Onderzoek

Christian de Haan (321193)

2N

Blok 2.3

Docent: Sybren Mulder

Inhoud

1. Doelgroep analyse..........................................................................................................................3

2. Semigestructureerd interview...........................................................................................................5

2.1 Opbouw en motivatie...................................................................................................................5

2.2 Samenvatting interview................................................................................................................5

2.3 Conclusie interview......................................................................................................................5

3. Methode.............................................................................................................................................7

Methode.............................................................................................................................................7

3.1 Procedure.....................................................................................................................................7

3.2 Beschrijving meetinstrumenten en testen...................................................................................7

4. Resultaten........................................................................................................................................10

4.1 uitslagen.....................................................................................................................................10

4.1.1 PAR-Q test...............................................................................................................................10

4.1.2 Lichaamssamenstelling, buikomvang, bloeddruk, vetpercentage en ästrand test..................10

4.1.3 Rand 36....................................................................................................................................11

4.1.4 Dass test..................................................................................................................................11

5. Advies en evaluatie...........................................................................................................................11

5.1 advies voor de cliënt...................................................................................................................11

5.2 evaluatie met de cliënt...............................................................................................................12

5.3 reflectie......................................................................................................................................12

Bijlage...................................................................................................................................................13

Brief..................................................................................................................................................13

Informed consent.............................................................................................................................14

Interview..........................................................................................................................................15

Testen...............................................................................................................................................18

Bronnenlijst..........................................................................................................................................29

2

1. Doelgroep analyse

Diabetes 30 jaar

In deze doelgroep analyse wordt ingegaan op mensen met diabetes. Eerst wordt kort verteld wat diabetes inhoudt en hoe mensen diabetes krijgen. Daarna wordt specifieker gekeken naar de kenmerken van mensen van rond de 30 jaar die diabetes hebben. Zowel het fysieke als het mentale gedeelte worden besproken.

Obesitas is een chronische ziekte, waarbij er een bepaalde hoeveelheid vetstapeling in het lichaam bestaat. Dit kan aanleiding geven tot gezondheidsrisico’s. Omdat obesitas een ziekte is, is er medische aandacht op het gebied van preventie, diagnostiek en behandeling. Doordat er sprake is van een ziekte kan het niet worden beschouwd als een ongemak. De ziekte is levenslang waar voortdurend aandacht voor nodig is, er bestaat geen genezing voor obesitas. De vetstapeling moet zodanig zijn dat het leid tot gezondheidsrisico’s. Bij mensen met een BMI van 30 of hoger is er sprake van obesitas. Van de mannen in de leeftijdscategorie 30-39 jaar heeft 47% overgewicht, hiervan heeft 9% diabetes. (obesitasverening, z.d.)

(Groot, 2012)

In de tabel hierboven staat aangegeven hoeveel mensen last hebben van ondergewicht, normaal gewicht, matig overgewicht en ernstig overgewicht. Te zien is dat 9% van de mannen tussen de 30-40 jaar last hebben van obesitas.

3

Oorzaken

Diabetes kan verschillende oorzaken hebben. Zwaarlijvigheid is over het algemeen een combinatie van meerdere factoren. Factoren kunnen zijn; energierijk dieet, te weinig of geen lichaamsbeweging, onderliggende ziektes, eetziektes, toename van hoeveelheid koolhydraten, stress, te weinig slaap of genetische aanleg. (Blokstra, 2012)

Gevolgen

Obesitas is meer dan alleen een overmatige vetstapeling in het lichaam. Het gaat gepaard met fysieke en psychische klachten. Symptomen kunnen zijn;

-suikerziekte-hart- en vaatziekten -slaapapneu -artrose -onvruchtbaarheid-hoge bloeddruk -hoog cholesterol -andere klachten zoals bijvoorbeeld rugpijn en migraine.

Psychische gezondheid

Mensen met obesitas hebben meer kans op psychosociale problemen, stigmatisering en discriminatie. Zo hebben obesitas patiënten vaker angststoornissen of een depressie. Dit kan uiteindelijk lijden dat ze nier meer naar behoren functioneren waardoor ze het werk moeten stilleggen. Ook komt het voor dat ze niet meer naar buiten durven. (Groot, 2012)

4

2. Semigestructureerd interview

2.1 Opbouw en motivatieHet interview ben ik begonnen met algemene vragen. Hier heb ik voor gekozen omdat je dan meteen veel informatie krijgt over het dagelijkse leven van de cliënt. Zo worden het werk besproken wat de man doet, overige activiteiten en relatie. Daarna ben ik verder gegaan met vragen over gezondheid. Hierin vraag ik de man naar zijn eigen visie op het thema gezondheid. Door deze vraag heb ik meteen een idee hoe ik het beste de vervolg vragen kan stellen. Ik kan hierdoor de vragen beter inrichten op de visie van de man. Daarna ga ik over op voeding, sport en bewegen en roken alcohol. Deze BRAVO factoren vind ik erg belangrijk om te weten. Uit deze vragen krijg je in korte tijd veel informatie. Dit is informatie dat de leefstijl van de cliënt weergeeft. Uit deze vragen krijg je al snel deels de sterke en verbeterpunten te zien. Tenslotte vraag ik bij dit thema nog wat over ziekte. Uit het antwoord kan je misschien dingen koppelen aan obesitas. Het volgende thema is ontspanning. Doordat de man werk doet dat mentaal/psychisch zwaar kan zijn is het belangrijk dat de cliënt voldoende ontspanning heeft. In dit thema wordt gevraagd of de cliënt last heeft van stress en wat voor hem ontspanning is. Tenslotte is er nog een thema ‘’overig’’. Hier komen vragen naar voren als wat de man graag zelf zou willen weten over zijn gezondheid, of hij doelen heeft en wat de cliënt verwacht van het onderzoek. Dit vraag ik zodat de cliënt het gevoel krijgt dat het onderzoek echt iets voor hem kan betekenen. En dat hij zelf ook aan kan geven wat hij graag zou willen weten over gezondheid.

2.2 Samenvatting interview De cliënt is werkzaam als begeleider in de kassen, hij begeleidt mensen met een stoornis. Hij werkt hier vijf dagen per week van 8;00-16;00 uur. Hij werkt van maandag t/m vrijdag. Hij fietst dagelijks 4 km naar het werk en weer terug. Verder heeft hij een relatie en een zoon van 1 jaar. Een andere activiteit is dat hij lid is van de activiteitencommissie van de voetbalvereniging. Bij deze voetbalvereniging is hij ook scheidsrechter en grensrechter. Hij fluit twee voetbalwedstrijden op zaterdag en zondag vlagt hij bij het 1e elftal. Hij wordt veel betrokken bij de voetbalvereniging. De cliënt geeft zelf aan dat hij graag zijn gezondheid wil verbeteren, alleen weet hij zelf niet hoe hij dit het beste kan doen. Hij let ook niet op zijn voeding, de reden hiervan is dat hij niet weet waar hij op moet letten. Daarnaast wil hij er ook niet meer over weten omdat hij zelf wel weet wat gezond is en wat niet. Verder is hij vrijwel nooit ziek maar heeft hij wel regelmatig last van z’n knieën na een lange werkdag. Dit leidt er nog wel eens toe dat de cliënt een dag thuis zit omdat hij door de pijn niet naar het werk kan. De cliënt drinkt op vrijdag en zaterdag altijd wel een biertje. Op de voetbalclub gaat hij vaak in de kantine met vrienden een biertje drinken. Hij rookt niet. De cliënt geeft zelf aan genoeg ontspanning te hebben. Na het werk heeft hij alle tijd voor zichzelf en in het weekend is hij veel op de voetbalclub wat hij ook als ontspanning ziet. Ook gaat de cliënt soms met vrienden even wat doen, bijvoorbeeld naar voetbalwedstrijden of het casino. Hij geeft zelf aan dat zeer prettig te vinden omdat hij overdag werkt met mensen met een beperking. Dit kan soms mentaal/psychisch zwaar zijn. Hij heeft verder geen last van stress, wel is hij soms erg vermoeid door het werk. De cliënt wil zelf graag weten hoe hij zijn gezondheid kan verbeteren, ook is hij erg benieuwd naar de uitslagen van de testen. Hij vindt het moeilijk om, een verwachting te schetsen van dit onderzoek, behalve de testen die worden uitgevoerd. Het doel van de cliënt is dan ook echt om zijn gezondheid te verbeteren. Het lijkt hem misschien wel leuk om te gaan fitnessen.

5

2.3 Conclusie interview Uit het interview kan geconcludeerd worden dat de cliënt graag zijn gezondheid wil verbeteren. Hoe hij dit het beste kan doen vindt hij erg lastig. Het lijkt hem misschien wel wat om te gaan fitnessen, dit zou goed doordeweeks kunnen omdat de man dan weinig beweegt en veel vrije tijd heeft, vooral ’s avonds heeft hij veel tijd. Zijn enige beweging momenteel is dat hij 4 km per dag fietst naar het werk en in het weekend vlagt en fluit bij de voetbalclub. Doordeweeks wil hij daarom meer gaan bewegen. Voeding wil de cliënt niet meer informatie over hebben, dit kan hij zelf wel geeft hij aan. Wat ziekte betreft heeft hij soms wel last van zijn knieën. Dit zou met de obesitas te maken kunnen hebben. Hij heeft genoeg ontspanning geeft hij zelf aan. Hier hoeft verder niet meer veel aandacht aan worden besteed. Het alcoholgebruik lijkt in eerste instantie niet een directe reden te zijn om te verbeteren. Alleen op vrijdag en zaterdag drinkt de man een paar biertjes. Het is natuurlijk altijd beter als dit minder wordt. Omdat de man graag zijn gezondheid wil verbeteren ga ik hier aandacht aan besteden. Vooral de manier waarop hij dit het beste kan gaan doen. Ik ga dit vooral doen op het gebied van sport en bewegen. Een doel van de man is meer te gaan sporten.

6

3. Methode

MethodeDe testen worden uitgevoerd met iemand die dagelijks als leidinggevende, van mensen met een stoornis, in de kassen werkt. De cliënt heeft obesitas, er staan hieronder nog een paar gegevens van de cliënt. De naam van de cliënt wordt in verband met privacy redenen niet gegeven, vandaar dat hij wordt omschreven als ‘’cliënt’’.

Geslacht: manLeeftijd: 30 jaarWerk: leidinggevende van mensen met een stoornisBijzonderheden: obesitas

3.1 ProcedureUit de doelgroep analyse en het interview zijn variabelen naar voren gekomen die door middel van testjes worden gemeten. Er worden zowel fysieke als psychologische testen afgenomen. Alvorens wordt de PAR-Q test uitgevoerd om te kijken of de cliënt in staat is om de fysieke fitheidstesten uit te voeren. Uit de doelgroep analyse kwam duidelijk naar voren dat mensen met obesitas een te hoge BMI hebben. Deze BMI wordt daarom getest, dit gaat samen met de testen; gewicht, lengte, bloeddruk en buikomvang. Dit geeft meteen een goed beeld van de man en je hebt de algemene gegevens meteen duidelijk. De volgende test is het meten van het vetpercentage. In het interview gaf de man aan dat hij elke dag naar het werk fietst en in het weekend fluit en vlagt. Toch wil de man meer gaan sporten. Ik heb daarom gekozen voor een conditietest. Hierin wordt gemeten hoe het ervoor staat met de conditie. De test die ik ga afnemen is de ästrand test. De psychologische test die ik ga afnemen in de DASS test. Omdat de man soms nog wel eens vermoeid thuis komt van het werk ben ik benieuwd of er nog iets uit deze test komt. De man geeft zelf aan geen stress te ervaren. Met deze test moet duidelijk worden of dit ook echt het geval is. Een andere test die ik ga uitvoeren is de Rand 36 test. Deze test meet het werkvermogen van de cliënt. Omdat de man toch nog wel eens last van zijn knieen heeft heb ik deze test eraan gekoppeld. Daarnaast heb ik nog een mentale test, de cognitief functioneren test. Omdat de man iedere dag werk doet met mensen met een stoornis/beperking is het soms mentaal/psychisch erg zwaar voor hem.

3.2 Beschrijving meetinstrumenten en testenOmdat de kwaliteit gewaarborgd moet blijven wordt hieronder per test de validiteit en betrouwbaarheid beschreven. Er worden zowel fysieke als psychologische testen afgenomen. De testen zijn allemaal op één dag uitgevoerd. De testen die alleen uit een vragenlijst bestonden heeft de man mee naar huis gekregen. Hier heeft hij de vragen in alle rust kunnen beantwoorden. Twee dagen later heb ik deze vragenlijsten weer ontvangen van de cliënt. Alvorens alle testen konden worden uitgevoerd is er nog een PAR-Q lijst ingevuld om te kijken of de cliënt aan alle testen kon deelnemen.

PAR-Q testDoor middel van de PAR-Q test wordt gemeten of het verstandig is om fysieke fitheidstesten uit te voeren met de cliënt. De cliënt dient de PAR-Q vragenlijst zelf in te vullen. De PAR-Q test is betrouwbaar en valide. (Martin, 2005) De begripsvaliditeit bedraagt 0.7. Dit komt doordat de vragenlijst kort en krachtig is en meteen aangeeft of het veilig en betrouwbaar is om testen op fysiek gebied uit te voeren.

Lichaamssamenstelling

7

BMIAls eerste is het gewicht gemeten. De cliënt heeft voor dat hij op de weegschaal ging staan zijn schoeisel uit gedaan. Vervolgens is de lengte gemeten, dit is gedaan met behulp van een meetlint. Ook hierbij werd het schoeisel uitgedaan en is de cliënt met een rechte houding en de hakken tegen de muur gaan staan. Vervolgens is de BMI berekend met een formule. De formule luidt; gewicht (kg)/(lengte (m) ) ². Er zijn geen factoren die invloed kunnen hebben op de uitslagen van de testen, de gewicht en lengte zijn daardoor betrouwbaar. (Haarsma, 2011). De inhoudsvaliditeit is 0.9. Dit komt doordat de BMI met twee uitslagen berekend. Deze uitslagen zijn betrouwbaar omdat er geen factoren zijn die invloed kunnen hebben op de uitslag.

BuikomvangDe buikomvang is gemeten met een meetlint. Deze test is uitgevoerd op een gesloten kamer. De buikomvang is gemeten tussen de onderkant van de ribben en de bovenkant van de bekken.

BloeddrukDe bloeddruk is gemeten door de band van de meter om de linker bovenarm te plaatsen. De cliënt zat in een t-shirt. De band is om de blote bovenarm van de cliënt gedaan. Tijdens de test moest de cliënt zijn arm rustig laten leunen op de tafel. De meting is drie keer uitgevoerd. De bloeddruk van de cliënt is gemeten met een bloeddrukmeter van Sovita. Deze bloeddruk meter voldoet aan de internationale standaarden van de Britisch Hypertension Society (BHS). Dit is een onafhankelijke organisatie die bloeddrukmeters controleert op validiteit en betrouwbaarheid. Hierdoor is de meting betrouwbaar. (Sovita, 2014)

Vetpercentage Met de huidplooimeting wordt de hoeveelheid onderhuidvet gemeten. De test is aan één deel van het lichaam uitgevoerd. De cliënt werd gevraagd zijn t-shirt uit te doen. Vervolgens zijn 4 punten op het lichaam gemeten. De bicepshuidplooi (voorkant, midden bovenarm), de tricepshuidplooi (achterkant, midden bovenarm), de subscapilaire huidplooi (onder de punt van het schouderblad), de supra-iliacale huidplooi (vlak boven de bovenrand van het heupbeen). Vervolgens komen er waardes uit uitgedrukt in millimeters. Deze wordt op de volgende site ingevuld, (swssportmassage, zd), vervolgens komt hier een vetpercentage uit. De huidplooimeting is de meest betrouwbare meting voor het meten van het vetpercentage mits op de goede punten wordt gemeten. De metingen zijn minder betrouwbaar bij oudere mensen omdat de huidturgor vaak verminderd is en de spieren slapper zijn. Zo is de kans aanwezig dat spieren in de huidplooi worden meegenomen. (Feeringa, ZD)De test is betrouwbaar mits het goed wordt uitgevoerd en de goede punten op het lichaam worden gemeten. De indruk validiteit is 0.6. De onderzoeker die de test afneemt is bekend met het apparaat, en weet hoe de metingen moet worden uitgevoerd. Toch word de test niet door een professional uitgevoerd. De onderzoeker kan daarom denken dat de test goed is uitgevoerd terwijl dit niet het geval blijkt te zijn.

ästrand testDe Ästrand test is een fitheidstest die wordt uitgevoerd op een hometrainer. Je meet hiermee het fysieke uithoudingsvermogen. Er wordt begonnen met een warming-up van 3 minuten waarna de cliënt vervolgens 6 min gaat fietsen met een hartfrequentie die tussen de 125 en 170 slagen per minuut ligt. Aan het einde van de test wordt de hartslag genoteerd. Omdat het een sub maximale test is kan door middel van een berekening de VO2 max een indruk worden gegeven van het uithoudingsvermogen. (Ästrand, 1956) (Ästrand, 1976). De uitslag die uit de test komt is uit te lezen in een tabel. (TACX, 2014). De Ästrand fietstest is valide en betrouwbaar. (R.E. Cink, 1981). De inhoudsvaliditeit is 0,7. De uitslag van de ästrand test geeft een vertrouwt beeld van de VO2 max van de cliënt. Zolang de hartslagen op de goede frequentie zitten is de test erg betrouwbaar.

8

Rand-36De RAND-36 wordt veelvuldig gebruikt voor het meten van ervaren gezondheid of gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven. Het instrument bevat schalen voorfysiek functioneren, sociaal functioneren, rolbeperkingen door fysieke of emotionele problemen, mentale gezondheid, energie, pijn en algemene gezondheidsbeleving. Elke vraag is verbonden aan één van de schalen (zie tabel in bijlagen). Daarnaast is er een tabel (zie bijlagen) waarin de totaalscores staan. Daarbij hoort een berekening, ((Ruwe schaalscore – minimum ruwe schaalscore) : score range) x 100 (Karen I. van der Zee,2012). Een hoge score betekend een betere gezondheidstoestand (Zee KI van der,2012) De betrouwbaarheid van de RAND-36 is goed. De interne consistentie van deRAND-36 schalen matig tot hoog. De Alpha-waarden voor de verschillende schalen variëren van.71 tot .92. De test-hertest correlaties variëren van .58 tot .82 na een periode van twee maanden en van .40 tot .75 na zes maanden. Ook de validiteit van deRAND-36 is goed (Zee KI van der, 2012).

DASS testDe Dass-test is een vragenlijst die de mate van stress bij de cliënt meet. En of bij eventueel stress ook depressiviteit wordt ervaart. De test is een korte vragenlijst. De uitslagen worden gescoord op een puntenschaal van 0 tot 4.. De items worden gescoord op een 4-puntschaal (0 = helemaal niet of nooit van toepassing tot 4 = zeer zeker of meestal van toepassing).De schaalscore wordt berekend door de scores per item op te tellen (zie het scoreformulier in de bijlagen). Alle punten worden op het scoreformulier ingevuld. Vervolgens worden alle punten van de verschillende thema’s opgeteld. Daarna kan de uitkomst in de tabel worden afgelezen. (zie bijlage). De angst- en depressieschaal van de DASS zijn betrouwbaar in de bedrijfsgezondheidszorg of werkende bevolking. Cronbach’s alpha ligt tussen de 0,84 en 0,86 (boven de 0,70 is goed). Ook is de testvaliditeit van de test goed (Nieuwenhuijsen K1, 2003) (Henry JD, 2005).

9

4. Resultaten

4.1 uitslagen

4.1.1 PAR-Q test Uit de PAR-Q test kwam naar voren dat alle fysieke fitheidstesten kunnen worden uitgevoerd. Er zijn verder geen problemen.

4.1.2 Lichaamssamenstelling, buikomvang, bloeddruk, vetpercentage en ästrand test

BMILengte in CM 182 cmGewicht in KG 120 KGBMI waarde 36.2BuikomvangAantal CM 116 cmBloeddrukBovendruk 130Onderdruk 85VetpercentageHoeveelheid in %

43.7%

Ästrand test

10

Wattage 150Hartslag 141VO2 max 30

BMI: bij de cliënt is als eerst het gewicht gemeten met behulp van een weegschaal. Vervolgens is de lengte van de cliënt gemeten. Met behulp van deze twee gegevens is het BMI gemeten. De formule die is gebruikt luidt als volgt: gewicht (kg)/(lengte (m) ) ². Hier kwam uit dat het BMI van de cliënt 36.2 is.

Buikomvang: de buikomvang is gemeten met een rolmaat. Het aantal cm is 116.

Bloeddruk: uit de bloeddruk test is als bovendruk 130 gekomen en uit de onderdruk 85.

Vetpercentage: het vetpercentage is gemeten met een huidplooimeting. De resultaten zijn van de verschillende metingen zijn op een website ingevoerd en hier kwam het volgende vetpercentage uit: 43.7%

Ästrand test: de ästrand test is uitgevoerd in een fitnesscentra op een hometrainer. Na dat de test was afgelopen zijn de gegevens op internet ingevuld en kwamen de volgende uitslagen eruit zoals boven in de tabel is te zien.

4.1.3 Rand 36Fysiek functioneren 75Sociaal functioneren 70Rolbeperkingen (fysiek probleem) 50Rolbeperkingen (emotioneel probleem) 100Mentale gezondheid 92Vitaliteit 55Pijn 33Algemene gezondheidsbeleving 80Gezondheidsverandering 50

Bij de rand 36 test geld hoe hoger de score hoe beter. De scores zijn op een schaal van 1-100. Hoe dichter bij de 100, hoe beter het is. Uit de scores blijkt dat de cliënt vooral nog hinder ondervindt van de pijn die hij soms heeft. Dit kwam in het interview ook al naar voren. Verder zijn rolbeperkingen (fysiek probleem), vitaliteit en gezondheidsverandering punten die laag hebben gescoord.

4.1.4 Dass testUit de vragenlijst zijn verschillende scores gekomen. Deze scores zijn weer bij elkaar opgeteld en hier zijn de volgende uitslagen uitgekomen. Depressie: 2 punten Angst: 0 punten Stress: 0 punten. In de tabel is te zien dat de cliënt geen last heeft van depressie, angst of stress. (zie bijlage)

5. Advies en evaluatie

11

5.1 advies voor de cliënt Uit de testen is gebleken dat op fysiek gebied de testen niet altijd even positief blijken te zijn. De testen die waren gericht op het psychologische gedeelte waren daarin tegen wel positief. Hier kwam geen enkel punt uit dat extra aandacht nodig heeft. De testen die gericht waren op de lichaamssamenstelling vielen zoals verwacht wat tegen. Dit had de cliënt vooraf al verwacht. Zo is de BMI, buikomvang en vetpercentage te hoog. Dit heeft te maken met de obesitas. De bloeddruk was verder wel in orde. De ästrand test is de cliënt goed ondergaan. Zo kwam hier geen negatieve score uit. Dit komt waarschijnlijk doordat de cliënt elke dag naar het werk fietst en zaterdag scheids- en grensrechter is. De conditie van de man is daarom naar behoren. Uit de Rand 36 test kwam naar voren dat de man op een paar punten die op de fysieke gesteldheid zijn gericht, minder goed scoorde. Zo heeft de man soms last van rolbeperkingen op fysiek gebied en heeft de man soms pijn. Dit kwam in het interview ook al naar voren. De man heeft soms na een lange werkdag last van zijn knieën. Dit is terug te zien in de test. De man heeft aangegeven graag gezonder te worden en af te vallen. Omdat de cliënt in het interview al aangaf misschien wel te willen fitnessen, lijkt mij dit een goede stap in de juiste richting. Vrienden en collega’s doen ook aan fitness. Bij het fitnesscentra kan hij de juiste begeleiding krijgen op het gebied van sporten. Wat voeding betreft wou de man hier verder niet meer over weten. Hier ga ik daarom ook niet verder op in. Op het psychologische gedeelte hoeft verder ook geen aandacht aan besteed te worden omdat de man hier goed op scoort. Het enige punt waar de cliënt zich op zal moeten verbeteren is zijn overgewicht. Gelukkig ziet de cliënt dit zelf ook in en is hij positief over de toekomst en zijn gezondheid. Er is afgesproken dat er over een paar maanden weer dezelfde fysieke testjes worden uitgevoerd. Nadat de man is begonnen met fitness verwachten we allebei dat de resultaten in positieve zin zijn verbeterd.

5.2 evaluatie met de cliëntIn overleg met de cliënt is besloten om de cliënt zelf een stukje te laten schrijven over de onderzoeker en het uitgevoerde onderzoek.

Ik kende Christian al via het voetbal. Ik zie hem daar elk weekend en we hebben daar vaak contact. In gesprek op de voetbalclub vroeg Christian of ik mee wou doen aan een onderzoek die hij moest uitvoeren voor school. Na wat meer informatie te hebben gekregen heb ik besloten mee te doen. Ik zag het als een kans voor mezelf om wat meer informatie te krijgen over mijn eigen gezondheid. Christian gaf aan testen te gaan uitvoeren en vragenlijsten af te nemen. Zowel op fysiek als mentaal gebied. Na enige tijd belde Christian mij op, eerst wou hij een interview met me afnemen en daaruit zou hij bepalen welke testjes hem het meest geschikt leken om te gaan uitvoeren. Nadat het interview was afgenomen hebben we een week later de testjes gedaan. Deze testjes had ik nog nooit eerder gedaan, behalve de bloeddruk. De testjes vielen zoals verwacht wat tegen wat betreft het resultaat. Wel gaf Christian aan dat de psygologische testen helemaal in orde waren. Een week later hadden we weer afgesproken en hebben we alles na besproken. Na een advies te hebben gekregen heb ik besloten te beginnen met fitnessen. Samen hebben we afgesproken de testen over een tijdje weer te doen om te kijken of de gezondheid is verbeterd. Al met al vond ik het leuk en erg leerzaam om aan zo’n onderzoek mee te werken. Ik ben me er wel bewuster van geworden dat ik op m’n gezondheid moet gaan letten en het moet gaan verbeteren. Soms ondervind ik hier hinder van na het werk en de kans is groter op ziektes. Een verbeterpunt dat ik Christian wil meegeven voor de volgende keer is dat hij het wat beter moet plannen. Vaak belde hij op het laatste moment en wou hij voor de volgende dag al een afspraak. Dit zou in het vervolg wel wat eerder kunnen.

12

5.3 reflectie Het onderzoek wat ik afgelopen periode heb uitgevoerd was nieuw voor me. Wel heb ik al een keer een health check onderzoek uitgevoerd. Maar dit onderzoek was daarmee vergeleken wel compleet anders. Dit onderzoek heb ik uitgevoerd met iemand die ik wel goed ken, dit vond ik het meest vertrouwd. Beginnend met het interview vond ik het lastig om de juiste vragen te maken. Uit de vragen moet wel informatie komen waar je later in het verslag wat mee kan. Na de les ben ik nog met een andere student gaan zitten om goede vragen te bedenken. Uiteindelijk ben ik wel tevreden over hoe het interview is geworden. Ik heb hier goede informatie uit kunnen halen waar ik later in het verslag weer verder mee kon. De testen heb ik op basis van de doelgroep analyse en het interview gekozen. Op internet heb ik nog wat meer informatie opgezocht over de testen zodat ik goed voorbereid ze kon uitvoeren met de cliënt. Uiteindelijk vond ik het lastig om een goed advies te maken op basis van de testen. Ook omdat de man verder geen informatie meer wou hebben over voeding. Alles was dus gericht op het bewegen om de gezondheid te verbeteren. Na te hebben geëvalueerd met de man ben ik wel tevreden over hoe het onderzoek is gegaan en dat de man ook erg positief was. Een verbeterpunt voor mezelf is wat de cliënt ook al zegt de planning. Ik was soms vrij laat met afspraken maken en dingen op papier zetten.

Bijlage

Brief Geachte heer/mevrouw,

Mijn naam is Christian de Haan, 19 jaar en student aan de Hanze Hogeschool Groningen. Momenteel ben ik 2e jaar student aan de opleiding sport, gezondheid en management. Voor mijn opleiding moet ik een gezondheidscheck doen om uw gezondheid in kaart te brengen en deze te operationaliseren en meetbaar te maken. Tijdens dit onderzoek wordt uw gezondheid uitgebreid in kaart gebracht. Met dit onderzoek kunt u zien op welke factoren u goed scoort en/of op welke factoren u uw leefstijl zou kunnen verbeteren. Aan het einde van het onderzoek stel ik een persoonlijk adviesrapport voor u op. Tijdens het onderzoek ga ik testen met u afnemen. Dit zullen zowel fysieke als psychische testen zijn. De testen die zullen worden gebruikt zullen professional worden uitgevoerd. De volgende testen zullen bij u aan bod komen. PAR-Q test, gewicht, lengte, BMI, bloeddruk, vetpercentage, ästrand test, rand 36 en de Dass test. De gegevens die uit het onderzoek komen zullen volledig anoniem blijven en anoniem worden verwerkt. Uw persoonlijke gegevens komen verder niet in handen van derden. Aan het onderzoek zitten geen risico’s verbonden. Door middel van deze brief wil ik u graag uitnodigen om mee te doen aan dit onderzoek. Voor dat uw deel gaat nemen wordt er nog een PAR-Q vragenlijst afgenomen. Aan de hand van deze vragenlijst kan ik beoordelen of het vertrouwd is om deel te nemen aan fysieke testen. Bij deelname mag u de toestemmingsverklaring ondertekenen. Voor verdere vragen en of opmerkingen kunt u met mij contact opnemen via het volgende email adres: c.de.haan@st.hanze.nl

Met vriendelijke groet,

13

Christian de Haan

Informed consent Toestemmingsverklaringsformulier (informed consent)

Titel onderzoek: Operationaliseren en meetbaar maken van de gezondheid

In te vullen door de deelnemer

Ik verklaar op een voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over het soort, methode, doel en [indien aanwezig] de risico’s en belasting van het onderzoek. Ik weet dat de gegevens en resultaten van het onderzoek geheel anoniem blijven, mijn identiteit nergens te vinden zal zijn en mijn persoonlijke gegevens gecodeerd en bewaard zullen worden door de onderzoeker. Mijn vragen zijn naar tevredenheid beantwoord.

Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik heb daarbij het recht om op elk moment mijn deelname aan dit onderzoek te eindigen. 

Naam deelnemer: Anoniem

Datum: 5-03-2015                                               Handtekening deelnemer: 

14

Ik heb een mondelinge en schriftelijke toelichting gegeven op het onderzoek. Zodra de deelnemer nog vragen heeft over het onderzoek zal ik die zo goed mogelijk beantwoorden. De deelnemer zal bij beëindiging geen gevolgen ondervinden.

Naam onderzoeker: Christian de Haan

Datum: 5-03-2015       Handtekening onderzoeker:

Interview Algemeen

1. Wat doet u voor werk?Hoelang doet u dit werk al?Wat vindt u van uw werk?Ik werk als leidinggevende in een kas waar tomaten worden geteeld. Ik geef leiding aan mensen met een psychische stoornis. Dit werk doe ik nu ruim zes jaar. Het werk bevalt me prima. Ik vind het erg leuk en interessant om met deze mensen te werken. Wel kan het soms erg vermoeiend zijn.

2. Hoe vaak werkt u per week?Hoe gaat u naar uw werk toe?Wat is de afstand woon-werk?Ik werk vijf dagen per week, van maandag tm vrijdag. Elke dag van 8;00 uur tot 16;00 uur. Ik ga op de fiets naar het werk, de afstand is ongeveer 2 km, dus 4 km per dag.

3. Heeft u een relatie?Ja ik ben inmiddels 3 jaar getrouwd en heb inmiddels een zoon van 1 jaar.

4. Doet u naast dit werk nog ander werk of activiteiten?

15

Naast dit werk doe ik geen ander werk. Wat activiteiten betreft zit ik in de activiteitencommissie van de voetbalvereniging. Met deze commissie organiseren wij activiteiten voor de leden.

Gezondheid

5. Wat is voor uw gezondheid en wat vindt u belangrijk aan gezondheid?Bent u tevreden met uw gezondheid of wilt u er iets aan veranderen?Bent u veel bezig met u gezondheid?Voor mij is gezondheid hoe je je voelt en hoe je eruit ziet. Of je jezelf fit voelt en geen ziektes hebt. Ook gewicht vind ik belangrijk als je aan gezondheid denkt. Ik ben zeker niet tevreden met mijn gezondheid en wil dit dan ook graag verbeteren, alleen ben ik nog niet begonnen met dit te verbeteren. Ik ben niet veel bezig met mijn gezondheid wat gewicht betreft. Ik wil dit graag verbeteren maar vindt dit erg lastig. Verder vind ik het belangrijk dat je conditie goed blijft, daarom fiets ik ook elke dag naar het werk. Omdat ik weet dat mensen die zwaarlijvig zijn vaker kans hebben op ziektes houdt dit me soms wel bezig. Ik wil dit ten alle tijden voorkomen.

6. Let u op uw voeding?Wilt u graag weten waar u op zou kunnen letten.Nee eerlijk gezegd let ik hier niet op. Ik zou ook niet weten waar ik op moet letten. Het zou natuurlijk wel goed zijn om te weten waar ik op moet letten omdat ik wil afvallen. Toch weet ik wel ongeveer wat gezond is en wat niet. Dus meer informatie hierover hoeft wat mij betreft niet perse.

7. Welke sport of beweegactiviteiten doet u aan?Zou u meer willen bewegen, zo ja waarom?Wordt u veel betrokken bij de sportclub?Ik doe zelf niet aan sport, wel fiets ik elke dag naar het werk en ben ik scheidsrechter en grensrechter. Op zaterdag fluit ik meestal twee voetbalwedstrijden op de voetbalclub. Ook ben ik op zondag grensrechter bij het 1e elftal. Ik word veel betrokken bij de club, ik zit ook nog in de activiteitencommissie. Ik word als vrijwilliger erg gewaardeerd. Of ik meer zou willen bewegen, ja. Met name door de week wil ik meer bewegen, in het weekend beweeg ik genoeg. Ik wil vooral meer bewegen zodat ik afval. Door de week is de enige beweging die ik heb naar het werk fietsen. Verder fluit ik af en toe nog een voetbalwedstrijd op een doordeweekse avond. Maar dit is ook ongeveer één keer per maand. Het lijkt mij misschien wel leuk om te gaan fitnessen. Vrienden en collega’s doen ook aan fitness, ik moet me er alleen toe zetten om ermee te beginnen.

8. Bent u wel eens ziek?Nee vrijwel nooit. Wel blijf ik wel eens thuis omdat ik last van m’n knieën heb. Meestal na een hele lange dag waarbij ik alleen maar aan het lopen ben, heb ik aan het einde van de dag nog wel eens last van mijn knieën. Dit is soms zo erg dat ik de volgende dag niet kan werken.

9. Rookt of drinkt u alcohol?Hoeveel en hoe vaak drinkt u?Ik rook niet, wel drink ik soms een biertje. Meestal in de voetbalkantine als ik heb gefloten of gevlagd. Vaak zijn dit een stuk of 5. Dit is elke week wat verschillende. Verder drink ik op vrijdagavond altijd wel een paar biertjes. Vroeger dronk ik nog wel regelmatig door de week maar dan ben ik mee gestopt.

Ontspanning

10. Neemt u genoeg tijd voor uzelf?

16

Wat doet u dan?Ja ik vind van wel. Om 16;00 uur ben ik klaar met werk en ga ik naar huis. ’s Avonds ben ik vrijwel altijd thuis en heb ik genoeg tijd voor mezelf en mijn vrouw en kind. In het weekend kies ik er zelf voor om te fluiten en te vlaggen. Hier heb ik ook echt plezier in.

11. Heeft u last van stress?Voelt u zich mentaal fit en sterk?Nee ik heb geen last van stress. Wel heb ik nog wel eens dat als ik in de middag thuis kom dat ik erg moe ben in m’n hoofd. Dit komt door de mensen waar ik mee werk. Dit kan soms mentaal erg vermoeiend zijn. Voor de rest voel ik me mentaal wel fit en sterk.

12. Gaat u vaak wat doen met vrienden of collega’s?Wat doet u dan?Is dat voor u ontspanning?Met vrienden doe ik wel regelmatig wat, met collega’s eigenlijk nooit behalve bedrijfsuitjes. Met vrienden ga ik wel eens naar een voetbalwedstrijd van Sc Heerenveen of een avondje uit zoals casino. Ik zie dit zeker als ontspanning. Doordat ik de hele dag werk met mensen met een beperking is het wel fijn als je dan ’s avonds even wat met vrienden doet. Ik kom dan weer even tot rust en kan alles los laten.

Overig

13. Wat zou u graag willen weten over uw gezondheid?Wat je in de brief al had gezegd ben ik erg benieuwd naar de uitkomsten van de testen. Ook wil ik graag van jou weten wat je mij zou aanbevelen wat betreft het verbeteren van mijn gezondheid.

14. Wat verwacht u van dit onderzoek?Ik heb geen idee wat ik er allemaal van kan verwachten. Wat ik weet is dat je testen afneemt en uiteindelijk nog een advies geeft. Verder ben ik benieuwd wat het onderzoek allemaal inhoudt.

15. Heeft u een doel?Mijn doel is zeker om mijn gezondheid te verbeteren en dan vooral afvallen. Dit wil ik bereiken door meer te gaan sporten

17

18

Testen

19

(Martin,2005)

20

21

22

23

24

25

(Zee KI van der, 2012

DASS Naam: Datum:

26

Geef voor ieder van de onderstaande uitspraken aan in hoeverre de uitspraak

de afgelopen week voor u van toepassing was door een nummer te omcirkelen.

Er zijn geen goede of foute antwoorden. Besteed niet te veel tijd aan iedere

uitspraak, het gaat om uw eerste indruk.

De nummers hebben deze betekenis:

0 = Helemaal niet of nooit van toepassing

1 = Een beetje of soms van toepassing

2 = Behoorlijk of vaak van toepassing

3 = Zeer zeker of meestal van toepassing

1 Ik merkte dat ik overstuur raakte van onbelangrijke zaken

0 1 2 3

2 Ik merkte dat mijn mond droog aanvoelde 0 1 2 33 Ik was niet in staat om ook maar enig positief gevoel te

ervaren0 1 2 3

4 Ik had moeite met ademhalen (bijv. overmatig snel ademen, buiten adem zijn zonder me in te spannen)

0 1 2 3

5 Ik kon maar niet op gang komen 0 1 2 36 Ik had de neiging om overdreven te reageren op situaties 0 1 2 37 Ik voelde me beverig (bijv. onvast ter been zijn) 0 1 2 38 Ik vond het moeilijk me te ontspannen 0 1 2 39 Er waren situaties die me zo angstig maakten dat ik erg

opgelucht was wanneer het ophield0 1 2 3

10 Ik had het gevoel dat ik niets had om naar uit te kijken 0 1 2 311 Ik merkte dat ik gemakkelijk overstuur raakte 0 1 2 312 Ik was erg opgefokt 0 1 2 313 Ik voelde me verdrietig en depressief 0 1 2 3

27

nooit

s

oms

va

ak

mee

stal

14 Ik merkte dat ik erg ongeduldig werd van oponthoud (bijv. wachten op een lift, stoplichten, file)

0 1 2 3

15 Ik had het gevoel flauw te gaan vallen 0 1 2 316 Ik had mijn interesse in zo'n beetje alles verloren 0 1 2 317 Ik had het gevoel dat ik als persoon niet veel voorstel 0 1 2 318 Ik merkte dat ik nogal licht geraakt was 0 1 2 319 Ik transpireerde merkbaar (bijv. zweethanden) terwijl het

niet warm was en ik me niet inspande0 1 2 3

20 Ik was angstig zonder enige reden 0 1 2 321 Ik had het gevoel dat mijn leven niet de moeite waard is 0 1 2 3

Ter herinnering: de nummers hebben deze betekenis:

0 = Helemaal niet of nooit van toepassing

1 = Een beetje of soms van toepassing

2 = Behoorlijk of vaak van toepassing

3 = Zeer zeker of meestal van toepassing

22 Ik vond het moeilijk op verhaal te komen 0 1 2 323 Ik had moeite met slikken 0 1 2 324 Ik was niet in staat om enig plezier te hebben bij wat ik deed 0 1 2 325 Ik was me bewust van mijn hartslag terwijl ik me niet fysiek

inspande (bijv. het gevoel van een versnelde hartslag of het overslaan van het hart)

0 1 2 3

26 Ik voelde me somber en zwaarmoedig 0 1 2 327 Ik merkte dat ik erg snel prikkelbaar was 0 1 2 328 Ik had het gevoel dat ik bijna in paniek raakte 0 1 2 329 Ik vond het moeilijk tot rust te komen nadat iets me overstuur

had gemaakt0 1 2 3

30 Ik was bang dat ik van mijn stuk zou raken bij een eenvoudige nieuwe bezigheid of taak

0 1 2 3

31 Ik was niet in staat om over ook maar iets enthousiast te worden

0 1 2 3

28

32 Ik vond het moeilijk om te dulden dat ik gestoord werd bij wat ik aan het doen was

0 1 2 3

33 Ik was erg nerveus 0 1 2 334 Ik had het gevoel niets waard te zijn 0 1 2 335 Ik had volstrekt geen geduld met dingen die me hinderden bij

iets dat ik wilde doen0 1 2 3

36 Ik voelde me ontzettend angstig 0 1 2 337 Ik kon niets in de toekomst zien om me op te verheugen 0 1 2 338 Ik had het gevoel dat mijn leven geen zin had 0 1 2 339 Ik merkte dat ik erg onrustig was 0 1 2 340 Ik maakte me zorgen over situaties waarin ik in paniek zou

raken en mezelf belachelijk zou maken0 1 2 3

41 Ik merkte dat ik beefde (bijv. met de handen) 0 1 2 342 Ik vond het moeilijk om het initiatief te nemen om iets te

gaan doen0 1 2 3

(Henry, 2005)

29

BronnenlijstMartin, N. (2005). The development and validation of a physical activity recall questionnaire for adults:using a cognitive model of the question-answer process. The development and validation of aphysical activity recall questionnaire for adults: using a cognitive model of the question-answerprocess. Dublin: Dublin City University. School of Health and Human Performance.

Haarsma, J. k. (2011, Juni). Schokkende meetapparatuur zwaar beproefd. Amsterdam.

Sovita. (2014). Validatierapport Bloeddrukmeters. Opgehaald van www.sovita.nl: http://sovita.nl/validatierapport-bloeddrukmeters/

Feeringa, S. (Z.D). Vetpercentage. Geraadpleegd op 5 maart 2015, van http://fitdoorfitness.nl/testen/vetpercentage

Swssportmassage: meten en weten. (ZD). Geraadpleegd op 5 maart 2015, van http://www.swsportmassage.nl/meten_weten/vetpercentage.htm

Ästrand, P. (1956). Human physical fitness with special reference to sex and age. Physiological Reviews,pp. 307-335.

Ästrand, P. (1976). Quantification of exercise capability and evaluation of physical capacity in man.Progress in Cardiovascular Diseases, pp. 51-67.

TACX. (2014). Conditietesten - Ästrandtest. Opgehaald van http://www.tacx.com/nl/:http://www.tacx.com/nl/experience/tacx-coach/fitness-tests/ästrandtest

R.E. Cink, T. T. (1981). Validity of the Ästrand-Ryhming nomogram for predicting maximal. BritishJournal of Sports Medicine, pp. 182-185.

Karen I. van der Zee, R. S. (2012). Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36 :een handleiding. Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36 : een handleiding. Groningen, Groningen, Nederland: Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken, NCG.

Henry JD, C. J. (2005, Juni). The short-form version of the Depression Anxiety Stress Scales (DASS-21):construct validity and normative data in a large non-clinical sampl. British Journal of Clinical Psychology, p. 227

30

Nieuwenhuijsen K1, d. B. (2003, Juni). The Depression Anxiety Stress Scales (DASS): detecting anxietydisorder and depression in employees absent from work because of mental health problems. Occupational and Environmental Medicine, pp. 77-82.

Obesitasvereniging, (z.d.). overgewicht en obesitas. Geraadpleegd op 5 maart 2015, van http://www.obesitasvereniging.nl/volwassenen/overgewicht/overgewicht-obesitas

Groot, I. (2012, 3 juli). Steeds meer overgewicht. Geraadpleegd op 5 maart 2015 van, http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3651-wm.htm

Blokstra, A. (26 november 2012). Hoeveel mensen hebben overgewicht of ondergewicht in Nederland? Geraadpleegd op 5 maart 2015 van, http://www.regionaalkompas.nl/west-brabant/thema-s/lichaamsgewicht/overgewicht-in-nederland/#reference_23833

31