chantalvandergouwe.files.wordpress.com  · Web view2015. 12. 24. · Stap 2:1. Eerst wil in de...

28

Transcript of chantalvandergouwe.files.wordpress.com  · Web view2015. 12. 24. · Stap 2:1. Eerst wil in de...

Naam: Chantal van der GouweKlas: P4cDocent: Marjolein StruysDatum 24-12-2015

InhoudLio doelen versie 1.1Lio doel 11Lio doel 2.3Lio doel 3.5Lio doel 4.7Lio doel 5.9Feedback op lio doelen versie 1.11Lio doelen versie 2.12Lio doel 1.12Lio doel 2.13Lio doel 3.14Lio doel 4.15Lio doel 5.16Bibliografie.17

Lio doelen versie 1.

Lio doel 1

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn Lio stage kan ik met de betrekking tot de organisatie lesgeven in een driecombinatie groep 3-4-5 op O.B.S. Oosterschelde in Scherpenisse.

Stap 1:Je ziet steeds meer dat de scholen gaan krimpen en dat er bezuinigd moet worden. Hierdoor volgt het lesgeven in driecombinatie groepen. Maar het lesgeven in een driecombinatie groep is niet altijd handig of makkelijk. Lesgeven in combinatiegroepen vergt meer organisatorische inspanning van de meester of juf . Ik wil hieraan werken omdat ik nu voor de eerste keer zelf in een driecombinatie groep mijn stage loop. Ik ben er tijdens mijn stage achter gekomen dat het organisatorisch best veel en lastig is om les te geven in deze groep. Ik heb al een aantal fouten gemaakt in mijn stage in de groep doordat ik de organisatie nog niet onder de knie had. Daarom wil ik nu werken aan dit doel. Om dit doel te kunnen gaan halen ga ik vooral veel lessen geven in deze groep. Iedere keer wanneer ik les geef aan deze groep let ik op de manier waarop ik het organiseer. Hierbij zorg ik er voor dat ik van te voren alles klaar heb liggen voor de lesdag, zodat daar niets verkeerd kan lopen. Hierbij zorg ik ook dat ik loop en lukproblemen op papier heb gezet voor de lessen zodat ik goed voorbereid ben. Kinderen die in een combinatiegroep zitten, moeten leren omgaan met situaties waarin de meester of juf even geen aandacht voor hen heeft. ‘Uitgestelde aandacht’ heet dat in onderwijsjargon. Soms krijgt het ene deel van de groep uitleg en moet de andere helft zelfstandig werken, dan weer zijn de rollen omgedraaid . Op deze manier wil ik mijn lessen in de groep ook gaan organiseren. Ik geef eerst aan de ene groep les (terwijl de andere groep zelfstandig werkt) en dan omgedraaid. Dit wil ik op de dagen dat ik op mijn stage ben en les moet geven, doen (op de donderdag en vrijdag) gedurende mijn stageperiode (15 april). Aan het einde van mijn stageperiode (15 april) wil ik dit doel hebben behaald. Ik wil dan dat ik weet op welke manier ik de organisatie in een driecombinatie groep kan aanpakken en dat ik niet één van de drie groepen laat ‘ondersneeuwen’ in mijn organisatie. Ik wil dat ik aan alle drie de groepen net zoveel aandacht kan geven en de leerlingen de ‘uitgestelde aandacht’ kan leren waardoor ik ook in een driecombinatie groep ‘goed’ les kan geven, omdat in mijn eigen omgeving steeds meer driecombinatie groepen zijn op de openbare basisscholen en dit mijn toekomst zal worden.

Stap 2:1. Eerst wil in de literatuur op gaan zoeken wat het lesgeven in combinatiegroepen inhoudt en hoe je dit het beste aan kunt pakken en kunt verdelen en de organisatie in deze groepen. Ik heb al wel opgemerkt dat je nog niet veel informatie kunt vinden over drie combinatiegroepen maar ook deze informatie wil ik wel op gaan zoeken in de literatuur. 2. Ik wil met mijn mentor bespreken hoe zij lesgeeft in deze groep en hoe zij dit aanpakt. Ik wil hierbij vooral van mijn mentor weten wat ik het beste kan doen in de groep zodat de organisatie beter gaat.3. Ik wil veel les gaan geven in de drie combinatiegroepen om zelf ervaring op te doen hoe ik veranderingen in kan brengen in mijn eigen lesgeven en organisatie. 4. Ik wil op mijn lesdagen reflecteren met mijn mentor en ik wil tips en tops van mijn mentor over mijn lesgeven in de driecombinatie groep.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur. 2. Ik heb een interview opgesteld met mijn mentor over de manier van lesgeven van mijn mentor. 3. Ik heb een lijst met tips en tops van mijn mentor gekregen n.a.v. mijn gegeven lessen. 4. Ik heb een observatieformulier met de gegevens over mijn eigen lesgeven.

Stap 4: Doordat ik van 31 augustus t/m 15 april eerst een aantal weken en daarna twee dagen in de week (donderdag en vrijdag) heb kunnen werken aan dit lio doel zal ik het doel wel gaan halen. Doordat mijn mentor mij begeleid en al veel ervaring heeft met het lesgeven in een drie combinatie groep zal ik hier de komende periode in groeien en aan het einde van mijn lio stage de organisatie van een driecombinatie groep onder de knie hebben. Doordat ik veel reflecteer en tips en tops op me neem groei ik hierin. Mijn doel is daarom ook haalbaar.

Lio doel 2.

Omschrijving/doel:Aan het einde van mijn lio stage kan ik effectief communiceren en weet ik op welke manier ik een boodschap aan de ouders van groep 3-4-5 van O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse kan overbrengen.

Stap 1: In het onderwijs is het een belangrijk onderdeel dat de leerkracht goed communiceert met de ouders. Een goede communicatie is een goede basis. In het communicatieproces is er altijd sprake van zenden en ontvangen. In de praktijk kan er nog wel eens ruis in een gesprek zijn waardoor een boodschap niet altijd goed overkomt . Ik heb nog moeite met het communiceren naar ouders toe. Omdat ik voel dat ik nog een stagiaire ben heb ik altijd het idee gehad dat het meer de taak voor mijn mentor was om boodschappen aan ouders door te geven. Ik werd dan onzeker wanneer ik zelf iets aan een ouder moest vertellen omdat ik nog maar een stagiaire ben en ik dacht dat ik de boodschap op een verkeerde manier over zou brengen naar ouders toe. Ik wil daarom dit doel gaan behalen door meer met ouders te gaan communiceren in mijn stage. Op de donderdag en vrijdagen dat ik op mijn stage ben kan ik meer met ouders communiceren. Als er een probleem is met een leerling dat ik deze boodschappen dan over ga brengen naar de ouders toe in plaats van mijn mentor. Ik ga in de pauzes meer buiten staan waardoor de ouders ook meer naar mij kunnen komen als ze iets kwijt willen over hun kinderen. Daarnaast ga ik zelf proberen meer contact te zoeken met ouders waardoor het communiceren naar ouders toe voor mij ook steeds gemakkelijker wordt. Nu is het nog een obstakel om naar ouders toe te communiceren en dit obstakel moet weg. Het moet ‘normaal’ worden om met ouders te communiceren zonder dat ik er tegenop zie. Ik ga gedurende mijn stageperiode (31 augustus t/m 15 april) op de donderdagen en vrijdagen wanneer ik op mijn stage ben ervoor zorgen dat ik voor schooltijd en na schooltijd buiten sta zodat ouders mij altijd aan kunnen spreken en ik ook ouders aan kan spreken wanneer er iets is. Ik wil hiermee vooral bereiken dat het communiceren met ouders geen obstakel meer wordt voor mij. Ik wil hierdoor mezelf niet als stagiaire zien maar als leerkracht en dat ik hierdoor beter ga communiceren naar de ouders over de leerlingen. Zodat als er iets is met een leerling dat ik hier de ouders ook van op de hoogte kan brengen en dat het voor de ouders hierdoor ook gemakkelijker wordt om met problemen naar mij te komen in plaats van alleen naar mijn mentor te komen. Hierdoor word ik ook meer betrokken bij het geen wat er speelt met de kinderen.

Stap 2: 1. Eerst wil ik in de literatuur gaan lezen over het effectief kunnen communiceren met ouders. Om goed voorbereid te zijn wil ik eerst de informatie voor mijn doel in de literatuur hebben bestudeerd. 2. Ik ga gedurende mijn Lio periode t/m 15 april op de donderdagen en vrijdagen voor schooltijd en na schooltijd buiten het schoolplein staan zodat ouders mij zien en mij kunnen aanspreken als ze iets kwijt willen. 3. Als er op mijn stageschool of in mijn stageklas iets is gebeurd met een leerling of er iets is wat verteld moet worden dan wil ik dat vertellen/doorgeven aan de desbetreffende ouders na schooltijd. Dit doe ik door de ouders even mee naar binnen te nemen zodat we dan rustig kunnen praten. 4. In de eerst volgende tien minuten gesprekken met de ouders over de rapporten (in februari, precieze datum nog niet bekend) wil ik de gesprekken op me nemen (maar wel met mijn mentor erbij). Dit betekend dat ik onder toezicht van mijn mentor de gesprekken zal voeren met de ouders. 5. Na mijn stageperiode (15 april) zal ik een evaluatiegesprek hebben met mijn mentor over dit doel. Tevens heb ik na de tien minuten gesprekken ook een evaluatiegesprek met mijn mentor over de vorderingen in de communicatie naar de ouders.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur. 2. Ik heb oudercontracten opgesteld voor de tienminuten gesprekken. Deze moeten de ouders ondertekenen. 3. Ik heb aantekeningen gemaakt van de belangrijkste conclusies/punten van de evaluatiegesprekken met mijn mentor.

Stap 4: Doordat ik heel mijn stage periode (van 31 augustus t/m 15 april) op de donderdagen en vrijdagen kan werken aan dit doel en ik in februari de tien minuten gesprekken ga voeren zal ik dit doel behalen. Door de tien minuten gesprekken ben ik al gelijk met alle ouders van alle leerlingen aan het communiceren wat het proces wel bevorderd. Omdat ik iedere donderdag en vrijdag voor schooltijd en na schooltijd buiten zal staan, zullen de ouders mij ook meer als leerkracht gaan zien en meer met mij communiceren over hun kinderen. Hierdoor is het haalbaar om mijn doel om de communicatie met ouders te verbeteren voor 15 april te kunnen behalen.

Lio doel 3.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage kan ik door middel van flexibel te zijn op de juiste manier handelen in onverwachte situaties in mijn stagegroep 3-4-5 op O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse.

Stap 1: In het onderwijs is een flexibele houding ten opzichte van je omgeving noodzakelijk. Je krijgt veel verschillende soorten kinderen, ouders en situaties voor je neus. Je moet bovendien snel kunnen schakelen tussen wisselende taken en werkmethodes . Ik heb aan het begin van deze stageperiode (in oktober, geen precieze datum bekend) een onverwachte situatie met een leerling uit groep 4 gehad. Het klikte niet tussen mij en deze leerling waarna bleek dat deze leerling mij als stagiaire zag en ik niets goed kon doen in zijn ogen. Ik dacht goed te doen door een gesprek met deze leerling te hebben zodat het probleem kon worden opgelost. Maar in plaats daarvan kreeg ik ineens een klap in mijn gezicht van deze leerling. Dit is een voorbeeld van een onverwachte situatie. Ik wist op dit moment niet hoe ik moest handelen waardoor het voor mij wel een vervelende situatie werd en mijn mentor dit heeft op moeten lossen. Ik wil daarom goed om kunnen gaan met het handelen in onverwachte situaties zodat ik bij de volgende onverwachte situatie wel goed weet te handelen. Ik moet als ik later zelf leerkracht ben ook weten hoe te handelen. Dan komt er namelijk ook niemand mij helpen in onverwachte situaties. Om dit doel te kunnen halen ga ik eerst met mijn mentor praten en vragen of zij tips voor mij heeft om goed te kunnen handelen in onverwachte situaties. Ik geef alle stagedagen (donderdagen en vrijdagen) les aan groep 3-4-5. Als er onverwachte situaties voordoen zorg ik ervoor dat ik ze zelf op los onder toezicht van mijn mentor. Elke stagedag reflecteer ik met mijn mentor op de situaties die zich die dag voorgedaan hebben en vraag ik mijn mentor om tips zodat ik het mee kan nemen in het oplossen van mijn volgende onverwachte situaties. Hiernaast hou ik een tussenmeting om te kijken wat ik kan veranderen om mijn flexibele gedrag te verbeteren en een eindmeting om te kijken of ik mijn doel heb behaald. Ik wil hiermee bereiken dat ik in mijn eigen praktijk flexibel ben en hierbij in onverwachte situaties goed weet te handelen. Ik wil in onverwachte situaties goed kunnen handelen, omdat ik dit in mijn latere praktijk als volleerkracht ook moet kunnen. Als ik leerkracht ben is er niemand die mij kan helpen als er zich onverwachte situaties voordoen. Daardoor is het goed om hier zelf goed mee om te kunnen gaan.

Stap 2: 1. Eerst wil ik de literatuur over onverwachte situaties in het basisonderwijs bestuderen zodat ik theoretisch voorbereid ben. 2. Daarnaast wil ik met mijn mentor een gesprek aan gaan op onverwachte situaties en hierbij wil ik als voorbeeld geven: het kind uit groep 4 die mij heeft geslagen. Ik wil tips van haar ontvangen waarmee ik verder kan in de praktijk. 3. Op de donderdagen en vrijdagen gedurende mijn lio periode (tot 15 april) geef ik heel de dag les aan groep 3-4-5 en los ik onverwachte situaties op via de tips die ik heb gekregen, literatuur en wat ik denk dat goed is. Mijn mentor is tijdens mijn lesgeven in de klas, zodat ze deze onverwachte situaties mee krijgt (dit is niet altijd mogelijk maar we proberen dat mijn mentor zoveel mogelijk in de klas zal zijn). 4. Als er onverwachte situaties in de klas zijn geweest bespreek ik deze situaties met mijn mentor en wordt hierin de manier waarop ik gehandeld heb besproken. Hierbij wordt er ook besproken wat ik bij de volgende situaties anders kon doen om het handelen te verbeteren. 5. Er worden een tussenmeting en eindmeting gedaan met mij en mijn mentor. Hierin wordt er geëvalueerd over de situaties die ik heb opgelost en in mijn handelen. Door veel te reflecteren/evalueren op het proces kan ik mijn handelen steeds meer verbeteren.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur. 2. Ik heb een lijst met tips en tops van mijn mentor over mijn handelen in onverwachte situaties. 3. Ik heb een observatielijst voor mijn mentor die ze kan gebruiken om mij te observeren tijdens mijn handelen. 4. Ik heb aantekeningen gemaakt van de belangrijkste conclusies/punten van de evaluatiegesprekken met mijn mentor.

Stap 4: Doordat ik heel mijn lio periode (tot 15 april) op de donderdagen en vrijdagen aan dit doel kan werken door deze dagen heel de dag les te geven/voor de groep te staan terwijl mijn mentor mij observeert kan ik dit doel behalen. Doordat mijn mentor en ik regelmatig reflecteren met elkaar om zo mijn verbeterpunten aan te geven zal ik steeds beter worden in het handelen in onverwachte situaties. Daarom zal ik mijn doel binnen de gestelde tijd kunnen behalen.

Lio doel 4.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage heb ik inzicht in het leerlingvolgsysteem parnassys en kan ik de gegevens van de leerlingen van groep 3-4-5 op O.B.S de Oosterschelde in Scherpenisse op de juiste manier in het leerlingvolgsysteem parnassys verwerken.

Stap 1: Het digitale leerlingvolgsysteem wordt steeds meer gebruikt op de basisscholen. Het leerlingvolgsysteem is en programma dat de leerkrachten inzicht geeft in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau. In een LVS voert de leerkracht toetsresultaten in van methodetoetsen en methodeonafhankelijke toetsen .Het leerlingvolgsysteem wat er op mijn stageschool gebruikt wordt is ‘parnassys’. Dit is de plek waar alle gegevens van een leerling, groep of school wordt verzameld. Alles wordt in één database opgeslagen . De reden waarom ik dit doel opstel is, omdat ze op mijn stageschool steeds meer met ‘parnassys’ gaan werken. Eerst deden ze nog een aantal zaken op papier maar tegenwoordig niet meer. Ik heb voorheen op mijn vorige stages nog nooit met het LVS parnassys gewerkt. Hierdoor heb ik nog geen ervaring opgebouwd met dit leerlingvolgsysteem. Wanneer mijn mentor me vraagt om iets in parnassys te verwerken weet ik niet hoe dit moet en moet ze me dit gelijk uit gaan leggen. Ik vind dit vervelend en wil dit daarom ook veranderen, zodat ik zelf weet hoe het systeem werkt. Dan hoeft mijn mentor het niet steeds uit te leggen en werkt het voor mezelf ook prettiger. Ik zal later in mijn eigen praktijk hier ook steeds meer mee te maken krijgen, omdat alles steeds meer digitaal gaat en minder via papierwerk. Ik ga hiervoor met mijn mentor en eventueel de ib-er praten en vragen of ze mij uit willen leggen hoe het systeem werkt. Bij dit gesprek maak ik aantekeningen die ik later uit werk voor mezelf. Daarna ga ik iedere stagedag (donderdag en vrijdag) na schooltijd vanaf kwart over drie op parnassys werken. Ik zorg ervoor dat ik iedere stagedag zelf ga ondervinden hoe parnassys werkt door er op te werken. Daarnaast vul ik iedere week op vrijdag de absenties van de donderdag en vrijdag in in parnassys. Daarnaast voer ik alle tien minuten gesprekken en tussendoor gesprekken met de ouders in in parnassys zodat ik regelmatig met parnassys werk en hier steeds handiger in wordt. Dit doe ik allemaal op de computer op mijn bureau op school. Ik vraag aan mijn mentor als er iets ingevuld moet worden in parnassys of ik dat mag doen maar dan wel onder haar toezicht om te kijken of ik het op de goede manier in vul. Want door alles zelf te doen leer ik sneller. Daarnaast heb ik tegenwoordig ook een app op mijn telefoon van parnassys. Deze app begrijp ik wel en zal ik dus niet gebruiken, omdat het belangrijker is om op de computer overweg te kunnen met het leerlingvolgsysteem. Hiermee wil ik bereiken dat ik het leerlingvolgsysteem parnassys goed onder de knie krijg. Tegenwoordig gebruiken ze op alle basisscholen in mijn omgeving het leerlingvolgsysteem parnassys. Het is voor mij daarom belangrijk om dit systeem goed te kunnen gebruiken, omdat ik hierdoor alle informatie van de leerlingen van mijn klas in kan zien. Daarnaast kan ik hiermee ook gemakkelijk informatie over bepaalde leerlingen opzoeken als ik het leerlingvolgsysteem goed bij zou houden. Dit is goed als ouders er naar kunnen vragen of als je een arrangement voor een leerling wilt aan vragen of op andere manieren als je informatie over je leerlingen wilt.

Stap 2: 1. Eerst wil ik de literatuur bestuderen over leerlingvolgsystemen in het algemeen. Daarna wil ik mijn literatuur verdiepen in het leerlingvolgsysteem ‘parnassys’. 2. Daarna wil ik met mijn mentor bespreken dat ik zo veel mogelijk met het leerlingvolgsysteem ga werken maar dat ik bij de belangrijke zaken wel onder toezicht van mijn mentor wil doen.3 Daarnaast hou ik iedere week de absenties van groep 3-4-5 bij. Dit doe ik op de vrijdag van de donderdag en vrijdag dat ik zelf op mijn stage ben en voor de klas sta. 4. Daarnaast voer ik de resultaten van de tien minuten gesprekken in in parnassys. Hierdoor kan ik zien hoe een verslag/document in parnassys geplaatst moet worden. Mijn mentor moet me hierbij wel eerst laten zien hoe dit moet. 5. Als er onverwachte situaties tussendoor zijn geweest die verwerkt moeten worden in parnassys dan ga ik dit ook invoeren. Dit doe ik dan wel onder toezicht van mijn mentor. 6. Verder ga ik iedere stagedag (op donderdag en vrijdag) na schooltijd tussen half 4 en 4 uur op het leerlingvolgysteem parnassys om te kijken wat ik allemaal bij dit systeem kan doen en waar ik alles kan vinden. Als ik dan nog vragen heb zet ik deze op papier en vraag ik ze de week erna aan mijn mentor om meer duidelijkheid te krijgen. 7. Bij dit doel heb ik een tussenmeting en eindmeting. Bij de tussenmeting ga ik de tienminutengesprekken in parnassys verwerken onder begeleiding van mijn mentor zodat ze kan zien of dit al goed gaat. Daarna hebben we hier nog een korte evaluatie over. Bij de eindmeting reflecteer ik terug op de periode waarin ik met parnassys heb gewerkt om te kijken of mijn doel is behaald.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur over het werken met het leerlingvolgsysteem parnassys.2. Ik heb een kleine ‘samenvatting’ gemaakt van het werken met het leerlingvolgsysteem parnassys waardoor ik aan de hand van deze samenvatting uit de voeten kan met het leerlingvolgsysteem. 3. Ik heb aantekeningen gemaakt van de belangrijkste conclusies/punten van de evaluatiegesprekken met mijn mentor.

Stap 4: Dit doel is voor mij haalbaar, omdat ik alles in de praktijk breng. Ik werk iedere stagedag (donderdagen en vrijdagen) na schooltijd op parnassys waardoor ik het systeem steeds meer onder de knie kan krijgen. Daarnaast kan ik aan mijn mentor vragen stellen over het systeem wanneer ik vast loop na schooltijd. Hierdoor kan mijn mentor mij weer op weg helpen met de punten die ik nog wel wat lastig vond. Daarnaast doe ik de standaard zaken verwerken in parnassys zoals absenties en tien minuten gesprekken zodat ik in de praktijk de wekelijkse zaken en de andere standaard zaken in parnassys leer verwerken. Hierdoor leer ik al de basis voor het werken met parnassys. Omdat ik zoveel met dit systeem ga werken in de praktijk leer ik het meeste en zal ik daarom ook mijn doel kunnen behalen.

Lio doel 5.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage kan ik op een goede manier een weekplanning in groep 3-4-5 van O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse maken met daarbij rekeninghoudend van de toetsen en het synchroon lopen van alle vakken.

Stap 1: Ik wil goed kunnen plannen in mijn stagegroep 3-4-5. Ik wil hierbij een goede planning kunnen maken waarbij alle vakken synchroon kunnen blijven lopen en ik toetsen op de juiste momenten vooruit kan plannen. Ik wil goed kunnen leren plannen, omdat ik hier afgelopen weken tijdens mijn lio stage moeite mee heb gehad. Ik maakte vanaf mijn eerste stagedag 31 augustus iedere vrijdag de weekplanning voor de aankomende week vooruit. Tijdens de lesweken merkte ik dat het vooruitplannen niet goed verliep. Ik plande meerdere toetsen op een dag waardoor ik mezelf te veel werk bezorgde en waardoor het voor de leerlingen ook te veel werd. Daarnaast liepen sommige vakken niet meer synchroon zoals het wel zou moeten. Van de vakken woordenschat, spelling en taal liep ik op den duur met taal verder dan met spelling waardoor de signaaldictees en controledictees te kort achter elkaar afgenomen moesten worden. Deze manier van plannen wil ik gaan veranderen. Ik wil hiermee dat ik rekening hou met de verschillende toetsen en het synchroon lopen van alle vakken zodat dit voor de leerlingen wat fijner zal zijn en voor mezelf en voor mijn mentor is het ook goed dat ik mijn manier van plannen ga veranderen waardoor er een goede planning ontstaat waarbij alle vakken synchroon met elkaar lopen en dit in het systeem klopt. Om goed te kunnen plannen wil ik eerst met mijn mentor overleggen hoe ik dit aan kan pakken en wil ik haar vragen om tips en tops aan mij te geven zodat ik hier mee verder kan. Daarnaast wil ik aantekeningen uit de methodes maken waar in staat wanneer de toetsen moeten worden afgenomen en op welke manier de vakken met elkaar synchroon lopen. Als ik dit heb gemaakt wil ik aan de hand van al deze aantekeningen mijn weekplanningen gaan maken. Deze planningen wil ik iedere week op de donderdag met mijn mentor gaan bespreken zodat ik iedere week tips en tops krijg waardoor het vooruit plannen op de vrijdag steeds beter zal gaan. Hiermee wil ik bereiken dat het maken van mijn weekplanningen beter zal gaan verlopen. Ik wil dat ik er van op de hoogte ben hoe de verschillende vakken van groep 3-4-5 in elkaar overlopen en welke toetsen er bij de vakken horen zodat ik dit op de juiste manier kan inplannen. Ik wil dat dit voor mij automatisme wordt en dat ik hier niet meer bij na hoef te denken en de methodes automatisch in kan plannen, omdat dit voor mij heel veel werk kost wanneer ik hier niet van op de hoogte ben. Hiernaast ben ik twee dagen in de week op stage. De andere dagen moeten de andere leerkrachten van mijn groep 3-4-5 ook goed les kunnen geven aan de hand van mijn weekplanning.

Stap 2: 1. Eerst wil ik literatuur gaan bestuderen over het maken van een weekplanning en literatuur bestuderen over hoe je het maken van een weekplanning het beste aan kunt pakken. 2. Daarna wil ik met mijn mentor gaan bespreken wat ik kan doen om mijn manier van het maken van een weekplanning kan veranderen door middel van tips en tops, zodat ik met deze tips en tops verder kan werken. 3. Na de tips en tops wil ik zelf de methodes van groep 3-4-5 gaan bekijken om te kijken of er planningen in de methodes staan en om te kijken hoe de methodes met elkaar synchroon moeten/kunnen lopen. Daarnaast wil ik in de methodes zoeken wanneer er toetsen komen in de methodes zodat ik weet wanneer ik deze in kan plannen. 4. Daarna maak ik iedere vrijdag een weekplanning voor de week erna. Als ik deze planning maak hou ik mijn aantekening van de tips en tops en van de methodes bij de hand, zodat ik deze kan gebruiken bij mijn planning. 5. Iedere donderdag bespreek ik met mijn mentor mijn weekplanningen. Aan de hand van het gesprek stellen we nieuwe tips en tops op zodat ik deze kan gebruiken voor het maken van de weekplanning op de vrijdag. 6. Ik houd een tussenmeting en eindmeting met mijn mentor. Bij deze meting pakken we terug op mijn gemaakte weekplanningen. We bekijken dan of ik vooruit ben gegaan en wat ik hier nog aan kan veranderen zodat ik mijn doel kan behalen.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur over het werken met weekplanningen. 2. Ik heb een samenvatting van de belangrijkste informatie van de methodes, zodat ik deze kan gebruiken bij het maken van mijn weekplanning. 3. Ik heb een lijst met tips en tops van mijn mentor. 4. Ik heb aantekeningen gemaakt van de belangrijkste conclusies/punten van de evaluatiegesprekken met mijn mentor.

Stap 4: Dit doel is voor mij haalbaar, omdat ik iedere week op de donderdag en vrijdag kan werken aan dit doel door iedere vrijdag de weekplanning te maken en iedere donderdag hierover te evalueren met mijn mentor. De evaluaties die ik iedere donderdag met mijn mentor heb zet ik kort op papier en deze bewaar ik. Hierdoor kan ik regelmatig kijken of ik groei in mijn proces. Doordat ik en tussenmeting en eindmeting met mijn mentor heb kan ik ook kijken of ik groei in mijn proces en wat ik nog kan doen om mijn weekplanningen nog beter te maken. Hierdoor kan ik stellen dat het voor mij haalbaar is om mijn doel te behalen voor 15 april 2016.

Feedback op lio doelen versie 1.

Chantal,

Bij deze mijn feedback op je LIO-doelen 2e kans die je hebt ingeleverd via de documentenbalie. Goed om de feedback hieronder in een gesprek toe te lichten. Schiet maar een afspraak in mijn agenda.

Doel 1: Je zou dit al moeten kunnen. op welk aspect van zo’n combinatiegroep wil je je nu richten zodat het pabo 4 niveau is? meetbaar 2, 3 en 4 bij dit doel zijn eigen een en het zelfde. Hoe kun je nu op een andere manier inzichtelijk maken dat je hier aan hebt gewerkt?

Doel 2: Effectief communiceren is een mooi onderwerp. Maar het concretiseren met ‘een boodschap overbrengen’ haalt de dialoog uit de communicatie. Dat kan niet!

Doel 3: Wat is de juiste manier?

Doel 4: Uitwerking van je doel is veel beter dan de formulering. Probeer je doel completer te formuleren.

Doel 5: idem 4

Lio doelen versie 2.

Lio doel 1.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn Lio stage kan ik in de combinatieklas 3-4-5 van O.B.S. Oosterschelde in Scherpenisse mijn lessen differentiërend uitvoeren door middel van het inzetten van concreet materiaal en coöperatieve werkvormen waardoor ik adaptiever en flexibeler kan werken.Deeltaak 2.4: het werkprogramma differentiërend uitvoeren, o.a. door: aangepaste instructie voor speciale groepen, opdrachten en taken van verschillend niveau, variatie in werkvormen, mediagebruik en samenwerkings-vormen.

Stap 1: Er wordt steeds meer in combinatieklassen gewerkt vanwege het feit dat er in Nederland steeds minder kinderen worden geboren. Kinderen in een combinatieklas zijn daarentegen helemaal niet slechter af dan in een homogene klas en ze zijn ook zeker niet nadelig voor de ontwikkeling van een kind . Omdat er steeds meer in combinatieklassen wordt gewerkt wil ik ook in combinatieklassen goed kunnen differentiëren en met coöperatieve werkvormen kunnen werken net als wat ik bij een homogene klas zou doen. Omdat ik zelf nu in een drie combinatieklas stage loop is dit voor mij op dit moment heel actueel en belangrijk. En ik kan dit doel gelijk toepassen in de praktijk en ervan leren voor mijn verdere praktijk. Ik wil hierdoor vooral veel lesgeven in de groep waarbij ik coöperatieve werkvormen uitoefen en concreet materiaal gebruik tijdens mijn lessen. Ik wil eerst met mijn mentor (die al meer ervaring heeft in de drie combinatieklas) bespreken hoe ik het het beste aan kan pakken en wil ik een lijst met tips en tops verkrijgen waarna ik deze verwerk. Daarna wil ik afspraken met haar maken en deze gelijk toepassen in de praktijk waarna ik dit ook weer evalueer zodat ik op deze manier adaptiever en flexibeler in mijn klas te werk kan gaan.

Stap 2: 1. Ik bestudeer literatuur over combinatieklas, differentiëren , coöperatief leren binnen adaptief onderwijs .2. Ik overleg met mijn mentor wat ik het beste kan doen om de coöperatieve werkvormen en het concreet materiaal in te zetten in mijn klas en verkrijg hierbij tips en tops. 3. Ik geef iedere week de lessen waarbij ik elke stagedag een les aan de drie groepen geef met concreet materiaal en een les waarbij ik een coöperatieve werkvorm inzet. 4. Gesprek met mijn mentor over de wijze waarop mijn lesgeven op het gebied van adaptief onderwijs met het geven van concreet materiaal en coöperatieve werkvormen verbeterd is.Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur over combinatieklas, differentiëren , coöperatief leren binnen adaptief onderwijs.2. Ik heb een lijst met tips en tops. 3. Ik heb een ingevulde observatielijst door mijn mentor waar je op kunt zien dat mijn lesgeven in de drie combinatieklas adaptiever en flexibeler verlopen. Stap 4: Doordat ik iedere stagedag kan werken aan dit lio doel en ik iedere stage dag lessen met concreet materiaal en met coöperatieve werkvormen laat zien en deze vervolgens laat observeren kan ik stellen dat mijn lio doel haalbaar is.

Lio doel 2.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage kan ik effectiever communiceren met de ouders van groep 3-4-5 van O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse om de ouderbetrokkenheid te vergroten.

Stap 1: Op de website citeer ik het volgende: ‘In het onderwijs is het een belangrijk onderdeel dat de leerkracht goed communiceert met de ouders. Ik heb nog moeite met het communiceren met ouders, omdat ik voel dat ik nog een stagiaire ben. Ik heb altijd het idee gehad dat het communiceren met de ouders meer de taak voor mijn mentor was. Het communiceren met de ouders van de leerlingen maakt mij nog vrij onzeker. Tijdens mijn lio wil ik meer en beter met ouders communiceren op het schoolplein, tijdens oudergesprekken en gesprekken voor of na de les. Doordat ik een binnenvetter ben vind ik het lastig om wat ik denk of wat ik voel te verwoorden . Met dit doel wil ik gaan bereiken dat ik mijn kennis over communiceren uit ga breiden en meer te weten kom over mijn eigen communiceren waardoor ik effectiever kan gaan communiceren.

Stap 2: 1. Ik wil voor dit doel de literatuur gaan bestuderen op de termen: effectief communiceren en ouderbetrokkenheid. 2. Ik stel mijn beginsituatie vast aan de hand van een aantal vragen en testen. 3. Ik observeer mijn mentor tijdens het voeren van de eerste oudergesprekken. 4. Ik ga voor schooltijd en na schooltijd bij de wachtende ouders staan zodat ze mij kunnen aanspreken en ik indien nodig ouders kan aanspreken. 5. Ik analyseer met mijn mentor de werkwijze die ze toepast tijdens de oudergesprekken. 6. Tijdens de eerst volgende oudergesprekken voer ik de gesprekken onder toezicht van mijn mentor. 7. Ik heb een evaluatiegesprek met mijn mentor naar aanleiding van punt 6. 8. Ik enquêteer de ouders om te weten te komen of ik de ouders voldoende heb geïnformeerd op het schoolplein en gesprekken voor en na de les.

Stap 3: 1. Ik heb een aantal vragen opgesteld die beantwoord zijn. 2. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur. 3. Ik heb een door mijn mentor ingevulde checklist. . 4. Ik heb aantekening naar aanleiding van het evaluatiegesprek met mijn mentor. 5. Ik heb een enquête

Stap 4: Doordat ik heel mijn stage periode op de donderdagen en vrijdagen kan werken aan dit doel en ik in februari de tien minuten gesprekken ga voeren zal ik dit doel behalen. Door de tien minuten gesprekken ben ik al gelijk met alle ouders van alle leerlingen aan het communiceren wat het proces wel bevorderd. Omdat ik iedere donderdag en vrijdag voor schooltijd en na schooltijd buiten zal staan, zullen de ouders mij ook meer als leerkracht gaan zien en meer met mij communiceren over hun kinderen. Hierdoor is mijn doel om de communicatie met ouders te verbeteren haalbaar.

Lio doel 3.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage heb ik grip op onverwachte situaties en kan ik improviseren in mijn stagegroep 3-4-5 op O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse door de geplande activiteiten goed af te stemmen en te structureren. Deeltaak 3.7: In onverwachte situaties improviserend tijd en activiteiten goed afstemmen en structureren.Stap 1: Volgens de website Wordt er steeds vaker in het onderwijs onderscheidt gemaakt in de verschillende leerlingen. Er wordt al heel snel verteld dat kinderen ADHD, autisme enzovoort hebben. Van deze website citeer ik: ‘Soms hoor je een leerkracht verzuchten ‘ik heb een moeilijke groep: twee ADHD’ers, drie dyslecten, één met dyscalculie en ook nog twee PDD’ers’’. Ik vind dit eigenlijk onzin. Ieder kind is anders en daar hoor je als leerkracht ook naar te handelen. Dit kan je als leerkracht het beste doen door flexibel te zijn in de klas en ook in onverwachte situaties te kunnen handelen aangezien je altijd verschillende kinderen in de klas hebt waar je rekening mee moet houden. Doordat je in het onderwijs heel flexibel moet kunnen zijn vind ik het belangrijk dat ik hieraan ga werken. Ik weet in sommige situaties namelijk niet goed te reageren of te schakelen terwijl je in het basisonderwijs regelmatig voor situaties komt te staan waarbij je gelijk moeten weten hoe je het aan gaat pakken. De aanleiding voor dit doel is daarom ook dat ik zelf al onverwachte situaties in mijn lio stage heb meegemaakt waarbij ik op dat moment niet wist hoe ik moest reageren. Om mijn doel te behalen ga ik mijn doel bespreken waarbij ik een lijst met tips en tops verkrijg, Tijdens mijn stagedagen los ik onverwachte situaties zelfstandig op, ik houd evaluatiemomenten over mijn proces en verkrijg een lijst met tips en ik houd hierbij een tussen- en eindmeting. Stap 2: 1. Ik bestudeer literatuur over: flexibiliteit en handelen in onverwachte situaties 2. Een gesprek met mijn mentor houden over de wijze waarop zij in haar lessen omgaat met onverwachte situaties en zorgt voor flexibiliteit. 3. Een lijst met tips en tops samenstellen n.a.v. de gesprekken met mijn mentor, de bestudeerde literatuur en eigen ervaringen tijdens het lesgeven. 4. Aan de hand van de samengestelde tips en tops ga ik de flexibiliteit tijdens mijn lessen verder ontwikkelen. 5. Gesprek met mijn mentor over de wijze waarop flexibiliteit en handelen in onverwachte situaties tijdens mijn lesgeven zijn toegenomen. Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader over flexibiliteit en handelen in onverwachte situaties.2. Ik heb een lijst met tips over het handelen in onverwachte situaties. 3. Ik heb een observatielijst ingevuld door mijn mentor waaruit blijkt dat mijn flexibiliteit en het omgaan met onverwachte situaties is toegenomen. Stap 4: Doordat ik heel mijn lio periode aan dit doel kan werken door iedere week les te geven/voor de groep te staan en onverwachte situaties die zich voordoen zelfstandig oplos kan ik dit doel behalen. Doordat mijn mentor en ik regelmatig evalueren met elkaar om zo mijn verbeterpunten aan te geven zal ik steeds beter worden in het handelen in onverwachte situaties. Daarom zal ik mijn doel binnen de gestelde tijd kunnen behalen.

Lio doel 4.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage heb ik inzicht in de mogelijkheden van het leerlingvolgsysteem ‘parnassys en heb ik de vaardigheden om met het leerlingvolgsysteem ‘parnassys van groep 3-4-5 op O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse te werken waardoor ik meer opbrengstgericht kan werken.Deeltaak 4.3: Bijdragen aan gemeenschappelijke planningen en andere beheerssystemen, zoals een leerlingvolgsysteem.

Stap 1: Volgens het onderzoek Kan je door het leerlingvolgsysteem ‘parnassys te gebruiken door regelmatig te evalueren in het LVS de opbrengsten van de leerlingen verhogen. Dit is ook waar ik naartoe wil. Door bij te dragen aan het leerlingvolgsysteem kan je de opbrengsten verhogen. De reden dat ik dit doel opstel is, omdat ze op mijn stageschool steeds meer met ‘parnassys’ gaan werken. Ik heb tijdens vorige stages nog geen ervaring opgebouwd met dit leerlingvolgsysteem. Omdat ik nog geen bijdrage lever aan het LVS weet ik niet hoe ik hier gegevens in kan verwerken en moet mijn mentor dit regelmatig aan mij voordoen. Ik vind dit vervelend en wil dit daarom ook veranderen, zodat ik zelf weet hoe het systeem werkt. Ik wil dat mijn mentor mij instructie gaat geven over het werken met het LVS. Ik zoek in de literatuur een handleiding over het gebruiken van een LVS. Ik gebruik de aantekeningen van de instructie van mijn mentor en de handleiding als ik met het LVS ga werken. Ik vul alle taken in het LVS in zoals: absenties, evaluaties, tien minuten gesprekken, tussendoor gesprekken met ouders.

Stap 2: 1. Ik wil voor dit doel de literatuur gaan bestuderen op de termen: Leerlingvolgsysteem, parnassys, opbrengstgericht werken. 2. Mijn mentor geeft mij instructie over het werken met het leerlingvolgsysteem. Ik houd daar aantekeningen van bij. 3. Ik zoek een handleiding zodat ik deze en de aantekeningen van de instructie kan gebruiken bij het gebruiken van het LVS. 4. Ik observeer mijn mentor bij het invoeren van alle gegevens als tien minuten gesprekken, absenties, tussendoor gesprekken, evaluaties. 5. Ik voer alle gegevens als: tien minuten gesprekken, absenties, tussendoor gesprekken, evaluaties zelfstandig in in het LVS. 6. Ik evalueer tussendoor en aan het eind van de periode met mijn mentor over mijn proces.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader van de bestudeerde literatuur over het leerlingvolgsysteem, parnassys en opbrengstgericht werken. 2. Ik heb een overzicht van de mogelijkheden van parnassys ten opzichte van wat er op mijn stageschool aan parnassys gebruikt wordt.

Stap 4: Dit doel is voor mij haalbaar, omdat ik alles in de praktijk breng. Ik voer zelf alle gegevens in parnassys in zoals: tien minuten gesprekken, absenties, tussendoor gesprekken, evaluaties enzovoort. zodat ik er meer van leer. Ik heb ook een handleiding en aantekeningen van de observaties en instructie die ik kan gebruiken.

Lio doel 5.

Omschrijving/doel: Aan het einde van mijn lio stage heb ik zicht op de weekplanning en heb ik de vaardigheden om een weekplanning te maken voor groep 3-4-5 van O.B.S. de Oosterschelde in Scherpenisse waardoor ik adaptiever kan werken. Deeltaak 3.2: het lokaal op de stageschool (en daarbuiten) op een ordelijke, overzichtelijke, inspirerende en doelmatige wijze voor en met de hele groep inrichten zo, dat er adaptief en flexibel kan worden gewerkt.

Stap 1: Volgens het boek is het belangrijkste bij het scheppen van een pedagogisch klimaat wanneer de klassenmanagement in orde is. Dit houd in dat de effectieve leertijd wordt vergroot, de dagindeling helder is en de lessen goed zijn voorbereid. Daarom vind ik het belangrijk om goed te kunnen plannen in het onderwijs, want als je goed kan plannen en hierdoor de dagindeling helder wordt creëer je ook een goed pedagogisch klimaat. Ik wil dit ook goed kunnen omdat ik hier afgelopen periode veel moeite mee heb gehad. Doordat voor mij de dagindelingen niet goed waren verliepen mijn lessen ook wat rommeliger en anders. Ik wil mijn planning gaan veranderen door eerst met mijn mentor te overleggen hoe ik dit aan kan pakken en tips en tops ontvangen, ik wil aantekeningen van de belangrijkste informatie uit de methodes, iedere week de weekplanning zelfstandig maken, gemaakte weekplanningen evalueren en hier aantekeningen van maken. Ik wil er naartoe werken dat het invullen van de weekplanning automatisme wordt en ik hierdoor adaptiever kan werken.

Stap 2: 1. Ik bestudeer literatuur over: plannen en adaptief onderwijs 2. Met mijn mentor overleggen wat haar aanpak is bij het maken van haar weekplanningen. 3. Een lijst van tips en tops samenstellen n.a.v. de gesprekken met mijn mentor, de bestudeerde literatuur en eigen ervaringen tijdens het maken van de weekplanningen. 3. Ik ga a.d.h.v. de lijst met tips en tops de methodes bestuderen en aantekeningen maken van de belangrijkste informatie die relevant is voor het maken van de weekplanningen.4. Ik ga iedere week zelfstandig de weekplanning maken. 5. Gesprek met mijn mentor over de wijze waarop het maken van de weekplanningen verbeterd is.

Stap 3: 1. Ik heb een mini theoretisch kader over plannen en adaptief onderwijs. 2. Ik heb een lijst met tips en tops voor het maken van de weekplanningen. 3. Ik heb een observatielijst door mijn mentor in laten vullen waaruit blijkt dat het wekelijks plannen is verbeterd.

Stap 4: Dit doel is voor mij haalbaar, omdat ik iedere week kan werken aan dit doel door iedere week zelfstandig de weekplanning te maken. Voor het maken van de weekplanning heb ik eerst veel tips, tops, aantekeningen verkregen waar ik mee uit de voeten kan. Ook observeert mijn mentor mij waar ik feedback op krijg. Door al deze informatie en meetinstrumenten kan ik stellen dat het behalen van mijn doel voor mij haalbaar is.

Bibliografie.

Brand, A. v. (2010). Gesprekscommunicatie. Bussum: Coutinho.Cöp, J. (2014). Is ons onderwijs al adaptief? Opgeroepen op december 16, 2015, van wij-leren: http://wij-leren.nl/adaptief-onderwijs-integratie.phpDijk, V. v. (sd). Lerarenopleiding basisonderwijs (pabo). Opgeroepen op november 17, 2015, van carrieretijger: http://www.carrieretijger.nl/opleiding/onderwijs/lerarenopleiding-basisonderwijsEijkeren, M. v. (2009). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.Faber, M., Geel, M. v., & Visscher, A. (2013, maart 15). Digitale leerlingvolgsystemen als basis voor opbrengstgericht werken in het Primair Onderwijs. Opgeroepen op december 1, 2015, van University of Twente: http://doc.utwente.nl/88438/1/Kennisnet_onderzoeksanalyse_LVS.pdfJong, H. d. (2015). Differentieren is te leren! Omgaan met verschillen in het basisonderwijs. Opgeroepen op december 24, 2015, van Wij-leren: http://wij-leren.nl/differentieren-leren.phpKarels, K. (2011). Professioneel communiceren met ouders. Opgeroepen op november 17, 2015, van wij-leren.nl: http://wij-leren.nl/professioneel-communiceren-met-ouders.phpKarels, M. (sd). Leerlingvolgsysteem (LVS). Opgeroepen op november 17, 2015, van wij-leren.nl: http://wij-leren.nl/leerlingvolgsysteem.phpMeindersma, J. K., & Hurk, J. v. (2011, juli). Beelden op flexibel onderwijs. Opgeroepen op december 15, 2015, van Kennisnet: http://archief.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/1_deze_map_gebruiken_voor_bestanden/Sectoren/beroepsonderwijs/Actueel/beelden-op-flexibel-onderwijs.pdfPameijer, N. (2014). Handelingsgericht classificeren in het onderwijs. Opgeroepen op december 15, 2015, van wij-leren: http://wij-leren.nl/hgw-classificeren.phpVollmuller, B. (2015, juli 13). Wat is ParnasSys? Opgeroepen op november 17, 2015, van Driestar onderwijsadvies: http://www.driestar-educatief.nl/advies-en-begeleiding/blogs/wat-is-parnassysVugt, J. v. (2013). Cooperatief leren binnen adaptief onderwijs. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.Westenbroek, J. (2015, september 18). Plannen is alles. Toch? Opgeroepen op december 2, 2015, van maakwerkvanonderwijs: www.maakwerkvanonderwijs.nlWouda, j. (2015, juni 15). Voor- en nadelen van een combinatieklas. Opgeroepen op november 17, 2015, van thuisinonderwijs.nl: http://www.thuisinonderwijs.nl/de-voor-en-nadelen-van-een-combinatiegroep/

1