Opdrachten bij paragraaf 11.4

Opdracht 1:

A. In de jaren zestig van de vorige eeuw was er sprake van bermtoerisme (bron 13). Wat is dat?

B. Wat waren de redenen dat mensen de berm kozen als recreatieplekje? Kies uit:- Men vond die drukte gezellig.- Het was verboden om in de berm langs de snelweg je auto te parkeren.- Het was spannend, want je kon kijken naar het langsrazende verkeer.- Er bleef veel zwerfvuil achter.- Auto’s en snelwegen waren nieuw.

Opdracht 2:

Lees de introtekst van deze paragraaf.

Zijn de volgende beweringen goed of fout?

- Bijna alle files in de top 10 van Nederland komen voor in de Randstad: ……………….- Hoe meer snelwegen, hoe meer rijbanen, hoe minder files: …………………..- Files komen vooral voor in de ochtend- en avondspits: ……………………

Opdracht 3:

Onder mobiliteit verstaan we het gemak waarmee iemand zich verplaatst.

A. Vergelijk de mobiliteit van iemand die honderd jaar geleden leefde met je eigen mobiliteit. Wie is mobieler? ……………….

B. Waar ligt dat aan? …………………………………………………………………………………C. Waarom heeft een land als Nederland een grotere mobiliteit dan Marokko?

…………………………………………………………………………………………………………………….

Opdracht 4:

Files ontstaan vooral door de toename van het personenvervoer. Waarom is dit zo sterk toegenomen? Noteer de juiste antwoorden in je schrift.

- Stijging van welvaart en toenemend autobezit.- Toename mobiliteit, mensen reizen steeds meer en steeds verder.- Meer werkdruk en minder vrije tijd.- Door suburbanisatie worden wonen en werken van elkaar gescheiden. Er ontstaat

forensisme: meer woon-werkverkeer.

Opdracht 5:

Hoe kunnen files in het personenvervoer worden tegengegaan?

- De meeste simpele oplossing lijkt: meer asfalt. Dat wil zeggen: ………………………………………………………………………………………….

- Maar dit is slecht voor milieu en ………………………………..

Opdracht 6:

Het goederenvervoer zorgt voor ongeveer 10% van de files. Dit is ook fors toegenomen. Zet de volgende begrippen op de juiste plaats: ligging – ruimte – Betuwelijn – buizen – schip of trein – verdeelcentrum – welvarende – wereldwijd – goederenvervoer.

Er wordt steeds meer ………………… verhandeld. Goederen gaan over grote afstanden. Nederland ligt tussen dichtbevolkte, ……………………….. landen. Door deze gunstige ………………. Worden veel goederen via Nederland naar die landen vervoerd. Nederland is daardoor het …………………….. van Europa. Dit veroorzaak veel ………………… over de weg. Ook moeten meer goederen per …………………………………………….. vervoerd worden. Per spoor kan dat bijvoorbeeld via de …………………… Maar misschien gaat in de toekomst het goederenvervoer in ……………. onder de grond. Dit komst geen schaarse ……………

Opdracht 7:

Wat zijn de voordelen van de Betuwelijn? Noteer het in je schrift. (Je kun ook informatie over de Betuwelijn opzoeken op internet)

- De maasvlakte is beter bereikbaar per spoor.- Betere verbinding me Frankrijk.- Minder files door het goederenvervoer.- Minde vervuiling door uitlaatgassen.- Natuurgebieden worden doorsneden.

Opdracht 8:

A. Nederland heeft twee mainports, namelijk: ……………………. En ………………………..B. Welke kenmerken horen bij een mainport? Kies ui:

- Eindpunt van goederen- of personenvervoer.- In de buurt van gebieden met moderne landbouw.- Een knooppunt van verbindingen.- Overlaadpunt of overstappunt.- Vlak bij een internationale haven en/of vliegveld.

C. Noem uit je hoofd nog eens drie steden in de wereld die je mainport mag noemen: ……………………………………………………………………………………

Opdracht 9:

Gebruik bron 15.

A. Om concurrerend te blijven, moeten mainports voortdurend ………………… In bron 15 kun je dat zien aan de aanleg van ……………………………………….

B. Het bijschrift bij bron 15 komt ui een persbericht van de Rotterdamse haven. Wat klopt er eigenlijk niet in dit persbericht? ………………………………………………………………….

Einde