Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 15, nummer 1 ... bulletin... · Anton Zuure In ons...

4
Anton Zuure In ons laatste WFZ Bulletin spraken we er al over: het scheiden van wonen en zorg. De overheid heeft besloten om per 1 januari 2013 over te gaan op het extramuraliseren van zorgzwaartepakketten (zzp) 1 en 2 in de care. Aanspraken op zzp’s 3 en 4 komen gefaseerd (voor de ouderenzorg in 2013 en 2016) te vervallen. Verwachting is dat het effect van de maatregelen de komende jaren binnen de ouderenzorg het grootst zal zijn, vanwege de relatief korte verblijfsduur van patiënten. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaf in de tweede helft van vorig jaar aan dat de extramuralisering in de komende jaren flinke inkomstenderving voor de zorgaanbieders tot gevolg zal hebben. Immers, als er geen nieuwe indicaties voor lichte zzp’s afgegeven worden, kan dit tot gevolg hebben dat vrijkomende plaatsen niet worden bezet. Een locatie wordt dan ‘een gatenkaas’ en de inkomsten nemen af. Aanbieders van ouderenzorg moeten zich snel herbezinnen op het toe- komstig gebruik van de beschikbare kamers en appartementen. “Diverse ontwikkelingen beperken de ruimte voor investeringen door woning- corporaties.” Scheiden wonen en zorg: de brug slaan naar overmorgen bulletin Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 15, nummer 1, maart 2013 In gesprek met Woonzorg Nederland Het WFZ sprak half januari over het thema ‘scheiden wonen en zorg’ met Anton Zuure, Lid van de Raad van Bestuur bij Espria en Woonzorg Nederland (WZN). Het bestuur van Espria, een groot zorgconcern vormt sinds april 2008 samen met het bestuur van woning- corporatie Woonzorg Nederland (zie kader op de vol- gende pagina) een personele unie. Espria en Woonzorg Nederland bieden een breed pakket aan diensten in wo- nen, service en zorg. Welke gevolgen ziet u voor WZN door het scheiden van wonen en zorg en andere maatregelen vanuit politiek Den Haag? “Enerzijds worden aan de corporatiesector extra heffin- gen opgelegd, zoals de te betalen saneringssteun en de verhuurdersheffing. Anderzijds hebben veel vastgoed- partijen te maken met afwaarderingen van hun vastgoed. Ondertussen zal in de zorgsector een aanzienlijk deel van de inkomsten uit de normatieve huisvestingscompo- nent (voor ZZP 1-3 en 4) wegvallen. Deze ontwikke- lingen beperken de ruimte voor investeringen (renovatie en nieuwbouw) door woningcorporaties als WZN. Daar- naast krijgen we te maken met zorginstellingen waarvan de financiële continuïteit onder druk komt te staan.”

Transcript of Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 15, nummer 1 ... bulletin... · Anton Zuure In ons...

Anton Zuure

In ons laatste WFZ Bulletin spraken we er al over: het scheiden van wonen en zorg. De overheid heeft besloten om per 1 januari 2013 over te gaan op het extramuraliseren van zorgzwaartepakketten (zzp) 1 en 2 in de care. Aanspraken op zzp’s 3 en 4 komen gefaseerd (voor de ouderenzorg in 2013 en 2016) te vervallen. Verwachting is dat het effect van de maatregelen de komende jaren binnen de ouderenzorg het grootst zal zijn, vanwege de relatief korte verblijfsduur van patiënten.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaf in de tweede helft van vorig jaar aan dat de extramuralisering in de komende jaren flinke inkomstenderving voor de zorgaanbieders tot gevolg zal hebben. Immers, als er geen nieuwe indicaties voor lichte zzp’s afgegeven worden, kan dit tot gevolg hebben dat vrijkomende plaatsen niet worden bezet. Een locatie wordt dan ‘een gatenkaas’ en de inkomsten nemen af. Aanbieders van ouderenzorg moeten zich snel herbezinnen op het toe-komstig gebruik van de beschikbare kamers en appartementen.

“Diverse

ontwikkelingen

beperken de

ruimte voor

investeringen

door woning­

corporaties.”

Scheiden wonen en zorg: de brug slaan naar overmorgen

bulletinWaarborgfonds voor de Zorgsector

Jaargang 15, nummer 1, maart 2013

In gesprek met Woonzorg Nederland

Het WFZ sprak half januari over het thema ‘scheiden wonen en zorg’ met Anton Zuure, Lid van de Raad van Bestuur bij Espria en Woonzorg Nederland (WZN). Het bestuur van Espria, een groot zorgconcern vormt sinds april 2008 samen met het bestuur van woning-corporatie Woonzorg Nederland (zie kader op de vol-gende pagina) een personele unie. Espria en Woonzorg Nederland bieden een breed pakket aan diensten in wo-nen, service en zorg.

Welke gevolgen ziet u voor WZN door het scheiden van wonen en zorg en andere maatregelen vanuit politiek Den Haag?“Enerzijds worden aan de corporatiesector extra heffin-gen opgelegd, zoals de te betalen saneringssteun en de verhuurdersheffing. Anderzijds hebben veel vastgoed-partijen te maken met afwaarderingen van hun vastgoed. Ondertussen zal in de zorgsector een aanzienlijk deel van de inkomsten uit de normatieve huisvestingscompo-nent (voor ZZP 1-3 en 4) wegvallen. Deze ontwikke-lingen beperken de ruimte voor investeringen (renovatie en nieuwbouw) door woningcorporaties als WZN. Daar-naast krijgen we te maken met zorginstellingen waarvan de financiële continuïteit onder druk komt te staan.”

Verhuur als oplossing

Welke oplossingen ziet u voor de inkomstenderving van zorginstellin-gen als gevolg van leegstand?“Woonzorg Nederland heeft een drietal scenario’s uitge-werkt, waarbij wordt uitgegaan van de verhuur van (on)zelfstandige woningen aan ouderen als oplossing. In de drie scenario’s wordt uitgegaan van een verhuurbaarheid en een huur die variëren. In het bijbehorende actieplan ‘Scheiden wonen en zorg’ dat we hebben opgesteld, staan verschillende maatregelen, zoals het aanpassen van de huidige intramurale voorzieningen naar zelfstandige wooneenheden.

Maar hoe benader je als (potentiële) verhuurder je doelgroep?“De ervaring leert dat ouderen gevoelig zijn voor sfeer en een bepaalde mate van gezelligheid. Andere belang-rijke factoren zijn veiligheid, de aangeboden zorg en vermaak; de huurprijs van een woning is slechts beperkt van invloed. Echter, een probleem dat bij verhuur van (on)zelfstandige woningen komt kijken, is dat het zorg-vastgoed geen woon- maar zorgbestemming heeft. Het wijzigen van een bestemming is niet op een namiddag geregeld.”

Prognose vanaf 2020

Wat is uw visie op de lange termijn?“Waar binnen de ouderenzorg door de extramuralisering van lichte zorgzwaartepakketten op korte termijn een situatie van overcapaciteit ontstaat in de vastgoedporte-feuilles, neemt de vraag naar verblijfscapaciteit voor de zware zorg vanaf 2020 juist toe. Wij baseren ons hierbij op prognoses van ABF Research (zie kader). De grafiek geeft een beeld van de extra behoefte aan verpleeg-huisplaatsen ten opzichte van de huidige capaciteit (ca. 74.000 plaatsen).”

“Er ontstaat nu

overcapaciteit,

terwijl er na

2020 behoefte

is aan meer

capaciteit voor

zware zorg.”

Aantal eenhedenWoningen: 27.064Intramuraal: 16.404Overig: 3.185

Aantal verzorgingshuizen/verpleeghuizen: 175

Omzet 2012300 miljoen euro

“In de huidige markt wordt er niet veel bijgebouwd, maar uitgaande van demografische ramingen, zal vanaf 2020 door de naoorlogse geboortegolf de vraag naar verpleeg-huiszorg toenemen. De top van de vergrijzing wordt omstreeks 2032-2033 verwacht. Als je naar de verwachte vergrijzing kijkt, hebben we op de lange termijn de ca-paciteit juist hard nodig. Om ook in de toekomst vol-doende zorgcapaciteit beschikbaar te hebben, kunnen we de huidige vastgoedvoorraad beter zo lang mogelijk door exploiteren. Wanneer hier niet op wordt gestuurd, zal het beleid van VWS kunnen leiden tot kapitaalvernietiging, wat bijzon-der spijtig zou zijn.”

Geïntegreerd regionaal strategisch voorraadbeleid

Hoe ziet u dit in het licht van de bevolkingskrimp die in sommige regio’s in Nederland plaatsvindt?“In sommige provincies biedt de verhuur van (on)zelf-standige woningen aan ouderen inderdaad geen oplossing voor de inkomstenderving als gevolg van extramuralise-

Opgave beschermd wonen (ZZP 5 t/m 8)

Opgave beschermd wonen(personen in duizendtallen)

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

2013 2020 2030 2040 2050

pe

rs

On

en

JAren

Bron: Fortuna 2012 prognose Wonen met Zorg

Kerncijfers Woonzorg Nederland

ring. Een verouderd zorgcomplex in Oost-Groningen zal op de nominatielijst voor sloop komen; een vergelijkba-re locatie in de Randstad komt mogelijk in aanmerking voor renovatie. In sommige gevallen biedt verhuur aan een andere doelgroep een uitkomst. Zo heeft Woonzorg Nederland in Middelburg een complex verhuurd als stu-dentenwoningen.”

Wat is er volgens u regionaal nog meer van invloed?De afnemende zorgvraag nu en de toenemende behoefte aan zorg vanaf 2020, is een lastig vraagstuk. In bepaalde regio’s is WZN eigenaar van het vastgoed van meerdere zorginstellingen (locaties), waardoor we een regionaal strategisch voorraadbeleid kunnen voeren. Dat is hard nodig om het huidige vraagstuk op te lossen. Een kleine, zelfstandige instelling, zonder samenwerkingspartner, is vaak niet op de hoogte van de strategie van een instel-

“ING Investment

Management wil

meer leningen

verstrekken

aan zorg­

instellingen.”

ling één dorp verderop. Instellingen zullen samen met de (regionale) politiek een brug moeten slaan tussen morgen en 2020”.

Toekomst

Welke zorginstellingen lopen er volgens u het meeste risico als het gaat om hun bestaansrecht?“Het is iedereen inmiddels duidelijk dat het extramu-raliseren van de verschillende zorgzwaartepakketten fors impact zal hebben. Maar het zijn niet per defini-tie de kleinste instellingen die in de problemen komen; de reeds aanwezige zzp-mix is van invloed, en de ge-noemde regionale en lokale situatie. Mijn advies is dan ook: praat met je collega-instellingen en andere stake-holders.”

Oriënteer je breed bij het aantrekken van een

(geborgde) lening

Het aantal banken dat financiering verstrekt aan de zorg-sector is beperkt. Een oriëntatie op een potentiële geld-gever hoeft zich echter niet tot banken te beperken. Bij het aantrekken van een financiering kan het interessant zijn om ook te kijken naar alternatieve geldgevers. De ‘sectorbanken’ BNG en NWB zijn als grote geldgevers in de markt voor geborgde leningen rechtstreeks te be-naderen door de zorginstelling, zonder tussenkomst van een bemiddellaar. Alternatieve geldgevers daarentegen werken vaak uitsluitend via bemiddelaars. Voor een brede oriëntatie op de financieringsmarkt is het daarom aan te bevelen om de financieringsvraag ook voor te leggen aan bemiddelaars.

Andersom zoeken alternatieve geldgevers zelf ook de markt op. Het afgelopen jaar nam de afdeling Fixed Income Insurance van ING Investment Management contact op met het WFZ om zich te informeren over de gang van za-ken bij geborgde leningen. ING Investment Management treedt op als vermogensbeheerder voor meerdere partijen,

waaronder Nationale Nederlanden. Inmiddels zijn door deze partij een drietal leningen onder WFZ-borging ver-strekt. Noemenswaard is dat twee van de drie afgesloten leningen een lange looptijd hebben (30 jaar) waarbij de rente vaststaat voor de hele looptijd.

ING Investment Management heeft te kennen gegeven in de loop van dit jaar meer leningen te willen verstrek-ken aan zorginstellingen. Het gaat in dit geval uitslui-tend om leningen onder WFZ-borging. De gebruikelijke werkwijze is om de markt te benaderen via bemiddelaars. Zodra sprake is van een potentiële geldnemer brengt ING Investment Management deze partij in beeld aan de hand van gegevens uit het jaarverslag en andere kenmerken zo-als het marktaandeel. Deze gegevens worden beoordeeld op basis van een intern kredietmodel. Vervolgens wordt een afspraak gemaakt om de zaken te bespreken en het beeld te completeren. Tot slot wordt op grond van de ei-genschappen van de lening (looptijd, aflossing, rentevaste periode) het rentepercentage bepaald om te offreren.

Oudlaan 4 Postbus 9696

3506 GR Utrecht

T 030 273 96 [email protected] www.wfz.nl

Ontwerp: Avant la lettre, UtrechtDruk: Drukkerij Damen, Werkendam

Waarborgfonds voor de Zorgsector

De borging van 75% van de financiering voor nieuwbouw- en renovatieplannen van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond (LZR) was rond in ruim drie maanden. Om exact te zijn: de borgingsverklaring werd 103 dagen na aanvraag afgegeven door het WFZ. De redactie van het WFZ bulletin vroeg Jack Thiadens, bestuursvoorzitter van het Laurentius Ziekenhuis, hoe deze korte doorlooptijd kon worden bereikt.

Wat heeft gemaakt dat zo’n korte doorlooptijd kon worden gerealiseerd?“De compleetheid van de door onszelf aangeleverde stukken, de solide financiële situatie van ons ziekenhuis, de helder-heid en eenvoud van de business case en het overzichtelijke (ver)nieuwbouwplan, dat gefaseerd kan worden uitgevoerd, zijn factoren van doorslaggevende betekenis. Maar het is daarbij ook erg belangrijk dat we in CZ een zorgverzekeraar hebben, die onze bouwplannen steunt en waarmee we een meerjarencontract hebben. Dat geeft vertrouwen.”

Heeft u tips voor andere instellingen om snel tot een borging te komen? “Voor alles is het schrijven van een goede en reële business case, met meerdere scenario’s, voor de financiering een must. Je moet ook je strategisch beleid helder hebben. Men wil het totaalplaatje en de samenhang zien: een goed toekomstbeeld van de regio en van jouw instelling. Reken je in je business-plan niet rijk en stel de boel niet mooier voor dan het is. Een compact, efficiënt en goed in elkaar gezet bouwplan is ook een belangrijke voorwaarde. Dat hele plaatje moet dan het benodigde vertrouwen geven, zowel bij banken als bij het WFZ. Als dat tien maal heen en weer gaat met vragen en op-merkingen, dan klopt er iets niet. In eenvoud, zonder franje en een overzichtelijke fasering zit de kracht.”

Borging Laurentius ziekenhuis rond ‘in no time’

KerngegevensOmzet 2012: ca. 120 miljoen euroAantal FTE: 1160 FTE

Investering nieuwbouw & renovatie: ruim € 100 miljoen (excl. inventaris en ICT)

Realisatie nieuwe hotfloor (fase 1):nieuw OK-complex • • CCUIC met medium care • • CSASpoedplein•

Renovatie bestaand gebouw (fase 2):Logistiek compacter ziekenhuis, door verkleining vloeroppervlak van 53000 m² naar 42.000 m². Resultaat: korte looplijnen en overzichtelijke oriën-tatie voor de patiënt.

Hoe kwam het traject rondom de borging van de investering van het LZR tot stand?“Voordat wij ons verzoek tot borging indienden, heb ik samen met onze manager Financiën & Control Michael Ehlen contact gehad met het WFZ over de wijze waarop het verzoek het beste kon worden ingediend. Ook ge-bruikten we de website van het WFZ, waar informatie te vinden is over de eisen waaraan een business case moet voldoen. Incomplete informatie leidt per definitie tot ver-traging in het traject. Bij onduidelijkheden bleek dat het WFZ deze graag toelicht.”

Hoe heeft u de snelheid van het traject ervaren, o.a. gezien het feit dat het een consortium financiering betrof?“Het feit dat het een consortium financiering betrof heeft niet echt invloed gehad op de snelheid van het proces. De contacten verliepen soepel. Het WFZ heeft deskundig en solide geacteerd. Ook de banken, Rabobank en BNG, werkten mee en waren beschikbaar voor overleg. Onze aangeleverde stukken waren van een goede kwaliteit en we hebben er veel aandacht aan besteed om alles compleet beschikbaar te stellen. Natuurlijk hadden we onze agenda’s op het traject afgestemd. Als je wat van de ander verwacht, moet je ook zelf beschikbaar zijn. Alle partijen hadden hetzelfde doel voor ogen. De bereidheid van de betrokken mensen om tijd voor beoordeling van tevoren in te plan-nen en bij vragen even met elkaar te bellen, was groot.”

Jack Thiadens

Michael Ehlens

Kerncijfers Laurentius Ziekenhuis

Nieuwbouw & renovatie Laurentius Ziekenhuis