Wat zijn de vooruitzichten? Hoelang moeten we nog wachten op ...

2
Geringe stijging aandeel vrouwen in de wetenschap tussen 2002 en 2012 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Studenten Afgestudeerden Promovendi Universitair docenten Universitair hoofddocenten Hoogleraren 2002 N=156.698 N=19.126 N=4.309 N=2.027 2012 N=208.059 N=4.386 N=2.046 Vrouwen 2002 Vrouwen 2012 Mannen 2002 Mannen 2012 N=36.807 N=8.140 N=2.482 N=5.390 N=2.166 Man-vrouwverdeling bij studenten, afgestudeerden, promovendi, universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren 1 In 2002 was circa 50% van de studenten en afgestudeerden aan Nederlandse universitei ten vrouw en in 2012 was dat nog steeds zo. Maar in wetenschappelijke functies neemt het aandeel vrouwen bij iedere stap in de carrière nog altijd aanzienlijk af. Wel is de man vrouwverdeling sinds 2002 iets minder ongelijk geworden door een lichte stijging van het aandeel vrouwen bij de universitair docenten (12%), de universitair hoofddocenten (9%) en de hoogleraren (7%). Het aandeel vrouwen in deze functies is nu respectievelijk 35,3%, 22% en 15,7%. Hoe hoger op de carrièreladder, hoe minder vrouwen in de universitaire wereld in Nederland 0% 10% 20% 30% 40% 50% 2002 2005 2010 2015 2020 2024 2030 2035 2040 2044 2050 2055 2058 Percentage vrouwelijke hoogleraren Percentage vrouwelijke universitair hoofddocenten Percentage vrouwelijke universitair docenten Percentage vrouwelijke promovendi Percentage vrouwen naar functiecategorie 2002-2012 en extrapolatie tot het jaar waarin 50% van deze functies wordt vervuld door vrouwen 1 Het aandeel vrouwen in wetenschappelijke functies stijgt geleidelijk, maar langzaam. Deze grafiek geeft weer hoelang we nog moeten wachten op een gelijke manvrouwverdeling als het aandeel vrouwen in universitaire functies in dezelfde mate stijgt als in de periode 20022012. Voor promovendi is dat dan te verwachten in 2020, voor universitair docenten in 2024, voor universitair hoofddocenten in 2044 en voor hoogleraren pas over krap een halve eeuw, in 2058. Deze prognoses zijn berekend voor alle wetenschapsgebieden en alle universiteiten bij elkaar. Per universiteit en per wetenschapsgebied kunnen er verschillen zijn. Pas over een halve eeuw gelijke man-vrouwverdeling aan Nederlandse universiteiten? Meer actuele cijfers over vrouwen in de wetenschap vindt u in de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012 www.stichtingdebeauvoir.nl/monitor Wat zijn de vooruitzichten? Hoelang moeten we nog wachten op een gelijke man-vrouwverdeling?

Transcript of Wat zijn de vooruitzichten? Hoelang moeten we nog wachten op ...

Page 1: Wat zijn de vooruitzichten? Hoelang moeten we nog wachten op ...

Geringe stijging aandeel vrouwen in de wetenschap tussen 2002 en 2012

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Studenten Afgestudeerden Promovendi Universitair docenten

Universitair hoofddocenten

Hoogleraren

2002 N=156.698 N=19.126 N=4.309 N=2.0272012 N=208.059 N=4.386 N=2.046

Vrouwen 2002

Vrouwen 2012

Mannen 2002

Mannen 2012

N=36.807 N=8.140 N=2.482N=5.390 N=2.166

Man-vrouwverdeling bij studenten, afgestudeerden, promovendi, universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren1

In 2002 was circa 50% van de studenten en afgestudeerden aan Nederlandse universi tei­ten vrouw en in 2012 was dat nog steeds zo. Maar in wetenschappelijke functies neemt het aandeel vrouwen bij iedere stap in de carrière nog altijd aanzienlijk af. Wel is de man­vrouwverdeling sinds 2002 iets minder ongelijk geworden door een lichte stijging van het aandeel vrouwen bij de universitair docenten (12%), de universitair hoofddocenten (9%) en de hoogleraren (7%). Het aandeel vrouwen in deze functies is nu respectievelijk 35,3%, 22% en 15,7%.

Hoe hoger op de carrièreladder, hoe minder vrouwen in de universitaire wereld in Nederland

0%

10%

20%

30%

40%

50%

2002 2005 2010 2015 2020 2024 2030 2035 2040 2044 2050 2055 2058

Percentage vrouwelijke hoogleraren

Percentage vrouwelijke universitair hoofddocenten

Percentage vrouwelijke universitair docenten

Percentage vrouwelijke promovendi

Percentage vrouwen naar functiecategorie 2002-2012 en extrapolatie tot het jaar waarin 50% van deze functies wordt vervuld door vrouwen1

Het aandeel vrouwen in wetenschappelijke functies stijgt geleidelijk, maar langzaam. Deze grafiek geeft weer hoelang we nog moeten wachten op een gelijke man­vrouwverdeling als het aandeel vrouwen in universitaire functies in dezelfde mate stijgt als in de periode 2002­2012. Voor promovendi is dat dan te verwachten in 2020, voor universitair docenten in 2024, voor universitair hoofddocenten in 2044 en voor hoogleraren pas over krap een halve eeuw, in 2058. Deze prognoses zijn berekend voor alle wetenschapsgebieden en alle universiteiten bij elkaar. Per universiteit en per wetenschapsgebied kunnen er verschillen zijn.

Pas over een halve eeuw gelijke man-vrouwverdeling aan Nederlandse universiteiten?

Meer actuele cijfers over vrouwen in de wetenschap vindt u in de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012 www.stichtingdebeauvoir.nl/monitor

Wat zijn de vooruitzichten?Hoelang moeten we nog wachten op een gelijke man-vrouwverdeling?

Page 2: Wat zijn de vooruitzichten? Hoelang moeten we nog wachten op ...

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

1,6

1,8

2,0

2,2

2,4

2,6

2,8

3,0

Promovendus universitair docent

Universitair docent universitair hoofddocent

Universitair hoofddocent hoogleraar

Vrouwen Mannen

<--

-- w

ind

me

e

win

d t

eg

en

---

->

Universitair hoofddocent hoogleraar

Universitair docent universitair hoofddocent

Promovendus universitair docent

Deze poster is een uitgave van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) en de Stichting de Beauvoir. Hij is samengesteld door Marinel Gerritsen en Thea Verdonk en is mede mogelijk gemaakt door de Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU).

Een digitale versie van deze poster en de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012 met meer cijfers over vrouwen in de wetenschap vindt u op www.stichtingdebeauvoir.nl en www.lnvh.nl/site/Publications.

Glazen Plafond Index 2012 per universiteit

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

Landbouw

Techniek

Economie

Natuur

Gezondheid: studenten UMC's: hoogleraren

Recht

Gedrag & Maatschappij

Taal & Cultuur

Percentage vrouwelijke hoogleraren (fte)

Percentage vrouwelijke studenten (personen)

Percentage vrouwelijke studenten en hoogleraren per wetenschapsgebied in 2012 - 20131,2

In alle wetenschapsgebieden is het percentage vrouwelijke hoogleraren aanzienlijk lager dan het percentage vrouwelijke studenten. Bij Techniek gaat het om circa 13%, maar bij andere wetenschapsgebieden is het verschil veel groter: Gezondheid 48%, Landbouw 47%, Gedrag & Maatschappij 44%, Recht 38%, Taal & Cultuur 37%. In de wetenschapsgebieden waar de discrepantie hoog is, is extra actie nodig om het percentage vrouwelijke hoogleraren te verhogen. Deze tabel geeft de gegevens voor alle universiteiten bij elkaar, het is mogelijk dat die hierin onderling verschillen.

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Academisch Ziekenhuis Maastricht

Erasmus Medisch Centrum

Leids Universitair Medisch Centrum

Universitair Medisch Centrum St Radboud

Academisch Medisch Centrum (UvA)

Universitair Medisch Centrum Utrecht

Universitair Medisch Centrum Groningen

VU medisch centrum

Percentage vrouwelijke hoogleraren sept-okt 2013

Percentage vrouwelijke hoogleraren april-juli 2012

Vrouwelijke hoogleraren aan de universiteiten in 2011 en 2012

Percentage vrouwelijke hoogleraren per universiteit in 2011 en 20121

Tussen 2011 en 2012 steeg het percentage vrouwelijke hoog­leraren van 14,8 naar 15,7%. Deze lichte stijging vinden we bij bijna alle universiteiten, alleen bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, Tilburg University en Wageningen University is sprake van een lichte daling. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft het hoogste per­centage (21,8%), gevolgd door de Open Universiteit (21,5%) en de Maastricht University (20,1%).De technische universiteiten (Delft, Eindhoven en Twente), met studies die van oudsher weinig vrouwen trekken, hebben relatief lage percentages vrouwelijke hoogleraren.

0% 5% 10% 15% 20% 25%

Technische Universiteit Eindhoven

Wageningen University

Erasmus Universiteit Rotterdam

Technische Universiteit Delft

Tilburg University

Universiteit Twente

Vrije Universiteit Amsterdam

Universiteit van Amsterdam

Universiteit Utrecht

Rijksuniversiteit Groningen

Universiteit Leiden

Maastricht University

Open Universiteit

Radboud Universiteit Nijmegen

Percentage vrouwelijke hoogleraren 2012

Percentage vrouwelijke hoogleraren 2011

Seksesegregatie in de wetenschap

Percentage vrouwelijke hoogleraren per universitair medisch centrum in 2012 en 20132

Het percentage vrouwelijke hoogleraren bij de universitair medische centra steeg tussen 2012 en 2013 met bijna 2%: van 17% naar 18,7%. Slechts bij één universitair medisch centrum is er een lichte daling: het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Koploper in het aandeel vrouwelijke hoogleraren is het VU Medisch Centrum, waar ruim één op de vier hoogleraren een vrouw is, gevolgd door het Universitair Medisch Centrum Groningen (23,1%).

Vrouwelijke hoogleraren aan de universitair medische centra in 2012 en 2013

1. Bronnen: studenten en afgestudeerden: 1cHO2002 en 1cHO2012, peildatum 1 oktober, in personen; wetenschappelijk personeel: WOPI­data, VSNU, peildatum 31 december, in fte, exclusief wetenschapsgebied Gezondheid.

2. Bronnen: opgaven afzonderlijke universitair medische centra, peildata april­juli 2012 en september­oktober 2013.

3. Berekening Glazen Plafond Index (GPI) (zie Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012, p. 28, noot 6): percentage vrouwen in func tie­categorie X­1/ percentage vrouwen in functiecategorie X.

4. Zie Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012, p. 15.

Noten

Meer actuele cijfers over vrouwen in de wetenschap vindt u in de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012

Glazen Plafond Index per universiteit voor vrouwen en mannen voor de carrièrestappen promovendus-universitair docent, universitair docent-universitair hoofddocent, universitair hoofddocent-hoogleraar1, 3

In deze grafiek is per universiteit de grootte van de belemmeringen weergegeven die vrouwen en mannen ondervinden bij de drie belangrijkste carrièrestappen in de wetenschap. Dit is gemeten met de Glazen Plafond Index.3 Deze index meet de ‘dikte’ van het plafond tussen twee functiecategorieën. Een index van 1,0 betekent dat er getalsmatig geen problemen zijn voor de onderzochte groep (mannen of vrouwen): het aandeel vrouwen of het aandeel mannen in opeenvolgende functiecategorieën is dan nagenoeg gelijk. Is de index hoger dan 1,0, dan is dat een indicatie dat er belemmeringen zijn in de doorstroom van de onderzochte groep (mannen of vrouwen). Een index lager dan 1,0 duidt op een gemakkelijke doorstroming van de onderzochte groep.

De grafiek laat zien dat de index voor mannen altijd onder de 1,0 ligt en voor vrouwen altijd boven de 1,0, behalve voor de doorstroom van universitair hoofddocent naar hoogleraar in Delft. Vrouwen ondervinden de meeste belemmeringen bij de stap van universitair docent naar universitair hoofddocent en de stap van universitair hoofddocent naar hoogleraar. Voor deze carrièrestappen zou actie ondernomen moeten worden om de doorstroom van vrouwen te bevorderen.De grafiek geeft de GPI per universiteit; uiteraard kunnen de gegevens per wetenschapsgebied verschillen.4

Tekstredactie: Aggie Langedijk

Ontwerp poster: Helium, grafische vormgeving

December 2013