Bulletin - Stad Brugge

6
Bulletin van vragen en antwoorden 23 - 20 augustus 2013

Transcript of Bulletin - Stad Brugge

Page 1: Bulletin - Stad Brugge

Bulletin van vragen en antwoorden23 - 20 augustus 2013

Page 2: Bulletin - Stad Brugge

18de jaargangnr. 23 – 20 augustus 2013-----------------------------------------------------------------------------------

In het Bulletin van Vragen en Antwoorden worden vragen van Raadsleden en de antwoorden daarop letterlijk en volledig opgenomen. Elke briefschrijver is verantwoordelijk voor zijn/haar tekst waarvan de inhoud niet bindend is voor het stadsbestuur.

Vraag 380: Raadslid Sammy Roelant (18/07/2013)

Het historisch beschermde gebouw “Domein d’Hanins de Moerkerke” bevindt zich in erbarmelijke staat. De vorige eigenaars NV Ter Horst, alsmede de Heer Tony GRAM ten persoonlijke titel, werden ver-oordeeld tot het herstellen van de staat van het gebouw -in de staat zoals het was anno 1982 bij de bescherming, evenals tot een dwangsom van 5000 BEF (125 euro) per dag, alsook tot de plicht tot het onderhouden van het monument. Volgens de rechters is deze NV nog altijd verplicht dit gebouw te her-stellen. Ondertussen blijft dit achterwege evenals het onderhoud, ook vanwege de huidige eigenaars NV Domaine d’Hanins de Moerkerke.Net zoals de Weylerkazerne blijft “Domein d’Hanins de Moerkerke” een stadskanker en dit al gedurende een tergend lange periode. Ook hier gaat het om een pand met veel mogelijke perspectieven en met een grote esthetische waarde.

Mijn vragen aan de schepen en tegelijk aan de Burgemeester zijn:1. Zal het stadsbestuur een actieve rol spelen in het uit het slop halen van dit dossier? Welke partners ziet men hierin?2. Zijn er mogelijkheden tot onteigening bij verdere verkrotting? Indien ja, zal de stad een procedure in gang zetten?3. Welke bestemming verkiest het stadsbestuur voor het gebouw?4. Zal de stad zich burgerlijke partijen stellen t.a.v. NV Ter Horst en de Heer Tony GRAM?5. Welke taksen zijn door de stad geheven op dit pand en ten welke bedrage?

Antwoord 380:

Domein d’Hanins de Moerkerke

1. Zal het stadsbestuur een actieve rol spelen in het uit het slop halen van dit dossier? Welke partners ziet men hierin?

De vorige eigenaar (dhr. Gram van nv Horst) werd in een arrest van 2001 veroordeeld wegens ver-waarlozing van het beschermd monument en verplicht tot herstel, met een dwangsom.

De stad Brugge was zelf niet bij deze procedure betrokken omdat over beschermde monumenten enkel het Vlaamse gewest bevoegd is om een herstelvordering in te stellen (in tegenstelling tot gewone ste-denbouwkundige overtredingen waar het college deze bevoegdheid ook heeft).

In de maand juni is er reeds een gesprek geweest tussen de raadsman van de eigenaar, de bevoegde schepen en de verantwoordelijke GSA.Naar de toekomst toe zal de stad uiteraard verder zijn rol spelen om met de huidige eigenaar tot een aanvaardbaar project te komen.

2. Zijn er mogelijkheden tot onteigening bij verdere verkrotting? Indien ja, zal de stad een procedure in gang zetten?

De mogelijkheid tot onteigening is voorzien in de Wet van 7 augustus 1931 op het behoud van mo-numenten en landschappen. Van de wet zijn enkel nog de artikelen ‘, 1) lid, artikel 5 en artikel 16 in werking gebleven na goedkeuring van het Monumentendecreet van 3 maart 1976; en enkel voor mo-numenten. Deze artikelen luiden als volgt:

Art. 4: Wanneer er voor een gerangschikt gebouw of monument zou gevaar bestaan voor verval of zware beschadiging, zo het in het bezit blijft van zijn eigenaar, mag de Koning, op aanvraag of na ad-vies van de Koninklijke Commissie van Monumenten en Landschappen, machtiging verlenen tot ontei-gening ten algemenen nutte, hetzij door de Staat, hetzij door de gemeente”.

Page 3: Bulletin - Stad Brugge

Art. 5: Tenzij door de betrokken partijen anders werd overeengekomen, geldt elke onteigening, gedaan krachtens (de) artikel(en 2 en) 4, voor het gehele monument of gebouw, al werd dit slechts voor een deel gerangschikt en bovendien voor het terrein dat er bij behoort.

Op basis van deze artikelen, kunnen volgende conclusies getrokken worden:• onteigeningmoetsteedsvoorhetgeheelvanhetgebouw,inclusiefhetterreindaterbijhoort,tenzij de betrokken partijen anders overeenkomen.• hetinitiatiefrechtvooronteigeningligtbijhetVlaamseGewestofdestad/gemeente.• enkelonteigeningvaneenbeschermdmonumentismogelijk(dusnietvangoederengelegenbinnen een beschermd stads- of dorpsgezicht, tenzij de gebouwen zelf op hun beurt ook nog be-schermd zijn als monument).

In de praktijk werd tot op heden in Vlaanderen zelden gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.

Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat een onteigeningsprocedure lang kan duren.Dit heeft eveneens te maken met het feit dat onteigening wordt gezien als het allerlaatste redmiddel.

In artikel 13, §1 van het monumentendecreet van 3 maart 1976 wordt onder meer het niet naleven van de algemene voorschriften van instandhouding en onderhoud en het ontsieren, beschadigen of ver-nielen van een beschermd monument strafbaar gesteld.De gemeentelijke controleurs, gemachtigd door de gouverneur, kunnen overtredingen vaststellen bij proces-verbaal met bewijskracht tot het tegendeel bewezen is.Het zijn echter enkel de ambtenaren aangewezen door de Vlaamse regering die mondeling of schrif-telijk bevel kunnen geven om werken stil te leggen, die kunnen overgaan tot verzegeling of inbeslag-name van werk- en voertuigen en die bij de rechtbank de herstelvordering kunnen indienen.

Dit betekent dat het college voor herstelmaatregelen inzake beschermde monumenten afhankelijk is van het initiatief dat wordt genomen door de gewestelijke inspectie van Onroerend Erfgoed.

De onteigening van een beschermd monument is dus juridisch mogelijk wanneer er sprake is van ern-stige verwaarlozing met verval of zware schade tot gevolg. Er zijn echter niet veel voorbeelden gekend, zodat eerst andere mogelijkheden moeten overwogen worden (eigenaar aanmanen nodige onder-houdswerken te doen, wijzen op de inbreuk op de monumentenwetgeving, handhavend optreden,…).

3. Welke bestemming verkiest het stadsbestuur voor het gebouw

Het is aan de huidige eigenaar om een voorstel te doen dat dan door onze diensten en het college zal beoordeeld worden.

Het pand ligt in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Er zijn dus wel wat mogelijkheden maar uiteraard in de mate dat de erfgoedwaarde niet in het gedrang komt.

Gezien de uitzonderlijk hoge erfgoedwaarde van dit 18de-eeuwse stadspaleis, dient elke nieuwe functie steeds de authenticiteit van het gebouw garanderen. Een bestemming die storende ingrepen vereist is uitgesloten. Dit betekent dat een nieuwe functie het bestaande gebouw met al zijn erfgoedelementen als uitgangspunt zal moeten nemen en deze respectvol zal moeten integreren binnen het project.

Een publiek toegankelijke functie zou uiteraard een absolute meerwaarde kunnen betekenen maar kan niet opgelegd worden.

4. Zal de stad zich burgerlijke partijen stellen t.a.v. NV Ter Horst en de Heer Tony GRAM?

Aangezien de procedure tegen nv Ter Horst en dhr. Gram al tot een uitspraak heeft geleid, is de vraag of een burgerlijke partijstelling door de stad nog enige zin heeft.

5. Welke taksen zijn door de stad geheven op dit pand en ten welke bedrage?

Witteleertouwersstraat 1A is sinds 10/11/2005 geïnventariseerd voor leegstand (leegstaande woning/gebouw). Sinds 01/01/2010 overgedragen aan de huidige inventarisbeheerder de stad Brugge.

In 2011 werd een taks van 1.250,00 euro geheven. Hier tegen werd echter bezwaar ingediend, wat na onderzoekdoordedienstfinanciënalscorrectwerdbeoordeeld.Sindsdienisgeenleegstandtaksmeer

Page 4: Bulletin - Stad Brugge

geheven.

Vraag 381: Raadslid Jasper Pillen (18/07/2013)

Betreffende zendantennes Tramstraat

Buurtbewoners uit de Tramstraat zijn ongerust over een aantal meldingen. Op een A4-blad aan de in-kom van een appartementsgebouw en op een infobord aan de inkom van het Belgacom-gebouw verder in de straat staat vermeld dat er zendantennes van enerzijds Mobistar en anderzijds Belgacom zullen geplaatst worden.

De bewoners weten echter van niets en kregen geen informatie over de normale vragen: waarom, wie, hoe, wat, waar, … ?

Ik heb dan ook de volgende vragen:- Wat wordt er precies gepland? - Wat zijn de verwachte stralingen? Wat zijn de gehanteerde grenzen op Brugs en op Vlaams ni-veau? - Waarom worden er 2 installaties op zo een beperkte afstand geplaatst? Zijn er geen milieu- en ruimtefficiënteremethodesquapooling/sharing?- Waarom werden de buurtbewoners niet geïnformeerd? - Kan er alsnog, hetzij door de stad hetzij op vraag van de stad door de operatoren, een infomo-ment voor de buurtbewoners worden georganiseerd? - In welke fase zitten de beide projecten? Wat zijn de volgende fases?

Antwoord 381:

Zendantennes Tramstraat

Algemeen:Gezien de infrastructuur voor mobiele communicatie een gemeenschapsvoorziening is werden beide aanvragen behandeld overeenkomstig de bijzondere procedure van de Vlaamse codex ruimtelijke orde-ning.Een vergunning wordt binnen de bijzondere procedure afgeleverd door de gewestelijke stedenbouw-kundige ambtenaar en deze wint het voorafgaand advies in van de door de Vlaamse regering aangewe-zen instanties en van het college van burgemeester en schepenen. Van een vergunning, afgegeven binnen de bijzondere procedure, mag gebruik worden gemaakt vanaf de zesendertigste dag na de dag van aanplakking.

Wat wordt er precies gepland? Tramstraat 36-38 is een appartementsgebouw van 4 bouwlagen en technisch verdiep. Op dit technisch verdiepvoorzietMobistar2buismastenvan4mhoog.Dezemastenwordengecamoufleerddooreenpolycarbonaat omkasting, zelfde kleur als de gevel, zodat het lijkt alsof het om schouwen gaat.Op Matmeers 2, het Belgacomgebouw (eig. Connectimmo) - 4 bouwlagen en technisch verdiep, voor-ziet Belgacom mobile/Proximus een buismast (hoogte 3.34 m) in een radiotransparante schouw ge-schilderd gelijkaardig aan de gevel. Tegen de gevels van het technisch verdiep worden antennes ge-plaatst, eveneens geschilderd zoals de gevels.

Wat zijn de verwachte stralingen? Wat zijn de gehanteerde grenzen op Brugs en op Vlaams niveau? De gezondheidsnormen werden vastgelegd in een besluit van de Vlaamse regering (besluit van de Vlaamse regering van 19 november 2010 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni1995houdendealgemeneensectoralebepalingeninzakemilieuhygiënewatbetreftdenormeringvan vast en tijdelijk opgestelde zendantennes voor elektromagnetische golven tussen 10MHz en 10 GHz, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 13 januari 2011).Een installatie mag slechts in gebruik genomen worden als de aanvrager beschikt over een conformi-teitsattest zoals bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 19 november 2010. Tweeministeriëlebesluitengevenverdereinvullingaandezeregeling(Belgischstaatsbladvan16februari 2011): het ministerieel besluit van 26 januari 2011 houdende de aanwijzing van de instelling bevoegd voor beoordeling van technische dossiers bij de aanvraag van een conformiteitsattest voor een vast opgestelde zendantenne en het ministerieel besluit van 26 januari 2011 tot vaststelling van de voorwaarden en procedures voor de betaling van de retributie, en van de voorwaarden voor de aan-

Page 5: Bulletin - Stad Brugge

vraag van een conformiteitsattest voor vast opgestelde zendantennes van elektromagnetische golven meteenfrequentietussen10MHzen10GHz.Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) is aangewezen als de instelling bevoegd voor de beoordeling van technische dossiers.Zo wordt het voorzorgsprincipe gerespecteerd. Alle nieuwe en bestaande installaties moeten aan de normen voldoen en de vergunningverlenende overheid kan er dan ook in alle redelijkheid van uitgaan dat het gezondheidsaspect voldoende onder controle is.Het kadaster van de antennesites is te raadplegen op http://www.sites.bipt.be/ .Bijkomend kan worden verwezen naar hoofdstuk 12 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is waar-door een aantal installaties voor telecommunicatie vrijgesteld zijn van de vergunningsplicht.Zie hiervoor http://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Beleid/Wetgeving/Uitvoeringsbesluiten/Vergunnin-gen/Vrijstellingvergunningsplicht1dec2010 .

Waarom worden er 2 installaties op zo een beperkte afstand geplaatst? Zijn er geen milieu- en ruimte efficiënteremethodesquapooling/sharing?Duurzaam ruimtegebruik door bundeling en medegebruik is een basisprincipe dat al werd vastgelegd in de telecomcode, onderschreven op 4 juni 1998 door de Vlaamse overheid en door de operatoren (Belgacom mobile nv, Mobistar nv en KPN Orange nv). Er wordt steeds gezocht naar bundeling van de basisstations met bestaande gebouwen en infrastructuren en naar mogelijkheden tot medegebruik van bestaande basisstations in andere netwerken.Medegebruik betekent dat twee of meerdere uitbaters van een netwerk voor mobile telefonie hun sig-naalapparatuur op dezelfde locatie plaatsen. Een dergelijke locatie kan het dak van een gebouw of een pyloon zijn. Medegebruik houdt dus steeds verband met het delen van plaats op dragende structuren of bestaande constructies, niet met het gezamenlijk gebruik van de eigenlijke signaalapparatuur.De grootte van een gebouw is bepalend of er al dan niet ruimte is voor een tweede of derde operator.Naast ASTRID (federale politie) zijn er drie netwerken (Belgacom mobile nv/Proximus, Mobistar nv en KPN Orange nv/Base) en de netwerken worden opgebouwd in een cellulair systeem waarbij elke opera-tor een eigen netwerk van basisstations uitbouwt. Daarnaast is er een stijgend aantal gsm-gebruikers, een toenemend gebruik van het GSM-toestel en de uitbreiding naar breedband multimedia. Hierdoor krijgen we steeds evoluerende noden waarvoor steeds oplossingen gezocht worden. Brugge is één van de weinige steden (naast o.a. Gent en Antwerpen) die overleg met de Vlaamse overheid en de verschil-lende operatoren laat organiseren om naar een duurzaam ruimtegebruik te komen. Ook de zorg die in Brugge besteed wordt aan de vormgeving en architecturale integratie van de installaties is een bekend gegeven.

Waarom werden de buurtbewoners niet geïnformeerd? De buurtbewoners werden geïnformeerd via de aanplakking op de bouwplaats.Er was geen openbaar onderzoek gezien de aanvragen niet beschreven zijn in het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot steden-bouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

Kan er alsnog, hetzij door de stad hetzij op vraag van de stad door de operatoren, een infomoment voor de buurtbewoners worden georganiseerd? Een infomoment voor de buurtbewoners is niet voorzien binnen de procedure en het stadsbestuur is geen vergunningverlenende overheid. Een stedenbouwkundige vergunning wordt vooral beoordeeld op het visuele impact van de installatie en in deze twee aanvragen is dit impact door het gebruik van de ‘camouflageschouwen’minimaal.HetBelgischInstituutvoorpostdienstenentelecommunicatie(BIPT)is aangewezen als de instelling bevoegd voor de beoordeling van technische dossiers (wat het stra-lingsonderdeel betreft).

In welke fase zitten de beide projecten? Wat zijn de volgende fases? Voor het dossier Tramstraat 36-38 (BVG 20124311) is door de Vlaamse overheid op 7 december 2012 vergunning afgegeven (8.00/31005/22158.1). In de voorwaarden van de vergunning zijn de voorwaar-den van de stedelijke dienst Leefmilieu, bekrachtigd door het college van burgemeester en schepenen, opgenomen.Voor het dossier Matmeers 2 (BVG 20130301) is door de Vlaamse overheid op 25 maart 2013 vergun-ning afgegeven (8.00/31005/10540.5). Ook hierin zijn voorwaarden opgenomen voorgesteld door de stedelijke dienst Leefmilieu en bekrachtigd door het college van burgemeester en schepenen. Beroep tegen deze vergunningen kan worden ingesteld door o.a. elke natuurlijke persoon of rechts-persoon die rechtstreekse of onrechtstreeks hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de vergun-ningsbeslissing. Het beroep kan worden ingesteld binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen die ingaat de dag na deze van aanplakking..De vergunningen kunnen worden uitgevoerd.

Page 6: Bulletin - Stad Brugge

stad brugge dienst pers en publicatiesburg 12 ,b-8000 brugge

t 050 44 81 00 | f 050 44 82 [email protected]

v.u. j. coens, stadssecretaris, brug 12, b-8000 brugge