vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en...

8
Omgaan met de cliënt Psychologie: het hechtingsproces De hechting begint al ver voor de geboorte. Pre-conceptie de band met de baby wordt al opgebouwd voordat de vrouw daadwerkelijk zwanger is. In de vorm van de dromen en verlangens van de aanstaande ouders. Zwangerschap na 6 maanden in de baarmoeder heeft de foetus vaardigheden ontwikkelt die voorlopers zijn van hechtingsprocessen. Hij hoort zijn moeder en reageert op haar emoties. Na de geboorte het kind ontwikkelt zijn eigen persoonlijkheid, dit is verschillend van het droombeeld dat in het hart van zijn ouders leeft. De grondslag voor een gehechtheidsrelatie de behoefte om nabijheid te zoeken tot een beschermende soortgenoot. (NIET: voeding of verzorging). Er is sprake van gehechtheid als iemand geneigd is om nabijheid tot of contact met een specifieke persoon te zoeken, vooral in situaties van angst, vermoeidheid, spanning of ziekte. De gedragingen die dan worden ingezet om het gehechtheidsysteem te activeren, noemen we gehechtheidgedragingen. Wat hierbij het meest opvalt is dat het gedrag vooral naar voren komt als iemand bang, moe, ziek is of pijn heeft. Het uiten van de gehechtheid heeft te maken met de ontwikkelingsfase van het kind. Afhankelijk van de ontwikkelingsfase en de omstandigheden, zal het kind andere gehechtheidsgedragingen inzetten. Het doel van de gehechtheidsgedragingen is het verkrijgen van een gevoel van veiligheid. Voor kinderen is deze veiligheid noodzakelijk om de wereld om hen heen te kunnen ontdekken en van daaruit onafhankelijk te worden. Bijna alle kinderen zijn gehecht, ook als zij misbruikt of verwaarloosd worden door de moeder. Niet elk kind is echter veilig gehecht. Ouders en kinderen leren elkaar in de eerste levensmaanden en – jaren van hun nieuwe relatie stilaan kennen en bieden elkaar vertrouwen, steun en veiligheid. Ze raken aan elkaar gehecht als verschillende, maar betrokken personen. Vanuit de ouders De omwenteling die de zwangerschap teweeg heeft gebracht, heeft de emotionele energie van de ouders gewekt. Ze zoeken en accepteren de individualiteit van de baby (ook als deze anders is dan ze gedroomd hadden).

Transcript of vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en...

Page 1: vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en zuigeling is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Moeder en kind zijn een

Omgaan met de cliëntPsychologie: het hechtingsproces

De hechting begint al ver voor de geboorte. Pre-conceptie de band met de baby wordt al opgebouwd voordat de vrouw daadwerkelijk zwanger is. In de vorm van de dromen en verlangens van de aanstaande ouders.Zwangerschap na 6 maanden in de baarmoeder heeft de foetus vaardigheden ontwikkelt die voorlopers zijn van hechtingsprocessen. Hij hoort zijn moeder en reageert op haar emoties.Na de geboorte het kind ontwikkelt zijn eigen persoonlijkheid, dit is verschillend van het droombeeld dat in het hart van zijn ouders leeft.

De grondslag voor een gehechtheidsrelatie de behoefte om nabijheid te zoeken tot een beschermende soortgenoot. (NIET: voeding of verzorging).Er is sprake van gehechtheid als iemand geneigd is om nabijheid tot of contact met een specifieke persoon te zoeken, vooral in situaties van angst, vermoeidheid, spanning of ziekte. De gedragingen die dan worden ingezet om het gehechtheidsysteem te activeren, noemen we gehechtheidgedragingen. Wat hierbij het meest opvalt is dat het gedrag vooral naar voren komt als iemand bang, moe, ziek is of pijn heeft. Het uiten van de gehechtheid heeft te maken met de ontwikkelingsfase van het kind. Afhankelijk van de ontwikkelingsfase en de omstandigheden, zal het kind andere gehechtheidsgedragingen inzetten.Het doel van de gehechtheidsgedragingen is het verkrijgen van een gevoel van veiligheid. Voor kinderen is deze veiligheid noodzakelijk om de wereld om hen heen te kunnen ontdekken en van daaruit onafhankelijk te worden. Bijna alle kinderen zijn gehecht, ook als zij misbruikt of verwaarloosd worden door de moeder. Niet elk kind is echter veilig gehecht.

Ouders en kinderen leren elkaar in de eerste levensmaanden en – jaren van hun nieuwe relatie stilaan kennen en bieden elkaar vertrouwen, steun en veiligheid. Ze raken aan elkaar gehecht als verschillende, maar betrokken personen.

Vanuit de oudersDe omwenteling die de zwangerschap teweeg heeft gebracht, heeft de emotionele energie van de ouders gewekt. Ze zoeken en accepteren de individualiteit van de baby (ook als deze anders is dan ze gedroomd hadden).

Vanuit de babyDe baby heeft veel verschillende zintuiglijke en motorische gedragspatronen om de aandacht te trekken. Hij heeft een vermogen tot aandacht en interactie als hij door een volwassene wordt vastgehouden en verzorgd. Baby’s kunnen bijvoorbeeld al imiteren, reageren op het stemgeluid van hun ouders (dit onderscheiden van dat van een andere volwassene). Ze reageren vaak op een hogere stem (en volwassenen zetten automatisch een hogere stem op als ze tegen baby’s praten). De baby heeft overduidelijk belangstelling voor menselijke stemmen en gezichten. De ouders/verzorgers ontdekken hoe ze de baby kunnen troosten. Als ouders zich bewust zijn van het grote scala aan gedragingen dat de baby tot zijn beschikking heeft, zullen ze dit kunnen zijn als een vorm van communicatie.

Er is sprake van een belangrijke wisselwerking. Ouders verwachten al het soort gedrag dat een baby van nature vertoont. Als die verwachting wordt bevestigd, krijgen ze meer vertrouwen in hun eigen kunnen.

Page 2: vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en zuigeling is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Moeder en kind zijn een

Een baby die zichzelf (met of zonder hulp van buitenaf) niet onder controle kan houden, is heel lastig voor de ouders. Zij voelen zich vaak onzeker. Het is belangrijk om zijn schrikreacties te beperken, om te voorkomen dat hij in een onhandelbare toestand zou raken. Als hij rustig is kan hij pas leren hoe hij zich moet beheersen. Tot die tijd moet er rustig en vriendelijk mee worden omgegaan.

Het gedrag van de baby lijkt erop gericht zijn ouders in vervoering te brengen. Als ouders kunnen zien dat hun baby goed reageert, kan dit de communicatie en het hechtingsproces enorm bevorderen.

Visies op de hechtingEen baby wordt niet meer gezien als een hulpeloos, chaotisch of onvoorspelbaar wezentje, maar als individu met uiterst voorspelbare reacties op zowel positieve als negatieve prikkels uit de buitenwereld. Deze reacties bepalen weer de reacties van de verzorger, zodat er een wederzijds feedbacksysteem ontstaat dat bij de baby past.

Spitz: het vormingsproces bestaat uit een reeks uitwisselingen tussen twee partners, moeder en kind, die elkaar wederzijds vicieus beïnvloeden.Psychoanalyse: er is een omwenteling in de ouders bij het afstemmen op hun baby, die omwenteling creëert niet alleen een behoefte aan steun, maar ook een unieke kans op verandering en groei. Bowlby: er zijn vele elementaire, primaire reacties op menselijke partners. ‘De componenten van instinctieve responsen’. Zuigen, vastklampen, grijpen, huilen en lachen zijn elementaire vormen van interactie en binding met de moeder. Het is dus de aangeboren geschiktheid van de zuigeling om een rol te spelen bij de sociale uitwisseling met zijn verzorger.Winnicott: wat er gebeurt tussen moeder en zuigeling is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Moeder en kind zijn een op zichzelf staande eenheid, maar wel nauw verbonden. Het is belangrijk dat er wederzijdsheid tussen zuigeling en moeder ontstaat.Ethologie: de competenties van de zuigeling zijn van invloed op de verzorger. De zuigeling zorgt ervoor dat er moederlijke reacties opgewekt worden. De zuigeling is dus een actief deelnemer in de vorming van de ouder-zuigelingrelatie.

In de hechting zijn een aantal kritieke fasen. Dit zijn de periode van verhoogde energie in ouders en zuigeling vlak na de geboorte en ander perioden waarin veel veranderingen plaatsvinden. Een zuigeling heeft een aantal aangeboren eigenschappen, in de dierenwereld zie je dat ook terug. Kleine diertjes weten wat ze moeten doen. De mensen zijn weliswaar beter in staat zich aan te passen, er is evengoed sprake van aangeboren krachten en verhoogde energie in de nieuwe ouder en kleine baby, waardoor zij zich aan elkaar gaan hechten en meer over elkaar te weten willen komen.

Ook leren en interactie spelen een rol. Begrippen uit leertheorieën hebben gezorgd voor een beter inzicht in de prille ouder-zuigenlingrelatie. Conditionering en reïnforcement spelen duidelijk een rol vanaf de eerste dagen. Bij een aanvankelijk toevallige gedraging (lachje, vocalisatie, beweging) komt er een positieve respons van de ouder. Daarmee krijgt de zuigeling de boodschap dat zijn gedrag belangrijk was.

Individuele verschillenWat opvalt na jarenlange studies, is de grote verschillen tussen het ene en het andere kind. Dat geldt zowel voor de manier waarop een zuigeling deelneemt aan de vroegste interacties, als voor de manier waarop de ouders reageren. Zwangerschap levert zoveel psychologische energie dat ouders hun kind extra goed kunnen begrijpen en aanvoelen. Ouders gaan op zoek naar de individualiteit van hun baby en leren deze op juiste waarde schatten.

Page 3: vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en zuigeling is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Moeder en kind zijn een

De gezinnen waarin de persoonlijkheid van de baby en het koesterend vermogen van de ouders op elkaar aansluiten, functioneren vaak het beste. De wensen en verwachtingen verschillen ontzettend van ouderpaar tot ouderpaar. Ook ouders hebben karaktereigenschappen waardoor zij niet elk type baby aankunnen.

HechtingspatronenEr is een techniek ontwikkelt om hechting te meten. Door een aantal in scène gezette situaties kan de aard van de hechting tussen het kind en zijn verzorger gemeten worden. Er werd daarna onderscheid gemaakt in drie categorieën.

Veilig gehechtHet kind reageert als de opvoeder de kamer verlaat, maar gaat na een tijdje op onderzoek uit. Het kind zoekt toenadering als de opvoeder terugkomt. Er is sprake van wederzijdse blijdschap in het contact tussen opvoeder en kind. Het kind laat een gezonde balans zien tussen exploratiedrang en gehechtheidsdrang.

Angstig-vermijdend gehechtHet kind lijkt niet te reageren op de afwezigheid van de opvoeder en richt zijn aandacht op het speelgoed in de kamer. Als de opvoeder terugkomt richt deze zijn aandacht eerder op het speelgoed dan op het kind. Kinderen die onveilig-vermijdend gehecht zijn, hebben ervaren dat de opvoeder afwijzend zakelijk of weinig sensitief is. Het kind laat geen gevoelens zien bij de afwezigheid van de opvoeder, omdat deze kunnen lijden tot afwijzing. Het kind gebruikt veel energie om de natuurlijke hechtingsrelatie te onderdrukken en is erg gespannen.

Angstig-ambivalent gehechtHet kind zoekt constant toenadering tot de opvoeder en onderneemt weinig zelfstandig. Het kind is angstig als de opvoeder de kamer verlaat en gaat niet op onderzoek uit. Wanneer de opvoeder terugkomt wordt deze met boosheid en verontwaardiging begroet. Ook daarna gaat het kind niet verder met spelen. Het hechtingssysteem wordt overmatig geactiveerd, waardoor er geen ruimte is om aan andere behoeften te voldoen. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief en onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Proces van de zelfregulatie en de co-regulatieDe eerste taak van de baby is zichzelf te leren reguleren. Dit houdt in:

Het leren beheersen van hun input- en outputsystemen. Ze moeten prikkels buiten sluiten dan wel toelaten.

Het leren regelen van hun eigen bewustzijnstoestanden en fysiologische systemen. Het leren regelen en beheersen van hun motorische activiteit en hun autonome responsen.

Een baby ‘vertelt’ de ouders of ze het goed doen. De baby heeft het vermogen om zowel de externe prikkel die van zijn moeder komt als de interne prikkel van zichzelf te reguleren. Hij laat vanzelf merken of het prikkelingsniveau hoger of lager moet.

De taak van de ouders is hulp bieden bij zelfregulatie, co-regulatie. Deze bestaat uit: Emotionele responsiviteit: affectieve signalen van de baby opvangen en erop reageren. Reflectief functioneren: de mogelijkheden om de innerlijke gevoelswereld van een ander te

begrijpen. Dit biedt de baby een veilige basis om zijn eigen gevoelens en gedachten te ontdekken en om zichzelf te leren kennen als een andere persoon dan zijn moeder.

Containment: in staat zijn de chaotische gevoelens en vooral negatieve sensaties van de baby op te vangen, te bewaren en te verdragen. De baby is nog niet in staat om zelf zijn spanningsniveau te reguleren.

Page 4: vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en zuigeling is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Moeder en kind zijn een

Er is ook sprake van attunement, harmonische afstemming. Bij een harmonische afstemming reageert de moeder adequaat op de verschillende signalen van het kind. Dit noemt men ook wel sensitieve responsiviteit.

Problemen rond regulatieDe meeste baby’s vertonen de eerste maanden onregelmatigheden in slaap-waakritme, voedingsritme en emotionele stemming. Dit is normaal en de problemen lossen zich over het algemeen vanzelf op. Als er echter factoren zijn die een negatief effect hebben op de interactie tussen ouder en baby blijven de problemen rond de regulatie van slapen, voeden en stemmingen soms bestaan.Dit wordt vaak zichtbaar in de moeite die de baby heeft met het organiseren van een kalme, alerte of positief affectieve toestand.

Per kind is dit erg verschillend. Het ene kind raakt snel overprikkeld, terwijl het andere kind steeds op zoek gaat naar andere prikkels. Voortdurende regulatieproblemen kunnen leiden tot een regulatiestoornis. Dit gebeurt meestal als moeders niet in staat zijn hun kinderen een voorspelbaar houvast te bieden (bijvoorbeeld omdat zij een postnatale depressie hebben).

Als de baby zorg nodig heeft en deze niet komt, raakt de baby verder overstuur. Zo ontstaat er een negatieve spiraal.

Criteria die kenmerkend zijn voor regulatieproblemen zijn: moeite zichzelf te kalmeren, hoge prikkelbaarheid, slaapproblemen, aandachtsproblemen, moeite om hun stemming te reguleren, voedingsproblemen, separatieproblemen, problemen in de sensoriële informatieverwerking.

Deze problemen worden op latere leeftijd vaak gezien als afzonderlijke problemen, waarbij onvoldoende aandacht is voor de onderliggende regulatieproblematiek.

Match – mismatch – rematchHet is belangrijk dat de communicatie-afstemming goed verloopt. Mismatches moeten omgezet kunnen worden in rematches. Het vermogen van ouder en kind om mismatches op te lossen, vormt de kern van een veilige gehechtheid.

In normale situaties kijkt een baby weg als hij/zij overprikkeld wordt. Dit is een normale manier om teveel opwinding te reguleren. De ouder pauzeert dan, tot het kind weer terugkijkt.In de meeste ouder-baby relaties blijft het niveau van opwinding optimaal en geassocieerd met een positief gevoel. De essentie van een goede baby-ouderinteractie, is niet een optimale afstemming, maar de balans tussen verstoringen en reparaties. Hoe groter het vermogen is van de ouder-babyrelatie om mismatches te repareren, des te waarschijnlijker dat een kind met 12 maanden veilig gehecht is.

Vier stadia in de eerste interactie: moeder leert haar moederrolOuders moeten leren hoe ze hun baby onder controle kunnen krijgen. Hoe ze eigen input kunnen verminderen om het wankele evenwicht in het kind niet te verstoren en hoe ze hun eigen gedragsresponsen moeten aanpassen aan de individuele drempels van hun baby.

De baby moet in de eerste plaats leren zichzelf te reguleren, met name de autoregulatie is hierbij erg belangrijk. Hierbij is hulp bij de zelfregulatie van ouders enorm belangrijk. Ouders moeten vaak van alles uitproberen, ook nietsdoen. In korte tijd kan men leren wat de baby probeert te zeggen met zijn gedrag.

Page 5: vroedkundeturnhout.files.wordpress.com€¦ · Web viewWinnicott: wat er gebeurt tussen moeder en zuigeling is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Moeder en kind zijn een

Postnatale depressie- vicieuze cirkelBaby nodigt uit tot interactie weinig tot geen respons op uitnodigingen baby haakt af baby reageert niet meer op moeder werkt ontmoedigend voor moeder neerslachtigheid en schuldgevoelens nemen toe versterkt de depressie.

Eerste hechting: 0-8 wekenDe baby is nog erg in zichzelf gekeerd en contactmomenten zijn schaars. De taak van de baby is:

Het leren beheersen van zijn input- en outputsystemen. Het leren regelen van eigen bewustzijnstoestanden en fysiologische systemen. Het leren regelen en beheersen van hun motorische activiteit en autonome responsen

teneinde aandacht voor volwassen partners in de interactie op te kunnen brengen.

De opdracht voor de moeder is: empathie, vertrouwen en contact tot stand brengen. Moeder leert inspelen op het geheel eigen ritme van de baby. Zij biedt dus hulp bij de zelfregulatie van de baby.

Het verlengen van de aandachtAls zuigelingen een bepaalde mate van autoregulatie hebben verworven, kunnen ze letten op en gebruik maken van sociale aanwijzingen om hun momenten van aandacht te verlengen en complexere boodschappen te accepteren en te integreren.Als er meer controle komt over hun motorische en autonome systemen voor het geven/vragen van aandacht, gaan zij dat proces beter beheersen.Hun eigen snel groeiende vermogens maken de volwassene duidelijk dat ze openstaan voor communicatie.Ze leren hoe ze zich aan moeten passen aan het ritme van geven en nemen.

Dit vindt voornamelijk plaats in de periode van 1 tot 8 weken. Het sociale glimlachen en vocaliseren zijn de hoogtepunten hiervan.Tegen die tijd hebben moeder en baby geleerd wat er nodig is voor een wederzijds lonend en verlengd interactiesysteem.

Het aftasten van grenzen: 3-4 maandenNu er mogelijkheden zijn tot een langere dialoog, kunnen zowel ouders als kind de grenzen van de interactie aftasten en verlengen:

De grenzen van het vermogen van het kind om informatie op te nemen en erop te reageren. Het vermogen van de baby om zich terug te trekken en bij te komen.

Omdat de moeder haar rol nu kent, kan de baby gaan experimenteren. Ze kunnen samen spelletjes doen en zowel moeder als kind leren zich aan te passen aan de intensiteit waarmee de ander het spel beleeft. Voor de baby bestaat dit uit het vermogen een volgorde aan te brengen in zijn regelsystemen en in het voortbrengen van signalen.Voor de moeder telt haar ervaring de responsen van de baby te kunnen controleren en zichzelf te ervaren als een goede moeder.Interactie is niet lonend, als het aftasten en spelen geen ruimte krijgt. De harmonie tussen ouder en kind kan dan groot gevaar lopen. Als de moeder geniet van het spel is dit het beste teken van een goede harmonie.

Het ontluiken van autonomie: 4-5 maandenAls de ouders toe kunnen staan dat de baby degene wordt die de signalen leidt of geeft. Ze kunnen de baby onderkennen en aanmoedigen. Dit is een belangrijke mijlpaal. Het geeft het kind het gevoel dat het competent is en controle kan uitoefenen op de omgeving.