beheren die een onderdeel vormen van het voedselveiligheid- en kwaliteitssysteem. Dit zal zijn:

• een lijst van alle beheerde documenten met het meest recente versienummer

• een methode om beheerde documenten te identificeren en te autoriseren

• een verslag van de reden om veranderingen of aanpassingen aan documenten te maken

• een systeem om bestaande documenten te vervangen wanneer deze worden bijgewerkt.

3.3 VASTLEGGING EN BEHOUDDe vestiging onderhoudt werkelijke verslagen om effectief beheer van voedselveiligheid, wettelijkheid en kwaliteit aan te kunnen tonen.

CLAUSULE VEREISTEN

3.3.1 De verslagen zijn leesbaar, in goede conditie en opvraagbaar. Elke aanpassing aan verslagen dient te worden geautoriseerd en de aanleiding van een aanpassing wordt vastgelegd. Indien de verslagen in elektronische vorm bestaan, wordt hier een back-up van gemaakt om verlies te voorkomen.

3.3.2 De verslagen worden voor een bepaalde tijd bewaard waarbij er gekeken wordt naar:

• enige wettelijke of klantvereisten

• de houdbaarheidsdatum van het product.

Hierbij wordt rekening gehouden, indien dit op het etiket staat omschreven, dat de houdbaarheid door de consument kan worden verlengd (bijv. door invriezen).

De verslagen zullen ten minste worden bewaard tot de houdbaarheidsdatum van het product plus 12 maanden.

17WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 17 04/12/2014 16:33

3.4 INTERNE AUDITSFUNDAMENTEELHet bedrijf kan aantonen dat het effectief beheer van het voedselveiligheidsplan en de implementatie van de vereisten van de wereldwijde norm van voedselveiligheid verifieert.

CLAUSULE VEREISTEN

3.4.1 Er zal een ingeroosterd programma van interne audits plaatsvinden gedurende het jaar met een reikwijdte die de implementatie van het HACCP-programma, de voorwaardelijke vereisten en de geïmplementeerde procedures om de norm te behalen omvat. De reikwijdte en de frequentie van de audits wordt vastgesteld in verband met de risico’s geassocieerd met de activiteit en de prestaties van vorige audits. Alle activiteiten zullen ten minste jaarlijks worden behandeld.

3.4.2 Interne audits zullen worden uitgevoerd door adequaat getrainde, competente auditors. Auditors zullen onafhankelijk zijn (d.w.z. geen audit op eigen werk uitvoeren).

3.4.3 De interne audit zal volledig worden geïmplementeerd. Interne auditrapporten identificeren naleving en niet-naleving en de resultaten zullen worden gerapporteerd aan het verantwoordelijke personeel van de geauditeerde activiteit. Corrigerende maatregelen en tijdschema’s voor implementatie zullen worden afgesproken en de afronding van de acties zal worden geverifieerd.

3.4.4 Naast het interne auditprogramma zal er een programma voor documentinspecties zijn om te verzekeren dat de fabrieksomgeving en verwerkende machines worden onderhouden en in goede conditie zijn voor voedselproductie. De inspecties omvatten:

• hygiëne-inspecties om de prestatie van schoonmaakploegen te beoordelen

• fabrieksinspecties om risico’s aan het product van het gebouw of machinetuig te bepalen.

De frequentie van deze inspecties worden op risico gebaseerd maar zullen niet minder dan een keer per maand plaatsvinden in open productruimtes.

3.5 TOESTEMMING LEVERANCIER EN ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN EN PRESTATIETOEZICHT

3.5.1 HET BEHEER VAN LEVERANCIERS VAN ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN EN VERPAKKINGEN

FUNDAMENTEELHet bedrijf heeft een effectief toestemming- en toezichthoudend systeem op leveranciers om te verzekeren dat elk potentieel risico van onbewerkte grondstoffen (inclusief verpakking) op veiligheid, authenticiteit, wettelijkheid en kwaliteit van het eindproduct worden begrepen en beheerd.

CLAUSULE VEREISTEN

3.5.1.1 Het bedrijf voert een gedocumenteerde risicobeoordeling van elke onbewerkte grondstof of groep van onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakkingen) uit, om potentiële gevaren aan het productveiligheid, -wettelijkheid en -kwaliteit te bepalen. Hierbij wordt er rekening gehouden met:

• besmetting met allergenen

• risico op vreemde voorwerpen

• microbiologische besmetting

• chemische besmetting

• vervanging of fraude (raadpleeg clausule 5.4.2).

Daarbij wordt de invloed van de onbewerkte grondstof in de kwaliteit van het eindproduct bij overwogen.

De risicobeoordeling vormt de basis voor de acceptatie en tests van onbewerkte grondstoffen worden aangenomen en voor de testprocedure en voor de toestemming- en toezichthoudende procedures met betrekking tot de leverancier. De risicobeoordelingen worden ten minste jaarlijks besproken.

18 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 18 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

3.5.1.2 Het bedrijf heeft een gedocumenteerde goedkeuring van de leverancier en doorlopende toezichthoudende procedures om te verzekeren dat leveranciers van onbewerkte grondstoffen, waaronder verpakkingen, effectief risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van onbewerkte grondstoffen beheren en een effectief traceerbaarheidproces hebben ingesteld. De goedkeuring- en toezichthoudende procedure zal gebaseerd zijn op risico en omvat één of een combinatie van:

• certificering (bijv. de BRC-wereldwijde norm of een ander door GFSI erkend programma)

• audits van de leverancier, met een reikwijdte die productveiligheid, -traceerbaarheid, HACCP-beoordeling en goede productiepraktijken omvat, en die wordt uitgevoerd door een ervaren en aantoonbaar competente productveiligheidauditor.

of, vragenlijsten voor leveranciers die als low-risk zijn beoordeeld.

Indien goedkeuring is gebaseerd op vragenlijsten, dan worden deze ten minste eens per drie jaar opnieuw uitgegeven en wordt er van leveranciers verlangd de vestiging in te lichten over noemenswaardige veranderingen in de tussentijd.

De vestiging onderhoudt een bijgewerkte lijst met goedgekeurde leveranciers.

3.5.1.3 Indien onbewerkte grondstoffen worden gekocht van handelaren of bemiddelaars, dan is bij de vestiging bekend: de identiteit van de laatste producent of verpakker of voor bulkproducten de plek van consolidatie van de onbewerkte grondstoffen.

Informatie over de goedkeuring van de producent, de verpakkende of consoliderende partij, zoals in clausule 3.5.1.2., wordt opgevraagd bij de handelaar/bemiddelaar of direct bij de leverancier, tenzij de handelaar/bemiddelaar gecertificeerd is door BRC-wereldwijde norm voor handelaren en bemiddelaars.

3.5.1.4 De procedures zetten uit hoe er wordt omgegaan met uitzonderingen van het goedkeuringproces voor de leverancier uit clausule 3.5.1.2 (bijv. indien de onbewerkte grondstoffen door een klant worden voorgeschreven) of indien informatie voor de effectieve goedkeuring van een leverancier niet beschikbaar is (bijv. agrarische bulkproducten) en in plaats van producttesten wordt gebruikt om productkwaliteit en -veiligheid te verifiëren.

Indien de vestiging een merkproduct voor klanten produceert dan worden de relevante uitzonderingen door de klant bepaald.

3.5.2 GOEDKEURING VAN ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN EN VERPAKKING EN TOEZICHTHOUDENDE PROCEDURES

Goedkeuringscontroles van onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakkingen) dienen ervoor te zorgen dat deze geen afbreuk doen op de veiligheid, wettelijkheid of kwaliteit van producten en waar mogelijk elke claim op authenticiteit.

CLAUSULE VEREISTEN

3.5.2.1 Het bedrijf heeft een gedocumenteerde procedure voor het goedkeuren van onbewerkte grondstoffen en verpakkingsmateriaal gebaseerd op risicobeoordeling (clausule 3.5.1.1). De goedkeuring van onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakkingen) en het vrijgeven voor gebruik is gebaseerd op één of een combinatie van:

• productmonsters en tests

• visuele inspectie bij ontvangstname

• analysecertificaten – in het bijzonder van de levering

• nalevingscertificaten.

Een lijst van onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakkingen) en vereisten waaraan vooraf goedkeuring moet worden gegeven is beschikbaar. De parameters voor goedkeuring en de testfrequentie worden duidelijk bepaald, geïmplementeerd en beoordeeld.

19WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 19 04/12/2014 16:33

3.5.3 HET BEHEER VAN DIENSTLEVERANCIERS

Het bedrijf kan bij diensten die zijn uitbesteed aantonen dat de dienst is gepast en dat risico’s voor voedselveiligheid, -wettelijkheid en -kwaliteit zijn geëvalueerd en dat effectieve controles worden uitgevoerd.

CLAUSULE VEREISTEN

3.5.3.1 Er is een gedocumenteerde procedure voor het goedkeuren en toezichthouden op leveranciers van diensten. Onder gepaste diensten vallen:

• ongediertebestrijding

• wasserij

• gecontracteerde schoonmaakdiensten

• gecontracteerde onderhoudsdiensten voor het machinepark

• transport en distributie

• opslag van ingrediënten, verpakkingen of producten buiten de locatie

• laboratoriumtesten

• catering

• afvalverwerking.

3.5.3.2 Contracten of formele overeenkomsten bestaan met leveranciers van diensten waarin duidelijk afgestemd is wat de serviceverwachtingen zijn en dat potentiële risico’s voor voedselveiligheid met de dienst zijn besproken.

3.5.4 HET BEHEER VAN UITBESTEDE VERWERKING EN VERPAKKING

Indien een processtap in het productieproces of het verpakken van een product (wat binnen de reikwijdte van het certificaat valt) wordt uitbesteed of uitgevoerd op of aan een andere locatie, dan wordt dit beheerd zodat de veiligheid, wettelijkheid, kwaliteit of authenticiteit van het product niet in gevaar wordt gebracht.

CLAUSULE VEREISTEN

3.5.4.1 Het bedrijf is in staat aan te tonen dat indien een deel van het productieproces of het verpakken is uitbesteed en plaatsvindt weg van de locatie dat dit wordt verklaard door de merkhouder en indien noodzakelijk, goedkeurig wordt afgegeven.

3.5.4.2 Het bedrijf draagt zorg dat toeleveranciers zijn goedgekeurd en onder toezicht staan voor een succesvolle afronding van:

• certificering van een toepasbare BRC-wereldwijde norm voor voedselveiligheid of een ander door GFSI erkend programma

• een gedocumenteerde vestigingaudit plaatsvindt waarin opgenomen productveiligheid, -traceerbaarheid, HACCP-beoordeling en goede productiepraktijken, en die wordt uitgevoerd door een ervaren en aantoonbaar competente productveiligheidauditor

3.5.4.3 Elke uitbestede verwerking of verpakkingsuitvoeringen zullen:

• plaatsvinden conform opgestelde contracten waarin elke proces- en verpakkingsvereisten en productspecificaties duidelijk staan omschreven

• producttraceerbaarheid onderhouden.

3.5.4.4 Het bedrijf stelt inspectie- en testprocedures vast voor producten waarvan een deel van de verwerking of verpakking is uitbesteed, waaronder visuele, chemische en/of microbiologische testen afhankelijk van risicobeoordeling.

3.6 SPECIFICATIESpecificaties bestaan voor onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakkingen), eindproducten en elk product of elke dienst die afbreuk kan doen aan de integriteit van het eindproduct.

20 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 20 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

3.6.1 De specificaties voor onbewerkte grondstoffen en verpakkingen zijn adequaat en accuraat en verzekeren de naleving van relevante veiligheid- en wettelijke vereisten. De specificaties bestaan uit afgestemde limieten voor relevante materiaalkenmerken die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit of veiligheid van eindproducten (bijv. chemisch, microbiologisch of fysieke normen).

3.6.2 Nauwkeurige, bijgewerkte specificaties zijn beschikbaar voor alle eindproducten. Hierin is belangrijke informatie opgenomen om aan klant- en wettelijke vereisten te voldoen en om de gebruiker te helpen in veilig productgebruik.

3.6.3 Het bedrijf zal een formele overeenkomst in verband met de specificaties met relevante partijen afsluiten. Wanneer de specificaties niet formeel zijn afgesproken, dient het bedrijf aan te tonen stappen te hebben ondernomen om te zorgen voor een formele overeenkomst.

3.6.4 De specificaties zullen worden herzien bij een verandering aan het product (bijv. ingrediënten, verwerkingsmethode) of ten minste eens per 3 jaar. De herzieningsdatum en goedkeuring van elke verandering dienen te worden vastgelegd.

3.7 CORRIGERENDE EN PREVENTIEVE MAATREGELENFUNDAMENTEELDe vestiging dient aan te kunnen tonen gebruik te maken van de informatie van geïdentificeerde mislukte incidenten in het voedselveiligheid- en kwaliteitssysteem zodat er nodige correcties gemaakt kunnen worden en herhaling wordt voorkomen.

CLAUSULE VEREISTEN

3.7.1 De vestiging heeft een gedocumenteerde procedure voor het afhandelen en corrigeren van geïdentificeerde mislukte incidenten in het voedselveiligheid- en kwaliteitssysteem.

3.7.2 Indien een niet-naleving zorgt voor een risico in veiligheid, wettelijkheid of kwaliteit van producten, wordt dit onderzocht en er verslag van gemaakt:

• duidelijke verslaglegging van de niet-naleving

• een oorzakenbeoordeeling wordt uitgevoerd door een bekwaam en geautoriseerd persoon

• de actie waarmee het heersende probleem wordt aangepakt

• een passend tijdschema voor correcties

• de verantwoordelijke voor de correcties

• een vergewissing dat de correctie is uitgevoerd en effectief is

• een identificatie van de oorzaak van de niet-naleving en de implementatie van elke nodige actie om herhaling te voorkomen.

3.8 BEHEER VAN EEN NIET-NALEVEND PRODUCTDe vestiging zorgt ervoor dat elk product zonder specificatie effectief wordt beheerd om ongeautoriseerde vrijgave te voorkomen.

CLAUSULE VEREISTEN

3.8.1 Er zullen gedocumenteerde procedures zijn voor het beheer van niet-nalevende producten. Deze procedures omvatten:

• de vereisten voor personeel om een mogelijk niet-nalevend product te identificeren en te rapporteren

• duidelijke identificatie van een niet-nalevend product (bijv. directe etikettering of het gebruik van IT-systemen)

• beveiligde opslag om toevallige uitgave te voorkomen (bijv. fysieke of op computer gebaseerde isolatie)

• een verwijzing naar de merkhouder indien noodzakelijk

• bepaalde verantwoordelijkheden voor het maken van keuzes om een product te gebruiken of te verwerpen afhankelijk van de kwestie (bijv. vernietiging, bewerking, downgrading naar een alternatief merk of concessie-aanvaarding)

• verslagen over de keuze om een product te gebruiken of te verwerpen

• vernietigingsverslagen indien het product om voedselveiligheidsredenen is vernietigd.

21WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 21 04/12/2014 16:33

3.9 TRACEERBAARHEIDFUNDAMENTEELDe vestiging is in staat om alle onbewerkte grondstoffen te traceren (waaronder verpakkingen) vanaf de leverancier door alle processtappen tot de afzending en vice versa.

CLAUSULE VEREISTEN

3.9.1 De identificatie van onbewerkte grondstoffen, waaronder primaire en andere relevante verpakkingen, verwerkingshulpmiddelen, tussen/halffabricaten, deels gebruikte materialen, eindproducten en te onderzoeken materialen volstaat om ze te nauwkeurig traceren.

3.9.2 De vestiging test het traceerbaarheidssysteem op een aantal productgroepen om te zorgen dat traceerbaarheid kan worden bepaald van onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakkingen) tot het eindproduct en vice versa, waaronder hoeveelheidcontroles en massabalansen. Dit gebeurt op een vooraf bepaalde frequentie, ten minste jaarlijks, en de resultaten blijven bewaard voor inspectie. Volledige traceerbaarheid dient mogelijk te zijn binnen 4 uur.

3.9.3 Het bedrijf zorgt ervoor dat haar leveranciers van onbewerkte grondstoffen een effectief traceerbaarheidssysteem hebben. Indien een leverancier is goedgekeurd op basis van een vragenlijst, in plaats van een certificering of audit, zal de verificatie van het traceerbaarheidssysteem van de leverancier bij de eerste goedkeuring plaatsvinden en ten minste elke 3 jaar. Dit kan gebeuren door middel van een traceerbaarheidstest. Indien een onbewerkte grondstof direct afkomstig is van een boerderij of kwekerij, dan is een verdere verificatie van het traceerbaarheidssysteem van de boerderij of kwekerij niet noodzakelijk.

3.9.4 Ook bij herbewerking of elke aanpassing, het traceerbaarheidssysteem blijft van toepassing.

3.10 KLACHTENAFHANDELINGKlachten van klanten worden effectief afgehandeld en de informatie wordt gebruikt om verdere klachtniveaus te verminderen.

CLAUSULE VEREISTEN

3.10.1 Alle klachten worden vastgelegd, onderzocht en de resultaten van het onderzoek van de kwestie worden vastgelegd indien er voldoende informatie beschikbaar is. Gepaste acties naar de ernst en de frequentie van de geïdentificeerde problemen zullen prompt en effectief worden uitgevoerd door juist opgeleid personeel.

3.10.2 De klachtengegevens worden geanalyseerd op noemenswaardige trends. Daar waar er een noemenswaardige toename in een klacht of bij een serieuze klacht is, een oorzakenanalyse worden gebruikt om doorlopende verbeteringen in productveiligheid, -wettelijkheid en -kwaliteit te implementeren en herhaling te voorkomen. Deze analyse is beschikbaar voor al het relevante personeel.

3.11 INCIDENTENBEHEER, PRODUCTTERUGTREKKING EN -TERUGROEPINGHet bedrijf beschikt over een systeem om incidenten effectief te beheren en het indien noodzakelijk uitvoeren van een productterugtrekking of -terugroeping mogelijk te maken.

22 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 22 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

3.11.1 Het bedrijf heeft gedocumenteerde procedures ontwikkeld om te rapporten en effectief om te gaan met het beheer van incidenten en potentiële noodsituaties die invloed hebben op voedselveiligheid, -wettelijkheid of -kwaliteit. Hier horen de plannen voor onvoorziene omstandigheden bij om productveiligheid, -kwaliteit en wettelijkheid te verzekeren. Deze incidenten bestaan onder meer uit:

• de onderbreking van belangrijke aanvoer zoals water, energie, transport, invriezingssystemen, aanwezig personeel en communicatie

• gebeurtenissen zoals brand, onderstroming of een natuurramp

• schadelijke besmetting of sabotage.

Indien producten zijn vrijgegeven van een vestiging dat getroffen werd door een incident, dient het overwogen te worden of de noodzaak bestaat om producten terug te halen of terug te roepen.

3.11.2 Het bedrijf heeft een gedocumenteerde procedure om producten terug te trekken of terug te roepen. Dit zal ten minste omvatten:

• het identificeren van belangrijke personeelsleden die een team vormen dat het beheer van productterugroeping voert, met duidelijk omschreven verantwoordelijkheden

• richtlijnen om te besluiten of een product dient te worden teruggehaald of teruggeroepen en voor het bijhouden van verslagen

• een bijgewerkte lijst van belangrijke contactgegevens (inclusief contactgegevens voor buiten kantooruren) of een verwijzing naar de plaats van een dergelijke lijst (bijv. het management dat zich bezighoudt met de terugroeping, nooddiensten, leveranciers, klanten, certificeringsinstelling, handhavingsautoriteit)

• een communicatieplan met daarin een informatieprovisie aan klanten, consumenten en handhavingsautoriteiten op een tijdige manier

• gegevens van externe agentschappen die indien nodig advies en ondersteuning bieden (bijv. gespecialiseerde laboratoria, handhavingsautoriteiten en juridische expertise)

• een handelingsplan voor de logistiek aangaande producttraceerbaarheid, het herstellen of verwijderen van een getroffen product en voorraadbeheer.

De procedure kan te allen tijde worden uitgevoerd.

3.11.3 De procedures om producten terug te roepen of terug te trekken zal worden getest, ten minste jaarlijks, op een dergelijke wijze waardoor effectieve uitvoering wordt verzekerd. De testresultaten blijven bewaard en zullen tijdschema’s van sleutelactiviteiten bevatten. De testresultaten en de resultaten van een werkelijke terugroeping worden gebruikt om de procedure te bestuderen en indien noodzakelijk verbeteringen te implementeren.

3.11.4 In het geval van een teruggeroepen product, wordt de certificeringsinstelling die het normcertificaat aan de vestiging heeft verleend binnen 3 dagen na het besluit om terug te roepen worden ingelicht.

3.12 KLANTENFOCUS EN COMMUNICATIEHet bedrijf zorgt ervoor dat klantspecifiek beleid or vereisten worden begrepen, geïmplementeerd en duidelijk worden gecommuniceerd met relevante personeelsleden en indien van toepassing met leveranciers van onbewerkte grondstoffen, verpakkingen en diensten.

CLAUSULE VEREISTEN

3.12.1 Indien een bedrijf is gevraagd te werken volgens specifieke klantenvereisten, gedragscodes, werkmethoden enz., dan zullen deze bekend worden gemaakt aan relevant personeel op de vestiging en worden geïmplementeerd.

3.12.2 Effectieve processen bestaan om klantspecifieke vereisten indien van toepassing te communiceren met leveranciers van onbewerkte grondstoffen.

23WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 23 04/12/2014 16:33

4 VESTIGINGSSTANDAARDEN

4.1 EXTERNE STANDAARDENDe productieruimte is van voldoende grootte, locatie en constructie, en wordt onderhouden om risico op besmetting te voorkomen en om de productie van veilige en wettelijke eindproducten te bevorderen.

CLAUSULE VEREISTEN

4.1.1 Daarbij zullen lokale activiteiten en de vestigingsomgeving worden overwogen, waardoor er een terugslag op de integriteit van het eindproduct kan zijn, en maatregelen dienen te worden getroffen om kruisbesmetting te voorkomen. Indien maatregelen zijn opgesteld om de vestiging te beschermen (tegen mogelijke besmettingsbronnen, overstroming enz.) kunnen deze worden herzien als gevolg van veranderingen.

4.1.2 De externe ruimtes worden op een goede manier onderhouden. Waar gebouwen worden omringd door begroeide of aangeplante gebieden, zullen deze regelmatig worden verzorgd en onderhouden. Externe verkeersroutes onder het beheer van de vestiging zijn voldoende verhard en onderhouden om besmetting van het product te voorkomen.

4.1.3 De fabriek wordt onderhouden om potentiële productbesmetting te minimaliseren (bijv. de verwijdering van vogelnesten, het afsluiten van gaten rondom pijpleidingen tegen ongedierte binnendringend water en andere besmettingsbronnen).

4.2 VOEDSELVEILIGHEIDVeiligheidssystemen zorgen ervoor dat producten worden beschermd tegen diefstal of schadelijke besmetting onder het beheer van de vestiging.

CLAUSULE VEREISTEN

4.2.1 Het bedrijf doet een gedocumenteerde beoordeling van de veiligheidsregelingen en de mogelijke risico’s voor producten als gevolg van elke bewuste handeling om besmetting of vernieling te veroorzaken. De gebieden worden beoordeeld op risico; gevoelige of afgesloten gebieden worden bepaald, duidelijk gemarkeerd, gecontroleerd en beheerd. De geïdentificeerde veiligheidsregelingen die risico’s reduceren worden geïmplementeerd en ten minste jaarlijks beoordeeld.

4.2.2 Maatregelen verzekeren dat uitsluitend bevoegd personeel toegang heeft tot de productie- en opslaggebieden, en dat toegang tot de vestiging voor medewerkers, aanbesteders en bezoekers wordt beheerd. Een verslaglegging van bezoekers zal plaatsvinden. Personeelsleden worden onderwezen in de veiligheidsmaatregelen op de vestiging en worden geïnstrueerd om onbekende bezoekers te rapporteren.

4.2.3 Externe opslagtanks, silo’s en inkomende pijpleidingen met een buitenzijdige opening moeten zijn afgesloten.

4.2.4 Indien de wet dit voorschrijft, wordt de vestiging geregistreerd, of goedgekeurd door de aangewezen autoriteit.

24 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 24 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

4.3 GRONDPLAN, PRODUCTSTROOM EN SEGREGATIEFUNDAMENTEELHet fabrieksontwerp, de productstromen en de rondgang van personeelsleden zijn voldoende beschermd om productbesmetting te voorkomen en zijn conform relevante wetgeving.

CLAUSULE VEREISTEN

4.3.1 De vestiging heeft een plattegrond met daarop afgebakende gebieden (zones) waar het product zich in verschillende risiconiveaus bevindt, zoals:

• high risk-gebied

• high care-gebied

• high care-gebied op kamertemperatuur

• low risk-gebied

• afgesloten productruimtes

• productloze ruimtes

Zie appendix 2 voor richtlijnen voor het bepalen van risicozones.

Dit zoneplan wordt gebruikt om voorwaardelijke programma’s voor verschillende gebieden op de vestiging te bepalen.

4.3.2 De vestigingskaart(en) geven aan:

• toegangspunten voor personeel

• toegangspunten voor onbewerkte grondstoffen (waaronder verpakking)

• verplaatsingsroutes van personeel

• verplaatsingsroutes van onbewerkte grondstoffen

• routes voor het verwijderen van afvalproducten

• routes voor herbewerking

• waar faciliteiten voor medewerkers zich bevinden waaronder kleedruimtes, toiletten, kantines en rookruimtes

• productstroom.

4.3.3 Aannemers en bezoekers, waaronder chauffeurs, worden op de hoogte gebracht van alle procedures voordat toegang word verleend tot de gebieden met vereisten die ze bezoeken, in het bijzonder wordt er gewezen op gevaren en mogelijke productbesmetting. Aannemers die werkzaam zijn in productverwerking of opslagruimtes staan onder de verantwoordelijkheid van een aangewezen persoon.

4.3.4 De bewegingsroutes van personeel, onbewerkte grondstoffen, verpakkingen, bewerkingen en/of afval doet geen afbreuk aan productveiligheid. De processtroom samen met gebruikmaking van aantoonbaar effectieve procedures zijn opgezet om besmettingsrisico voor onbewerkte grondstoffen, tussen/halffabricaten, verpakkingen en eindproducten te minimaliseren.

4.3.5 Waar high risk-gebieden onderdeel zijn van de productieruimte is er sprake van een fysieke segregatie tussen deze gebieden en andere delen van de vestiging. De segregatie houdt rekening met productflow, de aard van materialen (waaronder verpakkingen), machines, personeel, afval, luchttoevoer, luchtkwaliteit en nutsvoorzieningen (waaronder afvoer). De locatie van wisselpunten doen geen afbreuk op de segregatie tussen high risk-gebieden en andere delen van de fabriek. De ingestelde praktijken minimaliseren productbesmetting (bijv. het desinfecteren van materialen bij binnenkomst).

4.3.6 Waar high risk-gebieden onderdeel zijn van de productieruimte is er sprake van een fysieke segregatie tussen deze gebieden en andere delen van de vestiging. De segregatie houdt rekening met productstroom, de aard van materialen (waaronder verpakkingen), machines, personeel, afval, luchttoevoer, luchtkwaliteit en nutsvoorzieningen (waaronder afvoer). Waar er geen fysieke belemmeringen, dan heeft de vestiging een gedocumenteerde risicobeoordeling afgenomen voor mogelijke kruisbesmetting, en een effectief en gevalideerd proces wordt opgezet om productbesmetting te voorkomen.

25WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 25 04/12/2014 16:33

CLAUSULE VEREISTEN

4.3.7 Waar high care-gebieden op kamertemperatuur nodig zijn wordt een gedocumenteerde risicobeoordeling afgenomen om te bepalen of kruisbesmetting met pathogenen mogelijk is. De risicobeoordelingen houden rekening met mogelijke bronnen van microbiologische besmetting, waaronder:

• onbewerkte grondstoffen en producten

• de doorstroming van onbewerkte grondstoffen, verpakkingen, producten, machines, personeel en afval

• luchttoevoer en -kwaliteit

• nutsvoorzieningen (waaronder afvoer).

Effectieve processen zijn opgezet om het eindproduct tegen deze besmetting te beschermen. Onder deze processen vallen segregatie, het beheer van processtroom en andere beheerspunten.

4.3.8 De gebouwen bieden voldoende werkruimte en opslagcapaciteit om alle uitvoering juist en onder veilige hygiënische voorwaarden uit te laten voeren.

4.3.9 Tijdelijke constructies die opgesteld zijn bij verbouwing of renovatie enz. zijn ontworpen en geplaatst om schuilplekken voor ongedierte te voorkomen en veiligheid en kwaliteit van de producten te verzekeren.

4.4 GEBOUW, OMGANG MET ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN, VOORBEREIDING, VERWERKING, VERPAKKING EN OPSLAGRUIMTES

De fabricagehal van de vestiging, de gebouwen en faciliteiten zullen geschikt zijn voor beoogd doel.

CLAUSULE VEREISTEN

4.4.1 Muren zijn afgewerkt en worden onderhouden om het aankoeken van vuil te voorkomen, het minimaliseren van condensatie en schimmelaanwas en schoonmaak te vereenvoudigen.

4.4.2 De vloeren zijn voldoende duurzaam om aan productie-eisen te voldoen en schoonmaakmiddelen en -methoden te ondergaan. Ze zijn waterdicht, worden onderhouden en ondersteunen reiniging ervan.

4.4.3 Afvoer, indien nodig, is aangelegd, ontworpen en onderhouden om risico op productbesmetting te voorkomen en geen afbreuk te doen aan productveiligheid. Machines en pijpleidingen zijn waar mogelijk zo opgesteld dat afvalwater direct wordt afgevoerd. Als grote hoeveelheden water worden gebruikt, of het onmogelijk is om pijpleidingen direct op de afvoer aan te sluiten, zullen er waterkanalen in de vloer zitten om waterstromen en afvalwater naar de afvoer te leiden.

4.4.4 Als vestigingen high risk- of high care-faciliteiten hebben, dan zal een plattegrond van deze gebieden aangeven wat de stroomrichting en plaats van vastgezet machinetuig is waardoor de afvoer van van afvalwater kan worden verstoord. De stroomrichting van afvoeren zal geen besmettingsrisico voor het high risk/care-gebied vormen.

4.4.5 Plafonds en bovenleidingen worden geconstrueerd, afgewerkt en onderhouden om productbesmetting te voorkomen.

4.4.6 Als er verlaagde plafonds of dakvides zijn, dat wordt er voorzien in gepaste toegang naar de ruimte om de ongedierte-inspectie te ondersteunen, tenzij de ruimte volledig is afgesloten.

4.4.7 Als ramen en glazen daken die ontworpen zijn om voor ventilatie open te kunnen een risico vormen voor het product, zullen deze worden onderzocht om het binnendringen van ongedierte te voorkomen.

4.4.8 Als glazen beraming een risico vormt voor het product, zullen deze worden beschermd tegen breken.

4.4.9 Deuren worden op een goede manier onderhouden:

• Buitendeuren en docklevellers zijn nauwsluitend en voldoende bestendig

• Buitendeuren naar open productruimtes worden niet geopend tijdens productietijden behalve in het geval van nood.

Wanneer buitendeuren naar afgesloten productruimtes zijn geopend, worden voorzorgsmaatregelen getroffen om het binnendringen van ongedierte te voorkomen.

4.4.10 Geschikte en voldoende lichtbronnen zijn aanwezig voor juiste procesuitvoering, productinspectie en effectieve schoonmaak.

26 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 26 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.4.11 Als lampen en lichtstrips een risico vormen voor het product, inclusief de lampjes op elektronische vliegenvangers, dan zullen deze voldoende zijn beschermd. Als volledige bescherming niet mogelijk is, alternatieve oplossingen zoals draadgaasroosters of toezichtprocedures worden ingesteld.

4.4.12 Er wordt in voldoende ventilering en wegname voorzien in productopslag en productie-omgevingen om condenseren en overtollige stof te voorkomen.

4.4.13 High risk-gebieden zijn voorzien van voldoende verversing met gefiltreerde lucht. De filterspecificatie en de frequentie van luchtverversing worden vastgelegd. Dit wordt gebaseerd op een risicobeoordeling, waarbij de luchtbron en het vereiste om aan positieve luchtdruk relatief aan de omliggende gebieden te voldoen.

4.5 NUTSVOORZIENINGEN – WATER, IJS, LUCHT EN ANDERE GASSENEr wordt toezicht gehouden op de voorzieningen die worden gebruikt in de productie- en opslagruimtes en effectief beheer van besmettingsrisico mogelijk maken.

CLAUSULE VEREISTEN

4.5.1 Water dat als onbewerkt materiaal wordt gebruikt in de productie van verwerkte voedingsmiddelen, de productvoorbereiding, bij het handen wassen, voor machines of de fabrieksschoonmaak is in voldoende hoeveelheid aanwezig en drinkbaar, wanneer in gebruik of geen besmettingsrisico vormen, en in overeenstemming met toepasbare regelgeving. De microbiologische en chemische kwaliteit van het water wordt ten minste jaarlijks geanalyseerd. De bemonsteringpunten, reikwijdte van de test en frequentie-analyse zijn gebaseerd op risico, daarbij rekening houdend met de waterbron, in-situ opslag en distributiefaciliteiten, voorafgaande monstergeschiedenis en gebruik.

4.5.2 Een bijgewerkt schematisch diagram is beschikbaar van het waterdistributiesysteem op de vestiging, waaronder de opslagtanks, waterbehandeling en waterrecycling als die van toepassing zijn. Het diagram wordt gebruikt als startpunt voor waterbemonstering en het beheer van de waterkwaliteit.

4.5.3 Indien de wetgeving specifiek gebruik van ondrinkbaar water toestaat voor de initiële productschoonmaak (bijv. voor de opslag/wassen van vis), zal het water voldoen aan de bepaalde wettelijke vereisten voor deze behandeling.

4.5.4 Lucht, andere gassen en stoom die in contact komen met producten, of als ingrediënt worden gebruikt, zullen onder toezicht staan om te verzekeren dat hieruit geen besmettingsgevaar ontstaat. Samengeperste lucht dat direct in contact met het product staat zal worden gefiltreerd.

4.6 MACHINEPARKAlle voedselverwerkende machines zijn geschikt voor beoogd gebruik en zullen worden gebruikt om het risico op productbesmetting te minimaliseren.

CLAUSULE VEREISTEN

4.6.1 Alle machines zijn gebouwd met gepaste materialen. Het ontwerp en de opstelling van machines verzekeren dat deze effectief kunnen worden gereinigd en onderhouden.

4.6.2 Machines die in direct contact met voedsel staan zijn geschikt voor voedselcontact en voldoen aan wettelijke vereisten als die van toepassing zijn.

27WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 27 04/12/2014 16:33

4.7 ONDERHOUDEen effectief onderhoudsprogramma is ingesteld voor de fabriek en de machines om besmetting te voorkomen en de kans op mogelijke uitbraken te verminderen.

CLAUSULE VEREISTEN

4.7.1 Er bestaat een gedocumenteerd onderhoudsschema of een conditiemonitoringsysteem waaronder al het machinetuig van de fabriek en het proces valt. De onderhoudsvereisten worden bepaald tijdens de inbedrijfstelling van nieuwe apparaten.

4.7.2 Als toevoeging op elk geroosterd onderhoudsprogramma, wanneer er een kans op productbesmetting door vreemd materiaal als gevolg van machineschade, dan wordt de machine geïnspecteerd op de afgestelde intervallen, worden inspectieresultaten gedocumenteerd en gepaste actie ondernomen.

4.7.3 Als er tijdelijke reparaties worden gemaakt, dan dienen deze te verzekeren dat de veiligheid of de wettelijkheid van een product niet in gevaar komt. Deze tijdelijke maatregelen worden permanent gerepareerd zo snel als praktisch mogelijk en binnen een afgesproken tijdschema.

4.7.4 De vestiging verzekert dat de veiligheid of wettelijkheid van een product niet in gevaar komt tijdens onderhoud of opvolgende schoonmaakbehandelingen. Onderhoud wordt opgevolgd door een gedocumenteerde goedkeuringsprocedure van de hygiëne, waarin verslag wordt gelegd over de productgevaren die zijn verwijderd uit de machines en apparaten.

4.7.5 Onderhoud dat plaatsvindt in high risk- en high care-gebieden houdt rekening met de segregatievereisten van dat gebied. Indien mogelijk worden hulpmiddelen en apparaten uitsluitend voor gebruik in dat gebied voor behouden en blijven binnen de gebiedsgrenzen.

4.7.6 Materialen die gebruikt worden bij het onderhouden van machines en de fabriek en die een risico vormen door direct of indirect contact met onbewerkte grondstoffen, halffabricaten en eindproducten, zoals smeerolie, zullen food-grade zijn en hebben een bekende allergenenstatus.

4.7.7 Mechanische werkplaatsen worden schoon gehouden en controles voorkomen de verplaatsing van vuil naar productie- of opslagruimtes.

4.8 MEDEWERKERSVOORZIENINGENDe medewerkersvoorzieningen volstaan om het benodigde aantal personeelsleden te voorzien en zijn ontworpen om risico’s voor productbesmetting te minimaliseren. De voorzieningen worden op een goede en schone manier onderhouden.

CLAUSULE VEREISTEN

4.8.1 Bestemde kleedruimtes zijn beschikbaar voor medewerkers, leidinggevenden, bezoekers of aannemers. De plaats van deze ruimtes geeft directe toegang tot productie-, verpakking- of opslagruimtes zonder hiervoor door buitengelegen gebieden te moeten. Als dit niet mogelijk is, dan zal een risicobeoordeling worden uitgevoerd, en procedures opgezet (bijv. een provisie voor spoelbakken voor schoeisel).

4.8.2 Voldoende grootte kluisjes voor de opslag van persoonlijke voorwerpen zijn aanwezig voor alle medewerkers die werken in de verwerking van onbewerkte grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakking en opslagruimtes.

4.8.3 Buitenkleding en andere persoonlijke voorwerpen worden apart gehouden van productiekleding in de kleedruimtes. Er is een wijze waarop schone en vuile productiekleding apart worden gehouden aanwezig.

28 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 28 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.8.4 Waar een handeling plaatsvindt in een high risk-gebied dan komen medewerkers daarbinnen via een specifieke bestemde kleedruimte aan de ingang van het high risk-gebied. De kleedruimtes voldoen aan de volgende vereisten:

• Duidelijke instructies geven aan hoe beschermende kleding aan en uit dient te worden getrokken om besmetting van schone kleding te voorkomen

• De beschermende kleding is zichtbaar verschillend van kleding dat in andere gebieden wordt gedragen en wordt niet buiten het high risk-gebied gedragen

• De handen worden bij de verkleedprocedure gewassen om te voorkomen dat schone beschermende kleding besmet wordt (bijv. de handen worden gewassen nadat haarnetjes en schoeisel zijn aangetrokken, maar voordat de beschermende kleding wordt aangetrokken)

• Voor het betreden van high risk-gebieden is het mogelijk de handen te wassen en te desinfecteren

• Bestemd schoeisel is beschikbaar om binnen het high risk-gebied te gebruiken met een effectief systeem om gebieden waar high risk-schoeisel of ander schoeisel wordt afgescheiden (bijv. door een belemmering of verhoging). Bij uitzondering is het toegestaan om laarzen te reinigen in het geval dat dit een aantoonbaar effectieve controle op schoeisel is om de introductie van pathogeen materiaal in een high risk-gebied te voorkomen.

Een toezichthoudende procedure op de omgeving geeft een oordeel over de effectiviteit van deze maatregelen voor schoeisel.

4.8.5 Als een handeling plaatsvindt in een high risk-gebied dan komen medewerkers daarbinnen via een specifieke bestemde kleedruimte dat zorgt dat kleding niet wordt besmet voor het betreden van het high care-gebied. De volgende vereisten zijn opgenomen:

• Duidelijke instructies geven aan hoe beschermende kleding aan en uit dient te worden getrokken om besmetting van schone kleding te voorkomen

• Schoeisel dat door de vestiging wordt uitgegeven, wordt niet buiten de fabriek gedragen

• De beschermende kleding is zichtbaar verschillend van kleding dat in andere gebieden met een lager risico wordt gedragen en wordt niet buiten het high risk-gebied gedragen

• Beschermende kleding is zichtbaar verschillend van kleding dat in lagere risicogebieden wordt gedragen en zal niet worden gedragen buiten het high care-gebied

• Voor het betreden van high risk-gebieden is het mogelijk de handen te wassen en te desinfecteren.

Er is effectieve controle op schoeisel om de introductie van pathogeen in high care-gebieden te voorkomen. Dit kan gebeuren door een beheerde verwisseling van schoeisel voor het betreden van het gebied of door het gebruik van beheerde reinigingsfaciliteiten voor laarzen.

Een toezichthoudende procedure op de omgeving geeft een oordeel over de effectiviteit van deze maatregelen voor schoeisel.

4.8.6 Er zijn geschikte en voldoende plekken om handen te wassen aan het begin van en op andere geschikte plekken binnen de productieruimte. Deze plekken beschikken ten minste over:

• adviesborden die het wassen van handen aanmoedigen

• een voldoende hoeveelheid water op geschikte temperatuur

• waterkranen die zonder handen kunnen worden gestart

• vloeibare of schuimende zeep

• handdoeken voor eenmalig gebruik of gepaste en geïnstalleerde handendrogers.

4.8.7 De toiletten zijn voldoende afgescheiden en openen niet direct naar de productie- of verpakkingruimtes. De toiletten beschikken over wastafels om handen te wassen:

• wastafels met zeep en water op een geschikte temperatuur

• gepaste mogelijkheden om handen te drogen

• adviesborden die het wassen van handen aanmoedigen.

Als er alleen in de toiletten handen kunnen worden gewassen voordat de productiehal weer wordt betreed, dan zullen de vereisten uit clausule 4.8.6. van toepassing zijn en geven borden aan waar mensen hun handen kunnen wassen voordat ze de productieruimte binnengaan.

29WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 29 04/12/2014 16:33

CLAUSULE VEREISTEN

4.8.8 Als roken wordt toegestaan door nationale wetgeving, dan zijn er aangewezen beheerde rookruimtes beschikbaar die zijn geïsoleerd van de productiegebieden en zorgen dat rook niet bij het product kan komen en dat de rook voldoende wordt afgevoerd tot buiten het gebouw. Gepaste maatregelen om het afval van rokers op te ruimen zijn beschikbaar bij de rookruimtes, zowel binnen als buiten de ruimte. Het is niet toegestaan om elektronische sigaretten te gebruiken of mee te nemen naar de productie- of opslagruimtes.

4.8.9 Voedsel dat door medewerkers wordt meegenomen naar de fabrieksruimtes worden op een schone en hygiënische wijze bewaard. Er wordt geen voedsel meegenomen naar de opslag-, verwerking- of productieruimtes. Als het is toegestaan om buiten pauzes te eten, dan gebeurt dit in gepaste afgesloten gebieden met geschikte afvalinzameling.

4.8.10 Als er catering beschikbaar is op de locatie, wordt dat voldoende beheerd om besmetting met producten te voorkomen (d.w.z. als bron voor voedselvergiftiging of door de introductie van allergeen materiaal op de vestiging).

4.9 BEHEER VAN CHEMISCHE EN FYSIEKE BESMETTING AFHANDELING VAN ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN, VOORBEREIDING, VERWERKING, VERPAKKING EN OPSLAGRUIMTES

Gepaste faciliteiten en procedures zijn opgesteld om het risico van chemische en fysieke productbesmetting te voorkomen.

4.9.1 CHEMISCH BEHEER

CLAUSULE VEREISTEN

4.9.1.1 Processen zorgen voor het beheer van gebruik, opslag en verwerking van non-food chemicaliën om besmetting met chemicaliën te voorkomen. Hieronder vallen ten minste:

• een goedgekeurde lijst van chemicaliën voor aankoop

• beschikbaarheid van datasheets over materiaalveiligheid en specificaties

• een bevestiging over geschiktheid voor gebruik in voedselverwerkende omgevingen

• het vermijden van sterk geurende producten

• het te allen tijde etiketteren en/of identificeren van opslagvaten van chemicaliën

• een bepaalde opslagruimte met afgeschermde toegang voor geautoriseerd personeel

• worden alleen door getraind personeel gebruikt.

4.9.1.2 Als sterk geurende en vlekvormende materialen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor bouwwerken, zorgen opgestelde procedures dat een risico van vlekvorming of geurafgave op producten wordt voorkomen.

4.9.2 BEHEER VAN METALEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.9.2.1 Er is een gedocumenteerd beleid voor de controle op het gebruik van scherpe metalen gereedschappen waaronder messen, snijbladen op machines, naalden en draden. Hieronder valt een inspectieverslag naar schade en een onderzoek naar verloren voorwerpen. Er wordt geen gebruik gemaakt van afbreekmessen.

4.9.2.2 Het aankopen van ingrediënten en verpakkingen met nietjes of andere gevaren voor vreemd materiaal als onderdeel van het verpakkingsmateriaal wordt vermeden. Nietjes, paperclips en punaises worden niet in open productgebieden gebruikt. Als nietjes en andere voorwerpen als onderdeel van verpakkingsmateriaal of afsluitingen aanwezig zijn, zorgen gepaste voorzorgsmaatregelen voor het minimaliseren van het risico op productbesmetting.

4.9.3 GLAS, BROZE PLASTIC, KERAMIEK EN VERGELIJKBARE MATERIALEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.9.3.1 Glas of andere broze materialen zijn uitgesloten of beschermd tegen breken in open productgebieden of waar een risico op productbesmetting bestaat.

30 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 30 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.9.3.2 Gedocumenteerde procedures over de omgang met glas en andere broze materialen (anders dan productverpakkingen) zijn van toepassing in gebieden waar producten openlijk worden verwerkt of er een risico op productbesmetting bestaat. Onder deze procedures vallen ten minste:

• een lijst van opties waaronder locatie, nummer, type en toestand

• vastgelegde controles van de toestand van de voorwerpen, die worden uitgevoerd op specifieke momenten dat is gebaseerd op het risiconiveau van het product

• details over het schoonmaken of het vervangen van het voorwerp om het potentieel op productbesmetting te voorkomen.

4.9.3.3 Gedocumenteerde procedures schrijven de uit te voeren handelingen voor in het geval van gebroken glas of andere broze voorwerpen en omvatten:

• het in quarantaine stellen van producten en productiegebieden die mogelijk blootstonden

• schoonmaak van de productieruimte

• het inspecteren van de productieruimte en het autoriseren van het vervolgen van productie

• het verwisselen van werkkleding en inspectie van schoeisel

• het specificeren van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de bovengenoemde punten

• een verslaglegging van het breken.

4.9.4 PRODUCTEN DIE WORDEN VERPAKT IN GLAS OF ANDERE BROZE VERPAKKINGEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.9.4.1 De opslag van de verpakkingen is afgescheiden van de opslag van onbewerkte materialen, producten of andere verpakkingen.

4.9.4.2 Er zijn systemen om het breken van verpakkingen te beheren tussen de schoonmaak en inspectie van verpakkingen en het afsluiten van de verpakkingen. Hieronder vallen, ten minste, gedocumenteerde instructies die verzekeren:

• het verwijderen en vernietigen van producten onder potentieel risico in de nabijheid van het gebroken product; dit kan specifiek zijn voor verschillende machines of gebieden in het productieproces

• de effectieve schoonmaak van de productlijn of machinetuig die besmet kunnen zijn met fragmenten van de verpakking; de schoonmaak leidt niet tot verdere verdeling van fragmenten, bijvoorbeeld door het gebruik van water of lucht onder hogere druk

• het gebruik van bepaalde, duidelijk identificeerbare schoonmaakmiddelen (bijv. met kleuren gecodeerd) voor het verwijderen van gebroken verpakkingen; zulke hulpmiddelen worden apart van andere schoonmaakmiddelen opgeslagen

• het gebruik van bepaalde, toegankelijke, afgesloten afvalcontainers voor het inzamelen van kapotte verpakkingen en fragmenten

• een gedocumenteerde inspectie van de productiemachines wordt ondernomen na het schoonmaken van de gebroken verpakking om te verzekeren dat het schoonmaken effectief elk risico op besmetting heeft voorkomen

• goedkeuring voor het vervolgen van productie wordt na de schoonmaak gegeven

• het gebied rond de productielijn wordt vrij van gebroken glas gehouden.

4.9.4.3 Verslagen worden bijgehouden voor alle gebroken verpakkingen in de productielijn. Als er geen verpakkingen breken tijdens de productieperiode, wordt dit ook vastgelegd. Deze verslagen worden bestudeerd om trends te identificeren en aanpassingen aan verpakking of productie te maken.

4.9.5 HOUT

CLAUSULE VEREISTEN

4.9.5.1 Hout wordt niet op open productiegebieden gebruikt, behalve als het onderdeel van een procesvereiste vormt (bijv. het rijpen van producten in hout). Als het gebruik van hout niet kan worden vermeden, dan zal de toestand van het hout voortdurend worden onderzocht om te verzekeren dat deze goed is en vrij van schade of splinters die producten kunnen besmetten.

31WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 31 04/12/2014 16:33

4.10 HET OPSPOREN VAN VREEMDE MATERIALEN EN VERWIJDERINGSINSTRUMENTEN

Het risico op productbesmetting wordt gereduceerd of geëlimineerd door het effectieve gebruik van middelen om vreemd materiaal te vinden en te verwijderen.

4.10.1 HET OPSPOREN VAN VREEMDE MATERIALEN EN VERWIJDERINGSINSTRUMENTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.10.1.1 Een gedocumenteerde beoordeling in samenhang met de HACCP-studie wordt uitgevoerd op elk productieproces om het mogelijke gebruik van middelen te identificeren en om het mogelijk te maken om besmetting met vreemd materiaal op te sporen en te verwijderen. Typische middelen om te overwegen kunnen zijn:

• filters

• zeven

• metaaldetectie

• magneten

• optische sorteermachines

• detectieapparaten met röntgen

• andere fysieke scheidingsmiddelen (bijv. door zwaartekracht of door drijftechnologie).

4.10.1.2 Het type, de locatie en de gevoeligheid van de detectie en/of de verwijderingsmethode worden gespecificeerd in het gedocumenteerde systeem van de vestiging. De goede praktijken van de industrie worden toegepast afhankelijk van de aard van het ingrediënt, materiaal, product en/of verpakte product. De locatie van de middelen en andere factoren die invloed hebben op de gevoeligheid van de hulpmiddelen worden gevalideerd en gerechtvaardigd.

4.10.1.3 De vestiging verzekert dat de testfrequentie van vreemd materiaal en/of de verwijderingsinstrumenten is vastgesteld en houdt rekening met:

• specifieke vereisten van klanten

• de mogelijkheid van een vestiging om te identificeren, vast te houden en te voorkomen dat besmette materialen worden vrijgegeven, als er instrumentfalen wordt vastgesteld.

4.10.1.4 Als vreemd materiaal wordt vastgesteld of gevonden door instrumenten, dan wordt de bron van het vreemde materiaal onderzocht. Informatie over afgewezen materialen wordt gebruikt om trends te identificeren en mogelijk voorkomende maatregelen te starten die herhaling van besmetting door het vreemde materiaal verminderen.

4.10.2 FILTERS EN ZEVEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.10.2.1 Filters en zeven die worden gebruikt bij het vinden van vreemd materiaal zullen een specifieke maaswijdte of dikte hebben en zijn ontworpen om maximale praktische bescherming aan het product te verlenen. Het materiaal dat wordt achter gehouden of verwijderd door het systeem wordt onderzocht en verslag van gemaakt om risico’s op besmetting te identificeren.

4.10.2.2 De filters en zeven worden geïnspecteerd en getest op schade op een gedocumenteerde frequentie gebaseerd op risico. De verslagen worden voor controles bijgehouden. Als kapotte filters of zeven worden gevonden, dan wordt dit vastgelegd en de mogelijkheid van productbesmetting onderzocht en wordt gepaste actie ondernomen.

32 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 32 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

4.10.3 METAALDETECTIE EN INSTRUMENTEN MET RÖNTGEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.10.3.1 Er zijn instrumenten voor metaalopsporing tenzij er uit risicobeoordeling blijkt dat hierdoor de bescherming van eindproducten tegen metaalbesmetting niet wordt verbeterd. Als instrumenten voor metaalopsporing niet worden gebruikt, dan wordt de reden daarvoor gedocumenteerd. De afwezigheid van instrumenten voor metaalopsporing is normaal gesproken gebaseerd op het gebruik van een alternatieve, effectievere beschermingsmethode (bijv. het gebruik van röntgen, fijne zeven of het filtreren van producten).

4.10.3.2 Instrumenten voor metaalopsporing of röntgen omvatten ten minste een van de volgende aandachtspunten:

• een automatisch afwijzingsapparaat, voor doorlopende in-line systemen, waardoor besmette producten uit de productstroom worden gehaald of naar een beveiligde plek worden geleid waar alleen bevoegd personeel bij kan

• Een systeem met een alarm dat de productieband kan stopzetten als het product niet automatisch kan worden afgewezen (bijv. in zeer grote verpakkingen)

• In-line opsporingsinstrumenten die de locatie van de besmettingsbron kunnen identificeren en waardoor effectieve afscheiding van het besmette product mogelijk wordt.

4.10.3.3 De vestiging heeft en implementeert gedocumenteerde procedures voor het in werking stellen en testen van instrumenten voor het opsporen van metaal of met röntgen. Dit zal ten minste omvatten:

• verantwoordelijkheden voor het testen van de instrumenten

• de effectiviteit van het proces en de gevoeligheid van de instrumenten en elke variatie hiervan op bepaalde producten

• de methoden en de frequentie voor het controleren van de opsporingsinstrumenten

• verslaglegging van de resultaten uit de controleronde.

4.10.3.4 De procedures voor het controleren van de opsporingsinstrumenten voor metaal zijn gebaseerd op goede praktijken en omvatten ten minste de volgende punten:

• Het gebruik van proefstukken zoals een metalen bal met een bekende diameter en geselecteerd op basis van risico. De teststukken zijn gemarkeerd met de grootte en het type testmateriaal

• De testen die worden uitgevoerd met aparte proefstukken met ijzerhoudende metalen, roestvrij staal en typische niet-ijzerhoudende metalen, tenzij het product in een aluminium bakje zit, waardoor alleen ijzerhoudend van toepassing is.

• Een test op de effectieve werking van opsporings- en afwijzingsmechanismes onder normale omstandigheden

• Controles die geheugen/reset functies van het instrument onderzoeken door opvolgende testverpakkingen op een typische productiesnelheid langs het instrument te laten komen

• Controles op failsafesystemen in opsporings- en afwijzingssystemen.

Daarbij komt dat als detectieapparaten voor metalen aangesloten zijn op productiebanden, dan wordt het proefstuk zo dicht mogelijk in met middelpunt van de opening van het detectieapparaat gepositioneerd en wordt mogelijk uitgevoerd door het proefstuk in een duidelijke onderscheidbare monsterverpakking te stoppen van het voedsel dat ten tijde van de test wordt verwerkt.

Als in-line detectieapparaten voor metaal worden gebruikt dan wordt het proefstuk in de productstroom geplaatst waar dit mogelijk is en wordt de correcte timing van het afwijzingssysteem en het verwijderen van de geïdentificeerde besmetting gevalideerd.

4.10.3.5 De vestiging heeft en implementeert corrigerende maatregelen en verslagprocedures in het geval dat de testprocedure een falen van de detectie van vreemd materiaal vaststelt. De handeling is een combinatie van isoleren, in quarantaine plaatsen en het opnieuw inspecteren van alle producten sinds de voorgaande succesvolle test.

4.10.4 MAGNETEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.10.4.1 Het type, locatie en sterkte van de magneten wordt volledig vastgelegd. De gedocumenteerde procedures zijn beschikbaar voor inspectie, reiniging, krachtmeting en integriteitscontroles. Verslagen van alle controles worden bijgehouden.

33WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 33 04/12/2014 16:33

4.10.5 OPTISCHE SORTEERMACHINES

CLAUSULE VEREISTEN

4.10.5.1 Elke eenheid wordt gecontroleerd in overeenstemming met de instructies en aanbevelingen van de producent. Alle controles worden gedocumenteerd.

4.10.6 REINHEID VAN VERPAKKINGEN – GLAZEN FLESSEN, BLIKJES EN ANDERE VASTE VERPAKKINGEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.10.6.1 Gebaseerd op een risicobeoordeling zijn er procedures die besmetting met vreemd materiaal afkomstig van de verpakking minimaliseren (bijv. flessen, blikjes en andere voorgevormde vaste verpakkingen). Hieronder vallen afgesloten productiebanden, het omdraaien van verpakkingen en het verwijderen van vreemd materiaal door het uitspoelen met water- en luchtspuiten.

4.10.6.2 De effectiviteit van de schoonmaakinstrumenten van de verpakkingen worden gecontroleerd en vastgelegd tijdens productie. Als het systeem een afwijzingssysteem voor vuile of beschadigde verpakkingen heeft, dan omvat de controle een test of zowel de opsporing en de effectieve afwijzing van de testverpakking gebeurt.

4.11 HUISHOUDING EN HYGIËNEFUNDAMENTEELSystemen voor huishouding en schoonmaak zorgen ervoor dat gepaste hygiënestandaarden te allen tijde worden bewaakt en dat het risico op productbesmetting is geminimaliseerd.

CLAUSULE VEREISTEN

4.11.1 De omgeving en de machines zijn schoon en hygiënisch.

4.11.2 Gedocumenteerde schoonmaakprocedures worden ingezet voor het onderhoud van de gebouwen, de fabriek en alle apparatuur. Schoonmaakprocedures voor verwerkingsapparaten, oppervlakten die in contact met voedsel staan en het reinigen van de omgevingen in high care/high risk-gebieden omvatten ten minste:

• de verantwoordelijkheid voor de schoonmaak

• voorwerp/gebied om schoon te maken

• de frequentie van de schoonmaak

• de schoonmaakmethode, waaronder indien nodig het uit elkaar halen van machines voor schoonmaak

• schoonmaakchemicaliën en concentraties

• de te gebruiken schoonmaakmaterialen

• schoonmaakverslagen en verificatieverantwoordelijkheid

De frequentie en schoonmaakmethoden worden op risico gebaseerd.

De procedures worden geïmplementeerd om gepaste schoonmaakstandaarden te bereiken.

4.11.3 Ten minste voor oppervlakten die contact maken met voedsel, verwerkingsmachines en voor de schoonmaak van de omgevingen in high care/high risk-gebieden worden limieten van acceptabele en niet-acceptabele schoonmaakresultaten vastgesteld. Dit wordt vastgesteld op basis van potentiële gevaren (d.w.z. microbiologisch, allergenen, besmetting met vreemd materiaal of product-productbesmetting). De acceptabele schoonmaakniveaus worden indien noodzakelijk visueel vastgesteld, door technieken met ATP-bioluminescentie (zie begrippenlijst), microbiologische of chemische testen. Als schoonmaakprocedures onderdeel zijn van een vastgestelde voorwaardelijk programma om het risico van een specifiek gevaar te beheersen dan worden de schoonmaak- en desinfectieprocedures en frequentie gevalideerd en worden verslagen bijgehouden. Hieronder valt het risico van de schoonmaak van chemische residuen op oppervlakten die contact maken met voedsel.

34 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 34 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.11.4 De hulpmiddelen om schoon te maken zijn beschikbaar. Als het nodig is hulpmiddelen uit elkaar te halen om het schoon te maken of om in grotere apparaten te kunnen voor schoonmaak, dan wordt dit ingeroosterd, en indien nodig, tijd gereserveerd waarin geen productie plaatsvindt. De schoonmaakploeg wordt adequaat getraind of krijgen technische ondersteuning om in grotere apparaten te kunnen voor schoonmaak.

4.11.5 De reinheid van apparaten wordt gecontroleerd voordat apparatuur weer voor productie wordt ingezet. De resultaten van de schoonmaakcontroles, waaronder visuele, analytische en microbiologische controles worden vastgelegd en gebruikt om trends in de schoonmaakresultaten te identificeren en indien noodzakelijk aanpassingen te maken.

4.11.6 De schoonmaakmiddelen zijn:

• ontworpen om hygiënisch te zijn en geschikt voor dit doel

• bedoeld gebruik is voldoende aangegeven (bijv. door kleurcodes of stickers)

• worden schoonmaakt en opgeslagen op een hygiënische wijze om besmetting te voorkomen

hulpmiddelen die gebruikt worden in high care- of high risk-gebieden zijn met het oog te onderscheiden en worden uitsluitend voor gebruik in dat gebied voorbehouden.

4.11.7 CIP (CLEANING IN PLACE; IN-SITU REINIGING)

CLAUSULE VEREISTEN

4.11.7.1 Faciliteiten voor in-situ reiniging (Cleaning-in-place; CIP), indien gebruikt, worden gecontroleerd en bijgehouden om effectieve uitvoering te verzekeren.

4.11.7.2 Een schematische diagram met de lay-out van het CIP-systeem met stelsels van procespijpleidingen is beschikbaar. Er is een inspectierapport of een andere vorm van bevestiging dat:

• de systemen op een hygiënische wijze zijn ontworpen, zonder dode gebieden, beperkt ophouden van productstromen en een goed systeem om af te tappen

• spoel/veiligheidspompen verzekeren dat er geen ophoping van CIP-oplossing in de vaten ontstaat

• sproeikoppen en roterende sproeiers kunnen vaten effectief reinigen door volledige dekking en worden periodiek geïnspecteerd op verstoppingen

• CIP-middelen worden afgescheiden van actieve productlijnen (bijv. door het gebruik van dubbele kleppen met dubbele zitting, handmatige beheerde schakels, leegtes in de pijpleiding of make-or-breakverbindingen met proxyschakels zoals vergrendelingen) om kruisbesmetting te voorkomen.

Het systeem wordt opnieuw gevalideerd door aanpassingen of toevoeging aan de CIP-middelen. Een log met veranderingen aan het CIP-systeem wordt bijgehouden.

4.11.7.3 De omgang met CIP-middelen verzekert de uitvoering van een effectieve schoonmaak:

• De procesparameters, tijd, concentratie van wasmiddel, stroomsnelheid en temperatuur worden bepaald om te verzekeren dat het doelgevaar wordt verwijderd (bijv. grond, allergenen, vegetatieve micro-organismen, sporen). Dit wordt bevestigd en bevestigingsverslagen worden bijgehouden

• De concentraties van het wasmiddel worden routinematig gecontroleerd

• De verificatie van het CIP-proces volgt door analyse van afspoelwater en/of het eerste product dat van de lijn komt op de aanwezigheid van schoonmaakvloeistoffen of door middel van ATP (bioluminescentietechnieken), allergenen of micro-organismen als dit nodig is

• De tanks met wasmiddel zijn aangevuld en een log wordt bijgehouden voor wanneer deze worden afgegoten, gereinigd, bijgevuld of geleegd. De gevonden oplossingen na het afspoelen worden onderzocht op het opbouwen of de overgave van de tanks met wasmiddel

• Filters, wanneer in gebruik, worden gereinigd en geïnspecteerd op vastgestelde frequentie.

35WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 35 04/12/2014 16:33

4.12 AFVAL/AFVALVERWERKINGDe afvalverwerking wordt beheerd in overeenstemming met wettelijke vereisten en om te voorkomen dat het ophoopt, een besmettingsrisico vormt of ongedierte aantrekt.

CLAUSULE VEREISTEN

4.12.1 Als certificering wettelijk is vereist voor het verwijderen van afval, dan zal het worden opgehaald door gecertificeerde aannemers en worden verslagen voor het ophalen van afval bijgehouden en beschikbaar gesteld voor audits.

4.12.2 Externe afvalcontainers en ruimtes met huisafval worden beheerd om risico te minimaliseren. Deze zullen zijn:

• duidelijk identificeerbaar

• ontworpen voor eenvoudig gebruik en effectieve schoonmaak

• goed onderhouden om schoonmaak mogelijk te maken, en indien nodig te desinfecteren

• worden op gepaste momenten geleegd

• afgedekt of deuren worden dichtgehouden.

4.12.3 Als onveilige producten of ondermaatse materialen met handelsmerk worden overgedragen aan een derde partij voor vernietiging of verwijdering, dan is deze derde partij gespecialiseerd in product- en afvalverwijdering en geeft verslagen af met daarop de hoeveelheid opgehaald afval voor vernietiging of verwijdering.

4.13 BEHEER VAN OVERTOLLIG VOEDSEL EN OVERTOLLIGE PRODUCTEN VOOR DIERENVOEDING

Effectieve procedures verzekeren de veiligheid, wettelijkheid van bijproducten van het primaire verwerkingsproces van de vestiging.

CLAUSULE VEREISTEN

4.13.1 Overtollige merkproducten voor consumenten worden vernietigd in overeenstemming met klant-specifieke vereisten. De merknamen voor klanten worden verwijderd van verpakte overtollige producten on het beheer van de fabriek voordat het product in de aanbodketen komt tenzij anders geautoriseerd door de klant.

4.13.2 Als merkproducten voor klanten niet voldoen aan de specificatie worden deze verkocht aan medewerkers of doorgegeven aan goede doelen of andere organisaties met toestemming van de merkenhouder. Procedures zorgen dat alle producten geschikt zijn voor consumptie en aan wettelijke vereisten voldoen.

4.13.3 Bijproducten en afgeschreven/overtollige producten bedoeld voor dierenvoedsel worden afgescheiden van afval en beschermd tegen besmetting tijdens opslag. Producten voor diervoeding worden beheerd in overeenstemming met relevante wettelijke vereisten.

4.14 ONGEDIERTEBESTRIJDINGVoor de hele vestiging geldt een effectief voorkomend protocol voor ongediertebestrijding om het risico op een plaag te minimaliseren en er zijn middelen beschikbaar om snel te kunnen reageren op elk voorval dat plaatsvindt en risico vormt voor producten.

36 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 36 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.14.1 Als ongedierte-activiteit is geïdentificeerd dan vormt dit geen gevaar voor besmetting van producten, onbewerkte materialen of verpakkingen.

De aanwezigheid van een plaag op de locatie worden geïdentificeerd in verslagen van controles op ongedierte om een plaag te beheren en te elimineren zodat het geen risico vormt op producten, onbewerkte materialen of verpakkingen.

4.14.2 De vestiging contracteert de diensten van bekwame ongediertebestrijders, of beschikt over op gepaste wijze getraind personeel, voor reguliere inspectie en behandeling van de locatie om plagen te voorkomen of te beëindigen. De frequentie van de inspecties is bepaald in een risicobeoordeling en wordt gedocumenteerd. Als een aannemer wordt ingezet voor ongediertebestrijding dan wordt de dienstverwachting duidelijk bepaald en komt voort uit de activiteiten op de vestiging.

4.14.3 Als een vestiging zelf aan ongediertebestrijding doet, dan is het in staat om effectief aan te tonen dat:

• de ongediertebestrijding wordt uitgevoerd door opgeleide en bekwame personeelsleden met voldoende kennis om gepaste chemicaliën en testmethodes te selecteren en die de gebruiksbelemmeringen begrijpen afhankelijk van de natuur van het ongedierte die in verband wordt gebracht met de vestiging

• personeel dat ongediertebestrijding uitvoert voldoet aan alle wettelijke vereisten voor training en registratie

• voldoende hulpmiddelen zijn beschikbaar om te reageren op alle kwesties die bij een plaag horen

• er kan indien noodzakelijk direct contact worden gezocht met gespecialiseerde technische kennis

• de wetgeving aangaande het gebruik van producten voor ongediertebestrijding wordt begrepen

• speciale afgesloten ruimtes zijn beschikbaar voor de opslag van pesticiden.

4.14.4 De documentatie van ongediertebestrijding en de verslaglegging wordt bijgehouden. Dit zal ten minste omvatten:

• een bijgewerkt plan van de complete vestiging, de geïdentificeerde genummerde plekken met ongediertebestrijdingsapparaten

• identificatie van aas en/of toezichthoudende apparaten op de vestiging

• duidelijk afgesproken verantwoordelijkheden voor het vestigingsmanagement en voor de aannemer

• details over de gebruikte ongediertebestrijdingsmiddelen, waaronder instructies voor effectief gebruik en de te ondernemen handelingen in noodgevallen

• elke geobserveerde ongedierteactiviteiten

• details van ondernomen handelingen voor ongediertebestrijding

4.14.5 Vallen en andere vormen van knaagdierenbeheersing worden gepast geplaatst en onderhouden om het risico op productbesmetting te voorkomen. Giftig rattenvoer wordt niet gebruikt in de productie- en opslagruimtes als het product blootligt behalve in het geval van het tegengaan van een actieve plaag. Als giftig lokaas wordt gebruikt, dan wordt dit beveiligd.

Het ontbreken van vallen wordt genoteerd, herzien en onderzoekt.

4.14.6 Vliegvallen en feromoonvallen worden correct geïnstalleerd en in werking gesteld. Als er sprake is van een dreiging dat insecten van de vliegenval worden gelanceerd en het product kunnen besmetten dan worden alternatieve systemen en middelen gebruikt.

4.14.7 In het geval van een plaag of als er bewijs is van ongedierteactiviteit, dan wordt er onmiddellijke actie ondernomen om te identificeren of er gevaar voor producten bestaat en het risico op productbesmetting te minimaliseren. Alle potentiële aangetaste producten zijn onderdeel van de niet-nalevingsprocedure voor producten.

4.14.8 Verslagen van ongedierte-inspecties, het beveiligen tegen ongedierte en hygiëne-aanbevelingen en handelingen worden onderhouden. Het is de verantwoordelijkheid van de vestiging om te verzekeren dat alle relevante aanbevelingen die gemaakt worden door de aannemer of door inhouse expertise op een tijdige manier worden voltrokken.

37WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 37 04/12/2014 16:33

CLAUSULE VEREISTEN

4.14.9 Een grondige, gedocumenteerde onderzoek naar ongediertebestrijding wordt uitgevoerd met een frequentie gebaseerd op risico, maar ten minste jaarlijks, door een expert in ongediertebestrijding om te beoordelen over de beheersmaatregelen functioneren. Het onderzoek zal:

• een grondige inspectie van de faciliteiten op ongedierte-activiteit

• opnieuw bekijken van bestaande beheersmaatregelen om ongedierte te bestrijden en doet aanbevelingen voor aanpassingen.

De timing van het onderzoek zorgt voor toegang tot machines tijdens inspectie als er een kans op een insectenplaag bij opgeslagen producten bestaat.

4.14.10 De resultaten van de inspecties op ongediertebestrijding worden beoordeeld en geanalyseerd op regelmatige basis op trends, maar, ten minste:

• in het geval van een plaag

• jaarlijks

Hieronder valt een analyse van het gevangen ongedierte in vallen om probleemgebieden te identificeren. Deze analyse wordt gebruikt als basis om procedures voor ongediertebestrijding te verbeteren.

4.14.11 Medewerkers herkennen tekenen van ongedierte-activiteit en zijn bewust van de noodzaak om bewijs hiervan te rapporteren aan de aangewezen manager.

4.15 OPSLAGFACILITEITENAlle faciliteiten die worden gebruikt voor de opslag van onbewerkte materialen, verpakkingen, producten in behandeling en eindproducten zijn voor dit doeleinde geschikt.

CLAUSULE VEREISTEN

4.15.1 Er zijn gedocumenteerde procedures om productveiligheid en -kwaliteit tijdens opslag te onderhouden en worden ontwikkeld op basis van een risicobeoordeling, die wordt begrepen door medewerkers en zodoende geïmplementeerd. Hieronder kan zoals gewenst vallen:

• het beheersen de uitwisseling van gekoelde en ingevroren producten tussen gebieden met temperatuurbewaking

• het afscheiden van producten als dit noodzakelijk is om kruisbesmetting te voorkomen (fysieke, microbiologische of allergenen) of bij overdracht van geur of kleur

• materialen worden niet direct op de grond of tegen een muur bewaard

• specifieke vereisten voor de omgang en het opstapelen om productschade te voorkomen.

4.15.2 Als het mogelijk is, dan worden verpakkingen apart van onbewerkte grondstoffen en eindproducten opgeslagen. Elke deels gebruikt verpakkingsmateriaal dat geschikt voor gebruik is wordt effectief beschermd tegen besmetting en wordt duidelijk geïdentificeerd om traceerbaarheid te onderhouden voordat het wordt terug gebracht naar het juiste opslaggebied. Overbodig verpakkingsmateriaal wordt opgeslagen in een apart gebied en systemen voorkomen dat dit per ongeluk wordt gebruikt.

4.15.3 Als er noodzaak is van temperatuurbewaking, dan is het gebied in staat om de producttemperatuur binnen de specificatie te houden en zorgt ervoor dat specifieke temperaturen worden onderhouden. Instrumenten die temperaturen registreren met een geschikt temperatuuralarm zijn in alle opslaggebieden geïnstalleerd of er is een systeem van handmatige temperatuurcontroles die elke vier uur worden uitgevoerd of op een frequentie waarbinnen interventie mogelijk is voordat het product de afgestemde limieten voor veiligheid, wettelijkheid en kwaliteit overschrijdt.

4.15.4 Als opslag onder gecontroleerde atmosfeer noodzakelijk is, dan worden de opslagvoorwaarden gespecificeerd en effectief beheerd. Verslagen van opslagvoorwaarden worden voor controles bijgehouden.

4.15.5 Als het nodig is om buiten op te slaan, dan worden de producten beschermd tegen besmetting en verderf. De producten worden op geschiktheid onderzocht voordat ze weer de fabriek binnenkomen.

38 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 38 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

CLAUSULE VEREISTEN

4.15.6 De vestiging heeft een juiste omloopsnelheid van de voorraad van onbewerkte materialen, halfproducten en eindproducten in de opslag en zorgt ervoor dat materialen in de juiste volgorde worden gebruikt in verband met hun productiedatum en de voorgeschreven houdbaarheidsdatum.

4.16 ZENDING EN TRANSPORTProcedures zorgen ervoor dat het beheer van de zending en van de voertuigen en vatten die worden gebruikt in het transport van producten van de vestiging geen risico vormen voor de veiligheid of kwaliteiten van de producten.

CLAUSULE VEREISTEN

4.16.1 Er zijn gedocumenteerde procedures om productveiligheid- en kwaliteit te onderhouden tijdens het in- en afladen en transport en deze worden verder ontwikkeld en geïmplementeerd. Hieronder kan zoals gewenst vallen:

• het beheer van temperatuur bij laad- en losplekken

• het gebruik van bedekte laad- en losstations

• het verzekeren van vracht op pallets om verplaatsing tijdens transport te voorkomen

• een inspectie van de vracht voor de zending.

4.16.2 Alle voertuigen en opslagvaten die worden gebruikt in het verzenden van producten worden geïnspecteerd voordat het wordt beladen om te verzekeren dat ze geschikt zijn voor dit doeleinde. Dit verzekert dat ze:

• in een schone toestand zijn

• vrij van sterke geuren die kunnen afgeven op producten

• in een geschikte toestand om te voorkomen dat producten tijdens transport beschadigen

• voorzien van middelen die zorgen dat er aan de temperatuurvereisten wordt voldaan

Verslagen van alle inspecties worden bijgehouden.

4.16.3 Als er noodzaak is van temperatuurbewaking, dan is het transport in staat om de producttemperatuur binnen de specificatie te houden, zowel bij minimale als maximale belading. Apparaten die temperatuurmetingen doen en die kunnen worden aangesproken voor tijd/temperatuurvoorwaarden of een systeem dat toezicht houdt en op ingestelde frequentie de correcte werking van vriezers noteert worden gebruikt en de verslagen worden bewaard.

4.16.4 Onderhoudssystemen en gedocumenteerde schoonmaakprocedures zijn beschikbaar voor alle voertuigen en middelen die worden gebruikt bij het laden en lossen. Er worden verslagen van de maatregelen bijgehouden.

4.16.5 Het bedrijf heeft gedocumenteerde procedures voor het transport van product, waaronder:

• alle belemmeringen op het gebruik van gemengde vracht

• de vereisten voor productveiligheid tijdens transport, in het bijzonder wanneer voertuigen staan geparkeerd en onbewaakt

• duidelijke instructies in het geval van het uitvallen van voertuigen, een ongeluk of een falen van het vriessysteem, waardoor wordt verzekerd dat de productveiligheid wordt beoordeeld en verslagen worden bijgehouden.

4.16.6 Als het bedrijf met derde-partijaannemers werkt, dan zijn alle vereisten in deze sectie duidelijk omschreven in het contract en wordt geverifieerd dat het aannemende bedrijf gecertificeerd is onder de wereldwijde norm voor opslag en distributie of een vergelijkbare GFSI-erkend programma.

39WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 39 04/12/2014 16:33

5 PRODUCTBEHEER

5.1 PRODUCTONTWERP/ONTWIKKELINGProcedures voor productontwerp en -ontwikkeling bestaan voor nieuwe producten, of processen en elke aanpassing aan een product, verpakking of productieproces om te verzekeren dat veilige en wettelijke producten worden geproduceerd.

CLAUSULE VEREISTEN

5.1.1 Het bedrijf geeft duidelijke richtlijnen aan de belemmeringen op de reikwijdte van nieuwe productontwikkelingen om de introductie van dreigingen te controleren die onacceptabel voor de vestiging of voor nieuwe klanten zouden kunnen zijn (bijv. de introductie van allergenen, glazen verpakkingen of microbiologische risico’s).

5.1.2 Alle nieuwe producten en veranderingen aan de productformulering, -verpakking of verwerkingsmethodes worden formeel goedgekeurd door het HACCP-teamleider of door een bevoegd lid van het HACCP-comité. Dit zorgt ervoor dat dreigingen worden beoordeeld en geschikte maatregelen worden geïdentificeerd door het HACCP-systeem en worden geïmplementeerd. Deze goedkeuring wordt afgegeven voordat producten worden geïntroduceerd in de fabrieksomgeving.

5.1.3 Proeven met productiemiddelen worden indien nodig uitgevoerd om te bevestigen dat productformulering en productieprocessen in staat zijn om een veilig product van de gewenste kwaliteit te produceren.

5.1.4 Houdbaarheidsdatum wordt beproeft met behulp van gedocumenteerde protocollen die de voorwaarden weergeven zoals bij opslag, transport of tijdens omgang. De resultaten worden genoteerd en opgeslagen en bevestigen dat er sprake is van naleving met relevante microbiologische, chemische en organoleptische criteria. Als het beproeven van de houdbaarheidsdatum voor aanvang van productie onpraktisch is, bijvoorbeeld bij producten met lange houdbaarheid, een gedocumenteerde wetenschappelijk onderbouwde argumentatie voor de vastgestelde houdbaarheid zal worden geproduceerd.

5.2 PRODUCTETIKETTERINGDe productetikettering is in overeenstemming met de gepaste wettelijke vereisten en bevat informatie over veilig gebruik, weergave, opslag en bereiding van het product binnen een voedselvoorzieningsketen en voor klanten.

CLAUSULE VEREISTEN

5.2.1 De productetikettering is in overeenstemming met de gepaste wettelijke vereisten voor een aangewezen land en bevat informatie over veilig gebruik, weergave, opslag, bereiding en gebruik van het product binnen een voedselvoorzieningsketen of door de klant. Er is een proces om te bevestigen dat de vermelding van ingrediënten en allergenen juist is en gebaseerd op het productrecept en ingrediëntspecificaties.

5.2.2 Er bestaat een effectief proces om te verzekeren dat de informatie op het etiket opnieuw wordt bekeken als er veranderingen plaatsvinden aan:

• het productrecept

• onbewerkte grondstoffen

• de leveranciers van onbewerkte grondstoffen

• het land van oorsprong van onbewerkte grondstoffen

• wetgeving.

5.2.3 Als het product is ontworpen om het mogelijk te maken een claim te doen op het voorzien van een belang van een consumentengroep (bijv. een voedingsclaim, verminderd suikergehalte), het bedrijf verzekert dat de productomschrijving en het productieproces volledig is gevalideerd om aan de uitgedragen claim te voldoen.

5.2.4 Als de informatie op het etiket de verantwoordelijkheid is van de klant of van een aangewezen derde partij dan zal het bedrijf beschikbaar stellen:

• informatie dat het mogelijk maakt een accuraat etiket te produceren

• informatie over veranderingen die een impact hebben op de informatie op het etiket.

40 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 40 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

5.3 ALLERGENENBEHEERFUNDAMENTEELDe vestiging heeft een systeem voor het beheer van allergene materialen waardoor het risico op productbesmetting met allergenen wordt geminimaliseerd en er aan de wettelijke vereisten van het land van verkoop wordt voldaan.

CLAUSULE VEREISTEN

5.3.1 De vestiging voert een beoordeling van de onbewerkte grondstoffen uit om de aanwezigheid en kans op besmetting met allergenen te bepalen (zie begrippenlijst). Hierover valt het opnieuw bekijken van de specificaties van onbewerkte grondstoffen en indien noodzakelijk, het verkrijgen van additionele informatie van leveranciers, bijvoorbeeld door vragenlijsten om inzicht te krijgen in de allergenenstatus van de onbewerkte grondstof, de ingrediënten en de fabriek waarin het is geproduceerd.

5.3.2 Het bedrijf identificeert en legt een lijst aan van alle materialen die allergenen bevatten en die worden behandeld op de locatie. Hieronder vallen alle onbewerkte grondstoffen, hulpmiddelen, tussen/halffabricaten, en alle nieuwe ingrediënten voor productontwikkeling en producten.

5.3.3 Een gedocumenteerde risicobeoordelingen wordt uitgevoerd om besmettingsroutes te bepalen en om gedocumenteerde beleid en procedures vast te stellen voor de omgang met onbewerkte grondstoffen, tussenproducten en eindproducten om te verzekeren dat kruisbesmetting wordt voorkomen. Dit zal omvatten:

• een overweging van de fysieke vorm van het allergene materiaal (d.w.z. poeder, vloeibaar of deeltjes)

• een vaststelling van mogelijke punten in de productstroom waar kruisbesmetting kan plaatsvinden

• een beoordeling van het risico op kruisbesmetting met allergenen bij elke productstap

• een vaststelling van geschikte maatregelen om het risico op kruisbesmetting te reduceren of te elimineren.

5.3.4 Er zijn gedocumenteerde procedures om te verzekeren dat er effectief beheer van allergene materialen bestaat om te voorkomen dat kruisbesmetting met producten zonder allergenen plaatsvindt. Dit zal indien gewenst omvatten:

• fysieke of afscheiding door tijd terwijl materialen met allergenen worden opgeslagen, verwerkt of verpakt

• het gebruik van aparte of additionele beschermende overkleding in de omgang met allergeen materiaal

• het gebruik van geïdentificeerde, vastgelegde hulpmiddelen en gebruiksvoorwerpen tijdens de verwerking

• het plannen van productie om veranderingen tussen producten met of zonder allergenen te verminderen

• systemen om de verspreiding van stof met allergeen materiaal door de lucht te verhinderen

• de omgang met afval en maatregelen tegen lekken

• beperkingen op voedsel dat door medewerkers, bezoekers, aannemers en cateraars naar de vestiging wordt gebracht.

5.3.5 Als werk opnieuw wordt gedaan, of bewerkingen opnieuw worden uitgevoerd, dan zorgen procedures dat het bewerken van producten met allergenen niet gebeurt in samenhang met producten waar het allergeen niet al in zit.

5.3.6 Als de aard van het productieproces niet kan uitsluiten dat kruisbesmetting plaatsvindt, dan dient er een waarschuwing op het etiket te staan. Nationale richtlijnen en gedragscodes worden gebruikt om een dergelijke waarschuwing te produceren.

5.3.7 Als de claim gaat over de geschiktheid van voedsel voor mensen met een allergie of een gevoeligheid, dan verzekert de vestiging dat het productieproces volledig is gevalideerd om te voldoen aan de uitgebrachte claim en dat de effectiviteit van het proces routinematig wordt geverifieerd. Hier zal verslag van worden gemaakt.

5.3.8 Procedures voor materialen en het reinigen van de omgeving zijn ontworpen om mogelijke kruisbesmetting met allergenen tot acceptabele niveaus te verminderen of te verwijderen. De reinigingsmethoden worden op doeltreffendheid beoordeeld en de procedure wordt routinematig op effectiviteit onderzocht. De schoonmaakspullen waarmee stoffen met allergenen worden schoongemaakt zijn herkenbaar en uitsluitend voor het gebruik met allergenen, worden eenmalig gebruikt, of grondig gereinigd na gebruik.

41WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 41 04/12/2014 16:33

5.4 PRODUCTAUTHENTICITEIT, CLAIMS EN BEWARINGSKETENSystemen worden ingezet om het risico op aankoop van valse of aangelengde voedselstoffen te minimaliseren en te verzekeren dat alle voedselomschrijvingen en -claims wettelijk en nauwkeurig zijn en worden waar gemaakt.

CLAUSULE VEREISTEN

5.4.1 Het bedrijf beschikt over processen om toegang te geven tot informatie over dreigingen in het verleden en dreigingen voor de leveranciersketen als er een risico op versnijden of vervanging van onbewerkte grondstoffen bestaat. Dergelijke informatiebronnen zijn:

• handelsgenootschappen

• overheidsbronnen

• privé onderzoekscentrums.

5.4.2 Een gedocumenteerd kwetsbaarheidsonderzoek wordt uitgevoerd op alle onbewerkte voedingsstoffen of groepen van onbewerkte grondstoffen om een beoordeling te maken van het mogelijke risico op versnijden of het vervangen van grondstoffen. Hierbij wordt er rekening gehouden met:

• bewijs van vervangen of versnijden in het verleden

• economische factoren waar versnijden of vervangen aantrekkelijker door worden

• hoe gemakkelijk toegang tot onbewerkte grondstoffen in de leveranciersketen is

• hoe geraffineerd het routinematig testen op bepaalde aanlengmiddelen is

• de aard van de onbewerkte grondstoffen.

Het kwetsbaarheidsonderzoek zal worden bijgewerkt bij veranderingen in economische omstandigheden en marktkennis waardoor de dreiging mogelijk verandert. Dit wordt formeel jaarlijks herzien.

5.4.3 Wanneer onbewerkte grondstoffen als gevoelig voor versnijden of vervangen worden gezien dan zullen gepaste verzekeringen en/of testprocedures worden opgesteld om het risico te verminderen.

5.4.4 Wanneer producten worden geëtiketteerd of als er claims worden gemaakt op de eindverpakking die afhankelijk zijn van de toestand van de onbewerkte grondstof zoals:

• een specifieke herkomst

• claims op het ras of soort

• gewaarborgde status (bijv. GlobalGAP)

• de status als genetisch gemodificeerd organisme (GGO)

• identiteit behouden

• genoemde specifieke ingrediënten met een merknaam

de status van elke partij onbewerkte grondstoffen wordt nagetrokken.

De faciliteit houdt aankoopverslagen bij, de traceerbaarheid van het gebruik van onbewerkte grondstoffen en verslagen van de eindverpakking om claims te gronden. De vestiging voert regelmatig gedocumenteerde massabalanstesten uit volgens specifieke programmavereisten of ten minste elke zes maanden als er geen specifieke programmavereisten bestaan.

5.4.5 Wanneer claims worden gemaakt over productiemethoden (bijv. organisch, halal of koosjer), dan beschikt de vestiging de benodigde certificering om deze claim te maken.

5.4.6 De productstroom van de productie wordt gedocumenteerd als er een claim wordt gemaakt en mogelijke gebieden voor besmetting of identiteitsverlies worden vastgesteld. Gepaste controles worden opgesteld om de integriteit van de productclaims te verzekeren.

42 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 42 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

5.5 PRODUCTVERPAKKINGDe productverpakking is geschikt voor het beoogde gebruik en wordt onder voorwaarden opgeslagen om besmetting te voorkomen en bederf te minimaliseren.

CLAUSULE VEREISTEN

5.5.1 Wanneer verpakkingen worden aangekocht of gekozen voor een voedingsmiddel dan zal de leverancier van de verpakkingen op de hoogte worden gebracht van bijzondere kenmerken van het voedselproduct (bijv. hoog vetgehalte, pH of gebruiksvoorwaarden zoals magnetronbereiding) wat invloed kan hebben op de geschiktheid van de verpakking. Nalevingscertificaten en ander bewijs zijn beschikbaar voor productverpakkingen om te verzekeren dat deze in overeenstemming zijn met relevante wetgeving voor voedselveiligheid en geschikt zijn voor het beoogd gebruik.

5.5.2 Productstapelbakken en -zakken die worden aangekocht door het bedrijf en in direct contact staan met ingrediënten, of tijdens de verwerking worden gebruikt, hebben een geschikte kleur en zijn scheurbestendig om toevallige besmetting te voorkomen.

5.6 PRODUCTINSPECTIE EN LABORATORIUMTESTENHet bedrijf voert of besteedt inspecties en analyses uit die belangrijk zijn voor het bevestigen van productveiligheid, -wettelijkheid en -kwaliteit, door gebruik te maken van gepaste procedures, faciliteiten en standaarden.

5.6.1 PRODUCTINSPECTIE EN LABORATORIUMTESTEN

CLAUSULE VEREISTEN

5.6.1.1 Er bestaat een programma voor het testen van bedekkingsproducten en de productie-omgeving, waaronder microbiologische, chemische, fysieke en organoleptische testen zoals per risico. De methoden, frequentie en vastgestelde limieten worden gedocumenteerd.

5.6.1.2 Test- en inspectieresultaten worden opgeslagen en regelmatig beoordeeld om trends te ontdekken. Het belang van externe laboratoriumonderzoeken wordt begrepen en er wordt naar gehandeld. Gepaste handelingen worden uitgezet om prompt te reageren op ongewenste resultaten of trends.

5.6.1.3 De vestiging heeft een systeem waarbij de houdbaarheid doorlopend wordt beoordeeld. Dit is gebaseerd op risico en omvat een sensorische analyse en indien van toepassing het testen van de microbiologie en op relevante chemische factoren zoals pH en aw. De verslagen en resultaten van de houdbaarheidstesten bevestigen de aangegeven houdbaarheidsdatum op de verpakking.

5.6.2 LABORATORIUMTESTEN

CLAUSULE VEREISTEN

5.6.2.1 Het testen op pathogeen wordt uitbesteed aan een extern laboratorium, of indien intern uitgevoerd, zal de laboratoriumfaciliteit volledig afgescheiden zijn van de productie en opslagruimtes en zijn er uitvoeringsprocedures om het risico op productbesmetting te voorkomen.

5.6.2.2 Als laboratoriums die routinematig testen aanwezig zijn op de vestiging, dan zijn deze zodanig geplaatst, opgezet en beheerd om dreigingen voor productveiligheid te elimineren. Deze controles worden gedocumenteerd, geïmplementeerd en omvatten in een dergelijke vorm:

• het ontwerp en beheer van afvoer- en ventilatiesystemen

• toegang en veiligheid van de faciliteit

• het verkeer van laboratoriumpersoneel

• regelingen voor beschermende kleding

• processen voor het verzamelen van productmonsters

• het verwijderen van laboratoriumafval.

5.6.2.3 Als het bedrijf analyses uitvoert of uitbesteedt die belangrijk zijn voor productveiligheid of -wettelijkheid, dan beschikt het laboratorium of de aannemende partij over erkende accreditatie voor laboratoriums of werken ze in naleving van de vereisten en normen in ISO/IEC 17025. De gedocumenteerde grond is beschikbaar als er geen geaccrediteerde methoden worden toegepast.

43WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 43 04/12/2014 16:33

CLAUSULE VEREISTEN

5.6.2.4 Er zijn procedures om de betrouwbaarheid van laboratoriumresultaten te verzekeren, anders dan de resultaten die belangrijk zijn voor veiligheid en wettelijkheid zoals in clausule 5.6.2.3 omschreven. Deze procedures omvatten:

• het gebruik van erkende testmethodes, indien beschikbaar

• gedocumenteerde testprocedures

• het verzekeren dat personeelsleden voldoende gekwalificeerd zijn en/of getraind en bekwaam om de nodige analyse uit te voeren

• het gebruik van een systeem dat de nauwkeurigheid van testresultaten bekrachtigt (bijv. ring- of expertisetesten)

• het gebruik van correct gekalibreerde en onderhouden instrumenten.

5.7 PRODUCTUITGAVEDe vestiging verzekert dat het eindproduct niet wordt uitgegeven als niet alle toegezegde procedures worden nageleefd.

CLAUSULE VEREISTEN

5.7.1 Als producten een positieve uitgave vereisen, dan zorgen procedures ervoor dat de uitgave niet plaatsvindt totdat er aan alle uitgavecriteria is voldaan en de uitgave is geautoriseerd.

44 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 44 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

6 PROCESBEHEER

6.1 UITVOEREND BEHEERFUNDAMENTEELDe vestiging heeft gedocumenteerde procedures en/of werkinstructies om een consistent veilig en wettelijk product van gewenste kwaliteitskenmerken te verzekeren, in volledige overeenstemming met het HACCP-voedselveiligheidsplan.

CLAUSULE VEREISTEN

6.1.1 De gedocumenteerde processpecificaties en werkinstructies zijn beschikbaar voor belangrijke productieprocessen die de veiligheid, wettelijkheid en kwaliteit van een product verzekeren. Deze specificaties omvatten indien gewenst:

• recepten – waaronder het bepalen van alle allergenen

• menginstructies, snelheid, tijd

• de instellingen van machines

• kooktijden en -temperaturen

• tijden en temperaturen voor het afkoelen

• instructies voor productetiketten

• het coderen en aangeven van houdbaarheid

• alle bijkomende belangrijke beheerspunten zoals omschreven in het HACCP-plan.

De processpecificaties zijn in overeenstemming met de specificatie van het overeengekomen eindproduct.

6.1.2 Het toezicht houden op het proces, waaronder temperatuur, tijd, druk en chemische verhoudingen, worden geïmplementeerd, nauwkeurig gecontroleerd en er wordt verslag van gemaakt om te verzekeren dat product wordt geproduceerd binnen de vereiste processpecificatie.

6.1.3 In het geval dat procesparameters en productkwaliteit worden beheerd door inline toezichthoudende apparaten, zijn deze gekoppeld aan een gepast alarmsysteem dat routinematig wordt getest.

6.1.4 Als er wisselingen in verwerkingsomstandigheden bestaan in belangrijke machines voor de veiligheid of kwaliteit van producten, dan worden verwerkingskenmerken bevestigd en bekrachtigd op een regelmatige op risico gebaseerde basis en op machineprestatie (bijv. warmtedistributie in retorts, ovens en vaten, temperatuurdistributie in vriezers of gekoelde opslag).

6.1.5 In het geval van machinefalen of afwijkingen van het proces van de specificatie, zijn er procedures die de veiligheidsstatus en kwaliteit van het product vaststellen en bepalen of actie dient te worden genomen.

6.2 ETIKET- EN VERPAKKINGSBEHEERFUNDAMENTEELHet beheer van controles op productetikettering zorgt ervoor dat producten correct worden geëtiketteerd en gecodeerd.

CLAUSULE VEREISTEN

6.2.1 Er bestaat een formeel proces voor de allocatie van verpakkingsmaterialen over verpaklijnen en het beheer van het inpakgebied dat ervoor zorgt dat alleen verpakkingen voor direct gebruik beschikbaar zijn voor de inpakmachines.

Als er offline wordt gecodeerd of als er wordt geprint op verpakkingsmateriaal, dan zijn er controles dat alleen correct geprint materiaal beschikbaar is voor de inpakmachines.

45WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 45 04/12/2014 16:33

CLAUSULE VEREISTEN

6.2.2 Gedocumenteerde controles van de productielijn worden uitgevoerd voordat productie wordt begonnen en na elke aanpassing aan het product. Dit zorgt ervoor dat productlijnen juist worden afgehandeld en gereed zijn voor verwerking. De gedocumenteerde controles worden uitgevoerd tijdens productveranderingen om te zorgen dat alle producten en verpakkingen van de voorgaande productie weg zijn gehaald van de productielijn voordat de volgende productie wordt ingezet.

6.2.3 Gedocumenteerde procedures zorgen ervoor dat producten in de juiste verpakkingen worden verpakt en correct worden voorzien van etiket. Deze procedures omvatten:

• het begin van het verpakken

• het verloop van het verpakken

• als het verpakkingsmateriaal van partijen worden veranderd

• aan het einde van elke productie.

Deze controles omvatten het bevestigen van alles dat wordt geprint bij het verpakken, waaronder:

• datacodering

• partijnummer

• hoeveelheidsindicatie

• prijsinformatie

• streepjescode

• het land van herkomst.

6.2.4 Als online visuele inspectieapparatuur wordt gebruikt voor het controleren van etiketten en het geprinte werk, dan zijn er procedures om te zorgen dat het systeem correct werkt en producten die buiten de specificatie vallen aan te duiden of af te wijzen.

6.3 HOEVEELHEID – GEWICHT, VOLUME EN AANTALLENBEHEERDe vestiging heeft een systeem voor het beheer van aantallen dat voldoet aan de wettelijke vereisten van het land waarin het product wordt verkocht en elke bijkomende industriecode of specifieke klantvereisten.

CLAUSULE VEREISTEN

6.3.1 De frequentie en methode om hoeveelheden te controleren voldoen aan de vereisten van de toegepaste wetgeving die hoeveelheden bevestigd, en controleverslagen worden bewaard.

6.3.2 Als de producthoeveelheid niet wordt voorgeschreven door wettelijke vereisten (bijv. bulkhoeveelheden), dan dient het product te voldoen aan vereisten van klanten en worden daar verslagen van bijgehouden.

46 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 46 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

6.4 KALIBRATIE EN BEHEER VAN MEET- EN TOEZICHTINSTRUMENTENDe vestiging is in staat om aan te tonen dat meetinstrumenten voldoende nauwkeurig en betrouwbaar zijn voor valide meetresultaten.

CLAUSULE VEREISTEN

6.4.1 De vestiging bepaalt en controleert meetinstrumenten die worden gebruikt in het toezicht op belangrijke beheerspunten, productveiligheid en -wettelijkheid. Dit zal ten minste omvatten:

• een gedocumenteerde lijst van instrumenten en hun locatie

• een identificatienummer en een einddatum voor kalibratie

• preventie van aanpassingen door onbevoegd personeel

• het beschermen tegen schade, bederf of misbruik.

6.4.2 Alle vastgestelde meetinstrumenten, waaronder nieuwe instrumenten, worden gecontroleerd en indien nodig bijgesteld:

• op een vooraf bepaalde frequentie gebaseerd op een risicobeoordeling

• op een vastgestelde methode die getraceerd kan worden door een erkende nationale of internationale norm als dit mogelijk is.

De resultaten worden vast gelegd. De instrumenten zijn leesbaar en van geschikte nauwkeurigheid om de gewenste metingen uit te voeren.

6.4.3 Meetinstrumenten die ter referentie staan, worden gekalibreerd en zijn traceerbaar op een erkende nationale of internationale norm en de verslagen worden bijgehouden. Er wordt rekening gehouden met de kalibratie als instrumenten worden gebruikt in de beoordeling van belangrijke limieten.

6.4.4 Er zijn procedures om verslag te leggen van acties die dienen te worden genomen als de voorgeschreven meetinstrumenten niet binnen de specifieke limieten werkzaam zijn. Wanneer de veiligheid of wettelijkheid van producten is gebaseerd op instrumenten die als onnauwkeurig worden beschouwd, zal actie worden genomen om te zorgen dat het risicoproduct niet voor verkoop wordt aangeboden.

47WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 47 04/12/2014 16:33

7 PERSONEEL

7.1 TRAINING: OMGAAN MET ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN, VOORBEREIDING, VERWERKING, VERPAKKEN EN OPSLAGRUIMTES

FUNDAMENTEELHet bedrijf zorgt ervoor dat al het personeel dat werkzaamheden verricht met invloed op productveiligheid, -wettelijkheid en kwaliteit aantoonbaar bekwaam is om het werk uit te voeren, door training, werkervaring of diploma’s.

CLAUSULE VEREISTEN

7.1.1 Alle relevante personeelsleden, zoals uitzendkrachten, tijdelijke medewerkers en aannemers, worden op gepaste wijze getraind voordat werkzaamheden worden begonnen en worden op een adequate manier begeleid tijdens het werkproces.

7.1.2 Als personeel is betrokken bij activiteiten die belangrijke beheerspunten omvatten, dan wordt er relevante training gegeven en een bekwaamheidsbeoordeling uitgevoerd.

7.1.3 De vestiging heeft gedocumenteerde programma’s met daarin omschreven de noodzaken voor training van relevant personeel. Hieronder vallen ten minste:

• het vastleggen van de nodige bekwaamheden voor specifieke rollen

• het voorzien in training en andere acties om te zorgen dat personeelsleden over de nodige vaardigheden beschikken

• het opnieuw beoordelen van de effectiviteit van training

• het aanleveren van training in een taal die door degenen in opleiding wordt begrepen.

7.1.4 Al het relevante personeel, waaronder ingenieurs, uitzendkrachten en tijdelijke personeel en aannemers hebben een algemene training gekregen over allergenen en zijn getraind op de procedures die de vestiging aanwendt in omgang met allergenen.

7.1.5 Verslagen van alle training zijn beschikbaar. Dit zal ten minste omvatten:

• de naam van de cursist en een bevestigingsbewijs

• de datum en duur van de training

• de titel en de cursusinhoud, indien van toepassing

• de cursusbegeleider.

Als training wordt verzorgd door een agentschap namens het bedrijf, dan zijn er verslagen van de training beschikbaar.

7.1.6 Het bedrijf beoordeelt routinematig de vaardigheden van personeelsleden. Indien nodig, verzorgt het bedrijf relevante training. Dit kan vorm worden gegeven door een training, opfriscursus, coaching, mentorschap of directe werkervaring.

48 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 48 04/12/2014 16:33

DE

EL

II VE

RE

ISTEN

7.2 PERSOONLIJKE HYGIËNE: OMGAAN MET ONBEWERKTE GRONDSTOFFEN, VOORBEREIDING, VERWERKING, VERPAKKEN EN OPSLAGRUIMTES

De normen voor persoonlijke hygiëne van de vestiging worden ontwikkeld om het risico op productbesmetting door personeel te voorkomen, zijn geschikt voor de geproduceerde producten en wordt gevolgd door al het personeel, waaronder uitzendkrachten, aannemers en bezoekers aan de productiefaciliteiten.

CLAUSULE VEREISTEN

7.2.1 De persoonlijke hygiënevereisten worden gedocumenteerd en gecommuniceerd aan al het personeel. Dit zal ten minste de volgende vereisten omvatten:

• er worden geen horloges gedragen

• er worden geen sieraden gedragen, met uitzondering van een simpele trouwring of trouwarmband

• er worden geen ringen en studs in blootgegeven delen van het lichaam gedragen, zoals oren, neuzen, tongen en wenkbrauwen

• vingernagels zijn kort, schoon en ongelakt

• kunstnagels en nagelkunst zijn niet toegestaan

• er worden geen overdreven hoeveelheden parfum of aftershave gebruikt.

De naleving van deze vereisten wordt routinematig gecontroleerd.

7.2.2 De handen worden bij binnenkomst van productiegebieden en regelmatig gewassen om te zorgen voor een minimaal risico op productbesmetting.

7.2.3 Wondjes en schaafwonden op de blote huid worden afgedekt met een gekleurde pleister die verschilt van de productkleur (bij voorkeur blauw) en met een metalen opsporingsstrip. De vestiging verstrekt deze en houdt hier toezicht op. Er wordt naast een pleister, indien nodig, een handschoen gedragen.

7.2.4 Als instrumenten voor metaalopsporing worden gebruikt, dat wordt een monster van elke partij pleisters met succes getest door de instrumenten en worden hier verslagen van bijgehouden.

7.2.5 Er zijn processen en geschreven instructies aan personeel om het gebruik en opslag van persoonlijke medicijnen te beheren, om het risico op productbesmetting te voorkomen.

7.3 MEDISCHE SCREENINGDe vestiging heeft procedures om te zorgen dat medewerkers, uitzendkrachten, aannemers of bezoekers geen bron vormen voor ziektes die via voedsel overgedragen kunnen worden.

CLAUSULE VEREISTEN

7.3.1 De vestiging maakt de medewerkers bewust van de symptomen van infectie, ziekte of een toestand waardoor een persoon wordt weerhouden met open voedsel te werken. De vestiging heeft een procedure waarbij de medewerkers, zoals tijdelijke krachten worden ingelicht over alle relevante symptomen, ziekte of toestand waarmee ze in contact kunnen zijn geweest of waar ze aan zouden kunnen lijden.

7.3.2 Als er een mogelijk risico voor productveiligheid bestaat, dan worden bezoekers en aannemers bewust gemaakt van de types symptomen, infectie, ziekte of toestand waardoor een persoon kan worden weerhouden een gebied met open voedsel te betreden. Als dit wordt toegestaan door de wet, dan worden bezoekers een lijst met gezondheidsvragen voorgelegd of dienen ze op een andere manier te bevestigen niet te lijden aan enig symptoom waardoor productveiligheid in gevaar komt, voordat ze gebieden met onbewerkte grondstoffen, voorbereiding, verwerking, verpakking of opslag betreden.

7.3.3 Er zijn gedocumenteerde procedures voor medewerkers, aannemers en bezoekers in het geval dat er actie moet worden ondernomen als ze lijden aan of in contact zijn geweest met een infectieziekte. Medisch advies van een expert zal worden gezocht als dat nodig is.

49WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 49 04/12/2014 16:33

7.4 BESCHERMENDE KLEREN: WERKNEMERS EN BEZOEKERS IN PRODUCTIERUIMTES

Geschikte beschermkleding dat door de vestiging wordt verstrekt wordt door medewerkers, aannemers of bezoekers gedragen wanneer ze werken in productieruimtes of die bezoeken.

CLAUSULE VEREISTEN

7.4.1 Het bedrijf houdt alle regels bij en communiceert deze aan alle medewerkers (inclusief uitzendkrachten of tijdelijke werknemers), aannemers of bezoekers in verband met het dragen van beschermende kleding in specifieke werkgebieden (bijv. high care- of high risk-gebieden). Hier hoort ook het beleid bij dat gaat over het dragen van beschermende kleding buiten een productiegebied (bijv. het verwijderen van kleding voor het bezoek aan een toilet, gebruik in de kantine of in rookruimtes).

7.4.2 Beschermende kleding is beschikbaar en:

• voldoende verstrekt aan elke medewerker

• juist ontworpen zodat productbesmetting wordt voorkomen (als minimum geldt geen zakken aan de buitenkant en boven de taille of aangenaaide knopen)

• bedekt al het hoofdhaar om productbesmetting te voorkomen

• waaronder beschermende netjes voor baarden en snorren om productbesmetting te voorkomen.

7.4.3 De reiniging van beschermende kleding wordt uitgevoerd door een goedgekeurde gecontracteerde of inhouse wasserij die beoordeeld is via vastgestelde criteria op doeltreffendheid in het reinigingsproces. De wasserij werkt volgens de volgende procedures:

• een duidelijk onderscheid tussen vuile en schone kleding

• effectieve reiniging van beschermende kleding

• beschermende kleding voor high risk- of high care-gebieden is commercieel steriel na het wassen en drogen

• de gereinigde kleren worden tot gebruik beschermd aangeboden (bijv. door het gebruik van afdekkende slopen of zakken).

Het wassen van beschermende kleding door een medewerker gebeurt bij uitzondering, maar is toegestaan als de beschermende kleding de medewerker van de te verwerken producten afschermt en de kleding uitsluitend in gebieden met afgesloten producten of met laag risico wordt gedragen.

7.4.4 Als de beschermende kleding voor high care- of high risk-gebieden wordt gereinigd door een gecontracteerde partij of inhouse wasserij, dan wordt hier direct of via een derde partij een audit op uitgevoerd. De frequentie van deze audits wordt gebaseerd op risico.

7.4.5 De beschermende kleding wordt met gepaste regelmaat verwisseld, wat is gebaseerd op risico. Voor high risk- en high care-gebieden wordt de beschermende kleding ten minste dagelijks verwisseld.

7.4.6 Als handschoenen worden gebruikt, dan worden deze regelmatig vervangen. Indien van toepassing, dan zijn de handschoenen geschikt voor omgang met voedsel, kunnen worden weggegooid, of hebben een herkenbare kleur (bij voorkeur blauw), heel zijn en geven geen losse vezels af.

7.4.7 Als stukken persoonlijke beschermende kleding die niet geschikt zijn voor reiniging worden verstrekt (bijvoorbeeld maliën, handschoenen en schorten), dan worden deze met een regelmaat gebaseerd op risico gereinigd en ontsmet.

50 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Standard 7 Text 01 Prelims-Pts I+II.indd 50 04/12/2014 16:33

DEEL IIIAUDITPROTOCOL

INLEIDING

1  ALGEMEEN PROTOCOL – DE VOORBEREIDING OP EEN AUDIT

1.1  Het kiezen van een auditvorm 551.2  Zelfbeoordeling op naleving van de norm 571.3  De keuze van een certificeringsinstelling 571.4  Contractuele overeenkomsten tussen het

bedrijf en de certificeringsinstelling 571.5  Inschrijfgeld 581.6  De reikwijdte van de audit 581.7  Het kiezen van een (de) auditor(s) 59

2  HET PROTOCOL VOOR DE AANGEKONDIGDE AUDIT

2.1  Planning voor een audit 592.2  In-situ audit 602.3  Niet-nalevingen en corrigerende

maatregelen 612.4  Het becijferen van de audit 622.5  Het rapporteren van de audit 632.6  Certificering 642.7  De frequentie van opvolgende audits

en het opnieuw certificeren 64

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 51

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 51 04/12/2014 16:32

6  VRIJWILLIGE MODULES6.1  Planning voor een audit 796.2  Niet-nalevingen en corrigerende

maatregelen 796.3  Het becijferen van de audit 806.4  Het rapporteren van de audit 806.5  Certificering 816.6  De frequentie van opvolgende audits

en het opnieuw certificeren 81

7  ALGEMEEN PROTOCOL – NA DE AUDIT

7.1   Communicatie met de certificeringsintelling 81

7.2  Een vergroting van de reikwijdte 817.3  Certificering 827.4  Beroepen 827.5  De bewaking van gecertificeerde

bedrijven 837.6  BRC logos 837.7  De BRC wereldwijde normwijzer 83

3  HET PROTOCOL VOOR DE ONAANGEKONDIGDE AUDIT OPTIE 1 – VOLLEDIG ONAANGEKONDIGDE AUDIT

3.1  Planning voor een audit 653.2  In-situ audit 673.3  Niet-nalevingen en corrigerende

maatregelen 683.4  Het becijferen van de audit 683.5  Het rapporteren van de audit 683.6  Certificering 683.7  De frequentie van opvolgende audits

en het opnieuw certificeren 68

4  HET PROTOCOL VOOR DE ONAANGEKONDIGDE AUDIT OPTIE 2 – DE ONAANGEKONDIGDE AUDIT IN TWEE DELEN

4.1  Planning voor een audit 694.2  In-situ audits 714.3  Niet-nalevingen en corrigerende

maatregelen 724.4  Het becijferen van de audit 724.5  Het rapporteren van de audit 724.6  Certificering 734.7  De frequentie van opvolgende audits

en het opnieuw certificeren 73

5  HET BRC-WERELDMARKTEN PROGRAMMA

5.1   Planning voor een audit 755.2  In-situ audit 765.3  Niet-nalevingen en corrigerende

maatregelen 775.4  Het becijferen van de audit 785.5  Het rapporteren van de audit 785.6  Erkenning van het basis of intermediair

niveau 785.7  De frequentie van opvolgende audits

en het opnieuw certificeren 78

52 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 52 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

INLEIDINGDe wereldwijde norm voor voedselveiligheid voorziet bedrijven van samenstellingen van vormen waarop bedrijven kunnen worden geauditeerd en gecertificeerd. Deze flexibele benadering is een reactie op de marktvraag en maakt het mogelijk voor bedrijven een auditvorm te kiezen die het best past bij de vereisten van hun klanten, de uitvoeringen van hun fabrieken en de ontwikkeling van hun voedselveiligheidssystemen.

Het algemene auditprotocol beschrijft de vereisten voor de audit en de certificatie die van toepassing zijn op alle auditprogramma’s. Deze dienen te worden gelezen en begrepen. Het proces wordt samengevat in figuur 1.

Elk van de auditvormen kent eigen bijzondere kenmerken en deze worden in detail omschreven in delen 2-6 van dit deel (Deel III). Sectie 7 beschrijft mogelijkheden voor processen en marketing voor alle vestiging na certificering.

Er wordt getracht te verzekeren dat de inhoud van dit auditprotocol correct is ten tijde van de publicatie. Toch kunnen er kleine veranderingen in aan worden gebracht, er wordt gewezen op de website van BRC wereldwijde norm (www.brcglobalstandards.com), waar de veranderingen op worden gepubliceerd.

De naleving van een bedrijf in overeenstemming met de vereisten uit de wereldwijde norm voor voedselveiligheid en haar geschiktheid voor de uitgave en voortdurend onderhouden van normvereisten, wordt beoordeeld door een onafhankelijke auditor – de certificeringsinstelling. De certificering wordt beoordeeld op basis van de geselecteerde auditvorm en het aantal en type niet-nalevingen, wat ook van invloed is op de regelmaat van opvolgende audits. Dit deel beschrijft het proces dat wordt gevolgd door een bedrijf dat certificering verlangt.

DEEL IIIAUDITPROTOCOL

53WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 53 04/12/2014 16:32

FIGUUR 1 HET AUDITPROTOCOL – HOE WORD JE GECERTIFICEERD

Leer ●● Bezoek www.brcglobalstandards.com●● Bestudeer alle relevante richtlijnen

In-situ audit

●● Openingsgesprek●● Inspectie van de productiefaciliteit●● Documentinspectie●● Traceerbaarheidsopdracht●● Herziening van de inspectie van de productie●● Een laatste bestudering van de observaties door de auditor●● Afsluitend gesprek – overzicht van auditobservaties en bevestiging van

niet-nalevingen

Niet-nalevingen en corrigerende

maatregelen

●● Beschikbare corrigerende maatregelen voor aangemerkte niet-nalevingen binnen 28 dagen of een nieuw bezoek afhankelijk van het aantal en de aard

●● Certificeringsinstelling bestudeert bewijsstukken binnen 14 dagen●● Indien de corrigerende maatregelen voldoende blijken, worden het certificaat en

auditrapport met bijbehorend cijfer uitgegeven

De voorbereiding op een audit

●● Kies een auditvorm (aangekondigd, onaangekondigd, wereldmarkten)●● Zelfbeoordeling op naleving van de norm●● Kies een certificeringsinstelling●● Bepaal de rijkwijdte van de audit

Planning voor een audit

●● Zorg ervoor dat informatie en relevant personeel beschikbaar zijn voor een audit, ook in het geval van een onaangekondigde audit

●● Stel informatie beschikbaar aan de certificeringsinstelling voor de voorbereiding op een audit

●● Stel een auditdatum voor en stem in met de duur van de auditduurberekenaar

Na de audit

●● Doorlopende implementatie van de norm en voortdurende verbetering●● Ontvang de aanmeldingsgegevens voor de BRC wereldwijde normwijzer en deel

het auditrapport met klanten●● Het gebruik van BRC-logos●● Doorlopende communicatie met de certificeringsinstelling●● Plan een nieuwe audit in voor het eindtermijn verloopt

54 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 54 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

1 ALGEMEEN PROTOCOL – HET VOORBEREIDEN OP DE AUDIT1.1 HET KIEZEN VAN EEN AUDITVORM

Er zijn een aantal vormen en processen beschikbaar voor vestigingen om hun verplichtingen onder de wereldwijde norm voor voedselveiligheid na te komen.

1.1.1 Het aangekondigde auditprogrammaDit is beschikbaar voor bestaande gecertificeerde vestigingen en voor vestigingen die voor het eerst gecertificeerd worden. De datum van de audit wordt van te voren afgesproken met de certificeringsinstellingen en alle normvereisten worden geauditeerd tijdens de inspectie.

Succesvolle vestigingen worden beloond met een certificaat en cijfer zoals AA, A, B, C of D afhankelijk van het aantal en de aard van de gevonden niet-nalevingen.

Meer details over het aangekondigde auditprogramma kunnen worden gevonden in deel III, sectie 2.

1.1.2 Het onaangekondigde auditprogrammaOnaangekondigde auditvormen zijn voor alle vestigingen beschikbaar alhoewel vestigingen die momenteel niet gecertificeerd zijn, dienen te begrijpen dat de audit mogelijk niet plaatsvindt binnen een jaar na aanmelding. Onaangekondigde auditvormen maken het mogelijk voor vestigingen om de ontwikkeling van hun kwaliteitssystemen te demonstreren en succesvolle vestigingen krijgen een cijfer zoals AA+, A+, B+, C+ of D+ afhankelijk van het type en aantal niet-nalevingen die in de audit worden gevonden.

Het uitvoeren van een onafhankelijke, onaangekondigde beoordeling van de productiefaciliteiten, systemen en procedures onder dit programma geeft meer zekerheid aan klanten over hoe goed de vestiging standaarden naleeft. Dit kan de regelmaat beïnvloeden van audits door klanten, als die plaatsvinden, en andere toegepaste prestatiemaatregelen die de klant gebruikt.

Er zijn twee vormen voor de onaangekondigde audit, hierdoor kiezen bedrijven de vereisten die het meest geschikt zijn; het becijferen en rapporteren is voor beide vormen gelijk. In de eerste vorm, wordt er op de volledige norm tijdens een enkele onaangekondigde auditinspectie getest, dit duurt gewoonlijk 2 à 3 dagen.

In de tweede vorm wordt de auditinspectie opgesplitst in twee aparte bezoeken die elk gewoonlijk 1 à 2 dagen duren. Het eerste bezoek is onaangekondigd, de audits gaan voornamelijk over goede productiepraktijken, zoals het benadrukte systeem met kleurcoderingen uit de normvereisten. Het tweede deel van de audit wordt ingeroosterd en beoordeelt voornamelijk de aangelegde documentatie en verslagen. Deze benadering maakt het mogelijk voor bedrijven om te zorgen dat de geschikt managers beschikbaar zijn om de audit van de documentatie te ondersteunen.

Het onaangekondigde auditproces voor vorm 1 en 2 zijn samengevat in figuur 2. Meer details over het aangekondigde auditprogramma kunnen worden gevonden in deel III, sectie 4.

1.1.3 Het BRC-wereldmarktenprogrammaDit programma bestaat uit drie stappen en is gebaseerd op het GFSI-wereldmarktenprogramma en is zeer geschikt voor bedrijven voor wie de norm nieuw is en die hun voedselveiligheidssystemen nog ontwikkelen. Het wordt erkend dat veel vestigingen tijd nodig hebben om hun voedselveiligheidssystemen en -cultuur te ontwikkelen om aan de volledige set vereisten van BRC-certificering te voldoen.

Het programma is ook van toepassing op sommige zeer kleine vestigingen, in het bijzonder waar de volledige vereisten voor certificering niet altijd praktisch of van toegevoegde waarde voor het bedrijf zijn.

Het programma staat toe dat vestigingen worden geauditeerd op specifieke vereisten van de BRC wereldwijde norm die worden erkend als voedselveiligheidsvereisten van basis of intermediair niveau en waarbij eerst erkenning voor een basis of intermediaire niveau wordt behaald alvorens een volledige certificering plaatsvindt. Vestigingen kunnen op progressieve wijze hun voedselveiligheidsmanagement ontwikkelen en hun inzet aan klanten tonen.

De aanmelding voor het programma verloopt via het de certificeringsinstelling met het BRC namens de vestiging en maakt toegang tot informatie van het BRC over de normen mogelijk. De audit op het gepaste niveau vindt plaats op een afgesproken datum met de certificeringsinstelling en het behalen van een bepaald niveau wordt erkend in de normwijzer van de BRC wereldwijde norm.

Meer details over het BRC wereldmarktenprogramma kunnen worden gevonden in deel III, sectie 5.

55WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 55 04/12/2014 16:32

FIGUUR 2 HET ONAANGEKONDIGDE AUDITPROCES

De vestiging besluit zich aan te sluiten bij het auditprogramma van

BRC-wereldmarkten

Licht de certificeringsinstelling binnen 3 maanden na de laatste auditdatum in

over de programmakeuze

Onaangekondigd programma (optie 1)

Deel 1 onaangekondigde audit (alleen voor goede productiepraktijken)

Vindt normaliter plaats binnen 6 tot 10 maanden na de laatste auditdatum

Volgend op de audits deel 1 en deel 2

Het auditrapport en het cijfer op het uitgegeven certificaat zijn gebaseerd op het aantal en type uitgegeven niet-nalevingen

Onaangekondigd programma (optie 2)

Volledig onaangekondigde audit

vindt plaats 3 tot 12 maanden na de laatste

auditdatum Deel 2 aangekondigde audit (systemen/documentatie)

Tijdspanne van 28 dagen 11 tot 12 maanden na de

laatste auditdatum

Een corrigerende maatregel wordt binnen 28 dagen ingediend of herzien

Een corrigerende maatregel wordt binnen

28 dagen ingediend. Geverifieerd in deel 2

van de audit

Cijfer AA+, A+, B+, C+, D+ of niet gecertificeerd

Cijfer AA+, A+, B+, C+, D+ of niet gecertificeerd

56 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 56 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

1.2 ZELFBEOORDELING OP NALEVING VAN DE NORM

Het is belangrijk dat de vestiging wordt beoordeeld op de huidige uitgave van de norm, dit kan worden gecontroleerd op de website van BRC wereldwijde norm (www.brcglobalstandards.com).

De norm moet in eerste instantie worden gelezen en begrepen als een zelfbeoordeling die wordt uitgevoerd door het bedrijf tegen de norm om op een audit voor te bereiden. Alle punten van niet-naleving worden op de vestiging toegelegd.

Verdere informatie, ondersteuning en training om naleving met de norm te verzekeren, waaronder de downloadbare zelf-beoordelingshulpmiddelen, zijn beschikbaar op www.brcglobalstandards.com. Het BRC stelt ook een collectie met verdere richtlijnen en ondersteunende materialen beschikbaar via de BRC-website en via het BRC Participate-abonnementendienst.

Een optionele pre-beoordeling ter plekke kan worden uitgevoerd door de gekozen certificeringsinstelling in voorbereiding op de audit om de vestiging te ondersteunen in het certificeringsproces. Er dient kennis te worden genomen, dat onder de regels van geaccrediteerde certificatie, er geen raadgeving kan worden verstrekt tijdens de pre-beoordeling dat door de certificeringsinstelling wordt aangeboden en op een later moment de certificeringsaudit zal uitvoeren.

De productie-eenheden die nieuwgebouwd zijn of ‘uitbesteed’ dienen voor de naleving van systemen en procedures te zorgen voor dat de initiële audit wordt uitgevoerd. Het bedrijf beoordeelt wanneer ze een certificeringsinstelling willen uitnodigen om de audit uit te voeren, alhoewel het niet waarschijnlijk is dat volledige naleving voldoende kan worden aangetoond tijdens een audit in minder dan 3 maanden nadat uitvoering is begonnen. Dit is naar waarschijnlijkheid het geval als de vestiging ter certificering gebruik maakt van kwaliteitssystemen die zijn ontwikkeld door andere gecertificeerde bedrijven binnen de groep.

1.3 DE KEUZE VAN EEN CERTIFICERINGSINSTELLING

De audits op de BRC wereldwijde norm worden alleen erkend als deze worden uitgevoerd door een certificeringsinstelling dat is erkend en goedgekeurd door het BRC. Het BRC kan geen advies geven op de keuze voor een specifieke certificeringsinstelling; desalniettemin kent het BRC een uitgebreid programma waarin de certificeringsinstelling op prestatie wordt beoordeeld op basis van belangrijke prestatie-indicatoren (KPI’s) en waarvan de resultaten worden omgezet in een 5-sterren beoordeling en die worden gepubliceerd samen met de lijst van alle door BRC goedgekeurde certificeringsinstellingen op www.brcdirectory.com.

1.4 CONTRACTUELE OVEREENKOMSTEN TUSSEN HET BEDRIJF EN DE CERTIFICERINGSINSTELLING

Een contract bestaat tussen het bedrijf en de certificeringsinstelling in overeenstemming met de vereisten van ISO/IEC 17065, waarin de reikwijdte van de audit en de rapportvereisten worden omschreven. Dit contract bevat tevens clausules waardoor het effectieve programmabeheer door het BRC en de accreditatie van de certificeringsinstelling door een bevoegd orgaan mogelijk wordt. Dit is noodzakelijk om te verzekeren dat er vertrouwen bestaat in de wijze waarop het programma wordt beheerd en consistentie wordt verwezenlijkt, wat ten gunste van alle gecertificeerde vestigingen is. In het bijzonder is er een certificeringsvoorwaarde voor het programma dat:

• Een kopie van het auditrapport of van opvolgende certificaten of auditresultaten wordt aangeboden aan het BRC en kan worden gegeven aan de geaccrediteerde instelling in de afgesproken opmaak die de BRC wereldwijde norm hanteert. Andere documenten in verband met de audit worden op verzoek beschikbaar gemaakt aan het BRC. Alle documenten die aan het BRC worden geleverd zijn kopieën van originele documenten. De documenten die het BRC ontvangt worden als vertrouwelijk behandeld.

• De auditor(s) kunnen worden vergezeld door ander personeel voor trainings-, beoordelings- of kalibratiedoeleinden. Deze activiteiten kunnen inhouden:

– het opleiden van nieuwe auditors door een certificeringsinstelling – het routinematig schaduwen van de auditprogramma’s van de certificeringsinstelling – het bijwonen van audits van bevoegde organen – het bijwonen van audits door het BRC.

Het BRC behoudt zich het recht voor om zelf audits uit te voeren, of een vestiging te inspecteren als deze gecertificeerd is in reactie op klanten of als onderdeel van routine nalevingsactiviteiten van het BRC om de integriteit van het programma te verzekeren. Zulke inspecties kunnen aangekondigd of onaangekondigd zijn.

Het BRC kan rechtstreeks contact zoeken met de vesting in verband met haar certificeringsstatus of voor feedback op de prestatie van de certificeringsinstelling of voor een onderzoek naar gemelde kwesties.

Deze uitgave beschrijft de vereisten voor vestigingen die zich willen aanmelden voor een audit tegen de norm en voor vestigingen aan wie een certificaat is overhandigd. De contracten tussen de certificeringsinstelling en de vestiging bevatten een clausule die deze verplichtingen erkent. Dit contract wordt opgesteld door de certificeringinstelling.

Niet-naleving van elke van deze contractuele verplichtingen kunnen invloed hebben op de certificeringsstatus van de vestiging.

57WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 57 04/12/2014 16:32

1.5 INSCHRIJFGELD

Het BRC vereist een registratiebedrag van het bedrijf dat wordt opgehaald door de certificeringsinstelling voorafgaande aan elke audit. Het certificaat en het auditrapport worden niet bekrachtigd totdat het registratiebedrag is betaald en de certificeringsinstelling de auditbedragen heeft ontvangen, ongeacht de uitkomst van het certificeringsproces.

1.6 DE REIKWIJDTE VAN DE AUDIT

1.6.1 Het vaststellen van de reikwijdteDe reikwijdte van de audit (de geproduceerde producten en productieprocessen) worden voorafgaande aan een audit overeengekomen tussen de vestiging en de certificeringsinstelling om te zorgen dat auditor(s) worden voorzien van de juiste kennis van de categorie of het product.

De audit omvat alle normvereisten die van toepassing zijn en alle productieprocessen die worden ondernomen voor de producten binnen de reikwijdte waarvoor de vestiging certificering verlangt.

De reikwijdte van de audit en alle toegestane uitzonderingen worden duidelijk omschreven in het auditrapport en op elk uitgegeven certificaat. De omschrijving van de reikwijdte wordt bevestigd door de auditor tijdens de audit van de vestiging. De omschrijving van de reikwijdte, van productgroepen en, indien van toepassing, de opmaak van verpakkingen, bewerkstelligen dat een ontvanger van het rapport makkelijk kan bepalen of de geleverde producten binnen de reikwijdte vallen. Hieronder valt een omschrijving van verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden op de vestiging en die binnen de reikwijdte van de norm vallen, als dit zorgt voor duidelijkheid voor de gebruiker van het rapport of certificaat (bijv. het snijden en verpakken van bereid vlees).

1.6.2 Uitgesloten van de auditHet voldoen aan de certificeringscriteria hangt af van een duidelijke inzet van het management van de vestiging om principes van goede praktijken toe te passen zoals omschreven in de norm en van de ontwikkeling van een voedselveiligheidscultuur in het bedrijf. Het volgt zodoende dat de uitsluiting van producten van de reikwijdte van het certificaat alleen bij uitzondering is toegestaan.

Het BRC-logo kan alleen worden gebruikt door vestigingen die geen uitsluitingen hebben.

Het uitsluiten van geproduceerde producten door de vestiging is toegestaan wanneer:

• deze uitgesloten producten duidelijk kunnen worden gedifferentieerd van producten binnen de reikwijdte EN

• deze producten worden geproduceerd in een fysiek afgescheiden gedeelte in de fabriek.

De datum van de audit wordt van te voren afgesproken met de certificeringsinstellingen en alle normvereisten worden geauditeerd tijdens de inspectie. Uitsluitingen worden duidelijk omschreven in het auditrapport en op het certificaat en de grond wordt vastgelegd in het auditrapport.

Voor het certificeren van producten moet de audit het hele proces van onbewerkte grondstof tot aan de zending van het eindproduct beslaan. Het is niet mogelijk om beide delen van het ondernomen proces op de vestiging of delen van de norm uit te sluiten. Als uitsluitingen worden toegestaan, dan zal de auditor(s) beoordelen of er dreigingen bestaan door de uitgesloten gebieden of producten (bijv. de introductie van allergenen of risico’s op vreemd materiaal en niet-nalevingen kunnen volgen als het uitgesloten gebied een bedreiging vormt voor producten binnen de reikwijdte van de audit).

1.6.3 Bijkomende productielocaties en beoordelingen van het hoofdkantoorDe reikwijdte van de audit wordt verwacht specifiek voor de vestiging te zijn. Er bestaan, desalniettemin, bijzondere omstandigheden als de activiteiten op meerdere locaties plaatsvinden en als dat kan worden deze in hetzelfde rapport en certificaat opgenomen. Dit zal omvatten:

• een audit van het hoofdkantoor op het beheren van procedures van het hoofdkantoor

• de audit van meer dan één locatie, in het geval dat het productieproces meerdere plaatsen beslaat.

De uitgebreide vereisten voor het goedkeuren en beheer van zulke omstandigheden in het auditprotocol staan gegeven in appendix 4.

1.6.4 Opslagfaciliteiten – op afstandAls de opslagfaciliteiten op dezelfde vestiging zijn als de productiefaciliteiten dan worden deze altijd opgenomen in de audit van de vestiging, het is niet ongebruikelijk dat vestigingen opslagfaciliteiten op afstand bezitten. Als bijkomende opslagfaciliteiten in het bezit of beheer van het bedrijf zijn en in de nabijheid van de productielocatie (d.w.z. binnen een staal van 50 km), dan worden deze vastgesteld in het auditrapport en als onderdeel van de audit van de vestiging opgenomen of specifiek uitgesloten.

58 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 58 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

1.6.5 Toegevoegde vrijwillige modulesAls toevoeging op de kern van de norm ontwikkelt het BRC een reeks bijkomende vrijwillige modules die mogelijk slechts voor bijzondere werkzaamheden van toepassing zijn (bijv. vestigingen die in goederen handelen) of die dieper ingaan op een bijzonder belang van de markt (bijv. voedselveiligheid of de bewakingsketen). Als zulke vrijwillige modules plaatsvinden dan worden deze genoemd binnen de reikwijdte van het rapport en het certificaat. Als een vrijwillige module van toepassing is op een vestiging en niet gekozen (zoals de verhandelde goederen), dan kan dit worden vastgelegd als een uitsluiting om te verzekeren dat dit duidelijk is voor de lezer van het rapport of certificaat.

Een lijst met vrijwillige modules is beschikbaar op de website van BRC wereldwijde norm (www.brcglobalstandards.com).

1.7 HET KIEZEN VAN EEN (DE) AUDITOR(S)

Het is de verantwoordelijkheid van de vestiging om te zorgen dat gepaste en nauwkeurige informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling, met een omschrijving van de producten die worden geproduceerd en de procestechnologieën die worden gebruikt, om het mogelijk te maken dat de certificeringsinstelling een gepast auditteam kan samenstellen met de benodigde vaardigheden om een audit te ondernemen. Auditors zijn bekwaam om een audit in de relevante productcategorie uit te voeren, zoals opgesomd in appendix 6.

De certificeringsinstelling, auditors en de vestiging dienen bewust te zijn van de noodzaak om belangenverstrengeling te vermijden wanneer auditors worden aangesteld voor de inspectie aan de vestiging. De vestiging kan de diensten van een bepaalde door de certificeringsinstelling aangeboden auditor afwijzen. Het is niet toegestaan dat dezelfde auditor meer dan drie opvolgende bezoeken aan dezelfde vestiging aflegt.

Als de audit niet wordt uitgevoerd door een (de) auditor(s) in de taal van de vestiging, dan wordt er gezorgd voor een geschikte vertaler met kennis van de technische termen die tijdens de audit worden gebruikt.

2 HET PROTOCOL VOOR DE AANGEKONDIGDE AUDIT2.1 PLANNING VOOR EEN AUDIT

2.1.1 Voorbereiding door het bedrijfVoor initiële audits wordt er een wederzijds geschikte datum met de vestiging afgesproken, waarbij rekening wordt gehouden met de hoeveelheid werk die nodig is om aan de normvereisten te voldoen.

Er is een vereiste dat de vestiging voorbereid is op een audit, beschikt over de juiste documenten voor de beoordeling van de auditor en dat de juiste personeelsleden beschikbaar zijn tijdens de audit ter plekke.

De vestiging zorgt ervoor dat het productieprogramma ten tijde van de audit producten produceert die binnen de reikwijdte van de certificering vallen. Indien mogelijk, worden zoveel mogelijk van deze producten geproduceerd die de auditor(de) kan beoordelen. Als de productcatalogus te groot of divers is, dan bepaalt de auditor(s) om verder te gaan met de audit totdat er voldoende wordt voldaan aan het beoogde doel van de certificering waarop wordt beoordeeld. Als een significant productieproces plaatsvindt tijdens verschillende periodes in het auditjaar, dan is een afzonderlijke audit nodig om de productiemethoden te beoordelen.

2.1.2 Informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling voor de voorbereiding op een auditDe vestiging geeft achtergrondinformatie aan de certificeringinstelling voorafgaande aan de dag van de audit om te zorgen dat de auditor(s) volledig voorbereid is en om te zorgen voor een best mogelijke uitvoering van de audit. De informatie waarom gevraagd kan worden door de certificeringsinstelling kan omvatten, maar is niet gelimiteerd tot:

• een samenvatting van kritische beheerspunten (CCP’s)

• het stroomdiagram

• een eenvoudige plattegrond van de vestiging

• een organigram van het management

• een lijst met producten en productgroepen binnen de reikwijdte van de audit

• typische ploegenroosters

• productieroosters, om het mogelijk te maken dat audits relevante processen beslaan (bijv. nachtproductie of als productieprocessen niet elke dag plaatsvinden)

• recente kwaliteitskwesties, terugroepingen of klachten van klanten en andere relevante data over prestatie.

De vestiging maakt het auditrapport en certificaat van het voorgaande jaar beschikbaar aan de certificeringsinstelling als dit een nieuw contract met een nieuwe certificeringsinstelling betreft.

59WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 59 04/12/2014 16:32

2.1.3 De duur van de auditVoordat een audit plaatsvindt, geeft de certificeringsinstelling een geschatte duur van de audit aan. Een typische duur van een audit is 2 à 3 dagen (8 uur per dag) op de vestiging. Er is een rekenmiddel ontwikkeld om te beoordelen wat de verwachtte benodigde tijd van de audit op een vestiging zal zijn, om consistentie te bewaken en dit wordt gebruikt als basis waarop de totale duur van de audit zal worden berekend. Meer informatie kan gevonden worden op de website van BRC wereldwijde norm (www.brcglobalstandards.com).

De berekening van de duur van de audit is gebaseerd op:

• het aantal medewerkers - uitgedrukt als voltijdsmedewerkers per ploeg, inclusief seizoenskrachten

• de grootte van de productiefaciliteit - waaronder opslagfaciliteiten ter plaatse

• het aantal HACCP-studies dat onder de reikwijdte valt - een HACCP-studie correspondeert met een productfamilie van vergelijkbare dreigingen en die gebruik maakt van vergelijkbare productietechnologie voor het rekenmiddel.

Het wordt erkend dat andere factoren van invloed kunnen zijn op de berekening, maar worden als minder belangrijk gezien en zullen niet zorgen voor een duur van de audit langer dan de totaal berekende audittijd met 30%. Deze factoren omvatten:

• de complexiteit van het productieproces

• het aantal productlijnen

• de leeftijd van de vestiging en de impact op de materiaalstroom

• de werkintensiviteit van processen

• communicatieproblemen (bijv. taal)

• het aantal niet-nalevingen dat in de vorige audit werd gevonden

• opkomende moeilijkheden tijdens de audit die verdergaand onderzoek verlangen

• de kwaliteit van de voorbereiding door de vestiging (bijv. documentatie, HACCP, kwaliteitsmanagementsystemen).

Als er bijkomende beoordelingen van opslagfaciliteiten, locaties en hoofdkantoren plaatsvinden tijdens het auditproces (zie appendix 4) dan wordt extra tijd vrijgemaakt en gerekend bovenop de tijdsindicatie van het rekenmiddel.

In het geval dat de audit tegen de norm vrijwillige BRC modules omvat of bedoeld is om te worden gebruikt samen met andere auditnormen, dan wordt de totale auditduur verlengd. Details over gecombineerde audits worden uitgewerkt op het auditrapport.

De berekening van de auditduur stelt de verwachte tijdsduur voor een audit op de vestiging vast. Meer tijd is nodig voor het beoordelen van aangeleverd gedocumenteerd bewijs en het voltooien van het uiteindelijke auditrapport.

Afwijking van het berekende tijdsschema voor een audit moet worden beargumenteerd en gespecificeerd op het auditrapport.

2.2 IN-SITU AUDIT

De in-situ audit bevat de volgende zeven delen:

• Openingsgesprek - om de reikwijdte en het proces van de audit te bevestigen

• Inspectie van de productiefaciliteit - om praktische implementatie van de systemen te beoordelen, waaronder een observatie van de procedures voor productwisselingen, en een interview met het personeel

• Een gedocumenteerde beoordeling - een beoordeling van het gedocumenteerde HACCP- en kwaliteitsmanagementsysteem

• Een traceerbaarheidsopdracht - waaronder een beoordeling van alle relevante productieverslagen (bijv. de inname van onbewerkte grondstoffen, productieverslagen, controles op eindproducten en specificaties). Dit is een verticale audit - zoals omschreven in het begeleidende document op audittechnieken van het BRC

• Herziening van de inspectie van de productiefaciliteit - om te bevestigen verdere documentatiecontroles uit te voeren

• Een laatste bestudering van de observaties door de auditor(s) - voorbereiding van het afsluitend gesprek

• Afsluitend gesprek - om de auditresultaten met de vestiging te bespreken. (Let op: niet-nalevingen vallen onder een opvolgende onafhankelijke beoordeling van het management van de certificeringsinstelling.)

De vestiging zorgt voor te allen tijde ondersteuning van alle auditor(s). Er wordt van uitgegaan dat tijdens openings- en afsluitende gesprekken senior managers aanwezig zijn namens de vestiging en dat zij over voldoende autoriteit beschikken om corrigerende maatregelen toe te passen als er sprake is van een niet-naleving. De meest senior uitvoerende manager op de vestiging ten tijde van de audit of zijn/haar aangewezen plaatsvervanger is beschikbaar tijdens de audit en woont de openings- en afsluitende gesprekken bij.

60 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 60 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

Het auditproces legt de nadruk op een praktische toepassing van voedselveiligheidsprocedures en op algemene goede productiepraktijken. De verwachting is dat ongeveer 50% van de audit wordt besteed aan de audit van de productie- en vestigingsfaciliteiten, het ondervragen van personeelsleden, het observeren van processen en het herzien van documentatie over de productiegebieden met de relevante personeelsleden.

Tijdens de audit worden uitgebreide notities gemaakt over de nalevingen en niet-nalevingen van de vestiging met de norm en zullen worden gebruikt als basis van het auditrapport. De auditor(s) beoordelen de aard en de ernst van alle niet-nalevingen en bespreken die met de begeleidende manager op dat moment.

Tijdens het afsluitende gesprek zal de auditor(s) de observaties presenteren en alle niet-nalevingen bevestigen die zijn gevonden tijdens de audit, maar geeft geen commentaar op de mogelijke uitkomst van het certificeringsproces. Er wordt informatie over het proces en tijdsschema’s gegeven aan de vestiging om de auditor(s) met bewijs van corrigerende maatregelen op niet-nalevingen te voorzien. Een geschreven samenvatting van alle niet-nalevingen die werden besproken tijdens het afsluitende gesprek wordt gedocumenteerd door de auditor(s) ofwel tijdens het afsluitend gesprek of tijdens de werkdag die volgt op de audit.

Tijdens het afsluitend gesprek geven de auditor(s) uitleg over de BRC wereldwijde normwijzer aan de vestiging, waardoor beveiligde toegang tot de data van de audit voor de cliënt en de genomineerde klanten mogelijk wordt, samen met feedbacksystemen die voorzien in communicatie met de certificeringsinstelling en met het BRC.

Het besluit om een certificaat uit te reiken en het cijfer op het certificaat worden onafhankelijk bepaald door het beheer van de certificeringsinstelling, als gevolg van een technische beoordeling van het auditrapport en het afronden van niet-nalevingen binnen het gegeven tijdsbestek. Het bedrijf wordt ingelicht over het besluit om te certificeren als gevolg van dit besluit.

2.3 NIET-NALEVINGEN EN CORRIGERENDE MAATREGELEN

De zwaarte van de aangewezen niet-naleving door de auditor op een normvereiste is een objectieve vaststelling mede bepaald door ernst en risico en wordt gebaseerd op het verzamelde bewijs en de observaties die tijdens de audit zijn gemaakt. Dit wordt bevestigd door het beheer van de certificeringsinstelling.

2.3.1 Niet-nalevingenEr zijn drie niveaus van niet-nalevingen:

• Kritiek Als er sprake is van een kritiek falen op een wettelijke of voedselveiligheidskwestie

• Ernstig Als er sprake is van een substantieel falen om te voldoen aan de vereisten in de ‘intentieverklaring’ of aan enige clausule uit de norm of als er een situatie wordt vastgesteld, waarbij op basis van beschikbaar objectief bewijs, de naleving van het aangeboden product in ernstig in twijfel wordt getrokken

• Minder ernstig Als er sprake is van het niet volledig voldoen aan een clausule, maar op basis van objectief bewijs, de naleving van het product niet in twijfel wordt getrokken.

Het doel van de audit is om een werkelijke weerspiegeling te geven van de uitvoering van de norm op een niveau dat er sprake is van naleving van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. Daarbij wordt overwogen om een enkele ernstige niet-naleving uit te reiken waar minder ernstige niet-nalevingen van een bepaalde normclausule herhaaldelijk plaatsvinden. Het samenvoegen van een noemenswaardig aantal minder ernstige niet-nalevingen van een clausule en dit als een enkele minder ernstige niet-naleving vast te leggen, is niet toegestaan. De certificeringsinstelling kan verklaren hoe er een hoog aantal (meer dan 20) minder ernstige niet-nalevingen, maar geen enkele ernstige niet-naleving werd vastgesteld. Dat wordt uitgewerkt in het auditrapport.

2.3.2 Procedures voor de omgang met niet-nalevingen en corrigerende maatregelenAls enige niet-naleving wordt vastgesteld tijdens de audit, dan dient de vestiging corrigerende maatregelen te ondernemen om het huidige probleem te verhelpen (corrigeren) en een analyse te maken van de onderliggende oorzaken van de niet-naleving (oorzaakanalyse) en een actieplan te ontwikkelen om de oorzaak te verhelpen en herhaling te voorkomen.

Het proces waarbij de niet-nalevingen wordt ‘uitgesloten’ is afhankelijk van de zwaarte en het aantal vastgestelde niet-nalevingen.

Kritieke niet-nalevingen of een combinatie van niet-nalevingen waarvoor geen certificaat wordt uitgereiktIn sommige gevallen leidt het aantal of de ernst van de vastgestelde niet-nalevingen tijdens de audit er toe dat de vestiging geen certificaat verkrijgt na de audit. Dit is het geval wanneer:

61WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 61 04/12/2014 16:32

• een kritieke niet-naleving is vastgesteld en/of

• een ernstige niet-naleving van de intentieverklaring of van een fundamentele clausule wordt vastgesteld en/of

• het aantal of type van niet-nalevingen de limieten voor certificering overschrijdt, zoals in tabel 1.

Het becijferen van de niet-nalevingen wordt bepaald door een onafhankelijk certificeringsproces van de certificeringsinstelling zo snel mogelijk na de audit. Als de beoordeling uitwijst dat het certificaat niet kan worden uitgereikt, dan wordt de vestiging verzocht om een volgende volledige audit voor een certificeringsbeoordeling.

Afhankelijk van de aard en het aantal niet-nalevingen, is het onwaarschijnlijk dat deze niet-nalevingen kunnen worden opgelost en zullen volledig doeltreffende verbeteringen worden geïmplementeerd en opgesteld binnen de periode van 28 dagen, hoewel er uitzonderingen kunnen bestaan. Hierdoor zal er niet eerder dan 28 dagen na de auditdag opnieuw een audit plaatsvinden.

Als dit voorkomt bij een gecertificeerde vestiging, dan wordt het certificaat onmiddellijk ingetrokken.

Sommige klanten vereisen dat ze worden geïnformeerd wanneer er bij hun leverancier een kritieke niet-naleving wordt gevonden of als deze niet wordt gecertificeerd. In zulke gevallen dient het bedrijf onmiddellijk haar klanten volledig te informeren over de situatie. Er wordt ook informatie aan klanten gegeven over corrigerende maatregelen die zijn ingezet om niet-nalevingen op te lossen als dat wordt verlangd.

Ernstige en minder ernstige niet-nalevingenEr wordt geen certificaat uitgereikt totdat het aantoonbaar is dat ernstige en minder ernstige niet-nalevingen zijn verholpen, ofwel permanent of via een tijdelijke oplossing die wordt geaccepteerd door de certificeringsinstelling.

Voor elke vastgestelde niet-naleving zal de vestiging naast het uitvoeren van de noodzakelijke onmiddellijke corrigerende maatregelen, een analyse maken van de onderliggende oorzaak van de niet-naleving (de oorzakenanalyse). De oorzaak wordt vastgesteld en een actieplan om dit te verhelpen, inclusief tijdlijn, wordt aangeboden aan de certificeringsinstelling. De voorgestelde voorkomende handelingen worden opgenomen in het auditrapport.

Het afsluiten van niet-nalevingen kan volgen op het aanleveren van objectief bewijs aan de certificeringsinstelling, waaronder bijgewerkte procedures, verslagen, foto’s of facturen van ingezette werkzaamheden, of door een volgende inspectie door de certificeringsinstelling. Een voorbeeld van aangeleverd bewijs voor corrigerende maatregelen op niet-nalevingen is gegeven in appendix 8.

Als het aantal en de zwaarte van de vastgestelde niet-nalevingen tijdens een audit zouden leiden tot het cijfer D of D+, dan wordt het afsluiten van niet-nalevingen gevolgd door een opvolgend bezoek aan de vestiging om te bekijken of verder handelen moet worden genomen. Deze inspectie vindt plaats binnen 28 dagen na de audit indien er een certificaat is uitgereikt.

Als er niet voldoende bewijs wordt geleverd binnen de toegestane periode van 28 dagen na de audit, dan wordt er geen certificaat uitgereikt. De vestiging heeft dan een volgende volledige audit nodig om in aanmerking te komen voor certificering.

Niet-nalevingen uit de audit worden ook gecontroleerd tijdens de volgende audit van de vestiging om van een werkelijke afsluiting van niet-nalevingen en hun oorzaken te vergewissen. Als de corrigerende maatregelen ineffectief zijn, dan wordt er een niet-naleving van clausule 1.1.10 vast gesteld.

De certificeringsinstelling beoordeelt het objectieve bewijs van de afgeronde corrigerende maatregel voordat een certificaat wordt uitgereikt.

2.4 HET BECIJFEREN VAN DE AUDIT

Het doel van het cijfersysteem voor certificering is om aan te geven aan de gebruiker van het rapport wat de intentie is van de vestiging om continue naleving te zoeken en schrijft de frequentie van toekomstige audits voor. Het cijfer is afhankelijk van het aantal en de ernst van de vastgestelde niet-nalevingen ten tijde van de audit. Niet-nalevingen worden bevestigd tijdens een technisch beoordelingsproces van de certificeringsinstelling. Als de beoordelingsresultaten verandering brengen in het aantal en/of de ernst van de niet-nalevingen, dan wordt de vestiging ingelicht.

62 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 62 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

TABEL 1 OVERZICHT VAN CRITERIA VOOR BECIJFERING, HET NODIGE HANDELEN EN AUDITFREQUENTIE

CIJFERAANGEKONDIGD

CIJFERONAANGEKONDIGD

KRITIEK ERNSTIG MINDER ERNSTIG

CORRIGERENDE MAATREGEL

AUDITFREQUENTIE

AA AA+ 5 of minder Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

12 maanden

A A+ 6 tot 10 Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

12 maanden

B B+ 11–16 Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

12 maanden

B B+ 1 10 of minder Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

12 maanden

C C+ 17 tot 24 Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

6 maanden

C C+ 1 11 tot 16 Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

6 maanden

C C+ 2 10 of minder Objectief bewijs binnen 28 kalenderdagen

6 maanden

D D+ 25 tot 30 Opvolgend bezoek binnen 28 kalenderdagen

6 maanden

D D+ 1 17 tot 24 Opvolgend bezoek binnen 28 kalenderdagen

6 maanden

D D+ 2 11 tot 16 Opvolgend bezoek binnen 28 kalenderdagen

6 maanden

Niet gecertificeerd 1 of meer Certificaat wordt niet uitgegeven. Een nieuwe audit is noodzakelijk

Niet gecertificeerd 31 of meer Certificaat wordt niet uitgegeven. Een nieuwe audit is noodzakelijk

Niet gecertificeerd 1 25 of meer Certificaat wordt niet uitgegeven. Een nieuwe audit is noodzakelijk

Niet gecertificeerd 2 17 of meer Certificaat wordt niet uitgegeven. Een nieuwe audit is noodzakelijk

Niet gecertificeerd 3 of meer Certificaat wordt niet uitgegeven. Een nieuwe audit is noodzakelijk

Let op: de grijsgemaakte cellen geven nul niet-nalevingen aan.

2.5 HET RAPPORTEREN VAN DE AUDIT

Elke audit wordt opgevolgd met een voluit geschreven rapport in de afgesproken opmaak. Dit rapport wordt opgemaakt in het Engels, of in een andere taal, afhankelijk van de behoefte van de gebruiker. Als het rapport wordt opgemaakt in een taal anders dan het Engels, dan zullen de secties met de auditsamenvatting, als toevoeging, ook altijd in het Engels worden gerapporteerd.

Het auditrapport geeft het bedrijf en de klanten of toekomstige klanten een profilering van het bedrijf en een nauwkeurige samenvatting van de prestatie van de vestiging op de normvereisten.

Het auditrapport informeert de lezer:

• over de toegepaste voedselveiligheidscontroles en -aanpassingen sinds de afgelopen audit

• over systemen voor goede praktijken, procedures, hulpmiddelen of fabricage ter plaatse

• over niet-nalevingen, de toegepaste corrigerende maatregelen en plannen om de oorzaken aan te passen (voorkomend handelen).

63WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 63 04/12/2014 16:32

Het rapport geeft een nauwkeurige weerspiegeling van de bevindingen van de auditor tijdens de audit. Het rapport wordt opgesteld en aan het bedrijf gegeven binnen 42 kalenderdagen na de voltooiing van een volledige audit.

Het auditrapport wordt gepubliceerd op de BRC wereldwijde normwijzer op een tijdige manier onafhankelijk van het wel of niet uitreiken van een certificaat. De eigenaar van het auditrapport kan toegang tot het auditrapport aan klanten en andere partijen in de wijzer geven.

Het auditrapport en de geassocieerde documenten, waaronder de aantekeningen van de auditor, worden veilig opgeslagen door de certificeringsinstelling voor een periode van 5 jaar.

2.6 CERTIFICERING

Na een beoordeling van het auditrapport en het aangeleverde vastgelegde bewijs in verband met de niet-nalevingen, wordt een besluit tot certificering gemaakt door een onafhankelijke certificeringsmanager. Als een certificaat wordt uitgereikt dan wordt deze door de certificeringsinstellingen binnen 42 kalenderdagen na de audit afgegeven. Het certificaat voldoet aan de gegeven opmaak uit appendix 7. De gebruikte logo’s op certificaten (d.w.z. de logo’s van het BRC en de geaccrediteerde instellingen) voldoen aan de respectievelijke gebruikersregelingen.

Het certificaat omschrijft:

• de reikwijdte van de audit en alle geaccepteerde uitsluitingen van de reikwijdte

• de gekozen auditvorm (bijv. aangekondigd) of dat het certificaat een nieuwe uitgave voor de verruiming van de reikwijdte is

• het registratienummer van de eerste auditor dat bestaat uit 6 nummers.

De datum(s) van de op het certificaat aangegeven audit zijn de dagen waarop de audit plaatsvond waarvoor een certificaat werd uitgegeven. Er wordt niet gekeken naar latere datums waarop de inspectie plaatsvond om de corrigerende maatregelen die volgden uit de audit te bevestigen.

Als het certificaat wordt uitgereikt aan de vestiging, dan blijft het eigendom van de certificeringsinstelling, en deze instelling beheert het eigendom, gebruik en weergave daarvan.

2.7 DE FREQUENTIE VAN OPVOLGENDE AUDITS EN HET OPNIEUW CERTIFICEREN

2.7.1 Het inroosteren van nieuwe auditdatumsHet rooster voor opvolgende audits en keuze van auditprogramma’s wordt afgesproken tussen de vestiging en de certificeringsinstelling. De frequentie van aangekondigde audits zal 6 of 12 maanden zijn en is afhankelijk van de prestatie van de vestiging tijdens een audit zoals weergeven door het cijfer (zie tabel 1).

De einddatum van de opvolgende audits wordt berekend vanaf de datum van de initiële audit. Hierbij wordt niet gekeken naar verdere bezoeken aan de vestiging die werden gemaakt om de corrigerende maatregelen die volgden uit de initiële audit te bevestigen, en niet van de uitgiftedatum van het certificaat.

De opvolgende aangekondigde audit wordt ingeroosterd binnen een periode van 28 dagen tot aan de volgende einddatum van de audit. Dit voorziet in voldoende tijd voor het in werking stellen van corrigerende maatregelen in het geval van vastgestelde niet-nalevingen, zonder dat certificering verder in gevaar komt.

Het is de verantwoordelijkheid van de vestiging om te blijven voldoen aan certificering. Als een audit wordt vertraagd tot na de einddatum, met uitzondering van gegronde omstandigheden, dan zal dit resulteren in een ernstige niet-naleving op de volgende audit. De gegronde omstandigheden worden gedocumenteerd in het auditrapport.

2.7.2 Het aflopen van certificering - gegronde omstandighedenEr zijn sommige omstandigheden waarbij het certificaat niet kan worden vernieuwd op een zes- of twaalf maandelijkse basis als gevolg van een onvermogen van de certificeringsinstelling om een audit uit te voeren. Er zijn gegronde omstandigheden, die niet resulteren in het uitschrijven van ernstige niet-nalevingen (clausule 1.1.8), en kunnen van toepassing zijn wanneer de vestiging:

• is gelegen in een specifiek land of een gebied binnen een specifiek land waarvoor er een negatief reisadvies door de overheid is gegeven en er geen geschikte lokale auditor is

• binnen een wettelijke vrijwaringszone dat mogelijk voedselveiligheid of dierwelzijn in gevaar brengt

• in een gebied dat is getroffen door een natuurlijke of onnatuurlijke ramp, waardoor de vestiging niet verder produceert of als een auditor niet kan bezoeken

• is getroffen door omstandigheden waardoor er geen toegang tot de vestiging is of beperkt reizen geldt (bijv. hevige sneeuwval)

64 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 64 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

• seizoensproducten produceren en productie is vertraagd door een late aanvang als gevolg van seizoenwisseling (bijv. door weer of productbeschikbaarheid).

Het verschuiven van de auditdatum naar een gunstiger moment om redenen zoals het combineren van audits, een personeelstekort of werk in uitvoering zijn niet geldig voor het missen van de einddatum.

Het is geen gegronde reden om audits uit te stellen als vestigingen niet in volledige productie zijn, hoewel audits plaats dienen te vinden ten tijde van productie.

Als het vernieuwen van het certificaat wordt weerhouden als gevolg van bijzondere omstandigheden, dan kan de klant alsnog besluiten om producten voor een afgesproken tijd af te nemen, wanneer klanten kunnen aantonen dat wettelijke naleving via andere wegen is verzekerd, zoals een risicobeoordeling en verslagen van klachten dat aantoont dat de vestiging nog steeds bekwaam is om de productie voor te zetten tot een volgende audit kan worden opgezet.

2.7.3 Audits vinden voor de einddatum plaats.De einddatum voor het vernieuwen van audits vindt plaats binnen de periode van 28 dagen voordat de eerste zes maanden of twaalf maanden van de initiële audit zijn verstreken.

In sommige omstandigheden is het mogelijk om een audit eerder af te nemen dan deze einddatums, bijvoorbeeld voor het opnieuw vaststellen van auditdatums om een combinatie met een ander auditschema mogelijk te maken, of om een geproduceerd product uit een ander seizoen op te nemen. Als de auditdatum naar voren wordt gehaald dan gelden de volgende regels:

• Het auditrapport geeft toelichting op de redenen waarom de audit eerder heeft plaatsgevonden

• De einddatum van de audit wordt opnieuw opgemaakt voor 12 maanden (of 6 maanden afhankelijk van het cijfer) vanaf deze auditdatum

• Het certificaat wordt uitgegeven met een verloopdatum van 12 maanden (of 6 maanden afhankelijk van het cijfer) + 42 dagen vanaf deze ‘nieuwe’ auditdatum.

2.7.4 Seizoensgebonden productievestigingZie de begrippenlijst voor een omschrijving van ‘seizoensgebonden productievestiging’.

Een vestiging dat 12 maanden per jaar is geopend kan producten in verschillende seizoenen produceren, maar wordt mogelijk niet als seizoensgebonden productievestiging geclassificeerd omdat het hele jaar door wordt geproduceerd. Als specifieke seizoensgebonden producten binnen de reikwijdte vallen, dan kan het zijn dat de vestiging meer dan een keer per jaar wordt geïnspecteerd.

Voor werkelijke seizoensgebonden productievestigingen kunnen er omstandigheden zijn waardoor de auditfrequentie meer dan 12 maanden is. De datum voor de audit ter plaatse wordt bepaald door productoogst, die afhankelijk van het weer is. De vervaldatums van het certificaat kunnen in deze omstandigheden worden gecontroleerd door de werkelijke auditdatum in plaats van de jaarlijkse verstrijking van de initiële auditdatum. De gronden worden in het auditrapport opgenomen.

3 HET PROTOCOL VOOR DE ONAANGEKONDIGDE AUDIT: VORM 1 - VOLLEDIG ONAANGEKONDIGDE AUDITDe vorm is een enkele onaangekondigde audit op alle normvereisten. De datum van de audit wordt niet voorafgaand aan de audit medegedeeld aan de vestiging. De audit is onaangekondigd en komt in plaats van de reguliere geroosterde audit. Hoewel deze audit op elk moment binnen 3 tot 12 maanden tot de einddatum van de audit kan plaatsvinden, zal dit doorgaans in de laatste 4 maanden van de certificeringscyclus plaatsvinden.

3.1 PLANNING VOOR EEN AUDIT

3.1.1 De keuze voor het programma van de onaangekondigde auditvorm 1De vestiging licht de certificeringsinstelling binnen 3 maanden na de laatste auditdatum in over de intentie om in te schrijven of te blijven binnen het programma voor de onaangekondigde audit. Het is voor de vestiging mogelijk een alternatieve certificeringsinstelling te selecteren indien noodzakelijk terwijl de audit kan worden uitgevoerd wanneer het voor de certificeringsinstelling schikt.

3.1.2 Voorbereiding door het bedrijfDe werkelijke auditdatum wordt niet gegeven door de certificeringsinstelling en het is zodoende belangrijk dat de vestiging de regelingen heeft getroffen om een audit te ontvangen en te ondersteunen.

65WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 65 04/12/2014 16:32

Het succes van een onaangekondigde audit is afhankelijk van de mogelijkheid van een vestiging om informatie en kennis binnen de vestiging te delen, om effectief plaatsvervangers aan te wijzen wanneer een bepaalde manager afwezig is, en een gedeelde verantwoordelijkheid voor het beheer voor voedselveiligheid en naleving met de norm.

3.1.3 Informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling voor de voorbereiding op een auditDe vestiging geeft achtergrondinformatie aan de certificeringinstelling voorafgaande aan de dag van de audit om te zorgen dat de auditor(s) volledig voorbereid is en om te zorgen voor een best mogelijke uitvoering van de audit. De informatie waarom gevraagd kan worden door de certificeringsinstelling kan omvatten, maar is niet gelimiteerd tot:

• een samenvatting van kritische beheerspunten (CCP’s)

• het stroomdiagram

• een eenvoudige plattegrond van de vestiging

• een organigram van het management

• een lijst met producten en productgroepen binnen de reikwijdte van de audit

• typische ploegenroosters

• productieroosters, om het mogelijk te maken dat audits relevante processen beslaan (bijv. nachtproductie of als productieprocessen niet elke dag plaatsvinden)

• recente kwaliteitskwesties, terugroepingen of klachten van klanten en andere relevante data over prestatie.

Het bedrijf maakt het auditrapport van het vorige jaar en het certificaat beschikbaar aan de certificeringsinstelling, als dit gaat om een contract met een nieuwe certificeringsinstelling.

Als de audit onaangekondigd is dan is het waarschijnlijk dat de certificeringsinstelling tevens om aanvullende informatie vraagt om rekening te houden met de logistiek over het auditproces. Hieronder kunnen vallen:

• aanbevolen lokale hotels

• specifieke route-instructies naar de vestiging, de vereisten voor toegang de vestiging, parkeergelegenheid

• een contactlijst wanneer als eerste ter plaatse

• regelingen voor specifieke beschermende kleding

• enige specifieke veiligheidsregelingen die worden gevolgd om toegang tot de vestiging te krijgen.

3.1.4 Het nomineren voor non-audit dagenHet programma van de onaangekondigde vorm 1 staat toe dat er 15 dagen worden gekozen waarop de vestiging niet beschikbaar is voor een audit. Deze dagen moeten ten minste 4 weken van te voren worden aangegeven en een reden dient te worden opgegeven (bijv. een ingeroosterd bezoek van klanten). De certificeringsinstelling kan deze reden betwisten als dit niet noodzakelijk lijkt.

De dagen waarop de fabriek niet in werking is, bijvoorbeeld weekend, nationale feestdagen, ingeroosterde productiestop vanwege feestdagen van de vestiging of onderhoud worden niet meegenomen in deze 15 dagen. Al deze niet-productiedagen worden aangegeven bij de certificeringsinstelling wanneer er voor het onaangekondigde programma wordt gekozen.

Er wordt van de certificeringsinstellingen verwacht om in geval van nood discreet te handelen.

Als voorwaarde op het kiezen voor het onaangekondigde programma is dat de auditor toegang krijgt tot de vestiging voor een audit bij aankomst. Als toegang wordt geweigerd door de vestiging, dan is de vestiging verantwoordelijk voor de onkosten van de auditor en wordt de vestiging geplaatst in het programma voor aangekondigde audits. Het is ter beoordeling van de certificeringsinstelling of een bestaand certificaat wordt geschorst of teruggetrokken.

3.1.5 De duur van de auditVoldoende informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling als er voor deze vorm wordt gekozen om het selecteren van een auditor met de juiste categoriekwalificaties mogelijk te maken en om voldoende tijd voor een audit mogelijk te maken. De auditduur wordt berekend door middel van het BRC-rekenmiddel en er staat eenzelfde tijd voor een onaangekondigde als voor een gewoonlijke aangekondigde audit.

Een gewoonlijke duur van een audit is 2 à 3 dagen (8 uur per dag) op de vestiging. Er is een rekenmiddel ontwikkeld om te beoordelen wat de verwachtte benodigde tijd van de audit op een vestiging zal zijn, om consistentie te bewaken en dit wordt gebruikt als basis waarop de totale duur van de audit zal worden berekend. Meer informatie kan gevonden worden op de website van BRC wereldwijde norm www.brcglobalstandards.com.

66 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 66 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

De berekening van de duur van de audit is gebaseerd op:

• het aantal medewerkers - uitgedrukt als voltijdsmedewerkers per ploeg, inclusief seizoenskrachten

• de grootte van de productiefaciliteit - waaronder opslagfaciliteiten ter plaatse

• het aantal HACCP-studies dat onder de reikwijdte valt - een HACCP-studie correspondeert met een productfamilie van vergelijkbare dreigingen en die gebruik maakt van vergelijkbare productietechnologie voor het rekenmiddel.

Het wordt erkend dat andere factoren van invloed kunnen zijn op de berekening, maar worden als minder belangrijk gezien en zullen niet zorgen voor een duur van de audit langer dan de totaal berekende audittijd met 30%. Deze factoren omvatten:

• de complexiteit van het productieproces

• het aantal productlijnen

• de leeftijd van de vestiging en de impact op de materiaalstroom

• de werkintensiviteit van processen

• communicatieproblemen (bijv. taal)

• het aantal niet-nalevingen dat in de vorige audit werd gevonden

• opkomende moeilijkheden tijdens de audit die verdergaand onderzoek verlangen

• de kwaliteit van de voorbereiding door de vestiging (bijv. documentatie, HACCP, kwaliteitsmanagementsystemen).

Als er bijkomende beoordelingen van opslagfaciliteiten, locaties en hoofdkantoren plaatsvinden tijdens het auditproces (zie appendix 4) dan wordt extra tijd vrijgemaakt en gerekend bovenop de tijdsindicatie van het rekenmiddel.

In het geval dat de audit tegen de norm vrijwillige BRC modules omvat of bedoeld is om te worden gebruikt samen met andere auditnormen, dan wordt de totale auditduur verlengd. Details over gecombineerde audits worden uitgewerkt in het auditrapport.

De berekening van de auditduur stelt de verwachte tijdsduur voor een audit op de vestiging vast. Meer tijd is nodig voor het beoordelen van aangeleverd gedocumenteerd bewijs en het voltooien van het uiteindelijke auditrapport.

Afwijking van het berekende tijdsschema voor een audit moet worden beargumenteerd en gespecificeerd op het auditrapport.

De datum van de audit wordt niet voorafgaand aan de audit meegedeeld aan de vestiging.

3.2 IN-SITU AUDIT

Vestigingen die kiezen voor het onaangekondigde programma worden verplicht de auditor te verwelkomen en onmiddellijke start van een audit bij aankomst mogelijk te maken. Het auditproces volgt dezelfde procedures als omschreven voor een aangekondigde audit. Er zal een kort openingsgesprek plaatsnemen waarna de inspectie van productiefaciliteiten binnen 30 minuten na aankomst van de auditor op de vestiging zal plaatsvinden.

De in-situ audit bevat de volgende zeven delen:

• Openingsgesprek - om de reikwijdte en het proces van de audit te bevestigen

• Inspectie van de productiefaciliteit - om praktische implementatie van de systemen te beoordelen, waaronder een observatie van de procedures voor productwisselingen, en een interview met het personeel.

• Een gedocumenteerde beoordeling - een beoordeling van het gedocumenteerde HACCP- en kwaliteitsmanagementsysteem.

• Een traceerbaarheidsopdracht - waaronder een beoordeling van alle relevante productieverslagen (bijv. de inname van onbewerkte grondstoffen, productieverslagen, controles op eindproducten en specificaties). Dit is een verticale audit - zoals omschreven in het begeleidende document op audittechnieken van het BRC.

• Herziening van de inspectie van de productiefaciliteit - om te bevestigen verdere documentatiecontroles uit te voeren.

• Een laatste bestudering van de observaties door de auditor(s) - voorbereiding van het afsluitend gesprek.

• Afsluitend gesprek - om de auditresultaten met de vestiging te bespreken. (Let op: niet-nalevingen vallen onder een opvolgende onafhankelijke beoordeling van het management van de certificeringsinstelling.)

De vestiging zorgt voor te allen tijde ondersteuning van alle auditor(s). Er wordt van uitgegaan dat tijdens openings- en afsluitende gesprekken senior managers aanwezig zijn namens de vestiging en dat zij over voldoende autoriteit beschikken om corrigerende maatregelen toe te passen als er sprake is van een niet-naleving. De meest senior uitvoerende manager op de vestiging ten tijde van de audit of zijn/haar aangewezen plaatsvervanger is beschikbaar tijdens de audit en woont de openings- en afsluitende gesprekken bij.

Het auditproces legt de nadruk op een praktische toepassing van voedselveiligheidsprocedures en op algemene goede productiepraktijken. De verwachting is dat ongeveer 50% van de audit wordt besteed aan de audit van de productie- en

67WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 67 04/12/2014 16:32

vestigingsfaciliteiten, het ondervragen van personeelsleden, het observeren van processen en het herzien van documentatie over de productiegebieden met de relevante personeelsleden.

Tijdens de audit worden uitgebreide notities gemaakt over de nalevingen en niet-nalevingen van de vestiging met de norm en zullen worden gebruikt als basis van het auditrapport. De auditor(s) beoordelen de aard en de ernst van alle niet-nalevingen en bespreken die met de begeleidende manager op dat moment.

Tijdens het afsluitende gesprek zal de auditor(s) de observaties presenteren en alle niet-nalevingen bevestigen die zijn gevonden tijdens de audit, maar geeft geen commentaar op de mogelijke uitkomst van het certificeringsproces. Er wordt informatie over het proces en tijdsschema’s gegeven aan de vestiging om de auditor(s) met bewijs van corrigerende maatregelen op niet-nalevingen te voorzien. Een geschreven samenvatting van alle niet-nalevingen die werden besproken tijdens het afsluitende gesprek wordt gedocumenteerd door de auditor(s) ofwel tijdens het afsluitend gesprek of tijdens de werkdag die volgt op de audit.

Tijdens het afsluitend gesprek geven de auditor(s) uitleg over de BRC wereldwijde normwijzer aan de vestiging, waardoor beveiligde toegang tot de data van de audit voor de cliënt en de genomineerde klanten mogelijk wordt, samen met feedbacksystemen die voorzien in communicatie met de certificeringsinstelling en met het BRC.

Het besluit om een certificaat uit te reiken en het cijfer op het certificaat worden onafhankelijk bepaald door het beheer van de certificeringsinstelling, als gevolg van een technische beoordeling van het auditrapport en het afronden van niet-nalevingen binnen het gegeven tijdsbestek. Het bedrijf wordt ingelicht over het besluit om te certificeren als gevolg van dit besluit.

3.3 NIET-NALEVINGEN EN CORRIGERENDE MAATREGELEN

Niet-nalevingen en corrigerende maatregelen zijn hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.3).

3.4 HET BECIJFEREN VAN DE AUDIT

Het proces voor het becijferen is hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.4). Het cijfer dat wordt uitgereikt na certificering is gebaseerd op het aantal en de zwaarte van de niet-nalevingen, zoals omschreven in tabel 1. Merk op dat het cijfer een toevoeging van een plussymbool na het cijfer kan krijgen (bijv. AA+, A+, B+, C+ of D+).

3.5 HET RAPPORTEREN VAN DE AUDIT

De vereisten voor het auditrapport zijn hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.5). Desondanks zal het rapport ‘onaangekondigde vorm 1’ aankondigen.

3.6 CERTIFICERING

De certificeringsvereisten zijn hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.6). Het certificaat geeft toch ‘onaangekondige vorm 1’ aan.

Dit certificaat vervangt het bestaande certificaat. Het certificaat wordt afgegeven binnen 42 dagen na de audit en heeft een einddatum gebaseerd op de einddatum van het vorige certificaat plus 12 maanden, zolang de vestiging op het programma voor onaangekondigde audits blijft. Als de vestiging kiest om terug te keren naar het aangekondigde auditprogramma, dan wordt de einddatum van het certificaat gebaseerd op 6 of 12 maanden vanaf de datum van de onaangekondigde audit.

Dit verzekert dat de audit plaatsvindt voordat de einddatum van het huidige certificaat is verlopen en dan vestigingen die op het onaangekondigde programma blijven niet worden benadeeld met een korter verlooptermijn van het certificaat en een toegenomen auditfrequentie.

3.7 DE FREQUENTIE VAN OPVOLGENDE AUDITS EN HET OPNIEUW CERTIFICEREN

3.7.1 Het inroosteren van nieuwe auditdatumsDe vestiging kan ervoor kiezen om:

• te blijven op het programma van de onaangekondigde auditvorm 1

• te wisselen naar het programma van de onaangekondigde auditvorm 2

• terug te keren naar het het aangekondigde auditprogramma.

Als een vestiging kiest om op de eerste programmavorm te blijven dan is de volgende audit onaangekondigd. Alhoewel deze audit op elk moment binnen 3 maanden na de laatste auditdatum tot aan 42 dagen voor de einddatum kan plaatsvinden, gebeurt dit doorgaans in de laatste 4 maanden van de certificeringscyclus. Dit voorziet in voldoende tijd voor het in werking stellen van corrigerende maatregelen in het geval van vastgestelde niet-nalevingen, zonder dat verdere certificering in gevaar komt.

68 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 68 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

Het is de verantwoordelijkheid van de certificeringsinstelling om te verzekeren dat de audit plaatsvindt binnen de tijdsspanne voor certificering en dat een niet-nalevingsclausule (1.1.8) voor late audits niet van toepassing is.

Als een vestiging ervoor kiest om te wisselen naar het onaangekondigde programmavorm 2, dan zijn de regels van dat programma van toepassing en vinden aangekondigde systeemaudits binnen de tijdsspanne van 28 dagen na de initiële auditdatum plaats.

Als een vestiging ervoor kiest zich terug te trekken uit het programma voor onaangekondigde audits, dan wordt de volgende audit geroosterd binnen de 28 dagen die leiden tot de jaarlijkse verstrijking van de laatste auditdatum; dit verzekert dat de maximale tijd tussen audits niet meer dan een jaar is.

3.7.2 Seizoensgebonden productievestigingHet programma voor onaangekondigde vorm 1 is van toepassing op seizoensgebonden productievestigingen (zie de begrippenlijst voor een omschrijving van ‘seizoensgebonden productievestiging’). De volgende regels, zijn echter van toepassing:

• Al de verwachte seizoensgebonden productiedagen worden aangegeven bij de certificeringsinstelling wanneer er voor het onaangekondigde programma wordt gekozen

• Er kunnen geen datums worden uitgesloten tijdens het productieseizoen.

De einddatums voor audits voor sommige vestigingen die seizoensproducten produceren, kunnen plaatsvinden aan het begin van het productieseizoen en hierdoor kan er een limiet zijn aan beschikbare dagen voor opvolgende herbeoordelingen van de certificeringsstatus voordat de einddatum verstrijkt. Zodoende, in het eerste jaar dat de vestiging ingeschreven staat in het programma van de onaangekondigde vorm 1, zal het auditraam worden verruimd om het mogelijk te maken dat de onaangekondigde audit tot 6 weken na de vervaldatum van de audit kan worden uitgevoerd. Er zijn geen straffen voor vertraagde audits.

De volgende auditeinddatum en de vervaldatum van het certificaat (42 dagen later) worden gebaseerd op het gewone einde van het seizoen en afgesproken tussen de vestiging en de certificeringsinstelling. In de praktijk betekent dat er certificaten met een duur van meer dan een jaar kunnen worden uitgereikt.

De onaangekondigde audits in jaar 2 kunnen dan op elke datum tijdens het seizoen plaatsvinden en voldoen aan de gewone certificeringsregels.

4 HET PROTOCOL VOOR DE ONAANGEKONDIGDE AUDIT: OPTIE 2 - DE ONAANGEKONDIGDE AUDIT IN TWEE DELENVorm 2 van het programma van de onaangekondigde audit verdeelt de auditvereisten in twee afzonderlijke audits. De eerste audit kijkt voornamelijk naar de goede praktijken in de fabrieksgesitueerde productieomgeving en wordt als onaangekondigde audit uitgevoerd. De tweede audit is voornamelijk gebaseerd op het bestuderen van de documentatie en verslagen en kan worden ingeroosterd om te zorgen dat alle gepaste leden van het management beschikbaar zijn om verslagen aan op te vragen en mee te bespreken.

De normvereisten worden met een kleur gecodeerd om de vereisten vast te stellen die worden geauditeerd tijdens verschillende auditinspecties.

De geplande audit van deel 2 maakt het mogelijk dat dit deel van de audit wordt gecombineerd met andere geplande certificeringsaudits als hierdoor auditkosten kunnen worden verlaagd.

4.1 PLANNING VOOR EEN AUDIT

4.1.1 De keuze voor het programma van de onaangekondigde auditvorm 2De vestiging licht de certificeringsinstelling binnen 3 maanden na de laatste auditdatum in over de intentie om in te schrijven of te blijven binnen het programma voor de onaangekondigde audit. Het is voor de vestiging mogelijk een alternatieve certificeringsinstelling te selecteren terwijl de audit kan worden uitgevoerd wanneer het voor de certificeringsinstelling schikt.

Het onaangekondigde deel 1 kan op elk moment tussen 6 tot 10 maanden van de auditcyclus plaatsvinden (d.w.z. 2 tot 6 maanden voor de einddatum van de audit). Dit maakt het mogelijk voor vestigingen om alle door de audit vastgestelde niet-nalevingen te corrigeren en deze te laten beoordelen in de audit van deel 2.

De audit van deel 2 van documentatie en verslagen wordt ingeroosterd om in de 28 dagen tot de verjaring van de laatste auditdatum plaats te vinden (d.w.z. in hetzelfde tijdbestek als de aangekondigde audit). De datum van de audit wordt voorafgaand aan de audit met de vestiging afgesproken.

69WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 69 04/12/2014 16:32

4.1.2 Voorbereiding door het bedrijfHet auditproces van het programma van vorm 2 bestaat uit twee afzonderlijke inspecties en de voorbereiding voor elk van deze kan licht verschillen.

Deel 1 Onaangekondigde auditDe werkelijke auditdatum voor de audit van goede productiepraktijken wordt niet gegeven door de certificeringsinstelling en het is zodoende belangrijk dat de vestiging de regelingen heeft getroffen om een audit te ontvangen en te ondersteunen.

Het succes van een onaangekondigde audit is afhankelijk van de mogelijkheid van een vestiging om informatie en kennis binnen de vestiging te delen, om effectief plaatsvervangers aan te wijzen wanneer een bepaalde manager afwezig is, en een gedeelde verantwoordelijkheid voor het beheer voor voedselveiligheid en naleving met de norm.

Deel 2 Aangekondigde auditHet tweede deel van de audit wordt ingeroosterd en beoordeelt hoofdzakelijk de gedocumenteerde systemen en verslagen. Het is belangrijk dat de relevante managers of plaatsvervangers beschikbaar zijn om te ondersteunen in het geven van de informatie die nodig is voor een succesvolle audit. Deel 2 van de audit omvat ook een bezoek aan de fabriek en beoordeelt de handelingen die zijn genomen als gevolg op deel 1 van de onaangekondigde audit.

De vestiging zorgt ervoor dat het productieprogramma ten tijde van de audit producten produceert die binnen de reikwijdte van de certificering vallen. Indien mogelijk, worden zoveel mogelijk van deze producten geproduceerd die de auditor(de) kan beoordelen. Als een producttype of verwerkingsmethode niet in productie was ten tijde van deel 1 van de onaangekondigde audit dan dient alles er op te worden gezet om te zorgen dat dit wordt geproduceerd in deel 2 van de audit.

Als een significant productieproces van een van beide audits plaatsvindt tijdens verschillende periodes in een auditjaar, dan zal een afzonderlijke audit nodig zijn om de productiemethoden te beoordelen.

4.1.3 Informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling voor de voorbereiding op een auditDit verloopt volgens onaangekondigde audit vorm 1 (zie sectie 3.1.3).

4.1.4 Het nomineren voor non-auditdagenHet programma van de onaangekondigde vorm 2 staat toe dat er 10 dagen worden gekozen waarop de vestiging niet beschikbaar is voor een audit. Deze dagen moeten ten minste 4 weken van te voren worden aangegeven en een reden dient te worden opgegeven (bijv. een ingeroosterd bezoek van klanten). De certificeringsinstelling kan deze reden betwisten als dit niet noodzakelijk lijkt.

De dagen waarop de fabriek niet in werking is, bijvoorbeeld weekend, nationale feestdagen, geroosterde productiestop vanwege feestdagen van de vestiging of onderhoud worden niet meegenomen in deze 10 dagen. Al deze niet-productiedagen worden aangegeven bij de certificeringsinstelling wanneer er voor het onaangekondigde programma wordt gekozen.

Er wordt van de certificeringsinstellingen verwacht om in geval van nood discreet te handelen.

Als voorwaarde op het kiezen voor het onaangekondigde programma is dat de auditor toegang krijgt tot de vestiging voor een audit bij aankomst. Als toegang wordt geweigerd door de vestiging, dan is de vestiging verantwoordelijk voor de onkosten van de auditor en wordt de vestiging geplaatst in het programma voor aangekondigde audits. Het is ter beoordeling van de certificeringsinstelling of een bestaand certificaat wordt geschorst of teruggetrokken.

4.1.5 De duur van de auditVoldoende informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling als er voor deze vorm wordt gekozen om een auditor met de juiste categoriekwalificaties te selecteren en om voldoende tijd voor een audit mogelijk te maken. De auditduur (van deel 1 en 2) wordt berekend door middel van het BRC-rekenmiddel en er staat eenzelfde tijd voor een onaangekondigde auditvorm 2 als voor een gewoonlijke aangekondigde audit. De tijd voor deel 2 van de audit kan worden aangepast op basis van de bevindingen uit de onaangekondigde auditvorm 1, er kan bijvoorbeeld meer tijd worden vereist als er een groot aantal niet-nalevingen zijn met corrigerende maatregelingen om te beoordelen als gevolg van deel 1 van de audit.

Een gangbare totale auditduur is 2 tot 3 dagen (8 uur/dag) op de vestiging waarbij de tijd evenredig is verdeeld tussen deel 1 en deel 2 van de audit. Er is een rekenmiddel ontwikkeld om te beoordelen wat de verwachtte benodigde tijd van de audit op een vestiging zal zijn, om consistentie te bewaken en dit wordt gebruikt als basis waarop de totale duur van de audit zal worden berekend. Meer informatie kan gevonden worden op de website van BRC wereldwijde norm www.brcglobalstandards.com.

De berekening van de duur van de audit is gebaseerd op:

• het aantal medewerkers - uitgedrukt als voltijdsmedewerkers per ploeg, inclusief seizoenskrachten

70 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 70 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

• de grootte van de productiefaciliteit - waaronder opslagfaciliteiten ter plaatse

• het aantal HACCP-studies dat onder de reikwijdte valt - een HACCP-studie correspondeert met een productfamilie van vergelijkbare dreigingen en die gebruik maakt van vergelijkbare productietechnologie voor het rekenmiddel.

Het wordt erkend dat andere factoren van invloed kunnen zijn op de berekening, maar worden als minder belangrijk gezien en zullen niet zorgen voor een duur van de audit langer dan de totaal berekende audittijd met 30%. Deze factoren omvatten:

• de complexiteit van het productieproces

• het aantal productlijnen

• de leeftijd van de vestiging en de impact op de materiaalstroom

• de werkintensiviteit van processen

• communicatieproblemen (bijv. taal)

• het aantal niet-nalevingen die in de vorige audit werden gevonden in de vorige audit of in het eerste deel van de audit

• opkomende moeilijkheden tijdens het eerste deel van de audit die verdergaand onderzoek verlangen

• de kwaliteit van de voorbereiding door de vestiging (bijv. documentatie, HACCP, kwaliteitsmanagementsystemen).

Als er bijkomende beoordelingen van opslagfaciliteiten, locaties en hoofdkantoren plaatsvinden tijdens het auditproces (zie appendix 4) dan wordt extra tijd vrijgemaakt en gerekend bovenop de tijdsindicatie van het rekenmiddel.

In het geval dat de audit tegen de norm vrijwillige BRC modules omvat of bedoeld is om te worden gebruikt samen met andere auditnormen, dan wordt de totale auditduur verlengd. Aanvullende modules worden geauditeerd als onderdeel van het tweede gedeelte van de audit en aanvullende tijd wordt ingeroosterd voor dit gedeelte van de audit. Details over gecombineerde audits worden uitgewerkt op het auditrapport.

De berekening van de auditduur stelt de verwachte tijdsduur voor een audit op de vestiging vast. Meer tijd is nodig voor het beoordelen van aangeleverd gedocumenteerd bewijs en het voltooien van het uiteindelijke auditrapport.

Afwijking van het berekende tijdsschema voor een audit moet worden beargumenteerd en gespecificeerd op het auditrapport.

De datum van de audit wordt niet voorafgaand aan de audit meegedeeld aan de vestiging.

4.2 IN-SITU AUDITS

4.2.1 Deel 1 onaangekondigde auditVestigingen die kiezen voor het onaangekondigde programma worden verplicht de auditor te verwelkomen en om onmiddellijke start van een audit bij aankomst mogelijk te maken. Het auditproces is gericht op de productiefaciliteit en er wordt sommige aanvullende documentatie vereist om een specifiek auditspoor af te ronden. De verwachting is dat na het korte openingsgesprek de auditor binnen 30 minuten na aankomst op de vestiging begint met de audit van de productiefaciliteit.

Deel 1 van de onaangekondigde audit benadrukt hoofdzakelijk de vastgestelde clausules met de volgende kleurcodes in deze norm:

De vereisten die worden beoordeeld in deel 1 - de audit van goede productiepraktijken

De vereisten die in deel 1 en deel 2 worden beoordeeld

Het eerste gedeelte van de onaangekondigde audit bevat de volgende stappen:

• Openingsgesprek - om de reikwijdte en het proces van de audit te bevestigen

• Inspectie van de productiefaciliteit - om praktische implementatie van de systemen te beoordelen, waaronder een observatie van de procedures voor productwisselingen, en een interview met het personeel

• Het beoordelen van documenten die nodig zijn voor de auditdoorloop (bijv. verslagen van ongediertebestrijding)

• Een laatste bestudering van de observaties door de auditor(s) - voorbereiding van het afsluitend gesprek

• Afsluitend gesprek - om de auditresultaten met de vestiging te bespreken. (Let op: niet-nalevingen vallen onder een opvolgende onafhankelijke beoordeling van het management van de certificeringsinstelling).

4.2.2 Deel 2 aangekondigde auditDeel 2 van de onaangekondigde audit benadrukt hoofdzakelijk de vastgestelde clausules met de volgende kleurcodes in deze norm:

De vereisten die worden beoordeeld in deel 2 - de audit van verslagen, systemen en documentatie

De vereisten die in deel 1 en deel 2 worden beoordeeld

71WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 71 04/12/2014 16:32

Het tweede gedeelte van de onaangekondigde audit bevat de volgende stappen:

• Openingsgesprek - om de reikwijdte en het proces van de audit te bevestigen

• De inspectie van de productiefaciliteiten - het beoordelen van fabricagestandaarden en in het bijzonder het beoordelen van corrigerende maatregelen als reactie op gevonden niet-nalevingen tijdens het eerste gedeelte van de audit

• Een gedocumenteerde beoordeling - een beoordeling van het gedocumenteerde HACCP- en kwaliteitsmanagementsysteem

• Een traceerbaarheidsopdracht - waaronder een beoordeling van alle relevante productieverslagen (bijv. de inname van onbewerkte grondstoffen, productieverslagen, controles op eindproducten en specificaties). Dit is een verticale audit - zoals omschreven in het begeleidende document op audittechnieken van het BRC

• Een laatste bestudering van de observaties door de auditor(s) - voorbereiding van het afsluitend gesprek

• Afsluitend gesprek - om de auditresultaten met de vestiging te bespreken. (Let op: niet-nalevingen vallen onder een opvolgende onafhankelijke beoordeling van het management van de certificeringsinstelling).

De vestiging zorgt voor te allen tijde ondersteuning van alle auditor(s). Er wordt van uitgegaan dat tijdens openings- en afsluitende gesprekken senior managers aanwezig zijn namens de vestiging en dat zij over voldoende autoriteit beschikken om corrigerende maatregelen toe te passen als er sprake is van een niet-naleving. De meest senior uitvoerende manager op de vestiging ten tijde van de audit of zijn/haar aangewezen plaatsvervanger is beschikbaar tijdens de audit en woont de openings- en afsluitende gesprekken bij.

Tijdens de audit worden uitgebreide notities gemaakt over de nalevingen en niet-nalevingen van de vestiging met de norm en zullen worden gebruikt als basis van het auditrapport. De auditor(s) beoordelen de aard en de ernst van alle niet-nalevingen.

Tijdens het afsluitende gesprek, zal de auditor(s) de observaties presenteren en alle niet-nalevingen bevestigen die zijn gevonden tijdens de audit, maar geeft geen commentaar op de mogelijke uitkomst van het certificeringsproces. Er wordt informatie over het proces en tijdsschema’s gegeven aan de vestiging om de auditor(s) met bewijs van corrigerende maatregelen op niet-nalevingen te voorzien. Een geschreven samenvatting van alle niet-nalevingen die werden besproken tijdens het afsluitende gesprek worden gedocumenteerd door de auditor(s) of tijdens het afsluitend gesprek of tijdens de werkdag die volgt op de audit.

Tijdens het afsluitend gesprek geven de auditor(s) uitleg over de BRC wereldwijde normwijzer aan de vestiging, waardoor beveiligde toegang tot de data van de audit voor de cliënt en de genomineerde klanten mogelijk wordt, samen met feedbacksystemen die voorzien in communicatie met de certificeringsinstelling en met het BRC.

Het besluit om een certificaat uit te reiken en het cijfer op het certificaat worden onafhankelijk bepaald door het beheer van de certificeringsinstelling, als gevolg van een technische beoordeling van het auditrapport en het afronden van niet-nalevingen binnen het gegeven tijdsbestek. Het bedrijf wordt ingelicht over het besluit om te certificeren als gevolg van dit besluit.

4.3 NIET-NALEVINGEN EN CORRIGERENDE MAATREGELEN

Niet-nalevingen en corrigerende maatregelen zijn hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.3).

Het bewijs van de ondernomen handelingen om de vastgestelde niet-nalevingen uit deel 1 te corrigeren wordt binnen 28 dagen na de audit van deel 1 aan de certificeringsinstelling aangeleverd en is een onderdeel voor verder beoordeling in deel 2 van de audit.

Als een kritieke niet-naleving en/of het aantal en de zwaarte van de vastgestelde niet-nalevingen uit deel 1 van de audit tot het niet behalen van het certificaat zouden betekenen, dan wordt het huidige certificaat van de vestiging met onmiddellijke ingang ingetrokken.

4.4 HET BECIJFEREN VAN DE AUDIT

Het proces voor het becijferen is hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.4).

Het cijfer dat wordt uitgereikt na certificering is gebaseerd op het aantal en de zwaarte van de niet-nalevingen, zoals omschreven in tabel 1. Merk op dat het cijfer een toevoeging van een plussymbool na het cijfer kan krijgen (bijv. AA+, A+, B+, C+ of D+).

Het cijfer dat wordt toegekend is gebaseerd op een combinatie van de vastgestelde niet-nalevingen uit deel 1 en deel 2 van de audit. Hoewel de vastgestelde niet-nalevingen uit deel 1 van de audit dienen te zijn gecorrigeerd voordat deel 2 van de audit plaatsvindt, worden deze opgenomen in de berekening van het cijfer.

4.5 HET RAPPORTEREN VAN DE AUDIT

De vereisten voor het auditrapport zijn hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.5). Desondanks zal het rapport ‘onaangekondigde vorm 2’ verkondigen.

72 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 72 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

Het complete auditrapport omvat informatie en vastgestelde niet-nalevingen op zowel audits van deel 1 en deel 2. Het afgeronde rapport wordt niet opgemaakt totdat de audit van deel 2 is voltooid.

4.6 CERTIFICERING

De certificeringsvereisten zijn hetzelfde als voor het aangekondigde auditprogramma (zie sectie 2.6). Desondanks zal het certificaat ‘onaangekondigde vorm 2’ verkondigen.

Dit certificaat vervangt het bestaande certificaat. Het certificaat wordt afgegeven binnen 42 dagen na de audit van deel 2 en heeft een einddatum gebaseerd op de einddatum van het vorige certificaat plus 12 maanden, zolang de vestiging op het programma voor onaangekondigde audits blijft. Als de vestiging kiest om terug te keren naar het aangekondigde auditprogramma, dan wordt de einddatum van het certificaat gebaseerd op 6 of 12 maanden afhankelijk van het behaalde cijfer.

4.7 DE FREQUENTIE VAN OPVOLGENDE AUDITS EN HET OPNIEUW CERTIFICEREN

4.7.1 Het inroosteren van nieuwe auditdatumsDe vestiging kan ervoor kiezen om:

• te blijven op het programma van de onaangekondigde auditvorm 2

• te wisselen naar het programma van de onaangekondigde auditvorm 1

• terug te keren naar het het aangekondigde auditprogramma.

Als een vestiging kiest om op de tweede programmavorm te blijven, dan vinden de audits volgens de eerder beschreven regels voor het inroosteren van een audit plaats.

Als een vestiging ervoor kiest om te wisselen naar het onaangekondigde programmavorm 1, dan zijn de regels van dat programma van toepassing en vindt er een volledig onaangekondigde audit binnen 3 tot 12 maanden na de initiële auditdatum plaats.

Als een vestiging ervoor kiest zich terug te trekken uit het programma voor onaangekondigde audits, dan wordt de volgende audit geroosterd binnen de 28 dagen leidende tot en inclusief de aangegeven einddatum op het certificaat.

Het is de verantwoordelijkheid van de certificeringsinstelling om te zorgen dat de onaangekondigde audit deel 1 wordt uitgevoerd binnen de tijdsspanne voor audits. Het is de verantwoordelijkheid van de certificeringsinstelling om te verzekeren dat de aangekondigde audit deel 2 plaatsvindt binnen de tijdsspanne voor certificering en dat een niet-nalevingsclausule (1.1.8) voor late audits niet van toepassing is.

4.7.2 Seizoensgebonden productievestigingHet programma voor onaangekondigde vorm 2 is van toepassing op seizoensgebonden productievestigingen (zie de begrippenlijst voor een omschrijving van ‘seizoensgebonden productievestiging’). De volgende regels, zijn echter van toepassing:

• Al de verwachte seizoensgebonden productiedagen worden aangegeven bij de certificeringsinstelling wanneer er voor het onaangekondigde programma wordt gekozen

• Er kunnen geen datums worden uitgesloten tijdens het productieseizoen

• Als er voor het programma van vorm 2 is gekozen, vinden de documentatie en systeemaudit plaats binnen de vooraf afgesproken datum op ten minste 28 dagen voor het aangenomen begin van het seizoen voor het volbrengen van alle corrigerende maatregelen. Deel 1 van de audit op goede productiepraktijken wordt uitgevoerd als onaangekondigde audit tijdens het seizoen.

De einddatums voor audits voor sommige vestigingen die seizoensproducten produceren kunnen plaatsvinden aan het begin van het productieseizoen en hierdoor kan er een limiet zijn aan beschikbare dagen om onaangekondigde audits voor het einde van de tijdsspanne voor het herzien van een audit. Zodoende, in het eerste jaar dat de vestiging ingeschreven staat in het programma van de onaangekondigde vorm 1, zal de tijdsspanne van de audit worden verruimd om het mogelijk te maken dat de onaangekondigde audit tot 6 weken na de vervaldatum van de audit kan worden uitgevoerd. Er zijn geen straffen voor vertraagde audits.

De volgende auditeinddatum en de vervaldatum van het certificaat (42 dagen later) worden gebaseerd op het gewone einde van het seizoen en afgesproken tussen de vestiging en de certificeringsinstelling. In de praktijk betekent dat er certificaten met een duur van meer dan een jaar kunnen worden uitgereikt.

De onaangekondigde audits in jaar 2 kunnen dan op elke datum tijdens het seizoen plaatsvinden en voldoen aan de gewone certificeringsregels.

73WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 73 04/12/2014 16:32

FIGUUR 3 HET BRC-WERELDMARKTENPROGRAMMA

De vestiging besluit zich aan te sluiten bij het auditprogramma van

BRC-wereldmarkten

Schrijf in bij een erkende BRC-certificeringsinstantie en bekijk de

beschikbare normvereisten op www.brcglobalstandards.com

Een vervolgaudit vindt na 12 maanden op de voorgaande audit plaats of kies voor een audit op intermediair niveau of volledige certificering indien eerder voorbereid

Het auditrapport, de toekenningsbrief gericht aan de vestiging en informatie worden geüpload naar de BRC wereldwijde normwijzer

Een afgeronde audit door de cerficeringsinstantie vergeleken met de

vereisten van het basis- of intermediair niveau

Een auditrapport wordt gemaakt met daarin een overzicht van corrigerende maatregelen. Een besluit wordt genomen om het getoetste auditniveau te erkennen

Een corrigerende maatregel wordt binnen 90 dagen

ingediend (28 dagen voor bestaande

erkende vestigingen) voor elke

geïdentificeerde niet-naleving

Voorbereiding

Kopieën van de checklist, richtlijnen en

informatiehandleidingen zijn beschikbaar via de website van BRC

Participate

Voer een interne toetsing uit op het gewenste niveau (basis of intermediair)

en breng verbeteringen aan om een audit voor te bereiden

Bevestig het benodigde auditniveau en bespreek een datum voor een audit met

de certificeringsinstantie

74 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 74 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

5 HET BRC-WERELDMARKTENPROGRAMMAHet BRC-wereldmarktenprogramma is opgesteld voor vestigingen die ofwel erg klein zijn en waarvoor de hele norm niet gepast zou zijn of voor vestigingen die hun voedselveiligheidssystemen nog ontwikkelen.

Dit programma is gebaseerd op de principes van het GFSI-wereldmarktenprogramma. De vereisten voor de hele BRC wereldwijde norm voor voedselveiligheid zijn vastgesteld voor de auditvormen op basis- en intermediair niveau voordat er op kan worden gegaan voor volledige certificering. Hierdoor zijn audits en erkenning voor naleving op twee lagere niveaus dan een volledige BRC-certificering mogelijk (d.w.z. op basis- en intermediair niveau):

• Basisvereisten - regelen de minimumvereisten voor productie van veilig en wettelijke voedingsmiddelen binnen de BRC norm.

• Intermediaire vereisten - regelen dat naast basisvereisten meer robuuste systemen voor voedselveiligheid en productkwaliteitsmanagement voor de hele norm bestaan.

Een complete richtlijn voor het programma samen met details over de vereisten op elk niveau en de geschikte controlelijsten voor een audit zijn beschikbaar via de website van de BRC wereldwijde norm en via BRC geabonneerde dienst.

De audits van het BRC-wereldmarktenprogramma dienen te worden uitgevoerd door BRC-erkende certificeringsinstellingen. De regels voor de reikwijdte en voor uitsluitingen van de reikwijdte in het algemene protocol zijn van toepassing (deel III, sectie 1.6). Het BRC-wereldmarktenprogramma is samengevat in figuur 3.

5.1 PLANNING VOOR EEN AUDIT

5.1.1 Voorbereiding door het bedrijfDe audits van het BRC-wereldmarktenprogramma worden afgekondigd voor het basis- en intermediair niveau. De vestiging spreekt een wederzijds geschikte datum af, waarbij rekening wordt gehouden met de hoeveelheid werk die nodig is om aan de normvereisten op het basis- of intermediair niveau te voldoen.

Er is een vereiste dat de vestiging is voorbereid op een audit, beschikt over de juiste documenten voor de beoordeling van de auditor(en) en dat de juiste personeelsleden beschikbaar zijn tijdens de audit ter plaatse.

De vestiging zorgt ervoor dat het productieprogramma ten tijde van de audit producten produceert die binnen de reikwijdte van de certificering vallen. Indien mogelijk, worden zoveel mogelijk van deze producten geproduceerd die de auditor(s) kan beoordelen. Als de productcatalogus te groot of divers is, dan bepaalt de auditor(s) om verder te gaan met de audit totdat er voldoende wordt voldaan aan het beoogde doel van de certificering waarop wordt beoordeeld. Als een significant productieproces plaatsvindt tijdens verschillende periodes in het auditjaar, dan is een afzonderlijke audit nodig om de productiemethoden te beoordelen.

5.1.2 Informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling voor de voorbereiding op een auditDe vestiging geeft achtergrondinformatie aan de certificeringinstelling voorafgaande aan de dag van de audit om te zorgen dat de auditor(s) volledig voorbereid is en om te zorgen voor een best mogelijke uitvoering van de audit. De informatie waarom gevraagd kan worden door de certificeringsinstelling kan omvatten, maar is niet gelimiteerd tot:

• een bevestiging van het auditniveau (bijv. basis of intermediair)

• een samenvatting van kritische beheerspunten (CCP’s)

• een eenvoudige productstroomdiagram of productbeschrijving

• een eenvoudige plattegrond van de vestiging

• de contactgegevens en posities van het management

• een lijst met producten en productgroepen binnen de reikwijdte van de audit

• typische ploegenroosters

• productieroosters, om het mogelijk te maken dat audits relevante processen beslaan (bijv. nachtproductie of als productieprocessen niet elke dag plaatsvinden)

• recente kwaliteitskwesties, terugroepingen of klachten van klanten en andere relevante data over prestatie.

Het bedrijf maakt het auditrapport van het voorgaande jaar en maakt het certificaat beschikbaar aan de certificeringsinstelling, als dit gaat om een contract met een nieuwe certificeringsinstelling.

75WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 75 04/12/2014 16:32

5.1.3 De duur van de auditVoordat een audit plaatsvindt, geeft de certificeringsinstelling een geschatte duur van de audit aan. De gewoonlijke duur van een audit op basisniveau is 1 dag (8 uur per dag) op de vestiging. De gangbare duur van een audit op intermediair niveau neemt 1,5 dag in beslag.

De berekening van de duur van de audit is gebaseerd op:

• het benodigde auditniveau (bijv. basis of intermediair)

• het aantal medewerkers - uitgedrukt als voltijdsmedewerkers per ploeg, inclusief seizoenskrachten

• de grootte van de productiefaciliteit - waaronder opslagfaciliteiten ter plaatse

• het aantal HACCP-studies dat onder de reikwijdte valt - een HACCP-studie correspondeert aan een productfamilie met vergelijkbare dreigingen en die gebruik maakt van vergelijkbare productietechnologie

• de complexiteit van het productieproces

• het aantal productlijnen

• de leeftijd van de vestiging en de impact op de materiaalstroom

• de werkintensiviteit van processen

• communicatieproblemen (bijv. taal)

• het aantal niet-nalevingen die in een vorige audit werden gevonden.

Als er bijkomende beoordelingen van opslagfaciliteiten, locaties en hoofdkantoren plaatsvinden tijdens het auditproces (zie appendix 4) dan wordt extra tijd vrijgemaakt en gerekend bovenop de tijdsindicatie van het rekenmiddel.

De berekening van de auditduur stelt de verwachte tijdsduur voor een audit op de vestiging vast. Meer tijd is nodig voor het beoordelen van aangeleverd gedocumenteerd bewijs en het voltooien van het uiteindelijke auditrapport.

5.2 DE IN-SITU AUDIT

De in-situ audit bestaat uit de volgende delen:

• Openingsgesprek - om de reikwijdte en het proces van de audit te bevestigen

• Inspectie van de productiefaciliteit - om praktische implementatie van de systemen te beoordelen, waaronder een observatie van de procedures voor productwisselingen, en een interview met het personeel

• Een gedocumenteerde beoordeling - een beoordeling van het gedocumenteerde HACCP- en kwaliteitsmanagementsysteem.

• Traceerbaarheid

• Herziening van de inspectie van de productiefaciliteit - om te bevestigen verdere documentatiecontroles uit te voeren

• Een laatste bestudering van de observaties door de auditor(s) - voorbereiding van het afsluitend gesprek

• Afsluitend gesprek - om de auditresultaten met de vestiging te bespreken. (Let op: niet-nalevingen vallen onder een opvolgende onafhankelijke beoordeling van het management van de certificeringsinstelling.)

De vestiging zorgt voor te allen tijde ondersteuning van alle auditor(s). Er wordt van uitgegaan dat tijdens openings- en afsluitende gesprekken senior managers aanwezig zijn namens de vestiging en dat zij over voldoende autoriteit beschikken om corrigerende maatregelen toe te passen als er sprake is van een niet-naleving. De meest senior uitvoerende manager op de vestiging ten tijde van de audit of zijn/haar aangewezen plaatsvervanger is beschikbaar tijdens de audit en woont de openings- en afsluitende gesprekken bij.

Het auditproces legt de nadruk op een praktische toepassing van voedselveiligheidsprocedures en op algemene goede productiepraktijken. De verwachting is dat ongeveer 50% van de audit wordt besteed aan de audit van de productie- en vestigingsfaciliteiten, het ondervragen van personeelsleden, het observeren van processen en het herzien van documentatie over de productiegebieden met de relevante personeelsleden.

Tijdens de audit worden uitgebreide notities gemaakt over de nalevingen en niet-nalevingen van de vestiging met de norm en zullen worden gebruikt als basis van het auditrapport. De auditor(s) beoordelen de aard en de ernst van alle niet-nalevingen en bespreken die met de begeleidende manager op dat moment.

Tijdens het afsluitende gesprek, zal de auditor(s) de observaties presenteren en alle niet-nalevingen bevestigen die zijn gevonden tijdens de audit. Er wordt informatie over het proces en tijdsschema’s gegeven aan de vestiging om de auditor(s) met bewijs van corrigerende maatregelen op niet-nalevingen te voorzien. Een geschreven samenvatting van alle niet-nalevingen die werden besproken tijdens het afsluitende gesprek worden gedocumenteerd door de auditor(s) ofwel tijdens het afsluitend gesprek of tijdens de werkdag die volgt op de audit.

76 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 76 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

Tijdens het afsluitend gesprek geven de auditor(s) uitleg over de BRC wereldwijde normwijzer aan de vestiging, waardoor beveiligde toegang tot de data van de audit voor de cliënt en de genomineerde klanten mogelijk wordt, samen met feedbacksystemen die voorzien in communicatie met de certificeringsinstelling en met het BRC.

Het besluit om een certificaat uit te reiken met een erkenning van een basis of intermediair niveau wordt onafhankelijk bepaald door het beheer van de certificeringsinstelling, als gevolg van een technische beoordeling van het auditrapport en het afronden van niet-nalevingen binnen het gegeven tijdsbestek. Het bedrijf wordt ingelicht over het besluit om te certificeren als gevolg van dit besluit.

5.3 NIET-NALEVINGEN EN CORRIGERENDE MAATREGELEN

Niet-nalevingen en corrigerende maatregelen zijn hetzelfde als voor een volledige BRC-certificering.

5.3.1 Niet-nalevingenEr zijn drie niveaus van niet-nalevingen:

• Kritiek Als er sprake is van een kritiek falen op een wettelijke of voedselveiligheidskwestie

• Ernstig Als er sprake is van een substantieel falen om te voldoen aan de vereisten in de ‘intentieverklaring’ of aan enige clausule uit de norm of als er een situatie wordt vastgesteld, waarbij op basis van beschikbaar objectief bewijs, de naleving van het aangeboden product in ernstig in twijfel wordt getrokken

• Minder ernstig Als er sprake is van het niet volledig voldoen aan een clausule, maar op basis van objectief bewijs, de naleving van het product niet in twijfel wordt getrokken.

Het doel van de audit is om een werkelijke weerspiegeling te geven van de uitvoering van de norm op een niveau dat er sprake is van naleving van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. Daarbij wordt overwogen om een enkele ernstige niet-naleving uit te reiken waar minder ernstige niet-nalevingen van een bepaalde normclausule herhaaldelijk plaatsvinden. Het samenvoegen van een noemenswaardig aantal minder ernstige niet-nalevingen van een clausule en dit als een enkele minder ernstige niet-naleving vast te leggen, is niet toegestaan.

5.3.2 Procedures voor de omgang met niet-nalevingen en corrigerende maatregelenNa het vaststellen van enige niet-nalevingen in een audit, dient het bedrijf corrigerende maatregelen in werking te stellen om het actuele probleem te verhelpen (corrigeren). Het wordt tevens sterk aangeraden dat een analyse van de onderliggende oorzaak van de niet-naleving (oorzakenanalyse) wordt uitgevoerd om enige voorkomende handelingen uit te voeren en herhaling te voorkomen.

Het proces waarbij de niet-nalevingen wordt ‘uitgesloten’ is afhankelijk van de zwaarte en het aantal vastgestelde niet-nalevingen.

Kritieke niet-nalevingenHet becijferen van de niet-nalevingen wordt bepaald door de certificeringsinstelling zo snel mogelijk na de audit. Als de beoordeling uitwijst dat de niet-naleving kritiek is, dan wordt er van de vestiging verlangd een volgende volledige audit te ondergaan voordat het basis of intermediaire niveau wordt toegekend.

Als dit voorkomt bij een gecertificeerde vestiging die eerder een erkenning op basis- of intermediair niveau heeft ontvangen, dan wordt het certificaat met directe ingang ingetrokken.

Sommige klanten vereisen dat ze worden geïnformeerd wanneer er bij hun leverancier een kritieke niet-naleving wordt vastgesteld of als deze een basis of intermediaire certificering verliezen. In zulke gevallen dient het bedrijf onmiddellijk haar klanten volledig te informeren over de situatie. Er wordt ook informatie aan klanten gegeven over corrigerende maatregelen die zijn ingezet om niet-nalevingen op te lossen als dat wordt verlangd.

Ernstige en minder ernstige niet-nalevingenEr wordt geen certificaat uitgereikt totdat het aantoonbaar is dat ernstige en minder ernstige niet-nalevingen zijn verholpen, ofwel permanent of via een tijdelijke oplossing die wordt geaccepteerd door de certificeringsinstelling.

Het afsluiten van niet-nalevingen kan volgen op het aanleveren van objectief bewijs aan de certificeringsinstelling, waaronder bijgewerkte procedures, verslagen, foto’s of facturen van ingezette werkzaamheden, of door een volgende inspectie van de certificeringsinstelling.

77WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 77 04/12/2014 16:32

Als er een hoog aantal niet-nalevingen wordt vastgesteld, of als de aard van de vastgestelde kwesties het onwaarschijnlijk maakt dat naleving door enkel documentair bewijs aantoonbaar kan worden gemaakt, dan dient de certificeringsinstelling de vestiging opnieuw te bezoeken om de aanpassingen te bevestigen.

Vestigingen die nog niet het basisniveau hebben bereikt worden toegestaan om tot 90 dagen na de auditdatum te corrigeren en bewijs te leveren van corrigerende maatregelen. Als de vestigingen al over een basis- en/of intermediair niveau beschikken, dan zijn er 28 kalenderdagen voor het inleveren toegestaan.

Als er geen deugdelijk bewijs van correcties wordt aangeleverd binnen het tijdsbestek, dan kan een certificaat op basis- of intermediair niveau niet worden uitgereikt en is er een volgende audit nodig voor een overweging om het basis of intermediair niveau te erkennen.

5.4 HET BECIJFEREN VAN DE AUDIT

De certificaten op het basis- of intermediair niveau worden niet becijferd. Het aantal en type niet-nalevingen zullen, daarentegen, worden aangegeven op het auditrapport.

5.5 HET RAPPORTEREN VAN DE AUDIT

Elke audit wordt opgevolgd met een voluit geschreven rapport in de afgesproken opmaak. Dit rapport wordt opgemaakt in het Engels, of in een andere taal, afhankelijk van de behoefte van de gebruiker. Als het rapport wordt opgemaakt in een taal anders dan het Engels, dan zullen de secties met de auditsamenvatting, als toevoeging, ook altijd in het Engels worden gerapporteerd.

Het auditrapport geeft het bedrijf en de klanten of toekomstige klanten een profilering van het bedrijf en een nauwkeurige samenvatting van de prestatie van de vestiging op de normvereisten op het gekozen niveau.

Het auditrapport informeert de lezer:

• over de toegepaste voedselveiligheidscontroles en -aanpassingen sinds de afgelopen audit

• over systemen voor goede praktijken, procedures, hulpmiddelen of fabricage ter plaatse

• over niet-nalevingen en de toegepaste corrigerende maatregelen

Het rapport geeft een nauwkeurige weerspiegeling van de bevindingen van de auditor tijdens de audit.

Het rapport wordt opgesteld en aan het bedrijf gegeven binnen 42 kalenderdagen na de voltooiing van een volledige audit (104 dagen voor vestigingen die niet eerder het basisniveau hebben behaald).

Het auditrapport wordt gepubliceerd op de BRC wereldwijde normwijzer op een tijdige manier onafhankelijk van het wel of niet uitreiken van een certificaat op het basis- of intermediair niveau. De eigenaar van het auditrapport kan toegang tot het auditrapport aan klanten en andere partijen in de wijzer geven.

Het auditrapport en de geassocieerde documenten, waaronder de aantekeningen van de auditor, worden veilig opgeslagen door de certificeringsinstelling voor een periode van 5 jaar.

5.6 ERKENNING VAN HET BASIS- OF INTERMEDIAIR NIVEAU

Na een beoordeling van het auditrapport en het aangeleverde gedocumenteerde bewijs in verband met de niet-nalevingen, wordt een besluit tot het erkennen van basis- of intermediaire niveau gemaakt door een onafhankelijke certificeringsmanager. Let op: het behalen van een niveau is geen certificering; certificering wordt uitsluitend bereikt door een succesvolle naleving met de complete BRC wereldwijde norm.

Als erkenning wordt toegekend dan wordt deze schriftelijk door de certificeringsinstellingen binnen 42 kalenderdagen na de audit afgegeven (104 dagen in het geval dat vestigingen niet eerder erkend zijn).

De erkenningsbrief omvat de volgende punten:

• bedrijfsnaam

• het adres van de geauditeerde vestiging

• de reikwijdte van de audit en alle geaccepteerde uitsluitingen

• de dag(en) van de audit

• het behaalde niveau (bijv. het BRC wereldmarkten, basis- of intermediair niveau)

78 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 78 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

• de naam en adres van de toekennende certificeringsinstelling

• de vervaldatum van de erkenning (bijv. 1 jaar en 42 dagen na de datum van de volledige audit).

5.7 DE FREQUENTIE VAN OPVOLGENDE AUDITS EN HET OPNIEUW CERTIFICEREN

5.7.1 Het inroosteren van nieuwe auditdatumsOm de erkenning van ofwel het basis- of intermediair niveau te behouden, zal de vestiging elke 12 maanden opnieuw worden geauditeerd. De einddatum van de opvolgende audits wordt berekend vanaf de datum van de initiële audit. Hierbij wordt niet gekeken naar verdere inspecties die werden gemaakt om de corrigerende maatregelen die volgden uit de initiële audit te bevestigen.

De opvolgende aangekondigde audit wordt ingeroosterd binnen een periode van 28 dagen tot aan de volgende einddatum van de audit. Dit voorziet in voldoende tijd voor het in werkingstellen van corrigerende maatregelen in het geval van vastgestelde niet-nalevingen, zonder dat verdere certificering in gevaar komt.

Het BRC wereldmarktenprogramma is ontworpen om voortdurende verbeteringen aan te moedigen en om vestigingen te ondersteunen in de ontwikkeling van hun voedselveiligheidssystemen tot een punt waarop volledige certificering kan worden bereikt. De vestigingen kunnen te allen tijde opnieuw een audit aanvragen om van het basis- naar het intermediair niveau te gaan of voor een volledige certificering.

6 VRIJWILLIGE MODULESDe norm is ontworpen om het mogelijk te maken de routine-audit met vrijwillige modules aan te vullen. De vrijwillige modules maken het mogelijk om naleving met specifieke sets vereisten aantoonbaar te maken voor specifieke markt- of klantvereisten.

De verwachting is dat modules worden ontwikkeld en beschikbaar worden tijdens de levensduur van deze uitgave van de norm. Een lijst met modules, de toegepaste vereisten en elke specifieke kwesties met betrekking tot het protocol van een module zijn beschikbaar via de BRC wereldmarktenwebsite (www.brcglobalstandards.com) of via deelname aan de BRC geabonneerde dienst.

De vrijwillige modules kunnen alle vormen van de volledige certificering aanvullen.

Het algemene protocol voor de vrijwillige modules is als volgt.

6.1 PLANNING VOOR EEN AUDIT

6.1.1 Voorbereiding door het bedrijfDe certificeringsinstelling wordt voor de audit geïnformeerd dat een vrijwillige module aan de reikwijdte van een audit dient te worden toegevoegd. Dit zorgt ervoor dat voldoende aanvullende tijd kan worden ingeroosterd en dat een auditor met de gepaste kwalificaties voor de vrijwillige module wordt geselecteerd.

De vestiging zorgt ervoor dat als dat van toepassing is het productieprogramma ten tijde van de audit bestaat uit producten die onder de beoogde vrijwillige module vallen.

6.1.2 Informatie wordt gegeven aan de certificeringsinstelling voor de voorbereiding op een auditDe vestiging geeft achtergrondinformatie aan de certificeringinstelling voorafgaande aan de dag van de audit om te zorgen dat de auditor(s) volledig voorbereid is op een audit van de aanvullende module en om te zorgen voor een best mogelijke uitvoering van de audit.

6.1.3 De duur van de auditOm te zorgen dat vrijwillige modules worden opgenomen in het auditprogramma, zal er aanvullende tijd voor de audit nodig zijn. De certificeringsinstelling zal aangeven wat de verwachte aanvullende tijdsvereisten zijn ten tijde van het plannen van een audit.

De werkelijke aanvullende tijd is afhankelijk van de gekozen module of combinatie van modules.

6.1.4 De in-situ auditDe naleving met de vereisten van de gekozen vrijwillige modules wordt beoordeeld als onderdeel van de audit op de algemene normvereisten en wordt verwacht waar mogelijk in het auditprogramma te worden verwerkt.

79WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 79 04/12/2014 16:32

Tijdens de audit worden uitgebreide notities gemaakt over de nalevingen en niet-nalevingen van de vestiging met de vereisten van de vrijwillige module en zullen worden gebruikt als bijlage van het auditrapport. De auditor(s) beoordelen de aard en de ernst van alle niet-nalevingen.

Tijdens het afsluitende gesprek, zal de auditor(s) de observaties presenteren en alle niet-nalevingen van de aanvullende module bevestigen die zijn gevonden tijdens de audit. Een geschreven samenvatting van alle niet-nalevingen die werden besproken tijdens het afsluitende gesprek worden gedocumenteerd door de auditor(s) ofwel tijdens het afsluitend gesprek of tijdens de werkdag die volgt op de audit.

Het besluit om een certificaat uit te reiken voor de vrijwillige module wordt onafhankelijk bepaald door het beheer van de certificeringsinstelling, als gevolg van een technische beoordeling van het auditrapport en het afronden van niet-nalevingen binnen het gegeven tijdsbestek. Het bedrijf wordt ingelicht over het certificeren als gevolg van dit besluit.

6.2 NIET-NALEVINGEN EN CORRIGERENDE MAATREGELEN

De zwaarte van de aangewezen niet-naleving door de auditor op een vereiste uit de vrijwillige module is een objectieve vaststelling mede bepaald door ernst en risico en wordt gebaseerd op het verzamelde bewijs en observaties die tijdens de audit zijn gemaakt. Dit wordt bevestigd door het beheer van de certificeringsinstelling.

6.2.1 Niet-nalevingenNiet-nalevingen van de vereisten uit de vrijwillige module worden op een zelfde manier becijferd als vastgestelde niet-nalevingen van de vereisten uit de algemene norm, namelijk:

• Kritiek Als er sprake is van een kritiek falen op een wettelijke of voedselveiligheidskwestie binnen de reikwijdte van de module

• Ernstig Als er sprake is van een substantieel falen om te voldoen aan de vereisten in de ‘intentieverklaring’ of aan enige clausule uit de module of als er een situatie wordt vastgesteld, waarbij op basis van beschikbaar objectief bewijs, waarbij de naleving van het aangeboden product of dienst met de module ernstig in twijfel wordt getrokken

• Minder ernstig Als er sprake is van het niet volledig voldoen aan een clausule uit de module, maar op basis van objectief bewijs, de naleving van het product niet in twijfel wordt getrokken.

6.2.2 Procedures voor de omgang met niet-nalevingen en corrigerende maatregelenNa het vaststellen van enige niet-nalevingen van modulevereisten in een audit, dient het bedrijf corrigerende maatregelen in werking te stellen om het actuele probleem te verhelpen (corrigeren). Het proces waarbij de niet-nalevingen wordt ‘uitgesloten’ is afhankelijk van de zwaarte en het aantal vastgestelde niet-nalevingen.

Kritieke niet-nalevingenAls er een kritieke niet-naleving wordt vastgesteld op een modulevereiste, dan kan de vestiging niet worden gecertificeerd voor deze module zonder dat een volgende volledige audit plaatsvindt.

Als dit voorkomt bij een gecertificeerde vestiging die eerder gecertificeerd werd voor een module, dan wordt het certificaat met directe ingang ingetrokken.

Sommige klanten vereisen dat ze worden geïnformeerd wanneer er bij hun leverancier een kritieke niet-naleving wordt vastgesteld of als er niet in is geslaagd om gecertificeerd te worden voor een module.

Merk op dat een kritieke niet-naleving van een vereiste uit een vrijwillige module niet noodzakelijk certificering van de algemene norm, of andere vrijwillige modules verhinderd.

Ernstige en minder ernstige niet-nalevingenEen vrijwillige module kan niet worden opgenomen op het certificaat totdat het aantoonbaar is dat ernstige en minder ernstige niet-nalevingen zijn verholpen, ofwel permanent of via een tijdelijke oplossing die wordt geaccepteerd door de certificeringsinstelling.

Het afsluiten van niet-nalevingen kan volgen op het aanleveren van objectief bewijs aan de certificeringsinstelling, waaronder bijgewerkte procedures, verslagen, foto’s of facturen van ingezette werkzaamheden, of door een volgende inspectie van de certificeringsinstelling.

Als er niet voldoende bewijs wordt geleverd binnen de toegestane periode van 28 kalenderdagen na de audit, dan wordt er geen certificaat voor de module uitgereikt. De vestiging heeft dan een volgende volledige audit nodig om in aanmerking te komen voor certificering voor de module.

80 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 80 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

De certificeringsinstelling beoordeelt het objectieve bewijs van de afgeronde corrigerende maatregel voordat een certificaat wordt uitgereikt.

6.3 HET BECIJFEREN VAN DE AUDIT

Vrijwillige modules worden niet becijferd. De modules worden of wel of niet gecertificeerd.

Elke niet-naleving die wordt vastgesteld bij het beoordelen van een vrijwillige module zal niet worden meegenomen bij het bepalen van een cijfer voor de certificering van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid.

6.4 HET RAPPORTEREN VAN DE AUDIT

Elke audit wordt opgevolgd door een voluit geschreven rapport in de afgesproken opmaak voor die specifieke module en dit vormt een bijlage van het auditrapport van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. De bijlage van het rapport wordt opgemaakt in het Engels, of in een andere taal, afhankelijk van de behoefte van de gebruiker. Als het rapport wordt opgemaakt in een taal anders dan het Engels, dan zullen de secties met de auditsamenvatting, als toevoeging, ook altijd in het Engels worden gerapporteerd.

De bijlage van het rapport wordt opgesteld voor de vrijwillige module en aan het bedrijf gegeven binnen 42 kalenderdagen na de voltooiing van een volledige audit.

Het volledige BRC auditrapport met bijlage wordt gepubliceerd op de BRC wereldwijde normwijzer op een tijdige manier onafhankelijk van het wel of niet uitreiken van een certificaat. De eigenaar van het auditrapport kan toegang tot het auditrapport met bijlage aan klanten en andere partijen in de wijzer geven.

Het auditrapport en de geassocieerde documenten, waaronder de aantekeningen van de auditor, worden veilig opgeslagen door de certificeringsinstelling voor een periode van 5 jaar.

6.5 CERTIFICERING

Na een beoordeling van het auditrapport voor de vrijwillige procedure en het aangeleverde vastgelegde bewijs in verband met de niet-nalevingen, wordt een besluit tot certificering gemaakt door een onafhankelijke certificeringsmanager. Als een certificaat wordt uitgereikt, dan wordt dit opgenomen op het certificaat van de BRC wereldwijde norm voor voedselveiligheid en wordt deze door de certificeringsinstelling binnen 42 kalenderdagen na de audit afgegeven.

Merk op dat de vrijwillige modules worden gecertificeerd als bijlage van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. Als certificering van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid niet is behaald, dan kan de certificering voor de module niet worden uitgereikt, ongeacht of er wel of niet aan de modulevereisten is voldaan.

6.6 DE FREQUENTIE VAN OPVOLGENDE AUDITS EN HET OPNIEUW CERTIFICEREN

6.6.1 Het inroosteren van nieuwe auditdatumsAls de certificering van de vrijwillige module wordt onderhouden, dan wordt de module opgenomen in alle opvolgende audits van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. De regels over het plannen van een volgende audit en het onderhouden van certificering volgt uit de keuze van een auditvorm van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid (bijv. aangekondigd, onaangekondigde vorm 1 of onaangekondigde vorm 2).

7 ALGEMEEN PROTOCOL – NA DE AUDIT7.1 COMMUNICATIE MET CERTIFICERINGSINSTELLINGEN

In het geval dat er een verandering is in de situatie van de vestiging wat van invloed kan zijn op de bekrachtiging van de doorlopende certificering, dient de vestiging onmiddellijk de certificeringsinstelling op de hoogte te stellen. Hieronder kunnen vallen:

• wettelijke vereisten in verband met productveiligheid of -wettelijkheid

• het terugroepen van producten

• noemenswaardige schade aan de vestiging (bijv. natuurrampen zoals onderstroming of brandschade)

• een verandering in de eigendomstatus

• een noemenswaardige verandering van de uitvoeringen of de reikwijdte.

De certificeringsinstelling neemt op haar beurt gepaste stappen om de situatie en implicaties op certificering te beoordelen, en voeren gepaste handelingen uit.

81WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 81 04/12/2014 16:32

De informatie wordt op verzoek gegeven aan certificeringsinstelling door de vestiging zodat een beoordeling kan worden gemaakt over de toepassing van de geldigheid van het huidige certificaat.

De certificeringinstelling kan zoals gepast:

• de geldigheid van de certificering bevestigen

• de certificering schorsen tot verder onderzoek is gedaan

• om meer informatie van de door de vestiging gehanteerde corrigerende maatregelen verzoeken

• een inspectie van de vestiging afleggen om de procescontrole en doorlopende certificering te bevestigen

• het certificaat intrekken

• een nieuw certificaat met de gegevens van de nieuwe eigenaar uitgeven.

Aanpassingen aan de certificeringsstatus van een vestiging worden vastgelegd in de BRC wereldwijde normwijzer.

7.2 EEN VERRUIMING VAN DE REIKWIJDTE

Als certificering wordt uitgegeven, dan dienen alle aanvullende noemenswaardige geproduceerde producten en processen die binnen de reikwijdte van de certificeringen dienen te vallen, te worden gecommuniceerd aan de certificeringsinstelling. De certificeringsinstelling beoordeelt het belang van deze nieuwe producten en processen en besluit of een bezoek aan de vestiging nodig is om aspecten van een verruiming van de reikwijdte te onderzoeken.

Een nieuw bezoek is vereist voordat een verruiming van de reikwijdte wordt toegekend in de volgende gevallen:

• het opnemen van productiefaciliteiten die niet direct waren opgenomen in de originele audit

• het opnemen van nieuwe verwerkingstechnologie (bijv. inblikken van producten met een laag zuurgehalte waar voorheen alleen producten met een hoog zuurgehalte binnen de reikwijdte vielen)

• het opnemen van nieuwe producten die een noemenswaardig risico op de faciliteit introduceren (bijv. de toevoeging van een product op basis van noten op een vestiging die voorheen vrij van noten was).

Opnieuw bezoeken is minder waarschijnlijk als nieuwe producten in de verlenging van bestaande productgroepen die geproduceerd worden op de huidige machines.

Als een verruiming van de reikwijdte is vereist vlak voordat het certificaat komt te vervallen, dan kan het meer gepast zijn om een volledige audit te ondergaan en een nieuw certificaat uit te vaardigen. Deze vorm dient overeengekomen te worden tussen de certificeringsinstelling en hun klant voordat de audit ter verruiming van de reikwijdte wordt uitgevoerd.

Als een nieuw bezoek noodzakelijk is, hangt de duur van dit bezoek af van de aspecten die worden onderzocht voor de nodige verruiming van de reikwijdte. Het bezoek aan de vestiging dient plaats te vinden volgens dezelfde regels van de originele audit (d.w.z. een openingsgesprek, het inspecteren van procesuitvoering, documentatiesporen en een afsluitend gesprek). Een nieuw bezoek dient te worden afgekondigd, ongeacht of de vestiging is gecertificeerd op een aangekondigd of onaangekondigd programma.

De vastgestelde niet-nalevingen worden gedocumenteerd en uitgezet volgens het standaardprotocol van de norm (d.w.z. het bedrijf heeft 28 dagen om voldoende gepast bewijs aan te leveren van verholpen kwesties en de certificeringsinstelling dient de informatie te herzien en het besluit tot certificering wordt volgens de normale wijze gecommuniceerd). De aanvullende niet-nalevingen die worden vastgesteld tijdens een inspectie aan de vestiging hebben geen invloed op het cijfer op het certificaat noch op de doorlopende certificering. Desalniettemin, als de certificeringsinstelling praktijken vaststellen die aanzetten tot het betwijfelen van doorlopende certificering (bijv. het vaststellen van een kritieke niet-naleving) dan zal de certificeringsinstelling een volledige nieuwe audit voor de vestiging opstellen. Onder deze omstandigheden zal het huidige certificaat worden terug getrokken.

Een inspectierapport wordt gedocumenteerd, maar zal niet het formaat van een standaard BRC auditrapport zijn. Een korte verklaring van de reden tot een inspectie, wat er was geauditeerd en de conclusies dienen te worden omschreven. Het inspectierapport dient vast te leggen welke controles er worden toegepast en de doeltreffendheid van deze controles bevestigen. Het dient duidelijk in het rapport te zijn welke aspecten zijn onderzocht en wat er werd uitgesloten.

Het huidige certificaat van de vestiging zal ondergeschikt zijn aan een nieuw uitgegeven certificaat. Het certificaat heeft dezelfde vervaldatum als omschreven op het originele certificaat. De einddatum van de volgende volledige datum zal daardoor hetzelfde blijven, en dit dient duidelijk te worden gemaakt aan de leverancier door de certificeringsinstelling wanneer er gepland wordt voor een inspectie ter verruiming van de reikwijdte. Het cijfer zal dus ook hetzelfde blijven.

Het certificaat dient aan te geven dat het een verruiming van de reikwijdte betrof en de datum van de inspectie.

82 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 82 04/12/2014 16:32

DE

EL

III HET A

UD

ITPRO

TOC

OL

7.3 INTREKKING VAN HET CERTIFICAAT

Het certificaat kan worden ingetrokken door de certificeringinstelling in een aantal gevallen als de vestiging niet langer voldoet aan de vereisten van het BRC certificeringsprogramma en de vereisten van ISO/IEC 17065. Voorbeelden voor dit soort zijn:

• het bewijs dat een vestiging niet langer voldoet aan de normvereisten, waardoor de naleving van de geproduceerde producten in twijfel wordt getrokken

• het falen om adequate corrigerende maatregelen binnen gepaste tijdsschema’s te implementeren

• bewijs voor het vervalsen van verslagen.

7.4 BEROEPEN

Het bedrijf heeft het recht een beroep tegen een besluit van de certificeringsinstelling in te dienen en elk beroep dient in schrift te worden ingebracht bij de certificeringsinstelling binnen 7 dagen na ontvangst van het besluit tot certificering.

De certificeringsinstelling heeft een gedocumenteerde procedure voor het herzien van en de afwikkeling van beroepen tegen de certificeringsinstelling. Deze onderzoeksprocedures zijn onafhankelijk van de individuele auditor en certificeringsmanager. De individuele gedocumenteerde beroepen van de certificeringsinstellingen worden op verzoek van de vestiging beschikbaar gesteld. Beroepen worden afgerond binnen 30 kalenderdagen na ontvangst. Een volledig uitgeschreven antwoord wordt gegeven na het afronden van een volledig en grondig onderzoek naar het beroep.

In het geval van een niet succesvol beroep, behoudt de certificeringsinstelling zich het recht voor om kosten in rekening te brengen voor het uitvoeren van een beroep.

7.5 DE BEWAKING VAN GECERTIFICEERDE BEDRIJVEN

Voor gecertificeerde bedrijven, indien van toepassing, kan de certificeringsinstelling of het BRC verdere audits uitvoeren of handelingen bekritiseren om doorlopende certificering te allen tijde te onderschrijven. Deze inspecties kunnen de vorm aannemen van aangekondigde of onaangekondigde inspecties om een volledige of een deel van een audit uit te voeren. Het afwijzen van toegang tot de vestiging kan van invloed zijn op de certificeringsstatus.

Alle niet-nalevingen die worden vastgesteld in een inspectie dienen te worden verholpen en afgesloten volgens het standaardprotocol (d.w.z. binnen 28 dagen na de inspectie), en door de certificeringsinstelling te worden herbeoordeeld en goedgekeurd. Als er geen intentie bij de vestiging is om gepaste corrigerende maatregelen te nemen of indien de corrigerende maatregelen als ongepast worden geacht, dan wordt het certificaat ingetrokken. Het uiteindelijke besluit om het certificaat te schorsen of in te trekken blijft bij de certificeringsinstelling. Alle veranderingen aan de certificeringsstatus worden doorgegeven aan het BRC door de certificeringsinstelling en de status wordt vervolgens aangepast in de BRC wereldwijde normwijzer.

In het geval dat de certificering wordt ingetrokken of geschorst door de certificeringsinstelling, zal het bedrijf onmiddellijk haar klanten informeren en hen volledig bewust maken van de omstandigheden over de intrekking of schorsing. Er wordt ook informatie aan klanten gegeven over corrigerende maatregelen die zijn ingezet om de certificeringsstatus weer te verkrijgen.

7.6 BRC-LOGO’S

Het behalen van BRC certificering is iets om trots op te zijn. Bedrijven die certificering behalen en geen uitsluitingen van hun reikwijdte hebben worden bevoegd om het BRC-logo te gebruiken op drukwerk en andere marketingmaterialen van de vestiging. Informatie en voorwaarden over het gebruik van het BRC-logo zijn beschikbaar op www.brcglobalstandards.com.

Als een vestiging niet langer gecertificeerd is vanwege het vervallen, intrekken of schorsen van een certificaat dan mag niet langer het logo of certificaat worden gebruikt als claim op certificering.

Het BRC-logo is geen symbool van productcertificering en mag niet worden gebruikt op producten of productverpakkingen. Als wordt vastgesteld dat een gecertificeerde vestiging het logo misbruikt dan wordt deze vestiging onderworpen aan een aanklacht/verwijzingsproces door het BRC (zie deel IV) en kan leiden tot schorsing of het verlies van certificering.

Het BRC-logo mag niet worden gebruikt door bedrijven waarvan niet alle producten binnen de reikwijdte van de audit vallen.

7.7 DE BRC WERELDWIJDE NORMWIJZER

De BRC wereldwijde normwijzer (www.brcdirectory.com) is een database met alle uitgevoerde audits op de BRC wereldwijde norm, alle certificeringsinstelling en hun erkende auditcategorieën.

83WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 83 04/12/2014 16:32

De wijzer omvat complete kopieën van alle auditrapporten als een read-only PDF. Hieronder vallen alle gearchiveerde documenten sinds 2008.

De certificeringsinstellingen zijn verantwoordelijk voor het onderhouden van de vestigingsnaam, inhoud van de audit en de certificeringsstatus. Alle certificeringsinstellingen worden beoordeeld en becijferd door het BRC op hoe snel en nauwkeurig ze auditdata bijhouden.

De auditrapporten kunnen alleen worden ingezien door beveiligde aanmelding.

De wijzer maakt de zoekfunctie op openbare informatie mogelijk en geeft alleen certificeringsdata weer. De publieke wijzer bevat alleen lijsten van momenteel gecertificeerde vestigingen, niet van verlopen of ingetrokken certificeringen.

De vestigingen die wensen afgeschermd te worden van de openbare weergave dienen contact te zoeken met hun certificeringsinstelling.

7.7.1 VestigingscodeElke geauditeerde vestiging krijgt een unieke referentiecode van zeven getallen, ook wel de vestigingscode genoemd. Deze kan worden gebruikt voor de authenticiteit van elk geldig certificaat.

Een vestigingscode wordt aangemaakt als een vestiging voor de eerste keer wordt geauditeerd en blijft onveranderd ongeacht van opvolgende auditerende certificeringsinstellingen of auditstatus.

De vestigingscodes zijn te vinden in de rechterbovenzijde van de eerste pagina van het auditrapport en op het corresponderende certificaat.

De weergave voor alle gecertificeerde vestigingen kan worden opgeroepen in de openbare wijzer door de vestigingscode in het zoekveld ‘Site Code’ in te vullen. Als er geen resultaten worden gevonden, neem dan contact op met het BRC om certificeringsauthenticiteit te bevestigen.

7.7.2 Het delen van een auditDe wijzer staat toe dat eigenaren van audits hun auditrapporten kunnen delen met klanten, zoals detailhandelaars, producenten, leveranciers en andere betrokkenen.

Als het delen van een audit is ingesteld, dan krijgen klanten toegang tot de complete huidige, gearchiveerde en toekomstige auditdocumenten (zodra deze beschikbaar worden) zonder verdere administratie.

Een eigenaar van een audit kan het delen te allen tijde beëindigen. Alle veranderingen aan het delen gaan met onmiddellijke werking in.

De gedeelde auditdocumenten in de wijzer kunnen niet worden bewerkt of gemanipuleerd door de eigenaar van de audit. Als gevolg hiervan kunnen de rapporten die via de wijzer worden bemachtigd gezien worden als compleet en authentiek.

7.7.3 E-mails met inlichtingenDe wijzer licht eigenaren van audits in, en iedereen die toegang tot een auditrapport heeft gedeeld, wanneer de certificering van een vestiging is geschorst, ingetrokken of vervallen zonder vervanging.

De inlichtingen gaan via geautomatiseerde e-mail en kunnen worden uitgeschakeld indien ze niet nodig zijn.

Voor verdere informatie over de wijzer of het delen van een auditrapport, neem contact op met het team van de BRC-wijzer via [email protected].

84 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 84 04/12/2014 16:33

DEEL IVHET MANAGEMENT EN PROGRAMMABEHEER

DE VEREISTEN VOOR CERTIFICERINGSINSTELLINGEN

TECHNISCH BEHEER VAN DE WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEIDInternationaal adviesbestuur 86Technisch adviescomité 88Certificeringsinstelling van coöperatieven 88

HET BEHALEN VAN CONSISTENTE NALEVINGKalibratie-auditors 89Feedback 89Klachtenafhandeling 89

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 85

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 85 04/12/2014 16:33

DE VEREISTEN VOOR CERTIFICERINGSINSTELLINGENDe wereldwijde norm voor voedselveiligheid is een proces- en productcertificeringsprogramma. In dit programma worden bedrijven gecertificeerd na volbrenging van een bevredigende audit door een auditor die voor een onafhankelijke derde partij werkt - de certificeringsinstelling. De certificeringsinstelling wordt op haar beurt beoordeeld als bekwaam door een nationaal geaccrediteerde instelling.

Het proces voor certificering en accreditatie staat omschreven in figuur 4.

Om een valide certificaat te ontvangen na volbrenging van een bevredigende audit dienen voedselbedrijven een door de BRC bevoegde certificeringsinstelling te kiezen. Het BRC legt de certificeringsinstelling specifieke vereisten op waaraan de instelling moet voldoen om toestemming te krijgen.

De certificeringsinstelling moet minimaal geaccrediteerd zijn door ISO/IEC 17065 door een nationale accrediterende instelling die samenwerkt met het internationale accreditatieforum en wordt erkend door het BRC.

Meer informatie is beschikbaar in het document ‘Vereisten voor organisaties die certificering bieden op de criteria van de BRC wereldwijde norm’, wat op aanvraag bij het BRC beschikbaar is.

Bedrijven die gecertificeerd willen worden op de norm dienen zich te vergewissen dat ze gebruik maken van een legitieme certificeringsinstelling die is goedgekeurd door het BRC. Een lijst met alle certificeringsinstellingen is beschikbaar op de BRC wereldwijde normwijzer (www.brcdirectory.com).

Het BRC erkent dat in bepaalde omstandigheden, zoals voor nieuwe certificeringsinstellingen die willen gaan auditeren op de norm, dat accreditatie mogelijk nog niet behaald is. Dit komt omdat het accreditatieproces zelf vereist dat enkele audits zijn afgerond die vervolgens worden beoordeeld als onderdeel van de accrediterende audit van de certificeringsinstelling. De certificeringsinstelling moet audits uitvoeren als onderdeel van het proces om accreditatie te behalen en zodoende zullen enkele niet-geaccrediteerde audits worden uitgevoerd. Dit wordt toegestaan als een organisatie kan aantonen:

• een actieve aanmelding te bezitten voor accreditatie onder ISO/IEC 17065 door een goedgekeurde nationale accrediterende instelling

• dat accreditatie wordt behaald binnen 12 maanden na de aanmeldingsdatum en dat de ervaring en kwalificaties van de auditors in de relevante productcategorie overeenkomen met de specificatie van het BRC

• er een contract bestaat met het BRC en dat aan alle andere contractuele vereisten zijn voldaan

• dat de aannemelijkheid van auditrapporten die worden gegenereerd door certificeringsinstellingen die accreditatie afwachten maar die voldoen aan de bovenstaande criteria individueel worden beoordeeld.

TECHNISCH BEHEER VAN DE WERELDWIJDE NORM VOOR VOEDSELVEILIGHEIDDe norm en verwante programma’s worden beheerd door het BRC met een aantal belangengroepen (zie figuur 5) die beheer- en technisch advies geven, en elke daarvan werkt binnen een groep vastgestelde verwijspunten.

INTERNATIONAAL ADVIESBESTUUR

Het technische beheer en de uitvoering van de norm worden beheerd door het internationaal adviesbestuur van het BRC. Deze bestaat uit technische seniorvertegenwoordigers vanuit de internationale detail- en voedselproducerende handel in Europa, Amerika en Azië.

De functies van de adviesbesturen zijn het geven van strategisch advies voor de ontwikkeling en het beheer van de BRC wereldwijde norm en de activiteiten die doelgericht beheer van de certificeringsinstellingen en de auditprocessen verzekeren.

DEEL IVHET MANAGEMENT EN PROGRAMMABEHEER

86 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 86 04/12/2014 16:33

DE

EL

IV M

AN

AG

EM

EN

T EN

PRO

GR

AM

MA

BE

HE

ER

FIGUUR 4 HET ACCREDITATIEPROCES VAN CERTIFICERINGSINSTELLINGEN

Internationaal accreditatieforum

en regionale accreditatieforums

ISO/IEC 17011 Algemene vereisten voor

geaccrediteerde instellingen

De IAF-richtlijn op de toepassing

van ISO/IEC 17065

ISO/IEC 17065

De vereisten voor certificeringsinstelling die

certificering bieden op basis van de criteria van het BRC

wereldwijde norm

De website van BRC wereldwijde norm

www.brcglobalstandards.com

De BRC wereldwijde normwijzer

www.brcdirectory.com

De nationale geaccrediteerde

instelling

Certificeringsinstelling

Vestiging Vestiging Vestiging

Ondersteunende documenten

ACCREDITATIE

CERTIFICERING

87WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 87 04/12/2014 16:33

TECHNISCH ADVIESCOMITÉ

Elke BRC wereldwijde norm wordt ondersteund door ten minste een technisch adviescomité (TAC), dat regelmatig samenkomt om technische, operationele kwesties en problemen met de interpretatie van de norm te bespreken. Het BRC voorziet in een technisch secretariaat voor deze groepen.

Het TAC voor de wereldwijde norm voor voedselveiligheid bestaat uit technische seniormanagers die de gebruikers van de norm vertegenwoordigen en bestaat uit de vertegenwoordigers van de detailhandel, voedselproducten, handelsverenigingen voor elke sector, certificeringsinstellingen en onafhankelijke technische experts.

De norm wordt elke 3 jaar herzien om te beoordelen of er een noodzaak bestaat om de norm bij te werken of een nieuwe uitgave te produceren. Dit werk wordt uitgevoerd door het TAC, die voor dat doel wordt uitgebreid met andere beschikbare expertise.

Het TAC beoordeelt ook de bekwaamheidsvereisten voor auditors, het voorgestelde opleidingsmateriaal en aanvullende technische documenten die de norm ondersteunen.

CERTIFICERINGSINSTELLING VAN COÖPERATIEVEN

Het BRC moedigt aan en faciliteert meetings van certificeringsinstellingen die deelnemen aan het programma (groepen van coöperatieven) om de kwesties die volgen uit de implementatie van de norm te bespreken en om nieuwe problemen met interpretatie te bespreken. Deze groepen rapporteren regelmatig aan het BRC over problemen met uitvoering, implementatie en aanbevolen verbeteringen. De vertegenwoordigers van de groepen van coöperatieven nemen deel aan de TAC-meetings.

FIGUUR 5 BEHEER VAN BRC-PROGRAMMA’S

HET BEHALEN VAN CONSISTENTE NALEVINGHet onderhouden van audits en certificering van hoge en consistente kwaliteit, en het vermogen van gecertificeerde vestigingen om de behaalde normen op de audit te handhaven, zijn essentieel voor vertrouwen in het programma en de waarde van de certificering. Het BRC heeft daarom een actief nalevingsprogramma als toevoeging op het werk van geaccrediteerde instellingen en om te zorgen dat hoge kwaliteit wordt gehandhaafd.

Het BRC-programma mag alleen worden gecertificeerd door geregistreerde certificeringsinstellingen en goedgekeurd door het BRC en geaccrediteerd door een door het BRC-erkende geaccrediteerde instelling. Alle auditors die audits op de norm uitvoeren moeten voldoen aan de bekwaamheidsvereisten voor auditors van het BRC en zullen worden geregistreerd door het BRC. De kwalificaties, opleiding en ervaringsvereisten voor auditors die audits uitvoeren op de BRC wereldwijde norm voor voedselveiligheid staan uitgewerkt in appendix 5. Alle audits die worden uitgevoerd op de norm worden geüpload naar de BRC wereldwijde normwijzer, die het BRC voorziet in een overzicht van de activiteiten van certificeringsinstellingen en het mogelijk maakt om de kwaliteit van de geproduceerde rapporten te beoordelen.

BRC directie

Internationaal adviesbestuur

Technisch adviescomité

Certificeringsinstelling van coöperatieven

88 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 88 04/12/2014 16:33

DE

EL

IV M

AN

AG

EM

EN

T EN

PRO

GR

AM

MA

BE

HE

ER

Om de norm te ondersteunen, hanteert het BRC een nalevingsprogramma die de prestatie van certificeringsinstellingen beoordeelt, de kwaliteit van auditrapporten beproeft, tot welke hoogte de programmavereisten worden begrepen en onderzoekt alle kwesties en klachten. Als deel van dit programma geeft het BRC feedback op de prestatie van elke gecertificeerde instelling door een programma met belangrijke prestatie-indicatoren (KPI’s).

Als deel van het nalevingsprogramma voert het BRC audits uit op de kantoren van certificeringsinstellingen en begeleidt auditors op de audits op vestigingen om de prestatie van auditors te observeren. Het BRC kan ook onafhankelijke bezoeken aan gecertificeerde vestigingen afleggen om te verzekeren dat de standaarden voor voedselveiligheid en kwaliteit worden gehandhaafd in lijn met de certificeringsstatus en te verzekeren dat het audit- en rapportageproces verloopt volgens de verwachte norm.

KALIBRATIE-AUDITORS

Een belangrijk component van het programma is de kalibratie van de auditors om te zorgen dat de norm consistent wordt begrepen en voor toepassing van de vereisten. Er wordt van alle certificeringsinstellingen verlangt dat ze processen hebben om hun eigen auditors te kalibreren. Een essentieel element voor het opleiden en het kalibreren van auditors is het bijgewoonde auditprogramma. De auditors worden geobserveerd tijdens een audit en ontvangen feedback op hun prestatie tijdens de audit. Om te zorgen dat consistentie tussen certificeringsinstellingen wordt bereikt en vanwege accreditatie, zal een audit worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van het BRC of een auditor van een geaccrediteerde instelling. Er zijn richtlijnen van toepassing op deze activiteiten om te zorgen dat vestigingen niet worden benadeeld wanneer er twee auditors aanwezig zijn. Dit proces vormt een essentieel onderdeel van het programma en vestigingen zijn verplicht toe te staan dat audits worden bijgewoond als onderdeel van de certificeringsvoorwaarden.

FEEDBACK

De bedrijven die worden geauditeerd op de norm kunnen verkiezen feedback te geven aan de certificeringsinstelling of het BRC op de prestatie van de auditor. Zulke feedback die het BRC ontvangt wordt in vertrouwen overwogen. Feedback is een waardevolle input voor het BRC toezichthoudende programma op prestaties van certificeringsinstellingen.

KLACHTENAFHANDELING

Het BRC heeft een formeel klachtenproces geïmplementeerd, dat beschikbaar is voor organisaties die betrokken zijn bij de wereldwijde normen. Dit is beschikbaar op de website (www.brcglobalstandards.com).

Het van tijd tot tijd falen in het toepassen van principes en criteria uit de BRC wereldwijde normen door gecertificeerde vestigingen wordt gerapporteerd aan het BRC door, bijvoorbeeld detailhandelaren en bedrijven die hun eigen audits uitvoeren. In dat geval zat het BRC indien gepast een onderzoek uitvoeren en kan aangekondigde of onaangekondigde bezoeken aan de gecertificeerde vestiging brengen.

89WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 89 04/12/2014 16:33

90 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 90 04/12/2014 16:33

APPENDICES

APPENDIX 1Andere BRC wereldwijde normen 92

APPENDIX 2Richtlijnen voor het bepalen van risicozones 93

APPENDIX 3Vergelijkbare processen waarmee 70 ºC gedurende 2 minuten wordt bewerkstelligd 99

APPENDIX 4Het auditprotocol voor meerdere locaties 100

APPENDIX 5Kwalificaties, opleiding en ervaringsvereisten van auditors 103

APPENDIX 6Productcategorieën 105

APPENDIX 7Certificaatsjabloon 108

APPENDIX 8Voorbeeld van aangeleverd bewijs voor het corrigeren van niet-nalevingen en voorkomendhandelen 109

APPENDIX 9Begrippenlijst 110

APPENDIX 10Dankwoord 116

WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM 91

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 91 04/12/2014 16:33

Het BRC heeft een breed gamma van wereldwijde normen ontwikkeld met vereisten voor het produceren van voedsel- en consumentenproducten, de verpakking die wordt gebruikt om producten te beschermen en de opslag en distributie van deze producten. De andere BRC normen complementeren de voedselveiligheidsnorm en zijn een middel voor het auditeren en certificeren van leveranciers.

De BRC wereldwijde norm voor verpakking en verpakkingsmateriaal (BRC Global Standard for Packaging & Packaging Materials) is een audit waarin de vereisten van de productie van verpakkingsmaterialen voor voedsel- en consumentenproducten worden getest. Voedings- en niet-voedingsbedrijven kunnen hun leveranciers om verpakkingen verzoeken.

De BRC wereldwijde norm voor opslag en distributie (BRC Global Standard for Storage en Distribution) is een audit waarin de vereisten voor opslag, distributie, bulkverkoop en gecontracteerde diensten voor verpakte en onverpakte voedselproducten, verpakkingsmaterialen en consumentengoederen worden getest. De norm is niet van toepassing op opslagfaciliteiten onder direct beheer van de productiefaciliteit die de relevante productienorm omvat (bijv. de BRC wereldwijde norm voor voedselveiligheid).

De BRC wereldwijde norm voor consumentenproducten (BRC Global Standard for Consumer Products) is een audit die toepasbaar is op de productie en assemblage van consumentenproducten. Dit sluit in het bijzonder aan voedsel verwante producten uit zoals vitamines, mineralen en kruidensupplementen, die binnen de reikwijdte van de BRC wereldwijde norm voor voedselveiligheid vallen.

De BRC wereldwijde norm voor bemiddelaars en handelaren (BRC Global Standard for Agents en Brokers) is een audit die het voor bedrijven mogelijk maakt om te worden geauditeerd en gecertificeerd als ze producten aan- en verkopen of diensten uitvoeren voor partijen, maar niet in staat zijn om gecertificeerd te worden voor productie, of opslag of distributie omdat er geen producten aanwezig zijn om te auditeren.

APPENDIX 1ANDERE BRC WERELDWIJDE NORMEN

92 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 92 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

De norm identificeert een aantal verschillende risicozones binnen de verwerkings- en opslagfaciliteiten, met corresponderende niveaus van hygiëne en segregatie om mogelijke productbesmetting te verminderen. De keuzebomen (figuur 6 en 7) geven een richtlijn aan voor het bepalen van risicozones. Deze worden geclassificeerd als:

• high risk (gekoeld en ingevroren)

• high care (gekoeld en ingevroren)

• high care-gebied op kamertemperatuur

• laag risico

• afgesloten productruimtes (bijv. depots en opslagruimtes)

• productloze ruimtes (bijv. kantines, wasserijen en kantoren).

Het controleren van voedselveiligheid in de fabrieksruimtes zijn gepast voor het product. Er zijn verwachtingen voor hygiëne in de fabriek, het afwerken van gebouwen, machines, beschermende kleding en de hygiëne van het personeel die een weerspiegeling zijn van mogelijke risico’s voor het product. De gebieden met verschillende vastgestelde gebieden verzekeren dat gepaste controles op voedselveiligheid worden uitgevoerd en om vast te stellen of er beperkingen op het verkeer van personeel of materiaal tussen gebieden nodig is.

OPEN PRODUCTRUIMTESOveral waar ingrediënten, halffabricaten of eindproducten niet worden beschermd tegen de fabrieksomgeving is er een mogelijk risico voor productbesmetting met vreemd materiaal, allergenen of micro-organismen vanuit de omgeving.

Hoe groot het risico op microbiologische besmetting is hangt af van de gevoeligheid van het product om de groei of het overleven van pathogenen te ondersteunen en de verwachte opslagomstandigheden, houdbaarheidsdatum en verdere behandeling van het product door de fabriek of door de consument.

Bij het vaststellen van gebieden wordt er in het bijzonder gekeken naar de risico’s op pathogenen. Het dient te worden begrepen dat sommige producten worden gezien als laag risico maar desondanks hoge standaarden van microbiologische afscherming vereisen vanwege mogelijke bederfelijke organismen (bijv. gisten in yoghurt of schimmels op harde kazen).

HIGH RISK (GEKOELD EN INGEVROREN)

Een fysiek afgescheiden gebied (zie hieronder) dat is ontworpen naar een hoge hygiënestandaard, waar praktijken met betrekking tot personeel, ingrediënten, apparatuur, verpakking en omgeving erop gericht zijn productbesmetting met pathogene micro-organismen te voorkomen. De producten die noodzakelijk in een high risk-gebied moeten worden verwerkt, voldoen aan alle volgende punten:

• De eindproducten dienen te worden gekoeld of ingevroren tijdens opslag om voedselveiligheid te bewaren

• Alle componenten zijn volledig bereid op ten minste 70 ºC gedurende 2 minuten of een equivalent (zie appendix 3) voordat ze het gebied binnenkomen.

• De eindproducten zijn kwetsbaar voor de groei van pathogenen (bijv. Listeria-soorten) of het overleven van pathogenen, die vervolgens kunnen aanwassen tijdens normale opslag of gebruik van het product (bijv. als een ingevroren product wordt ontdooid maar niet gelijk wordt geconsumeerd).

• *Indien het product kant-en-klaar of verwarmingsklaar is, of op grond van bekend consumentengebruik naar waarschijnlijkheid wordt geconsumeerd zonder gepast bereiden.

Voorbeelden van producten die worden beschouwd als high risk omvatten plakjes gegaard vlees en volledige voorbereide gekookte maaltijden.

APPENDIX 2RICHTLIJNEN VOOR HET BEPALEN VAN RISICOZONES

93WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 93 04/12/2014 16:33

FIGUUR 6 KEUZEBOOM VOOR PRODUCTIEZONES 1 - GEKOELDE EN INGEVROREN PRODUCTEN

Ja

Nee

Ja

Ja

Gekoeld of bevroren

Worden eindproducten op kamertemperatuur, gekoeld of ingevroren bewaard?

Stap 1

Kamer- temperatuur

Ga naar productiezone in keuzeboom 2

Staan de producten of ingrediënten in het afgelopen productruimte bloot aan de

omgeving (d.w.z. onverpakt of niet volledige afgesloten in tanks of pijpleidingen etc.)?

Stap 2

Nee

Afgesloten productruimte, bijv. magazijn, vloeistoffen in pijpleidingen (bijv. melk,

vruchtensap, wijn)

Ondersteunt het product de vermenigvuldiging van pathogenen of voor de overleving van

pathogenen, die vervolgens vermenigvuldigen onder normale opslag of productgebruik tenzij

gekoeld of ingevroren?

Stap 3

Nee

Low risk-gebied, bijv. verse groente en fruit, voedsel

dat gekoeld of ingevroren wordt bewaard enkel om de

houdbaarheid te verlengen (bijv. ingevroren groente en fruit)

Zijn er in het gebied producten die op basis van bereidingsinstructies en bekend consumentengebruik*, volledige bereiding

ondergaan** voordat ze worden geconsumeerd?

Stap 4

Ja

Low risk-gebied, bijv. rauw vlees, groente (bijv. aardappelen), voorbereide maaltijden met

rauwe eiwitten, ingevroren pizza, ongebakken ingevroren hartige

taarten

Hebben alle kwetsbare producten voordat ze het gebied ingingen, een hittebehandeling van 70 ˚C gedurende 2 minuten ondergaan?

Stap 5

Nee

High care-gebied, bijv. vers bereide salades, sandwiches, gepekeld vlees, koudgerookte

zalm, zuiveldesserts met onbereide onderdelen, voorbereide maaltijden met

garnituur***, gekoelde pizza’s

High risk-gebied, bijvoorbeeld, bereid vlees, paté, hummus, voorbereide maaltijden

zonder garnituur, zuiveldesserts met bereide onderdelen

* Indien het product kant-en-klaar of verwarmingsklaar is, of op grond van bekend consumentengebruik naar waarschijnlijkheid wordt geconsumeerd zonder gepaste bereiden, ga door naar stap 5.

** Hittebehandeling op tenminste 70 ˚C gedurende 2 minuten

*** Rauw of ongestabiliseerde pH/aw-waarde leidt tot ondersteuning van de groei van Listeria monocytogenes

94 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 94 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

FIGUUR 7 KEUZEBOOM VOOR PRODUCTIEZONES 2 - PRODUCTEN OP KAMERTEMPERATUUR

Ja

Ja

Nee

Ja

Kamertemperatuur

Worden eindproducten op kamertemperatuur, gekoeld of ingevroren bewaard?

Stap 1

Gekoeld of ingevroren

Ga naar productiezone in keuzeboom 1

Staan de producten of ingrediënten in het afgelopen productruimte bloot aan de omgeving (d.w.z. onverpakt of niet volledige afgesloten in

tanks of pijpleidingen enz.)?

Stap 2

Nee

Afgesloten productruimte, bijv. magazijn, vloeistoffen in pijpleidingen (bijv. melk,

vruchtensap, wijn)

Zijn er in het gebied producten die op basis van bereidingsinstructies en bekend consumentengebruik*, volledige bereiding

ondergaan** voordat ze worden geconsumeerd?

Stap 3

Ja

Low risk-gebied, bijv. groente (bijv.

aardappelen), gedroogde voedingsmiddelen

(bijv. granen, rijst, rauw peulvruchten)

Kunnen vegetatieve pathogenen (bijv. Salmonella) die mogelijk voedselvergiftiging veroorzaken

overleven en vermenigvuldigen tijdens normaal gebruik en opslag van het product? Of is

de samenstelling van de voedselmatrix (bijv. vetverzadigd) zo dat het beschermt en zorgt voor

een zeer laag niveau van pathogenenoverleving en voedselvergiftiging?

Stap 4

Nee

Low risk-gebied, bijv. ingeblikte producten,

gedroogde soep, bakkerijproducten, biscuits, chips, ontbijtgranen, bloem, gedroogde kruiden, suiker,

thee, koffie

Is het (de) onbewerkte materia(a)l(en) een bekende besmettingsbron voor vegetatieve pathogenen (die vervolgens via kruisbesmetting in het eindproduct kunnen komen) EN maakt de vestiging gebruik

van een processtap waarbij de pathogeen wordt verwijderd gedurende het productieproces (ofwel

een stap voor pathogene vernietiging)?

Stap 5

Nee

Low risk-gebied, bijv. muesli, gebruik van voorgemaakte chocolade voor snoepgoed

(d.w.z. geen onbewerkte cacao ter plaatse), gebruik van geroosterde pinda’s in verder te verwerken producten (d.w.z. geen

onbewerkte pinda’s ter plaatse)

High care-gebied op kamertemperatuur, bijv. de productie van chocolade van onbewerkte cacaobonen, de productie van pindakaas van onbewerkte pinda’s, hittebehandelde bloem

* Indien het product kant-en-klaar of verwarmingsklaar is, of op grond van bekend consumentengebruik naar waarschijnlijkheid wordt geconsumeerd zonder gepaste bereiden, ga door naar stap 4.

** Hittebehandeling op tenminste 70 ˚C gedurende 2 minuten

95WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 95 04/12/2014 16:33

Het moet worden opgemerkt dat als het product bereidingsinstructies voor de consument heeft die equivalent staan aan een volledige bereiding, het product wordt gezien als laag risico. Onder deze omstandigheden wordt er van de vestiging verwacht een volledige bekrachtiging verwacht, waar de auditor naar kan worden verwezen, die aantoont dat de bereidingsinstructies gepast zijn en dat het product de correcte temperatuur/tijd bereikt wanneer de bereidingsinstructies worden gebruikt.

Het doel van fysieke segregatie is om een zelfbehouden gebied te maken waar onverpakte (d.w.z. onbeschermde) high risk-producten worden behandeld na een stap, dat zorgt voor microbiologisch afsterven (bijv. thermische verwerking) totdat ze volledig zijn beschermd, normaliter door middel van een verpakking.

De afscheidende belemmering dient in staat te zijn om het risico op kruisbesmetting te voorkomen:

• pathogenen die aanwezig kunnen zijn in low risk-omgevingen of op producten of in ingrediënten die niet volledig zijn bereid

• het verkeer van alle mensen tussen het high risk-gebied en andere gebieden met uitzondering van voorbehouden kleedruimtes

• het verkeer van alle apparaten, hulpmiddelen en materialen naar het high risk-gebied met uitzondering van voorbestemde sluizen met ontsmettende controles

• water en andere vloeistoffen op de vloer, die zich verspreiden in het high risk-gebied

• besmettingsbronnen die door de lucht verspreiden (bijv. stofdeeltjes of waterdruppels).

Een ideale belemmering is een complete afscheidingsmuur tussen het high risk-gebied en andere gebieden. In het beoordelen van de geschiktheid van de afscheidende belemmering moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd en gedocumenteerd.

Het wordt van nieuw gebouwde fabrieken verwacht dat een afscheiding met een muur is vereist voor high risk-faciliteiten.

Het afscheiden door middel van tijd wordt niet geaccepteerd als alternatief voor fysieke afscheiding van high risk-gebieden.

HIGH CARE (GEKOELD EN INGEVROREN)

Dit is een gebied dat is ontworpen tot een hoge standaard waar de praktijken van personeel, ingrediënten, apparatuur, verpakking en omgeving er op gericht zijn om productbesmetting met pathogene micro-organismen te minimaliseren. Segregatie van high care-gebieden en toegangsregelingen tot de gebieden (zie hieronder) minimaliseren het risico op productbesmetting. De producten die noodzakelijk in een high care-gebied moeten worden verwerkt dienen aan alle volgende te voldoen:

• De eindproducten dienen gekoeld of ingevroren opgeslagen te worden

• De voor microbiologische besmetting gevoelige componenten hebben een bewerking ondergaan om microbiologische besmetting tot acceptabele niveaus te verminderen (typische 1-2 logvermindering van micro-organismen zoals soorten Listeria) voor het binnenkomen in het gebied

• De eindproducten zijn kwetsbaar voor de groei van pathogenen of het overleven van pathogenen, die vervolgens kunnen aanwassen tijdens normale opslag of gebruik van het product (bijv. als een ingevroren product wordt ontdooid maar niet gelijk wordt geconsumeerd)

• De eindproducten zijn kant-en-klaar of verwarmingsklaar, of op grond van bekend consumentgebruik worden naar waarschijnlijkheid geconsumeerd zonder gepast bereiden.

Hoewel alle kwetsbare ingrediënten en producten een proces ondergaan voor het binnengaan van een high care-gebied ter reducering van pathogene bacteriën tot een niveau waarop veilige consumptie mogelijk is, kunnen er bederf veroorzakende organismes aanwezig zijn en die zullen door temperatuur en houdbaarheid worden beheerd. Voorbeelden van producten die als high care worden gezien zijn sandwiches en bereide salades.

Producten die worden geproduceerd in high care-gebieden kunnen bedreigingen vormen voor andere producten; bijvoorbeeld het gebruik van saladeproducten, zelfs wanneer deze worden behandeld met een spoeling met een chlooroplossing om de bacteriologische belasting te verminderen, kunnen nog steeds een verhoogd risico vormen, en hier dient rekening mee te worden gehouden in het uitzetten van hygiëne regimes en het controleren van productie binnen de high care-gebieden.

Het is belangrijk dat het high care-gebied doeltreffend wordt beschermd tegen nieuwe besmetting in low risk-zones. Deze afscheiding wordt het meest effectief bereikt door een volledig fysieke afscheiding door middel van muren die het high care-gebied van andere fabrieksgebieden afscheidt.

De afscheidende belemmering dient in staat te zijn om het risico op kruisbesmetting te voorkomen:

• pathogenen die aanwezig kunnen zijn in low risk-omgevingen of op producten of in ingrediënten die niet volledige bereiding zijn bereid

96 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 96 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

• het verkeer van alle mensen tussen het high care-gebied en andere gebieden met uitzondering van voorbehouden kleedruimtes

• het verkeer van alle apparaten, hulpmiddelen en materialen naar het high care-gebied met uitzondering van voorbestemde sluizen met ontsmettingscontroles

• water en andere vloeistoffen op de vloer, die zich verspreiden in het high care-gebied

• besmettingsbronnen die door de lucht verspreiden (bijv. stofdeeltjes of waterdruppels).

In het beoordelen van de geschiktheid van de afscheidende belemmering moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd en gedocumenteerd. Alternatieve controles kunnen worden goedgekeurd als bovenstaande doelstellingen worden bereikt.

Het wordt van nieuw gebouwde fabrieken verwacht dat er indien noodzakelijk een afscheiding door een muur is voor high care-faciliteiten.

HIGH CARE-GEBIED OP KAMERTEMPERATUUR

Dit is een gebied dat is ontworpen tot een hoge standaard waar de praktijken van personeel, ingrediënten, apparatuur, verpakking en omgeving er op gericht zijn om productbesmetting met pathogene micro-organismen te minimaliseren. Producten op kamertemperatuur die in deze gebieden worden behandeld zijn kwetsbaar, als bekend is dat pathogenen kunnen overleven op het product (d.w.z. dit gebied is anders dan een low risk-gebied omdat producten in low risk-gebieden ofwel intrinsiek, of door samenstelling, de aanwas of overleving van pathogenen ondersteunen of waarvan is bepaald op een later tijdstip een afstervingsstap te ondergaan).

De producten die noodzakelijk in dit gebied moeten worden verwerkt dienen aan alle volgende te voldoen:

• Een onbewerkte grondstof(fen) die gevoelig is/zijn voor besmetting met vegetatieve pathogenen (bijv. Salmonella-soorten)

• Dit productieproces omvat een processtap dat pathogenen verwijdert of reduceert (d.w.z. een stap voor microbiologische afsterving). (Als er geen gerichte stap bestaat, dan wordt er vanuit gegaan dat elk risico in verband met de onbewerkte grondstof wordt beheerd als onderdeel van de risicobeoordeling van onbewerkte grondstoffen.)

• De eindproducten worden opgeslagen op kamertemperatuur (d.w.z. warmer dan 5 °C)

• De eindproducten zijn kant-en-klaar of verwarmingsklaar, of op grond van bekend consumentengebruik worden naar waarschijnlijkheid geconsumeerd zonder gepast bereiden

• De eindproducten zorgen dat vegetatieve pathogenen kunnen overleven of groeien bij normaal gebruik, wat resulteert in voedselvergiftiging, of hebben een aard (bijv. vettig voedsel) waardoor voedselvergiftiging als gevolg van een zeer laag niveau van besmetting met een pathogeen mogelijk is.

Voorbeelden van processen waarvoor een high care-gebied op kamertemperatuur noodzakelijk is omvatten de productie van chocolade uit onbewerkte cacaobonen, de productie van melkpoeder uit rauwe vloeibare melk of de productie van pindakaas uit onbewerkte pinda’s.

High care-producten op kamertemperatuur omvatten geen producten waarbij het risico op besmetting met vegetatieve pathogenen door onbewerkte grondstoffen wordt geregeld op een eerder punt in de leveringsketen. Bijvoorbeeld, een producent van koekjes die kant-en-klare chocolade koopt voor de verwerking in koekjes wordt niet gezien als high care op kamertemperatuur omdat het risico dat onbewerkte cacaobonen meebrengen wordt beheerd door de leverancier van chocolade. Er wordt van de koekjesproducent verwacht te beschikken over een proces(sen) voor risicobeoordeling om te verzekeren dat de ontvangen onbewerkte grondstoffen van de geschikte kwaliteit zijn.

De vestiging dient het risico dat deze producten vertegenwoordigen te beoordelen en gepaste op risico gebaseerde controles in te stellen om kans op kruisbesmetting te minimaliseren. Afhankelijk van het product kunnen zulke controles vergelijkbaar zijn met die voor het high risk of high care-gebied. De gebruikte controles en de risicobeoordeling die dit aantonen zijn geschikt en worden gedocumenteerd.

Het dient te worden opgemerkt dat de BRC norm alleen twee clausules omvat die verwant zijn met specifieke vereisten voor high care-gebieden op kamertemperatuur (clausule 4.3.1 en 4.3.7). De clausules die gaan over high risk of high care (zonder verwijzing naar producten op kamertemperatuur) zijn niet van toepassing op high care op kamertemperatuur.

LOW RISK

Het gevaar voor menselijke gezondheid door microbiologische besmetting is verminderd in low risk-gebieden doordat producten:

• niet de vermenigvuldiging van pathogenen ondersteunen (ofwel intrinsiek of door ontwerp van het product) of voor de overleving van pathogenen, die vervolgens vermenigvuldigen onder normale opslag of productgebruik

• zijn ontworpen om op een later punt een proces te ondergaan waardoor het product veilig is om te eten.

97WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 97 04/12/2014 16:33

Op de hygiënestandaarden wordt er in zulke gebieden doorgaans grotere nadruk gelegd op het voorkomen van besmetting door vreemd materiaal of allergenen, en worden goede productiepraktijken, waaronder een goede processtroom nog steeds verwacht.

De geproduceerde producten in dit gebied omvatten:

• Producten waarvoor het altijd noodzakelijk is dat de consument deze voor consumptie bereid (bijv. rauw vlees of vis). Als er bereidingsinstructies voor de klant worden gegeven, dan moeten deze worden bevestigd

• De producten die in de eindverpakking worden bereid (bijv. ingeblikt)

• Producten die niet geschikt zijn voor de groei en/of overleving van pathogenen worden opgeslagen en gedistribueerd als producten op kamertemperatuur (bijv. ingelegde producten, pH-gecontroleerde producten zoals augurken, voedsel met een lage aw-waarde zoals gedroogde pasta en zoetwaren)

• Kant-en-klare producten die gekoeld of ingevroren worden bewaard om de kwaliteit van het product te behouden, maar die over andere controles beschikken om de groei van pathogenen te voorkomen (bijv. harde kaas)

• De onbewerkte grondstoffen of bereide producten en mengsels moeten zodoende een stap ondergaan voor microbiologische afsterving voordat het naar high risk- of high care-gebieden wordt overgebracht.

Voorbeelden van producten die worden gezien als laag risico zijn rauw vlees, suiker en bloem.

AFGESLOTEN PRODUCTRUIMTESEen omgeving binnen de fabriek waarin alle producten volledig zijn afgesloten, en daardoor niet vatbaar zijn voor omgevingsbesmetting (bijv. vreemde materialen of micro-organismen). Dit omvat gebieden waar:

• het product volledig is afgesloten door de verpakking (bijv. onbewerkte grondstoffen en opslag van eindproducten en de zendgebieden)

• het product volledig is omsloten door apparatuur waardoor het product is beschermd tegen fysieke of microbiologische besmetting van productiemateriaal tijdens product - hieronder valt mogelijk de uitwisseling door pijpleidingen en volledig afgesloten machines, en tevens wanneer het materiaal een eigen omgeving heeft voor de bescherming van het product (bijv. aseptische vulmachines).

Als productlijnen binnenkomen, bijvoorbeeld voor schoonmaken, onderhoud of bemonstering, dienen gedocumenteerde procedures ervoor te zorgen dat mogelijke besmetting wordt geminimaliseerd en dat de lijn wordt teruggebracht naar de juiste norm om de toestand van het afgesloten product te behouden.

PRODUCTLOZE RUIMTESProducerende vestigingen hebben enkele productloze ruimtes (d.w.z. die gebieden van de vestiging waar nooit producten worden gebracht zoals kantines, kantoren of wasserijen). Deze gebieden werken volgens verschillende standaarden dan die nodig zijn voor productie- en opslaggebieden.

Procedures zijn noodzakelijk om te zorgen dat de activiteiten in deze gebieden niet resulteren in het besmetten van de productieruimtes (bijv. door het verwijderen van beschermende kleding wanneer een productieruimte wordt verlaten, het wassen van handen voor het binnengaan van productruimtes enz.).

KEUZEBOMEN VOOR PRODUCTIERUIMTEDe keuzebomen uit figuren 6 en 7 geven een richtlijn voor de categorisering van productgebieden maar houden geen rekening met specifieke productkenmerken (bijv. pH of aw) of de gevoeligheid van specifieke producten voor pathogenen of bederfelijkheid wat tot uitzonderingen kan leiden. Een uitgebreide risicobeoordeling wordt ondernomen als dat voor een besluit nodig is.

1 ‘Bereiden’ is een thermisch proces dat is ontworpen om typisch een 6 logvermindering in Listeria monocytogenes of equivalent op 70 ºC gedurende 2 minuten te bewerkstelligen. Een alternatief bereidingsproces kan worden geaccepteerd of vereist wanneer deze aan erkende nationale richtlijnen voldoen en worden gevalideerd door wetenschappelijke onderbouwing. Merk op dat andere processen die een 6 logvermindering (bijv. irradiatie, hoge drukverwerking) op eenzelfde manier als conventionele ‘bereidingsprocessen’ dienen te worden gezien.

2 Kant-en-klaar voedsel dat door de fabrikant bedoeld is voor rechtstreekse menselijke consumptie zonder dat bereiding of andere verwerking vereist is voor het effectief elimineren van of beperken tot een acceptabel niveau van de betreffende micro-organismen.

3 Verwarmingsklaar voedsel wordt gemaakt om veilig te kunnen worden geconsumeerd zonder noodzaak voor een volledige bereiding; het opwarmen van het product is bedoeld om het smakelijker te maken en is niet noodzakelijk voor microbiologisch afsterven.

98 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 98 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

Tabel 2 geeft vergelijkbare bereidingsprocessen weer om 70 ºC gedurende 2 minuten te bereiken en die zijn berekend door het gebruik van z-waarde van 7,5 ºC. Bijvoorbeeld, indien er wordt verhit tot 68 ºC, dan geeft tabel 2 aan dat 1 minuut van verhitting tot 68 ºC equivalent is tot 0,541 minuut op 70 ºC. Om het zodanige equivalent van 2 minuten op 70 ºC te behalen, is het bij 68 ºC nodig om gedurende 3,70 minuten te verhitten (2 ÷ 0,541 = 3,70).

Deze tabel is een reproductie met toestemming van Campden BRI 51 - Pasteurisation: A Food Industry Practical Guide (tweede editie, 2006). Dit is slechts voor illustratieve doeleinden. De equivalente gegeven tijden zijn afhankelijk van de z-waarde van het organisme in kwestie, wat in dit voorbeeld wordt weergeven als 7,5 ºC. De z-waardes verschillen van de ene op de andere soort, en dit kan ook met temperatuur veranderen. Kopieën van het document zijn beschikbaar via de afdeling publicaties van Campden BRI (telefoon: +44 (0)1386 842048, e-mail: [email protected]).

TABEL 2 VERGELIJKBARE PROCESSEN WAARMEE 70 ºC GEDURENDE 2 MINUTEN WORDT BEWERKSTELLIGD

TEMPERATUUR OP HET LANGZAAMSTE

VERHITTINGSPUNT (ºC)

AFSTERFSNELHEID (MIN) (EQUIVALENT TOT 1 MIN

OP 70 ºC)

DE VEREISTE TIJD OP DE REFERENTIETEMPERATUUR DIE VOOR

EEN EQUIVALENT PROCES MOET WORDEN BEHAALD (MIN)

60 0,046 43,48

61 0,063 31,74

62 0,086 23,26

63 0,116 17,24

64 0,158 12,66

65 0,215 9,30

66 0,293 6,83

67 0,398 5,02

68 0,541 3,70

69 0,735 2,72

70 1,00 2,00

71 1,36 1,47

72 1,85 1,08

73 2,51 0.80 (48 sec)

74 3,41 0.60 (36 sec)

75 4,64 0.43 (26 sec)

76 6,31 0.32 (19 sec)

77 8,58 0.23 (14 sec)

78 11,66 0.17 (10 sec)

79 15,85 0.13 (8 sec)

80 21,54 0.09 (5 sec)

APPENDIX 3VERGELIJKBARE PROCESSEN WAARMEE 70 ºC GEDURENDE 2 MINUTEN WORDT BEWERKSTELLIGD.

99WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 99 04/12/2014 16:33

DE REIKWIJDTE VAN DE AUDITDe reikwijdte van een BRC-audit moet van te voren worden overeengekomen tussen de vestiging en de certificeringsinstelling.

De audit, het rapport en het certificaat moeten ‘product’- en ‘vestiging’-specifiek zijn. Hoewel in sommige omstandigheden meerdere vestigingen onder een enkele certificering vallen. Dit wordt als uitzonderlijk gezien, maar is toegestaan onder de volgende regels.

Audits die kunnen meerdere vestigingsadressen omvatten als er aan alle volgende regels is voldaan:

• alle vestigingen zijn eigendom van dezelfde organisatie

• alle vestigingen werken volgens dezelfde gedocumenteerde kwaliteitsbeheersingssystemen

• de vestigingen produceren producten die onderdeel van hetzelfde productieproces zijn

• de vestigingen leveren alleen aan elkaar en niet aan andere klanten

• de vestigingen liggen niet verder uit elkaar dan een straal van 30 mijl of 50 km.

PLANNING VOOR EEN AUDITAlle vestigingen worden bezocht onder dezelfde audit (als in binnen dezelfde tijdsspanne).

Het plan van de certificeringsinstellingen dient duidelijk aan te geven welke vestigingen worden geauditeerd.

Het dient duidelijk te worden omschreven op het rapport en certificaat dat de audit bestaat uit bezoeken aan meerdere adressen (bijv. de productie van kaas op Cheddar Industrial Estate, Wensleydale, Yorkshire, en de rijping op Camembert Road, Ripon).

EEN AUDIT VAN ACTIVITEITEN ALS HET HOOFDKANTOOR ELDERS IS GEVESTIGDAls audits worden ondernomen die deel uitmaken van een grotere productiegroep, dan is het niet ongewoon dat sommige van de vereisten binnen de reikwijdte van de norm moeten worden uitgevoerd op het centrale kantoor of hoofdkantoor. Gewoonlijk kan dit van toepassing zijn op activiteiten zoals aankoop, het goedkeuren van leveranciers, productontwikkeling, het terugroepen van producten en soms kan dit worden verruimd tot een door een groep gedeeld kwaliteitmanagementsysteem - documentcontrole en procedures.

Alle vereisten binnen de reikwijdte van de norm moeten als voldoende worden beoordeeld voordat een certificaat kan worden uitgereikt. Dit vereist dat alle centraalgeleide managementsystemen worden opgenomen in het auditproces; hoewel er alternatieve processen bestaan om dit te bereiken.

Er zijn twee benaderingen tot het auditeren van de vereisten die worden beheerd door een centraal kantoor:

• Verzoek en herzien van informatie op de producerende vestiging als onderdeel van de vestigingsaudit - de gewone audit

• Het ondernemen van een afgescheiden audit van centraalgeleide processen op het hoofdkantoor - twee-fase audit.

BENADERING 1 - VERZOEK EN HERZIENING VAN INFORMATIE OP DE PRODUCERENDE VESTIGING

Dit wordt alleen aanbevolen als:

• er bevredigende communicatielijnen kunnen worden opgesteld met het hoofdkantoor (telefoon- of videoconferences om het interviewen van relevant personeel mogelijk te maken, een fax- of e-mailverbinding om het uitwisselen van documenten mogelijk te maken), en regelingen om te zorgen dat het relevante personeel beschikbaar is

• de hoeveelheid en het type informatie kunnen op afstand gericht worden beoordeeld en bekritiseerd.

APPENDIX 4HET AUDITPROTOCOL VOOR MEERDERE LOCATIES

100 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 100 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

Let op: als een vestiging kiest voor het beoordelen van de documentatie tijdens de audit van de producerende vestiging en als bevredigende informatie niet kan worden geleverd tijdens de audit, dan worden ongegronde vereisten vastgelegd in het auditrapport als niet-nalevingen van de vestiging.

RapporterenHet auditrapport maakt duidelijk dat er een vereiste wordt beheerd door een hoofdkantoor en er is een opmerking over hoe de naleving van het bedrijf met het vereiste plaatsvindt.

Niet-nalevingenNiet-nalevingen die worden vastgesteld voor een vereiste die centraal wordt beheerd worden vastgelegd in het auditrapport en opgenomen in het aantal niet-nalevingen die het cijfer van de vestiging opmaken.

De corrigerende maatregelen worden beoordeeld op dezelfde manier als niet-nalevingen die worden vastgesteld bij de producerende vestiging en moeten op een bevredigende manier worden gecorrigeerd voordat een certificaat aan de vestiging wordt uitgegeven.

Opvolgende audits van de producerende vestigingDe vereisten die centraal worden beheerd worden uitgedaagd en bewijs van naleving aan te leveren voor elke audit van een producerende vestiging.

BENADERING 2 - TWEE-FASE AUDITS: CENTRALE SYSTEEM EN APARTE AUDITS VAN DE PRODUCERENDE VESTIGING

Deze benadering wordt aanbevolen als het niet praktisch is om gericht de vereisten op de producerende vestiging te beoordelen. Bijvoorbeeld als:

• praktische afspraken om een beoordeling toe te staan niet kunnen worden gegeven

• er te veel centraal beheerde vereisten zijn om gericht op afstand te bestuderen.

Dit wordt aan de vestiging die wordt geauditeerd aangeboden en ondernomen op verzoek van de vestiging.

Fase 1 - De audit van het centrale systeemDe audit van de centrale systemen wordt afgerond voordat de audit van de producerende vestiging plaatsvindt.

De audit beoordeelt hoe het centrale systeem de relevante normvereisten naleeft en hoe dit in verbinding staat met de uitvoering door de producerende vestiging.

De rapporten van de centrale systeemauditDe certificeringsinstelling kan een rapport produceren van de centrale systeemaudit ten gunste van het bedrijf. Desondanks bevat deze audit slechts enkele vereisten van de BRC-norm:

• er wordt geen cijfer toegekend

• er wordt geen certificaat uitgegeven

• het rapport is een opmaak die duidelijk verschilt van een compleet BRC-auditrapport.

Het centrale systeemrapport wordt niet ingeladen in de BRC wereldwijde normwijzer, maar de bevindingen van de centrale systeemaudit worden verwerkt in het uiteindelijke auditrapport voor elk van de betrokken producerende vestigingen.

Het vastleggen van vastgestelde niet-nalevingen uit de centrale systeemauditAlle vastgestelde niet-nalevingen van de audit op het hoofdkantoor worden vastgelegd in het auditrapport van de eerste producerende vestiging dat volgt op de centrale systeemaudit - ongeacht of deze zijn opgelost voordat de audit van de producerende vestiging plaatsvindt.

Desalniettemin worden de vastgestelde niet-nalevingen van de centrale systeemaudit die niet ter bevrediging van de certificeringsinstelling ten tijde van de audit van de producerende vestiging zijn afgesloten meegenomen in de berekening van het cijfer voor de producerende vestiging.

Alle niet-nalevingen die zijn vastgesteld bij de audit van het hoofdkantoor maar die ten tijde van opvolgende audits van de producerende vestigingen nog niet zijn opgelost (tweede, derde, enz.) worden opgenomen in het rapport van de producerende vestiging en opgenomen in de berekening van het cijfer van de vestiging.

101WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 101 04/12/2014 16:33

Het afsluiten van corrigerende maatregelen door centrale systemenDe corrigerende maatregelen die volgen op de audit van het hoofdkantoor worden beoordeeld op dezelfde manier als niet-nalevingen die worden vastgesteld bij de producerende vestiging en moeten op een bevredigende manier worden gecorrigeerd voordat een certificaat aan de vestiging wordt uitgegeven. Dit kan zo nodig de vorm aannemen van documentair bewijs of een nieuwe inspectie.

Fase 2 - De audit van de producerende vestiging(en)Informatie uit de audit van het hoofdkantoor (waaronder elk bewijs van te ondernemen corrigerende maatregelen) zullen beschikbaar worden gemaakt voor de verwante producerende vestigingen door de certificeringsinstelling.

De audit stelt vast dat de beoordeelde componenten van de centrale systemen hetzelfde zijn als die worden uitgevoerd door de producerende vestiging. De auditor zal alle corrigerende maatregelen die zijn genomen als gevolg van de centrale systeemaudit bevestigingen.

De duur van de auditHet is mogelijk om de duur van de audit van de producerende vestiging te verminderen als de systemen al zijn geauditeerd tijdens de centrale systeemaudit.

Het BRC-auditrapportHet uiteindelijke auditrapport is van toepassing op de producerende vestiging.

De centrale systeemaudit wordt van commentaar voorzien in het bedrijfsprofiel; bijvoorbeeld: ‘Een rapport van de audit die werd uitgevoerd op het hoofdkantoor op ............. op de ............ om de in dit rapport uitgewerkte vereisten te beoordelen’.

De namen van belangrijk personeel worden opgenomen indien aanwezig bij de audit van het hoofdkantoor.

Het auditrapport van de producerende vestiging(en) omvat informatie over hoe zowel de vestiging als het centrale systeem voldoen aan de normvereisten. Het rapport zal aangeven als een vereiste wordt beheerd door het hoofdkantoor en geeft een verklaring van hoe er aan het vereiste is voldaan.

Corrigerende maatregelDe 28 dagen voor het aanleveren van bewijs voor corrigerende maatregelen beginnen te tellen vanaf de auditdatum van de producerende vestiging.

Het is de verantwoordelijkheid van de vestiging om te zorgen dat het hoofdkantoor de corrigerende maatregelen aan de certificeringsinstelling heeft gegeven om te zorgen dat de vestiging gecertificeerd kan worden. Hiervoor is een effectieve communicatie met het hoofdkantoor nodig.

Als de corrigerende maatregelen aan de centrale systemen goedgekeurd zijn voordat de eerste audit aan de producerende vestiging plaatsvindt, dan wordt dit aangegeven op het auditrapport van de eerste producerende vestiging met de datum van de aangegeven maatregel in het gedeelte ‘actie ondernomen’ van het niet-nalevingsrapport.

CertificaatHet certificaat, indien toegekend, wordt uitgegeven aan de producerende vestiging. De datum van de nieuwe audit van de producerende vestiging is gebaseerd op het behaalde cijfer en zal 6 tot 12 maanden van de initiële auditdatum zijn.

De audits van het hoofdkantoor worden elke 12 maanden uitgevoerd en zullen plaatsvinden voor de verjaring van de audit van de eerste producerende vestiging.

Audits van andere producerende vestigingen verwant aan het centrale systeemEr zijn gewoonlijk meerdere producerende vestigingen verwant aan het centrale systeem. De informatie van het jaarlijkse auditsysteem wordt voor elke opvolgende audit van producerende vestigingen gebruikt.

De oorspronkelijk gevonden niet-nalevingen op het hoofdkantoor zijn effectief gecorrigeerd voor de audit van de producerende vestigingen en zullen niet worden vastgelegd als niet-nalevingen in het auditrapport van die vestiging. Alle uitstaande niet-nalevingen ten tijde van de audit van de producerende vestiging zullen worden opgenomen in het rapport van die vestiging om het cijfer te kunnen berekenen.

Het BRC zal worden gevraagd om advies voordat auditprogramma’s met complexe regelingen tussen vestigingen en gecentraliseerde systemen worden uitgevoerd.

102 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 102 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

De volgende punten geven minimale vereisten weer voor auditors om audits op de BRC wereldwijde norm voor voedselveiligheid uit te voeren.

OPLEIDINGDe auditor is het bezit van een diploma in een voedselgerelateerde of biowetenschappelijke discipline, of ten minste een cursus in hoger onderwijs in een dergelijke discipline te hebben afgerond.

WERKERVARINGDe auditor heeft ten minste 5 jaar werkervaring in de voedselindustrie. Dit zal werk omvatten dat de kwaliteit verzekert of toepassing van voedselveiligheid in productie, detailhandel, inspectie of uitdragen, en de auditor kan zijn kennis van de specifieke productcategorieën waarvoor ze zijn goedgekeurd aantonen. Er is bevestiging van de auditors bekwaamheid om werk uit te voeren binnen de specifieke productcategorieën en dat is de verantwoordelijkheid van de certificeringsinstelling.

KWALIFICATIESDe auditor moet:

• Geslaagd zijn voor een geregistreerde cursus voor het uitvoeren van audits op managementsystemen (bijv. IRCA) of voor een BRC derde partij auditorcursus die wordt gegeven door een door het BRC goedgekeurde trainer

• Een volledige opleidingscursus op HACCP hebben voltooid (dat met een examen wordt afgerond), gebaseerd op principes van de Codex Alimentarius, voor een duur van ten minste 2 dagen, en dienen bekwaamheid in het begrip van principes van het HACCP aan te kunnen tonen. Het is belangrijk dat de HACCP-cursus door de industrie (en haar belangengroepen) wordt erkend als gepast en relevant.

AUDITTRAININGAuditors dienen met succes een periode van onder toezicht gestelde training af te hebben gerond (inclusief audits die worden bijgewoond) in praktische beoordeling door middel van 10 audits (ten minste 15 auditdagen) waarbij er sprake is van derde partij voedselveiligheidsaudits op de door GFSI-erkende normen of ISO 22000, of ten minste vijf audits op wereldwijde norm voor voedselveiligheid.

De certificeringsinstellingen moeten kunnen aantonen dat elke auditor beschikt over gepaste training en ervaring voor de specifieke categorieën waarvoor ze als bekwaam worden beschouwd. De bekwaamheid van een audit wordt voor ten minste op het niveau van elke categorie vastgelegd, zoals aangegeven in appendix 6.

Certificeringsinstellingen dienen opleidingsprogramma’s op te stellen voor elke auditor die het volgende omvatten:

• een door het BRC-goedkeurde trainer geeft een bewustwordingscursus over de wereldwijde norm voor voedselveiligheid

• een periode met een initiële training waarin productveiligheid, HACCP en voorwaardelijke programma’s en toegang tot relevante wetten en richtlijnen wordt behandeld

• een periode van onder toezicht gestelde training om kwaliteitsmanagementsystemen, audittechnieken en specifieke categoriekennis te behandelen

• een beoordeling van kennis en vaardigheden voor elke categorie

• een vastlegging van het aftekenen van een bevredigend afgerond opleidingsprogramma.

Het trainingsprogramma van elke auditor wordt beheerd en goed gekeurd door een technisch bekwaam persoon in de certificeringsinstellingen die kan aantonen technisch bekwaamd te zijn in de categorieën waarop getraind wordt.

APPENDIX 5KWALIFICATIES, OPLEIDING EN ERVARINGSVEREISTEN VAN AUDITORS

103WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 103 04/12/2014 16:33

Een complete uitwerking van opleidingsverslagen wordt voor elk individu bijgehouden door de certificeringsinstelling tijdens het dienstverband en wordt voor een periode van ten minste 5 jaar na beëindiging van het dienstverband door de certificeringsinstelling bewaard.

UITZONDERINGENAls een certificeringsinstelling een auditor inhuurt die niet volledig voldoet aan de specifieke criteria maar die als bekwaam wordt beoordeeld, dan zal er een volledig gedocumenteerde grond zijn om het dienstverband van de auditor aan te tonen en dat is goedgekeurd door het BRC.

VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE CERTIFICERINGSINSTELLINGHet is de verantwoordelijkheid van de certificeringsinstelling te zorgen dat er processen in werking zijn gesteld om toezicht te houden op en het bijhouden van de bekwaamheden van een auditor op het gewenste normniveau.

104 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 104 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

De productvoorbeelden die zijn gegeven in tabel 3 zijn slechts een voorbeeld en niet een complete lijst. Het BRC publiceert bijgewerkte voorbeelden op de BRC-website www.brcglobalstandards.com.

TABEL 3 PRODUCTCATEGORIEËN

AUDITGEBIEDCATEGORIE-NUMMER

CATEGORIE-OMSCHRIJVING PRODUCTVOOBEELDEN

OPSLAG-VOORWAARDEN

VOORBEELDEN VAN TECHNISCHE KENNIS VEREIST VAN DE AUDITOR

Rauwe producten van dierlijke of plantaardige afkomst waarvoor bereiding voor consumptie noodzakelijk is

1 Rauw rood vlees Rund- en kalfsvlees, varken, hert, slachtafvallen, ander vlees

Gekoeld, ingevroren

Slachting, eerste snijding en slagerij

Vacuümverpakt

Verpakt in gemodificeerde atmosfeer

2 Rauw gevogelte Kip, kalkoen, eend, gans, kwartel, gekweekt en wildvlees

Schaal ei

Gekoeld, ingevroren

Slachting en eerste snijding

Vacuümverpakt

Verpakt in gemodificeerde atmosfeer

3 Rauwe bewerkte producten (vlees en vegetarisch)

Bacon, producten van gehakt vlees (bijv. worstjes), vleespudding, klaar-om-te-bereiden maaltijden, kant-en-klare vleesproducten, pizza’s, bereide maaltijden van groente, stoommaaltijden

Gekoeld, ingevroren

Instore slachterij, verwerking en verpakken

Inleggen, vacuüm verpakken, verpakt in gemodificeerde atmosfeer

4 Rauwe visproducten en -bereidingen

Verse vis, weekdieren, schaaldieren, producten van gehakt visvlees (bijv. vissticks), koudgerookte vis, kant-en-klare visproducten (bijv. vistaart)

Gekoeld, ingevroren

Verlammen, oogsten

Vacuüm verpakken, verpakt in gemodificeerde atmosfeer

Fruit, groente en noten

5 Fruit, groente en noten

Fruit, groente, salades, kruiden, noten (geroosterd)

Vers Gewassen, becijferd

6 Bereid fruit, groente en noten

Bereid/semi-verwerkt fruit en groente en salades waaronder kant-en-klare salades, koolsalades, diepvriesgroente

Gekoeld, ingevroren

Blancheren, invriezen

High care-principes

De tabel wordt vervolgd

APPENDIX 6PRODUCTCATEGORIEËN

105WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 105 04/12/2014 16:33

AUDITGEBIEDCATEGORIE-NUMMER

CATEGORIE-OMSCHRIJVING PRODUCTVOOBEELDEN

OPSLAG-VOORWAARDEN

VOORBEELDEN VAN TECHNISCHE KENNIS VEREIST VAN DE AUDITOR

Verwerkte voedingsmiddel-en en vloeistoffen door pasteurisatie of UHT-behande-ling of vergelijk-bare technologie

7 Zuivel, vloeibaar ei Vloeibaar ei, vloeibare melk/dranken, room, vloeibare room voor koffie en thee, yoghurt, gefermenteerde op melk gebaseerde producten, verse kaas/crème fraîche, boter

IJs

Kazen - hard, zacht, met schimmels gerijpt, ongepasteuriseerde, verwerkte, kaasproducten

Melk met lange houdbaarheid, niet-zuivel producten (bijv. sojamelk), yoghurt op kamertemperatuur, custards enz.

Vruchtensappen (waaronder vers geperst en gepasteuriseerd, smoothies)

Gedroogde weipoeder, gedroogde ei, gedroogde melk/melkformulering

Gekoeld, ingevroren, kamertemperatuur

Zuiveltechnologie - pasteurisatie, afscheiding, fermentatie

High care-principes

Verwerkte voedingsmiddel-en, kant-en-klaar of verhitting

8 Bereide vlees/visproducten

Bereid vlees (bijv. ham, vleespaté, warme taarten, koude taarten), weekdieren (klaar-om-te-eten), schaaldieren (klaar-om-te-eten), vispaté

Warmgerookte vis, gepocheerde zalm

Gekoeld, ingevroren

High/low risk-principes

Vacuümverpakt

Hittebehandeling

9 Rauw ingelegde en/of gefermenteerde vlees en vis

parmaham, koudgerookte vis, ingelegde vis (bijv. gravad lax), lucht gedroogd vlees/salami, gefermenteerd vlees, gedroogde vis

Gekoeld Inleggen, fermenteren, roken

High/low risk-principes

10 Klare maaltijden en sandwiches, kant-en-klare desserts

Klare maaltijden, sandwiches, soepen, sauzen, pasta, quiche, flans, bijgerechten voor vleesmaaltijden, roomtaartjes, trifles, samengestelde high risk-zoete desserts

Gekoeld, ingevroren

High/low risk-principes

Gelijkblijvende producten op kamertemper-atuur met pasteurisatie of sterilisatie door hittebehandeling

11 Laag/hoog zuur in blikken/glazen

Ingeblikte producten (bijv. bonen, soepen, maaltijden, fruit, tonijn). Producten verpakt in glas (bijv. sauzen, jams, ingelegde groente)

Dierenvoeding

Kamertemperatuur Inblikken

Hittebehandeling

UHT-behandeling

TABEL 3 PRODUCTCATEGORIEËN vervolg

106 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 106 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

AUDITGEBIEDCATEGORIE-NUMMER

CATEGORIE-OMSCHRIJVING PRODUCTVOOBEELDEN

OPSLAG-VOORWAARDEN

VOORBEELDEN VAN TECHNISCHE KENNIS VEREIST VAN DE AUDITOR

Gelijkblijvende producten op kamertemper-atuur zonder sterilisatie door hittebehandeling

12 Dranken Frisdranken waaronder gearomatiseerd water, isotonics, concentraten, puree, limonadesiropen, mineraalwater, tafelwater, ijs, kruidendrankjes, voedseldrankjes

Kamertemperatuur Waterbehandeling

Hittebehandeling

13 Gealcoholiseerde dranken en gefermenteerde/ gebrouwen producten

Bier, wijn, sterke drank

Azijn

Alcopops

Kamertemperatuur Distilleren, fermentatie, fortificatie

14 Bakkerij Brood, pastei, koekjes, cakes, taarten, broodkruimels

Kamertemperatuur, ingevroren

Bakken

15 Gedroogde voedingsmiddelen en ingrediënten

Soepen, sauzen, jus, specerijen, bouillons, kruiden, kruidenmix, vullingen, peulvruchten, bonen, rijst, noedels, notenbereiding, fruitbereiding, gedroogde dierenvoeding, vitamines, zout, additieven, gelatine, geglaceerd fruit, thuisbakken, siropen, suiker, thee, instantkoffie en koffieroom

Kamertemperatuur Drogen, hittebehandeling

16 Zoetwaren Suiker, chocolade, gompjes en geleisnoepjes, andere zoetwaren

Kamertemperatuur Hittebehandeling

17 Granen en snacks Havervlokken, muesli, ontbijtgranen, geroosterde noten, chips, papadums

Kamertemperatuur Extruderen, hittebehandeling

18 Oliën en vetten Kookoliën, margarine, vaste vetten, spreads, niervet, geklaarde boter

Saladedressings, mayonaise, vinaigrettes

Kamertemperatuur Verfijnen, hydrogenatie

TABEL 3 PRODUCTCATEGORIEËN vervolg

107WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 107 04/12/2014 16:33

APPENDIX 7CERTIFICAATSJABLOON

[Naam van certificeringsinstelling, nummer van certificeringsinstelling] verklaart hierbij dat na het uitvoeren van een audit

Met betrekking tot de volgende activiteiten:

Inclusief de vrijwillige modules:

Uitgesloten van de audit:

Productcategorieën:

Aan NAAM VAN ORGANISATIE, VESTIGINGSCODE

ADRES VAN AUDITVESTIGING

Heeft het voldoende cijfer behaald:

Voldoet aan de vereisten zoals omschreven in:

Wereldwijde norm voor voedselveiligheid, uitgave 7 januari 2015

Auditprogramma: [aangekondigd, onaangekondigd optie 1 of optie 2, opnieuw uitgegeven na verruiming van de reikwijdte]

Datum (data) van de audit: [Neem twee keer een tijdsspanne voor de onaangekondigde optie 2 op. Neem bij verruiming de datum van de aanvankelijke audit en de inspectiedatum op.]

Uitgiftedatum van het certificaat:

Datum van de nieuwe audit: van tot

Vervaldatum van het certificaat:

Geautoriseerd door

BRC-logoLogo van

geaccrediteerde

instelling

De naam en volledig adres van certificeringsinstellingReferentienummer voor traceerbaarheid van het certificaat

[naam van certificeringsinstelling]Indien u rechtstreeks feedback wilt geven aan het BRC op de BRC wereldwijde norm of op het auditproces, stuur dan een e-mail naar [email protected] of bel de BRC-hotline op: +44 (0)20 7717 5959.

Auditornummer NAAM OF LOGO VAN CERTIFICERINGSINSTELLING

108 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 108 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

ERNSTIG

NUM-MER

VOORSCHRIFT-VERWIJZING

OMSCHRIJVING VAN NIET-NA-LEVING CORRECTIE

VOORGESTELD PLAN OM VOORKOMEND TE HANDELEN (GEBASEERD OP EEN OORZAKENANALYSE)

AANGELEVERD BEWIJS (DOCUMENT/FOTO’S/BEZOEK/ANDERS)

BEOOR-DEELD DOOR EN DATUM

1 4.10.3.2 De metaaldetec-tie op beide rolbanden faalden in de identificatie van ijzerhoudende en niet-ijzerhoud-ende teststukken (synchronisa-tiefout)

De ingenieur werd opgeroepen en heeft gelijk de synchronisatie aangepast

De testmethode is aangepast om het afwijzen van testverpakking te omvatten

Medewerkers zijn getraind

Voorgesteld plan om voorkomend te handelen:

1) Het personeel opnieuw het belang, en de vereisten, bijgebracht van metaalop-sporing. (Dit is niet hetzelfde als de procedurele training in de correctie)

2) Specifieke controles op alle metaalopsporingsappa-raten worden opgenomen in het interne auditplan

3) Het beoordelen van alle onderdelen van het interne auditprogramma om te zorgen dat alle relevante systemen en processen zijn opgenomen

4) Een procedure voor metaalopsporing en bijwerken van verslagen om aan het vereiste te voldoen dat een gepaste manager aftekent (bijv. een shift- of lijnmanager)

Kopie van de procedure en trainingsverslag

M. Oliver

26/07/2015

APPENDIX 8VOORBEELD VAN AANGELEVERD BEWIJS VOOR HET CORRIGEREN VAN NIET-NALEVINGEN EN VOORKOMEND HANDELEN

109WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 109 04/12/2014 16:33

Accreditatie De procedure waarbij een gezaghebbend orgaan formele erkenning aan de bekwaamheid van een certificeringsinstantie geeft zodat deze certificeringsdiensten kan toetsen aan een specifieke norm.

Aangekochte goederen Goederen die niet ter plekke geproduceerd worden of onderdelen die niet ter plekke verwerkt worden maar aangekocht en doorverkocht worden.

Aangekondigde audit Een audit waarbij het bedrijf vooraf de geplande auditdag overeenkomt met de certificeringsinstantie.

Achterliggende oorzaak De onderliggende oorzaak van een probleem dat, indien adequaat opgelost, het opnieuw optreden van het probleem zal voorkomen.

Afgesloten productruimte Een omgeving binnen de fabriek waarin alle producten volledig zijn afgesloten, en daardoor niet vatbaar zijn voor omgevingsbesmetting.

Allergeen Een bekend voedingsbestanddeel dat fysiologische reacties veroorzaakt als gevolg van een immunologische reactie, bijv. noten en andere bestanddelen die in wetgeving met betrekking tot het land van productie of verkoop zijn geïdentificeerd.

ATP-bioluminescentietechnieken

Een snelle test voor reinheid van oppervlakken op basis van ATP (adenosinetrifosfaat) – een stof die wordt gebruikt bij energie-overdracht in cellen en daarom aanwezig is in biologische materialen.

Audit Een systematisch onderzoek om de naleving van praktijken met een vooraf vastgesteld systeem te meten, of het systeem effectief wordt geïmplementeerd en of het geschikt is voor het bereiken van de doelstellingen, uitgevoerd door gecertificeerde instanties.

Auditor Een persoon die over de juiste competenties en vaardigheden beschikt om een audit uit te voeren.

Authenticiteit Voedselauthenticiteit betekent dat voedsel of aangekochte onbewerkte grondstoffen die voor verkoop worden aangeboden, van de verwachte achtergrond, samenstelling en kwaliteit zijn.

Bedrijf De entiteit met wettelijk eigendom van de vestiging die geauditeerd wordt aan de hand van de wereldwijde BRC-norm.

Beheerd document Een document dat identificeerbaar is en waarbij de revisies en uitgebruikname gevolgd kunnen worden. Het document wordt verstrekt aan de geïdentificeerde personen en ontvangst door hen wordt geregistreerd.

Beheersing Het beheersen van de omstandigheden van een bewerking om naleving van de vastgestelde criteria te handhaven en/of de toestand waarin correcte procedures worden gevolgd en aan criteria wordt voldaan.

Beheersmaatregel Elke handeling of activiteit die kan worden gebruikt om een gevaar voor de productveiligheid te voorkomen of elimineren, of het te beperken tot een acceptabel niveau.

Bemiddelaar Een bedrijf dat handel faciliteert tussen een locatie of bedrijf en hun leveranciers van onbewerkte grondstoffen of verpakkingen of met klanten door dienstvoorziening, maar dat op geen enkel punt over de eigendomsrechten van de goederen beschikt.

Bereiden Een thermaal proces dat is ontworpen om een voedingsartikel gedurende 2 minuten tot minimaal 70 °C, of gelijkwaardig, te verhitten (zie ook appendix 3). Een alternatief bereidingsproces kan worden geaccepteerd of vereist wanneer deze aan erkende nationale richtlijnen voldoen en worden gevalideerd door wetenschappelijke onderbouwing.

Bereidingsklaar voedsel Voedsel dat door de fabrikant zo is ontworpen dat bereiding of andere verwerking vereist is voor het effectief elimineren van of beperken tot een acceptabel niveau van de betreffende micro-organismen.

Beschermende kleding Kleding die is ontworpen om het product te beschermen tegen eventuele besmetting door de drager.

APPENDIX 9BEGRIPPENLIJST

110 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 110 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

Besmetting Het introduceren of voorkomen van een ongewenst organisme, een ongewenste geur of een ongewenste stof in de verpakking, voeding of voedingsomgeving. Besmetting omvat fysische, chemische, biologische en allergenenbesmetting.

Bewaard productiemonster Representatief product of onderdelen die uit een productieproces zijn genomen en zorgvuldig worden bewaard voor raadpleging in de toekomst.

Buitenverpakking Verpakking die zichtbaar is wanneer het product wordt vrijgegeven vanaf de vestiging. Bijvoorbeeld, een kartonnen doos kan als buitenverpakking worden beschouwd zelfs als deze verpakt is in transparante folie.

CCP (Critical Control Point; kritisch beheerspunt)

Een stap waarbij controle kan worden uitgeoefend en die van wezenlijk belang is bij het voorkomen of elimineren van een gevaar voor de voedsel- of productveiligheid, of het beperken daarvan tot een acceptabel niveau.

Certificering De procedure waarbij een erkende certificeringsinstelling op basis van een audit en een beoordeling van de competentie van het bedrijf, een schriftelijke garantie biedt dat het bedrijf zich houdt aan de voorschriften van een norm.

Certificeringsinstelling Aanbieder van certificeringsdiensten, hiertoe geaccrediteerd door een gezaghebbend orgaan en geregistreerd bij de BRC.

CIP (Cleaning in Place; in-situ reiniging)

Het proces van het reinigen en ontsmetten van voedselverwerkingsapparatuur in geassembleerde toestand, zonder de apparatuur te hoeven ontmantelen en de afzonderlijke onderdelen te hoeven reinigen.

Clausule Een groep voorschriften en een intentieverklaring waaraan een vestiging zich moet houden om certificering te bereiken.

Codex Alimentarius Commissie

Een instantie die verantwoordelijk is voor het vaststellen van internationaal erkende normen, gedragscodes en richtlijnen, waarvan HACCP (Hazard Analysis en Critical Control Point; gevarenanalyse en kritische beheerspunten) één norm is.

Competentie Aantoonbaar vermogen om vaardigheden, kennis en begrip van een taak of onderwerp toe te passen voor het bereiken van beoogde resultaten.

Consument De eindgebruiker van het eindproduct, de grondstof of dienst.

Contractverpakker Een bedrijf dat het eindproduct verpakt in de consumentenverpakking.

Corrigerende maatregel Een handeling om de oorzaak van een waargenomen non-conformiteit weg te nemen.

Corrigerende maatregel Een handeling om de oorzaak van een waargenomen non-conformiteit weg te nemen.

Cross-docking Materiaal wordt gelost bij de distributielocatie en gehanteerd, maar niet formeel opgeslagen. Dit kan een uitstalgebied zijn waar inkomende materialen gesorteerd, samengevoegd en tijdelijk bewaard worden tot de uitgaande zending compleet en gereed voor verzending is.

De norm Wereldwijde norm voor voedselveiligheid, uitgave 7.

Distributie Het transport over de weg, via het spoor, door de lucht of met een schip van goederen in een container (goederen in vervoer).

Drinkwater Water dat veilig is om te drinken, vrij van verontreinigende stoffen en schadelijke organismen en in overeenstemming met lokale wettelijke voorschriften.

Eindconsument De uiteindelijke consument van een levensmiddel, die de voeding niet zal gebruiken als onderdeel van foodbusinessprocessen of -activiteiten.

Erkende laboratoriumaccreditatie

Laboratoriumaccreditatieregelingen die nationale en internationale acceptatie hebben vergaard, toegekend door een competente instelling en erkend door overheidsinstellingen of gebruikers van de norm, bijv. ISO 17025 of gelijkwaardig.

Fabrikant Een bedrijf dat producten produceert van grondstoffen en/of onderdelen en het product verpakt in retaileenheden of producten in bulk levert aan een verpakkingsbedrijf dat het product in retaileenheden verpakt. Een verpakker die producten in retaileenheden verpakt van in bulk aangeleverde materialen kan ook als ‘fabrikant’ geclassificeerd worden.

Functieomschrijving Een lijst met verantwoordelijkheden voor een bepaalde functie binnen een bedrijf.

Fundamenteel voorschrift Een voorschrift van de norm die betrekking heeft op een systeem dat goed geïnstalleerd, voortdurend onderhouden en voortdurend gecontroleerd moet worden door het bedrijf, omdat afwezigheid of slechte naleving van het systeem ernstige gevolgen kan hebben voor de integriteit of veiligheid van het geleverde product.

Gebouwen Een fysiek gebouw of plek in het bezit van het bedrijf en dat als onderdeel van een vestiging geauditeerd wordt.

111WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 111 04/12/2014 16:33

Gebruiker De persoon of organisatie die informatie aanvraagt van het bedrijf met betrekking tot certificering.

Genetisch gemodificeerd organisme (GGO)

Een organisme waarvan het genetische materiaal aangepast is aan de hand van de technieken van genetische modificatie zodat het DNA genen bevat die er normaal gesproken niet zijn.

Geprepareerd primair product

Een voedingsmiddel dat een was-, bijsnijd-, groottesorterings- of kwaliteitssorteringsproces heeft ondergaan en voorverpakt is.

Gevaar Een stof, wat voor soort dan ook, die potentieel schade kan veroorzaken (meestal biologisch, chemisch, fysisch of radiologisch).

Gewaarborgde status Producten geproduceerd in overeenstemming met een erkend productcertificeringsplan, waarvan de status moet worden behouden middels de door de BRC gecertificeerde productiefaciliteit, bijv. de wereldwijde goede agrarische praktijken.

Gewenst Geeft aan dat naleving van de inhoud van de clausule verwacht of gewenst is.

GFSI (Global Food Safety Initiative; wereldwijd voedselveiligheidsinitiatief)

Een project dat wordt beheerd door het Consumer Goods Forum voor het harmoniseren en benchmarken van internationale voedselveiligheidsnormen. (www.mygfsi.com).

GMP (Good Manufacturing Practice; goede productiepraktijken)

Ingevoerde procedures en praktijken die worden uitgevoerd aan de hand van de best practice-principes.

Goede hygiënepraktijken De combinatie van beheersingsprocedures voor processen, personeel en/of diensten die bedoeld zijn om te garanderen dat het product en/of de diensten voortdurend geschikte hygiëneniveaus bereiken.

HACCP (Hazard Analysis en Critical Control Point; gevarenanalyse en kritische beheerspunten)

Een systeem dat gevaren identificeert, beoordeelt en beheerst die van belang zijn voor de voedselveiligheid.

Herkomst De oorsprong of bron van voedsel of grondstoffen.

Het BRC-wereldmarktenprogramma

Een erkenning en auditprogramma die is ontworpen voor locaties die ofwel zeer klein zijn en voor wie de volledige norm niet gepast is of voor locaties die hun voedselveiligheidsmanagementsysteem aan het ontwikkelen zijn.

High care-gebied Een gebied dat is ontworpen naar hoge standaarden waar praktijken met betrekking tot personeel, ingrediënten, apparatuur, verpakking en omgeving erop gericht zijn productbesmetting met pathogene micro-organismen te beperken.

High care-gebied op kamertemperatuur

Een gebied dat is ontworpen naar hoge standaarden waar praktijken met betrekking tot personeel, ingrediënten, apparatuur, verpakking en omgeving erop gericht zijn productbesmetting met pathogene micro-organismen te beperken.

High care-product Een product dat gekoeld of bevroren moet worden tijdens opslag, kwetsbaar is voor de groei van pathogenen, een proces heeft ondergaan om de microbiologische besmetting te beperken tot veilige niveaus (doorgaans 1-2 logreductie) en klaar is om te worden gegeten of bereid.

High risk-gebied Een fysiek afgescheiden gebied dat is ontworpen naar een hoge hygiënestandaard, waar praktijken met betrekking tot personeel, ingrediënten, apparatuur, verpakking en omgeving erop gericht zijn productbesmetting met pathogene micro-organismen te voorkomen.

High risk-product Een gekoeld klaar om te eten/klaar om te bereiden product of voedingsmiddel waarbij een hoog risico op groei van pathogene micro-organismen bestaat.

Hulpstof Een stof dat niet als voedingsmiddel op zich geconsumeerd wordt, opzettelijk gebruikt bij de verweking van grondstoffen, voedingsmiddelen of hun ingrediënten om een bepaald technologisch doel te bereiken tijdens de behandeling of verwerking en wat kan resulteren in de onbedoelde, maar technisch onvermijdelijke, aanwezigheid van de residuen van de stof of de derivaten daarvan in het eindproduct – op voorwaarde dat deze residuen geen gezondheidsrisico vormen en geen technologisch effect hebben op het eindproduct.

Identiteit behouden Een product met een gedefinieerde oorsprong of puurheidskenmerken die in stand moeten worden gehouden in de voedselketen (bijv. middels traceerbaarheid en bescherming tegen besmetting).

Importeur Een bedrijf dat het vervoer van producten over een internationale grens mogelijk maakt. Doorgaans de eerste ontvanger van producten in dat land.

112 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 112 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

In voorkomend geval Met betrekking tot een voorschrift van de norm zal het bedrijf de noodzaak van het voorschrift beoordelen en, indien van toepassing, systemen, processen, procedures of apparatuur implementeren om te voldoen aan het voorschrift. Het bedrijf zal rekening houden met wettelijke voorschriften, best practice-normen, goede productiepraktijken en industrierichtlijnen, en enige andere informatie met betrekking tot de productie van een veilig en wettig product.

Incident Een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden en die kan resulteren in de productie of levering van onveilige, illegale of niet-conforme producten.

Initiële audit De BRC-audit van een bedrijf dat/vestiging die niet in het bezit is van een geldig BRC-certificaat. Dit kan de eerste audit zijn van een vestiging of een opvolgingsaudit van een vestiging waarvan het certificaat verlopen is.

Interne audit Algemeen auditproces voor alle activiteiten van het bedrijf. Uitgevoerd door of uit naam van het bedrijf voor interne doeleinden.

Intrekking van het certificaat

Herroeping van het certificaat. Het certificaat kan alleen opnieuw worden toegekend na het succesvol afronden van het volledige auditproces.

Kalibratie Een set handelingen die, onder gespecificeerde omstandigheden, de relatie vaststellen tussen hoeveelheidswaarden die worden aangegeven door een meetinstrument of meetsysteem, of waarden weergegeven middels een materiaalmeting of referentiemateriaal, en de overeenkomende waarden gerealiseerd door normen.

Kant-en-klaar voedsel Voedsel dat door de fabrikant bedoeld is voor rechtstreekse menselijke consumptie zonder dat bereiding of andere verwerking vereist is voor het effectief elimineren van of beperken tot een acceptabel niveau van de betreffende micro-organismen.

Kernmedewerkers Medewerkers wier activiteiten invloed hebben op de veiligheid, wettigheid en kwaliteit van het eindproduct.

Klant Een bedrijf of persoon waaraan een product of dienst is geleverd, hetzij als eindproduct of als onderdeel van het eindproduct.

Klantenfocus Een gestructureerde aanpak voor het vaststellen van en inspelen op de behoeften van een organisatie waaraan het bedrijf producten levert, die kan worden gemeten aan de hand van prestatie-indicatoren.

Kwaliteit Voldoen aan de specificatie en verwachting van de klant.

Kwantiteitscontrole Controle van de hoeveelheid product in de consumentenverpakking. Kan betrekking hebben op gewicht, volume, aantal stuks, afmeting, etc.

Kwantiteitscontrole/massabalans

Een afstemming van de hoeveelheid inkomende grondstoffen ten opzichte van de hoeveelheid gebruikt in de resulterende eindproducten, ook rekening houdend met verwerkingsafval en herbewerking.

Leverancier De persoon, de firma, het bedrijf of enige andere entiteit aan wie de aankooporder voor levering vanaf de vestiging wordt geadresseerd.

Low risk-gebied Een gebied waar de verwerking van of omgang met goederen een minimaal risico op productbesmetting of groei van micro-organismen oplevert, of waar de daaropvolgende verwerking of bereiding van het product door de consument productveiligheid garandeert.

Mag Geeft een voorschrift of tekst aan die een richtlijn biedt, maar niet verplicht is voor naleving van de norm.

Merkeigenaar De eigenaar van een logo of merknaam die het betreffende logo of de naam op retailproducten plaatst.

Merkproduct Producten die het logo, auteursrecht of adres dragen van een bedrijf dat geen retailer is.

Moet Geeft een eis aan dat aan de inhoud van de clausule moet worden voldaan.

Monitoring Een geplande volgorde van observaties en metingen die gedefinieerde beheersbare parameters toetst aan voorgestelde limieten.

Monsternameplan Een gedocumenteerd plan waarin het aantal te selecteren monsters, de acceptatie- of afkeuringscriteria en de statistische betrouwbaarheid van het resultaat worden gedefinieerd.

Naleving Het voldoen aan de reglementaire voorschriften of behoeften van de klant met betrekking tot productveiligheid, wettelijkheid en kwaliteit.

Niet-naleving Het niet voldoen aan een gespecificeerd voorschrift voor productveiligheid, wettigheid of kwaliteit of aan een gespecificeerd systeemvoorschrift.

113WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 113 04/12/2014 16:33

Nutsvoorzieningen Grondstoffen of diensten, zoals elektriciteit of water, die door een openbaar lichaam geleverd worden.

Onaangekondigde audit Een audit die wordt uitgevoerd op een datum die niet vooraf bekend wordt gemaakt aan het bedrijf.

Onbewerkte grondstof Elk basismateriaal of elke halffabricaat die door de organisatie wordt gebruikt voor de vervaardiging van een product. Onbewerkte grondstof omvat verpakkingsmateriaal.

Onbewerkte voedingsgrondstoffen

Voedselingrediënten, additieven en technologische hulpstoffen die worden gebruikt in productie.

Opdrachtgever Het bedrijf of de persoon die het product of de dienst vraagt.

Opdrachtnemer of leverancier

Een persoon of organisatie die diensten of materialen levert.

Open productruimte Een ruimte waarbinnen het product blootgesteld staat aan de omgeving (d.w.z. niet volledig is afgesloten door een verpakking of door machines/pijpleidingen).

Opschorting Wanneer een certificaat voor een bepaalde periode wordt herroepen, in afwachting van corrigerende maatregelen van het bedrijf.

Partij Zie definitie 'Batch'.

Positieve vrijgave Garanderen dat een product of materiaal van een acceptabele standaard is vóór vrijgave voor gebruik.

Prestatie-indicatoren Samenvattingen van gekwantificeerde gegevens die informatie verschaffen over het nalevingsniveau ten opzichte van overeengekomen doelstellingen, bijv. klachten van klanten, productincidenten, laboratoriumgegevens.

Primaire verpakking De verpakking die de verkoopeenheid vormt en wordt gebruikt en weggegooid door de consument, bijv. fles, sluiting en etiket.

Procedure Overeengekomen methode voor het uitvoeren van een activiteit of proces dat geïmplementeerd wordt en wordt gedocumenteerd in de vorm van gedetailleerde instructies of procesomschrijving (bijv. een stroomschema).

Producten met retailermerk Producten die het logo, auteursrecht, adres of ingrediënten gebruikt voor productie in de gebouwen van de retailer. Dit zijn producten die wettelijk worden beschouwd als zijnde de verantwoordelijkheid van de retailer.

Quarantaine De status die wordt gegeven aan een materiaal of product die gescheiden wordt gehouden in afwachting van bevestiging van de geschiktheid voor het beoogd gebruik of de verkoop.

Referentiemonster Overeengekomen product of onderdelen voor verwijzing door de fabrikant voor productie.

Retailer Een bedrijf dat producten aan het publiek verkoopt middels retail.

Retailmerk Een handelsmerk, logo, auteursrecht of adres van een retailer.

Risico De waarschijnlijkheid van het optreden van schade als gevolg van een gevaar.

Risicoanalyse Een proces dat bestaat uit drie onderdelen: risicobeoordeling, risicobeheersing en risicocommunicatie.

Risicobeoordeling De identificatie, evaluatie en schatting van de mate van risico van een proces om een passend beheersingsproces vast te stellen.

Satellietdepot Een magazijn/distributievestiging die uitsluitend producten ontvangt van een andere vestiging binnen hetzelfde bedrijf.

Schema Een getabelleerde verklaring die details biedt van handelingen en/of tijdschema's.

Schorsing van het certificaat Het voor een bepaalde periode herroepen van een certificaat, in afwachting van corrigerende maatregelen van het bedrijf.

Secundaire verpakking Verpakking die wordt gebruikt om verkoopeenheden te bundelen voor en vervoeren naar de retailomgeving, bijv. golfkartonnen dozen.

Seizoensgebonden productievestiging

Een product dat bij een vestiging wordt geoogst en verwerkt die specifiek wordt geopend voor de duur van de korte termijn van die oogst (meestal 12 weken of korter) gedurende een cyclus van 12 maanden.

Senior management Zij met strategische/grote operationele verantwoordelijkheid voor het bedrijf en die beschikken over de capaciteit om financiële bronnen of personele zaken te autoriseren die noodzakelijk zijn voor de implementatie van de norm.

Specificatie Een expliciete of gedetailleerde omschrijving van een materiaal, product of dienst.

Stroomdiagram Een systematische weergave van de volgorde van stappen of handelingen die worden gebruikt bij de productie of vervaardiging van een bepaald voedingsmiddel.

114 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 114 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

Terugroeping van producten

Eventuele maatregelen gericht op het retourneren van een ongeschikt product door klanten en eindgebruikers.

Traceerbaarheid Het vermogen grondstoffen, onderdelen en producten te traceren en volgen door alle fasen van ontvangst, productie, verwerking en distributie, zowel voorwaarts als achterwaarts.

Trend Een geïdentificeerd patroon van resultaten.

Tussenpersoon Een bedrijf dat eigendomsrechten op producten koopt of overneemt voor wederverkoop aan bedrijven, bijv. fabrikanten, retailers of foodservicebedrijven, maar niet aan de uiteindelijke consument.

Uit de handel nemen van producten

Eventuele maatregelen gericht op het retourneren van ongeschikte producten of producten die buiten de specificatie vallen door klanten, maar niet door eindgebruikers.

Validatie Het verkrijgen van bewijs dat door de provisie van objectief bewijzen aantoont dat een controle of aanmeting, indien juist geïmplementeerd, een specifieke uitkomst kan bezorgen.

Vereiste De standaard milieu- en operationele omstandigheden in een voedingsmiddelenbedrijf die noodzakelijk zijn voor de productie van veilig voedsel. Deze beheersen generieke gevaren en omvatten goede productiepraktijken en goede hygiënepraktijken en zullen worden meegenomen in de HACCP-studie.

Verificatie De toepassing van methoden, procedures, testen en andere evaluaties als aanvulling op monitoring en die bedoelt zijn te bepalen of een beheerspunt of aanmeting naar behoren functioneert.

Versnijding Het toevoegen van onvermeld materiaal aan een voedselproduct om economisch voordeel te behalen.

Verwarmingsklaar voedsel Voedsel dat door de fabrikant zo is ontworpen dat het geschikt is voor rechtstreekse menselijke consumptie zonder de noodzaak het te bereiden, maar waarbij de organoleptische kwaliteit beter wordt na verwarming voor gebruik. De verhitting van dit product is bedoeld om het product meer eetbaar te maken.

Verwerkte levensmiddelen Een voedselproduct dat een van de volgende processen heeft ondergaan: aseptisch afvullen, bakken, door beslag halen, mengen, bottelen, paneren, brouwen, inblikken, coaten, koken, zouten, snijden, in blokjes snijden, distilleren, drogen, extruderen, fermenteren, vriesdrogen, invriezen, bakken, heet afvullen, bestraling, microfiltering, in de magnetron bereiden, vermalen, mixen, verpakken in een aangepaste atmosfeer, vacuüm verpakken, verpakken, pasteuriseren, inleggen, roosteren, in plakjes snijden, roken, stomen of steriliseren.

Verzending Het punt waarop het product de fabriekslocatie verlaat of niet langer de verantwoordelijkheid van het bedrijf is.

Vestiging Een eenheid van een bedrijf; de entiteit die geauditeerd wordt en het onderwerp van het auditrapport en het certificaat is.

Voedselbescherming Aangenomen procedures die de veiligheid van onbewerkte grondstoffen en producten verzekeren tegen schadelijke besmetting of diefstal.

Voedselfraude Vervalsing en opzettelijke verwisseling, aanlengen van of toevoeging aan producten of onbewerkte grondstoffen, of door een verkeerde voorstelling van het product of grondstof, met als doel een financieel voordeel te behalen door de aangenomen waarde van het product te verhogen of de productiekosten te verminderen.

Voedselveiligheid Garantie dat voedsel de consument geen schade zal berokkenen als het wordt bereid en/of gegeten in overeenstemming met het beoogd gebruik.

Voedselverwerker Iemand dat voedsel hanteert of bereidt, hetzij open (onverpakt) of verpakt.

Voedselverzekering Aangenomen procedures die de veiligheid van onbewerkte grondstoffen en producten verzekeren tegen schadelijke besmetting of diefstal.

Voertuig Elk toestel dat wordt gebruikt voor het vervoeren van het product dat in staat is zich te bewegen op snelwegen, waterwegen of in de lucht. Voertuigen kunnen gemotoriseerd zijn (bijv. een vrachtwagen) of niet (bijv. een container of treinwagon).

Voorschrift De verklaringen die een clausule vormen en aan de hand waarvan vestigingen, bij naleving, gecertificeerd kunnen worden.

Voorverpakte producten Producten in hun uiteindelijke verpakking die is ontworpen voor verkoop aan de consument.

Werk in uitvoering Deels geproduceerde producten, halffabricaten of materialen in afwachting van verdere productie.

Werkkleding Kleding die is ontworpen om het product te beschermen tegen eventuele besmetting door de drager.

Wettigheid Op de locatie van productie en in de landen waar het product/de producten zal/zullen worden verkocht.

115WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 115 04/12/2014 16:33

Het BRC is dankbaar voor de bijdrage van leden van werkgroepen en stuurcomités aan de ontwikkeling van uitgave 8 van de wereldwijde norm voor voedselveiligheid. Hun namen zijn in alfabetische volgorde hieronder opgenomen.

Emma Adams Morrisons

Jon Adams Morrisons

Shanti Anant Kellogg’s

Richard Baldwin UKAS

Patrick Bele Bureau Veritas (Franstalig coöperatief)

Karen Betts BRC Global Standards

Alan Botham 2 Sisters Food Group

Kate Bown Asda

David Brackston BRC Global Standards

Alison Britton NSF-certificering

Andy Brown Food en Drink Federation

Stefano Cardinali DNV GL (Italiaans coöperatief)

Ella Castro Whole Foods Market

Jeremy Chamberlain SGS UK Ltd (VK coöperatief)

Neil Checketts Sobeys

Almudena Hernandez Cimiano AENOR (Spaans coöperatief)

Andrew Clarke Maple Leaf Foods

Alison Cousins BRC Global Standards

Su Dakin British Frozen Food Federation

Alain Dewael Starbucks

Siarl Dixon SAI Global Assurance Services

Andrew Donkin The Co-operative Group

Lori Ernst Food Safety Net Services

Barry Eschbach Land O’Lakes

Julia Ferrell Bay State Milling Company

John Figgins BRC Global Standards

Suzanne Finstad Tyson Foods, Inc.

Alison Friel Waitrose Ltd

Kaarin Goodburn Chilled Foods Association

Lindsay Hay PepsiCo

Michael Hayes Del Monte Corporation

APPENDIX 10DANKWOORD

116 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 116 04/12/2014 16:33

APPE

ND

ICE

S

Brandon Headlee ConAgra Foods

Daniel Herzog Gonnella Baking Co.

Steve Hessey Bakkavor

Nick Hodgson PepsiCo

Juliette Jahaj Sainsbury’s Supermarkets Ltd

Sherri Jenkins JBS

Rima Kapadi Target

Andrew Kerridge Wyvern Food Solutions

Ron Kill Micron2 Ltd (VK coöperatief)

Daniel Kingdon Tesco PLC

Elizabeth Krushinskie Mountaire Farms

John Kukoly BRC Global Standards

Alec Kyriakides Sainsbury’s Supermarkets Ltd

Heidi Lammers Land O’Lakes

Richard Leathers Campden BRI

Ian Lewis The Co-operative Group

Kenny Lum Seafood Products Association

Steven Lyon Chick-Fil-A, Inc.

Darcy MacPhedran Sobeys

Carol von Malsen TÜV SÜD Management Service GmbH (Duits coöperatief)

Bruno Marberger Whole Foods Market

Joseph Martin ConAgra Foods

Shannon McCoy Maple Leaf Foods

Meghann McLeod Yum! Brands, Inc.

Margaret McPheat Greencore

Sara Mortimore Land O’Lakes

Rob Nugent Provision Trade Federation

Kim Onett Silliker, Inc.

Tom Owen BRC Global Standards

Sarah Oxendale Target Corporation

Robert Prevendar NSF

Alicia Pulings Gonnella Baking Co.

Joelle Ramon ConAgra Foods

Chris Rezendes Seafood Products Association

Lynette Ryan Tyson Foods, Inc.

Patrick Sanchez Newly Weds Foods

Tom Sandbach The Co-operative Group

Rich Simmons NSF

Carol Smith AIB International, Inc.

Tim Smith Bimbo Bakeries USA

Geoff Spriegel Food Consulting International

117WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 117 04/12/2014 16:33

Len Steed AIB International, Inc.

Helen Thornton The Co-operative Group

Bruce Tobias Wegmans Food Markets, Inc.

Maggie Tritt Del Monte Corporation

Jon Tugwell Fresh Produce Consortium

Trish Twohig Iceland Foods Ltd

Ron Vail AIB International, Inc.

Chris Walker Food en Drink Federation/Weetabix

Christopher Ward Booker Ltd

Garry Warhurst British Meat Processors Association

Jane Weitzel Wegmans Food Markets, Inc.

Sue Williams SAI Global Assurance Services (VK coöperatief)

118 WWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

BRC Food Stndard 7 Text 02 Pts III+IV+Appendices.indd 118 04/12/2014 16:33

WE

RE

LDW

IJDE

NO

RM

VO

OR

VO

EDSELV

EILIGH

EID U

ITGA

VE 7

JAN

UA

RI 20

15

BRC Global Standards 21 Dartmouth Street Londen SW1H 9BP Verenigd KoninkrijkTel: +44 (0)20 7854 8900 Fax: +44 (0)20 7854 8901 E-mail: [email protected]

Leer meer over het certificeringsprogramma van de BRC-wereldwijde norm opWWW.BRCGLOBALSTANDARDS.COM

Leer meer over het digitale abonnement op de BRC-wereldwijde norm opWWW.BRCPARTICIPATE.COM

Voor het kopen van uitgaven van de BRC-wereldwijde norm als gedrukte kopie of PDF, bezoekWWW.BRCBOOKSHOP.COM