23Standby nr 6 2013 23

Wat houdt de Wkcz in voor de tandartspraktijk?In 1995 is de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wkcz) in werking getreden. Wij zijn benieuwd wat dit voor onze praktijk inhoudt. Kan Standby daar antwoord op geven?Door Yvonne Maassen

Als een patiënt een probleem heeft met een tandarts, heeft hij het recht om een klacht in te dienen. Een patiënt kan bij drie instanties zijn klacht neerleggen: de

tuchtrechter, de civiele rechter en een onafhan-kelijke klachtencommissie. De tuchtrechter let op de kwaliteitsbewaking van de beroepsgroep. De civiele rechter is er voor de persoonlijke genoegdoening en kan een schadevergoeding

toekennen. De klachtencom-missie is er voor beide: voor de kwaliteitsbewaking en de persoonlijke genoegdoening. Meestal adviseren zij de pa-tiënt omtrent de klacht (vaak kleinere klachten). Bij ernstige klachten kan de commissie een melding doen bij de IGZ (Inspectie voor de Gezond-heidszorg). De IGZ kan een praktijk (tijdelijk) doen sluiten. Als een klacht terechtkomt bij de Wkcz, zal een klachten-commissie (bestaande uit drie leden) proberen te bemid-delen. Beide partijen wor-den gehoord en mogen zich juridisch laten bijstaan. Hierna

zal de klachtencommissie een advies uitbren-gen. Dit advies is overigens niet bindend. De tandarts is wel verplicht om aan te geven wat hij met het advies gaat doen. In dit advies wordt geen schadevergoeding toegekend. Als de klacht echter doorgaat in een civiele procedure, kan de uitspraak wel van nut zijn als deskundigheids-oordeel. Normaliter moet de eiser bewijzen dat de ander een fout heeft gemaakt. Hier is echter sprake van partijen die ongelijk zijn. De tandarts (professional) versus de patiënt. Daarom moet

de tandarts bewijzen kunnen overleggen. Een goed bijgehouden patiëntendossier is hierbij van groot belang. In artikel 454 van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) is de dossierplicht vastgesteld. Het NMT heeft de praktijkrichtlijn Patiëntendossier opgesteld, ter invulling van de wettelijke plicht. Deze richtlijn is bindend, maar met goede mo-tieven mag je ervan afwijken. De tandarts is dus verplicht om een deugdelijk dossier van de pa-tiënt bij te houden. In dit dossier moeten buiten de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) ook andere informatie vermeld staan zoals: het BSN-nummer van de patiënt, een medische anamnese, de tandheelkundige historie, rönt-genfoto’s en de status praesens. Daarnaast is het van groot belang om ieder patiëntencontact in het dossier vast te leggen. Alle adviezen, niet-nagekomen afspraken, afgezegde afspraken, behandelplannen, klachten, hulpvragen, diag-nose, indicatiestellingen en onderzoeken dienen genoteerd te worden. Zelfs al denk je dat het nu niet van belang is om dat kleine adviesje op te schrijven, later kan het, in geval van een klacht, van nut zijn. Het dossier moet 15 jaar bewaard worden en kan overgedragen worden aan een volgende tandarts. Het overdragen van het dos-sier mag je overigens alleen doen als de patiënt zijn toestemming gegeven heeft en uiteraard het liefste schriftelijk. Als je geen goed dossier aan de klachtencommissie kunt overleggen, zal de eiser vaak in het gelijk gesteld worden. Dus: wie schrijft, die blijft! Probeer een klacht te voorko-men. Communicatie is hierin het sleutelwoord. Als je merkt dat een patiënt niet tevreden is, maak dit dan bespreekbaar. Vaak kun je hiermee erger voorkomen.

Bron: Dentalinfo mei 2013

Voor lezersvragenkun je mailen naar redactiestandby@bsl.nl Lezersvraag

Als je geen goed dossier aan de klach-tencommissie kunt overleg-

gen, zal de eiser vaak in

het gelijk gesteld worden