Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard,...

33
Fases morele ontwikkeling Leonie van Drunen 3VTA Ontwikkelingspsychologie 1

Transcript of Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard,...

Page 1: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Fases morele ontwikkeling

Leonie van Drunen 3VTA

Ontwikkelingspsychologie

InhoudInleiding..................................................................................................................................................2

1

Page 2: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Hoofdvraag theoretisch onderzoek:.......................................................................................................4

Deelvragen theoretisch onderzoek:.......................................................................................................4

Hoe uit de morele ontwikkeling zich van baby, peuter, kleuter, kind, tiener tot volwassenen (fases)?...............................................................................................................................................4

Welke factoren beïnvloeden de morele ontwikkeling volgens Kohlberg?..........................................7

In welke levensfase is de individu in staat tot moreel antwoorden? Om de afweging tussen goed en verkeerd te maken voor zichzelf?.....................................................................................................11

Praktijkgericht (actief)onderzoek.........................................................................................................12

Methodologie...................................................................................................................................12

Resultaten actief veldonderzoek enquête........................................................................................16

Nawoord...............................................................................................................................................18

InleidingEr zijn verschillende stadia waarin je als mens opgroeit. Het eindstadium is de volwassenheid. Drie factoren spelen een rol: De chronologische leeftijd, de biologische leeftijd en de sociale context waarin een persoon zich op dat moment bevindt (omgeving en levensloop). De chronologische leeftijd is de kalender die ervanuit gaat dat je volwassen bent, en is een leeftijd waarin men van je verwacht dat je volwassen bent.1

In dit onderzoek wil ik achterhalen hoe de morele ontwikkeling van een individu kan verlopen per levensfase. En wat er na het gehele ontwikkelingsproces doorlopen te hebben, van een rijp morele volwassene (volgens de kalender) verwacht wordt.

Tevens begrijp ik nu al beter (tijdens dit herkansingsonderzoek) waarom het eigen kritisch handelen, visies vormen en onderwerpen bespreken belangrijk is, dit komt ook door de opdracht van de verbindingskunstenaar tijdens onze beeld-lab uren aan de FHK binnen de ABV – en na het lezen van het boek ‘Ontwikkeling door onderzoek’. We koppelen het eigen praktijkwerk aan overkoepelende 1 http://wij-leren.nl/ontwikkelingspsychologie-1.php

2

Page 3: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

onderwerpen – de onderwerpen linken aan onderwijstheorie en beeldtradities binnen de kunsten. Ik heb ook voor andere klasgenoten al verschillende enquêtes in mogen vullen en in dit geval (mijn geval) is dit effectief inzetbaar/een goede oplossing voor een actief onderzoek, aangezien mijn stage al voorbij is en ik toch een actief (veld)onderzoek moet doen (als toekomstig docent). Mijn klasgenoten zijn ook collega’s en samen worden wij opgeleid tot docent beeldende vormgeving. Zie praktijk(gericht)actief onderzoek in dit verslag!

Ik ben dit onderzoek gestart met een internationale (westerse) vriend; geïnteresseerd in ontwikkelingspsychologie (hij is leergierig) - het is iemand die heel nieuwsgierig is betreft het morele onderwerp. We overleggen en bespreken de theorie samen door als ‘’de leken’’ die we zijn. Alles moet in eigen woorden vanuit het engels worden vertaald. Hierbij ben ik uit gegaan van twee hoofdbronnen betreft de morele ontwikkeling; de theorieën van Kohlberg en Piaget.2 Vervolgens worden mijn vertaalde teksten nogmaals overlegd, besproken, doorgenomen en aangepast bij het doen van nieuwe bevindingen. Deze herhaling zorgt bij mij ook voor onthouding van de stof en feedback. Uiteindelijk is dit verslag nog eens door gelezen en gecontroleerd op spelling door een derde om de kwaliteit van het verslag te verbeteren.3 En het laatste wat ik mee wil geven is dat het praktische onderzoek de nodige tijd in beslag heeft genomen (overzichtelijk, logisch en passend), ook ten aanzien van de tijd voor overleg, met als doel: een effectief (actief)onderzoek -> met waardevolle resultaten.

Het praktische deel tijdens het (actieve)onderzoek:

Ik wil graag een peilingsonderzoek (online enquête) startten en mijn studiegenoten hierbij betrekken. Dit heb ik niet zomaar verzonnen. Zij vormen in het onderzoek de schakel (groep) tot het antwoord op de vraag: wat wordt er van de rijp morele volwassene (volgens de kalender leeftijd) verwacht betreft het morele handelen? De antwoorden die mijn studiegenoten geven in de enquête dienen als bewijslast voor conclusies betreffende het morele onderzoek (zie deelvraag 3: autonome persoonlijke keuzes). Het is een vorm van ‘waarderend onderzoek’ (volgens het boek ontwikkeling door onderzoek hoofdstuk 8). Mijn klasgenoten mogen weten dat ik een onderzoek doe voor het vak ontwikkelingspsychologie; wij helpen elkaar voor resultaten. Samenwerken is een voorwaarde voor kennisontwikkeling bij leraren onderling, en bovendien waarborgt dit de kwaliteit van onze school; ik doe niet zomaar een onderzoekje maar deel de kennis met anderen. Mochten ze mijn motivatie voor de enquête willen weten: het geen waar het onderzoek zich toe dient (de ontwikkeling van het moreel), dan worden de resultaten achteraf bekend gemaakt. Toch wil ik dit proberen in het midden te laten (niet benoemen) voor zij deelnemen aan de enquete. Dit is voor een objectievere enquête deelname; de studenten antwoorden zonder dat zij weten dat hun moraal(geweten) op de proef wordt gesteld – en zodat hun antwoorden dus niet zijn beïnvloed met het voorgenomen doel. De enquête is anoniem om verscheidene redenen; het is voor mij niet in het belang te achterhalen hoe deze ontwikkeling er per klasgenoot voor staat. Ik wil dit ook confidentieel houden. Het is een wetenschappelijk onderbouwd plan - en ook op die manier onderzocht voor wetenschappelijke doeleinde (binnen ontwikkelingspsychologie).

Hoofdvraag theoretisch onderzoek: Wat is morele ontwikkeling?

2 Wetenschappelijk artikel (EN) Piaget, Kohlberg, Gilligan, en anderen voor de morele ontwikkeling 3 Ontwikkeling door onderzoek een handreiking voor leraren – pag. 126 t/m 148

3

Page 4: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Om de hoofdvraag te beantwoorden; wat de morele ontwikkeling precies is, moet ik zien te achterhalen welke factoren het morele ontwikkelingsproces beïnvloeden. Deze antwoorden vormen de kern van mijn onderzoek om tot nieuwe inzichten te komen. Een aantal deelvragen helpen mij in dit onderzoek, om tot die nieuwe inzichten te komen betreft de hoofdvraag. De enquête (het actieve onderzoek) is een goede toevoeging aan dit verslag, om te kunnen achterhalen wat er verwacht wordt van een moreel ontwikkeld (volwassen) persoon – ‘’kalenderwijs’’ gezien (wanneer is de persoon moreel ontwikkeld?).4

Deelvragen theoretisch onderzoek:Hoe uit de morele ontwikkeling zich van baby, peuter, kleuter, kind, tiener tot volwassenen (fases)?Dit is bestudeert door verschillende auteurs; twee van de belangrijkste pioniers in het geval van de morele ontwikkeling zijn Piaget en Kohlberg. Zij ontwikkelde modellen die de verschillende fases aantonen. Zij hebben verschillende methodes gebruikt voor hun onderzoek, ook in verhouding tot elkaar, om de morele modellen te maken. Ik ben uitgegaan in dit verslag, van het model van Kohlberg. Hij ging verder in op de ontwikkelingstheorie van Piaget (de onderzoeken overlappen elkaar). Waar Piaget uitgaat van de morele ontwikkeling bij het kind tot 12 jaar, richtte Kohlberg zich op het gehele morele ontwikkelingsproces van een individu tot hij volwassen is.

Piaget’s morele model op basis van het knikkeren (spel spelen). Binnen al zijn onderzoeken stonden steeds 3 vragen centraal, namelijk: 5

1. Hoe begrijpen kinderen de regels: waar komen regels vandaan? kunnen regels veranderen? wie maakt regels?

4 http://wij-leren.nl/ontwikkelingspsychologie-1.php 5 https://www.simplypsychology.org/piaget-moral.html

4

Page 5: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

2. Hoe begrijpen kinderen morele verantwoordelijkheid: wie kun je de schuld geven als er iets vervelends gebeurd? Is er een verschil tussen per-ongeluk en expres goed of fout? 6

3. Hoe begrijpen kinderen rechtvaardigheid: wanneer wordt je beloond of gestraft en hoe groot is de beloning of de straf?

Fases die Piaget ontdekte:

• Fase 1 (onder 4 jaar) - Sensomotorische periode (voelen en aanraken) – het kind kan alleen maar over motorregels praten, en individualistisch praten; dingen goed of verkeerd doen in de motorische actie (er is nog geen sprake van collectieve regels maar centraal staat de ontwikkeling van het bewegen met het lichaam / actie).7

• Fase 2 (4-7 jaar) - egocentrische periode - kinderen begrijpen de regels niet goed, of ze verzinnen ze zelf als het spel doorgaat. Er is niet echt samenwerking, er is meer sprake van collectieve monologen.8

• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen (samen of wedstrijdjes). Het begrip van de regels kan echter van elkaar verschillen, en er is nog steeds een onvermogen voor wederzijds begrip. (Beide begrijpen de grond en elkaar, maar ze zijn niet genoeg ontwikkeld om volledig te communiceren, de andere te begrijpen; er is een gebrek aan empathisch vermogen.

• Fase 4 (vanaf 11 of 12) - echte samenwerking - de kinderen tonen een juridische fascinatie voor de regels (dat mag wel en dat mag niet = beloning of straf) - "dit heeft tevens betrekking op fase 4 van het latere onderzoek door Kolhberg". De kinderen zijn (zelf) in staat de regels door te ontwikkelingen, ze vinden de regels uit en debatteren samen over nieuwe regels, in afwachting van eventuele onvoorziene gebeurtenissen; er is empathie waardoor zij democratisch afspraken kunnen maken wat leidt tot maatschappelijk verbeterde regels.

Piaget ontdekte dus belangrijke kenmerken in de verschillende fases m.b.t. de moraliteit:

• Kinderen 5 tot 9 jaar, fase 2 betreft de morele heteronomie – ook wel de fase

6 Kleine Ontwikkelingspsychologie - pag. 2357 Sensomotorische ontwikkeling.pdf8 https://nl.wikipedia.org/wiki/Monoloog

5

Page 6: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

van het moreel realisme of morele heteronomie genoemd - er is een gebrek aan flexibiliteit en relativiteit bij het vormen van een oordeel: er is nog geen sprake van morele autonomie ouders, leraren en oudere kinderen bepalen de regels voor het kind.9 Juist en onjuist is gebaseerd op de nauwkeurigheid waarin zij de zelf opgedragen en vooraf ingestelde regels volgen, ze kunnen de bedoeling of reden niet afspreken/uitspreken. Het kind zegt dat het tegen de regels in is; maar het kind verwijst niet naar het waarom (redenatie is er nog niet).

Om dit idee te verduidelijken zie je hiernaast (rechts) een video die dit principe inzichtelijk maakt.

• Kinderen rond 10 jaar, fase 3 Morele autonomie - de kinderen begrijpen dat regels niet noodzakelijkerwijs in steen worden geschreven, en ze hebben een doel; zij moeten onderling worden goedgekeurd en om de maximale tevredenheid en het recht te waarborgen maken zij democratisch afspraken. Deze gedachte kan worden genummerd aan de regels van de samenleving of op kleinere schaal (binnen een kleinere maatschappij), in de vorm van familierechten.

Moraliteit en geslachten (volgens Piaget)

Op basis van de eerste manier om informatie te verzamelen, bleek dat er geen eerlijk gemiddelde was in vergelijking, omdat meisjes geen soortgelijk spel speelden als knikkeren, met dergelijke regels. Waarom? Piaget ging ervanuit dat meisjes minder regelmatig zijn geobsedeerd met regels en de noodzaak om ze te volgen in hun spellen, meisjes zijn meer ‘’ontspannen’’. Piaget zag deze interesse binnen de wettigheid als een signaal van verschillen in morele ontwikkeling of zelfs onderontwikkeld. Het kan over het algemeen gezien worden als wat een mindere mate van morele autonomie is, en een grotere mate van samenwerking wederkerigheid.10

"Het is interessant op te merken dat de fases van morele vaardigheden (volgens Piaget) zich ontwikkelen op hetzelfde moment als de cognitieve vaardigheden. Gebaseerd hierop kunnen we concluderen dat Piagets morele ontwikkelingstheorie een praktische applicatie is van zijn cognitieve ontwikkelingstheorie.’’

"Morele ontwikkeling, zoals oorspronkelijk gedefinieerd door Piaget en vervolgens door Kolhberg herdefinieerd en ondergezocht, is niet alleen een toenemende kennis van culturele waarden. Het vertegenwoordigt eerder de transformaties (nieuwe meningen / visies) die zich voordoen in de vorm van een persoon of in een gedachtenstructuur."

Welke factoren beïnvloeden de morele ontwikkeling volgens Kohlberg?‘’Kohlberg verder ingaand op Piagets onderzoek: Kohlberg merkte op in de modellen van Piaget, dat de fasen niet discreet zijn, maar ze kunnen zich in verschillende scenario's voordoen, en elkaar overlappen. Hij deed zijn bevindingen in onderzoeken voornamelijk door morele vragen te stellen /

dilemma’s voor te leggen aan kinderen. Om inzichtelijk te maken wat Kohlberg deed zie je onder bijgevoegd een video:

De fases volgens Kohlberg verder ingaand op Piaget -> omdat zich verschillende

9 https://www.ensie.nl/paul-cliteur/morele-heteronomie 10 http://www.breinbewust-onderwijs.nl/files/brein-meisjes-jongens.pdf

6

Page 7: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

scenario’s voordoen binnen de fases stelde Kohlberg een plan op; hij definieerde de (6) fases (Piaget had er maar 4) en hij ontdekte dat er verschillende kenmerken zijn binnen een fase. Er zijn 3 kenmerken. Om die 3 kenmerken te definiëren binnen de fases schreef hij de onderliggende kenmerken van de fases op.

Kenmerk 1: het zijn "gestructureerde grootheden" of georganiseerde gedachtenstelsels. Dit betekent dat individuen consequent zijn binnen het morele oordeel - er is indirect een patroon te herkennen bij elke individu in de motivatie en het doel van de besluitvorming.

Kenmerk 2: De volgorde van de morele fases blijft onder alle omstandigheden ondanks een transformatie ongewijzigd; men gaat van de ene fase naar de volgende. Behalve als er sprake is van extreem trauma, is er altijd sprake van een beweging voorwaarts. Individuen slaan dus nooit een fase van de morele ontwikkeling over. Dit geldt in / voor alle culturen.

Kenmerk 3: "hiërarchische integraties" (zie op de afbeelding links en de volgende pagina voor de uitgebreide en uitgewerkte gegevens van het

model in het Nederlands): er is een voorkeur of neiging om te handelen op het hoogste niveau dat beschikbaar is (van level 1 t/m 5). Er zijn 5 stadia

ofwel motieven tot handelen. Soms reageren individuelen op een lager moreel level.

Op de volgende pagina heb ik een uitgebreid zelf ontworpen (en in eigen woorden

geplaatst) model bijgevoegd ter ondersteuning van de kenmerken of motieven tot morele besluiten, binnen die 3 stadia/ organisatie/ gedachtestelsels.11

Fase/stadium Leeftijdscategorie Beschrijving

1. Gehoorzaamheid/straf Baby / peuter Geen verschil tussen het goede doen en het ontwijken van straf (nog geen besef daarin).

2. Eigen belang Voorschools / peuter Interesse verschuift naar de voorkeur in beloningen: liever beloning dan straf – er wordt een poging gedaan tot het eigen profijt.

3. Bevestiging en interpersoonlijk overeenstemming

Kleuter / kind Brave jongen/meisje level: er wordt een poging gedaan voor goedkeuring (de bevestiging

11 www.PsychologyNotesHQ.com

7

Stadia (fases) tot aan de autonome volwassenheid voor het moreel.

Page 8: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

naar) – en met de motivatie tot het sluiten van vriendschappen.

4. Autoriteit en sociale rang

Kind Oriëntatie naar bestaande regels. Het doel van moraliteit wordt onderhouden door sociale rangen. Interpersoonlijk gezien bewust zijn en gaat/is actief opzoek naar maatschappelijke overeenstemming.

5. Sociaal contract Tiener / volwassene Wederzijdse belangen, wederkerigheid. Moreel gezien ‘’goed’’ (maatschappelijk gezien) en legaal gezien zijn niet altijd hetzelfde. Het algemeen nut- en zijn regels wordt in acht genomen (Utilitarisme12) dat het leven voor iedereen beter maakt.

6. Universele principes Volwassene Moraliteit is gebaseerd op principes – die het wederzijdse profijt daarbij overtreffen.

De fases of stadiums bestaan per elke 2 fases uit 3 verschillende niveau’s. Die zijn hierboven aangegeven in verschillende kleuren:

Rood = niveau 1

Oranje = niveau 2

Groen = niveau 3

Er zijn 2 kenmerken binnen het Pre-conventionele 1 e niveau:

- Meestal is het onderwerp voor een kind zinvol voor externe / culturele invloed, op een bepaalde manier (goed / fout - juiste / slechte).

- Het wordt gemotiveerd door een positieve of negatieve beloning - of in het meest gunstige geval in een hedonistische vorm voor hen die de context aangeeft.13

Stadium of fase 1. Straf- en - gehoorzaamheidsoriëntatie

Fysieke gevolgen als de belangrijkste criteria voor wat goed en fout is. Vermijding van de straf en de volgorde van een autoriteit (autoriteit wordt gezien als krachtiger of in staat om te straffen).

Stadium of fase 2. De instrumentale relativistische oriëntatie

12 https://nl.wikipedia.org/wiki/Utilitarisme 13 https://nl.wikipedia.org/wiki/Hedonisme

8

Page 9: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

In deze fase bestaat de juiste actie in die waarin hij / zij zichzelf en soms de anderen bevredigt. Menselijke relaties worden in een ‘’marktperspectief’’ bekeken; ‘’wat kan ik bij die persoon krijgen?’’ vraagt het kind zich af. Er zijn elementen van fundamentele eerlijkheid, wederkerigheid en het gelijk verdelen aanwezig binnen de oriëntatie maar altijd op een fysieke en pragmatische manier -> in de vorm van een handeling / aanraking. Een kind is nog niet toe aan loyaliteit, dankbaarheid of rechtvaardigheid. Het is meer een kwestie van ‘’handelen en onderhandelen’’.

Er zijn 2 kenmerken binnen het conventionele 2 e niveau:

- Het recht of het verkeerde is gedicteerd door het behoud van de verwachtingen, van de elementen van het sociale web zoals; familie, groepen of naties, ongeacht directe of duidelijke gevolgen. Naar aanleiding van blindelings toebehorende groepen waarden / verwachtingen | er zijn geen grenzen tussen de externe en de interne waarden in verband met moraal (de interne is de externe en andersom).

- Acties zijn in overeenstemming met de samenleving, maar ook die van loyaliteit, en actief handhaven, rechtvaardigen en identificeren met de betrokken personen of groepen.

Stadium of fase 3. De interpersoonlijke concordantie (brave jongen – braaf meisje oriëntatie)

Goed gedrag wordt bepaald door degene die elementen van de groep behaagt en die door hen wordt goedgekeurd. Er is overeenstemming met wat wordt gezien als "natuurlijk gedrag" of het meerderheidsgedrag. Met dit gedrag is het vaak de bedoeling dat "hij / zij kiest voor het goede" – en dat wordt voor de eerste keer belangrijk! Men verdient goedkeuring door leuk te zijn (je leuk te gedragen).

Stadium of fase 4. De wet- en orderoriëntatie

Oriëntatie naar autoriteit. Vaste regels en het behoud van de sociale orde. Gedrag en dus rechtvaardigheid en onrecht bestaat uit het opvolgen van degenen die de eigen sociale orde al voor zichzelf handhaven (rangorde).

‘’Tot nu toe is de ontwikkeling van moraliteit in deze fasen hetzelfde als de verdeling van het individu. Wat uitbreidt is het concept dat het individu van zichzelf heeft, hoe hij met de wereld is verbonden en wat hij nodig heeft om te overleven. In het 1e stadium reageert het individu op een meer instinctieve manier als een kind. Pijn vermijden, ja zeggen tegen autoriteit (om pijn te vermijden). In het 2e stadium groeit het externe element. Het meer sociaal bezig zijn. Het kind begrijpt dat hij / zij niet alleen pijn kan vermijden, maar hij kan meer plezier hebben als hij hetzelfde doet naar anderen toe. In fase 3 de binnen het 2e stadium is de individuele overleving verbonden met de groep. In fase 3 kan de groep worden gezien als een restrictiegroep voor het kind, de personen die direct gerelateerd zijn aan het kind - en met wie hij of zij interactie heeft. Dus zij zijn moraal

9

Page 10: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

verbonden aan elkaar met wat hij / zij moet doen om beter geaccepteerd te worden in de groep. 14 In fase 4 breidt de groep uit; en wordt gezien als het sociale systeem waarin familieleden zijn opgenomen’’.

Er zijn 2 kenmerken binnen het post conventionele, autonome of principiële 3 e niveau:

Op dit niveau is er een duidelijke poging om morele principes en waarden te definiëren die apart gezien kunnen worden en los van de autoriteit van de groepen of personen die zich aan deze principes houden - en afgezien van de individuele (of autonome) identificatie binnen deze groepen.

Stadium of fase 5. Het sociaal contract, de juridische oriëntatie

Juiste acties hebben de neiging om gedefinieerd te worden in termen van algemene individuele rechten en normen die kritisch onderzocht en overeen komen met de hele maatschappij. Er is een duidelijk bewustzijn van het relativisme van persoonlijke waarden en meningen en een overeenkomstige nadruk op procedurele regels om overeenstemming te bereiken. Afgezien van wat het constitutioneel en democratisch overeen komt, het recht heeft betrekking op persoonlijke "waarden" en "opinie" (autonomie).

Stadium of fase 6. De universele-ethische-principe oriëntatie

Recht wordt bepaald door de beslissing van het geweten in overeenstemming met zelf gekozen ethische principes die aantrekkelijk zijn voor logische volledigheid, universaliteit en consistentie. Deze principes zijn abstract en ethisch (de gouden regel, het categorische imperatief). 15 ‘’Er zijn geen in steen geschreven wetten’’. Dit zijn universele principes van rechtvaardigheid en gelijkheid in mensenrechten en respect voor de waardigheid van mensen als individuele personen.

In welke levensfase is de individu in staat tot moreel antwoorden? Om de afweging tussen goed en verkeerd te maken voor zichzelf? De begrippen: goed en kwaad liggen bij de autonome persoon, het ethische handelen hangt af van de autonome persoon en of de persoon autonoom genoeg is.16 De persoon kan zelf inschatten / bepalen wat goed en verkeerd is voor hem of haar; er is een besef dat er geen universeel antwoord bestaat en bevindt zich binnen stadium 5 of 6 (zie vorige pagina).

We gaan er nu vanuit, dat volgens Kohlbergs theorie we wel kunnen nagaan binnen welk fase / stadium de individu een keuze maakt. Dat gebeurd op basis van de motivatie, of het doel van de individu die een beslissing / keuze maakt op het eigen handelen.

Of er Goed en kwaad is, is een filosofische vraag die ik niet kan stellen, noch beantwoorden. Goed en kwaad moreel op zichzelf hangen al af van een hoop factoren waaronder bijv. cultuur.17 Er zijn veel 14 http://www.slo.nl/speciaal/vso/kerndoelenvso/lgo-doelen/functioneren/ 15 https://www.filosofie.nl/nl/artikel/29219/categorische-imperatief.html 16 http://www.lannoocampus.nl/sites/default/files/books/issuu/9789401426398.pdfa.org/wiki/Ethiek 17 https://nl.wikipedia.org/wiki/Goed_en_kwaad

10

Page 11: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

verschillende culturen waarbij het moreel anders ligt, dan die van ons (de Nederlander). En zelfs als we die van onze bevolking onder de loep nemen; ook dan bestaan we weer uit kleinere subgroepen zoals families, die van invloed zijn op ons ontwikkelingsproces. Elke persoon kent daarbij een andere levensloop en zal zijn / haar eigen opvattingen vormen - en op basis daarvan eigen keuzes (wat hij/zij als de goede of kwade keuze inziet). Men neemt standpunten in en creëert eigen visies door continu overwegingen te maken – en maakt vergelijkingen op basis van andere visies om hen heen en beslist dan wat hij / zij zelf goed en kwaad vindt.18

De antwoorden waar ik naar opzoek ben hebben te maken met het ontwikkelingsproces van het moreel en de individu; hoe een individu, uit zichzelf de conclusies trekt over wat hij / zij als goed of verkeerd ‘inziet’ (in welk patroon denkt hij / zij?) Want de perspectieven of opvattingen van een individu zijn dus persoonsgebonden (weet ik nu) - en hangen samen met de levensloop en omgevingsfactoren (cultuur bijv.) van de individu af. In het voorwoord gaf ik aan dat ik het volgende wilde ik onderzoeken: in welke levensfase zitten mijn studiegenoten? Daar kan ik na de nieuwe bevindingen over verschillende fases / stadia (motivatie tot keuzes) aan toe voegen/veranderen: Kunnen we ervanuit gaan dat de studenten onderling in dezelfde fase/stadium zitten (komen ze allen tot level 5 in een van de antwoorden)? Dat is in principe hetzelfde als: zitten zij allen op de fase waar zij volgens de kalender horen (level 5)?

Het ‘’hoe’’ (de motivatie tot een keuze van een individu) kan ik dus wel achterhalen doormiddel van een actief onderzoek: met welk gemiddelde level van 1 t/m 5 beantwoord de individu/student docent beeldende vormgeving een morele vraag / voorgelegd dilemma? Zitten zij gemiddeld rond de fase/het stadium dat volgens Kohlbergs beweringen van hun kalenderleeftijd wordt verwacht (hoofdvraag)? En wat kan ik nog meer terug herleiden uit het onderzoek, behalve de onderliggende overeenkomsten en verschillen (in levels) van de correspondenten op basis van de motivatie tot een antwoord? Sociaalmaatschappelijke moralen? Zie het praktijkgerichte onderzoek!

Praktijkgericht (actief)onderzoekLink enquête: https://nl.surveymonkey.com/r/BDBRN62

Methodologie Voor het maken van dit praktijkgerichte onderzoek heb ik naast de onderzoeken van Piaget en Kohlberg een onderzoeksmethode gebruikt, die na gaat in welk stadium een individu zich bevindt betreft de morele ontwikkeling – zoals onderbouwd in het theoretische gedeelte van dit onderzoeksverslag. Deze onderzoeksmethode en het model heb ik overgenomen vanuit een bestaand onderzoek - en vertaald vanuit het Engels in (correct) Nederlands. 19

Vragenlijst veldonderzoek:

18 Communicatie en cultuurverschillen.pdf 19 The Application Of Kohlberg’s Moral Development Model To College Students’ Technology Ethics Decisions

11

Page 12: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Vraag 1. Een student krijgt toegang tot de academische resultaten van andere studenten. Moet hij / zij doorgaan met het bekijken van de cijfers tot het probleem is opgelost, zelfs als hij / zij de informatie niet met iemand deelt?

Vraag 1. Aangepast op verzoek (De vijfde deelnemer gaf aan dat de vraag niet duidelijk geformuleerd was, ik heb het daarom als volgt aangepast): Een student krijgt (perongeluk) toegang tot de academische resultaten van alle andere studenten. Dit is vanwege een fout in het systeem. Moet hij / zij doorgaan met het bekijken van de cijfers, of wachten tot de fout is opgelost voor hij / zij verder kijkt? Zelfs als hij / zij de informatie niet met iemand deelt?

Vraag 2. Een student ontdekt dat de school zijn / haar account verkeerd heeft gecrediteerd voor een volledig semester van de collegegeld. Moet hij / zij iemand informeren?

Vraag 3. Een student doet onderzoek naar computervirussen en ontwikkelt per ongeluk een ongevaarlijk virus dat alleen het woord "Hallo!" voor 20 seconden weergeeft bij het inloggen van je account op het computerscherm. Zal hij / zij (de student) het virus verspreiden om verder te gaan met zijn onderzoek?

Vraag 4. Moet een student zijn / haar school gebruikersnaam en wachtwoord delen met een vriend, zodat hij / zij die kan gebruiken voor de online bibliotheek van de school?

Vraag 5. Als college student kreeg de student software geladen op zijn / haar laptop die alleen voor onderwijsdoeleinden was aangewezen, en hij / zij werd geïnstrueerd om de software te verwijderen nadat hij / zij afgestudeerd was. Moet hij / zij na de afstuderen de software blijven gebruiken?

Vraag 6. Moet een student doen alsof hij / zij een kankerpatiënt is in een online chatruimte om informatie te verzamelen voor de vakken binnen het beeld-lab (voor school)?

De vragen beantwoord de correspondent (zoals aangegeven wordt voordat de enquête kan worden afgenomen) op de volgende manier:

De vragenlijst is anoniem; er zijn 6 vragen waar ik graag een antwoord op zou willen. Je beantwoord de vragen met een simpele ''ja'' of ''nee'' omdat... Het zou fijn zijn als je ook echt beargumenteerd waarom wel of niet (ja of nee met motivatie). Want alleen dan is je antwoord zinvol voor mijn onderzoekje; het onderzoekje duurt zo'n 10 minuten (maar je mag er zolang over denken/doen als je wilt graag zelfs!)

Heel veel plezier, bedankt voor je deelname (toppertje) en wees niet bang om eerlijk te zijn; dat is namelijk super zinvol voor het onderzoek en ik weet niet wie jij bent (dat is niet nodig)!

‘’Print-screens’’ van mijn veldwerving en de oproep(en) voor het invullen van de online enquête. Onderzochte groep: studenten in de richting van docent beeldende vormgeving aan de FHK-ABV.

12

Page 13: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

13

Page 14: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

->

14

Page 15: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

15

Page 16: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Resultaten actief veldonderzoek enquête

16

Page 17: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Er waren in totaal 16 correspondenten (zie vorige pagina) die deelnamen aan het onderzoek. Niet elke vraag is beantwoord. En ik kan niet zien van wie welk antwoord is; maar ik kan wel zien op welk tijdstip het antwoord is gegeven waardoor ik kan aannemen welke antwoorden bij elkaar horen. Ik kan dus uitgaan van 14 complete deelnames want er zijn 2 incomplete deelnames. Daarom wil ik deze evalutatie uitvoeren op basis van elke individuele vraag met het antwoord en verbinden aan een fase; elk antwoord heeft een fase; gebaseerd op het argument binnen het gegeven antwoord van de correspondent.

BeoordelingsmodelFases voor het bepalen van een niveau binnen de morele gesteldheid van een individu; onderstaande resultaatmodel wordt naast de antwoorden van de correspondenten gelegd, aan de hand van de volgende (door Kohlberg) vastgestelde zes fases:

Antwoord binnen fase 1 gecategoriseerd: Gehoorzaam om straf te voorkomen. Zinnen die overeen komen met: ‘’Omdat dat terug kan komen om je te achtervolgen’’ of ‘’daar zijn serieuze consequenties aan verbonden’’.

Antwoord binnen fase 2 gecategoriseerd: Uit eigen belang. Zinnen die overeen komen met: ‘’We zouden niet meer moeten betalen dan nodig’’ of ‘’school is duur’’

Antwoord binnen fase 3 gecategoriseerd: Wil gezien worden als een ‘’goed’’ persoon. Zinnen die overeen komen met: ‘’Het is het juiste om te doen’’ of ‘’dat is hun verantwoordelijkheid’’

Antwoord binnen fase 4 gecategoriseerd: Respect voor autoriteit; en – een ander zijn welzijn. Zinnen die overeen komen met: ‘’Dat zou diefstal zijn’’ of ‘’dat is schending van privacy’’

Antwoord binnen fase 5 gecategoriseerd: Iets doen of niet doen simpelweg omdat het wel of niet gezien wordt als moreel sociaal en maatschappelijk gezien ‘’goed’’ of ‘’verkeerd’’. Zinnen die overeen komen met: ‘’Iemand zou anderen geen kwaad moeten doen uit naam van het onderzoek’’ of ‘’iedereen heeft het recht op hun eigen persoonlijke informatie’’

Antwoord binnen fase 6 gecategoriseerd: ‘’geen oordelen; universele wereld zonder oordelen nodig te hebben’’. Dit is moeilijk na te gaan / beoordelen. Ik moest zelf proberen objectief vanuit level 6 te denken, maar het is moeilijk om niet beïnvloed te zijn door sociale en maatschappelijke moralen en op die manier te beoordelen of mensen überhaupt binnen een level 5 vallen!

17

Page 18: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Resultaten na evaluatie met behulp van het bovenstaande model en de exacte getallen:

BLAUW: HOOGSTE FASESCORE BINNEN EEN GESTELDE VRAAG

ORANJE: LAAGSTE FASESCORE BINNEN EEN GESTELDE VRAAG

fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 fase 5 Ongeldig antwoord/

geen antwoord

vraag 1 0,0% 16,7% 8,3% 16,7% 58,3% 2|2vraag 2 23,0% 7,7% 38,5% 15,4% 15,4% 2|1vraag 3 7,2% 42,9% 0,0% 14,2% 35,7% 2|0vraag 4 7,7% 7,7% 7,7% 15,4 61,5% 2|1vraag 5 0,0% 53,3% 26,7% 6,7% 13,3% 1|0vraag 6 0,0% 33,3% 8,3% 0,0% 58,4% 3|1

Heeft iedereen fase 5 een keer behaald in de test? Het antwoord is: ja. Op een van de zes vragen heeft iedere correspondent minimaal één keer vanuit fase 5 geantwoord. Volgens hun kalenderleeftijd (en volgens Kohlbergs theorie) zijn de studenten beeldende vormgeving aan de ABV ‘’moreel-volwassen’’ (zie ook de bijlagen voor specificaties).

Bij het evalueren van de antwoordresultaten (het categoriseren tot een fase) kwam ik erachter dat het moeilijk was een antwoord ‘’objectief’’ onder te verdelen binnen een fase aan de hand van het ontworpen beoordelingsmodel (op de vorige pagina). Ik heb nog overlegd met iemand anders en het was moeilijk om tot een gezamenlijke overeenstemming te komen. Sommige antwoorden waren onduidelijk beargumenteerd… (ongeldig) Ik wist niet precies wat de motivatie was voor de ja of nee. ‘’Is dit geschreven uit angst voor straf, uit eigen belang, uit het belang voor meer mensen en het handhaven van regels of die van iedereen (maatschappelijk en sociaal gezien)?’’ Vroeg ik mij bij elk antwoord steeds af. En dan moest ik nog een keuze maken tussen fases 1 en 2, 3 en 4 of 5 en 6.

Het was moeilijk om de antwoorden te interpreteren volgens de categorieën (het boven getoonde model aan te houden). Het is dus beter als dit onderzoek één op één mondeling wordt uitgevoerd, voor meer accurate (universele) resultaten. Dan zou je door kunnen vragen naar de reden tot handelen zoals ik al zei; vanuit eigen belang, uit belang voor de regels of voor iedereen - maar wel op zo’n manier doorvragen dat je het antwoord niet beïnvloed. De resultaten zijn niet altijd universeel kan ik uit dit onderzoek concluderen na beraad betreft de resultaten van het morele onderzoek.

NawoordEr is een geen ‘’goed’’ of ‘’verkeerd’’; je kunt misschien moreel gezien (sociaal en maatschappelijk geaccepteerd) betere of slechtere keuzes maken. Maar uiteindelijk bepaal je dat dus zelf als volwassene en autonome persoon. Iedereen die volgens de kalender volwassen is, zou dus in staat moeten zijn om met een fase 5 (het hoogste niveau waar hij over beschikt) moreel te kunnen handelen. Het blijft de vraag wat de persoon zelf beslist; handelt hij / zij alleen omdat die persoon bang is gestraft te worden, vanuit het eigen belang, voor de belangen van een ander en om als ‘’goed’’ over te komen of omdat het maatschappelijk en/of sociaal geaccepteerd is in de omgeving waarin hij / zij zich bevindt?

Het is erg moeilijk het moreel te beoordelen op universele waarheden; iedereen is anders zou je kunnen stellen aan de hand van het onderzoek. Het maakt ook niet uit of je vanuit een fase 5 handelt of lager, bij het moreel handelen. Want er bestaat alleen een sociaal maatschappelijk moreel, op basis van: waar jij jezelf als individu bevindt, je kunt keuzes maken die sociaal gezien worden geaccepteerd of niet, en natuurlijk de ‘’legale’’ weg of de ‘’illegale’’; is jou keuze gebaseerd op de universele regels en wetten van het land of niet?

18

Page 19: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

‘’het moraal van het verhaal naar mijn aanleiding van dit onderzoek; iedereen is anders’

Bijlagen Complete overzicht-lijst evaluatie veldactief-onderzoek en (anonieme) antwoorden:Een student krijgt (perongeluk) toegang tot de academische resultaten van alle andere studenten. Dit is vanwege een fout in het systeem. Moet hij / zij doorgaan met het bekijken van de cijfers, of wachten tot de fout is opgelost voor hij / zij verder kijkt? Zelfs als hij / zij de informatie niet met iemand deelt?

Wat moet je met andermans resultaten. Volgens mij wordt je daar niets wijzer van. Wel nieuwsgieriger!!!15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven

Waarom zou het erg zijn om cijfers te zien. Ik zou er niet echt interesse in hebben maar zie geen probleem15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven

Natuurlijk MOET dat niet, het mag niet eens...15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Dat is persoonlijke informatie waar de student in kwestie niets aan heeft.15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven

Dat is privé, gaat iemand alleen aan als het verteld word door de persoon in kwestie.15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Handig,moeten ze de zaak maar goed beveiligen.15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven

Ik zie niet in wat precies het probleem is, maar als er iets met urgentie op te lossen is, ben ik van mening dat het mogelijk moet zijn.14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven

Het niet aan jou is om dat te bekijken, als iemand zijn eigen punten met jou wil delen dan doet ie dat wel14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven

Nee cijfers zijn prive, ik vind niet dat je die zonder toestemming mag bekijken ongeacht wat je er mee doet14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven

Resultaten zijn privé als je graag de resultaten wil weten van iemand anders moet je het zelf vragen. Btw leo, deze vraag is een beetje onduidelijk, wat bedoel je bijvoorbeeld met probleem is opgelost??? moest 4x lezen want snapte eerst het fucking probleem niet :P want de desbetreffende persoon krijgt 'toegang'dus ging er eerst vanuit dat het mocht.14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven

Dat is privacy schending. Hoewel ik niet kan belovendat ik ermee stop omdat de nieuwsgierigheid het misschien wint.14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven

Welk probleem ik snap je vraag niet.14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven

Werk is werk. En je kan ook gewoon je bek houden over de inhoud14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven

Ik wil alleen mijn cijfer weten, ik ga gewoon door en negeer de andere cijfers en ik deel de informatie uiteraard niet.14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven

Resultaten vraag 1:

Fase I - 0Fase II - 2Fase III - 1Fase IV - 2Fase V - 7

19

Page 20: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Fase VI - 2Totaal – 14 antwoordenGeen antwoord – 2Gewoon afwachten tot zij iets ondernemen en dan alsnog betalen15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven

Het fijn is dat het gelijk is opgelost. Hoe dan ook het is altijd beter het goede bedrag te betalen15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven

Als er iets niet goed is gegaan en je komt erachter moet je dat zeggen.15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Altijd voor de zekerheid doen denk ik15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven

Want dat heeft de student niet zelf verdiend. Toch zou ik het niet doen hoewel ik dat verkeerd vind omdat het geld meer betekent voor een klein persoon dan een groot instituut. De universiteit zal het niet voelen.15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Eerlijkheid duurt t langst,eenmaal 1 keer n fout dan kan deze zich blijven herhalen of het nu ten voordele van de student is of niet15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven

Als je er niet achter aan gaat, kom de student wellicht zelf in de problemen. Ik denk dat niemand daar iets aan gaat doen, dan de student zelf. Dus zeker weten iets aan doen want anders zit je dadelijk met gebakken peren. Al zijn gebakken peren misschien wel lekker, maar niet als ze aangebrand zijn zeg maar.14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven

Lijkt me wel verstandig. Anders zou je er later problemen mee kunnen krijgen.14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven

Gewoon eerlijk erover zijn14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven

Iedereen moet gewoon even veel betalen als in de regels staat14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven

Als het niet wordt opgelost moet je het natuurlijk vertellen, waarbij je jou slb'er informeert. Als je het tegen andere leerlingen zegt ligt het eraan of je school in een kwaad daglicht zet of niet. Als je dat namelijk doet moet je het NIET doen. (Je bent zelf ook wel dom als het niet eerder ziet.)14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven

Omdat het toch recht getrokken moet worden.14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven

Biet meer dan logisch als er risico is op geldproblemen?14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven

Je uni en de duo14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven

Ik vindt het wel zo netjes om dit even te laten weten en anders heeft dit misschien later consequenties en moet ik het alsnog betalen.14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven

Resultaten vraag 2:

Fase I - 1Fase II - 6Fase III - 0Fase IV - 2Fase V - 5Fase VI - 2Totaal – 16 antwoorden

20

Page 21: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Het in kader van zijn/haar onderzoek heel nuttig is natuurlijk. Wel is het raadzaam het eerst te overleggen eventueel zodat hij/zij begeleiding heeft bij het verdere onderzoek en de effecten van dit 'virus'15-6-2017 9:23 Antwoorden van respondenten weergeven

Ik denk dat dit zelfs een deel van het onderzoek zou kunnen worden15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven

Het super irritant is en je toch een goed product wil maken en ontvangen15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven

Ervan uitgaande dat dit maar 1 keer gebeurt. Het is niet netjes misschien maar het is ook niet heel erg. door verder onderzoek kun je het virus wellicht weer uitschakelen15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Mits het geen kwaad kan voor andere studenten, hij of zij weet hoe het virus weer verwijderd moet worden, en het lijkt me ook handig als iemand van school op de hoogte is.15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven

Buiten de eerste schrik word niemand geschaad, terwijl de kennis die mogelijk uit het onderzoek word gehaald belangrijk is.15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Schept te veel verwarring. Wat nu onschuldig is kan hoop ellende veroorzaken buiten de controle van de student.15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven

Zoals je al beschrijft is het ongevaarlijk. Maar in welk opzicht is het ongevaarlijk? Ongevaarlijk voor de computer (waar ik vanuit ga) of ongevaarlijk voor de persoon. Stel je voor dat de persoon hartritmestoornissen heeft en zich kapot schrikt van 'HALLO' op het scherm. Heb je opeens een student met een hartaanval op je geweten. Maar ja, het risico dat dat gebeurt is natuurlijk heel erg klein. Dus als je bedoelt dat het ongevaarlijk is voor de computer en het is voor een onderzoek/experiment. Dan zou ik het wel doen.14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven

Ik ben benieuwd wat de reacties zijn van de school en wat ze er aan gaan/kunnen doen.14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven

Waarvoor is dit nodig? Een beter onderzoek. Onnodig om iemand anders hiermee op te zadelen14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven

Ik snap deze niet zo goed..14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven

Ja het zou wel kunnen om te onderzoeken hoe de medestudenten te zien reageren. Over het algemeen is er genoeg informatie beschikbaar over computer virussen dus zal ik het niet doen.14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven

Alleen wanneer hij het aangeeft of een mail daarna stuurt dat het niet schadelijk was.14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven

Virus is gewoon kut14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven

Waarom niet, het is onderzoek toch14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven

Dat is storend voor de mensen als zij haast hebben op de computer, misschien is er een oplossing om alsnog onderzoek te doen zonder een storend virus in te zetten.14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven

21

Page 22: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Resultaten vraag 3:

Level I - 3Level II - 1Level III - 5Level IV - 2Level V – 2Ongeldig - 2Totaal – 15 antwoordenGeen antwoord – 1

22

Page 23: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Lijkt mij geen enkel probleem.15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven

Dan kan je problemen krijgen stuk verlies schade. Zoiezo kunnen ze diegene daar niet en de foto op het pasje klopt dan niet. Naast dat het niet netjes is.15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven

Het is altijd onverstandig om inloggegevens te delen15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Niet als deze vriend niet op dezelfde school zit. Je hebt alleen toegang omdat je schoolgeld betaald dus ik denk dat het delen van het account niet mag.15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven

School lijd niet, er word niks gestolen, kennis word alleen eerlijker verdeeld.15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Als het een vriend is die volledig te vertrouwen is. Het is niet politiek correct maar vriendschap is ook wat waard en nood breekt wet.15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven

Moeten? Moeten? Ik vind wel dat je, je inlog gegevens kan verstrekken om een vriend/in te helpen, als die informatie nodig heeft die hij/zij anders niet kan vinden. Ik zie niet in waarom daar moeilijk over gedaan word.14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven

Waarom niet. Zolang er niks mee wordt gedaan en alleen voor het juiste doeleinde word gebruikt is het goed.14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven

Persoonsgebonden, ook aan houden dan14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven

Maar wel alleen als hij die vriend volledig vertrouwd14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven

Ligt er alleen aan hoe goed je die persoon kent. Ik kan zelf wel een aantal mensen mijn wachtwoord etc. toevertrouwen.14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven

Is eigen keuze14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven

Maar eigenlijk zou zoiets gewoon openlijk toegankelijk moeten zijn14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven

Zou ik niet doe. Ik vertrouw niemand. Je hebt mate en matenaiers14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven

Dat brengt teveel problemen met zich mee; het heeft consequenties als de vriend misbruik van het account maakt14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven

Resultaten vraag 4:

Level I- 1Level II- 1Level III-1Level IV-2Level V- 8Ongeldig -2Totaal – 15 antwoorden

23

Page 24: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Ik heb wat moeite met het woord 'moet' in deze vraag. Dat is natuurlijk aan de student zelf te bepalen. Het is echter wellicht niet raadzaam.15-6-2017 9:23 Antwoorden van respondenten weergeven

Dit kunnen ze niet verwachten en is niet controleerbaar. Risico aan hun zijde15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven

Het moet niet maar ik snap wel dat je dat doet.15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven

Moet zeker niet, mag ook niet maar ik kan me wel voorstellen dat hij / zij dat doet15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Als de software na de studie nog nodig is moet het opnieuw worden aangeschaft.15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven

Dit maakt niet uit.15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Als zij er iets aan heeft. Student moet wel verstandig omgaan met programmas. Niet politiek correct maar gewoon realistisch15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven

Tenzij je een contract hebt ondertekend dat je na je studie de software niet meer gebruikt. Zo niet, dan moest de docent het benoemen, omdat het niet de normaalste zaak van de wereld is dat de software wordt gebruikt. Net zoals delen van boeken kopiëren niet mag, maar wel gedaan wordt.14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven

Gewoon van gebruik van blijven maken ze weten het toch niet.14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven

Via werk software opeisen ??14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven

Dat is niet regel14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven

Het was voor tijdens de studie. Vaak is er wel een regeling waarbij je een jaar langer deze software mag gebruiken. Verder zou je het zelf moeten gaan kopen of via iemand ander het regelen.14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven

Gewoon doen zou ik zeggen.14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven

Betaald is betaald14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven

Ligt aan de software, als je er geen reet aan hebt dam kunt je het verwijderen. Maar als het dure en handig software voor je is dan zeg ik. Wat niet weet wat niet deert.14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven

Als niemand er last van heeft en ik er zelf baadt bij heb, durf ik best een gokje14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven

Resultaten vraag 5:

Level I - 0Level II - 8Level III - 4Level IV - 1Level V - 2

24

Page 25: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

Ongeldig - 1Totaal -16 antwoorden

Maar lijkt me geen prettig gevoel naar anderen. Mijn geweten zou enorm spelen.15-6-2017 9:15 Antwoorden van respondenten weergeven

Je kan toch ook via de patieten info innen.15-6-2017 8:41 Antwoorden van respondenten weergeven

Nee, dit moet niet, van wie zou dat moeten? Naar mijn mening is het ook onethisch15-6-2017 8:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Er zijn ook andere manieren om aan informatie te komen, zonder te liegen.15-6-2017 8:05 Antwoorden van respondenten weergeven

Op internet kan je er zowiezo niet automatisch vanuit gaan dat iedereen de waarheid spreekt, plus je bent anoniem.15-6-2017 7:37 Antwoorden van respondenten weergeven

Voor mij zijn kankerpatienten de laatste mensen die je voor de gek moet houden. Vraag op een normale manier wat je nodig hebt. Dit gaat over mijn hrenzen heen,met kanker spot je niet of dat gebruik je niet!15-6-2017 6:42 Antwoorden van respondenten weergeven

Alles voor de kunsten! Sky is the limit, dus als het bruikbaar materiaal oplevert moet je het altijd doen. Al gaat het ver en ga je over je grenzen. Niemand zal ooit iets bereiken door in z'n/haar comfortzone te blijven. Tuurlijk zijn er wel mensen die geluk hebben, maar ga er maar vanuit dat je zelf je geluk moet creëeren.14-6-2017 23:26 Antwoorden van respondenten weergeven

Alles voor de kunst(en).14-6-2017 23:13 Antwoorden van respondenten weergeven

Gewoon vertellen dat je met onderzoek bezig bent voor school, vaak helpen ze je dan ook14-6-2017 23:12 Antwoorden van respondenten weergeven

Whuut nee waarom zou je dat doen?14-6-2017 23:00 Antwoorden van respondenten weergeven

Jaa natuurlijk! Hiermee kan je informatie krijgen die je anders nooit zal krijgen. Leo, echt waar de eerste twee vragen moet je echt even kijken naar je formulering, ze zijn namelijk nog al vaag.14-6-2017 21:44 Antwoorden van respondenten weergeven

Beetje overdreven om zo ver te gaan...14-6-2017 21:08 Antwoorden van respondenten weergeven

.14-6-2017 20:40 Antwoorden van respondenten weergeven

Je mag niet liegen. Das zielig. Je kan ook zeggen dat je onderzoek doet14-6-2017 20:19 Antwoorden van respondenten weergeven

Nee ik denk dat je dit niet zou moeten doen vanwege het verdriet dat je anderen ermee doet.14-6-2017 19:43 Antwoorden van respondenten weergeven

Resultaten vraag 6:

Level 1- 0Level 2- 4Level 3- 1Level 4- 0Level 5- 7Ongeldig - 3Totaal – 15 antwoorden

25

Page 26: Web view• Fase 3 (7-11) - beginnende samenwerking - interacties zijn vaker sociaal van aard, regels worden begrepen, er zijn coöperatieve en competitieve gedragingen

26