Examenvragen Logistiek en transport

Meerkeuzevragen

Zal de vervanging van voertuigen verlaat worden, vervroegd worden of zal er niets veranderen?

Bij een stijging van de inflatie. Bij de devaluatie van de munt. Bij het overschatten van de onderhoudskost in het 1e en 3e jaar. Door de nieuwe voertuigen meer en de oude voertuigen minder te laten rijden. Een daling van de tweedehandsmarkt, en dus herverkoopwaarde.

Vraag 2:

(Oefening)

Gegeven:

Een bedrijf heeft 4 magazijnen, één gelegen in België, andere in Luxemburg en twee in Nederland. De holding kost h en vaste kosten b zijn voor elk magazijn hetzelfde. De bevoorrading gebeurt wel onafhankelijk. De omzet voor iedere magazijn is ongeveer gelijk. De cyclische voorraadkost per magazijn is 4 miljoen euro. De

Totale cyclische voorraadkost bedraagt 16 miljoen euro.

Het bedrijf beslist om de 4 magazijnen samen te voegen tot 1 magazijn. Hoeveel bedraagt de besparing van de cyclische voorraadkost? De eigenaar gaat uit van een optimaal beleid in de ordergrootte.

Vraag 3:

Een bedrijf verdeeld vanuit zijn magazijn en maakt een rondrit naar 2 klanten. De afstanden op de wegen en tussen de klanten zijn weergegeven op de afbeelding, 15 km en 30 km. Op de weg rijdt de auto aan een snelheid van 60km per uur. Om een wagen te sturen moet in het magazijn deze geladen worden. Dit duurt 0,3uur + 0.1 uur per klant. Deze werken in het magazijn doen zich op voorhand en op het einde voor. Bij de klant verliest de bestelwagen nog eens 0,2 uur.

De kost voor het bedrijf bedraagt 20€/uur of voor de kilometers van de wagen 0,15€/km

Bereken de differentiekost van klant 1 Bereken de differentiekost van klant 2 Wat zijn de gemeenschappelijke kosten? (common costs)

(Oplossen a.d.h.v. tabel, door transportkost, voorraadkost, in-transit kost, cyclische voorraadkost, enzovoort … en de totale logistieke kost te berekenen. Opmerking: aanvoertijd per zee verschilt met die van per lucht, al is er maar 1 aanvoertijd in de opgave gegeven, berekenen aan de hand van S.)

Vraag 4: Een Taxibedrijf beschikt over 1 wagen. Per uur kan het bedrijf 4 gemiddelde klanten bedienen. De gemiddelde klanten komen per 3 op een uur aan.

Bereken de wachttijd voor de gemiddelde klant (aankomst = poisson verdeeld, verdeling = exponentieel, 1 kanaal)

Bereken de wachttijd indien de bedieningstijd op exacte momenten gebeurd (aankomst = poisson verdeeld, 1 kanaal, verdeling =/= exponentieel)

Bereken de wachttijd indien de klanten aankomen op exacte intervallen (20minuten na elkaar) en ze een even lange bedieningstijd krijgen.

Vraag5:

Een bedrijf heeft een jaarlijkse vraag van 3000ton goederen. Het bedrijf is aan een kanaal gevestigd kan slechts schepen in zijn vaargeul krijgen met een maximum capaciteit van 600ton. Het bedrijf heeft dus de keuze tussen 2 schepen, een van 300ton (Split) en een van 600ton (bagger).

De vervoerskosten zijn 2400€ voor een schip van 300ton en 3600€ voor een schip van 600ton.

De kosten om goederen op voorraad te houden bedragen 120€ per ton per jaar. (de magazijnkosten zijn verwaarloosbaar)

De schepen varen aan een zelfde snelheid. Maar omdat het laden en lossen langer duurt bij een schip van 600ton heeft deze een vaartijd van 1/60e per jaar, terwijl die van 300ton een vaartijd heeft van 1/50e per jaar.

De veiligheidsvoorraad bedraagt 1500ton voor een heel jaar lang. Omdat de veiligheidsvoorraad zo groot is moet er geen rekening gehouden worden met stockbreuk kosten, want de kans op stockbreuk is zo goed als niet bestaande.

Er komen nog vaste kosten per bestelling bij kijken. Deze bevatten organisatie, administratie, etc. Deze bedragen een vaste kost van 150€.

Kost van goederen in transit

Cyclishe voorraadkost

… … Safety stock kost

Vaste kost

Totale kost

300ton600ton

1) holdingkost berekenen uit een aantal gegevens zoals inflatiegraad, intrest, magazijnkost, verzekering enz. In je antwoord moet je eerst de 4 traditionele delen van holdingkost aangeven met bijbehorende bedragen en uiteindelijk ook het bedrag van holdingkost zelf.

Geef de verschillende rondritmethodes

(persoonlijk krijg ik die vraag 2 en 3 los hetzelfde op het examen)