“Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

26
Kinderobservatie Samen een stap(je) verder Afdeling Revalidatie Westfriesgasthuis 5 april 2016

Transcript of “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Page 1: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Kinderobservatie

Samen een stap(je) verder

Afdeling Revalidatie Westfriesgasthuis

5 april 2016

Page 2: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Kinderobservatie

Verwijzing via huisarts of kinderarts:‒ Kinderen met ontwikkelingsproblemen ‒ Met gevolgen op alle gebieden van het

functioneren.‒ Beperkt in alledaagse bezigheden.‒ Niet meekomen met leeftijdsgenoten.

Page 3: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

‒ Anamnese‒ Lichamelijk onderzoek.‒ Ontwikkelingsrisico‘s‒ Hulpvraag‒ Evt. verwijzen andere specialismen

Consult revalidatiearts

Page 4: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Kinderobservatie ‒Diagnostisch programma‒Gedurende 6 weken, 1x per week,

onderzoek/observatie door logopedie ergotherapie kinderfysiotherapie‒Twee gesprekken maatschappelijk werk met

ouders‒ Onderzoek en observatie GZ-psycholoog

Page 5: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Kinderobservatie

‒Teambesprekingen • halverwege en einde observatieperiode• Interdisciplinair overleg wekelijks

‒ Revalidatiearts• Coördineert het proces• Voert het eindgesprek met ouders

Page 6: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Meerwaarde kinderobservatie‒Diagnostiek en advies in 6 weken‒Korte lijnen andere specialismen (o.a.

kno-arts, kinderarts, neuroloog, OIM)‒Interdisciplinaire samenwerking: als

team komen tot formuleren kernprobleem en gezamenlijk behandeldoel

‒Behandelingen aansluitend gepland

Page 7: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Na de observatieperiode

‒ Poliklinische kinderrevalidatie‒ Verwijzing naar

• 1e lijn• overige instanties zoals:

‒ GGZ‒ ODC/CvD‒ TPG Heliomare‒ De Ster

‒ Terug naar verwijzer (ha, ka)

Page 8: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus‒Fleur, 1 jr 9 mnd bij aanmelding‒Voorgeschiedenis:

• geboren met 37 wk; helft van tweeling. 2 weken couveuse. Voorkeurshouding re en spreidbroek i.v.m. heupdysplasie li waarvoor fysiotherapie 1e lijn.

‒Gezin:• vader, moeder, zusje van 3, tweelingzusje.

Page 9: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus‒ Fysiotherapeut 1e lijn -> huisarts -> kinderarts -

> revalidatiearts‒ Revalidatiearts anamnese:

• Achterstand motoriek en spraak/taal• Gedrag: Fleur is dwars en boos, komt niet

tot spelen• Ouder zusje van 3 jr heeft logo en zit op

VVE; tweelingzusje ontwikkelt zich normaal.

Page 10: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

CasusHulpvraag:

‒ Wat is er met Fleur aan de hand? ‒ Hoe kunnen wij, als ouders, Fleur thuis stimuleren en zo goed mogelijk omgaan met haar gedrag?

Page 11: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus logopedie‒ Video Fleur aanvang kinderobservatie‒ Fleur heeft moeite met wennen aan nieuwe

situaties.‒ Imiteert spelhandelingen, gebaren.‒ Communiceert d.m.v. vocalisaties, wijzen,

oogcontact. ‒ Is zeer bepalend tijdens het onderzoek.

Page 12: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus logopedie

‒ CIO kernscore W=4 (Q=70, P=2) ‒ Lexilijst taalbegrip: LBQ = 65 ‒ Lexilijst taalproductie: LQ = 86

Page 13: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus ergotherapie & fysiotherapie

- BSID-II: motorische ontw.lft 18 mnd (-2 SD)- Bewegingsangst/onzekerheid om te

bewegen in de ruimte - Beperkte zintuiglijke prikkel- verwerking - Stijve/houterige motoriek.

Page 14: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus GZ-psycholoog/orthopedagoog

- Observatie tijdens therapie‒Ontwikkelingsonderzoek

• BSID-II-NL:‒ Observaties: goed contact, sociale interactie,

wel bepalend en nog moeite met afstaan materiaal. Korte aandacht, aanwijzen en benoemen van plaatjes nog nauwelijks.

‒ Score: Verbaal OI: 76, ontwikkelingsleeftijd 18 mndNon-verbaal OI: 78, ontwikkelingsleeftijd 18 mnd

Page 15: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Maatschappelijk werk- Intake met ouders: inventarisatie van zorgen

thuis qua gedrag, zorgen over ontwikkeling van Fleur, interactie binnen het gezin

- Inventarisatie van andere zaken die mee kunnen spelen en nagaan in hoeverre ouders steun ondervinden van hun omgeving bij hun zorgen en ook op praktisch gebied

Page 16: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

CasusConclusie en Behandelvoorstel:‒Er is sprake van een vertraagde

ontwikkeling (motoriek, spraak/taal, en cognitie) en een beperkte zintuiglijke prikkelverwerking (S.I.).

‒Aanbod periode 3 maanden behandeling bestaand uit: combi fysio- en ergotherapie, logopedie en maatschappelijk werk (ouders).

Page 17: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus ‒Kernprobleem:

Door een vertraagde motorische, taal- en cognitieve ontwikkeling in combinatie met een beperkte zintuiglijke prikkelverwerking stagneert de ontwikkeling van Fleur.

‒Hoofddoelstelling:Ouders benaderen Fleur op haar niveau en stimuleren haar op de juiste manier. Fleur laat binnen 3 mnd positief gedrag zien en durft haar grenzen op te zoeken.

Page 18: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Behandeldoelen 3 mnd:• Fleur uit zich d.m.v. taal of gebaren.• Ouders spreken Fleur aan op haar taal

niveau (Hanen).• Ouders reguleren de zintuiglijke

prikkelverwerking van Fleur positief.

• Fleur fietst zelfstandig op een driewieler. • Fleur klimt en klautert met plezier.

Casus:

Page 19: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Video

‒Hanen start (theeserviesje)‒Hanen einde (buiten spelen)

Page 20: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Casus:Situatie na 3 mnd:‒ Fleur uit zich in 1- en 2-woordszinnen.‒ Fleur heeft meer zelfvertrouwen en plezier in

bewegen. ‒ Ze schakelt tussen situaties en zoekt

‘spannende’ activiteiten zelf op. ‒ Fleur heeft herhaling nodig om een

(spannende) activiteit zich eigen te maken en uiteindelijk lukt het haar, ze is train- en leerbaar. (gem. Pedi.nl score)

Page 21: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Behandelverloop6 mnd therapiestop en opnieuw KOPFleur 2 jr 9 mnd:- Is gestart op PSZ- Meer plezier in bewegen- Fleur haar gedrag is wisselend- Taal: TBQ=89, WQ=91: ZQ=93- BSID-III-NL bij KL 33 mnd, FM 32, GM

22 (-2 SD). Disharmonisch profiel.

Page 22: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Behandelverloop‒ Triple P (Positief Pedagogisch programma):‒ Ouders gaven als voornaamste probleem de

interactie tussen de kinderen aan.‒ Triple P hebben we gebruikt om het handelen

van ouders en de reacties van Fleur en de andere kinderen in kaart te brengen en uit te proberen welke interventies preventief helpen en welke interventies toegepast kunnen worden op het moment dat het gedrag zich voordoet.

Page 23: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

VideoFleur 3 jr

‒Fleur loopfietsen en klimmen/ klauteren‒Trampoline en taal

Page 24: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Toekomst

Nieuwe hulpvraag gericht op:lopen, fietsen, sport/gym, schrijven, adl, aandacht en cognitie en/of schoolbezoek.

Page 25: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

ToekomstNaast behandeling (vaardigheden oefenen) ook aanpassen omgeving mogelijk. aangepast meubilair (UWV) schrijfhulpmiddelen, tablet (UWV) wigkussen, lessenaar, etc.

Page 26: “Wat heeft mijn kind?” Kinderobservatie in het Westfriesgasthuis

Bedankt voor je aandacht