SADAN opdracht -...

SADAN opdrachtGroepsdruk

Nina Allegaert 1BaO A1

2015- 2016

Nina Allegaert 1BaOA Informatievaardigheden

Inhoudstabel Stap 1: Algemene onderwerpsverkenning................................................................................3

1) Zijn er (reeds) onderzoeksvragen / informatievragen geformuleerd rond het thema? Zo ja, welke? Zo nee, ga dan onmiddellijk naar de tweede vraag....................................................3

2) Vertaal je thema/ informatie-of onderzoeksvraag in een aantal trefwoorden of zoektermen.................................................................................................................................3

3) Gebruik de trefwoorden (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, … ) te starten................................................4

4) Gebruik dezelfde zoektermen (of combinaties ervan) voor een verkennende of exploratieve zoekopdracht via limo............................................................................................5

o Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten.............................................................5

5) Bruikbaarheid en betrouwbaarheid van je zoekresultaten: beoordeel naast jouw wikipedialemma (of andere ‘vertrekbron’) één andere bron uit 3. En 4. Aan de hand van de criteria gezien in de les...............................................................................................................5

6) Wat neem je mee uit deze zoekopdracht?.........................................................................6

a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen...................................................................6

b. Zou je andere/ extra trefwoorden gebruiken? Welke?.......................................................6

c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit?....................6

d. Heb je nog bemerkingen?...................................................................................................6

7) Dien je het thema te verbreden of af te bakenen ?............................................................6

a. Zijn de bij de aanvang geformuleerde onderzoeksvragen/ informatievragen of dien je vragen extra te formuleren of het aantal vragen in het perken?................................................6

b. Indien je nog geen onderzoeks- of informatievragen hebt gesteld, formuleer nu zelf een aantal mogelijke vragen. Wat wil je precies weten over jouw thema?.......................................6

Stap 2: De basistekst................................................................................................................7

1) Bronvermelding. maak allereerst een bronnenlijst-referentie van je gevonden basistekst op volgend de APA-richtlijnen (zie vademecum APA).................................................................7

2) Context. Wat is het geheel rond de tekst: uit welk vaktijdschrift/boek/verzamelwerk komt het? Welke organisatie is verantwoordelijk voor de tekst. Voor welke doelgroep / professionelen is het geschreven?..............................................................................................7

3) Auteur. Wie precies schreef de tekst? Geeft de tekst zelf info over de auteur(s)? Wat vind je op internet over de auteur(s)? Google en werk specifiek via de site van zijn werkplek..........7

4) Structuur. Beschrijf kort, opsommend, hoe de tekst is opgebouwd. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het één lange doorlopende tekst? b. Zijn er tussentitels? c. Is er enkel tekst of vind je andere zaken terug? d. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk in de tekst en in de bronnenlijst?.....................................................8

1


5) Gelijksoortige info. Zoek vanuit de structuur verder naar verscheiden info. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Voorbeeld Onderlijn verwijzingen naar bronnen, specialisten (o.a. belangrijke auteurs, personen met een belangrijke functie, personen uit het werkveld) kleur je rood, begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van regelgeving krijgen een oranje kleur.................8

6) Lijsten. Maak lijsten van wat je zonet in je tekst aanduidde. Noteer alles in je werkdocument. Deze lijsten gebruik je bij het zoeken naar extra vakliteratuur/ bronnen (stap 3). Vul ze doorheen de Sadan-opdracht verder aan...................................................................8

7. Maak een samenvatting (één pagina) van je basistekst. Maak in je samenvatting een tekstreferentie op van de basistekst volgens de APA-richtlijnen..............................................11

8. tot slot: de tekst verwerk je in een Powerpoint van (ongeveer) 10 dia’s..............................12

Stap 3: beschikking krijgen en meer zoeken...........................................................................13

1) Publicaties binnen handbereik?........................................................................................13

1) Zoek ter plaatse in de bieb................................................................................................16

2) Zoek verder buiten je tekst...............................................................................................17

Stap 4: contextualiseren.........................................................................................................21

1) Organisatie (hulp- of dienstverlening)..............................................................................21

2) Juridische documenten.....................................................................................................22

3) De maatschappelijke context............................................................................................23

4) Statistieken.......................................................................................................................24

5) Cijfersgegevens verwerken en er zelf aanmaken..............................................................24

Formuleer een persoonlijk besluit over de opdracht...............................................................24

Hoe verliep de opdracht?.........................................................................................................24

Vond je voldoende informatie?................................................................................................24

Welke vaardigheden moet ik nog trainen?...............................................................................24

Waar ben ik sterk in?................................................................................................................25

Wat heb je geleerd, wat zal je bijblijven?.................................................................................25

Bronnenlijst volgens APA.......................................................................................................25

2


Stap 1: Algemene onderwerpsverkenning

1) Zijn er (reeds) onderzoeksvragen / informatievragen geformuleerd rond het thema? Zo ja, welke? Zo nee, ga dan onmiddellijk naar de tweede vraag.

2) Vertaal je thema/ informatie-of onderzoeksvraag in een aantal trefwoorden of zoektermen.

Mijn thema gaat over groepsdruk. Groepsdruk is de benaming voor de druk die een peergroup uitoefent op een bepaald persoon of kleinere groep om diens gedrag te veranderen zodat het overeenkomt met het gedrag van die peergroup. Dit kan zowel in positieve als in negatieve zin gebeuren en kan te maken hebben met opvattingen over bepaalde onderwerpen, voorkeuren voor muziek, kleding,….

Trefwoorden Sociale druk (wikipedia) Groepsconformisme (encyclo.nl)beïnvloeding (synoniemen.net)puberteit (http://www.uwkindenseks.nl/vrienden-en-groepsdruk ) Maatschappelijke druk (Infonu.nl)Peer pressure (synoniemen.net)

pestenGroepsvormingOmgang

3

http://www.uwkindenseks.nl/vrienden-en-groepsdruk


3) Gebruik de trefwoorden (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, … ) te starten.

SOCIALE BEINVLOEDING:

Bing Aantal

Nieuws 1

Web 33 600

CONFORMISME:

Google Aantal

Nieuws 8 500

Boeken 668 000

Web 481 000

Video’s 13 500

MAATSCHAPPELIJKE DRUK:

Yahoo Aantal

Nieuws 11

Web 186 000

Voor het trefwoord ‘beïnvloeding ’ kwam ik veel resultaten (141 000 resultaten) uit. Om minder resultaten uit te komen heb ik ‘sociale’ ervoor gezet dus ‘sociale beïnvloeding’.

4


4) Gebruik dezelfde zoektermen (of combinaties ervan) voor een verkennende of exploratieve zoekopdracht via limo.

o Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten.

SOCIALE BEINVLOEDING:

limo Aantal

Nieuws 15

Boek 96

Web 2 630

Video’s 61

CONFORMISME:

Limo Aantal

Boek 4

MAATSCHAPPELIJKE DRUK:

Limo Aantal

Boek 39

Video’s 4

5) Bruikbaarheid en betrouwbaarheid van je zoekresultaten: beoordeel naast jouw wikipedialemma (of andere ‘vertrekbron’) één andere bron uit 3. En 4. Aan de hand van de criteria gezien in de les. Ik zal voor deze opdracht het trefwoord ‘conformisme’ gebruiken

Soort bron Aantal Betrouwbaarheid

5


Standaard boekhandel 12 resultaten Betrouwbaar: het is recent en van onze regio

6) Wat neem je mee uit deze zoekopdracht?

a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen.Het opzoeken via google, Yahoo, Bing enz. ging heel vlot, maar het opzoeken via limo ging wat moeilijker omdat ik deze site nog nooit had gebruikt en omdat ik het een ingewikkelde site vond.

b. Zou je andere/ extra trefwoorden gebruiken? Welke?Ja, bij sommige woorden is het beter om er nog een extra trefwoord aan toe te voegen om minder resultaten uit te komen en zo gemakkelijker iets te kiezen. Bij sommige woorden bekom je enorm veel resultaten. Bijvoorbeeld; het woord ‘beïnvloeding’ is heel algemeen, dus daarom heb ik het trefwoord ‘sociale’ er aan toegevoegd. Wanneer ik sociale beïnvloeding gebruikte kwam ik al veel minder resultaten uit en zo vond ik veel sneller iets terug.

c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit? Ik vond het moeilijk om eindwerken terug te vinden via het algemeen internet zoals google, yahoo enz.

d. Heb je nog bemerkingen?Het was een goede opdracht om kennis te maken met verschillende zoekmachines.

7) Dien je het thema te verbreden of af te bakenen ?

a. Zijn de bij de aanvang geformuleerde onderzoeksvragen/ informatievragen of dien je vragen extra te formuleren of het aantal vragen in het perken?Het is voldoende. Ik vind het goed dat ik leer werken en kennis maak met de verschillende zoekopties op het internet.

b. Indien je nog geen onderzoeks- of informatievragen hebt gesteld, formuleer nu zelf een aantal mogelijke vragen. Wat wil je precies weten over jouw thema?

Is groepsdruk altijd negatief? Hoe wordt groepsdruk aangepakt? Hoe ontstaat groepsdruk precies? Wat zijn de oorzaken van groepsdruk?

6


Stap 2: De basistekst

1) Bronvermelding. maak allereerst een bronnenlijst-referentie van je gevonden basistekst op volgend de APA-richtlijnen (zie vademecum APA). Donders, W. & Verschueren, K. (2004). Zelfwaardering en acceptatie door

leeftijdsgenoten: een longitudinaal onderzoek bij basisschoolkinderen. Kind en adolescent., 45-54. Geraadpleegd op http://link.springer.com/

2) Context. Wat is het geheel rond de tekst: uit welk vaktijdschrift/boek/verzamelwerk komt het? Welke organisatie is verantwoordelijk voor de tekst. Voor welke doelgroep / professionelen is het geschreven?

Deze tekst komt uit een vakblad genaamd Kind en Adolescent. Kind en Adolescent staat open voor wetenschappelijke publicaties, die relevant zijn voor de pedagogische, psychiatrische of psychologische praktijk rondom kinderen en jeugdigen. De redactie wil lezers informeren over actuele ontwikkelingen op dit terrein.

De organisatie Kind en Adolescent is dus verantwoordelijk voor de tekst. De tekst is vooral geschreven naar ouders en opvoeders toe. Het is relevant voor mensen die werken rond pedagogische, psychiatrische of psychologische praktijk rondom kinderen en jeugdigen.

Bron: http://link.springer.com/journal/12453

3) Auteur. Wie precies schreef de tekst? Geeft de tekst zelf info over de auteur(s)? Wat vind je op internet over de auteur(s)? Google en werk specifiek via de site van zijn werkplek.

Auteurs artikel: Wendy Donders en Karine Verschueren

De tekst zelf geeft geen info over de auteurs, maar ik heb wel wat informatie gevonden op het internet. Wendy Donders is als kinderen jeugdpsychologe werkzaam in het Medisch Centrum St.-Jozef te Munsterbilzen. Zij werkte mee aan dit longitudinale onderzoek in het kader van haar scriptie aan het Centrum voor Schoolpsychologie van de Katholieke Universiteit KU Leuven. Karine Verschueren is als hoofddocent verbonden aan het Centrum voor Schoolpsychologie van de KULeuven.

Geraadpleegd via: Donders, W. & Verschueren, K. (2004). Zelfwaardering en acceptatie door leeftijdsgenoten: een longitudinaal onderzoek bij basisschoolkinderen. Kind en adolescent., 45-54. Geraadpleegd op http://link.springer.com/

7

http://link.springer.com/

http://link.springer.com/journal/12453



4) Structuur. Beschrijf kort, opsommend, hoe de tekst is opgebouwd. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het één lange doorlopende tekst? b. Zijn er tussentitels? c. Is er enkel tekst of vind je andere zaken terug? d. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk in de tekst en in de bronnenlijst?

a. De tekst is duidelijk opgebouwd door gebruik te maken van alinea’s, tussentittels en witruimtes. Er worden ook tabellen gebruikt in de tekst om bepaalde inhouden duidelijk te illustreren. Het is dus geen doorlopende tekst. De referenties worden op het einde van de tekst weergegeven onder de tussentitel ‘literatuur’.

5) Gelijksoortige info. Zoek vanuit de structuur verder naar verscheiden info. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Voorbeeld Onderlijn verwijzingen naar bronnen, specialisten (o.a. belangrijke auteurs, personen met een belangrijke functie, personen uit het werkveld) kleur je rood, begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van regelgeving krijgen een oranje kleur.

6) Lijsten. Maak lijsten van wat je zonet in je tekst aanduidde. Noteer alles in je werkdocument. Deze lijsten gebruik je bij het zoeken naar extra vakliteratuur/ bronnen (stap 3). Vul ze doorheen de Sadan-opdracht verder aan.

Organisatie

Contactgegevens Algemene werking Doelgroep

JAC Adres: Wandelingstraat 31 Kortrijk 8500 Tel: 056 21 04 42 Email: [email protected]

Het JAC zet zich in voor jongeren met problemen over verschillende onderwerpen. Ze informeren, adviseren en begeleiden de jongeren. Deze organisatie is gratis en gebeurt anoniem.

Jongeren tussen de 12 en 25 jaar.

In mijn basistekst staat er geen enkele organisatie vermeldt. Het JAC heb ik dan later bij de lijst gevoegd omdat dit mijn gekozen organisatie was van stap 4.1.

8

mailto:[email protected]



Naam specialist

Korte uitleg Foto

Erik Erikson

Erikson is een psycholoog die zich met name richtte op de psychoanalyse.

Michel boivon

Hij is een professor in de psychologie.

Wendy Donders

Wendy Donders is als kinderen jeugdpsychologe werkzaam in het medisch centrum ST. Jozef te Munsterbilzen.

Veerman J. V

Hij is een bijzonder hoogleraar in de psychologie.

9


Karine Verschueren

Karine Verschueren is als hoofddocent verbonden aan het centrum voor schoolpsychologie van de KUlLeuven.

Vaktermen UitlegLongitudinaal Een bepaald soort wetenschappelijk onderzoek Sociometrische statusEmpirisch Als iets gebaseerd is op de waarnemingAversief weerzinwekkendAntecedenten Al dan niet recente gerechtelijke beslissingen die als leidraad

of richtlijn dienen in een vergelijkbaar geschil. CBSK Competentiebelevingsschaal voor kinderenEen correlatie Een manier waarop iets samenhangt met iets anders.Hypothese Idee waarvan nog bewezen moet worden dat het juist is. Self fulfilling prophecie Is een voorspelling die direct of indirect leidt tot het

uitkomen van die voorspelling

Lijst met soorten bronnen:

1. Boivin,W., & Bégin, G. (1989). Peer status and self- perception among early elementary school children: the case of the rejected children. Child Development, 60, 591-596.

2. Rudolph, K. D., Hammen, C., & Burge, D. (1995). Cognitive representations of self, family, and peers in school-age children: links with social competence and sociometric

status. Child Development, 66, 1385-1402.

3. Singleton, L., & Asher, S. (1977). Peer preferences and social interactions among third-grade children in an integrated school district. Journal of Educational Psychology, 69, 330-336.

4. Coie, J. D., Dodge, K. A., & Coppotelli, H. (1982). Dimensions and types of social status: a cross-age perspective. Developmental Psychology, 18, 557-570.

5. Jackson, L. D., & Bracken, B. A. (1998). Relationship between students’ social status and global and domain-specific selfconcepts. Journal of School Psychology, 36, 233-246.

10


7. Maak een samenvatting (één pagina) van je basistekst. Maak in je samenvatting een tekstreferentie op van de basistekst volgens de APA-richtlijnen.

In mijn basistekst wordt er een longitudinaal onderzoek gedaan bij basisschoolkinderen. Onderzoekers onderzoeken of er een verband is tussen zelfwaardering en acceptatie bij leeftijdsgenoten. Dit zijn 2 belangrijke termen die passen bij het onderwerp groepsdruk. Groepsdruk of sociale druk is de druk die een peergroup uitoefent op een bepaald persoon of een kleinere groep om diens gedrag te veranderen zodat het overeenkomt met het gedrag van de peergroup, om namelijk geaccepteerd worden door de groep. Zelfwaardering speelt hierin ook een grote rol.

In mijn basistekst wordt er vooral weergegeven hoe ze het onderzoek aanpakken en hoe de procedure verloopt. Er wordt ook vermeld welke specifieke instrumenten ze gebruiken tijdens het onderzoek. De resultaten van onder andere de stabiliteit en de longitudinale verbanden worden weergegeven in tabellen. Op het einde van mijn basistekst wordt er nog een discussie beschreven in verband met het onderzoek.

Het onderzoek werd dus onderzocht in een steekproef van 164 negen- tot twaalfjarige kinderen. Er werd onderzocht of zelfwaardering en sociometrische status op de leeftijd van negen jaar respectievelijk een sociometrische status en zelfwaardering op de leeftijd van twaalf jaar voorspelt. Daarnaast wordt in dit onderzoek zowel op negen- als op twaalfjarige leeftijd van naderbij bekeken welke verschillen in zelfwaardering er precies bestaan tussen de verschillende gehanteerde statusgroepen.

Er werd gebruik gemaakt van nominatie- en ratingsprocedures. Dit zijn betrouwbare en systematische methoden. Uit het onderzoek blijkt dat goede peerrelaties zorgen voor een vorming van een gezond zelfconcept van het kind. Uit onderzoek van Jackson & Bracken blijkt dat verworpen kinderen eerder een negatief zelfconcept ontwikkelen en geaccepteerde kinderen een positief zelfconcept. Er is weinig verschil tussen kinderen met een controversiële, gemiddelde, genegeerde en geclassificeerde status.

Zo’n onderzoek is nodig om na te gaan of zelfwaardering nu een antecedent of een consequent van de sociometrische status is. Alsook interventieonderzoeken spelen een belangrijke rol in het zoeken naar een verband. Op het vlak van zelfwaardering gebruikt men een competentiebelevingsschaal voor kinderen. Dit instrument geeft een beeld van de wijze waarop een kind zichzelf aanvaart en hoe hij zijn eigen vaardigheden inschat.

Op basis van deze beoordelingen kreeg elk kind een gemiddelde score en deze werd omgezet naar een standaardscore per klas. De correlatie tussen sociale impactscore en ratingsscore waren op beide meetmomenten significant. Bij de resultaten van het onderzoek werden er correlaties gevonden, maar sommige daarvan waren niet significant.

11


De conclusie van het onderzoek is dat een hogere acceptatie samen gaat met een positieve beoordeling van zichzelf en dat kinderen die aanvaard worden door klasgenoten zichzelf een beter gedragshouding toeschrijven. Een longitudinaal verband van de resultaten van het onderzoek is dat kinderen op negenjarige leeftijd relatief weinig aanvaard werden door klasgenoten, nog meer risico lopen om drie jaar later een nog lagere positie te hebben wat betreft de zelfwaardering.

Er is een discussie en i.vm het onderzoek. Er is geen enkele aanwijzing gevonden opdat de zelfwaardering een antecedent of een consequent is van de sociometrische status. Er is geen evident voor de stelling. Ook veranderingen van de groep leeftijdgenoten kan overwogen worden in dit onderzoek. Dit onderzoek heeft geen voldoende voorwaarde om causale conclusies te trekken. Het onderzoek focust zich vooral op de verbanden tussen 2 geïsoleerde variabelen. Men eist voor en volgend onderzoek een meer omvattender model.

Referentie naar de tekst:

Donders, W., & Verschueren, K. (2004). Zelfwaardering en acceptatie door leeftijdsgenoten: een longitudinaal onderzoek bij basisschoolkinderen. Kind en adolescent, 45-54. Geraadpleegd op http://link.springer.com/

8. tot slot: de tekst verwerk je in een Powerpoint van (ongeveer) 10 dia’s. zie powerpoint

12



Stap 3: beschikking krijgen en meer zoeken

1) Publicaties binnen handbereik?

Bronnen Vindplaats Locatie

Boivin,W., & Bégin, G. (1989). Peer status and self- perception among early elementary school children: the case of the rejected children. Child Development, 60, 591-596.

Ik heb niets gevonden op limo hierover en ook geen resultaten op de databank springerlink

Ik vond wel 6 resultaten op google.

Internet, google

http://www.gripinfo.ca/grip/public/www/doc/articles/Boivin_1989_id_566.pdf

Rudolph, K. D., Hammen, C., & Burge, D. (1995). Cognitiverepresentations of self, family, and peers in school-age children: links with social competence and sociometric status. Child Development, 66, 1385-1402.

Ik heb het artikel gevonden op de Limo.

Het is te vinden in de bibliotheek van Vives campus Kortrijk.

ISSN: 0009-3920

Bron: John Wiley &Sons, Inc.

Singleton, L., & Asher, S. (1977). Peer preferences and social interactions among third-grade children in an integrated school district. Journal of Educational Psychology, 69, 330-336.

Er zijn geen resultaten op Limo en ook niet op de databank van springerlink.

/

Coie, J. D., Dodge, K. A., & Coppotelli, H. (1982). Dimensions andtypes of social status: a cross-age perspective. Developmental Psychology, 18, 557-570.

Gevonden via google. http://psycnet.apa.org/index.cfm?fa=buy.optionToBuy&id=1982-27928-001

Jackson, L. D., & Bracken, B. A. (1998). Relationship betweenstudents’ social status and global and domain-specific selfconcepts. Journal of School Psychology, 36, 233-246

Er zijn geen resultaten op Limo of databanken.

Ik vond deze publicatie wel op Google.

https://www.researchgate.net/publication/221948907_Relationship_Between_Students_Social_Status_and_Global_and_Domain-Specific_Self-

13

https://www.researchgate.net/publication/221948907_Relationship_Between_Students_Social_Status_and_Global_and_Domain-Specific_Self-Concepts


http://psycnet.apa.org/index.cfm?fa=buy.optionToBuy&id=1982-27928-001







Concepts

Veerman, J. W., Straathof, M. A. E., Treffers, Ph. D. A., Van denBergh, B. R. H., & Ten Brink, L. T. (1997). HandleidingCompetentiebelevingsschaal voor Kinderen, CBSK. Lisse: Swets& Zeitlinger.

Ik vond deze publicatie niet terug op de Limo, maar wel 8 andere resultaten van Veerman, J.

/

Rudolph, K. D., Hammen, C., & Burge, D. (1995). Cognitiverepresentations of self, family, and peers in school-age children: links with social competence and sociometric status. ChildDevelopment, 66, 1385-1402.

Gevonden op Limo. Beschikbaar in de bibliotheek van VIVES Campus Kortrijk.

Broeckaert, E., De Fever, F., & Hellicnkx, W. (1993). Orthopedagogische werkvelden in kaart. Vlaanderen.

beschikbaar in de bibliotheek van VIVES Campus Kortrijk op de 1e verdieping

Bib 1e verdieping 376.5

Renshaw, P. D., & Brown, P. J. (1993). Loneliness in middlechildhood: concurrent and longitudinale predictors. ChildDevelopment, 64, 1271-1284.

Erikson, E. H. (1963). Childhood and society (2nd ed.). New York:Norton

Gevonden op de Limo van UC Leuven.

beschikbaar in de bibliotheek van VIVES Campus Kortrijk op de 1e verdieping

Jackson, L. D., & Bracken, B. A. (1998). Relationship betweenstudents’ social status and global and domain-specific selfconcepts. Journal of School Psychology, 36, 233-246.

Niets gevonden op Limo en ook niet op KHlim Leuven.

Sroufe, L. A., Cooper, R. G., & DeHart, G. B. (1996). ChildDevelopment. Its nature and its course (3rd ed.). New York:Mc Graw-Hill.

Gevonden op Limo van UC Leuven

14



Mijn auteurs van mijn basistekst zijn Wendy Donders en Karine Verschueren.

Bron van andere werken van mijn auteurs

Vindplaats Locatie

Donders, W., (2001), zelfwaardering en sociaal functioneren bij lagere schoolkinderen: een longitudinale studie. P.78 (een eindwerk)

Gevonden op Limo Beschikbaar in VIVES – Kortrijk

Verschueren, K., (2008), Reactiviteit en psychosociale aanpassing van kleuters: de leerkracht-kindrelatie als moderator. In: Tijdschrift voor orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische kinderpsychologie., Jrg. 33 (2008) nr. 3/4, p. 153-168.

Gevonden op Limo VIVES- campus Kortrijk

Gelijkvloers bij de tijdschriften

Verschueren, K., Boer,F., (2004). ‘ sociale relaties en de ontwikkeling van kinderen: op de voet gevolgd.’ Kind en adolescent praktijk : vakblad voor pedagogiek, psychiatrie en psychologie., Jrg. 25 (2004) nr. 2, p. 165-175

Verschureren, K. 1996, Een veilige gehechtheid, een positief zelf? Representaties van gehechtheidsrelaties en van het zelf en sociaal-emotionele competentie bij kleuters, catalogue.[eindwerk]

Gevonden op Limo

Gevonden op Limo

Beschikbaar in VIVES - Kortrijk, Bij de tijdschriften

Bron: Springer Science & Business media B.V.

15


Bronnen van sterauteurs Vindplaats Locatie

Rubin,K. H., Nelson, L. J., Fox, N. A. (2005). Social Withdrawal, Observed Peer acceptance, and the development of self-perceptions in children ages 4 to 7 years. Early childhood research quarterly, 2005,vol. 20(2),pp. 185-200.

Gevonden op Limo Bron: ERIC

catalogue

Veerman,J.W.,Swennenhuis, P.B.(1997). Nederlands Harterschalen voor het vaststellen van het zelfconcept van kinderen en adolescenten. Tijdschrift voor orthopedagogiek., Jrg. 36. 11, 15-29.

Gevonden op Limo Beschikbaar in VIVES- Kortrijk, Roeselare; Tielt en Torhout

Bron: catalogue

1) Zoek ter plaatse in de bieb

Referentie boek: Nuttin, J., & Hoorens, V. (2008). Sociale beïnvloeding: toetsbaar leren denken over gedrag. Leuven: Universitaire Pers.

Vindplaats: VIVES campus Kortrijk, 1e bib verdieping 159. 992.2

Colofon: Op de colofon staat de titel van het boek namelijk: ‘Sociale beïnvloeding: toetsbaar leren denken over gedrag.’ De titel staat in een groot en zwart lettertype. Daaronder staat de namen van de auteurs vermeld. Deze zijn Nuttin Jef en Vera Hoosens en helemaal onderaan staat de uitgeverij en deze is: Universitaire Pers van Leuven.

Voorflap: op de voorflap staan de auteurs helemaal vanboven vermeld met daaronder in vet gedrukt de titel van het boek. In het midden van de voorflap staat een bruine afbeelding en de rest de voorflap is donkergroen. Vanonder staat de uitgeverij. Ik vind het een aantrekkelijke voorflap. Het boek spreekt me aan.

Achterkant: Op de achterkant staan er verschillende alinea’s. In de eerste alinea staat vermeld wat sociale beïnvloeding inhoudt.

Sociale beïnvloeding biedt een eerste kennismaking met de belangrijkste facetten van sociale psychologie. De voorbije jaren hebben al duizenden studenten gedrags- en maatschappijwetenschappen dit werk leren kennen. Sociale beïnvloeding blijft een aanrader voor iedereen die zich vragen stelt over het hoe en het waarom van menselijke sociaal gedrag en de invloed die wij op elkaar uitoefenen. In deze tweede volledige, herziene editie is ieder hoofdstuk herwerkt en aangevuld op grond van recente theoretische en methodologische ontwikkelingen.

16


Onder de 1e alinea staat er een afbeelding en daaronder staat er verschillende informatie over het boek. Het boek:

- Leest als een roman, als een detective- story voor denker over sociaal gedrag.- Het is geen ‘encyclopedisch’ overzicht van theorie en onderzoek, maar een boeiende en

consequent aangehouden vereenvoudigde analyse van een veelheid van sociale beïnvloedingsfactoren.

- De lezer wordt voortdurend gestimuleerd tot meedenken; ook bij verschillende maatschappelijke excursies waarin de toepasbaarheid van de voorgestelde denkkaders kritisch geïllustreerd wordt.

Helemaal vanonder op de achterflap staan de auteurs nog eens vermeld en hun functie:

Jef Nuttin is emeritus hoogleraar psychologie aan de KU Leuven

Vera Hoosens is hoogleraar sociale psychologie aan de KU Leuven.

En daaronder de uitgeverij: Universitaire Pers Leuven.

2) Zoek verder buiten je tekst

TYPE/SOORTBRON

TREFWOORD DATABANK AANTAL ZOEKRESULTATEN

BRON

BOEKEN ‘Groepsdruk’ Limo 12 Algra, H., & Nijenhuis, M. (2007). Kinderen en…keuzen maken: over het omgaan met sociale druk , reclame, beïnvloeding en verleiding. Amersfoort: Kwintessens.

‘Sociale druk’ Limo 20 Coussee, F., & Bradt, L. (2012). Jeugdwerk en sociale uitsluiting: handvatten voor emanciperend jeugdbeleid. Leuven: Acco.

‘Erbij willen horen’

Limo 157 Krab, K. J., Engelen- Snaterse, T.J., & De Boer-Bosman, B.R.(2006). Gedragsverandering binnen en buiten de klas: gedragsverandering van leerling en leerkracht in het basis- en speciaal onderwijs. Amersfoort: CPS

17


TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK AANTAL ZOEKRESULTATEN

BRON

ARTIKELS UIT VAKTIJDSCHRIFTEN

‘Groepsdruk’ Limo 16 Scholing, A., & Emmelkamp, P. (1992). Sociale fobie en sociale angst: uitvoering van de behandeling. Springer Science & Business Media B.VK, 12, 25-39.

‘peer pressure’

Limo 1165 Haun, D., & Tomasello, M. Conformity to peer pressure in preschool chidren. Child developmenst, 82(6), 1759-1767.

‘antipesten’ Springerlink 6 Dekker, M. Van ‘wat is er mis met jou?’ naar ‘wat is er met jou gebeurd?’. Jeugdbeleid, 4, 205-208.

TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK

AANTAL ZOEKRESULTATEN

BRON

EINDWERKEN

‘sociale druk’

DoKS 8 Croonen, K. (2012). De weg naar sociale zelfredzaamheid: Goldsteintraining bij mensen met een langdurige psychiatrische problematiek [eindwerk]. Geel: Katholieke hogeschool Kempen.

‘groepsbeïnvloeding’

DoKS 3 Bamps, A. (2014). Verminderen van onderlinge negatieve beïnvloeding in jongerenleefgroepen [eindwerk]. Diepenbeek: Katholieke Hogeschool Limburg.

‘groepsdruk’

Limo 40Devolder, M. (2010). Groepsdruk bij minderjarigen:Een theoretische kijk gelinkt aan een praktijkoefening vanuit de dienst COHEsie [eindwerk].

18


Kortrijk: aKATHO IPSOC.

TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK AANTAL ZOEKRESULTATEN

BRON

Onderzoeksliteratuur

‘Groepsvorming’

Jeugdonderzoeksplatform

5 Dekeyser, L., & Verbert, V. (2002). Groepsvormingbij jongeren: een explorerend onderzoek bij de 14- en 15-jarige jongeren in Vlaams-Brabant. K.U. Leuven: Centrum voor Sociale Pedagogiek

‘Beïnvloeding’

Lirias 27 Smits, T. (2009). Onderlinge sociale beinvloeding van loopsporters [chapter]. Gent: Academia Press.

‘beïnvloeding’

Lirias 27 Nuttin, J., & Hoorens, V. (2008). Sociale beïnvloedding: Toetsbaar leren denken over gedrag. Leuven: universitaire pers Leuven.

TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK


BRON

DIGITALE ANDERSTALIGE BRONN

‘peer pressure’

Web of Science

59 Schneider, B. (2000). Friends and enemies: peer relations in childhood. Londen: By Arnold.

‘ peer pressure’

Science Direct

92.450 Studer, J. (2014). Peer pressure and alcohol use in young men: A mediation analysis of drinking

19


EN motives. Drugpolicy.

‘sociale influence’

Lirias 453 Van Avermaet, E., Buelens, H, & Vanbeselaere,N. (1999). Intragroup social influence processes in intergroup behavior. John Wiley & Sons ltd, 5-6, 815-825.

TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK


BRON

E- artikels uit kranten, week-of maandbladen of magazines

‘Vriendschap’

Krant van West- Vlaanderen

3 Groot vriendschapsgevoel. (26 september 2014).Krant van West- Vlaanderen/ De Leie, 71.

‘groepsdruk bij jongeren’

De Standaard online

72 Fear Appeal werkt niet. (13 augustus 2015). De standaard.

‘ pesten’ De Standaard online

18 Leerlingen én ouders moeten mee in bad tegen pesten. (22 september 2015). De standaard.

TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK


BRON

Internet

‘Karine Verschueren

Via Google

433.Ik vond

Verschueren, K., & Boer,F., (2004). Sociale relaties en de ontwikkeling van kinderen:

20


algemeen

’ Scholar naar Springerlink

de volledige tekst van deze publicatie.

op devoet gevolgd. Kind en adolescent praktijk : vakblad voor pedagogiek, psychiatrie en psychologie., Jrg. 25, 165-175.

‘Karine Verschueren’

Google Books

931 Buyse, E., Koomen, H, & Verschueren, K. (2007).Interacties tussen leerkrachten en leerlingen. Handboek in de diagnostiek in de leerlingenbegeleiding. Garant uitgevers NV.

‘Karine Verschueren’

Goolge books

931 Verschueren,K. (2008).Benaderd vanuit de gehechtsheidstheorie. Denken en weten over dewereld. (pp.85). Leuven: universitaire Pers.

TYPE/ SOORTBRON

TREFWOORD

DATABANK


BRON

Beeldmateriaal

‘groepsdruk’

Limo 6 (2011). Jongeren en alcohol [DVD-video].Brussel: VRT/één.

‘erbij horen’

Limo 42 Van Landuyt, T. (1993). Ad Fundum: erbij willenhoren, kan je leven kosten [DVD- video]. Independent Films.

‘pesten’ Limo 123 Bacon, R. (2012). @sociale media [DVD- video]. Brussel: VRT/één.

21


Stap 4: contextualiseren

1) Organisatie (hulp- of dienstverlening)

Ik kies voor de organisatie ‘JAC’ omdat deze organisatie zich inzet voor jongeren tussen 12 en 25 jaar. Het JAC helpt jongeren met hun problemen en beantwoordt al hun vragen over allerlei onderwerpen. Het JAC informeert en adviseert de jongeren en start een begeleiding wanneer het echt nodig is. Deze organisatie is een goede hulp- of dienstverlening voor problemen en vragen rond groepsdruk. Aan groepsdruk kan veel verbonden zijn zoals drugsverslaving, alcoholverslaving, gebrek aan erkenning en waardering, pesten,.. Het heeft een invloed op verschillende vlakken zoals op emotioneel en fysisch vlak. Het JAC kan de jongere helpen door advies te geven of om te leren omgaan met de gevolgen van groepsdruk enz.

De afkorting JAC staat voor ‘Jeugd Advies Centrum’. Het JAC maakt deel uit van het CAW, dat staat voor Centrum Algemeen Welzijnswerk. Ze werken vooral met de jeugd. Er zijn verschillende onthaalpunten in Vlaanderen en Brussel.

Wanneer jongeren een vraag of een probleem hebben, kunnen ze gratis en anoniem terecht bij het JAC. Je kan een bezoek brengen zonder een afspraak te maken, maar je kan ook bellen, mailen of een brief schrijven. De JAC medewerkers bieden vrijblijvende hulp aan. Het JAC is een laagdrempelige hulpverlening.

Op de site zijn er ook enkele interessante sites terug te vinden voor jongeren die een specifiek probleem hebben. Zo kan je bijvoorbeeld verder klikken naar de druglijn, maar ook naar slachtoffer chat.

Een JAC medewerker heeft beroepsgeheim, dus alles wat er wordt gezegd blijft binnen de vier muren. Onder de collega’s geldt dit beroepsgeheim niet, ze houden elkaar op de hoogte van de problemen en zoeken eventueel samen naar mogelijke oplossingen voor de persoon in kwestie. De persoon kan zelf kiezen hoeveel hulp hij nodig heeft, dit kan zowel slechts een maal zijn maar dit kan ook een jaar aan een stuk zijn. Ook scholen of jeugdhuizen kunnen beroep doen op het JAC, ze kunnen vorming vragen over een bepaald thema en een medewerker komt er dan met plezier over spreken.

Het JAC voorziet ook opleidingen om jeugdadviseur te worden. Heel wat jongeren spreken liever over hun problemen met vrienden. Als je deze opleiding volgt, kom je te weten hoe je je vrienden kan helpen zonder zelf in de problemen te komen, waar je grenzen moet treken en hoe je dit doet zonder je vrienden te kwetsen. Ook leer je heel wat bij over diverse thema’s.

Het JAC staat altijd klaar om je te helpen en om te luisteren naar uw verhaal/ probleem. Het JAC wil jongeren die het moeilijk hebben de steun geven om zelf terug verder te kunnen. Ze willen de jongeren rust bieden aan diegenen die dat kwijt zijn en de mogelijkheden van jongeren versterken. Het JAC vecht voor een menswaardig leven voor elke jongere. Het JAC versterkt het welzijn van jongeren!

Het JAC Kortrijk is gelegen in de Wandelingstraat 31. Het telefoonnummmer is; 056 21 04 42 en hun email-adres is [email protected] . 1

1 485 woorden

22



Referentie bronnen:

http://jeugdzorg.wikidot.com/jac

http://www.jac.be/over-het-jac

http://www.jac.be/zoek-je-hulp#westvlaanderen

2) Juridische documenten

1. Wet van 8 april 1965 betreffende jeugdbescherming. (16 december 2015). Geraadpleegd op http://justitie.belgium.be/nl/themas_en_dossiers/veiligheid_en_criminaliteit/drugs/wetgeving

2. Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid. (10 juli 2008). Geraadpleegd op 16 december 2015, op http://www.gelijkekansen.be/Hetbeleid/Wetgeving/Vlaanderen/GKGBdecreet.aspx.

3. Decreet houdende toegang tot de jeugdhulpverlening. Geraadpleegd op http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/assets/docs/ons/regelgeving/decreet-integrale-jeugdhulp.pdf

4. Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot het Gewestelijk Ontwikkelingsplan. (12 september 2002). Belgisch Staatsblad (http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm)

5. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de concordantie van de leer- en opvoedende activiteiten/vakken/specialiteiten in de opleidingsvormen 1, 2 en 3 van het buitengewoon secundair onderwijs. Codex Vlaanderen. (http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1002964&param=inhoud&AID=1013922)

3) De maatschappelijke context

Jo Vandeurzen is Vlaams minister van welzijn, volksgezondheid en gezin. Ik koos voor deze persoon omdat groepsdruk en de gevolgen ervan veel te maken hebben met het welzijn van de persoon, maar ook van de gezondheidstoestand. Groepsdruk kan vele negatieve gevolgen hebben zoals gepest worden, een laag zelfwaarde, zich niet aanvaard voelen, ziek worden en zo kan het maar verder gaan. Het departement welzijn, volksgezondheid en gezin moet hier dus een oogje in het zeil houden en er voor zorgen dat iedere mens van een goed levenskwaliteit beschikt.

23

http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1002964&param=inhoud&AID=1013922

http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1002964&param=inhoud&AID=1013922

http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm

http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/assets/docs/ons/regelgeving/decreet-integrale-jeugdhulp.pdf

http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/assets/docs/ons/regelgeving/decreet-integrale-jeugdhulp.pdf

http://www.gelijkekansen.be/Hetbeleid/Wetgeving/Vlaanderen/GKGBdecreet.aspx

http://justitie.belgium.be/nl/themas_en_dossiers/veiligheid_en_criminaliteit/drugs/wetgeving

http://justitie.belgium.be/nl/themas_en_dossiers/veiligheid_en_criminaliteit/drugs/wetgeving

http://www.jac.be/zoek-je-hulp#westvlaanderen

http://www.jac.be/over-het-jac

http://jeugdzorg.wikidot.com/jac


Ook Vlaams minister van onderwijs, namelijk Hilde Crevits kan een oogje in het zeil houden over dit thema. Groepsdruk en groepsvorming gebeurt vooral ook tussen de schoolmuren. Het wordt soms totaal niet opgemerkt en toch zijn er velen slachtoffer van bendes. Hilde Crevits kan er voor zorgen dat elk onderwijs dit onderwerp in de gaten houdt en dat het serieus aangepakt wordt.

4) Statistieken Ik zocht eerst via de websites die aangeraden werden namelijk, www.statbel.fgov.be, www.vlaanderen.be en www.lokalestatistieken.be, maar op deze sites vond ik weinig tot geen statistieken rond mijn thema. Ik heb dan via het algemeen internet statistieken gezocht rond groepsdruk. Ik gebruikte de zoekterm ‘ pesten door groepsdruk’.

Bij groepsdruk hoort heel vaak pesten bij. Ik heb een aantal statistieken gevonden rond pesten op school. De statistieken gaan over het pesten van anderen en het gepest worden. De School Attitude Questionnaire Internet (SAQI) is een vragenlijst die op scholen via het internet wordt afgenomen. Het meet de motivatie, welbevinden en zelfvertrouwen; daarnaast zijn twee schalen opgenomen: pesten van anderen en gepest worden.

Uit het onderzoekt blijkt dat slechts 24% helemaal niet betrokken is bij het pesten van anderen en maar 35% helemaal niet gepest worden.

Bron: http://www.saqi.nl/PestCijfers.aspx

24

http://www.saqi.nl/PestCijfers.aspx

http://www.lokalestatistieken.be/

http://www.vlaanderen.be/


5) Cijfersgegevens verwerken en er zelf aanmaken

Zie Excel- oefeningen

Formuleer een persoonlijk besluit over de opdracht

Hoe verliep de opdracht?De SADAN- opdracht verliep heel moeizaam bij mij. Toen ik alle opdrachten overliep schrok ik even van het vele werk. De eerste stap ging al zeer traag vooruit, dus ik besloot om voldoende aan deze opdracht te werken, zowel in de lessen en een aantal uren buiten de lessen. Ik stak heel veel tijd in deze opdracht omdat het overal nog wat zoeken was voor mij, vooral rond de Excel- oefeningen en de bronreferenties.

Ik vond de SADAN- opdracht lastig maar ook wel leerrijk.

Vond je voldoende informatie? Ik vond soms niet genoeg informatie rond mijn thema. Ik vond dat ik een moeilijk thema had om rond te werken en om gerichte informatie over te vinden. Ik had ook meer anderstalige bronnen dan Nederlandse bronnen en dat bemoeilijkte ook mijn zoekproces. Ik gebruikte voldoende zoekopties en ging ook op zoek naar informatie in de campusbibliotheek.

Welke vaardigheden moet ik nog trainen?Ik had vooral moeite met de Excel-oefeningen. Dat is zeker nog iets waar ik op moet trainen.

Waar ben ik sterk in? Door de opdracht ben ik sterk geworden in refereren. Ik weet inmiddels door het vele opzoekwerk hoe dit moet zonder het op te zoeken op de Powerpoint.

Wat heb je geleerd, wat zal je bijblijven?Ik leerde vooral gericht informatie opzoeken. Het was een goede oefeningen om te leren refereren van bronnen. Ik heb ook verschillende zoekmethodes gevonden die ik anders nooit zou gebruiken maar die zeker nuttig zijn. In de toekomst zal ik meer met deze zoekmethodes werken.

Bronnenlijst volgens APA

Algra, H., & Nijenhuis, M. (2007). Kinderen en…keuzen maken: over het omgaan met sociale druk , reclame, beïnvloeding en verleiding. Amersfoort: Kwintessens.

Bacon, R. (2012). @sociale media [DVD- video]. Brussel: VRT/één.

Bamps, A. (2014). Verminderen van onderlinge negatieve beïnvloeding in jongerenleefgroepen [eindwerk]. Diepenbeek: Katholieke Hogeschool Limburg.

25


Boivin,W., & Bégin, G. (1989). Peer status and self- perception among early elementary school children: the case of the rejected children. Child Development, 60, 591-596.

Broeckaert, E., De Fever, F., & Hellicnkx, W. (1993). Orthopedagogische werkvelden in kaart. Vlaanderen.

Buyse, E., Koomen, H, & Verschueren, K. (2007). Interacties tussen leerkrachten en leerlingen. Handboek in de diagnostiek in de leerlingenbegeleiding. Garant uitgevers NV.

Coie, J. D., Dodge, K. A., & Coppotelli, H. (1982). Dimensions and types of social status: A cross-age perspective. Developmental Psychology, 18, 557-570.

Coussee, F., & Bradt, L. (2012). Jeugdwerk en sociale uitsluiting: handvatten voor emanciperend jeugdbeleid. Leuven: Acco.

Croonen, K. (2012). De weg naar sociale zelfredzaamheid: Goldsteintraining bij mensen met een langdurige psychiatrische problematiek [eindwerk]. Geel: Katholieke hogeschool Kempen.

Dekeyser, L., & Verbert, V. (2002). Groepsvorming bij jongeren: een explorerend onderzoek bij de 14- en 15-jarige jongeren in Vlaams-Brabant. K.U. Leuven: Centrum voor Sociale Pedagogiek.

Dekker, M. Van ‘wat is er mis met jou?’ naar ‘wat is er met jou gebeurd?’. Jeugdbeleid, 4, 205-208.

Devolder, M. (2010). Groepsdruk bij minderjarigen: Een theoretische kijk gelinkt aan een praktijkoefening vanuit de dienst COHEsie [eindwerk]. Kortrijk: KATHO IPSOC.

Donders, W. & Verschueren, K. (2004). Zelfwaardering en acceptatie door leeftijdsgenoten: een longitudinaal onderzoek bij basisschoolkinderen. Kind en adolescent., 45-54.

Donders, W., (2001), zelfwaardering en sociaal functioneren bij lagere schoolkinderen: een longitudinale studie. P.78.

Erikson, E. H. (1963). Childhood and society (2nd ed.). New York: Norton.

Haun, D., & Tomasello, M. Conformity to peer pressure in preschool chidren. Child developmenst, 82(6), 1759-1767.

Jackson, L. D., & Bracken, B. A. (1998). Relationship betweenstudents’ social status and global and domain-specific selfconcepts. Journal of School Psychology, 36, 233-246.

Jongeren en alcohol [DVD-video].(2011). Brussel: VRT/één.

Krab, K. J., Engelen- Snaterse, T.J., & De Boer-Bosman, B.R. (2006). Gedragsverandering binnen en buiten de klas: gedragsverandering van leerling en leerkracht in het basis- en speciaal onderwijs. Amersfoort: CPS.

Leerlingen én ouders moeten mee in bad tegen pesten. (22 september 2015). De standaard.

Nuttin, J., & Hoorens, V. (2008). Sociale beïnvloeding: Toetsbaar leren denken over gedrag. Leuven: universitaire pers Leuven.

Renshaw, P. D., & Brown, P. J. (1993). Loneliness in middle childhood: concurrent and longitudinale predictors. Child Development, 64, 1271-1284.

26


Rubin,K. H., Nelson, L. J., Fox, N. A. (2005). Social Withdrawal, Observed Peer Acceptance, and the Development of Self-Perceptions in Children Ages 4 to 7 Years. Early Childhood Research Quarterly, 2005, Vol.20(2), pp.185-200

Rudolph, K. D., Hammen, C., & Burge, D. (1995). Cognitive representations of self, family, and peers in school-age children: links with social competence and sociometric status. Child Development, 66, 1385-1402.

Schneider, B. (2000). Friends and enemies: peer relations in childhood. Londen: By Arnold.

Scholing, A., & Emmelkamp, P. (1992). Sociale fobie en sociale angst: uitvoering van de behandeling. Springer Science & Business Media B.VK, 12, 25-39.

Singleton, L., & Asher, S. (1977). Peer preferences and social interactions among third-grade children in an integrated school district. Journal of Educational Psychology, 69, 330-336.

Smits, T. (2009). Onderlinge sociale beinvloeding van loopsporters [chapter]. Gent: Academia Press.

Sroufe, L. A., Cooper, R. G., & DeHart, G. B. (1996). Child Development. Its nature and its course (3rd ed.). New York: Mc Graw-Hill.

Studer, J. (2014). Peer pressure and alcohol use in young men: A mediation analysis of drinking motives. Drugpolicy.

Van Avermaet, E., Buelens, H, & Vanbeselaere, N. (1999). Intragroup social influence processes in intergroup behavior. John Wiley & Sons ltd, 5-6, 815-825.

Van Landuyt, T. (1993). Ad Fundum: erbij willen horen, kan je leven kosten [DVD- video]. Independent Films.

Veerman, J. W., Swennenhuis, P. B., (1997).Nederlandse Harterschalen voor het vaststellen van het zelfconcept van kinderen en adolescenten. Tijdschrift voor orthopedagogiek., Jrg. 36 (1997) nr. 1, p. p.15-29.

Veerman, J. W., Straathof, M. A. E., Treffers, Ph. D. A., Van den Bergh, B. R. H., & Ten Brink, L. T. (1997). Handleiding Competentiebelevingsschaal voor Kinderen, CBSK. Lisse: Swets & Zeitlinger

Verschueren,K. (2008).Benaderd vanuit de gehechtsheidstheorie. Denken en weten over de wereld. (pp.85). Leuven: universitaire Pers.

Verschueren, K., & Boer,F., (2004). Sociale relaties en de ontwikkeling van kinderen: op de voet gevolgd. Kind en adolescent praktijk :vakblad voor pedagogiek, psychiatrie en psychologie., Jrg. 25, 165-175.

Verschureren, K. 1996, Een veilige gehechtheid, een positief zelf? Representaties van gehechtheidsrelaties en van het zelf en sociaal-emotionele competentie bij kleuters, catalogue.

Verschueren, K., (2008), Reactiviteit en psychosociale aanpassing van kleuters: de leerkracht-kindrelatie als moderator. In: Tijdschrift voor orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische kinderpsychologie., Jrg. 33 (2008) nr. 3/4, p. 153-168.

27


28

SADAN opdracht -...

Documents

Transcript of SADAN opdracht -...