Informatievaardigheden Saar Deschamps, 1BaO B1

SADAN-opdracht: Vandalisme

1 Inhoudsopgave

STAP 1: Algemene onderwerpsverkenning.......................................................................2-11.1 Trefwoorden en zoektermen......................................................................................................................2-11.2 Verkennende zoekopdracht via klassieke zoekmachines..............................................................2-11.3 Verkennende zoekopdracht via Limo.....................................................................................................2-31.4 Beoordelen van zoekresultaten.................................................................................................................2-41.5 Wat neem je mee uit deze zoekopdracht?............................................................................................2-41.6 Thema verbreden of af te bakenen?........................................................................................................2-4

2 STAP 2: De basistekst...............................................................................................2-52.1 Basistekst zoeken............................................................................................................................................ 2-52.2 Analyse basistekst...........................................................................................................................................2-6

2.2.1 Bronvermelding.............................................................................................................................................. 2-62.2.2 Context................................................................................................................................................................ 2-62.2.3 Auteur.................................................................................................................................................................. 2-62.2.4 Structuur............................................................................................................................................................ 2-62.2.5 Gelijksoortige info.......................................................................................................................................... 2-62.2.6 Lijsten.................................................................................................................................................................. 2-72.2.7 Samenvatting van de tekst....................................................................................................................... 2-122.2.8 Verwerking in een powerpoint............................................................................................................... 2-13

3 STAP 3: Beschikking krijgen en meer zoeken...........................................................3-133.1 Publicaties binnen handbereik?.............................................................................................................3-133.2 Auteurs.............................................................................................................................................................. 3-163.3 Zoek ter plaatse in bib (publicatie uit bronnenlijst)......................................................................3-173.4 Zoek verder buiten je basistekst............................................................................................................3-17

3.4.1 Boeken.............................................................................................................................................................. 3-183.4.2 Artikels uit vaktijdschriften..................................................................................................................... 3-183.4.3 Eindwerken..................................................................................................................................................... 3-183.4.4 Onderzoeksliteratuur................................................................................................................................. 3-183.4.5 Digitale anderstalige bronnen............................................................................................................... 3-193.4.6 E-artikels uit kranten, week-of maandbladen, magazines........................................................3-193.4.7 Internet algemeen....................................................................................................................................... 3-193.4.8 Beeldmateriaal............................................................................................................................................. 3-203.4.9 Bronnenlijst.................................................................................................................................................... 3-20

4 STAP 4: Contextualiseren........................................................................................4-224.1 Organisaties (dienst- en hulpverlening).............................................................................................4-224.2 Juridische documenten...............................................................................................................................4-234.3 De maatschappelijke context...................................................................................................................4-244.4 Statistieken...................................................................................................................................................... 4-244.5 Cijfergegevens verwerken en er zelf aanmaken..............................................................................4-24

5 STAP 5: Afwerking individuele werkdocumenten....................................................5-245.1 Maak jouw werkdocument aantrekkelijk en gestructureerd....................................................5-245.2 Formuleer een persoonlijk besluit over de opdracht....................................................................5-245.3 Controleer op volledigheid.......................................................................................................................5-25

1

STAP 1: Algemene onderwerpsverkenning

1.1 Trefwoorden en zoektermen

- molest - straatschenderij - vernieling - vernielzucht - wraakvandalisme - prestigevandalisme - erosievandalisme - graffiti - spelvandalisme

Deze woorden vond ik op synoniemen.net, wikipedia, … Het zijn niet enkel synoniemen, maar ook verwante woorden. Ik kwam terecht op deze sites doordat ik in de zoekfunctie van Google ‘Synoniemen vandalisme’ of ‘Verwante woorden vandalisme’ intypte. Ik heb ook ‘Soorten vandalisme’ ingetypt. Nadat ik dit allemaal apart had ingetypt, heb ik een keuze gemaakt tussen de vele zoekresultaten die Google gaf. Zo kwam ik uit op de sites zoals synoniemen.net, wikipedia, … Het hing af van wat ik intypte op welke site ik uitkwam.

1.2 Verkennende zoekopdracht via klassieke zoekmachinesa) Nadat ik alle woorden had opgezocht op internet, heb ik deze woorden gebruikt om te zien hoeveel zoekresultaten ik bekom per woord. Voor alle woorden heb ik zowel Google, Bing als Yahoo gebruikt.

Google Zoekterm Zoekresultaat Molest 18.700.000Straatschenderij 11.000Vernieling 470.000 Vernielzucht 26.100 Wraakvandalisme 89 Prestigevandalisme

298

Erosievandalisme 360 Graffiti 131.000.000Spelvandalisme 243

Bing Zoekterm Zoekresultaat Molest 3.170.000Straatschenderij 13.900Vernieling 193.000Vernielzucht 34.400 Wraakvandalisme 11Prestigevandalisme

48

Erosievandalisme 67 Graffiti 14.100.000Spelvandalisme 50

Yahoo Zoekterm Zoekresultaat Molest 3.170.000Straatschenderij 14.300Vernieling 197.000Vernielzucht 39.000Wraakvandalisme 11.300Prestigevandalisme

19.500

Erosievandalisme 2.360 Graffiti 14.200.000

2

b) Al deze onderstaande resultaten heb ik gevonden via Google. De boeken via de zoekfunctie ‘boeken’ op Google, de websites via de gewone zoekfunctie en de artikels via de zoekfunctie ‘nieuws’ op Google. Al deze aparte zoekfuncties vind je helemaal vanboven onder de gewone zoekfunctie. Zo specificeerde ik mijn zoekopdracht iedere keer. Ik heb mij voor deze onderstaande resultaten gebaseerd op de eerste drie resultatenpagina’s. Dit was algemeen, dit zijn dus zowel boeken/artikels/…

Molest Soort bron Aantal Boeken 402.000 Website 6.450.000Artikels 45.400

Straatschenderij Soort bron Aantal Boeken 2.810Website 11.200 Artikels 5

Vernieling Soort bron Aantal Boeken 402.000 Website 461.000 Artikels 11.800

1.3 Verkennende zoekopdracht via Limo

Voor deze zoekopdracht heb ik mij gebaseerd op alle resultatenpagina’s. Nu is de zoekopdracht specifieker, nl. enkel boeken/enkel artikels/… Om deze specifieke dingen te vinden heb ik de filters gebruikt op limo. Deze filters staan links bij ‘verfijn mijn resultaten’. Je kan dan het type bron aanduiden en daar heb ik iedere keer de bron aangeduid die ik op dat moment nodig had. Als ik op zoek was naar een boek over molest, dan duidde ik bij ‘type bron’, ‘boek’ aan. Zo ging ik bij ieder type bron en woord te werk.

Molest Soort bron Aantal Boeken 8Diverse teksten 8Artikels 23

3

Straatschenderij Soort bron Aantal Boeken 4 Diverse teksten 0Artikels 0

1.4 Beoordelen van zoekresultaten

- Voor deze opdracht heb ik het woord ‘Spelvandalisme’ ingetypt in de zoekmachine ‘Google’ zodat ik naar Wikipedia kon gaan. Ik heb aan de hand van de Wikipedia pagina dat ik over vandalisme vond, deze tabel ingevuld. Het word spelvandalisme kwam uit de tweede opdracht. Ik gebruikte de pagina van het iets algemenere word ‘Vandalisme’ omdat er daar ook een uitleg te vinden was over ‘Spelvandalisme’.

VernielingSoort bron Aantal Boeken 191 Eindwerken 8Artikels 19

Spelvandalisme (Wikipedia) In beeld: het beste van Bansky Laatst bijgewerkt op 15 juli 2015 om 20:05

17 april 2014

Geen bronvermelding Geen bronvermelding Geen auteur Auteur= KVW Er is een titel Er is een titelEr is een inhoudstafel (met de soorten vandalisme daarin)

Er is geen inhoudstafel

Er is een inleiding, maar geen besluit

Er is een inleiding maar geen besluit

Er is een foto (+filmpje) Er zijn foto’s

4

- Voor het tweede woord, uit de derde opdracht heb ik ook de zoekmachine ‘Google’ gebruikt. Hierbij kwam ik uit op een artikel over ‘Graffiti’ van het tijdschrift ‘De Knack’. Ik ben bij dit artikel alles nagegaan.

1.5 Wat neem je mee uit deze zoekopdracht? a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen.

In het begin snapte ik niets van wat ik moest doen voor deze opdracht. Eenmaal ik op dreef was gekomen en al enkele resultaten had

gevonden, verliep alles vlot. Het was wel niet altijd evident om filters aan te zetten

en te gebruiken.

b. Zou je andere/extra trefwoorden gebruiken? Welke ? Nee ik zou geen andere trefwoorden gebruiken. Ik vond genoeg resultaten met de trefwoorden die ik nu gebruikte. Ook waren de trefwoorden die ik nu gebruikte voldoende om de zoekopdracht uit te voeren, er waren dus geen extra woorden nodig.

c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit? Ik vond heel veel over dit thema. Het is dan ook een actueel en veel besproken thema. Boeken en artikels waren makkelijk te vinden, maar diverse teksten of interviews vond je bijvoorbeeld niet over dit thema.

d. Heb je nog bemerkingen? Nee.

1.6 Thema verbreden of af te bakenen?

a. Zijn de bij de aanvang geformuleerde onderzoeksvragen / informatievragen goede vragen of dien je vragen extra te formuleren of het aantal vragen in te perken?

Als we aan deze opdracht begonnen, hebben we nog geen onderzoeksvragen geformuleerd.

b. Indien je nog geen onderzoeks- of informatievragen hebt gesteld, formuleer nu zelf een aantal mogelijke vragen. Wat wil je precies weten over jouw thema?

- Welk effect heeft vandalisme op onze maatschappij? - Waarom doen jongeren aan vandalisme? En zijn het enkel jongeren? - Is er maar één culturele groep die aan vandalisme doet of zijn het

meerdere culturele groepen? (vb.: hippies, skaters, rastas,…) - Heeft het vandalisme te maken met een ergernis over de maatschappij

5

2 STAP 2: De basistekst

2.1 Basistekst zoeken Bij het zoeken naar de basistekst ben ik tewerk gegaan op limo. Ik heb in de zoekfunctie ‘vandalisme’ ingetikt. Ik gebruikte deze term en geen synoniem of verwant woord omdat je meer resultaten bekomt met dit woord. Ik heb mijn zoekactie gefilterd door enkel resultaten te zoeken die men in de bib in VIVES campus Kortrijk beschikbaar heeft. Dit heb ik gedaan door links op de pagina van limo naar ‘Verfijn mijn resultaten’ te gaan en daar bij ‘Bibliotheek’ ‘Vives campus Kortrijk’ aan te duiden. Daar kwamen verschillende soorten resultaten op tevoorschijn (boeken, hoofdstukken uit boeken, artikels, …). Ik vond dit niet efficiënt dus heb ik mijn zoekactie nog meer gefilterd. Ik heb om te beginnen enkel ‘Artikels’ aangeduid onder de filter ‘Type bron’. Deze staat op dezelfde plaats als de filter ‘Bibliotheek’. Bij de filter ‘Artikels’ heb ik geen artikel gevonden die aan de voorwaarden voldoet. Daarom heb ik een ander, verwant, woord gebruikt. Met het woord ‘Graffitti’ vond ik veel meer. Ik vond direct wat ik zocht. Een artikel genaamd ‘De ene graffiti is de andere niet’ uit het tijdschrift ‘Tijdschrift voor veiligheid’. Het voldoet aan de eerste twee voorwaarden, namelijk: het is langer dan 7 pagina’s (17 pagina’s, inclusief de bronvermelding en de voetnoten) en het is een artikel uit een tijdschrift. Om te weten of de derde voorwaarde voldaan is, zal ik naar de bib zelf moeten gaan op zoek naar het tijdschrift. Uiteindelijk ben ik naar de bib geweest op campus Kortrijk. Daar heb ik het tijdschrift ‘Tijdschrift voor veiligheid’ gevonden, zoals ik hierboven heb vermeld dat ik dit ging zoeken. Het artikel voldoet aan de volgende voorwaarden:

• De tekst betreft een artikel uit een vaktijdschrift of is een hoofdstuk uit een boek of een bijdrage uit een verzamelwerk (reader).

• De tekst telt tussen de zeven en vijftien pagina's. Meer mag, minder niet. • De tekst dient meerdere bronvermeldingen ( ! minimaal 10) te hebben. • Ook is het tijdschrift van het jaar 2012, wat volgens mij recent genoeg is.

2.2 Analyse basistekst

2.2.1 Bronvermelding Vanderveen, G., & Jelsma, F. (2012). De ene graffiti is de andere niet. Tijdschrift voor Veiligheid, 11, 3-19.

2.2.2 Context De tekst komt uit het tijdschrift ‘Tijdschrift voor Veiligheid’. Dit tijdschrift

hoort bij de organisatie van BJU tijdschriften. Een specifieke doelgroep is er niet vermeld, maar volgens mij is dit tijdschrift bedoeld voor mensen die geïnteresseerd zijn in veiligheid. Meer bepaald in het onderwerp of graffiti nu kunst of criminaliteit is.

2.2.3 Auteur De tekst werd geschreven door Gabry Vanderveen en Funda Jelsma. In

de tekst zelf word er niets verteld over de auteurs. Daarom heb ik op de zoekmachine Google meer informatie verzameld over hen. Over Gabry Vanderveen was er te vinden dat ze een docente is van criminologische vaardigheden en Aard, omvang en schade van criminaliteit. Ze doceert dit in Leiden aan een instituut voor strafrecht en criminologie. Over Funda Jelsma was net hetzelfde te vinden. Ze is ook docente aan het departement strafrecht en criminologie aan de Universiteit van Leiden. Ik vond deze informatie door op de zoekmachine Google eerst ‘Gabry Vanderveen’ in te typen en daarna ‘Funda Jelsma’.

2.2.4 Structuur a. De tekst kent een duidelijke structuur doordat hij opgebouwd is in

puntjes. De inleiding staat in het vet gedrukt waardoor dit duidelijk wordt dat dit de inleiding is.

b. Er zijn ook tussentitels aanwezig in de tekst. c. Er is niet enkel tekst. Er zijn ook allerlei tabellen en één afbeelding

aanwezig. d. De bronnen en voetnoten staan allemaal opgelijst vanaf pagina 13. Er zijn 4 pagina’s hiervan. Ze staan alfabetisch opgesomd met de auteur van voor, enz. Als er referenties zijn in de tekst, dan staan die tussen haakjes in de tekst. Er wordt dus gebruik gemaakt van referenties, bronnen en voetnoten.

2.2.5 Gelijksoortige info

- De namen van de organisaties heb ik in de tekst oranje onderlijnd.- De namen van de specialisten of andere personen heb ik in het roze

onderlijnd. - De vaktermen heb ik in het blauw onderlijnd. - De soorten bronnen heb ik in het groen onderlijnd.

Nadat ik dit alles onderlijnd had in de tekst, heb ik ze in de volgende vraag (nummer 6) allemaal samen in tabellen gezet. Categorie per categorie.

2.2.6 Lijsten a. Lijst van organisaties

Er zijn in deze tekst redelijk wat organisaties vermeld. Er zijn vooral politieke partijen vermeld en daarom zal ik deze niet

2

allemaal bespreken. Enkel hun visie is anders, maar de werking is zoals iedere politieke partij. Ik zal 5 organisaties bespreken. Ik heb ze allemaal samen gezet in de onderstaande tabel.

ChristenUnie

Ik heb de informatie over deze organisatie gevonden op Wikipedia. Hiervoor heb ik in Google bij ‘Web’ de naam ‘ChristenUnie’ ingetypt en zo ben ik er op uitgekomen.

Werking: ook dit is een politieke partij en heeft ook dezelfde werking. Uiteraard met andere visies dan de vorige politieke partij. Deze partij is een linkse partij. Hun leuze is ‘Geef geloof een stem.’

Doelgroep: mensen die dezelfde (of ongeveer dezelfde) visie hebben als deze partij en die op deze partij stemmen bij de verkiezingen omdat ze akkoord gaan met hun visie.

D66 (= Democraten 66 of Politieke Partij Democraten 66)

Ik heb de informatie over deze organisatie gevonden op Wikipedia. Hiervoor heb ik in Google bij ‘Web’ de naam ‘D66’ ingetypt en zo ben ik er op uitgekomen.

Werking: ook dit is een politieke partij en heeft ook dezelfde werking. Uiteraard met andere visies dan de vorige politieke partijen. Dit is een centrumpartij. Op economisch vlak zijn ze centrum-rechts en op sociaal vlak centrum-links. Vooral de thema’s ‘individuele ontplooiing’ en ‘Europese samenwerking’ staan bij hen centraal.

Doelgroep: mensen die dezelfde (of ongeveer dezelfde) visie hebben als deze partij en die op deze partij stemmen bij de verkiezingen omdat ze akkoord gaan met hun visie.

GroenLinks

Ik heb de informatie over deze organisatie gevonden op hun eigen site. Hiervoor heb ik in Google bij ‘Web’ de naam ‘GroenLinks’ ingetypt en zo ben ik er op uitgekomen.

Werking: ook dit is een politieke partij en heeft ook dezelfde werking. Uiteraard met andere visies dan de vorige politieke partijen. Dit is (zoals de naam al blootgeeft) een linkse partij. Hun standpunten zijn: goede zorg, meer werk, eerlijk delen, schone energie.

Doelgroep: mensen die dezelfde (of ongeveer dezelfde) visie hebben als deze partij en die op deze partij stemmen bij de verkiezingen omdat ze akkoord gaan met hun visie.

Integrale Veiligheidsmonitor Werking: onderzoek naar veiligheid,

3

(IVm)

Ik heb de informatie over deze organisatie gevonden op hun eigen site. Hiervoor heb ik in Google bij ‘Web’ de naam ‘Integrale Veiligheidsmonitor, ivm’ ingetypt en zo ben ik er op uitgekomen.

leefbaarheid en slachtofferschap. Dit is dus geen organisatie zoals ik dacht, maar een onderzoek. Dit is wel in samenwerking met de politie.

Doelgroep: de gemeenten die een aanvraag doen voor zo een onderzoek.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

/

Partij voor de Dieren (= politieke partij)

/

PvdA(= politieke partij)

/

SGP(= politieke partij)

/

SP(= politieke partij)

/

TNS NIPO

Ik heb de informatie over deze organisatie gevonden op hun eigen site. Hiervoor heb ik in Google bij ‘Web’ de naam ‘TNS NIPO’ ingetypt en zo ben ik er op uitgekomen.

Werking: een bureau die opinies onderzoekt. TNS NIPO heeft een database met duizenden gescreende mensen die vragenlijsten beantwoorden. Voor ieder onderzoek neemt het bureau daaruit een selectie en legt de onderzoeksvragen voor aan deze selectie.

Doelgroep: niet echt een specifieke doelgroep.

VVD Utrecht (= politieke partij)

/

b. Lijst van specialisten Er zijn in deze tekst heel erg veel namen van specialisten vernoemd. Er staan ook enkele dubbele namen in, maar ik heb geprobeerd om deze er niet dubbel in te zetten. Normaal gezien staan al de vernoemde namen erin. Ik heb deze namen onderlijnd in het roze in de tekst. Omdat er heel erg veel namen zijn en er in de les gezegd werd dat je niet alle namen moest bespreken indien er heel veel waren, heb ik er 3 uitgekozen. Die staan vetgedrukt in de tabel. De andere heb ik er gewoon bij vermeld zodat u ziet dat er inderdaad veel namen in de tekst vermeld waren.

Naam Info en eventuele foto Beckett

Deze informatie heb ik gevonden op de site van de universiteit zelf door haar naam in Google in te typen en dan via de link naar die site te gaan.

Katherine Beckett is een professor aan de universiteit van Washington. Ze is professor aan het departement Sociologie,

Maatschappij en Rechten. Samen met Herbert schreef ze een boek.

Bellair /

4

Blom / Brian /Brighenti /Bussell /Cargo /Clair /Craw /Crawford Adam Crawford is een professor aan de

universiteit van ‘Leeds’. Hij is professor criminologie en directeur van het instituut voor Sociale Wetenschappen in Leeds. Dit is een instituut voor research

voor de Sociale Wetenschappen aan de universiteit.

Daniel /Enzmann /Eysink Smeets /Ferrell /Halsey /Herbert

Deze informatie heb ik gevonden op de site van de universiteit zelf door haar naam in Google in te typen en dan via de link naar die site te gaan.

Net zoals Katherine Beckett, is Steve Herbert een professor aan de universiteit van Washington. Hij geeft les aan het departement ‘Aardrijkskunde’. Samen

met Beckett schreef hij een boek.

Hughes /Innes /Jelsma /Johnstone /Keizer /Kelling /Leland /Lindenberg /Liska /Liu /Macleod /Markowitz /Millie /Moors /Munday /Neal /Oliver /Paquet /Perkins /Phillips /Rasinski /Raudenbusch /

5

Rodriguez /Sampson /Skogan /Steg /Taylor /Tempfli /Tourangeau /Van der Laan /Van den Reek Vermeulen

/

Vanderveen /Van der Woude /Van Noije /Van ’t Hof /Van Wilsem /Walsh /White /Whitford /Wilson /Wittebrood /Young /

c. Lijst met vaktermen

Criminologisch, criminologie Misdaadkunde, leer van de misdaad en misdadigheid

Coatings Een mengsel van stoffen dat op verschillende producten kan gestreken worden.

Graffiti Teksten en figuren die illegaal op muren, treinen e.d. worden geschilderd.

Surveys Monitoren Tagging graffiti Krabbels, overgeschilderd, met een politieke

boodschap Gang graffiti Markeringen van bendes

In de woordenboeken die VIVES aanbiedt, is er niets terug te vinden over de woorden die in deze tekst staat. Daarom heb ik de klassieke zoekmachines gebruikt indien nodig. Meestal had ik deze zelf niet nodig omdat de verklaring naast de vakterm stond in de tekst.

Vaktermen van in STAP 3 (3):

Defacement Beschadigen van uiterlijk van een gebouw en oppervlak van een gebouw, boek, kunstwerk, … + defacement is een vorm van vandalisme

Thoroughly Grondig Emphasize Benadrukken

6

c. Lijst met soorten bronnen

Soort bron De volledige referentieJuridische bron

Op het eerste zicht lijkt dit een sociaalwetenschappelijke bron, maar als je ze opzoekt, zie je dat ze uit een bron komt van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Laan, A.M. van der & M. Blom (2006) Jeugddelinquentie: risico’s en bescherming. Bevindingen uit de WODC Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit 2005. Den Haag: Boom Juridische uitgevers/WODC

Sociaalwetenschappelijke bron Ferrell, J. (1995) Urban graffiti. Crime, control, and resistance. Youth&Society, 27 (1), 73-92.

Juridische bron TK (2010/2011) Wijziging van het wetboek van strafrecht en het wetboek van stravordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende maatregel. Memorie van toelichting. Tweede kamer, vergaderjaar 2010/2011, 32551, nr.3

Statistische bron Rodriguez, A. & R. P. Clair (1999) Graffiti as communication. Exploring the discursive tensions of anonymous texts. Southern Communication Journal, 65 (1), 1-15

Sociaalwetenschappelijke bron Hughes, N. (2011) Young people ‘as risk’ or young people ‘at risk’. Comparing discourses of anti-social behaviour in England and Victoria. Critical Social Policy, 31(3), 388-409.

2.2.7 Samenvatting van de tekst

Er werden in deze tekst veel criminologische studies gedaan waaruit blijkt dat graffiti zowel als overlast gezien wordt en als heel mooie tekeningen. Het wordt vooral met negatieve zaken gelinkt, maar toch is er een grote verscheidenheid in meningen. Er is wel een klein verschil: niet alle graffiti wordt even overlast gevend gevonden. Factoren die bepalen wat als overlast gevend wordt ervaren zijn de locatie en het type graffiti. Men wil altijd dat graffiti onmiddellijk wordt verwijderd, maar daar heeft de overheid de middelen en de tijd niet voor. Daarom gaan ze eerst de meest overlast gevende graffiti verwijderen.

Attitude ten aanzien van graffiti Hier wordt vooral ingegaan op de attitude van mensen ten aanzien van graffiti. Er worden twee benaderingen rond het begrip graffiti besproken: graffiti als fenomeen en graffiti als probleem. Bij ‘Graffiti als fenomeen’ wordt er vooral verwezen naar de makers van graffiti. Andere mensen, zoals gewone voorbijgangers, zien graffiti eerder als een probleem. Dit wil dus zeggen dat ‘Graffiti’ in onze maatschappij als een probleem wordt gezien. Het onderzoek

7

wijst uit dat mensen graffiti en bekladding als één begrip zien, voor hen is dit een synoniem. Enerzijds wordt graffiti gezien als een veelzijdig fenomeen (kunstvorm, onderdeel van jeugd- en subculturen waarbij ze dit doen als vorm van protest, weerstand, communicatie, …). Anderzijds wordt het beschouwd als een eenduidig, sociaal probleem.

Eenduidig, sociaal probleem Hier gaan we dieper in op het feit dat graffiti als een eenduidig, sociaal probleem wordt beschouwd (omgevingskenmerk, problematisch, gebrek aan sociale controle, …). In de meeste studies wordt er geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten graffiti. Er zijn twee onderzoeken die dit wel doen. In het eerste onderzoek wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘Tagging graffiti’ en ‘Gang graffiti’. In het tweede onderzoek wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘Geobserveerde graffiti op woonhuizen’ en ‘Geobserveerde graffiti op niet-residentiële gebouwen’.

Kritieken Er zijn bij deze onderzoeken ook veel kritieken geweest. Twee onderzoekers zeggen dat de context heel erg belangrijk is bij het interpreteren of graffiti al dan niet als overlast wordt gezien. Eén onderzoeker stelt dat graffiti in een nette buurt sneller in het oog zal springen dan graffiti in een buurt waar er zichtbare problemen zijn. De tweede onderzoeker beweert dat iets in een bepaalde situatie en op een bepaald moment wel aanvaardbaar kan zijn en in een andere situatie en op een ander moment niet aanvaardbaar kan zijn. Ook hier wordt het belang van de context aangetoond. Er zijn ook gemeenten waar men een nultolerantie voor graffiti wil invoeren. Dit wil zeggen dat ze geen enkele soort graffiti meer zouden willen toelaten. Nog een kritiek is dat er geen begrenzingen terug te vinden zijn voor wat wel en wat niet als graffiti aanzien wordt. Ook wordt er beweerd dat de huidige onderzoek vormen geen geldige resultaten opleveren. In vervolgonderzoeken zou meer systematisch de inhoud, per type graffiti , gevarieerd kunnen worden.

MethodeMen heeft heel wat verschillende dingen getest met de respondenten. Men liet ze bijvoorbeeld in woorden beschrijven wat het eerste beeld was dat in hen opkwam bij het horen van het woord ‘graffiti’. Ze hadden ook een vragenlijst opgesteld ivm graffiti en deze moesten de respondenten zo eerlijk mogelijk invullen.

Resultaten De overgrote meerderheid kon het beeld van graffiti goed omschrijven. Er was een minderheid van de respondenten die dit niet konden. Er waren ook respondenten die het belang van de context benadrukten in de vragenlijst. Dit wil zeggen dat zij duidelijk onderscheid maakten tussen de verschillende soorten graffiti. De attitude ten aanzien van graffiti was over het algemeen neutraal. Men had dus niet allemaal een even negatieve houding ten aanzien van graffiti, maar de verschillende soorten graffiti werden ook apart beoordeeld. Uit deze resultaten bleek dat men negatiever stond tegenover bepaalde soorten. Hierover ontstaat veel discussie, of graffiti al dan niet als negatief beschouwd wordt. Al deze resultaten zijn natuurlijk ook afhankelijk van de verschillende typen mensen die bevraagd werden. De mensen die anti graffiti waren, waren ouderen, de neutralen waren alleenstaand of hadden kinderen, de fans waren jongere mannen (alleenstaand of met kinderen in een gezin). (Vanderveen&Jelsma 2011)

8

2.2.8 Verwerking in een PowerPoint

Zie wiki voor mijn PowerPoint.

9

3 STAP 3: Beschikking krijgen en meer zoeken

3.1 Publicaties binnen handbereik? Ik heb al mijn bronnen opgezocht op Limo Libis, maar daar heb ik geen enkele bron terug gevonden. Daarom ging ik op de klassieke zoekmachines op zoek naar 15 bronnen.

Auteur en werk (titel)

Gevonden op:

Andrea Mubi Brighenti

Space and culture: At the wall. Graffiti writers, urban territoriality, and the public domain.

http://sac.sagepub.com/content/13/3/315.abstract Deze bron heb ik gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google Scholar’ in te typen. Deze bron is een artikel tijdschrift.

Craig Castleman

Getting up. Subway graffiti in New York.

https://mitpress.mit.edu/books/getting Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google’ in te typen. Deze bron is een boek.

Peneloppe Craw, Louis Leland, Michelle Bussell

The mural as graffiti deterrence. Environment and Behavior.

http://eab.sagepub.com/content/38/3/422.abstract Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google Scholar’ in te typen. Deze bron is een artikel uit een tijdschrift.

Adam Crawford

‘Fixen broken promises?’ Neighbourhood wardens and social capital.

http://usj.sagepub.com/content/43/5-6/957.short Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google Scholar’ in te typen. Deze bron is een artikel uit een tijdschrift.

Jeff Ferrell Urban graffiti.

Crime, control and resistance. Youth & society

http://yas.sagepub.com/content/27/1/73.short Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google Scholar’ in te typen. Deze bron is een artikel uit een tijdschrift.

Jeff Ferrell Urban graffiti.

Crime, control, and resistance.

http://yas.sagepub.com/content/27/1/73.short Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google Scholar’ in te typen. Deze bron is een boek.

Youth & Society

Jacinta Gau en Travis Patt

Revisiting broken windows theory. Examining the sources of the discriminant validity of perceived disorder and crime. Journal of criminal justice.

De link kan ik niet kopiëren van Google Scholar. Anders is mijn tabel niet meer in orde. Zie de links onder de tabel.

Deze bron heb ik ook gevonden door het in de zoekmachine ‘Google’ in te typen.

Deze bron is een tekst uit een tijdschrift.

M.J. Whitford Getting rid of

graffiti. A practical guide to graffiti removal and anti-graffiti-protection.

Deze link kan ik niet kopiëren van Google Books. Anders is mijn tabel niet meer in orde. Zie de links onder de tabel.

Deze bron heb ik ook gevonden door het in de zoekmachine ‘Google’ in te typen.

Deze bron is een boek

Mark Halsey en Alison Young

Our desires are ungovernable writing graffiti in urban space. Theoretical criminology

http://tcr.sagepub.com/content/10/3/275.abstract Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google’ in te typen. Dit is een artikel uit een tijdschrift.

Nathan Hughes

Young people 'as risk' or young people 'at risk'. Comparing discourses of anti-social behaviour in England and Victoria. Critical Social Policy

http://csp.sagepub.com/content/31/3/388.abstract Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google’ in te typen. Dit is een artikel uit een tijdschrift.

Laan en Blom Jeugddelinque

ntie: risico's en bescherming. Bevindingen uit de WODC

Deze link kan ik niet kopiëren van Google Books. Anders is mijn tabel niet meer in orde. Zie de links onder de tabel.

Deze bron heb ik ook gevonden door het in de zoekmachine ‘Google’ in te typen.

Deze bron is een online tekst. Op de internetsite is

2

Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit.

deze tekst terug te vinden in een pdf-bestand.

Catherine Paquet, Margaret Cargo, Yan Kestens en Mark Daniel

Deze link kan ik niet kopiëren van Google Books. Anders is mijn tabel niet meer in orde. Zie de links onder de tabel.

Deze bron heb ik ook gevonden door het in de zoekmachine ‘Google’ in te typen.

Deze bron is een online tekst. Op de internetsite is deze tekst terug te vinden in een pdf-bestand.

Tweede Kamer Wijziging van

het wetboek van strafrecht en het wetboek van stravordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende maatregel. Memorie van toelichting.

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32551-2.html

Deze bron heb ik ook gevonden door het in de zoekmachine ‘Google’ in te typen.

Deze bron is een internetversie van een wetboek.

Amardo Rodriguez en Robin Patric Clair

Graffiti as communication exploring the discursive tensions of anonymous texts. Southern communication journal.

http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/10417949909373152

Deze bron heb ik ook gevonden door het in de zoekmachine ‘Google’ in te typen.

Deze bron is een artikel die online terug te vinden is in een PDF-bestand.

R.J. Sampson en S.W. Raudenbush

Systematic social observation of public spaces. A new look at disorder in urban neihgborhoods.

http://www.jstor.org/stable/10.1086/210356 Deze bron heb ik ook gevonden door het in de

zoekmachine ‘Google Scholar’ in te typen. Deze bron is een deel uit een tijdschrift.

3

Internetadressen die ik niet in mijn tabel kon zetten:

- Jacinta Gau en Travis Patt: http://www.researchgate.net/publication/227418502_Revisiting_Broken_Windows_Theory_Examining_the_Sources_of_the_Discriminant_Validity_of_Perceived_Disorder_and_Crime

- M.J. Whitford: https://books.google.be/books/about/Getting_Rid_of_Graffiti.html?id=g7505M1wLAAC&redir_esc=y

- Laan en Blom: https://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/1137a-zelfgerapporteerde-jeugdcriminaliteit-2004.aspx

- Catherine Paquet, Margaret Cargo, Yan Kestens en Mark Daniel: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0169204610001271?np=y

3.2 Auteurs

- Gabry Vanderveen

Beschikbaar in de Vives bibliotheek campus Kortrijk.Vanderveen, G., Koemans, M. (2012). Omgevingscriminologie 2.0. Criminologisch onderzoek in een virtuele omgeving. Tijdschrift voor criminologie, 373-387.Verder zijn er nog twee werken aanwezig van Vanderveen maar deze zijn niet relevant voor mijn thema.

- Funda Jelsma

Schreef nog geen andere werken.

- Sterauteurs

Ik heb meer dan twee sterauteurs gevonden in mijn tekst. Ik kies er twee van: Jeff Ferrell en Martin Innes.

Jeff FerrellOver deze sterauteur vond ik nog een boek dat hij samen met een andere auteur heeft geschreven. Het boek heet ‘Cultural Criminology’. Ik heb dit boek gevonden via ‘Google Scholar’.

Ferrell, J. & Sanders, C. (1995). Cultural criminology, 1, 0-79.

Martin Innes Over deze sterauteur vond ik nog een artikel dat hij samen met een

4

andere auteur heeft geschreven. Hoe het artikel heet, kan je hieronder zien in de bronvermelding. Ik heb dit artikel gevonden via ‘Google’.

Roberts, C. & Innes, M. (2009). The 'death' of Dixon?: policing gun crime and the end of the generalist police constable in England and Wales. Criminology and Criminal Justice, 9(3), 337-357.

3.3 Zoek ter plaatse in bib (publicatie uit bronnenlijst)

Bron uit mijn bronnenlijst die ik zal bespreken:

Whitford, M.J. (1991) Getting rid of graffiti. A practical guide to graffiti removal and anti-graf‐ fiti protection. New York: E & F N Spon.

Beschrijving:

Er zijn heel wat zaken terug te vinden op de voorflap. De titels, de auteur en de uitgeverij zijn hierop terug te vinden, maar deze zijn ook terug te vinden op de achterflap en in de colofon. Op de voorflap is e rook nog een afbeelding te zien van een persoon die graffiti verwijdert.

Op de achterflap staat er een uitleg over het boek zelf en een verwijzing naar drie andere boeken die ook beschikbaar zijn. In de colofon is de datum van de editie van het boek terug te vinden en ook de verschillende adressen van de uitgeverij.

Trefwoorden/vaktermen:

- Defacement: beschadigen van uiterlijk van een gebouw en oppervlak van een gebouw, boek, kunstwerk, … + defacement is een vorm van vandalisme - Thoroughly: grondig- Emphasize: benadrukken

3.4 Zoek verder buiten je basistekst Ik heb bij iedere soort bron gezocht naar 3 resultaten bij eenzelfde woord. Als ik maar één of twee bronnen vond bij een woord, dan heb ik andere woorden gebruikt om aan mijn drie resultaten te komen. Als ik boeken zocht op Limo en ik vond niets, heb ik andere databanken gebruikt.

3.4.1 Boeken Vernieling

1) Weiner, T. (2007) Een spoor van vernieling. Amsterdam: De bezige Bij. 2) Kristensen, T. (2015) Vernieling. Amsterdam: Lebowski. 3) Claus, H. (1988) Een zachte vernieling. Amsterdam: De bezige Bij.

5

3.4.2 Artikels uit vaktijdschriften Graffiti

1) Debroey, L. (2001) Graffiti: een alternatief communicatiemiddel. Mensen onderweg, 103, p2-7.

2) Van der Hoorn, H. (2002) Graffiti: kunst of vandalisme: beleid gebaseerd op realisme. Pedagogiek in praktijk magazine, 8, p30-31.

3) Linders, M.-J. (1999) Tussen kunst en vandalisme: graffiti-artiesten verslaafd aan de geur van verf. Jeugd en co : voor professionals in de jeugdsector, 4, p42-47.

3.4.3 Eindwerken Vandalisme

1) Nowe, S. (2008) Hoe stewards inschakelen om overlast en criminaliteit in ziekenhuizen integraal aan te pakken? Kortrijk: IPSOC.

2) Verstraete, B. (2009) Aanpak van ziekenhuiscriminaliteit, een integrale vergelijking tussen ziekenhuisstewards en de private veiligheid. Kortrijk: IPSOC.

3) Vandenbossche, E. (2006) Rondhangende jongeren. Biedt netwerking een oplossing? Kortrijk: IPSOC.

3.4.4 Onderzoeksliteratuur Molest

1) Vanhouche, W. & Vertommen, H. (1999) Assessing cognitive distortions in sex offenders: A review of commonly used versus recently developed instruments. Psychologica Belgica, 39, p163-187.

Vernieling 1) De Smet, D. (2003) De Arabieren en hun aandeel in de vernieling en

wedergeboorte van de Bibliotheek van Alexandrië. Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 57, p149-167.

Graffiti 1) Sterckx, A. (2000) Graffiti in de klas: een manier om anderstalige

nieuwkomers te alfabetiseren? Alfa-nieuws: bulletin voor docenten in de alfabetisering, 2, 6-12.

3.4.5 Digitale anderstalige bronnen Vandalism

1) Richardson, E. & Schakleton, C. (2014) The extent and perceptions of vandalism as a cause of street tree damage in small towns in the Eastern Cape, South Africa. Urban Fostery&Urban Greening, 13, 425-435.

2) Thompson, K. et al. (2012) From broken windows to a renovated research agenda: A review of the literature on vandalism and graffiti in the rail industry. Transportation Research Part A: Policy and Practice, 46, 1280-1290.

3) Oggins, J. (2007) “Reversing Vandalism”: Coping themes in a library's community art exhibit. The Arts in Psychotherapy,34, 263-276.

6

3.4.6 E-artikels uit kranten, week-of maandbladen, magazines Prestigevandalisme

1) s.d. (1 December 1991). En nu is het gedaan Klasse/Voor Leraren, p13. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be/nl/search-article

Wraakvandalisme 1) ADH. (9 maart 1999). Gemengd nieuws. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd

via http://academic.gopress.be/nl/search-article Erosievandalisme

1) SVV. (22 oktober 2010). From the tracks to the walls… Krant van West-Vlaanderen. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be/nl/search-article

3.4.7 Internet algemeen

1) Ik ging eerst aan de slag met de zoekmachine Google. Ik typte hier ‘Vandalisme bestrijden’. Ik kreeg 41.500 resultaten. Bij deze resultaten zit onder andere dit boek:

Hoefnagels, G.P., & Karman, E.J. (1986). Vandalisme : verschijnsel en bestrijding. Alphen aan den Rijn: Samsom.

2) Voor de tweede bron ben ik aan de slag gegaan met Google Scholar. Ik vond hierbij deze bron: Van Damme, C. (1998). ‘Hedendaagse kunst en vandalisme.’ Gent: Academia Press.Ik kreeg ongeveer 2.270 resultaten.

3) Bij Bing typte ik ‘Oorzaken vandalisme’ in. Ik kreeg 17.500 resultaten. Ik vond onder andere deze bron: Van der Vliet, L.L., & CIV. (z.d.) De oorzaken van voetbalvandalisme en hooliganisme. Geraardpleegd op 14 december, van http://sport.infonu.nl/voetbal/32232-de-oorzaken-van-voetbalvandalisme-en-hooliganisme.html

3.4.8 Beeldmateriaal Vernielzucht

1) BRT Nieuwsdienst. (Prod.&Reg.). (1990) Wij amuseren ons kapot. video België: Medialaan.

Graffiti 1) VTM. Telefacts crime. (Prod.&Reg.). (2009) Criminele kunst. DVD-video

België: Medialaan. 2) VRT. Eén. (Prod.&Reg.). (2013) Streetart is a crime. DVD-video België:

VRT.

3.4.9 Bronnenlijst

ADH. (9 maart 1999). Gemengd nieuws. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be/nl/search-articleBesluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed (4 juni 2004). Belgisch Staatsblad, 81042.

7

BLINK! (s.d.) Blink! Time-outproject. Geraadpleegd op 11 december 2015, op http://www.time-outblink.beBRT Nieuwsdienst (Prod.) & Panorama (Reg.). (1990). Wij amuseren ons kapot [video]. Brussel: Panorama.Claus, H. (1988) Een zachte vernieling. Amsterdam: De bezige Bij.De Smet, D. (2003) De Arabieren en hun aandeel in de vernieling en wedergeboorte van de Bibliotheek van Alexandrië. Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 57, p149-167.

Debroey, L. (2001) Graffiti: een alternatief communicatiemiddel. Mensen onderweg, 103, p2-7.

Ferrell, J. & Sanders, C. (1995). Cultural criminology, 1, 0-79.

Ferrell, J. (1995) Urban graffiti. Crime, control, and resistance. Youth&Society, 27 (1), 73-92.Graffiti - Vandalisme - Bestraffing - Kostprijs van de verwijdering – Preventie (22 mei 2013). Schriftelijke vraag Belgische Senaat, 5-9073.

Hoefnagels, G.P., & Karman, E.J. (1986). Vandalisme : verschijnsel en bestrijding. Alphen aan den Rijn: Samsom.Hughes, N. (2011) Young people ‘as risk’ or young people ‘at risk’. Comparing discourses of anti-social behaviour in England and Victoria. Critical Social Policy, 31(3), 388-409.Kristensen, T. (2015) Vernieling. Amsterdam: Lebowski.Laan, A.M. van der & M. Blom (2006) Jeugddelinquentie: risico’s en bescherming. Bevindingen uit de WODC Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit 2005. Den Haag: Boom Juridische uitgevers/WODCLinders, M.-J. (1999) Tussen kunst en vandalisme: graffiti-artiesten verslaafd aan de geur van verf. Jeugd en co : voor professionals in de jeugdsector, 4, p42-47.

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het technisch reglement distributie gas Vlaams Gewest (4 april 2007). Belgisch Staatsblad, 23079.

Nowe, S. (2008) Hoe stewards inschakelen om overlast en criminaliteit in ziekenhuizen integraal aan te pakken? Kortrijk: IPSOC.Oggins, J. (2007) “Reversing Vandalism”: Coping themes in a library's community art exhibit. The Arts in Psychotherapy,34, 263-276.

Richardson, E. & Schakleton, C. (2014) The extent and perceptions of vandalism as a cause of street tree damage in small towns in the Eastern Cape, South Africa. Urban Fostery&Urban Greening, 13, 425-435.Roberts, C. & Innes, M. (2009). The 'death' of Dixon?: policing gun crime and the end of the generalist police constable in England and Wales. Criminology and Criminal Justice, 9(3), 337-357.

Rodriguez, A. & R. P. Clair (1999) Graffiti as communication. Exploring the discursive tensions of anonymous texts. Southern Communication Journal, 65 (1), 1-15s.d. (1 December 1991). En nu is het gedaan. Klasse/Voor Leraren, p13. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be/nl/search-article

8

Sterckx, A. (2000) Graffiti in de klas: een manier om anderstalige nieuwkomers te alfabetiseren? Alfa-nieuws: bulletin voor docenten in de alfabetisering, 2, 6-12.SVV. (22 oktober 2010). From the tracks to the walls… Krant van West-Vlaanderen. Geraadpleegd via http://academic.gopress.be/nl/search-article

Thompson, K. et al. (2012) From broken windows to a renovated research agenda: A review of the literature on vandalism and graffiti in the rail industry. Transportation Research Part A: Policy and Practice, 46, 1280-1290.

Tips voor de lokale veiligheid. Graffiti: een zaak van de gemeente (maart 2006). Veiligheids- en preventiebeleid federale regering, 8.

TK (2010/2011) Wijziging van het wetboek van strafrecht en het wetboek van stravordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende maatregel. Memorie van toelichting. Tweede kamer, vergaderjaar 2010/2011, 32551, nr.3Van Damme, C. (1998). ‘Hedendaagse kunst en vandalisme.’ Gent: Academia Press.

Van der Hoorn, H. (2002). Graffiti: kunst of vandalisme: beleid gebaseerd op realisme. Pedagogiek in praktijk magazine, 8, p30-31.

Van der Vliet, L.L., & CIV. (z.d.) De oorzaken van voetbalvandalisme en hooliganisme. Geraadpleegd op 14 december, van http://sport.infonu.nl/voetbal/32232-de-oorzaken-van-voetbalvandalisme-en-hooliganisme.htmlVandenbossche, E. (2006) Rondhangende jongeren. Biedt netwerking een oplossing? Kortrijk: IPSOC.Vanderveen, G., & Jelsma, F. (2012). Kunst en/of criminaliteit: De ene graffiti is de andere niet. Tijdschrift voor Veiligheid, 11, 3-19.

Vanderveen, G. & Koemans, M. (2012). Omgevingscriminologie 2.0. Criminologisch onderzoek in een virtuele omgeving. Tijdschrift voor criminologie, 373-387.

Vanhouche, W. & Vertommen, H. (1999) Assessing cognitive distortions in sex offenders: A review of commonly used versus recently developed instruments. Psychologica Belgica, 39, p163-187.Verstraete, B. (2009) Aanpak van ziekenhuiscriminaliteit, een integrale vergelijking tussen ziekenhuisstewards en de private veiligheid. Kortrijk: IPSOC.VRT. (Prod.). (2013) Streetart is a crime. DVD-video Brussel: VRT.VTM. Telefacts crime. (Prod.&Reg.). (2009) Criminele kunst. DVD-video Brussel: Medialaan.Weiner, T. (2007) Een spoor van vernieling. Amsterdam: De bezige Bij.Whitford, M.J. (1991) Getting rid of graffiti. A practical guide to graffiti removal and anti-graf‐ fiti protection. New York: E & F N Spon.

9

4 STAP 4: Contextualiseren

4.1 Organisaties (dienst- en hulpverlening) Ik heb in de zoekmachine ‘Google’ de term ‘Sociale kaart’ ingetypt. Als ik eenmaal op de site van de sociale kaart was, heb ik naar een organisatie gezocht die bezig is met vandalisme. Dit heb ik gedaan door ‘Organisatie vandalisme’ in te typen in de zoekfunctie. Bij de regio heb ik ‘België’ ingevuld omdat er niets in de opdracht stond over de regio. Ik kreeg 6 resultaten. Ik heb gekozen voor de organisatie waar ik het minst over wist, namelijk ‘Blink! Het time-outproject’. Nu zal ik de site bespreken. De site is gemaakt met het doel om mensen te informeren. Er staat info op over hoe ze jongeren re-integreren in het onderwijs, hun doelstellingen, hun visie, … Deze site is voor jongeren die te maken hebben met deze problematiek en hulp kunnen gebruiken bij het re-integreren. Ik vind de opmaak/vorm van de site uitnodigend. Ik vind dit omdat het een goed gebruik van kleuren is (geen te donkere kleuren), hun logo is origineel, veel foto’s, … De taal waarin de site geschreven is, is eerder zakelijk dan gemoedelijk. Er wordt uitgelegd hoe alles in elkaar zit en wat bepaalde begrippen willen zeggen enz. verder. Er zijn niet echt identiteitsgegevens te vinden over een persoon. Ik denk dat deze site volledig zelf geschreven en gemaakt is, want onderaan staan alle gegevens van de organisatie zelf. Qua bronnen zijn deze ook niet vermeld. Er zijn wel ‘Nuttige links’ vermeld, maar dat zijn organisaties die deze mensen eventueel ook kunnen gebruiken in hun re-integratieproces. Dit zijn dus geen sites waarvan de organisatie gebruik heeft gemaakt om de site op te stellen. Doordat er niets van deze gegevens vermeld is, is de site eerder onbetrouwbaar omdat we de juistheid van de informatie niet kunnen controleren. Ik vind de inhoud van de site heel interessant. Ik denk dat deze site je heel goed kan verder helpen als je problemen hebt zoals hier vernoemd zijn. De organisatie biedt op haar website eigen documenten aan. Ze bieden enkel de folder van ‘Blink!’ aan, hun eigen folder dus.1

Lijstreferentie: BLINK! (s.d.) Blink! Time-outproject. Geraadpleegd op 11 december 2015, op http://www.time-outblink.be

4.2 Juridische documenten Voor deze stap heb ik de Vlaamse Codex gebruikt. Hiermee vond ik heel wat zaken terug. Ik ging te werk met de zoekfunctie. In de zoekfunctie typte ik ‘Vandalisme’ in. Zo vond ik een aantal zaken. Ik heb er twee uitgekozen. Bron: Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed (4 juni 2004). Belgisch Staatsblad, 81042. Bron: Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het technisch reglement distributie gas Vlaams Gewest (4 april 2007). Belgisch Staatsblad, 23079.

1 Deze tekst bevat 340 woorden.

Ik heb ook een site gebruikt van de federale regering voor het veiligheid- en preventiebeleid. Hiervoor gebruikte ik één van mijn woorden uit stap 1, namelijk ‘Graffiti”. Bron: Tips voor de lokale veiligheid. Graffiti: een zaak van de gemeente (maart 2006). Veiligheids- en preventiebeleid federale regering, 8.

Naast deze site heb ik een document gebruikt van de Belgische senaat. Bron: Graffiti - Vandalisme - Bestraffing - Kostprijs van de verwijdering – Preventie (22 mei 2013). Schriftelijke vraag Belgische Senaat, 5-9073.

4.3 De maatschappelijke context

Bevoegde ministers:- Jan Jambon, minister van Binnenlandse zaken en Veiligheid - Koen Geens, minister van justitie

Organisatie die actief is binnen dit thema: Politie

Een standpunt van deze partijen is er niet terug te vinden specifiek over dit thema.

4.4 Statistieken Op geen enkele van de overheidsites heb ik statistieken terug gevonden. Ik heb heel wat documenten terug gevonden als ik in de zoekfunctie de term ‘vandalisme’ intikte, maar ik vond in geen enkel document tabellen of andere cijfergegevens terug. Daarom ben ik tewerk gegaan met de zoekmachine ‘Google’. Ik typte hier in ‘Statistieken vandalisme’, zo kwam ik uit op de site van Het kadaster (http://www.kadaster.be/Belgie/Vlaams_Brabant/Vilvoorde/Veiligheid). De statistiek gaat over misdaden die gepleegd werden in de gemeente Vilvoorde. De statistiek heeft de naam ‘Misdaadstatistieken van de politie’.

4.5 Cijfergegevens verwerken en er zelf aanmaken

Zie wiki voor mijn excel document.

2

5 STAP 5: Afwerking individuele werkdocumenten

5.1 Maak jouw werkdocument aantrekkelijk en gestructureerd

Ik heb mijn document zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. Mijn automatische inhoudstafel werkt ook.

5.2 Formuleer een persoonlijk besluit over de opdracht

Gevonden info Ik vond zeker genoeg info. Ik heb overal gezocht. Ik kan geen sites aanhalen die ik nog zou kunnen gebruiken. Ik heb de meeste dingen gezocht via de zoekmachine ‘Google’. Misschien kon ik nog meer gebruik gemaakt hebben van andere zoekmachines zoals ‘Bing’ en ‘Yahoo’. De meeste informatie heb ik gecontroleerd via de richtlijnen voor betrouwbare informatie. Hieruit bleek dat de info die ik gebruikte meestal relevant was.

Verloop opdracht-vaardigheden De opdracht verliep heel moeizaam voor mij. Ik vond dat de opdracht niet zo goed uitgelegd werd. De ene keer werd er gezegd dat we het zo moesten doen, de week erna was de wijze waarop weer veranderd enzo verder. Het was heel verwarrend waardoor ik veel tijd heb verloren. Op zich is de opdracht heel veel werk, maar niet zo heel moeilijk. Moest het een simpelere uitleg geweest zijn, zou ik sneller aan het werk kunnen gegaan zijn en minder lang bezig geweest zijn. Ik moet vooral nog trainen op het vinden van juiste informatie op de juiste zoekmachine of de juiste site. Ik had hier veel moeite mee in het begin, het verbeterde deels naar het einde toe. Ik ben er nog altijd niet super goed in, maar het is al verbeterd. Toch vind ik dat ik hier nog altijd te veel tijd mee verlies. Ik was redelijk goed in het maken van de powerpoint en de samenvatting van de tekst maken omdat dit iets is dat ik vaak doe. Ik ben dit dus al gewoon en doe dit ook graag. Wat mij vooral zal bijblijven uit deze opdracht is het werken met Limo, Gopress, … Ik had nog nooit van deze sites gehoord en door deze opdracht heb ik er goed mee leren werken. Moesten we deze opdracht niet gehad hebben, zou ik meer moeite gehad hebben om bijvoorbeeld dingen op te zoeken in de bib.

5.3 Controleer op volledigheid Ik heb mijn volledige document gecontroleerd en normaal gezien heb ik al de stappen en deelstappen volledig uitgewerkt. Alle drie mijn documenten hebben de juiste naam en ik heb er ook het academiejaar aan toegevoegd.