Water Internationaal Krant.

8
Water Internationaal INFORMATIE OVER INTERNATIONAAL WATERBELEID EN INTERNATIONALE KANSEN SAMENGESTELD DOOR HET NETHERLANDS WATER PARTNERSHIP IN OPDRACHT VAN DE RIJKSOVERHEID, MOGELIJK GEMAAKT DOOR HET PROGRAMMA PARTNERS VOOR WATER 2 Water Mondiaal: sprinkplank naar grotere opdrachten Water OS: sector betrekken bij ontwikkelings- samenwerking Topsector Water: versnellen, verbinden, verzilveren 2 Netwerkorganisaties leveren ervaring aan Topsector Water Waterbeleid Ministeries ondersteunt sector bij binnenhalen internationale projecten ‘Bij grote internationale tenders en projecten valt Nederland nog te vaak buiten de prijzen’ De watersector is een van de negen top- sectoren, met een stevige doelstelling: een verdubbeling van de toegevoegde waarde tussen 2010 en 2020. Gezien de kennis, kunde en reputatie van Neder- land waterland is er inderdaad nog veel potentieel voor groei. Hoe gaat de sec- tor dat potentieel verzilveren en welke knelpunten moeten we wegnemen? In deze krant informeren we u over de stap- pen die overheid, de topsector-teams en andere sectorpartijen zetten om Ne- derland internationaal steviger op de kaart te zetten. De watersector werkt al meer dan een de- cennium aan gezamenlijke positionering in het buitenland. Met de gezamenlijke inzet na orkaan Katrina in New Orleans werd dat goed zichtbaar. Sindsdien volg- den bijvoorbeeld de gezamenlijke inzet in Jakarta en Vietnam. Water Internationaal; programma’s De verschillende ministeries werken de afgelopen jaren ook steeds intensiever samen als het om internationaal waterbe- leid gaat. Grote waterprogramma’s zijn: Partners voor Water: programma dat door drie ministeries gezamenlijk ingezet wordt om de sector te ondersteunen bij interna- tionale positionering, krachtenbundeling en internationale samenwerking. Water Mondiaal: waarin de overheid samen met de sector langdurige samenwerking opbouwt met vijf laaggelegen deltalanden in de wereld. Water OS: Het Ministerie van Buitenlandse Internationaal kansen verzilveren: hoe gaan we dat realiseren? Zaken maakt (waar mogelijk) gebruik van Nederlandse kennis en kunde om ontwik- kelingsdoelen te realiseren. Ook zaken als publieke en economische diplomatie worden meer en meer onderdeel van een gezamenlijke wateragenda, onder de verzamelnaam ‘Water Internationaal.’ De Topsector en de derde stap Als we terugkijken naar het eerste Wereld Water Forum in 1997, waar Nederlandse partijen op af gingen zonder afstemming en daardoor kansen misten, hebben we veel bereikt. Maar er is nog een belangrijke stap te zetten. Internationaal kennis delen en samenwerken leidt nog onvoldoende tot het ook daadwerkelijk uitvoeren van projecten met internationaal geld. Die stap willen we nu zetten. Het topsecto- renbeleid helpt daarbij. Knelpunten en randvoorwaarden worden hier benoemd en aangepakt of verbeterd. Zo is input vanuit de topsector de aanleiding voor de overheid om in te zetten op de ‘derde stap’: hoe komen we van kennis delen naar samenwerken naar kansen verzilveren? De bovengenoemde programma’s zijn erop gericht om Nederland als water- land internationaal steviger te positio- neren. Soms ligt de nadruk daarbij op commerciële doelstellingen, soms meer op internationale samenwerking en ar- moedebestrijding. In deze krant leest u meer over de verschillende internationale waterprogramma’s, het topsector-beleid en internationale branding. 3 5 7 ‘Het verdubbelen van de toegevoegde waarde in 2020’. Dat is de ambitieuze doelstelling van de Topsector Water. Het betekent dat Nederland op veel vlakken de versnelling een tandje hoger moet zetten. Voor de drie ministeries die zich met internationaal waterbeleid bezig- houden (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken) is dit reden om hun samenwerking op het gebied van water verder te intensiveren en te bundelen onder de naam ‘Water Internationaal.’ Wat houdt de samenwerking in? “De samenwerking is niet nieuw, aldus René van Hell (EL&I), maar wordt wel intensiever”. Van Hell is samen met Kitty van der Heijden (BUZA) en Renske Peters (I&M) de trekker van de Water Interna- tionaal Samenwerking. Renske Peters vult aan: “De knelpunten waar de sector tegenaan loopt staan in de internationa- liseringsstrategie, die door de Topsector water is opgeleverd. Als overheid kijken wij wat wij gezamenlijk kunnen doen om die knelpunten weg te nemen en te zorgen voor goede randvoorwaarden. Naast de inzet op de topsector trekken de minis- teries met een gezamenlijke strategie op in programma’s zoals Water Mondiaal en Water OS . Volgens de drie ministeries betekent het niet dat nu alle internatio- nale programma’s en instrumenten van de ministeries op het gebied van water worden samengevoegd. Waarom wordt de samenwerking intensiever? Als we het verschil willen maken om als Nederland onze positie in de wereld te versterken en de toegevoegde waarde van de watersector willen verdubbelen dan is een versterkte inzet nodig.“We zijn toe aan een ‘derde stap’ in onze internationale waterinzet”, stelt Renske Peters. “Uit de internationaliseringsstrategie blijkt dat Nederland nog te vaak naast de prijzen grijpt bij grote internationale tenders. Ne- derland is goed in het binnenhalen van voorbereidende studies, maar vervolgens gaat het bouwen van een project inclusief de benodigde technologie vaak naar een ander. Als overheid willen we nu ertoe bijdragen dat Nederlandse partijen de ‘derde stap’ kunnen zetten: van een eerste “kennismakingsproject” of kennis delen gefinancierd met Nederlands geld (stap 1) naar adviezen, haalbaarheidstudies en pilot projecten soms met (deels) Nederlands geld (stap 2) naar het uitvoeren van grote projecten of orders volledig gefinancierd met middelen van internationale financiële organisaties of van het land zelf (stap 3).” Maar hoe ziet de samenwerking er dan concreet uit? Kitty van der Heijden: “Onze inzet rond internationale tenders is een goed voor- beeld. Nederland valt vaak buiten de prijzen omdat de voorwaarden voor de tenders alleen op de prijs gebaseerd zijn. Maar ons land is vooral sterk in kwalitatieve, duurzame integrale oplossingen. Op de lange termijn zijn die juist efficiën- ter en beter. Als overheid kun je invloed uitoefenen op internationale instellingen en overheden om ervoor te zorgen dat duurzaamheid een belangrijk criterium in tenders wordt. Dan maakt Nederland een veel betere kans. We willen van tevo- ren kijken welke tenders eraan komen en daar dan een gezamenlijke strategie voor maken. Onze ambassades zijn onze ogen en oren, zij weten het wanneer een project eraan zit te komen. Daarna kunnen we er als ministeries voor zorgen dat Neder- landse sectorpartijen zo goed mogelijk voorgesorteerd aan de tender mee kunnen doen. Ook worden we vaak benaderd door buitenlandse overheden die een beroep doen op Nederlandse kennis. Wanneer we nu voor het eerst bij een internatio- naal waterprobleem betrokken worden, is onze inzet meteen ervoor te zorgen dat Nederland niet alleen bij de voorberei- ding maar ook bij de uitvoering van het vervolg op pagina 2 Kitty van der Heijden (Ministerie van Buitenlandse Zaken), René van Hell (Ministerie van Economische Zaken, Innovatie en Landbouw) en Renske Peters (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) stemmen samen waterbeleid af in de stuurgroep ‘Water Internationaal’

Transcript of Water Internationaal Krant.

Page 1: Water Internationaal Krant.

WaterInternationaalINformatIe over INterNatIoNaal WaterbeleId eN INterNatIoNale kaNseN SamengeSteld door het netherlandS Water PartnerShiP in oPdracht van de rijkSoverheid, mogelijk gemaakt door het Programma PartnerS voor Water

2 Water mondiaal: sprinkplank naar grotere opdrachten

Water os: sector betrekken bij ontwikkelings- samenwerking

topsector Water: versnellen, verbinden, verzilveren

2

Netwerkorganisaties leveren ervaring aan topsector Water

Waterbeleid Ministeries ondersteunt sector bij binnenhalen internationale projecten

‘bij grote internationale tenders en projecten valt nederland nog te vaak buiten de prijzen’

De watersector is een van de negen top-sectoren, met een stevige doelstelling: een verdubbeling van de toegevoegde waarde tussen 2010 en 2020. Gezien de kennis, kunde en reputatie van Neder-land waterland is er inderdaad nog veel potentieel voor groei. Hoe gaat de sec-tor dat potentieel verzilveren en welke knelpunten moeten we wegnemen? In deze krant informeren we u over de stap-pen die overheid, de topsector-teams en andere sectorpartijen zetten om Ne-derland internationaal steviger op de kaart te zetten.

De watersector werkt al meer dan een de-cennium aan gezamenlijke positionering in het buitenland. Met de gezamenlijke inzet na orkaan Katrina in New Orleans

werd dat goed zichtbaar. Sindsdien volg-den bijvoorbeeld de gezamenlijke inzet in Jakarta en Vietnam.

Water Internationaal; programma’sDe verschillende ministeries werken de afgelopen jaren ook steeds intensiever samen als het om internationaal waterbe-leid gaat. Grote waterprogramma’s zijn:Partners voor Water: programma dat door drie ministeries gezamenlijk ingezet wordt om de sector te ondersteunen bij interna-tionale positionering, krachtenbundeling en internationale samenwerking. Water Mondiaal: waarin de overheid samen met de sector langdurige samenwerking opbouwt met vijf laaggelegen deltalanden in de wereld.Water OS: Het Ministerie van Buitenlandse

Internationaal kansen verzilveren: hoe gaan we dat realiseren?

Zaken maakt (waar mogelijk) gebruik van Nederlandse kennis en kunde om ontwik-kelingsdoelen te realiseren.

Ook zaken als publieke en economische diplomatie worden meer en meer onderdeel

van een gezamenlijke wateragenda, onder de verzamelnaam ‘Water Internationaal.’

De Topsector en de derde stapAls we terugkijken naar het eerste Wereld Water Forum in 1997, waar Nederlandse

partijen op af gingen zonder afstemming en daardoor kansen misten, hebben we veel bereikt. Maar er is nog een belangrijke stap te zetten. Internationaal kennis delen en samenwerken leidt nog onvoldoende tot het ook daadwerkelijk uitvoeren van projecten met internationaal geld. Die stap willen we nu zetten. Het topsecto-renbeleid helpt daarbij. Knelpunten en randvoorwaarden worden hier benoemd en aangepakt of verbeterd. Zo is input vanuit de topsector de aanleiding voor de overheid om in te zetten op de ‘derde stap’: hoe komen we van kennis delen naar samenwerken naar kansen verzilveren?

De bovengenoemde programma’s zijn erop gericht om Nederland als water-land internationaal steviger te positio-neren. Soms ligt de nadruk daarbij op commerciële doelstellingen, soms meer op internationale samenwerking en ar-moedebestrijding. In deze krant leest u meer over de verschillende internationale waterprogramma’s, het topsector-beleid en internationale branding.

3 5 7

‘Het verdubbelen van de toegevoegde waarde in 2020’. Dat is de ambitieuze doelstelling van de Topsector Water. Het betekent dat Nederland op veel vlakken de versnelling een tandje hoger moet zetten. Voor de drie ministeries die zich met internationaal waterbeleid bezig- houden (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken) is

dit reden om hun samenwerking op het gebied van water verder te intensiveren en te bundelen onder de naam ‘Water Internationaal.’

Wat houdt de samenwerking in?“De samenwerking is niet nieuw, aldus René van Hell (EL&I), maar wordt wel intensiever”. Van Hell is samen met Kitty van der Heijden (BUZA) en Renske Peters

(I&M) de trekker van de Water Interna-tionaal Samenwerking. Renske Peters vult aan: “De knelpunten waar de sector tegenaan loopt staan in de internationa-liseringsstrategie, die door de Topsector water is opgeleverd. Als overheid kijken wij wat wij gezamenlijk kunnen doen om die knelpunten weg te nemen en te zorgen voor goede randvoorwaarden. Naast de inzet op de topsector trekken de minis-

teries met een gezamenlijke strategie op in programma’s zoals Water Mondiaal en Water OS . Volgens de drie ministeries betekent het niet dat nu alle internatio-nale programma’s en instrumenten van de ministeries op het gebied van water worden samengevoegd.

Waarom wordt de samenwerking intensiever?Als we het verschil willen maken om als Nederland onze positie in de wereld te versterken en de toegevoegde waarde van de watersector willen verdubbelen dan is een versterkte inzet nodig.“We zijn toe aan een ‘derde stap’ in onze internationale waterinzet”, stelt Renske Peters. “Uit de internationaliseringsstrategie blijkt dat Nederland nog te vaak naast de prijzen grijpt bij grote internationale tenders. Ne-derland is goed in het binnenhalen van voorbereidende studies, maar vervolgens gaat het bouwen van een project inclusief de benodigde technologie vaak naar een ander. Als overheid willen we nu ertoe bijdragen dat Nederlandse partijen de ‘derde stap’ kunnen zetten: van een eerste “kennismakingsproject” of kennis delen gefinancierd met Nederlands geld (stap 1) naar adviezen, haalbaarheidstudies en pilot projecten soms met (deels) Nederlands geld (stap 2) naar het uitvoeren van grote

projecten of orders volledig gefinancierd met middelen van internationale financiële organisaties of van het land zelf (stap 3).”

Maar hoe ziet de samenwerking er dan concreet uit? Kitty van der Heijden: “Onze inzet rond internationale tenders is een goed voor-beeld. Nederland valt vaak buiten de prijzen omdat de voorwaarden voor de tenders alleen op de prijs gebaseerd zijn. Maar ons land is vooral sterk in kwalitatieve, duurzame integrale oplossingen. Op de lange termijn zijn die juist efficiën-ter en beter. Als overheid kun je invloed uitoefenen op internationale instellingen en overheden om ervoor te zorgen dat duurzaamheid een belangrijk criterium in tenders wordt. Dan maakt Nederland een veel betere kans. We willen van tevo-ren kijken welke tenders eraan komen en daar dan een gezamenlijke strategie voor maken. Onze ambassades zijn onze ogen en oren, zij weten het wanneer een project eraan zit te komen. Daarna kunnen we er als ministeries voor zorgen dat Neder-landse sectorpartijen zo goed mogelijk voorgesorteerd aan de tender mee kunnen doen. Ook worden we vaak benaderd door buitenlandse overheden die een beroep doen op Nederlandse kennis. Wanneer we nu voor het eerst bij een internatio-naal waterprobleem betrokken worden, is onze inzet meteen ervoor te zorgen dat Nederland niet alleen bij de voorberei-ding maar ook bij de uitvoering van het

vervolg op pagina 2

Kitty van der Heijden (Ministerie van Buitenlandse Zaken), René van Hell (Ministerie van Economische Zaken, Innovatie en Landbouw) en Renske Peters

(Ministerie van Infrastructuur en Milieu) stemmen samen waterbeleid af in de stuurgroep ‘Water Internationaal’

Page 2: Water Internationaal Krant.

Over Water Mondiaal

Water Mondiaal (2009-2015) is het inter-

departementale programma voor interna-

tionale samenwerking van Nederland met

andere landen. In het programma werken

de ministeries van Buitenlandse Zaken/

Ontwikkelingssamenwerking , Infrastruc-

tuur en Milieu en Economische Zaken,

Landbouw en Innovatie samen. Men is

gestart met het opbouwen en verster-

ken van een duurzame relatie met vijf

landen: Bangladesh, Egypte, Indonesië,

Vietnam en Mozambique. Bovenaan de

agenda staan klimaatadaptatie en het

bijdragen aan het bereiken van de Mil-

lenniumdoelstellingen, het beschermen

tegen overstromingen en het zorgen voor

voldoende en schoon water. Uitgangspunt

is bovendien het creëren en benutten van

economische kansen.

2 Water Internationaal

traject betrokken is. En we kunnen onze ambassades en posten beter inzetten om via economische en publieke diplomatie Nederland te positioneren als een partner voor duurzame oplossingen, én om de juiste contacten te leggen.”

Zijn er ook ‘Water Internationaal’ subsidies? “Water Internationaal is geen subsidie-kraan”, stelt René van Hell. “Een gezonde sector moet daar niet afhankelijk van zijn. Er zijn wel wat instrumenten om projec-ten op gang te helpen, maar daar draait het niet in eerste instantie om. Het gaat ons om het creëren van de juiste rand-voorwaarden voor de ambitie die we ons gezamenlijk hebben gesteld. Als de exportkredietfinanciering in Nederland achterblijft bij andere landen, moeten we kijken of we daaraan iets moeten doen. Als het belangrijk is om kennis van publieke organisaties internationaal in te zetten, proberen we daar een oplossing voor te vinden. We openen deuren voor bedrijven, nemen drempels weg. Nu de ministeries hun instrumentarium samen inzetten voor één doel, kunnen bijvoorbeeld ook de reizen van de bewindslieden daarop worden afgestemd. Je bouwt dan steeds

meer samenhang in internationaal waterbeleidHet ministerie van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken werken nauw samen op het gebied van internationaal waterbeleid. Programma’s die op de watersector gericht zijn, zoals Water Mondiaal, Water OS, Partners voor Water en publieke en economische diplomatie worden zo steeds beter op elkaar afgestemd.

vervolg van pagina 1

Duurzame samenwerking met vijf delta’s

Water mondiaal: springplank naar grotere opdrachtenHet programma Water Mondiaal draait om het opbouwen van een duurzame re-latie met een aantal (delta)landen. Cen-traal staat het leveren van een bijdrage aan oplossingen voor de lokale water-problematiek. Water Mondiaal is van-af de start ook gericht geweest op het vergroten van kansen voor de Neder-landse sector, zowel voor bedrijven als kennisinstellingen en NGO’s. Het is een springplank naar grotere opdrachten, die niet door Nederland worden gefi-nancierd. Dat begint te komen.

Peter van den Horn, (NWP) organiseert de samenwerking met de sector bij water Mon-diaal: ‘De samenwerking krijgt in steeds meer landen vorm en wordt dan bijvoor-beeld bekrachtigd in een memorandum of understanding met het partnerland. Het proces om te komen tot zulke overeen-komsten voor strategische samenwerking maakt het makkelijker, zorgt voor meer ingangen, ook bij andere donoren. En zo ontstaan er kansen. Het gaat om delta’s, maar niet uitsluitend om deltatechnologie: er is in die gebieden een sterke link met

bijvoorbeeld voedselveiligheid, econo-mische ontwikkeling en drinkwater- en afvalwatertechnologie.In een aantal deltalanden ontstaat in enige vorm een deltaplanning in de vorm van een ‘deltaplan’ of ‘masterplan’. Bij het opstellen daarvan maken de landen ge-bruik van Nederlandse kennis en ervaring. Dat is mooi, maar het wordt commerci-eel pas echt interessant bij de volgende fase: de feitelijke uitvoering, het beheer en de exploitatie. Daarmee zijn enorme investeringsvolumes gemoeid.

Voor de havenstad Beira wordt nu in het kader van Partners voor Water een masterplan geschreven met financiele ondersteuning van het programma Partners

voor Water. De projecten die eruit voortkomen, worden aan andere financiers aangeboden. De Nederlandse watersector is dan al betrokken en heeft een goede

positie om de tenders voor deze projecten te verwerven. Zo komt ‘de derde stap’ in zicht.

Hoe kunt u meedoen?

Het NWP verzorgt de verbinding tussen

de overheid en de brede watersector.

Er zijn onder meer landenplatforms waar

partijen die samen aan de slag willen

in een van de landen, aan deelnemen.

Voor meer info: [email protected]

Het programma Partners voor Water

biedt ondersteuning, onder meer via

de aanbesteding van projecten van de

Nederlandse watersector die goed in

het programma passen.

Meer info: www.partnersvoorwater.nl

In de nieuwsbrieven van NWP en Partners

voor Water staat informatie over projecten

en tenders.

Ook op het gebied van financieringsvraag-stukken heeft Nederland veel ervaring en kan het partnerland worden ondersteund bij het vinden van oplossingen. Voor fi-nanciering kloppen landen veelal aan bij de Wereldbank, de Asian Development Bank, de African Development Bank of bijvoorbeeld de investeringsbank van de Europese Unie. De landen zelf beslissen waaraan ze geld willen besteden, maar de financiële instellingen stellen natuurlijk wel eisen.

‘Het gaat om delta’s, maar niet uitsluitend om deltatechnologie’Aan de ene kant doen we ons best om de eisen en de formulering van de ten-ders meer te laten aansluiten bij onze Nederlandse expertise. Het zou bij-voorbeeld meer in de richting moeten gaan van geïntegreerde contracten: niet alleen het ontwerp, maar ook delen van bouw, het beheer en de exploitatie.

We stellen vast dat steeds meer landen het belang van die combinatie inzien. En aan de andere kant gaan we met de internationale financiers in gesprek over het versterken van de kwaliteitseisen en het belang van duurzame oplossingen.’

verder aan dezelfde ambitie.” Renske Pe-ters vult aan: “Er zijn programma’s waar de sector nu ook aan mee doet. Water Mondiaal bijvoorbeeld, waarin we een langdurige samenwerking opbouwen met 5 eveneens laaggelegen delta’s. Daar leggen we als overheid de contacten, de ambassades spelen lokaal een belangrijke rol. We trekken gezamenlijk op met de kennisinstellingen en de private sector, de gouden driehoek. Afhankelijk van de vraagkant van het betreffende land spelen we hier vanuit de driehoek op in. Het betrekken van de internationale financiële instellingen zoals de ADB en de Wereldbank in een vroeg stadium is een belangrijke voorwaarde.”

Gaat het alleen om commerciële doelstellingen? “Nee, zegt Kitty van der Heijden, armoede-bestrijding is een belangrijke doelstelling van BUZA, bijvoorbeeld in het Water OS programma. Maar de tijd dat ontwikke-lingssamenwerking het domein was van geitenwollen sokken en het commerciële dat van de krijtstreeppakken, is definitief voorbij. In het programma ‘Water OS’ zoeken we de samenwerking met bedrij-ven op. Omdat zij ons op ideeën brengen waar we normaal niet op zouden komen

en omdat ze expertise hebben waar we het verschil mee kunnen maken. Andersom hebben bedrijven veel aan de contacten met NGO’s, die weten hoe ze de lokale bevolking kunnen bereiken. Ja, de bedrijven die hun technologie en expertise leveren kunnen daaraan verdienen en mooie re-ferentieprojecten neerzetten, maar dat gebeurt alleen als men er in het land in kwestie behoefte aan heeft en we door het oplossen van de waterproblematiek, aan armoedebestrijding doen. Als Nederland wereldwaterleider wil zijn heeft het ook de plicht om bij te dragen aan oplossingen voor wereldwaterproblematiek. Sterker nog: we moeten daarin een belangrijke rol willen spelen.” Wat is de relatie met de Topsector Water?Renske Peters: “ In de verschillende teams en werkgroepen van de Topsector Water zijn mensen uit allerlei geledingen van de watersector actief. Om onze positie te versterken is de thuismarkt onvoldoende en zullen we ons met name op de export moeten richten. Het beleid zoals we dat nu inzetten, is deels gebaseerd op de interna-tionaliseringsstrategie die de Topsector Water heeft opgeleverd. Hierin is aandacht voor een focus op landen en de wens van

de sector voor inzet van economische di-plomatie. Daarnaast versterking van het werken in de keten: van planvorming via uitvoering naar beheer en onderhoud waar-bij ook naar de mogelijkheden voor inzet van drinkwaterbedrijven en waterschappen wordt gekeken.”

“We werken allemaal aan dezelfde doelstel-ling.” Maar het Topsectorenbeleid mag niet van een exclusief clubje ‘usual suspects’ zijn, vult René van Hell aan. We zijn juist op zoek naar bijvoorbeeld het kleinere MKB, dat we nog te weinig internatio-naal actief zien. De deltatechnologie en de maritieme sector doen het internationaal

goed, maar in de watertechnologie zijn nog veel onbenutte kansen. Dat ligt in veel gevallen aan schaalgrootte. Wij hebben geen giganten zoals Veolia en GDF Suez, we zullen dus naar slimme combinaties moeten kijken, consortia vormen.”

“Wij zetten beleid in voor de sector ”, stelt Renske Peters. “Ik zou graag horen wat de sector vindt van de lijn die is ingezet. Zitten we op de goede weg en pakt de sector ook haar rol? En ik zou graag zien dat veel partijen zich geïnspireerd voelen om nu echt hun internationale ambitie te realiseren.”

Nederlandse sensortechnologie (hier in Egypte) brak internationaal door met steun van het programma

Partners voor Water

Page 3: Water Internationaal Krant.

3Water Internationaal

Water os: sector nauw betrekken bij ontwikkelingssamenwerkingBegin 2011 werden de nieuwe contouren bekendgemaakt voor het Nederland-se ontwikkelingssamenwerkingbeleid. De ambitie is armoedebestrijding door duurzame groei met meer kansen voor de Nederlandse watersector: bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en overheid. Thema’s waar Nederland veel ervaring mee heeft, waaronder water, kregen prioriteit. Uitgangspunt was het vin-den van een goede koppeling tussen de lokale behoeften met de kennis en kunde van de Nederlandse watersector. Nu, anderhalf jaar later, is een goede basis gelegd om daadwerkelijk kansen te gaan verzilveren. Tijd om de balans op te maken. Het beeld: het is niet al-tijd makkelijk, maar het gaat de goe-de kant op.

Omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken de sector nauw bij het programma Water OS wilde betrekken, gaf het een deel van de uitvoering in handen van het NWP en Agentschap NL. Deze twee partijen zijn namelijk al op dezelfde manier betrok-ken bij de programma’s Partners voor Water en Water Mondiaal. Het gaat om vijf landen: Bénin, Ghana, Kenia, Mali en Zuid-Soedan. Fase 1 van Water OS betrof de ondersteuning van ambassades bij het opstellen en uitwerken van meerjarige strategische plannen voor deze vijf landen.

‘Laat zien waartoe Nederlandse bedrijven en kennisinstituten in staat zijn’Karin Roelofs is hoofd van de afdeling Milieu en Water van de directie Klimaat Energie, Milieu en Water van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze is tevreden met de tot nu toe behaalde resultaten. Wat begin 2011 werd gepresenteerd, is

goed uit de verf gekomen. ‘Het Water OS-programma heeft de betrokkenheid van de sector gestructureerd. Die betrokkenheid was er in het verleden ook wel, maar we werken nu met vaste gesprekspartners voor de ambassades. In overleg met ambas-sades is vanuit de sector voor elk van de vijf landen een kernadviseur aangesteld. Die hebben zich bewezen als belangrijke sparringpartners voor de themadeskundi-gen van onze ambassades. Ze hebben een wezenlijke instrumentele rol gespeeld bij het uitwerken van de meerjarige strategi-sche plannen. Ze hoefden dat bovendien niet alleen te doen, maar konden voor specialistische onderwerpen terugvallen op een pool van specialisten uit de sector. Bovendien zijn landenplatforms opgericht waar Nederlandse actoren tijdig worden geïnformeerd over ontwikkelingen in de partnerlanden en betrokken worden bij de vormgeving en uitvoering van beleid. Deze werkwijze is goed bevallen, er is grote waardering voor de aanpak. Dat bleek ook uit een interviewronde die we hebben gehouden onder de collega’s op de posten, om na te gaan of we verder moesten gaan op de ingeslagen weg. Dat doen we, en bovendien breiden we de aanpak uit van vijf naar elf landen.’

‘Ga in elk geval ook naar bijeenkomsten van de landenplatforms!’Rol sector versterktDe nieuwe aanpak spoort goed met de focus van Water Internationaal en de Topsector Water. Roelofs: “Het idee is dat landen, wanneer ze het stadium van ontwikkelingshulp ontstijgen en een zogenoemd transitieland worden, de Nederlandse sector weten te vinden. Dat lukt alleen wanneer diezelfde sector ook

nauw bij de ontwikkelingssamenwerking wordt betrokken, en laat zien waartoe Nederlandse bedrijven en kennisinstituten in staat zijn.”

Van aid naar tradeIn verschillende partnerlanden is de uit-voering van nieuwe programma’s gestart. Joris van Oppenraaij, programmamanager bij NWP: ‘We hebben samen een belang-rijke basis gelegd. Van daaruit moeten we nu verder. De grote uitdaging is om de opgebouwde relatie goed te benutten en er als sector meer uit te halen. Van

‘aid’ naar ‘trade’. Dat doe je door je toe-gevoegde waarde nog beter naar voren te laten komen. Een voorwaarde daarvoor is samenwerking. Want de kracht van Neder-land zit in integrale oplossingen, en daar heb je meerdere partijen voor nodig. Als NWP kunnen we daarbij een belangrijke faciliterende rol spelen: we richten ons

op het tot stand brengen van die nood-zakelijke samenwerkingsverbanden. We prikkelen de sector door te laten zien hoe ze kansen kunnen benutten door elkaar op te zoeken. Zo bouwen we ook voor de sector aan duurzame relaties met de Water OS-landen.’

Karin Roelofs: ‘We proberen van onze kant voortdurend openingen te vinden, bijvoor-beeld door bij ontwikkelingsbanken aan te dringen op scherpere kwaliteitscriteria in tenders. Dan stijgen de Nederlandse kansen. Als Nederlands bedrijf is het van belang om bij NWP aandacht te vragen voor mogelijkheden die je ziet en speci-fieke kennis en ervaring die je hebt: dit kan ik, dit wil ik. Dus meld je aan en ga in elk geval ook naar bijeenkomsten van de landenplatforms!’ De komende twee jaar (2013-2014) zal worden voortgebouwd op de fundamenten die zijn gelegd. Het programma wordt daarnaast uitgebreid van vijf naar elf landen: Bangladesh, Mo-zambique, Indonesië, Jemen, de Palestijnse Gebieden en Rwanda komen erbij. Ook hier is het doel: meer kansen creëren voor de brede Nederlandse watersector.

De successen in de vijf landen in het kort

Bénin

Bénin heeft een goed-

gekeurd meerjarig

strategisch plan. Met

behulp van Water OS is het programma

sterk verbreed en geïntensiveerd, met

hogere budgetten. De betrokkenheid van

de Nederlandse sector heeft geleid tot de

oprichting van het Platform Nederland

Bénin, een PPP met het nationale drinkwa-

ter- en sanitatiebedrijf en Brabant Water,

en de oprichting van het Nationaal Water

Instituut. De Nederlandse sector is geïnfor-

meerd over een inmiddels lopende tender.

Ghana

In Ghana is een omvang-

rijk urbaan drinkwater-

en sanitatieprogramma,

het zogenaamde Ghana Netherlands

WASH program, opgenomen in het meer-

jarig strategisch plan. De tenderdocu-

menten bieden aanknopingspunten voor

specifieke expertise van de Nederlandse

water sector. Een PPP-window vormt

onderdeel van het waterprogramma met

een ‘call for proposals’ voor innovatieve

business cases.

Kenia

Ook Kenia heeft een

meerjarig strategisch

plan. In het verlengde

daarvan is een ‘NL Business Hub’ uit-

gewerkt, en binnen de ambassade met

brede steun ontvangen. Voedselzekerheid

is integraal meegenomen. De structuur

legt een goede basis om de sector bij

de uitvoering van het strategisch plan te

betrekken. Steeds meer partijen haken

aan, waaronder waterschappen.

Mali

In Mali is het proces eind

2011 vanwege de politieke

onrust stilgelegd. Wel is

er na een missie een Water Scan voor voed-

selzekerheid gemaakt, als basis voor een

meerjarig strategisch plan. Inmiddels zijn

delen van het land weer redelijk toeganke-

lijk. Het positioneren van de Nederlandse

watersector is nog niet echt aan de orde,

de animo is op het ogenblik ook laag.

Zuid-Soedan

In Zuid-Soedan heeft

Water OS bijgedragen

aan het vormgeven van

de water component in de samenwerking

tussen beide landen. Inmiddels ligt er een

uitgewerkt programma dat in november

(deels) als tender wordt uitgezet. De

belangstelling van de sector kwam vooral

van NGO’s, kennisinstituten en bedrijven

met een nichemarkt voor veelal decentrale

oplossingen.

Hoe kunt u meedoen?

Het NWP organiseert landenplatforms,

netwerken van organisaties die aan de

slag willen in een van de Water OS landen.

Daarnaast zijn er regelmatig tenders,

missies en/of projecten waar u aan kunt

deelnemen. Abonneer u op de nieuws-

brieven van NWP en Partners voor Water

en u ontvangt tijdig de juiste informatie.

Contactpersoon voor de sector:

[email protected]

Alle informatie over Water OS staat

op www.partnersvoorwater.nl. Commerciele partijen, NGO’s en overheid werken samen in “the Bangladesh project”

Publiek private samenwerking: Football for WASH consortium (met Ruud Gullit) overhandigt Life Skills manual aan de Prins van Oranje

Page 4: Water Internationaal Krant.

4 topsector Water

Paul Buijs, lid kernteam export en promotie

op aruba; een resort met nederlands water!Berson UV is gespecialiseerd in UV- systemen voor desinfectie en oxidatie van drinkwater en afvalwater. Het be-drijf is traditioneel sterk in Europa en de VS, maar die markt is aan het verza-digen en het economische klimaat zit niet mee. Dus richt Berson UV zich ook op andere markten. Maar wat is er no-dig om daar als mkb-bedrijf succesvol te zijn? Door op locatie samen te laten zien wat je kunt. Bijvoorbeeld op Aruba!

Managing director Paul Buijs: ‘We zouden als mkb’ers meer in staat moeten zijn om op de bagagedrager van grote spelers te springen, en dan heb ik het vooral over de ingenieursbureaus . En met elkaar moet je vervolgens zorgen dat je ‘launching cus-tomers’ vindt. Dan kun je op locatie laten zien wat je kunt, dichtbij de klant. Concreet voorbeeld? Een vakantieresort op Aruba. Vierduizend kamers, bij volle bezetting achtduizend gasten. Op een eiland waar schoon water schaars en dus kostbaar is. Voor zo’n resort kun je een installatie bouwen met drinkwaterproductie inclusief ontzilting, zuivering van afvalwater en hergebruik van gezuiverd water. Perfect voorbeeld van een integrale en duurzame

oplossing.Je kunt zo’n project volstop-pen met Nederlandse technologie. Wij leveren dan bijvoorbeeld de desinfectie. Dat vergt een investering, maar het is wel goedkoper dan een hele serie missies en andere activiteiten. Voorwaarde is dat je met elkaar samenwerkt. Daarvoor heb je wellicht een trekker nodig zonder specifiek eigen belang, die dat stimuleert. Wellicht de overheid.

Als we nu beginnen, staat het er volgend jaar. De techniek is er. Ideaal om je als sector én als individuele bedrijven in de regio te presenteren met een integrale oplossing waar we zo goed in zijn. Zo’n project kan een geweldige springplank zijn naar bijvoorbeeld Zuid-Amerika, de mogelijkheden zijn enorm. De partijen die daar nu actief zijn, komen uit de VS en Frankrijk. Dat kan toch niet? En als wij verder niets doen, worden er straks Chinese spullen geïmporteerd. Dat zou een ongelofelijke gemiste kans zijn.’

Paul Buijs is lid van het Topsector kernteam Export en Promotie onder leiding van Frank Heemskerk.

De Topsector Water; dat zijn alle pro-fessionals in de watertechnologie, del-tatechnologie en maritieme sector, dat is de hele watersector. Het topteam on-der leiding van boegbeeld Hans Huis in ’t Veld ondersteunt de sector bij het halen van de ambitieuze doelstelling: het verdubbelen van de toegevoegde waarde in 2020. Hoe ziet deze inzet er-uit? Op deze pagina’s interviews met Hans Huis in ’t Veld, boegbeeld van de Topsector Water, Frank Heemskerk, lei-der van het kernteam Export en Promo-tie en kernteamleden Bert Groothuizen en Paul Buijs.

te zorgen voor landelijke samenwerking, een gezamenlijke strategie op te zetten om kansen in kaart te brengen. Met de verschillende teams van de Topsector Water lukt dat wel. Daar zitten overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen (de zgn ‘Gouden Driehoek’) op hoog niveau om tafel om samen de knelpunten die de sector signaleert, aan te pakken. Dat sector en overheid nu samen een strategie bedenken om vaker in de prijzen te val-len bij internationale tenders (zie ook het interview op pagina 2), is daar een direct resultaat van.

Wat heeft de watersector daaraan?De Topsector Water inzet zorgt ervoor dat de randvoorwaarden voor de watersector zo gunstig mogelijk zijn. Dat kan bijvoor- beeld betekenen dat de regels worden aangepast waardoor een bedrijf makke-lijker kan ondernemen. Dat geldt ook voor innovatie. In de nieuwe topconsortia voor kennis en innovatie (TKI’s) werken wetenschappers en ondernemers samen aan innovatieve ideeën. Dankzij de TKI- toeslag kunnen ondernemers een tege-moetkoming in de kosten krijgen van 25

de topsector Water: verbinden, versnellen, verzilveren

Hoe kunt u meedoen?

Wie als MKB’er in contact wil komen

met de topsector, kan terecht bij Syntens.

Deze organisatie heeft een rol gekregen als

vraagbaak voor de sector. Voor inspiratie

en informatie kunt u de nieuwsbrief van

de Topsector Water volgen. Daar vindt

u concrete voorbeelden en de laatste

ontwikkelingen en resultaten.

Aanmelden kan via [email protected]

Een goede relatie tussen landen, een goede relatie tussen mensen, een dui-delijke strategie en gewoon hard wer-ken. Zo haal je opdrachten binnen. Ook als je bij tenders met alternatieve op-lossingen komt. Het sleutelbegrip is vertrouwen, merkt Deltares in Jakarta.

Kees Bons is representative voor Deltares in Indonesië. Hij is trots op de verworven opdrachten, maar tegelijk nuchter: ‘Ei-genlijk is het gewoon goed zakendoen: daar moet je tijd, geld en energie in steken. We hebben net als veel anderen de afge-lopen jaren allerlei projecten gedraaid. Niet ontzettend groot, maar ze geven je wel de kans om te laten zien wat je kunt én om contacten te leggen.’ Dat is vooral de verdienste van zijn collega Jan Jaap Brinkman: ‘Hij heeft voortdurend zijn gezicht laten zien, ook tussen projecten door. Een halve dag besteden om iets goed uit te leggen, een powerpointpresenta-tie maken die een relatie kan gebruiken, hij deed het allemaal. En hij heeft enorm veel tijd gestoken in het zelf snappen van het systeem. Hij zorgde bijvoorbeeld dat hij zelf elke dag de peilgegevens van het waterniveau kreeg. Zo wist hij precies wanneer er gevaarlijke situaties konden ontstaan. Het was zelfs zo dat mensen, als ze echt wilden weten hoe het zat, naar Jan Jaap gingen. Dat allemaal samen heeft enorm veel goodwill gekweekt. Zo word je een betrouwbare partner en dat vertaalt zich terug in werk. Bij tenders geven ze

Deltares actief in Jakarta

‘Win het vertrouwen, en je wint de tender’

ook weer vertrouwen aan jou. Je krijgt de opdracht, ook als je andere oplossingen dan de standaard aanpak voorstelt. Onze uurtarieven zijn misschien iets hoger, maar door een betere aanpak bied je toch meer, voor hetzelfde geld. Omdat ze je vertrou-wen, durven ze dat aan. Daarom hebben we nu bijvoorbeeld samen met Royal HaskoningDHV de opdracht gekregen om met geld van de Asian Development Bank een planstudie te maken voor het stroomgebiedbeheer voor de rivieren rond Jakarta; een opdracht van enkele miljoenen.’

Hoe kunt u meedoen?

Indonesie is een van de Water Mondiaal

delta’s. Wilt u in Indonesie aan de slag?

NWP’s Ivo van der Linden weet meer.

[email protected]

Wilt u meer informatie over de tenders

en subsidiemogelijkheden:

[email protected]

tot 40%. Er is een TKI voor watertechno-logie, deltatechnologie en maritiem. De kernteams geven input voor de agenda van deze TKI’s, zodat deze aansluit op de wensen van de sector. Daarnaast is er ruimte voor andere ideeën van onder-nemers, NGO’s en kennisinstellingen. Organisaties kunnen ook zelf bij de top-sector aandacht vragen voor knelpunten waar zij tegenaan lopen. Zo heeft een aantal partijen samen aangekaart dat de export-financiering in Nederland ongunstig is ten opzichte van andere landen. Dankzij de Topsector Water inzet komt dit nu op de agenda bij overheid en politiek.”

Het Topsector beleid zet onder meer in op het verbeteren van mogelijkheden voor innoveren in Nederland: Innovaties zoals de ‘Nereda’, waar kennisinstel-

lingen, bedrijfsleven en overheid samenwerken zijn daarbij een voorbeeld. (Foto Royal HaskoningDHV©)

bedrijfslevenkennisNGO’soverheid

Hoe ziet de topsector-inzet eruit?Hans Huis in ’t Veld: ‘Er is een topteam onder mijn leiding dat continu het vlieg-wiel aandraait, op hoofdlijnen de strategie bepaalt, klankbord is voor de overheid en de sector, belemmeringen en knelpunten signaleert en aanpakt, verbindingen legt tussen de juiste partijen en met de andere sectoren. Er zijn daarnaast ook kernteams die rond specifieke onderwerpen dezelfde rol vervullen: de kernteams maritiem, wa-tertechnologie en deltatechnologie, export en promotie en human capital water. In deze teams zijn vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid opgenomen.’

Hoe werkt dat?Hans Huis in ’t Veld: “De Topsector Water inzet is een katalysator. Op basis van de kennis en kunde van de watersector kunnen we veel meer kansen verzilveren dan we nu doen. Dat betekent niet dat organisaties in de watersector niet goed bezig zijn, maar allemaal apart hebben deze niet de doorzettingsmacht om nu echt eens die knelpunten aan te pakken, om nu echt

Hans Huis in ’t Veld

Vereenvoudigde, vrije vertaling van plannen voor

Jakarta, eilanden en dijken voor de kust.

Page 5: Water Internationaal Krant.

Paul Buijs, lid kernteam export en promotie

op aruba; een resort met nederlands water!

Zowel de overheid als de Topsector Water hebben prioritaire landen in kaart gebracht. Dat zijn landen die zij kans-rijk achten voor het verwezenlijken van exportdoelstellingen of doelstellingen op het gebied van bilaterale samenwer-king. Daar liggen ook voor u kansen, alleen al omdat er vanuit Nederland in-zet op wordt gepleegd. We hebben ze hier voor u op een rij gezet.

Topsector Water landenVNO-NCW heeft het initiatief genomen om de prioritaire landen en bijbehorende

marktbewerkingsstrategieen van de negen topsectoren bij elkaar te brengen . Dat komt precies op het juiste moment, want de nieuwe ministers en staatssecretarissen kunnen hun reisagenda daarop inrichten, ambassades kunnen daarmee de inzet van hun economische diplomatie bepalen.

Het gaat om de volgende landen: Brazilië, Rusland, China, Singapore, Vietnam, China, Zuid-Afrika, de Golf-staten en Turkije.

Deze landen zijn gekozen vanwege hun

marktpotentie in combinatie met de be-hoefte aan inzet aan economische diploma-tie. Maar de lijst is niet in steen gehouwen; zo kan het plotseling wenselijk zijn om in te zetten op bijvoorbeeld New York of Australië, vanwege recente overstro-mingen. Daarnaast zijn er veel landen die kansen bieden, maar waar de behoefte aan hulp van de overheid er niet is.

Per land is een marktbewerkingsstrategie opgesteld. Daarin staat wie er al actief is, waar kansen liggen en wat belem-meringen zijn.

Frank Heemskerk is voorzitter van het kernteam Export en Promotie. Op het moment dat we hem spreken, is hij net terug uit Australië, waar hij een ses-sie leidde op een river symposium in Queensland. In samenwerking met een Engelse delegatie bouwt men op deze manier verder aan de relatie met Au-stralië. Heemskerk: “Nederland kan va-ker kijken naar slimme allianties met andere landen. Zo sta je sterker op het internationale toneel en kun je elkaar aanvullen.”

Het kernteam onder leiding van Frank Heemskerk bracht de sterke en zwakke punten van de sector in kaart en inven-tariseerde de wensen en verwachtingen. “Ons sterke punt is een ongelooflijk goede reputatie op het gebied van water. Daar-naast heeft Nederland sterke internationale partijen op het gebied van deltatechnologie, een aantal waterbouwbedrijven en inge-nieursbureaus behoort tot de wereldtop.”

Op het gebied van watertechnologie ziet Heemskerk nog veel kansen. “We hebben daar MKB partijen met veel expertise en kennis die oplossingen kunnen bieden voor waterproblemen in de wereld. Maar het ontbreekt vaak aan de juiste schaalgrootte en goede partners. Het is bovendien een handicap dat we de expertise van publieke organisaties niet kunnen benutten in het buitenland. Juist daar zit veel expertise. Samenwerking, bijvoorbeeld nu in het ‘Rembrandt Cluster’, met publieke en private partijen uit de afval- en drinkwater-sector, is belangrijk om in het buitenland een partner van betekenis te kunnen zijn.” Frank Heemskerk ziet zijn kernteam met name als een klankbordgroep, een schakel tussen overheid en sector. “We hebben

Frank Heemskerk: Slimme allianties zoeken

kernteam export en promotie; sterke en zwakke punten in kaart

elkaar nodig. Dat we vaker succesvol kun-nen zijn bij internationale tenders is een signaal dat uit de sector komt. Wij kunnen samen met de overheid kijken wat voor invloed we uit kunnen oefenen om de voorwaarden te veranderen. Daarnaast hebben we bijvoorbeeld ook een lijst met landen gemaakt waar wij kansen zien. Maar om die te kunnen verzilveren, is de inzet van economische diplomatie nodig. Ambassades en ministers zouden daar voor een deel hun activiteiten op kunnen afstemmen.”

Om de kansen voor de buitenlandse markt te vergoten is het van groot belang om ook bínnen Nederland samen te werken. Bijvoorbeeld door integrale oplossingen te bieden in de zogenoemde ‘waterketen’. Maar ook door verschillende Nederlandse topsectoren met elkaar te verbinden, zoals landbouw en water.

Water Mondiaal landenNederland is geen prijsvechter, maar een partner in duurzame oplossingen. Daar-voor zijn langdurige relaties nodig. Met het programma ‘Water Mondiaal’ werkt de overheid aan het opbouwen van een langdurige relatie met laaggelegen delta’s. Juist hier heeft Nederlandse expertise veel toegevoegde waarde. Samenwerking met de watersector heeft daarom prioriteit. Zo werkt de overheid aan het versterken van de sector, bilaterale samenwerking en oplossingen voor de waterproblematiek voor miljoenen mensen.

Het gaat om de volgende landen: Mozambique, Vietnam, Indonesië, Egypte en Bangladesh.

Water OS landenHet ministerie van Buitenlandse Zaken wil de expertise van de Nederlandse wa-tersector inzetten om bij te dragen aan

Wat zijn focuslanden?

oplossingen voor de waterproblematiek in een aantal landen.

Dat zijn: Benin, Ghana, Mali, Kenia en Zuid-Soedan.

EuropaDe meeste kansen voor de Nederlandse watersector liggen nog steeds in Europa. Bijvoorbeeld in Oost-Europa, waar nieuwe lidstaten moeten voldoen aan Europese richtlijnen. Veelal is daar Europese geld voor beschikbaar. Het NWP heeft daarom onder meer landenplatforms voor Roe-menië en Polen. De Europese agenda en programma’s op het gebied van water bie-den veel kansen voor de sector. Nederland is daar dan ook goed vertegenwoordigd: Cees Veerman (namens VEWIN en Unie van Waterschappen), Wim van Vierssen (KWR Watercycle Research Institute) en Harry van Doremalen (IBM Europe) heb-ben zitting in de Steering Group van het European Innovation Partnership (EIP) on Water. De EIP stelt zich tot doel om de ‘time to market’ van waterinnovaties te verkorten. Het EIP financiert weer andere projecten zoals het EU Innowater Part-nership, dat steun biedt aan innovatieve ondernemers. Het NWP ondersteunt Ne-derlandse ondernemers die aan het EU Innowater Partnership willen deelnemen.

Ondertekening MOU tijdens Brazilian Dutch Dialogues, links de Braziliaanse delegatieleider, rechts

Renske Peters namens Nederland

MOZAMBIQUE

KENIA

GHANA

MALI

ZUID-SOEDAN BENIN

BRAZILIë

GOLFSTATEN

VIETNAM

CHINA

SINGAPORE

ZUID-AFRIKA

ROEMENIë

POLEN

5topsector Water

Frank Heemskerk, voorzitter kernteam Export en

Promotie

Het kernteam van Frank Heemskerk

leverde een internationaliseringsstrategie

op. U kunt deze raadplegen op www.nwp.nl

Kort na dit interview werd bekend dat

Frank Heemskerk de nieuwe Nederlandse

bewindvoerder bij de Wereldbank wordt.

Bertrand van Ee, voorzitter van de

Executive Board van Royal HaskoningDHV

en lid van de Dutch Trade Board, volgt

hem op.

RUSLAND

INDONESIë

BANGLADESH EGyPTE

Op deze kaart alle landen waar op dit moment

op een of andere manier inzet vanuit Nederland

op plaatsvindt: de Topsector Water landen, de

Water Mondiaal delta’s, de Water OS landen,

Partners voor Water landen, transitiefaciliteit

(o.a. Colombia) en landen waar intensieve con-

tacten zijn naar aanleiding van recente rampen

(Australië, VS).

AUSTRALIë

THAILAND

LETLAND

COLOMBIA

ESTLAND

KAZACHSTAN

INDIA

GEORGIë

OEKRAïNE

VS

SLOWAKIJE

TURKIJE

MALEISIë

MEXICO

Page 6: Water Internationaal Krant.

Bert Groothuizen ziet mogelijkheden om expertise te gelde te maken

‘We zien nog te weinig terug’

Bert Groothuizen is lid van het kern-team Export en Promotie van de Top-sector Water onder voorzitterschap van Frank Heemskerk, In het dagelijks leven is hij werkzaam bij Van Oord, een van de grootste internationaal opererende waterbouwers ter wereld. Hij heeft, ge-stoeld op zijn jarenlange ervaring bin-nen een bedrijf dat al vele decennia wereldwijd zaken doet, een duidelijke mening over de manier waarop de wa-tersector internationale kansen kan en moet benutten.

‘Nederland is vooral sterk in het integraal aanpakken van projecten. Dit is naar mijn

mening een van de ‘unique selling points’ van de Nederlandse watersector. We kun-nen dit wereldwijd nog veel beter uitnut-ten en ‘te gelde maken’. Hiervoor moeten we wel de handen ineen slaan, private en publieke partijen, door de hele keten heen. Vooral de samenwerking tussen expor-terende marktpartijen en de overheid is essentieel om succesvol te zijn. Dit is een van de sleutels in de Topsectorenaanpak. Bekend is dat grote infrastructurele wer-ken - zoals havens of stormvloedkerin-gen - waar ook ter wereld vaak moeilijk te financieren zijn. Commerciële banken achten de risico’s onduidelijk en dus te groot. Daarom wordt bij veel aanbeste-

dingen gevraagd om ‘financiering mee te brengen’. Marktpartijen doen daarbij een beroep op nationale overheden om te helpen met exportkredieten of export-kredietverzekeringen. Deze exportkrediet faciliteiten moeten natuurlijk wel ‘mat-chen’ met faciliteiten die andere landen bieden. Andere landen blijken daar vaak net wat handiger in, waardoor we – hoe goed onze reputatie ook is - in de con-currentieslag op achterstand komen te staan. We moeten iets meer de grenzen van de afspraken opzoeken. Ik vertrouw erop dat het nieuwe kabinet hier snel werk van zal maken.’

‘Ik ben van ook mening dat Nederland best meer terug mag zien van wat we aan hulp in een aantal ontwikkelingslanden besteden. Ook mag Nederland als een van de grootste donorlanden, binnen de regels, best wel eisen stellen aan de wijze waarop ons donorgeld wordt besteed. Dat betekent ook dat we naar mijn mening meer invloed zouden moeten uitoefenen op de inkoopregels die door instituties zoals de Wereldbank worden gehanteerd. Niet alleen aanbesteden op basis van de laagste prijs, maar op integrale thema’s als duurzaamheid, kwaliteit, milieu, sociale en economische criteria. Deze aspecten zouden veel zwaarder moeten meewegen. Daarin kunnen Nederlandse partijen uit de Topsector water zich bij uitstek onderscheiden.

Een belangrijk onderdeel van de Topsector water is de Watertechnologiesector. Het feit dat Nederlandse publieke spelers in de watertechnologie niet in het buitenland actief mogen zijn, is een enorme handicap. Dit belemmert dat alle partijen – privaat en publiek - uit die sector in het buitenland

gezamenlijk kunnen opereren. Als we dat kunnen veranderen, als de overheid inziet dat de daar beschikbare kennis onmisbaar is voor dat integrale aanbod, zou dat een flinke stap vooruit zijn.’

‘Het feit dat Nederlandse publieke spelers in de watertechnologie niet in het buitenland actief mogen zijn, is een enorme handicap’

‘Er zou een soort Watertech Nederland BV moeten komen: goed georganiseerd om met z’n allen internationaal een vuist ma-ken. NWP kan daarin, naar mijn mening, een belangrijke rol spelen. Je gaat dan een meerjarig traject in, maar de drink- en afvalwatermarkt is een potentiële markt van vele miljarden. Zo’n aanpak is be-ter dan ieder voor zich van het ene naar het andere incidentele project te blijven hoppen.’

Colombia is een transitieland: een land dat de stap zet van een ontwikkelings-relatie naar een wederzijds profijtelij-ke economische relatie met Nederland.

Kansen in ‘transitielanden’

Colombia: volop mogelijkheden,maar niet uitglijden op de rode loper

Daarvoor is ondersteuning beschikbaar via de zogenoemde Transitie Faciliteit. Maar de sector moet ook zelf de han-den uit de mouwen steken, en vooral

ook meer samenwerken. Dat betoogt Edilberto Baquero, project officer bij NWP én geboren Colombiaan.

Colombia ziet zich geconfronteerd met vele uitdagingen op het gebied van waterveilig-heid, drinkwater en sanitatie. De ernstige overstromingen van 2010 en 2011, met vele slachtoffers en een enorme schade, heb-ben feitelijk voor een omslag in het beleid gezorgd. Er kwam veel meer aandacht voor duurzame en integrale oplossingen én Nederland kwam nadrukkelijk in beeld. Edilberto Baquero: ‘Nederland werd ge-vraagd, letterlijk door de president zelf. Er was behoefte aan Nederlandse expertise en de sector heeft inmiddels ook zichtbaar resultaten geboekt. Dat heeft de deuren opengezet voor landurige, meerjarige sa-menwerking. De uitgangspositie is dus goed, er is als het ware een rode loper uitgerold.’ Maar van achterover leunen kan geen sprake zijn, op zo’n rode lo-per kun je behoorlijke uitglijders maken. Edilberto Baquero: ‘De Nederlandse sector kan zich meer als een eenheid presente-ren. De grote adviseursbureau’s en be- drijven zijn er al met hun projecten, maar de Nederlandse sector heeft meer te bieden, en door de krachten te bundelen kun je dat laten zien. Bovendien biedt dat ex-tra mogelijkheden om juist die integrale, duurzame oplossingen aan te bieden waar Colombia behoefte aan heeft. In het ver-leden heeft het land te veel naar de korte termijn gekeken. Nederland moet die focus op integrale en duurzame oplossingen scherp houden, ook bij de Colombiaanse

overheid. Je moet met elkaar aantonen, zeker ook bij tenders, dat de Nederlandse aanpak weliswaar een flinke investering vraagt, maar dat je dan wel voor een groot aantal jaren uit de zorgen bent. Per saldo ben je zo feitelijk goedkoper uit.’

En tot slot, een hartenkreet van Ediberto Baquero: ‘Soms zijn bedrijven nog bang om naar Colombia te komen. Maar de veiligheidssituatie is sterk verbeterd, de condities voor buitenlandse investeringen zijn een stuk gunstiger. Het land groeit snel, er zijn zeeën van mogelijkheden. Watertechnologie, kustverdediging, haven-ontwikkeling, maritiem. Wie lang wacht, kan te laat zijn!’

Hoe kunt u meedoen?

U kunt deelnemen aan het Colombian

Netherlands Water Partnership, daarnaast

zijn er regelmatig aanbestedingen voor

projecten.

Voor meer informatie: [email protected]

of [email protected]

Port Rashid, Royal Boskalis Wetsminster

Overstroming in La Mojana

6 topsector Water

Bert Groothuizen tijdens de topsector water oploop in Den Haag

Page 7: Water Internationaal Krant.

7Netwerkorganisaties

Twee netwerkorganisaties, allebei in de watersector, maar ook een wereld van verschil: het Netherlands Water Part-nership (NWP) en Nederland Maritiem Land (NML). Sybe Schaap en Arie Kraaije-veld zijn de respectievelijke voorzitters. Detail: Kraaijeveld was voorheen NWP-voorzitter en ze kennen elkaars werk-terrein goed. Hoe kijken zij aan tegen de Topsector Water en de ‘derde stap’ naar meer internationale financiering?

Nederland Maritiem Land en het Netherlands Water Partnership

Netwerkorganisaties leveren

ervaring aan topsector Water

Sybe Schaap: ‘Wij werken al langer inter-nationaal, alle pijlen van NWP zijn erop gericht om de sector in het buitenland goed te positioneren. Ik vind het positief dat deze aanpak nu meer draagvlak krijgt, want die kant moet het wel op. Binnen het Topsector Water beleid is de afgelopen periode veel aandacht geweest voor het organiseren van de sector. Het is wel zaak dat we nu aan het echte werk beginnen. Dat is toch al een uitdaging omdat de watersector overal ter wereld zeer zwaar overheidsgedomineerd is. Daardoor loop je het risico dat je in die overheidssfeer en in de planvorming blijft hangen. Terwijl je juist ook concrete projecten moet draaien om te laten zien wat je kunt. Die fysieke zichtbaarheid is zó belangrijk. Daarom is bijvoorbeeld onze samenwerking met Egypte helemaal gericht op concrete pro-jecten, op wérk. Ook bij Water OS zie je dat het zo werkt. Landen ontwikkelen zich, er valt op een gegeven moment echt wat te verdienen. Dan moet je als Nederland goed op de kaart staan. Neem een land als Ghana, dat is straks echt booming.’

Mét water en óp waterArie Kraaijeveld deelt de mening van Sybe Schaap, maar vindt tegelijk dat de maritieme sector die aansporing niet nodig heeft: ‘De Topsector Water is een goed initiatief, samenwerking is nuttig, maar er is wel een groot verschil tussen het geld verdienen met water en het geld verdienen op water. Dat laatste doen wij. En ik benadruk nog maar eens dat de ma-ritieme sector acht keer zo groot is als bijvoorbeeld de drinkwatersector. Aan onze sector hoef je niet meer uit te leg-gen dat er meer projecten moeten komen waarbij het geld komt van andere landen of van internationale instituties. We doen al niet anders, wat dat betreft lopen we tientallen jaren vooruit. Onze sector telt vele wereldspelers. In de scheepsbouw, met gespecialiseerde schepen en super-

jachtbouw, maar ook in de offshore, de havenbedrijven en de binnenvaart.’

Iedereen is het erover eens dat Nederland zich vooral moet richten op duurzame, integrale oplossingen. Ook Arie Kraaije-veld: ‘Je moet goed kijken wat je wel en niet doet. Rechttoe rechtaan casco’s voor schepen bouwen we al decennia niet meer, maar de technologie in die schepen kan wél heel goed uit Nederland komen. Onze kracht zit in bijzonder bouwen en bijzonder vervoeren. Die focus is vergelijkbaar in de watertechnologie en de deltatechnolo-gie. Daar moet je aan vasthouden, anders gooi je goed geld naar slecht geld. Grote beperking voor de publieke watersector is bovendien altijd geweest dat het ‘not

done’ was om internationaal actief te zijn. Daardoor heeft dat deel van de sector, ondanks de grote kennis en ervaring, op commercieel gebied een grote achterstand opgelopen. Ik zou zeggen: schud dat po-litieke juk af.’

Elkaar versterkenDe gedachte moet volgens Sybe Schaap zijn: niet ik, maar Nederland moet de op-dracht krijgen. ‘Je moet elkaar versterken, er is gewoon geen enkel bedrijf dat álles kan. We hebben heel veel nichespelers en die doen fantastische dingen. Maar het wordt nog beter als ze elkaar opzoe-ken. En het is belangrijk om in tenders de kracht van Nederland te tonen als het gaat om samenhangende, integrale en

duurzame oplossingen. En wat we ook goed kunnen is govenance: hoe organi-seer je het, ook qua beheer en onderhoud. Ik roep ze op, ook de mkb’ers: meld je bij NWP, draai mee in landenplatforms, participeer in consortia. Het is niet erg als je een keer de opdracht niet krijgt, er komen wel nieuwe kansen. NWP is in dat proces de accelerator, we zorgen voor een sterk netwerk, we brengen mensen en organisaties bij elkaar.’

Orders, werk en belastinggeldHet grote probleem van de maritieme sector zit in de financiering, en dan met name in de exportkredietverzekering. Arie Kraaijeveld: ‘Daarin is een grotere com-petitiviteit nodig. Een grote werkgroep van VNO-NCW is daarmee aan de slag gegaan. Wat we nodig hebben is een soort staatsgarantie op de achtergrond, zodat je zeker weet dat er betaald wordt. Als de staat der Nederlanden daar niet aan mee wil doen, dan kost dat orders, werkgele-genheid en belastinginkomsten. Maar we gaan er van uit dat het nieuwe kabinet dit belangrijke advies oppakt en ermee aan de slag gaat.’

NML, NWP en de Topsector WaterNederland Maritiem Land en het Netherlands Water Partnership zijn organisaties met een brede achterban van leden/ deelnemers. Beide clubs zijn zeer concreet bezig met de inter-nationale positie van respectievelijk de Maritieme sector en Water- en Deltatechnologie. U kunt deelnemen aan verschillende netwerken/projec-ten.

NWP en NML leveren input aan de Topsector Water. www.nwp.nl / www.maritiemland.nl

Sybe Schaap

Arie Kraaijeveld De gezamenlijke vertegenwoordiging tijdens missies en beurzen wordt door veel partijen in de watersector gewaardeerd. (Foto: NWP)

Hoe Nederland gezamenlijk optrok na de orkaan Katrina in New Orleans, is een succesvol voorbeeld van publiek private samenwerking (Foto: Arcadis)

Page 8: Water Internationaal Krant.

8 Internationale branding

ColofonTeksten en coordinatie Bauke ter Braak Inhoud en eindredactie Christina Boomsma, NWP Opmaak Smidswater

Voor meer informatie [email protected]

UitgaveDecember 2012

Partners voor Water: springplank voor internationale ambitieDeze krant werd mogelijk gemaakt door

het programma Partners voor water.

Dit programma is al meer dan een de-

cennium dé springplank voor internatio-

nale ambitie in de watersector. Het pro-

gramma Partners voor Water stimuleert

innovatieve waterprojecten in het buiten-

land. Ook draagt Partners voor Water bij

aan nieuwe programma’s zoals Water

Mondiaal. Heeft u een projectidee dat

past binnen de doelstellingen van het

programma dan kunt u in aanmerking

komen voor een bijdrage. Daarnaast on-

dersteunt Partners voor Water projecten

die gericht zijn op communicatie, kennis-

uitwisseling en samenwerking in de Neder-

landse Watersector. Ook daar kunt u ideeën

voor indienen.

Het programma Partners voor Water wordt

uitgevoerd door Agentschap NL en het Net-

herlands Water Partnership; Agentschap NL

voert het programmamanagement en be-

geleidt de tenders en subsidie-aanvragen,

het Netherlands Water Partnership richt

zich op de communicatie- kennisuitwisse-

ling en samenwerkingsprojecten voor de

watersector.

Partners voor Water wordt uitgevoerd in op-

dracht van het ministerie van Infrastructuur

en Milieu, Economische Zaken, Landbouw

en Innovatie en het ministerie van Buiten-

landse Zaken.

NieuwsbriefPartners voor Water brengt maandelijks

een e-mail update uit en ieder kwartaal

een krant met achtergronden en ontwikke-

lingen. Voor abonnementen en aanmelding-

en kunt u terecht bij www.mijnagentschap.nl

Resultaten Partners voor WaterIn 2011 werd de tweede programmaperi-ode van Partners voor Water afgesloten.

Nederland wil wereldwaterleider zijn. Dat betekent ook dat je moet inspelen op de actualiteit, dat je zichtbaar moet zijn en dat je voor een internationaal publiek makkelijk vindbaar moet zijn. www.dutchwatersector.com is de site voor en over de Nederlandse watersector.

Een vakjournalist koppelt de berichtgeving over actualiteiten, zoals de storm Sandy, aan Nederlandse expertise. Die aanpak werkt: dutchwatersector.com trekt inmiddels zo’n 15.000, merendeels internationale bezoe-kers per maand. Partijen uit de Nederlandse watersector kunnen hun projecten laten opnemen in de projectendatabase van de site. Ook Engelstalige persberichten zijn van harte welkom.

U kunt uw informatie sturen naar [email protected]

Internationale website dutchwatersector.com steeds vaker bezocht

Focus in deelname aan internationale evenementen

‘Wie internationaal zichtbaar wil zijn, moet kiezen’Zowel in het Water Internationaal be-leid als in het Topsector-beleid staat het begrip ‘focus’ centraal. Wie internati-onaal het verschil wil maken kan beter goed inzetten op een aantal landen dan half op een heleboel landen. Dat geldt ook voor deelname aan internationale evenementen. Zeker nu de bomen even niet tot in de hemel groeien, is het be-langrijk om collectieve middelen slim in te zetten. Daarom verzocht de stuur-groep Water Internationaal aan NWP om uit te zoeken welke internationale evenementen voor de sector belangrijk zijn en waar collectieve ondersteuning noodzakelijk is.

NWP voerde een enquête uit onder het bedrijfsleven. Daaruit bleek onder meer dat de sector bij driekwart van de interna-tionale beurzen en evenementen zelf de deelname bekostigt. Maar er zijn evene-menten die qua schaal en aard zodanig zijn, dat het als waardevol wordt ervaren

om een Netherlands Water Pavillion in te richten. Nederland was een van de eerste landen met een gezamenlijk paviljoen dat op grote evenementen dient als zichtbaar-heid voor het merk Nederland, maar ook als gezamenlijke huiskamer waar zakelijke gesprekken gepland kunnen worden en met een gezamenlijk aanspreekpunt. Dat wordt door de deelnemers als waardevol ervaren, maar het hoeft zeker niet overal. Daarnaast is het zo dat sommige evenementen voor het bedrijfsleven niet interessant zijn, maar voor kennisinstellingen, overheden en NGO’s juist wel. De Stockholm Water Week is daar een voorbeeld van. Positief waren de deelnemers aan de enquête onder meer over de Singapore International Water Week, de International Water Week Amsterdam en de evenementen van de International Water Association. In algemene zin scoren combinaties van beurs en conferentie ook hoog. De uitkomst van de enquete wordt op dit moment nog verder verwerkt. Voor meer informatie: [email protected]

Dennis van Peppen coördineert bij NWP het Roemenië-platform en probeert voortdurend om de combinatie te ma-ken: oplossingen bieden waaraan het land echt behoefte heeft én de Neder-landse watersector in een goede posi-tie brengen. ‘Met bescheiden midde-len proberen zo effectief mogelijk te faciliteren.’

‘Dat doen we bijvoorbeeld met ‘Ruimte voor de rivier’. Onlangs hebben we een hoge Roemeense delegatie ontvangen om na te gaan hoe onze aanpak en expertise ingezet kan worden langs de Donau. Doel

Een landenplatform, hoe werkt dat?

‘Niet alleen beleidsplannen maken, maar mensen bij elkaar brengen’

is een diepgaande, structurele samenwer-king aan de hand van de Ruimte voor de Rivier aanpak waardoor hopelijk projecten gegenereerd worden die passen bij wat Nederland te bieden heeft. Dus niet het bouwen van standaard dijken, maar wel advisering in integraal waterbeheer, het uitbaggeren van de Donau, geavanceerde technieken voor dijkbewaking, het goed doorrekenen van oplossingen, stakehol-derparticipatie. Daar zijn we goed in.’Een vergelijkbare aanpak geldt voor het streven naar ‘more crop per drop’ in de landbouw in Roemenië. ‘Met dat doel organiseren we op 29 november een

seminar om de spelers in de sector bij elkaar te brengen en ze voor te lichten over de Roemeense akkerbouw. Na het seminar gaan we een missie naar Roemenië organiseren om met name business-to-business contacten aan te boren met grote akkerbouwers.’

Een derde initiatief gaat over technische oplossingen in drink -en afvalwater, water-distributie en waterbeheer. Op dat gebied is er in Roemenië veel belangstelling voor en behoefte aan kwalitatieve hoogwaardige oplossingen. Dennis van Peppen: ‘Daarvoor hebben we laatst een roadshow van zeven

Nederlandse MKB-ers uit de watersector ondersteund. Vertegenwoordigers van deze bedrijven kwamen tijdens deze roadshow door drie provincies in contact met po-tentiële Roemeense partners en afnemers van producten. Waterbedrijven maar ook distributeurs en projectontwikkelaars. Volgens mij is het belangrijk dat je niet alleen grote beleidsplannen maakt, maar vooral ook mensen bij elkaar brengt. Dan kun je snel concrete resultaten boeken.’

Hoe kunt u meedoen?

Naast het Roemenie platform zijn er

platforms voor nog een aantal landen.

Hoe zij werken, kan sterk verschillen.

Sommige platforms worden gevormd

door een vaste groep waar geen nieuwe

deelnemers bij kunnen, andere zijn

weer netwerken die per situatie van

samenstelling verschillen.

Wilt u meer informatie over deelname

aan een landenplatform, neem dan

contact op met [email protected]

In deze periode is veel kennis opgedaan, en zijn veel projecten en publicaties op-geleverd. U kunt ze allemaal vinden op www.partnersvoorwater2.nl

Contact Voor meer informatie kunt u contact opnemen met [email protected] of telefoonnummer: 088-6028058 BezoekadresPartners voor Water is gevestigd in het International Water House, Bezuiden-houtseweg 2 in Den Haag.

www.partnersvoorwater.nl

Dennis van Peppen (midden) tijdens de Roemenie

Roadshow in 2009