Kennisportfolio  P2

Bedrijfseconomie

Model/theorie: Verschillende soorten kapitaalAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: Maatschappelijk kapitaal:Is het maximale bedrag (gemeten in nominale waarde) waarvoor aandelen kunnen worden uitgegeven door de nv of bv zonder dat een statutenwijziging noodzakelijk is.Geplaatst aandelenkapitaal: In werkelijkheid kan het voorkomen dat slechts een gedeelte van het maatschappelijk kapitaal is geplaatst. Dit gedeelte noemen we het geplaatst aandelenkapitaal.Gestorte aandelenkapitaal: Het gedeelte van het geplaatst aandelenkapitaal dat door de aandeelhouders reeds is gestort, heet het gestorte aandelenkapitaal. Op grond van de wet moet van het maatschappelijk kapitaal van een nv ten minste 20% worden geplaatst. Met een minimum van €45000.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van de verschillende soorten kapitaal, kun je bedragen hierbij uitrekenen en die hieraan koppelen.

Model/Theorie: KengetallenAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: - Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl.BTW)- RTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen- KVV = rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen- REV = winst na belasting / gemiddelde eigen vermogen- Debt ratio = vreemd vermogen/totaal vermogen- Quick ratio = vlottende activa-voorraden/vlottende passiva- Current ratio = vlottende activa / vlottende passivaLiquiditeit:Current ratio = VLA / VVKQuick ratio = (VLA – voorraden) / VVKSolvabiliteit:Solvabiliteitspercentage = EV / TV * 100%Debt ratio = VV / TV * 100%Relevantie/Te gebruiken voor: Een onderneming kan hiermee bepaalde waardes berekenen om zo inzicht te krijgen van hun financiële structuur.

Model/Theorie: WinstverdelingAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: Dit is de verdeling van de winst in een bedrijfRelevantie/Te gebruiken voor: Dit kan gebruikt worden om de winst te verdelen over de aandeelhouders.

Model/Theorie: Soorten aandelenAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving:

1. Gewone aandelen                    (zeggenschap en dividend)2. Preferente aandelen               (bijzondere rechten) - vóór alle overige aandelen recht op een vast dividend- bij ontbinding van het bedrijf vóór de andere terugbetaald3. Prioriteitsaandelen                  (meer zeggenschap)- type preferent aandeel- de houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen

Relevantie/Te gebruiken voor: Vormen van eigen vermogen bij een BV of NV.

Model/Theorie: De waarde van het aandeelAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: Nominale waarde:waarde zoals die op het aandeel staat à staat op balans als aandelenkapitaal.Intrinsieke waarde:Waarde van het eigen vermogen van een onderneming / het aantal geplaatste aandelen.Rentabiliteitswaarde:Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen.Beurswaarde:Wordt bepaald door vraag en aanbod.Relevantie/Te gebruiken voor: Hiermee kan de waarde van het aandeel bepaald worden.

HRM

Theorie/ model: Fombrun Auteur: Tichy en Devanna, 1984 (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans)Vakgebied: HRMBeschrijving: In het Fombrun model wordt het in- door- en uitstroom beleid van een bedrijf beschreven aan de hand van het personeelsmanagement (missie en strategie) en de arbeidsmarkt.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van dit schema kun je dit proces helder/duidelijk maken voor een bedrijf. De personeelskant wordt hiermee bedoeld.

Theorie/ model: BehoeftenhiërarchieAuteur: Maslow (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans)Vakgebied: HRMBeschrijving: In dit model worden de behoeftes van de werknemers wat betreft hun baan beschreven op volgorde. (1 = het meest belangrijkste, 5 = het minst belangrijkste)Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand hiervan kunnen de behoeftes van de werknemers achterhaald worden en in welk stadium de werknemers verkeren, oftewel onder welke categorie een bepaalde werknemer valt.

Model/Theorie: Pull- en PushfactorenAuteur: N.v.t. (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans)Vakgebied: HRMBeschrijving: Als eerste zijn dit twee tegenovergestelde modellen. Pullfactoren zijn factoren die een werknemer aantrekt tot het bedrijf. Pushfactoren zijn juist factoren die ervoor kunnen zorgen dat de werknemer wegtrekt. Of de omstandigheden in het bedrijf zijn juist beter dan bij een ander (pull) of de factoren kunnen niet opwegen tegen een ander bedrijf, dan is er sprake van push.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van deze factoren kan een bedrijf bepalen of de omstandigheden wel daadwerkelijk zo goed zijn voor hun werknemers of dat ze bijvoorbeeld nog beter kunnen. Het geeft het bedrijf dus een inzicht over de factoren die zich in het bedrijf afspelen, wat het bedrijf daarmee doet is hun keus.

Theorie/ model: CompetentiesAuteur: N.v.t. (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans )Vakgebied: HRMBeschrijving: Competenties wordt onder verstaan: je bekwaamheid, kundigheidRelevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van dit schema kun jij zelf je competenties bepalen, maar ook andere in jou omgeving kunnen o.b.v. jou gedrag, kennis en doen een schatting maken hiervan.

Marketing

Model/Theorie: Marketingmix: de 4 p’s Auteur: McCarthy (Boek: Philip Kotler en Gary Armstrong)Vakgebied: MarketingBeschrijving: De marketingmix is de strategische combinatie van instrumenten die een bedrijf ter beschikking heeft om hun doelgroepen mee te benaderen.Relevantie/Te gebruiken voor: Bedrijven kunnen deze strategie gebruiken om hun positie op de markt te verwerven of om de concurrentiepositie te vergroten.

Model/Theorie: GroeistrategieënAuteur: Ansoff (boek: Philip Kotler en Gary Armstrong)Vakgebied: MarketingOmschrijving: Dit model is een strategisch hulpmiddel bij het formuleren van groeistrategieën.Marktpenetratie:  Bestaande  producten  op  bestaande  markten.Productontwikkeling:  Nieuwe  producten  op  bestaande  markten.Marktontwikkeling:  Bestaande  producten  op  nieuwe  markten.Diversificatie: Nieuwe  producten  op  nieuwe  markten.Relevantie/Te gebruiken voor: Het model zet een bedrijf er toe om na te denken over de strategische ontwikkeling van de onderneming. Ook kan het als input dienen voor een marketingplan. Oftewel dit model kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het vaststellen van een groeistrategie in een onderneming.

Model/Theorie: SWOT-AnalyseAuteur: N.v.t. (boek: Philip Kotler en Gary Armstrong)Vakgebied: MarketingOmschrijving: Dit model staat voor sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen. De sterktes en zwaktes gelden voor de interne kant van de organisatie en de kansen en bedreigingen zijn externe omgevingsfactoren waar een organisatie ook rekening mee zal moeten houden.

Relevantie/Te gebruiken voor: Deze analyse kan een bedrijf bij de hand houden, om zo te kunnen bepalen welke sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen er voor de organisatie gelden.

Model/Theorie: Abell diagramAuteur: Derek F. AbellVakgebied: MarketingOmschrijving: Het model van Abell geeft weer met welke technologieën en producten een onderneming actief is op de markt en op welke doelgroep zij inspelen.Relevantie/Te gebruiken voor: De Abell analyse is een handig hulpmiddel bij het afbakenen van de markt, het geeft namelijk een overzicht van de huidige activiteiten van een organisatie. Daarnaast kan het ook gebruikt worden om het toekomstige strategische beleid af te stemmen op veranderingen in de markt.

Management (inleiding 2)

Model/Theorie: ManagementstijlenAuteur: n.v.t. (boek: André Webert en Aldert Doelen)Vakgebied: ManagementOmschrijving: Er is sprake van drie verschillende soorten managementstijlen. Deze gaan op volgorde van veel weinig invloed van de werknemer naar veel invloed van de werknemer. Autocratische stijl, consulterende stijl en participatieve stijl.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van zo’n schema kun je kijken welke managementstijl jouw organisatie hanteert.

Model/Theorie: OrganisatiecultuurAuteur: Harrison, 1972 (boek: André Webert en Aldert Doelen)Vakgebied: ManagementOmschrijving:

Rolcultuur: De basis van deze cultuur wordt gevormd door regels, afspraken, procedures en hiërarchie. Rol en status zijn hier belangrijker dan prestatie. Het ontbreekt hier vaak aan flexibiliteit en innovatief vermogen. Deze cultuur treft men vaak aan in grote (machine) bureaucratieën. 

Taakcultuur: In deze cultuur wordt de taakgerichtheid en deskundigheid benadrukt. Resultaten zijn hier belangrijker dan regels, machtsverhoudingen of persoonlijke behoeften. Hierin ligt de focus in het bijzonder op de prestatie. Sturing vindt plaats op basis van output. Deze cultuur vinden we vooral in organisaties/divisiestructuren die te maken hebben met een turbulente, sterk wisselende omgeving en in kleine organisaties die voor een gemeenschappelijk doel zijn opgericht.

Persoonscultuur: Hierin staat het individu centraal. Competenties, behoeften en vaardigheden vormen het uitgangspunt voor de organisatie. Werk wordt verdeeld op basis van persoonlijke wensen en voorkeuren. De cultuur kenmerkt zich door weinig regels en procedures. De persoonscultuur is met name te vinden in professionele organisaties met hoog opgeleide medewerkers en een geringe omvang zoals universiteiten, advies- en onderzoeksinstellingen, waar individuele eigenschappen de basis van succes vormen.

Machtscultuur: In dit soort organisaties heeft men te maken met een sterke leidersfiguur. Er zijn weinig regels, het individu is belangrijk en men is zelfbewust. Er lijkt een gevecht om sleutelpositie plaats te vinden. Gedrag wordt gemodelleerd door het voorbeeld dat topmensen geven. In eenvoudige structuren en beginnende organisaties zien we dit soort culturen overheersen.

Relevantie/Te gebruiken voor: Het analyseren van welke cultuur er sprake is in jouw organisatie.

Model/Theorie: Het ui –diagram Auteur: Hofstede, 1991 (boek: André Webert en Aldert Doelen)Vakgebied: ManagementOmschrijving: Een organisatiecultuur bestaat uit verschillende lagen en in deze diagram is dit duidelijk weergeven. Hoe dieper je in de uit zit, hoe moeilijker deze laag is te veranderen. Symbolen vormen de meest oppervlakkige laag en waarden zijn de diepste laag van zo’n cultuur. Helden en rituelen zitten daartussen in zoals de afbeelding weergeeft. De ui geeft dus aan wat voor soorten waardes er kunnen zijn. Relevantie/Te gebruiken voor: Een organisatie kan aan de hand van dit model bepalen welke normen en waarden zij belangrijk vinden voor in hun organisatie.

Model/Theorie: MVOAuteur: N.v.t. (boek: André Webert en Aldert Doelen)Vakgebied: ManagementOmschrijving: MVO is een integrale visie op een duurzame bedrijfsvoering. Het creëert waarde op economisch (profit), ecologisch (planet) en sociaal (people) gebied. Dit noemen we de 3 p’s.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van de 3 p’s kan er in de behoeftes van de mens worden verzien. Niet alleen op deze drie vlakken, maar ook voor toekomstige generaties waarvoor het in staat wordt gesteld zodat zij het ook kunnen uitvoeren.

Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht

Model/Theorie: Beroep/bedrijfAuteur: N.v.t. (boek: Lydia Janssen)Vakgebied: Overeenkomsten- & RechtspersonenrechtOmschrijving: Beschrijving van welke rechtsvorm een beroep of bedrijf is.Relevantie/Te gebruiken voor: Het analyseren van een rechtsvorm op gebied van bedrijf of beroep.

Model/Theorie: RechtsfeitenAuteur: N.v.t. (boek: Lydia Janssen)Vakgebied: Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht Omschrijving: Hier zie je de rechtsfeiten waaraan een gevolg is verbonden.Relevantie/Te gebruiken voor: Zo kan er gekeken worden waar de rechtsfeit onder valt.

Model/Theorie: OvereenkomstAuteur: N.v.t. (boek: Lydia Janssen)Vakgebied: Overeenkomsten- & RechtspersonenrechtOmschrijving: Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij sprake moet zijn van een wil en van een verklaring. De verbintenis bestaat uit een recht en een plicht. 2 verschillende soorten:

- Verbintenisrecht: gelden alleen tussen die 2 of meerdere personen- Goederenrecht: hierbij gaat het tussen de verhouding van een persoon en een

goed. De rechten die die persoon heeft gelden t.o.v. iedereen.Relevantie/Te gebruiken voor: Zo kan er worden gezien met wat voor een soort overeenkomst je te maken hebt en waarbij je je hieraan moet houden.

Model/Theorie: EigendomsrechtAuteur: N.v.t. (boek: Lydia Janssen)Vakgebied: Overeenkomsten- & RechtspersonenrechtOmschrijving: Je wordt eigenaar van een goed zodra er sprake is geweest van een levering, geldige titel en beschikkingsbevoegdheid.Geldige titel = een overeenkomst die gesloten is (mag niet nietig of vernietigbaar zijn)Beschikkingsbevoegdheid = hem die bevoegd is over het goed te beschikken. Alles moet dus op ook orde zijn bij de vorige eigendomsoverdracht.Levering = bezitsverschaffing bij roerende goederen (dingen die je makkelijk kunt verplaatsen, stoel bijvoorbeeld) en bij onroerende goederen naar de notaris. Onroerende goederen zijn goederen die je niet zomaar kunt verplaatsen, bijvoorbeeld een huis.Relevantie/Te gebruiken voor: Zo kan iemand achterhalen wanneer hij of zij ook daadwerkelijk eigenaar is van iets.

Model/Theorie: NakomingAuteur: N.v.t. (boek: Lydia Janssen)Vakgebied: Overeenkomsten- & RechtspersonenrechtOmschrijving:

• Doen wat is afgesproken– De verbintenis nakomen

• (Wederkerige) overeenkomst:– Twee verbintenissen– Twee partijen moeten nakomen– Bijv.: de een moet leveren, de ander betalen

• Zie art. 6:27 BW en verder(boek 6, titel 1, afdeling 6)

Relevantie/Te gebruiken voor: Zo kan er worden gezien wie schuldig wordt bevonden.