BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik...

89
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Academiejaar 2008 2009 BRUGGE ALS MYTHE Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Taal- en Letterkunde: Nederlands Engels Michèle Van Houtryve Promotor: Prof. Dr. Freddy Decreus

Transcript of BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik...

Page 1: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Academiejaar 2008 – 2009

BRUGGE ALS MYTHE

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Taal-

en Letterkunde: Nederlands – Engels

Michèle Van Houtryve

Promotor: Prof. Dr. Freddy Decreus

Page 2: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

2

Inhoudsopgave

Voorwoord ................................................................................................................................... 4

0. Inleiding ................................................................................................................................... 5

Deel 1: Mythevorming rond het Brugge van de middeleeuwen ....................................................... 14

1. Inleiding ............................................................................................................................. 14

2. Getuigenissen ...................................................................................................................... 14

3. Vermeldingen in de (internationale) literatuur ........................................................................ 25

4. Mythes ................................................................................................................................ 28

4.1 Het Venetië van het Noorden .......................................................................................... 28

4.2 Brugge verloor glans als haven door de verzanding van het Zwin ...................................... 29

4.3 Brugge als middeleeuwse stad ......................................................................................... 30

4.4. Mythes als verzonnen volksverhalen............................................................................... 31

Deel 2: De middeleeuwen in de negentiende eeuw ........................................................................ 45

1. Inleiding ............................................................................................................................. 45

2. De negentiende-eeuwse bouwkunst in Brugge: de neogotiek .................................................. 49

3. De historische stoeten .......................................................................................................... 52

4. Standbeelden van belangrijke historische figuren ................................................................... 54

4.1 Simon Stevin ................................................................................................................. 55

4.2 Hans Memling ............................................................................................................... 57

4.3 Jan van Eyck .................................................................................................................. 60

4.4 Jan Breidel en Pieter de Coninck ..................................................................................... 62

5. Muurschilderingen in de gotische zaal van het Brugse stadhuis: historische taferelen die

verwijzen naar de grootheid van het verleden ............................................................................ 64

6. De manier waarop met de Vlaamse Primitieven werd omgegaan: herontdekking en herwaardering

.............................................................................................................................................. 65

7. De symbolistische kunst: een andere benadering van het historische verleden .......................... 68

Page 3: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

3

8. Gevolg van mystieke sfeer van “dode” Brugge van de 19de

eeuw: veel toeristen aangetrokken tot

Brugge ................................................................................................................................... 73

9. Toerisme: verleden gebruiken om heden te laten opbloeien .................................................... 78

10. De bouw van de haven van Zeebrugge: een nieuw verlangen naar grootheid .......................... 80

3. Conclusie ................................................................................................................................ 83

4. Bibliografie............................................................................................................................. 85

Page 4: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

4

Voorwoord

„Home is where the heart belongs‟.

Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer

die Brugge uitstraalt. Het is de stad die me blijft boeien en verbazen, maar ook de stad waar ik

me veilig voel. Het is mijn „thuis‟. Na de week in Gent te hebben doorgebracht, ben ik altijd

blij als ik „mijn‟ Brugge terugzie. Ik geef het toe, ik ben een beetje verliefd op Brugge. Het

plan om stadsgids te worden spookt al lang door mijn hoofd. Toen professor Decreus mij

voorstelde om een scriptie over Brugge te schrijven, aarzelde ik geen seconde. Hij voelde

meteen mijn liefde voor de stad en wou me de kans gunnen om een scriptie te schrijven over

een onderwerp dat me heel na aan het hart ligt.

Ik wil dan ook eerst en vooral mijn promotor, professor Decreus, bedanken. Ik wil hem niet

alleen bedanken voor de begeleiding, het aanreiken van belangrijke bronnen en de steun, maar

ook voor het geloof in het onderwerp en om mij deze kans te geven. Het is duidelijk dat ook

hij gefascineerd is door Brugge. Deze liefde deel ik maar al te graag met hem.

Daarnaast wil ik ook mevrouw Nadia Sels bedanken. Zij heeft mij bijzonder nuttige tips

gegeven en bronnen aangereikt, maar zij heeft mij ook gesteund op cruciale momenten.

Verder dank ik ook mijnheer Jean-Pierre Drubbel, hoofd van de toeristische dienst van

Brugge. Het was een heel interessante middag in zijn kantoor in het voormalig Oud Sint-

Jansziekenhuis.

Ik wil ook mijn lieve grootvader en peter, René Van Houtryve, bedanken. Hij heeft mij al heel

veel geleerd in mijn korte leven. Er zijn weinig Bruggelingen die zoveel weten over de stad

als hij. Ik wil hem bedanken voor alle informatie, raad, steun en liefde.

Tot slot mag ook nonkel Peter niet ontbreken in dit dankwoord. Hij is meerdere keren mijn

persoonlijke gids geweest in Brugge. Samen hebben we niet alleen de hele stad doorkruist,

maar hebben we ook belangrijke musea en tentoonstellingen bezocht. Hij heeft mij ook enorm

veel boeken en informatie gegeven.

Page 5: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

5

0. Inleiding

De titel van deze masterscriptie is Brugge als mythe. Traditioneel gezien betekent mythe

zoveel als „godenleer‟, maar door de eeuwen heen heeft „mythe‟ nog een andere betekenis

gekregen, namelijk „a ficticious, unproven or illusionary thing‟.1 Deze betekenis komt

ongeveer overeen met Roland Barthes‟2 betekenis van „mythe‟ in zijn bekendste werk,

Mythologies. Het is aan de hand van deze betekenis van „mythe‟ dat deze masterscriptie tot

stand is gekomen.

Voor deze masterscriptie steun ik niet alleen op de theorieën van Roland Barthes. Ik volg

meerdere methodes die toepasbaar zijn op de verschillende en uiteenlopende hoofdstukken in

deze scriptie. Deze manier van werken vind ik veel interessanter dan het slaafs volgen van één

methodologie. Het is trouwens ook zo dat getuigenissen, (fictie)literatuur en volksverhalen in

het kader van deze scriptie een ander karakter hebben en bijgevolg anders moeten worden

benaderd. Door op uiteenlopende hoofdstukken verschillende theorieën toe te passen, probeer

ik aan te tonen dat ik kennis heb van verschillende theorieën in zowel de literatuur- als in de

geschiedwetenschap.

In de middeleeuwen was Brugge één van dé kosmopolitische steden van Europa. De stad was

economisch heel welvarend door de handel met vreemde naties. Ook op cultureel vlak heeft

Brugge zijn impact niet gemist: het was niet alleen de stad van de Vlaamse Primitieven, maar

het was ook een intellectueel centrum, dankzij het (Europese) geestesleven, en een

humanistisch centrum. Ook het muziekleven bloeide er en de stad was ook belangrijk voor de

1 http://seacoast.sunderland.ac.uk/~os0tmc/myth.htm (20 april 2009). Deze site is een bespreking van

Mythologies van Roland Barthes.

2 Zoals uit het vervolg van deze scriptie zal blijken, betekent „mythe‟ voor Roland Barthes ook: „vastgelopen en

zich bovendien als “normaal”, “natuurlijk” gepresenteerde interpretatie van verschijnselen en dingen, een soort

ideologie dus‟. Interpreteren, dat betekent „een betekenis toekennen‟, en, vaker nog, „een nieuwe betekenis

toekennen‟, is iets noodzakelijks. Ieder mens is constant aan het interpreteren. Als men bijvoorbeeld een paraplu

ziet, zal men dit voorwerp niet alleen herkennen als iets dat ons beschermt tegen de regen, maar men zal meteen

daarbij denken dat het regent of zal regenen. Men kan er ook een paar andere dingen bij denken, zoals „ik ben

mijn paraplu vergeten‟ of „dat is een mooie paraplu‟ of „wat moet die regen vervelend zijn voor de toeristen‟ etc.

In Mythologies trekt Barthes ten strijde tegen een aantal vanzelfsprekendheden omdat zij niet als interpretaties,

niet als cultuurgebonden ideeën en niet als ideologie gepresenteerd worden. Barthes analyseert aan de hand van

een aantal sprekende voorbeelden hoe „men‟ – invloedrijke kranten en media – voortdurend bezig zijn met

mythevorming. (Hillenaar, H., Roland Barthes. Existentialisme, semiotiek, psychoanalyse., Van Gorcum, Assen,

1982, p. 8-9)

Page 6: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

6

miniatuur- en boekdrukkunst. De internationale roem en aantrekkingskracht van Brugge in de

middeleeuwen, zowel op economisch als op cultureel vlak, kan dus onmogelijk onderschat

worden. Het is onvermijdelijk dat rond een stad als Brugge verhalen, mythes gevormd

werden.

Eerst en vooral werden reeds in de middeleeuwen, de „gouden eeuwen‟ voor Brugge, talrijke

getuigenissen geschreven over de roem, pracht en praal van Brugge. Deze getuigenissen

blijven bestaan en worden door de eeuwen heen nog steeds aangehaald als bewijs voor de

roem die Brugge had verworven in de middeleeuwen. De getuigenissen kunnen gezien

worden als narratieven die in het bewustzijn van de inwoners van Brugge blijven hangen.

Door de verhalen die overgeleverd worden, creëren mensen mythes, beelden. Aan de

getuigenissen is mijns inziens echter een gevaar verbonden: het zijn ego-documenten en

weerspiegelen vooral de waarheid van de auteur, maar die persoonlijke waarheid hoeft niet

noodzakelijk overeen te komen met de realiteit. Ego-documenten worden geschreven door

een auteur die zijn tijdgenoten of mensen uit de toekomst wil overtuigen van zijn of haar

overtuigingen en/of belevenissen. Toch is het deels op basis van deze getuigenissen dat

mensen in latere tijden de middeleeuwen op een hoger platform zullen stellen. De

getuigenissen die in deze masterscriptie opgenomen zijn, willen namelijk vooral duidelijk

maken hoe roem- en glorierijk Brugge in de middeleeuwen was. De laatste jaren is er

gelukkig meer belangstelling rond de ego-documenten gekomen en de humane

wetenschappers hebben, door invloed van het postmodernisme, ingezien dat een tekst op

verschillende manieren en niveaus kan gelezen worden.

Niet alleen in de nabije getuigenissen komt Brugge aan bod als internationaal, welvarend en

roemrijk handelscentrum, maar het kreeg ook al die associaties in de internationale literatuur.

Onder deze literatuur bevinden zich geen ego-documenten, maar betreden we het domein van

de fictie. De verhalen die men onder de noemer „fictie‟ plaatst, hoeven niet noodzakelijk

waarheidsgetrouw te zijn. De fictieve verhalen kunnen dus volledig uit de fantasie van de

auteur ontsproten zijn, maar ook de verhalen die deels op de realiteit berusten, plaatst men

onder de noemer „fictie‟. Deze laatste verhalen kunnen echter ook als „faction‟ aangeduid

worden.

Prof. dr. Marc Boone zegt in Historici en hun métier dat fictie ook een historische bron kan

zijn, al is ze primair niet als dusdanig bedoeld.3 De internationaal bekende verhalen over de

3 Boone, M., Historici en hun métier. Een inleiding tot de historische kritiek, Academia Press, Gent, 2005, p. 7.

Page 7: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

7

identiteit van Brugge in de middeleeuwen moeten dus ook als historische bronnen benaderd

worden. Er is mijns inziens een grote kans dat er een afspiegeling van de realiteit in terug te

vinden is. Net de dubieuze staat van de waarheidsgetrouwheid van deze internationale

bronnen, maakt het mythevormingsproces interessant. De mythes, de vaak fictieve verhalen

die rond Brugge ontstaan, kunnen dus reeds aan de bron berusten op foutieve gegevens.

In de laatste tendensen van de nieuwe culturele geschiedenis is, in navolging en uitwerking

van de Annales recepten, door Lawrence Stone in Past and Present van 1979 de „revival of

the narrative‟ vastgesteld. De Groningse geschiedfilosoof Frank Ankersmit stelde in 1983 dat

„als men een goed historicus wil zijn, dan zal men een goed stilist moeten wezen‟4. Sindsdien

heeft hij een onderbouw verleend aan de opvatting dat geschiedenis zich in de tweede helft

van de twintigste eeuw in toenemende mate (opnieuw) op teksten diende te concentreren en

dat naast de feitelijke informatie die in deze historische teksten te vinden is, de tekst op zich

een afspiegeling biedt van de historische samenleving die de tekst heeft voortgebracht. Het

narrativisme is geen poging om literaire kritiek en historische kritiek in elkaar te laten

overgaan, wel een vraag om aandacht te hebben voor het feit dat geschiedenis gemaakt wordt

en dat de maker en de context waarbinnen deze creatieve daad haar beslag krijgt essentieel

een onderdeel van het volledige verhaal zijn. Gestaafd door deze theorieën neem ik dus enkele

internationale vermeldingen van Brugge in de literatuur op, omdat zij enerzijds voortleven in

de hoofden van de Bruggelingen en mee aan de basis lagen van de mythevorming rond

Brugge en anderzijds omdat ook de literaire vermeldingen als afspiegeling van de ware

realiteit kunnen fungeren.

4 Volgens de Franse historicus Charles Seignobos schrijft men geschiedenis op basis van documenten:

„L‟histoire se fait avec des documents‟. Zo is het, maar het is slechts een deel van de waarheid. Voor

geschiedschrijving heb je ook een historicus als mens nodig. Rousseau zei: „Sentir, c‟est penser‟. Voor

geschiedschrijving heb je een historicus nodig, maar het moet een mens zijn, inclusief zijn gevoelens. Ankersmit

vindt dat hoe we ons voelen over het verleden niet minder belangrijk is dan de kennis die we erover hebben. Het

is volgens hem zelfs waarschijnlijk belangrijker. Het gaat ook over de historische ervaring. In dit artikel wordt

het voorbeeld gegeven van Johan Huizinga en zijn Herfsttij der Middeleeuwen. Ankersmit vindt dat Huizinga

sowieso al veel van de middeleeuwen af wist door kennis uit boeken, maar hij slaagde er ook in volledig de geest

van de middeleeuwen op te roepen. Het was pas toen hij de schilderijen van Rogier van der Weijden en Van

Eyck zelf zag, dat hij de ervaring van de Middeleeuwen voelde. Die schilderijen kwamen echt uit het verleden.

(Meester, M. en Meester, F., „Voelen is denken. De sublieme historische ervaring van Frank Ankersmit‟, in:

Bres, nr. 231, 2005, p. 9-13.)

Page 8: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

8

Een van de redenen waarom ik focus op narratieve teksten5 is omdat ook een historicus de

realiteit slechts kan benaderen via discursieve, dus talige, voorstellingen. Dit bewijst waarom

men in de negentiende eeuw het Brugge van de middeleeuwen opnieuw wil laten heropleven,

en dit door het opnieuw „uitbeelden‟ van die middeleeuwen. Men had verhalen, beelden en

mythes in het hoofd en deze moesten herleefd worden, bijvoorbeeld in de uitbeelding van

belangrijke gebeurtenissen in historische stoeten of in wandschilderingen in de gotische zaal

van het Brugse stadhuis.6

Hayden White trok in Metahistory. The historical imagination in nineteenth century Europe

(1973) de stelling dat de historicus de realiteit slechts via talige voorstellingen kan benaderen

radicaal door. Dit leidde tot de opvatting dat de geschiedenis een literair genre is en dat ze niet

noodzakelijk een groter waarheidsgehalte heeft dan bijvoorbeeld de roman. Voor de

consequent radicale postmodernist is de realiteit van het verleden slechts een subjectieve

creatie van de historicus.7 Omdat deze visie mijns inziens iets te ver gaat, zal ik ze dan ook

niet verder toepassen op deze masterscriptie.

Als laatste vorm van narratieve elementen neem ik ook enkele van de bekendste Brugse

volksverhalen op in deze masterscriptie. Deze verhalen mogen opnieuw niet gezien worden

als mythes in de zin van „godenverhalen‟, maar als mythes in de zin van fictieve, niet

bewezen verhalen die ontstaan zijn in een welbepaalde cultuur op een bepaald moment waarin

men behoefte had om belangrijke fenomenen te verklaren. Van de volksverhalen gaat een

enorme beeldende kracht uit. De Brugse mythes zijn waarschijnlijk de belangrijkste verhalen

5 Het is niet zo dat ik alle theorieën rond narrativisme als juist beschouw. Zo is er bijvoorbeeld het narrativistisch

tekstualisme, dat mijns inziens een stap te ver gaat. Het narrativistisch tekstualisme impliceert niet alleen dat het

zicht op het verleden door de overvloed aan teksten over het verleden wordt bemoeilijkt, maar ook dat het

verleden zonder deze teksten eenvoudigweg betekenisloos is. Het verleden an sich is onkenbaar. (Tollebeek,J.,

De ekster en de kooi. Nieuwe opstellen over geschiedschrijving, Bert Bakker, Amsterdam, 1996, p160.) Dit wil

mijns inziens zeggen dat er niet langer ruimte is voor het als onmiddellijk ervaren contact met het verleden. Dat

ik de historische sensatie heel belangrijk vind, wordt bewezen door het hele tweede deel van deze scriptie. In dit

tweede deel ligt de nadruk niet meer op de tekstuele ervaring van het verleden, maar op de interpretatie en de

representatie van dat verleden, dat men eventueel heeft leren kennen op basis van enkele overgeleverde teksten,

ego-documenten, verhalen en mythes.

6 Doordat de uitbeelding van belangrijke gebeurtenissen gebaseerd was op overgeleverde verhalen, zowel uit

mythes als uit geschiedkundige bronnen, zal de representatie ervan niet altijd volledig waarheidsgetrouw zijn.

Later zal ook aan bod komen dat deze verhalen vaak overdreven werden om de grootsheid van Brugge in de verf

zetten. Er wordt dus vaak een loopje met de werkelijkheid genomen.

7 Boone, M., Historici en hun métier. Een inleiding tot de historische kritiek, Academia Press, Gent, 2005, p.

189-191.

Page 9: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

9

die in het geheugen van de Bruggelingen over hun stad staan gegrift. De verhalen proberen te

verklaren hoe en waarom bepaalde fenomenen in Brugge zijn terecht gekomen. Men kan ze

dus op een bepaalde manier als oorsprongsmythen zien. Tot op vandaag weet men

bijvoorbeeld nog steeds de werkelijke oorsprong van de kant niet, maar de Brugse mythe over

Serena en de kant probeert die oorsprong wel te verklaren. Omdat er een enorm beeldende

kracht van deze mythes uitgaat en omdat ze tot op de dag van vandaag nog in het collectieve

geheugen van de Bruggelingen staan gegrift, licht ik ze graag nader toe. Het zijn mijns inziens

de belangrijkste narratieven in deze scriptie, omdat de onderwerpen die ik zal aanhalen nog

steeds fundamenteel met Brugge verweven zijn en het imago en de identiteit van de stad

intrinsiek bepaald hebben.

In de negentiende eeuw krijgen de Bruggelingen het stigma van „dode stad‟ opgelegd. Men

raakte deze stempel grondig beu. Er zal een nostalgie naar de middeleeuwen op de voorgrond

treden. De Bruggelingen zijn, dankzij de overgeleverde verhalen en beelden, maar ook

dankzij de grote monumenten die nog steeds het stadsbeeld bepalen, niet vergeten wie ze ooit

geweest zijn en willen de roem uit de middeleeuwen laten herleven. In het deel over de

negentiende eeuw wordt beschreven op welke manieren de Bruggelingen erin slagen om die

middeleeuwen te laten heropleven. Men koos bijvoorbeeld voor de neogotische bouwstijl, in

historische stoeten kwam een deel van het rijke verleden opnieuw naar het toenmalige Brugse

stadsbeeld, standbeelden werden opgericht voor de grote figuren die Brugge in de

middeleeuwen bekend hebben gemaakt, dankzij de oprichting van de haven van Zeebrugge

werd de band met de zee hersteld, enzovoort. Op die manier creëert men ook een nieuwe

identiteit.

Omdat de impact van de mythes, de verhalen rond Brugge, niet te onderschatten is, wil ik

onderzoeken in welke mate zij eigenlijk juist zijn. Mythes zijn verhalen die ontstaan om zin te

geven aan het bestaan. Daarom hoeven ze echter nog niet waar te zijn. De verhalen uit de

middeleeuwen leven voort in het bewustzijn en onderbewustzijn van de Bruggelingen. De

verhalen over de roem van Brugge, maar ook de artefacten zoals de schilderijen van de

Vlaamse Primitieven en de majestueuze gebouwen worden vanaf de negentiende eeuw

gebruikt om het imago van „dode provinciestad‟ van zich af te werpen en te vervormen naar

een ander imago. Zo krijgt Brugge eigenlijk ook een andere identiteit. Hoewel de roem van

Brugge zeker niet te ontkennen is, zijn er ook verhalen en mythes gecreëerd om de stad in een

beter daglicht te stellen. Zo is de legende van Boudewijn met de IJzeren arm niet

Page 10: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

10

waarheidsgetrouw en moest Marcus Gerards een stadsplan tekenen dat Brugge net iets beter

voorstelde dan het eigenlijk was. Het is echter zo dat ook die verhalen, beelden en mythes

generaties lang doorgegeven worden en op den duur als juist beschouwd worden.

Het is de bedoeling om in deze masterscriptie te onderzoeken welke elementen Brugge tot die

welvarende, kosmopolitische stad gemaakt hebben, maar om ook de verhalen onder de loep te

nemen die Brugge als dusdanig afgeschilderd hebben. Sommige van die getuigenissen,

verhalen en mythes blijven rondspoken in de hoofden van de Bruggelingen. Door die

narratieven, maar ook door de fysieke overblijfselen, herinnert de Bruggeling zich in de

negentiende eeuw de roem die de stad ooit gehad heeft. Hoe de Bruggelingen met dat

verleden in de negentiende eeuw omgingen, wordt beschreven in het tweede deel.

Ik volg Roland Barthes‟ methodologie die hij uiteenzet in Le mythe, aujourd‟hui in

Mythologies in die zin dat de dingen die wij als „natuurlijk‟ aanvaarden eigenlijk onze eigen

creaties zijn. Mythologies is een studie over hoe de massa en de massacultuur, georganiseerd

door „la petite bourgeoisie‟, een mythologische realiteit vormen conform de eigen normen en

waarden. Het Brugge van de negentiende eeuw wordt ook een constructie, georganiseerd door

diegenen die het in de stad voor het zeggen hebben. Rond Brugge bestaan heel wat mythes die

in de negentiende eeuw gebruikt zullen worden om het karakter van de stad bij te stellen en

om terug te gaan naar de vergane glorie. Zo wordt Brugge beschouwd als „het Venetië van het

Noorden‟, maar deze vergelijking is eigenlijk onjuist.8 Toch is het sinds de negentiende eeuw

een middel om toeristen te lokken. Roland Barthes vestigt dus de aandacht op een historisch

discours. In dit discours zitten een reeks vooronderstellingen die de historicus bewust maar

vaker nog onbewust, inlast en die niet van de bestudeerde bronnen afkomstig zijn maar uit de

eigen inzichten. Barthes wijst erop dat de historische beschrijvingen van het verleden niet

(noodzakelijk) handelen over dat verleden, maar enkel weergeven wat de historici zich

voorstellen aangaande dat verleden. Hier is dus sprake van een gespannen relatie tussen de

realiteit en vragen rond de representatie: bestaat het verleden wel buiten het verhaal? In de

negentiende eeuw grijpt men in Brugge terug naar dat roemrijke middeleeuwse verleden, het

verleden maar ook naar de identiteit die ze missen. Maar ze bouwen een nieuwe mythe rond

die middeleeuwen en dit op basis van hun eigen inzichten over de middeleeuwen, inzichten

8 De reden waarom deze vergelijking onjuist is, komt later aan bod.

Page 11: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

11

die ze vaak verschaft hebben op basis van (betrouwbare?) getuigenissen en verhalen over de

grote figuren en gebeurtenissen uit het Brugse verleden.

In de negentiende eeuw wil men dus de middeleeuwen laten heropleven. Het was niet alleen

een periode van grote gebeurtenissen in de geschiedenis van Brugge, zoals de internationale

handel die plaats had in Brugge en de verspreiding van Bruggelingen over de rest van Europa,

maar in de negentiende eeuw vereert men ook de grote figuren die Brugge dat „machtige‟

imago hebben bezorgd. Op deze mentaliteit is de theorie van Thomas Carlyle toepasbaar dat

men zich laat verleiden om morele lessen te trekken uit het verleden en om de tijdsgenoten

„voorbeelden‟ of voorbeeldige figuren uit het eigen verleden als na te volgen exempla voor te

houden. Carlyle zegt dat het eigen is aan de mens om helden uit het verleden te vereren en om

ze in het heden als voorbeelden te beschouwen. Daarom worden ook zoveel standbeelden van

grote mannen opgericht en biografieën van belangrijke figuren geschreven. Volgens Carlyle is

een held „a great man, one to whom every man looks up and feels a sense of awe. Hero-

worship is only natural because we recognize that these men embody the greatness all other

men strive for.‟9

Deze theorie is toepasbaar op wat in de negentiende eeuw gebeurt in Brugge, in die zin dat

men dus ook opkijkt naar de grote figuren die iets voor Brugge en de status van Brugge in de

rest van de wereld betekend hebben. Zo worden bijvoorbeeld standbeelden opgericht voor de

grote mannen die de faam van Brugge internationaal hebben helpen verspreiden. In dit geval

gaat het over Breidel en De Coninck, Simon Stevin, Hans Memling en Jan van Eyck.

In de gotische zaal prijken ook enkel muurschilderingen van gebeurtenissen en mannen uit de

middeleeuwen waar men in de negentiende eeuw naar moet opkijken. Men wil dat er opnieuw

zo‟n glorierijke periode voor Brugge zou komen. Men koesterde misschien de hoop dat, als

men het voorbeeld van de grote figuren zou navolgen, zo‟n nieuwe periode zich snel zou

aankondigen.

Het tweede luik van mijn scriptie focust dus voornamelijk op het feit dat er in de negentiende

eeuw in Brugge een ware cultus van nostalgie heerst. Dit deel kan ik ook staven met de

theorieën van Jo Tollebeek. Er is niet alleen de geschiedenis van de realiteiten, maar ook de

geschiedenis van de herinnering aan deze realiteiten, die intussen behoren tot een voorgoed

vervlogen tijd. Jo Tollebeek baseert zich hoofdzakelijk op de Franse historicus Pierre Nora,

9 http://www.victorianweb.org/authors/carlyle/heroes/covert17.html (22 april 2009)

Page 12: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

12

die de theorie van „lieux de mémoire‟ promootte. Een geschiedenis moest zich concentreren

op de plaatsen waaraan deze herinneringen zich hadden gehecht, de pleisterplaatsen van het

geheugen. Het ging Nora niet om de geschiedenis van de plaats zelf te beschrijven, maar om

te achterhalen welke associaties zich mettertijd aan die plaats hadden gehecht.10

Brugge in de negentiende eeuw is hiervoor een goed voorbeeld. De Bruggelingen willen zich

een nieuw imago aanmeten en gebruiken daarvoor de rijke geschiedenis, die ze gaan

cultiveren en esthetiseren. In de prachtige gotische zaal van het Brugse stadhuis worden

bijvoorbeeld voornamelijk de belangrijkste gebeurtenissen uit de Brugse geschiedenis

afgebeeld aan de hand van muurschilderingen. Ook de Gouden-Boomstoet is een verwijzing

naar de periode waarin Brugge zijn grootste macht en welvaart kende. Brugge vormt an sich

al een lieu de mémoire.11

Het cultiveren van het verleden kadert natuurlijk ook in de patriottische en romantische geest

die overheerste in de negentiende eeuw. Vooral de figuren die tot de verspreiding van de

nationale faam – in dit geval de verspreiding van de roem van Brugge – hadden bijgedragen,

werden vereerd. Voor Brugge waren dat bijvoorbeeld Breydel en De Coninck, Hans Memling,

Jan van Eyck en Simon Stevin. Voor hen worden bijgevolg standbeelden opgericht op

belangrijke pleinen in het stadscentrum.

In deze tijdsgeest spelen verhalen vanzelfsprekend een grote rol. „De geest waarin deze

verhalen werden gelezen, was vatbaar voor de suggesties die van het verleden konden

uitgaan.‟.12

10

Tollebeek, J., „Inleiding‟, in: Tollebeek, J., Buelens, G. en Deneckere, G. (red), België, een parcours van

herinnering, plaatsen van tweedracht, crisis en nostalgie, Bert Bakker, Amsterdam, 2008, p. 30.

11 Er zijn veel redenen waarom Brugge an sich een lieu de mémoire is. Enkele statige, middeleeuwse

monumenten, zoals bijvoorbeeld het Belfort en de Sint-Salvatorskerk, verwijzen rechtstreeks naar het glorierijke,

middeleeuwse verleden van Brugge. Enkele natiehuizen van vreemde kooplieden hebben de tand des tijds

doorstaan en verwijzen bijgevolg ook naar de economische bloeiperiode van Brugge. In Brugge zijn ook nog

heel wat schilderijen van de bekende Vlaamse Primitieven bewaard gebleven. Vooral van Hans Memling bezit

de stad nog heel wat schilderijen. Naast tastbare objecten verwijzen ook de historische optochten naar het

roemrijke Brugse verleden. De Gouden-Boomstoet is de uitbeelding van het bezoek van Karel de Stoute en

Margaretha van York aan Brugge naar aanleiding van hun huwelijk. De Heilige-Bloedprocessie is de herdenking

van de aankomst van enkele druppels bloed van Christus in Brugge. Uiteraard dient ook hier genuanceerd te

worden. Later zal bijvoorbeeld blijken dat de druppels bloed onmogelijk van Christus afkomstig kunnen zijn.

Hoewel de Bruggelingen en het stadsbestuur dit weten, vinden ze dit geen reden om de stoet af te schaffen. Rond

dat Heilige Bloed is namelijk een mythe gecreëerd en die willen ze levend houden, omdat het Brugge, als plaats

waar druppels bloed van Christus bewaard worden, een mooie allure geeft naar de buitenwereld toe.

12 Tollebeek, J., „Inleiding‟, in: Tollebeek, J., Buelens, G. en Deneckere, G. (red), België, een parcours van

herinnering, plaatsen van tweedracht, crisis en nostalgie, Bert Bakker, Amsterdam, 2008, p. 30.

Page 13: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

13

Het doel van deze scriptie is dus te onderzoeken hoe Brugge in de getuigenissen uit de

middeleeuwen naar voren treedt als een roemrijke, kosmopolitische stad waar de handel en

cultuur floreerden. Rond deze stad ontstonden onvermijdelijk ook mythes. Welke mythes

waren dat en hoe gebruikte men in de negentiende eeuw het beeld dat van de roemrijke

middeleeuwen was ontstaan door die verhalen en mythes om het karakter en imago van de

stad te veranderen?

Page 14: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

14

Deel 1: Mythevorming rond het Brugge van de

middeleeuwen

1. Inleiding

In de middeleeuwen werd Brugge één van de roemrijkste, kosmopolitische steden van

Europa. Dankzij zijn band met de zee kon Brugge uitgroeien tot een belangrijke handelsstad.

Bijgevolg kwamen vreemde naties zich vestigen in Brugge. Zij hebben hun stempel gedrukt

op het Brugse stadsleven en de taal, maar via de handelscontacten heeft ook Brugge op zijn

beurt een internationale uitstraling kunnen verwerven. Veel Bruggelingen, zowel handelaars

als kunstenaars, zijn uitgeweken naar andere oorden om daar carrière te maken. Ook op

cultureel vlak was Brugge een belangrijke stad. De Vlaamse Primitieven waren er actief, het

was een intellectueel centrum, later een humanistisch centrum en zowel de miniatuur- als de

boekdrukkunst floreerden er. Het is onvermijdelijk dat rond een stad als Brugge mythes zullen

ontstaan. Niet alleen de getuigenissen over Brugge werden bekend, maar ook de mythes en

verhalen die rond Brugge en bekende figuren zullen ontstaan, worden wijdverspreid en leven

voort in de hoofden van de Bruggelingen.

Deze glorierijke middeleeuwen, de „gouden eeuwen‟ voor Brugge, zullen in de negentiende

eeuw aan de basis liggen van een cultus van nostalgie naar de periode toen Brugge nog één

van de grootste kosmopolitische steden van Europa was. In de negentiende eeuw wordt

Brugge namelijk afgeschreven als een doodse, arme stad. Er zouden schijnbaar in de stad

geen elementen meer aanwezig zijn die de inwoners en bezoekers laten herinneren aan

glorierijker tijden. Dit had tot gevolg dat men in de negentiende eeuw belangrijke

middeleeuwse elementen en gebeurtenissen zal cultiveren, omdat men het imago van stille

provinciestad beu was. Dit proces wordt beschreven in het tweede deel van deze scriptie. In

dit hoofdstuk wordt de basis van die „vermythisering‟ gegeven.

2. Getuigenissen

Ik neem hier enkele van de belangrijkste en bekendste middeleeuwse getuigenissen over

Brugge op omdat het o.a. dankzij deze getuigenissen is dat men tot op vandaag een beeld kan

schetsen van hoe het leven in Brugge was in de middeleeuwen. Men kan zich echter afvragen

Page 15: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

15

hoe waarheidsgetrouw deze getuigenissen zijn. Het kan gevaarlijk zijn wanneer men deze

getuigenissen letterlijk gaat interpreteren en woord voor woord gaat geloven. In de

getuigenissen wordt namelijk vaak overdreven en wordt niet altijd de realiteit zoals het echt

was, weergegeven. Toch leven de getuigenissen voort als narratieven en zullen ze de

Bruggelingen er later aan herinneren hoe machtig hun stad was. In die zin zijn het dus mythes

in de betekenis van „niet bewezen verhalen‟.

De getuigenissen die hier aan bod zullen komen, klasseer ik onder de „egodocumenten‟.

Hieronder ressorteert men kronieken of traktaten, opgesteld in verhalende of narratieve vorm

om een bepaalde boodschap te laten overkomen.

De motieven om egodocumenten op te stellen kunnen heel uiteenlopend zijn. Men wil

bijvoorbeeld de tijdgenoot of het nageslacht inlichten over de huidige gebeurtenissen via een

min of meer wetenschappelijk traktaat, of men kan hen een visie of opinie willen opdringen.

Soms wil men kronieken opstellen waarin feiten in een bepaalde logica worden gegoten, of

men kan anderen deelgenoot willen maken van eigen juiste inzichten via egodocumenten

zoals een persoonlijke brief of memoires.

De term „egodocumenten‟ is in 1958 bedacht door de Nederlandse historicus Jacques Presser.

Vandaag is de term als neologisme ook internationaal aanvaard. In de definitie van Presser

zelf zijn egodocumenten „die documenten waarin een ego zich opzettelijk of onopzettelijk

onthult – of verbergt‟. Het zijn met andere woorden bronnen met een opzettelijk ik- of wij-

perspectief (brieven, memoires, dagboeken, interviews), bewust gecreëerd voor de auteur zelf,

maar meestal ook voor anderen. Eind jaren vijftig werden deze bronnen nog als

onbetrouwbaar afgedaan. Egodocumenten werden toen enkel binnen de ideeën- en

cultuurgeschiedenis benut als bron voor de studie van het proces van toenemende

individualisering, waarvan werd aangenomen dat dit sinds de middeleeuwen op gang was

gebracht.13

Als spiegel van de realiteit zijn deze bronnen inderdaad vaak onbetrouwbaar,

onder andere door het manifest aanwezig eigenbelang, maar dit engagement kan volgens prof.

dr. Marc Boone ook positief worden benut. De „Dichtung‟ is door de auteur van het

egodocument ten dele als „Dichtung‟ ervaren, maar ten dele ook als „Wahrheit‟, weliswaar

13

Het was vroeger een gangbare tendens dat men kritisch of wantrouwend omging met persoonlijke, individuele

herinneringen. De zuivere historicus streeft namelijk het liefst naar objectiviteit. Zijn of haar blik is vaak

gebaseerd op acemische maatstaven. Historici gingen vaak voorbij aan het feit dat elk individu een eigen

waarnemings-, selectie-, en waarderingsmogelijkheid hanteert op basis van normen die voor het individu

relevant zijn.

Page 16: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

16

zijn/haar waarheid.14

Deze „Dichtung-Wahrheit‟ is hoe dan ook een historische waarheid,

maar het is een andere soort waarheid dan die van de „harde feiten‟. Onder invloed van het

postmodernisme is trouwens ook bij historici het inzicht gegroeid dat teksten op verschillende

niveaus moeten en kunnen gelezen worden.

Veel egodocumenten geven trouwens meer een beeld van wat de auteur buiten zichzelf heeft

waargenomen dan een onthulling van zichzelf en van de ervaring in strikte zin.15

Kortom, het is voor deze getuigenissen van belang dat we weten dat ze waarschijnlijk wel de

historische realiteit proberen te weerspiegelen, maar we moeten er rekening mee houden dat

het subjectieve bronnen zijn en vooral de waarheid van de auteur zelf weergeven.

Nu wordt overgegaan tot de getuigenissen over het roemrijke middeleeuwse Brugge.16

„Lang vóór het moderne, internationale toerisme zich van het huidige, goed geconserveerde

Brugge meester zou maken, werd de Vlaamse kunst- en handelsstad door de eeuwen heen als

een Europees cultureel en commercieel centrum beschouwd. De stad werd bezocht en

bewonderd.‟17

Valentin Vermeersch wil in Brugge en Europa de belangrijkste geschreven

getuigenissen die in de loop der jaren Brugge als een internationaal handelscentrum hebben

omschreven vermelden. In de eerste plaats moet melding gemaakt worden van Flandria

Illustrata van de vaak geciteerde Vlaamse historicus Antonius Sanderus (1586 – 1664). Over

het kosmopolitische en mercantiele Brugge schreef hij de volgende tekst:

14

De termen „Dichtung‟ en „Wahrheit‟ werden geïntroduceerd door Goethe.

15 Boone, M., Historici en hun métier, een inleiding tot de historische kritiek, Academia Press, Gent, 2005, p. 5-

6.

16 Deze historische getuigenissen hebben een narratieve structuur. Het historisch proces krijgt dus eigenlijk een

verhaalstructuur. Paul Ricoeur formuleert in Temps et récit (1983-1985) enkele gedachten waarmee ik akkoord

ga: „Het is hun narratieve structuur die de historische gebeurtenissen onderscheidt van natuurlijke gebeurtenissen

(die zo‟n structuur missen). Het is doordat historische gebeurtenissen een narratieve structuur bezitten dat

historici gerechtigd zijn om verhalen als geldige representaties van dergelijke gebeurtenissen te beschouwen en

ons dergelijke representaties als verklaringen [van deze gebeurtenissen] te aanvaarden‟. (Geciteerd in: Tollebeek,

J., De ekster en de kooi. Nieuwe opstellen over de geschiedschrijving., uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1996,

p. 155.) De tijd dat historici ook narratieven als eventuele historische bronnen moeten aanvaarden, is

aangebroken.

17 Vermeersch, V., „Brugge, een Europese stad in Vlaanderen‟, in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 13.

Page 17: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

17

Deze markt is zoo ruim dat zeventien geslachten van zoo veele Koningrycken of

voortreffelyke Volken hier hunne Wooningen en Pakhuizen opgerecht hebben: onder

deeze bevonden zich de Engelschen, Schotten, Françoizen, Kastilianen, Portugeezen,

Arragoneezen, Navareezen, Katalanen, Biskayers, en die van de Hanze steden

(namelyk van Lubek, Hamburg, Wismar, Rostok, Dantzik, Riga, Revel, en zeer veele

andere), alsmede de Venetianen, Florentynen, Genuezen, en die van Luca en Milaan,

die den Hoorn des overvloeds van allerhande Waaren derwaards bragten. Italië

voorzag deze markt van Kamelotten, en Grogreinen, zynde eene stof, gemaakt van

Geitenhaair, ‟t welk in Galatie tot zeer fyne Draaden gesponnen word, en van

Ossehuiden, Zyde- Goud- en Zilverdraad; goude en zilvere Lakens, en zyde Stoffen,

Paarlen, Malvezy, Aluin, Zwavel, Oli, welriekende Kruiden, en Speceryen, Quikzilver,

Rhabarber, Mummie, Kaffie, Zenebladen, enz. Vrankryk voorzag het van Zout,

Linnens uit Bretanje, witten en Rooden Wyn, Olie, en Papier; Engeland van Wol, Tin,

Loot en Bier; Schotland van Schaape- en Konyne- en andere Vellen, en van dikke en

grove Lakens, enz. In tegendeel voerden de Vremdelingen van daar weg zeer schoone

en kloeke Paarden, vette Ossen, zeer lekkere Booter, allerhande Kaas, Haring,

Bokking, en allerhande gezoute Vis, Linne, Wolle Lakens, Tapyten, uitmuntend door

haar maakzel en verscheidenheid, de fraaiste Schilderyen, en, met een woord, al wat

door de Kunst bedacht, en met de handen gemaakt kan worden; en dit alles in

zodanigen overvloed, dat Brugge boven alle de andere Steden van Vlaandre, ja van

geheel Nederland, wegens haren Handel, den Roem gekreegen heeft.18

Deze 17de

-eeuwse omschrijving van het Europese Brugge illustreert duidelijk de samenhang

tussen economie en cultuur. In Brugge is gehandeld en gedistribueerd in materiële en

geestelijke goederen. De aanwezigheid van rijkdom en kapitaal heeft overigens de creativiteit

en de zucht naar verfijning en luxe permanent in de hand gewerkt. Volgens Valentin

Vermeersch hebben diverse Europese auteurs en reizigers nog generaties lang verfijning,

goede smaak en stijl als kenmerken van de Brugse bevolking ervaren en beschreven – ook na

de grote bloeitijd van de stad. Die eigenschappen zouden het gevolg zijn van haar

kosmopolitische karakter.

18

Ibidem

Page 18: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

18

Ook de universele schoonheid en de verfijning van de Brugse vrouwen werd in de Europese

reisliteratuur voortdurend bezongen. Een bekend voorbeeld hiervan is de getuigenis van

Johanna van Navarra, de echtgenote van de Franse koning Filips de Schone. In 1301, toen zij

samen met haar man een blijde intrede deed in Brugge, heeft zij vermeld dat de bijzonder

mooi geklede vrouwen van Brugge als „vorstinnen‟ gekleed zijn.19

Ze zou gezegd hebben: „Ik

dacht de enige koningin te zijn, maar ik heb er hier honderden gezien.‟20

Ook de Spaanse reiziger Pero Tafur (ca. 1410-ca. 1487), die in de vijftiende eeuw tijdens een

grote Europareis in Brugge verbleef, heeft een persoonlijke getuigenis geschreven:

In deze streek van het land leven de mensen buitengewoon weelderig. Ze hebben te

eten al hetgeen dat ze wensen en begeven zich aan allerhande vormen van luxe.

Mannen en vrouwen gaan hier samen in bad21

; ze vinden dat zo gewoon als wij samen

naar de kerk gaan. Zonder twijfel heeft de god van de luxe hier grote macht., maar het

is geen plaats voor arme mensen, die er ook onheus worden ontvangen.22

Diezelfde Pero Tafur zou vermoedelijk de eerste geweest zijn die de vergelijking tussen

Brugge en Venetië leven heeft ingeblazen:

Men zegt dat twee steden wereldhandel onder elkaar verdelen: Brugge in Vlaanderen

in het westen en Venetië in het oosten. Het komt mij echter voor, en velen zijn het

hierin met mij eens, dat er meer handelsactiviteit in Brugge is dan in Venetië. Er is

daar een reden voor. In het hele westen bestaat er geen ander groot handelscentrum

19

Het is volgens mij logisch dat de vrouwen in het Brugge van de middeleeuwen beter voor de dag kwamen dan

vrouwen in andere steden. Omdat Brugge in de middeleeuwen dé welvarendste stad van het huidige België was,

was het logisch dat vrouwen zich duurdere kleren en juwelen konden veroorloven. Ook door de aanwezigheid

van vreemde naties in Brugge, maakte men kennis met de producten van elders in Europa. Onder deze producten

bevonden zich ook kleren, juwelen en verzorgingsproducten.

20 http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/brugge_stad_met_vele_gezichten.htm (22 april 2009)

21 Het gebeurde inderdaad dat mannen en vrouwen samen in bad gingen in de veertiende en vijftiende eeuw in

Brugge. De zogenaamde badhuizen of stoven hadden echter meer de reputatie van een bordeel. In die badhuizen

vonden de mannen niet alleen meisjes en seks, maar ook eten en drank, geanimeerde gesprekken en muziek.

(Dupont, G., „Prostitutie in Brugge tijdens de Bourgondische periode‟ in: Ryckaert, M. en Vandewalle, A.,

Brugge. De geschiedenis van een Europese stad, lannoo nv, Tielt, 1999, p. 53)

22 Idem, p. 14.

Page 19: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

19

zoals Brugge, hoewel Engeland ook wel wat handel drijft. Men zegt zelfs dat in

sommige periodes wel zevenhonderd schepen per dag de haven van Brugge verlaten23

.

In Venetië daarentegen, dat natuurlijk ook wel een rijke stad is, zijn alleen de

inwoners van de stad zelf bij de handel betrokken. De stad Brugge ligt in het

graafschap Vlaanderen en is er de hoofdstad van. De stad is dicht bevolkt, heeft mooie

huizen en straten, waar veel werklieden wonen; voorts zijn er mooie kerken en

kloosters en voortreffelijke herbergen … Maar iedereen die geld heeft en het wil

uitgeven, zal alleen in deze stad al wat de wereld voortbrengt vinden. Ik zag er

sinaasappelen en citroenen van Castilië, alsof ze juist van de bomen waren geplukt,

fruit en wijn uit Griekenland, zo overvloedig als in dat land zelf. Ik zag er suikergoed

en specerijen uit Alexandrië en de hele Levant, juist alsof wij daar waren; bont van de

streek van de Zwarte Zee, alsof het in Brugge zelf was geproduceerd. Hier was ook

heel Italië met brokaat en zijde en al wat daar gemaakt wordt en wij vinden inderdaad

geen streek van de wereld, waarvan de producten hier niet in groten getale voorradig

zijn.24

Dat deze vergelijking eigenlijk een mythe geworden is, zal later in deze scriptie beschreven

worden. Tafur beschrijft ook de macht van Brugge op economisch vlak: het was een

prachtige, welvarende handelsstad.

De Zwitserse geneesheer Felix Platter (1536-1614), die op doorreis naar Engeland in 1599

Brugge bezocht, gaf een gelijkaardige getuigenis over de inwoners van Brugge:

Ze zijn beleefder, kunstzinniger en opgewekter dan de andere volkeren van

Vlaanderen. Zij zijn vol goede wil en hebben een bijzondere verfijning in manieren en

veel welwillendheid in het aannemen en overnemen van vreemde gebruiken en ideeën.

Ook hebben ze in hun voeding en kleding een weelderige pracht en zuiverheid. Vooral

de dames zijn keurig en behoorlijk aangekleed. Naar men mij vertelde is de taal van

23

Het is duidelijk dat Pero Tafur overdrijft. Er zullen ongetwijfeld veel schepen de Brugse haven verlaten

hebben, maar zevenhonderd schepen op één dag is een serieuze overdrijving. Het doel van deze overdrijving was

waarschijnlijk om de stad nog iets grootser en machtiger voor te stellen dan het eigenlijk was. Dit bewijst

opnieuw het gevaar van de egodocumenten: ze beschrijven de waarheid van de schrijver of wat de schrijver de

mensen wou laten geloven.

24 Idem, p. 23-24.

Page 20: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

20

de Bruggelingen de beste, mooiste en verzorgdste, zodat Brugge bekend is bij de

Nederlanders, die hierheen komen ter wille van de grotere beschaving25

… De meisjes

en vrouwen van deze stad overtreffen alle andere in bekoorlijke gebaren,

vriendelijkheid en schoonheid.26

Valentin Vermeersch wijst erop dat het feit dat zowel de rederijkersbeweging als het Europees

humanisme zich in het 15de

- en 16de

-eeuwse Brugge zo intens konden manifesteren,

grotendeels te danken is aan het kosmopolitische karakter van de stad, wat een uitwisseling

van een internationaal gedachtegoed in de hand werkte.

In de getuigenissen komt ook geregeld de gastvrijheid van de Bruggelingen aan bod. De

Noord-Nederlandse rechtsgeleerde en kanselier Hadrianus Marius (1505-1568) schreef rond

het midden van de 16de

eeuw een klaagzang bij zijn vertrek uit Brugge. De volgende verzen

over Brugge kwamen erin voor:

Ik zou het hebben uitgeschreeuwd: o al te

zuinige lof, o kwade roem;

Die jou nooit zag, Brugge, kent je

ternauwernood.

Jij, goede Barsis, jij doet precies wat ik zeg.

En ook jij, Karel Laurijn, stuk van mijn ziel,

Die aan mijn zijde de gehele stad toonde,

ideale

Gidsen, geleiders in blijvende gehechtheid.

Jullie toonden hoe Brugge om ‟t even welke stad

Te boven gaat: haar kerken van een handvaardig meesterschap,

Haar openbare paleizen, aantrekkend met

vergulde wapenschilden,

25

Als er een liefde van de Nederlanders was voor de Brugse taal, zal ze niet standgehouden hebben tot op het

einde van de negentiende eeuw. Het is zelfs bekend dat de West-Vlamingen een eerder moeilijke band hebben

met de Nederlandse taal. Denk maar aan het taalparticularisme met voorstanders als Guido Gezelle en Albert

Rodenbach. De taalparticularisten ijverden voor een Nederlandse standaardtaal die gebaseerd was op het West-

Vlaams, maar toch heeft deze beweging het niet gehaald: er werd gekozen voor een Nederlandse standaardtaal

op basis van de taal van onze noorderburen.

26 Idem, p. 14-15.

Page 21: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

21

En ook haar privéwoningen, met niet

minder geld en trots

Gesmukt. Onvoorstelbaar wat een

kunstwerk: duizend bruggen27

van uit-

Gelezen natuursteen – sommigen zeggen

zelfs dat Brugge daar haar

Naam haalde – én het enorme waterrad op

haar vesten, dat overvloedig

De wateren op- en aanvoert.

Enkele regels verder gaat het zo:

Brugge, laat mij die tijd in je schoot vertoeven,

Midden uitgelezen vrienden als jij, zeer

geleerde

Mark Laurijn, sieraad voor je geslacht,

Door wiens vriendschap jij, allerschitterendst

Brugge,

Mij nu zo bijzonder dierbaar bent.

Hier ook leerde ik Valdaura kennen

En met hem het brood van vrienden delen.

Valdaura zeker, allerzekerst kind van Phoebus

En door je medicinale kruiden én door je

musische lier.

Het was ook hier dat ik Fagellus ontmoette;

In eeuwigheid blijf ik die dag gedenken

Jij die met de boog28

hen kunt verslaan die mij

bekampen;

Door je komst werd ook jij verschalkt.

27

Dit is een overdrijving van Hadrianus Marius. In Brugge konden, zeker in die tijd, geen duizend bruggen

geweest zijn. Het was waarschijnlijk opnieuw de bedoeling om de stad nog machtiger voor stellen dan ze

eigenlijk was.

28 Dit is een verwijzing naar de schuttersgilden die reeds in de middeleeuwen in Brugge aanwezig waren. Zij

zorgden o.a. voor de verdediging van de stad bij vreemde invallen.

Page 22: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

22

Ook jou, Florens Groboal, die ik hier trof,

kan ik niet

Verzwijgen: lieveling van Phoebus en van

de Muzen.

Door wiens vriendschap Mechelen mij

blij zag, dat

Ook nu treurig is om je heengaan. Brugge.

De grote behoedster, nam je weg, moeder

van zovele geleerden, in haar schoot bergt ze

schitterende sieraden.

Doch wat mankeert me, wijl ik praat wijkt

de stad, wordt ze geheel aan mijn blik

onttrokken.

Vaarwel Brugge. Vaarwel gezelschap fijn.29

Opvallend in deze getuigenis is de vermelding van Marcus Laurin. Deze figuur heeft een

belangrijke rol gespeeld in het ontvangen van de humanisten te Brugge. Hij was namelijk hun

gastheer en het was in zijn huis dat veel ontmoetingen tussen bekende humanisten als

Erasmus, Vivès en More hebben plaatsgevonden. In het derde kwart van de zestiende eeuw

zou Marcus Laurin de centrale figuur worden van het Brugse humanisme. „Hij legde een

kostbare verzameling oudheden aan en financierde een aantal uitgaven die exemplarisch zijn

voor zijn archeologische en numismatische interesse. Hij nam daartoe in 1558 de uit Venlo

afkomstige graficus en drukker Hubertus Goltzius in dienst. Goltzius reisde gedurende twee

jaar door Duitsland, Zwitserland, Italië en Frankrijk op zoek naar munten, penningen en

andere antieke artefacten. De samenwerking tussen Laurinus en Goltzius resulteerde

uiteindelijk in de oprichting van een uitgeverij, waarvan Goltzius de leiding had. Ze

publiceerden vooral eigen werken, waaronder Julius Caesar (1563), als werk van collega‟s als

Van Meetkerke, Jacob Cruycke, Domenicus Lampsonius en Jan Otho. Laurinus had ook

belangstelling voor de niet-klassieke oudheid. Hij gaf bijvoorbeeld de beroemde cartograaf

Abraham Ortelius aanwijzingen bij de decoratie van een kaart van het oude Egypte.‟30

31

29

Idem, p. 15-16. 30

Martens, M., „Brugge en het Europees humansisme„ in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 263 – 264. 31

Naast Goltzius waren nog enkele andere drukkers, zoals William Caxton, Jan Brito en Colard Mansion, actief

in Brugge.

Page 23: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

23

Ook de Zeeuwse humanist Adrianus Barlandus (1486-1538) schreef rond 1527 een beroemde

getuigenis over Brugge. Hij was zo onder de indruk van de pracht en praal van het toenmalige

Brugge, dat hij schreef dat de andere Vlaamse kunststeden, Gent, Antwerpen, Brussel, Leuven

en Mechelen, niets betekenden naast Brugge:

De pracht en de luister van de openbare en privégebouwen in deze stad tarten elke

beschrijving. Om alles te zeggen met weinig woorden: de hele stad is erop berekend

om de geest te voeden en het oog te prikkelen. Gent, Antwerpen, Brussel, Leuven en

Mechelen mogen dan fraaie steden zijn, naast Brugge verzinken ze in het niet.32

Brugge werd, ook in de 16de

eeuw, zelfs boven de grote kunststeden geplaatst in Testament

Retoricael van de bekende rederijker Edward de Dene (1505-ca. 1576):

Roome de groote, Florence de scoone,

Milanen de wel gepeupelde stede,

Venege die draeght des wijsheyds Crone,

Genoa vul der hooveerdichede,

Parijs ooc sonder ‚s gelycken mede,

Keulene heilighe stadt ghepresen,

dit syn al steden kerstenheden,

boven andere plaetsen uytghelesen.

O Brugghe, ghy waert boven al gheresen

want door uw rein wesen net ghepeerelt

pleegt ghy te heetene de goude werelt.33

In de middeleeuwen werd Brugge inderdaad één van de belangrijkste kunststeden van Europa.

Zoals in het hoofdstuk over de negentiende eeuw aan bod zal komen, gebruikte Brugge die

status van kunststad dan ook om toeristen te lokken of om de nadruk op zijn imago als

kunststad te leggen. Brugge is en blijft de stad van de Vlaamse Primitieven. Brugge heeft dan

ook een deel van zijn internationale uitstraling op cultureel vlak te danken aan enkele

32

Vermeersch, V., „Brugge, een Europese stad in Vlaanderen‟, in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 16.

33

Ibidem.

Page 24: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

24

Vlaamse Primitieven, zoals bijvoorbeeld Jan van Eyck en Hans Memling. Voor hen zullen,

zoals beschreven wordt in het hoofdstuk over de negentiende eeuw, standbeelden opgericht

worden. Zij werden vereerd omdat Brugge een deel van zijn internationale bekendheid aan

hen te danken heeft.

Wie waren nu de bekendste Vlaamse Primitieven die voor die mythische uistraling van

Brugge gezorgd hebben?

De bekendste inwijkelingen die het in de 15de

eeuw gemaakt hebben zijn Petrus Christus,

Hans Memling en Gerard David.

Petrus Christus vestigde zich in 1444 in Brugge als schilder. Het leek er op dat hij zich in

Brugge als de nieuwe Jan Van Eyck wou opstellen. Hij maakte kleine portretten, intieme

tronende madonna‟s en nieuwe versies van Eyckiaanse composities. Ook het trompe-l‟oeil,

het precieuze detailwerk, het licht en de signatuur zijn door Van Eyck geïnspireerd. Dirk De

Vos deelt ons mee dat het mogelijk is dat Petrus Christus in Italië is geweest. Hij is bovendien

de eerste schilder in de Nederlanden die een meetkundig correct perspectief toepaste en zijn

composities zuiver stereometrisch opbouwde. Het vroegste voorbeeld is de Annunciatie,

vervaardigd in 1452, die nu in het Groeningemuseum hangt.34

In 1465, bijna 10 jaar voor de dood van Petrus Christus, laat een zekere Jan van Mimnelinghe,

geboren in Seligenstadt, zich registreren als burger van Brugge. „Het is de beroemde Hans

Memling die, meer nog dan Jan van Eyck, het symbool zal worden van de legendarische glans

van Brugge als de stad waar de zo bewonderde Vlaamse schilderkunst vandaan kwam.

Memlings bekendste werk is misschien wel zijn monumentale triptiek met het Laatste

Oordeel, een opdracht van de Florentijnse bankier Agnolo Tani.

„Voor de Brugse ateliers is Memling de figuur geweest die de beeldformules en de rijzige,

grafisch gestileerde vormgeving van Rogier van der Weyden heeft geïntroduceerd en een

schilderijtype heeft gecreëerd, dat na de Van Eyck-traditie een nieuwe, internationaal

succesrijke Brugse stijlfase heeft belichaamd.‟35

Memling wist een afgerond en evenwichtig schoonheidsideaal te combineren met een

geruststellende en glimlachende religiositeit. „In zijn voorstellingswereld komt er een fysieke

34

De Vos, D., ‚Brugge en de Vlaamse primitieven in Europa„, in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 320.

35

Idem, p. 321.

Page 25: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

25

versmelting tot stand van het heilige en het menselijke, een christelijke mythologie

vergelijkbaar met die uit de oudheid. Ook zijn glasheldere, open organisatie van de ruimte

moet hebben aangesproken, evenals de perfectionistische kristallisatie van het portret.‟36

Rond 1484 begon Gerard David in Brugge te werken. Hij onderging veel invloeden, ook die

van Memling. In tegenstelling tot Memling nam Gerard David actief deel aan het corporatieve

en stedelijke leven in Brugge. Zijn opdrachtgevers waren vertegenwoordigers van stedelijke

en religieuze instellingen: magistratuur, confrérie en clerus. Er is echter slechts één schilderij

dat met zekerheid aan David kan toegeschreven worden. Het betreft Portret van een

geestelijke, van ca. 1515. Dit is een portret van een stevige monnik met op de achtergrond

twee stoere Brugse kerktorens.

In de categorie van de bekende hofschilders is Jan Van Eyck de belangrijkste. Hij vestigde

zich vanaf 1425 in Brugge. Daarvóór was hij verbonden met het hof van Den Haag. Filips de

Goede, hertog van Bourgondië, nam uiteindelijk Jan Van Eyck aan als hofschilder en

kamermeester. Het oeuvre dat van Jan Van Eyck bewaard is, is beperkt tot zijn privé-

opdrachten die hij in Brugge tijdens de laatste tien jaren van zijn leven uitvoerde, toen hij

geen buitenlandse opdrachten meer aanvaardde en officieel in Brugge gevestigd was.37

3. Vermeldingen in de (internationale) literatuur

Brugge werd ook vermeld in de internationale literatuur. Aangezien schrijvers als Dante en

Chaucer de stad vermeldden, moet Brugge in de middeleeuwen een grote internationale,

mythische uitstraling hebben gehad. Deze vermeldingen van Brugge zijn geen

egodocumenten, maar worden geklasseerd onder de noemer „fictie‟ omdat het niet de

bedoeling van de auteurs van de verhalen was om een realistisch beeld en een eigen waarheid

van de stad weer te geven. Toch kan fictie een historische bron zijn en kunnen we de

internationale verhalen als dusdanig beschouwen. Er is mijns inziens altijd een grote kans dat

fictie gebaseerd is op de realiteit. Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw wordt

namelijk, onder impuls van de Groningse geschiedfilosoof Frank Ankersmit, aangenomen dat

de studie van geschiedenis zich in toenemende mate opnieuw op teksten moest concentreren.

36

Idem, p. 322.

37

Idem, p. 322-326.

Page 26: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

26

Er is niet alleen feitelijke informatie in narratieve teksten te vinden. De tekst op zich biedt ook

een afspiegeling van de historische samenleving die de tekst heeft voortgebracht. Op die

manier komt men door het lezen van een fictieve tekst toch heel wat te weten over de

historische omstandigheden. De auteur en de context waarbinnen de tekst geschreven is

moeten dus een essentieel onderdeel van het geheel worden.38

In Brugge en Europa kan men lezen dat Brugge in de internationale literatuur vermeld wordt

vanaf de hoge middeleeuwen. Guillaume le Breton, dichter en kroniekschrijver van de Franse

koning Filips August II, brengt in 1220 een overzicht van de rijkdommen die via Damme naar

het toenmalige Brugge werden verscheept in zijn Filipskroniek. Ook Thomas Beckett, de

bekendste aartsbisschop van Canterbury, zou Brugge en het grafelijk slot van Male bezocht

hebben. Brugge werd in de dertiende eeuw vermeld bij de Italiaanse schrijver Dante Alighieri

(1265-1321). Hij citeert Brugge in zijn in ballingschap geschreven Divina Commedia. In de

vijftiende Zang van de „Hellevaart‟ heeft hij een beeld nodig om de enorme randen van de

phlegeton, de helse vlammenzee, visueel voor de geest van zijn lezers te halen. Hij schrijft:

Quale i Fiamminghi tra Guzzante e Bruggia

Temendo „l fiotto in ver lor s‟avventa

Fanno lo schermo, perchè „l mar si fuggia.

De vertaling van deze verzen is : „Gelijk de Vlamingen tussen Witzant (Guzzante) en Brugge,

uit vrees voor de vloed die op hen afkomt, zich een dam, een beschutting bouwen, waardoor

de zee op de vlucht slaat.‟39

Deze verzen vinden de Bruggelingen zeker vermeldenswaardig,

want ze zijn te lezen op de muur van het bekende restaurant De Florentijnen in Brugge. Het

gebouw waarin dit restaurant gevestigd is, was in de middeleeuwen trouwens het natiehuis

van de Florentijnen die in Brugge verbleven.

In de twintigste Zang van de „Louteringsberg‟ citeert Dante Brugge opnieuw, samen met

Dowaai, Gent Rijsel. Dante schreef dat, als deze steden het konden, „er weldra wrake zou

zijn.‟ Brugge speelt in de Divina Commedia geen echte rol, maar de stad wordt in het

38

Boone, M., Historici en hun métier. Een inleiding tot de historische kritiek, Academia Press, Gent, 2005, p. 7.

39Bonneure, F., Brugge beschreven, hoe een stad in teksten verschijnt, Elsevier, Brussel, 1984, p. 17.

Page 27: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

27

voorbijgaan genoemd als een literair beeld van macht, grootheid en gezag. Brugge moet toen

dus al genoeg bekend geweest zijn om daarvoor model te staan.40

Een volgende wereldbekende figuur die Brugge heeft vermeld, was Geoffrey Chaucer (ca.

1340-1400). Hij is de auteur van de bekende Canterbury Tales (ca. 1390). In tegenstelling tot

Dante, moest Chaucer regelmatig in Brugge of in de buurt van Brugge zijn voor zijn

diplomatieke missies op het vasteland. Naast schrijver was Chaucer namelijk ook

vrederechter, dienaar van de Engelse koningen en controleur van de invoer in de haven van

Londen. Hij vermeldt Brugge in The Tale of Sir Topaz en in The Shipman‟s Tale. In het

laatste verhaal vertelt hij het volgende over Brugge:

The merchant, as it happened, one fine day,

Began to make arrangements for a stay

Somewhere near Bruges to further his affairs

And buy a fresh consignment of his wares.

...

Day came; the merchant started on his ride

To Flanders with a prentice and a guide

And came at last to Bruges in good condition.

Once there he worked in haste without remission

And did his business, borrowed, and made advances,

And never turned aside for dice or dances,

But purely as a merchant let me say,

He spent his time, and there I let him stay.

Dit stuk uit een verhaal uit de Canterbury Tales is opnieuw een verwijzing naar het belang en

de functie van Brugge in de toenmalige wereldhandel. Chaucer presenteert hier een koopman

die voor zaken naar Brugge komt, waar hij goed zijn brood verdient. Brugge was dus „the

place to be‟ om als koopman aan zaken te doen.

40

Idem, p. 18.

Page 28: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

28

4. Mythes

Rond Brugge bestaan een aantal mythes, verhalen die door mensen gevormd zijn en blijven

voortleven in de geesten van Bruggelingen en de bezoekers van de stad. Zo zou Brugge het

Venetië van het Noorden zijn. Volgens talloze reisgidsen is Brugge ook een perfect bewaarde

middeleeuwse stad en is de stad haar functie als metropool kwijt geraakt door de verzanding

van het Zwin.

Dit zijn allemaal voorbeelden van mythes die, hoewel heel betwistbaar, nog erg levend zijn.

Persoonlijk vind ik ze ook belangrijk voor de Bruggelingen, omdat ze voortleven in het

collectieve geheugen van elke Bruggeling en van iedereen die iets leert over de –al dan niet

foute- geschiedenis van Brugge. Het zijn levende verhalen en hoewel ze berusten op foute

gegevens, hebben Bruggelingen vaak nood aan die mythes om zich eraan te herinneren dat ze

toch een machtige, roemrijke stad geweest zijn. Vaak worden de foute verhalen echter door

reisbrochures over de stad „misbruikt‟ om Brugge anders voor te stellen dan het eigenlijk is.

Nu wordt de waarheid achter de mythes, de foutieve verhalen achterhaald.

4.1 Het Venetië van het Noorden

De eerste keer dat Brugge met Venetië werd vergeleken, was, zoals hierboven reeds vermeld,

waarschijnlijk door Pero Tafur in de vijftiende eeuw. De vergelijking werd een mythe die

bleef standhouden. Ook in 1883 werd Brugge nogmaals vergeleken met Venetië, ditmaal door

de kanunnik Adolf Duclos in zijn gidsboek Bruges en trois jours, waarvan de ondertitel luidde

Promenades dans la Venise du Nord. Er zijn wel degelijk een paar overeenkomsten tussen

beide steden. Zo waren zowel Brugge als Venetië in het verleden belangrijker dan vandaag, ze

hadden allebei een belangrijke relatie met de zee en er zijn misschien enkele uiterlijke

overeenkomsten, maar toch zijn de verschillen tussen beide steden groter. In Venetië is de

stad uit het water gegroeid, in Brugge niet. De reien werden waarschijnlijk aangelegd in de

bedding van natuurlijke waterlopen, maar ze werden uitgegraven in het zand en in de klei.

Venetië is welvarend geworden door de invoer van Oosterse waren terwijl Brugge een eigen

textielindustrie in het Vlaamse achterland had. Venetië had een eigen koloniaal imperium

terwijl Brugge nauwelijks zijn eigen voorhavens controleerde.

Ook op politiek vlak waren beide steden heel verschillend. Venetië kon uitgroeien tot een

stadsrepubliek waar de politiek ondergeschikt was aan de economische belangen. Brugge

werd echter nooit een stadsrepubliek – geen enkele stad in Vlaanderen trouwens – en de

Page 29: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

29

economie in Brugge moest vaak de gevolgen van de politieke strijd tussen koning en graaf

ondergaan.

Eigenlijk is Brugge niet het Venetië van het Noorden, maar het Firenze van het Noorden.

„Door de banden met het achterland, het belang van de textielindustrie, de politieke evolutie

naar een erfelijke dynastie, de rol van die dynastie als kunstmecenas en de uitstraling van de

stad als humanistisch centrum heeft Brugge meer gemeen met de Toscaanse stad dan met

Venetië.‟41

4.2 Brugge verloor glans als haven door de verzanding van het Zwin

Een tweede mythe in verband met Brugge die vaak verteld wordt, is dat Brugge zijn plaats als

belangrijkste stad van Vlaanderen moest afgeven aan Antwerpen door de verzanding van het

Zwin. De verzanding van het Zwin is echter niet de enige reden waarom Brugge zijn machtige

positie verloor. Er speelden namelijk ook politieke factoren een rol.

Er waren inderdaad problemen doordat het Zwin begon te verzanden, maar de Bruggelingen

dachten het probleem alsnog te kunnen oplossen. Korte tijd voor het stadsbestuur aan Marcus

Gerards had gevraagd om zijn beroemde plan te tekenen, en dit in 1561, hadden ze hetzelfde

gevraagd aan de Antwerpse drukker Willem Silvius. In de opdracht werd uitdrukkelijk gezegd

dat hij de waterwegen tussen de stad en de zee breder moest voorstellen dan ze in

werkelijkheid waren „ten fine dat men mercken mach de goede navigatie‟42

. Het is dus

duidelijk dat de toegankelijkheid van de Brugse haven wél een probleem vormde, anders had

het stadsbestuur niet uitdrukkelijk gevraagd om de waterwegen breder voor te stellen dan ze

waren.

Het was zo dat de laatmiddeleeuwse stedelijke economie een beroep moest doen op een sterke

lokale koopkracht en op een verfijnd netwerk van kooplieden, makelaars en bankiers met

internationale contacten over heel Europa. Daarvoor was politieke stabiliteit rond het

plaatselijk hof van de Bourgondische hertogen een noodzaak. Deze politieke stabiliteit

41

Jacobs, R. en Vernieuwe, J., Brugge, een stad in de geschiedenis, Uitgeverij Marc van de Wiele, Brugge,

1997, p. 11.

42 Idem, p. 12.

Page 30: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

30

verdween echter voor meer dan tien jaar na de dood van hertogin Maria van Bourgondië in

1482. Door de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk, de weduwnaar van Maria van

Bourgondië, stortte de Brugse economie in en verdween de welvaart. Er kwam een moeilijke

periode van politieke instabiliteit, oorlogen en internationaal isolement. Maximiliaan van

Oostenrijk had namelijk de vreemde kooplieden die in Brugge verbleven, bevolen om zich te

verplaatsen naar het welvarende Antwerpen. Hij wou zich wreken op de Bruggelingen voor

hun opstandigheid en het feit dat ze hem hadden gevangen genomen en veel van zijn

volgelingen hadden vermoord. Met de vreemde kooplieden vertrok ook het Bourgondische

hof voorgoed uit Brugge.

Na 1492 keerden de meeste vreemde naties weliswaar naar Brugge terug, maar de opkomst

van Antwerpen als de internationale metropool tot circa 1585 was toen reeds een feit. In 1494

was Brugge arm en het bevolkingsaantal daalde. In de zestiende eeuw zou Brugge opnieuw

een relatieve welvaart kennen, maar de gouden jaren waren definitief voorbij.43

4.3 Brugge als middeleeuwse stad

De toeristische reisliteratuur maakt geregeld misbruik van het feit dat de mythe nog steeds

bestaat dat Brugge een perfect bewaarde middeleeuwse stad zou zijn. Roel Jacobs geeft in

Brugge, een stad in de geschiedenis een aantal voorbeelden van dergelijke flaters. Hierop

wordt dieper ingegaan in het tweede deel van deze scriptie.

Het is dus een mythe dat Brugge nog steeds zijn middeleeuws uitzicht zou bewaard hebben.

In de middeleeuwen waren de huizen voornamelijk in hout gebouwd. Vandaag zijn er slechts

twee oorspronkelijke houten gevels bewaard gebleven, in Genthof 7 (vijftiende eeuw) en

Vlamingstraat 90 (tweede helft van de zestiende eeuw). Toch zijn beide gebouwen

voorbeelden van de overgang van houtbouw naar steenbouw. Het nadeel van de houtbouw

bestond erin dat er een groter brandgevaar heerste. Daarom heeft het stadsbestuur besloten om

over te schakelen op steenbouw.

Normaal gezien waren de daken in stro, maar ook dat materiaal was niet brandveilig. Reeds in

de eerste helft van de dertiende eeuw werd een verbod uitgevaardigd op het dekken met stro.

Men moest uiteindelijk overschakelen op daktegels of tichels. Deze hebben de rechthoekige

43

Geirnaert, N. en Vandamme, L., Brugge, een verhaal van 2000 jaar, Stichting Kunstboek, Brugge, 1996, p.

45.

Page 31: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

31

vorm van een leisteen, maar zijn zoals de Romeinse dakpannen vervaardigd uit gebakken

aarde.

Veel Bruggelingen en toeristen zijn gefascineerd door het oude karakter van de stad. Men wil

zich dan ook graag laten fotograferen op plaatsen als het bonifaciusbrugje en de

Rozenhoedkaai met de halletoren die oprijst achter de houten reiegevels van het

„Bourgondisch Hof‟. Dit zijn twee van de bekendste stadsgezichten van Brugge.

In werkelijkheid ligt het bonifaciusbrugje er pas sinds 1910. De houten gevels werden pas

gebouwd in 1932.44

Toch blijft men graag geloven in de mythe dat Brugge nog een authentiek bewaarde

middeleeuwse stad is. Koppeltjes die een foto laten nemen op één van de zogenaamde

„middeleeuwse‟ plaatsen zien het als een meerwaarde, omdat de plaats „zo oud‟ is. Het

stadsbestuur is zich erg bewust van deze mythes, maar men gaat ze niet meteen in de kiem

smoren, omdat ze die mythes, de mystieke, „middeleeuwse‟ sfeer die in Brugge sluimert, niet

willen doorbreken. In de negentiende eeuw wou men af van de stempel „Bruges-la-Morte‟,

alsof er na de middeleeuwen niets veranderd is, maar vandaag gaat men die middeleeuwse

sfeer graag uitbuiten. Het blijft een voorbeeld van hoe mensen maar al te graag in verhalen

blijven geloven. De mythe van Brugge als middeleeuwse stad bepaalt in sterke mate het

huidige karakter van Brugge in die zin dat Brugge nog steeds geassocieerd wordt met zijn

middeleeuws karakter. Men kan zich Brugge herinneren als de ooit roemrijke middeleeuwse

stad, maar dat spreekt mijns inziens de onjuistheden die vandaag heersen niet goed.

4.4. Mythes als verzonnen volksverhalen

Rond Brugge bestaan ook heel wat legendes. Vaak bestaat er een historische verklaring voor

bepaalde feiten, maar velen verkiezen de verhalen.

In de mens zit altijd een verteller. Vroeger was verhalen vertellen nagenoeg de enige manier

om hetgeen gebeurd was in het collectief geheugen te verankeren, aangezien de meerderheid

van de bevolking niet kon lezen of schrijven. De mondelinge traditie is dus lange tijd de

voornaamste bron van overlevering geweest. Daarnaast probeerde de mens ook zijn

omgeving, de natuurverschijnselen en de geheimen in de wereld te verklaren. Zo ontstaan

44

Jacobs, R., Brugge, een stad in de geschiedenis, p. 12.

Page 32: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

32

mythes: men zoekt een antwoord op fundamentele levensvragen en men creëert daar verhalen

rond. Dit was de manier waarop men zin gaf aan het bestaan. Uiteraard is het onmogelijk dat

deze mythes volledig beantwoorden aan de realiteit. Cees Noteboom verwoordde het als

volgt: „In een mythe wordt een onmogelijk antwoord gegeven op onbeantwoorde vragen.‟

Toch blijven mythes ook vandaag de dag fascineren, ook al weet men dat ze niet volledig de

waarheid vertellen. Men poogde het onverklaarbare te verklaren.

Ook in Brugge ontstonden mythes. Het is het bewijs dat mensen in een bepaalde periode nood

hebben aan verhalen over hun stad, om fenomenen te duiden. Veel van deze mythes kunnen

gelabeld worden als „volksverhalen‟. Het is niet ondenkbaar dat voor Brugge het opkomend

toerisme van het einde van de negentiende eeuw ook een rol kan hebben gespeeld in de snelle

verspreiding van een aantal gekende Brugse legenden.

Gidsen beseffen dat het heropnemen van volksverhalen vandaag de dag opnieuw populair is.

Daarvan getuigt het enorme succes van mondelinge geschiedenis in de erfgoedsector. Gidsen

proberen dus vaak de teloorgaande mondelinge traditie opnieuw op te pikken. Ze doen dat

door zoveel mogelijk verhalen te vertellen aan de bezoekers van Brugge en aan de

stadsgenoten zelf. De stad Brugge is heel rijk aan allerlei volksverhalen die verankerd zijn in

de lokaliteit. Een aantal van die verhalen proberen een verklaring te geven van allerlei typisch

Brugse fenomenen zoals de Brugse zwanen, de Brugse kant, de godshuisjes, … maar ook

enkele niet meer na te trekken historische gegevens zoals het ontstaan van de stad of de

oorsprong van het begijnhof, kennen hun weerslag in verhalen. Toch moet opgemerkt worden

dat niet al deze verhalen ontstaan zijn in de middeleeuwen, maar dat ze vaak het gevolg zijn

van de romantische zielen van de negentiende eeuw. Het verhaal dat het meest bijgedragen

heeft tot de mythevorming van Brugge is natuurlijk Bruges-la-Morte van Georges

Rodenbach. Dit verhaal en hoe het geleid heeft tot mythevorming wordt echter uitvoerig

beschreven in het tweede deel van deze scriptie omdat het ook een voorbeeld is van hoe de

middeleeuwen doorschemeren in de negentiende eeuw.

Een opmerking die zeker moet gemaakt worden alvorens enkele Brugse mythen aan te halen,

is het feit dat het hier om meer gaat dan om het doorvertellen van verhalen. De beeldvorming

van de stad Brugge bij de inwoners en toeristen wordt door die mythen zelfs mee bepaald.

Wat stellen de meeste mensen zich dan ook voor als ze Brugge met iets moeten associëren?

De middeleeuwen, gezellige kleine straatjes, kanaaltjes met bruggen, koetsen, bootjes, …

maar ook zwanen, begijntjes, kantwerk, Vlaamse Primitieven, het Minnewater. Dit zijn

Page 33: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

33

allemaal producten die aan bod gekomen zijn in volkstradities. Die mythes zijn eigenlijk ook

een exponent van het archetypische Brugge dat vaak stereotiep wordt benaderd.

Beeldvorming is iets zeer complex en persoonsgebonden, maar toch is er ergens een grootste

gemene deler. Het is bijgevolg interessant dat er in die beeldvorming heel wat

aanknopingspunten zijn met de mythes rond Brugge.

Hier volgen enkele van Brugges bekendste mythes. Ik heb deze mythes geselecteerd, omdat ik

vind dat ze het best aansluiten bij wat men associeert met Brugge. Het zijn bijgevolg de

bekendste Brugse mythes.

4.4.1 Het beertje van de Loge

Deze mythe is belangrijk voor Brugge, omdat het Beertje van de Loge tot op de dag van

vandaag één van Brugges belangrijkste symbolen is. Deze mythe staat in het geheugen van

veel Bruggelingen en toeristen die de stad bezoeken gekerfd.

Aan de Poortersloge prijkt het beeld van de oudste burger van Brugge: „het Beertje van de

Loge‟. De poortersloge was de vergaderplaats van de rijke Brugse poorters en de zetel van het

edele gild van de kampvechters genaamd: „Gheselscip van den Bere‟, een vereniging die zou

teruggaan tot de eerste Forestiers of Woudgraven van de Flandrensisgouw.

Liederic, de Forestier wiens invloed zeer groot was aan het koninklijk hof van Karel de Kale,

had twee zonen: Audakar, de oudste, had een zacht karakter en was bestemd om zijn vader op

te volgen. De jongste zoon, Boudewijn, daarentegen, was krijgshaftig en erg belust op

avontuur. Als kind oefende hij al regelmatig in het hanteren van speer en degen, ondanks het

verbod van zijn vader, die zijn avontuurlijke belevenissen niet erg op prijs stelde.

Audakar stierf echter zeer vroeg, nog vóór de dood van zijn eigen vader. Bijgevolg werd de

jonge Boudewijn als opvolger van zijn vader aangesteld. Niet lang daarna vertrok hij naar

Parijs om de koning de gebruikelijke leenhulde te bewijzen. Het was bij deze gelegenheid dat

hij kennis maakte met Judith, de dochter van de koning. Hij werd halsoverkop verliefd op

haar. Judith werd echter door de koning zoveel mogelijk in afzondering gehouden op het

kasteel van Senlis. Zij was namelijk een bruikbare pion op zijn politiek schaakbord.

Page 34: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

34

Boudewijn kon haar echter met de hulp van haar broer, Lodewijk, ontvoeren uit het kasteel

van Senlis. Hij vluchtte met haar en met zijn gevolg naar Vlaanderen. De tocht liep dwars

door dichte wouden en langs verraderlijke moerassen. Ze stopten enkel ‟s nachts om te slapen.

Bij het eerste ochtendgloren trokken ze opnieuw verder. Bijna naderden ze Vlaanderen, tot

men plots doorheen het dichte struikgewas drie onheilspellende gedaanten zag naderen. Drie

beren kwamen dreigend en grommend op het gezelschap af …

Enkelen uit het gevolg vluchtten, maar Boudewijn greep naar zijn wapen en ging de

gevaarlijke dieren te lijf. De wapenlieden waren onder de indruk van hun meester en

spoedden snel te hulp. Boudewijn had ondertussen met zijn „IJzeren Arm‟ één van de beren

onschadelijk gemaakt. Deze werd als trofee meegenomen naar Vlaanderen.

De herinnering aan dit feit is blijven voortleven in de naam van het dorp Beernem

(Berenheim) waar de ontmoeting plaats had. Boudewijn en Judith werden hartelijk ontvangen

binnen de muren van de Burg in Brugge. Korte tijd nadien werd, ter gelegenheid van een

groots tornooi, het „Gheselscip van de Bere‟ plechtig en officieel ingesteld. De beer houdt het

officiële wapenschild van Brugge vast, zoals wij het nu nog altijd kunnen zien. Samen met de

leeuw is de Brugse beer nog steeds de fiere schildhouder.45

46

4.4.2. Hans Memling, de ‘Angelico van het Noorden’

De reden waarom deze mythe opgenomen wordt in deze scriptie is omdat Hans Memling een

belangrijke rol gespeeld heeft voor Brugge. Hij was een Vlaamse Primitief en heeft

bijgedragen tot de internationale uistraling van Brugge. Rond hem doen dan ook veel verhalen

de ronde. Zoals in het tweede deel van deze scriptie beschreven staat, werd hij in de

negentiende eeuw geëerd voor zijn bijdrage tot de Brugse geschiedenis, onder de vorm van

een standbeeld. Hier volgt één van de mythes rond Hans Memling …

45

Ballegeer, J., 100 Brugsche legenden, sprookjes, sagen, anekdote, spook- en heksenverhalen, De Windroos

p.v.b.a., Beernem, 1984, p. 11 en p. 33.

46 Uiteraard is dit verhaal niet helemaal waar, maar ergens zit toch ook een deel werkelijkheid in de mythe. Het

kan best zijn dat Boudewijn in de contreien van Brugge beren kan hebben gezien. Bij de opgravingen van de

Sint-Donaaskerk werd er trouwens een berenkop gevonden.

Page 35: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

35

Hoewel de naam van Hans Memling voor altijd verbonden zal blijven aan de stad Brugge,

blijft hij toch een inwijkeling afkomstig uit Duitsland. Na lange omzwervingen is hij

uiteindelijk in Vlaanderen, en meerbepaald in Brugge, terecht gekomen. Maar hoe is hij hier

eigenlijk verzeild?

In de winter van 1477 sneuvelde Karel de Stoute, hertog van Bourgondië en graaf van

Vlaanderen, voor de poorten van Nancy in Lotharingen. Hij werd verslagen en gedood door

de verzamelde legers van Zwitsers en Loreinen. Zijn bevroren lijk werd pas dagen later

teruggevonden onder de sneeuw, bedolven en half opgevreten door de wolven. Het was een

zware nederlaag voor het Bourgondische rijk, waar ook Vlaanderen toe behoorde. Er was een

grote onzekerheid over de toekomst.

In de huurlegers waren steeds avonturiers en zwervers op zoek naar voedsel en onderdak. Eén

van hen was een Duitse huursoldaat die na het uiteendrijven van het Bourgondische leger in

Brugge was beland. Uitgeput klopte hij aan bij de portier van het Sint-Janshospitaal, waar ook

zieke en behoeftige pelgrims voor één of meerdere nachten een onderkomen konden krijgen.

De man was gewond en helemaal uitgeput. De broeders en zusters van het hospitaal namen

hem liefdevol op en verzorgden zijn wonden. Toen hij aan de betere hand was, vroeg hij aan

de zorgzame zusters verf en panelen om zich tijdens die lange dagen van herstel te kunnen

bezighouden. Iedereen had bewondering voor de prachtige taferelen die hij in warme en volle

kleuren op het paneel toverde.

Een tijdje later mocht hij het hospitaal verlaten. Om zijn dankbaarheid te uiten voor de goede

zorgen die hij had genoten, schilderde Hans Memling nog voor hij afscheid nam het

schitterende schrijn voor de relieken van Sint-Ursula, die vereerd werd in het hospitaal. Tot

op vandaag staan de vele duizenden bezoekers van het Memlingmuseum in grote

bewondering voor dit kunstwerk.47

Het gebeurt nog steeds dat deze mythe voor waar wordt aangenomen. In werkelijkheid ging

het echter anders. Hans Memling was een kunstenaar die geboren werd in Seligenstad bij

47

Deze legende staat te lezen in het onuitgegeven werkje Brugse legendewandeling van de Brugse stadsgids

Reinoud Van Acker. Het enige wat raadpleegbaar is, is een worddocument.

Page 36: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

36

Frankfurt am Main. Eerst ging hij in de leer bij Stefan Lochner in Keulen en daarna bij Rogier

Van der Weyden in Brussel. Na de dood van deze laatste ging Memling zijn geluk beproeven

in Brugge, waar veel rijke opdrachtgevers waren. Zo was het Sint-Janshospitaal één van zijn

opdrachtgevers van retabels en van het Ursulaschrijn. Memling heeft dus nooit in het

hospitaal zelf gelegen en is nooit verzorgd door de goede zusters.48

4.4.3. Vrouwe Bryggia

De naam „Brugge‟ is afkomstig van het Scandinavische „bryggia‟, wat „haven‟ of

„aanlegplaats‟ betekent. Hieruit kan men reeds de Europese roeping van Brugge afleiden,

maar die roeping vindt men ook in de historische omstandigheden waarin de stad tot stand is

gekomen. Aanvankelijk was Brugge een Gallo-Romeinse nederzetting nabij de Noordzee. In

het begin van de middeleeuwen diende de stad als verdedigingsplaats tegen de Noormannen.

De zee heeft een heel belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van Brugge. Deze stad wordt

dan ook „een geschenk van de Noordzee‟ genoemd. De relatie met de zee loopt als een rode

draad door de hele geschiedenis van Bryggia en heeft vanzelfsprekend de contacten met de

rest van Europa gedetermineerd. Rond het jaar 1000 ontwikkelde de eenvoudige aanleg- en

verdedigingsplaats tot een volwassen stad. Brugge lag toen echter niet meer aan de kust

doordat de zee zich had teruggetrokken. Tegenwoordig moet Zeebrugge als een nieuwe

wereldhaven fungeren.49

Deze geschiedkundige uitweiding maakt duidelijk dat de band tussen Brugge en de zee erg

belangrijk was en dat de naam „Brugge‟ afkomstig is van het Scandinavische „Bryggia‟. Ook

hierover bestaat een bekende Brugse mythe.

De geschiedenis van Brugge is altijd sterk verbonden geweest met de zee. De kustlijn was in

vroegere tijden echter zeer veranderlijk en de zee was zeer grillig en onbetrouwbaar.

Regelmatig overstroomden grote stukken polderland, ontstonden kreken en waddengebieden

en werden eilanden verzwolgen onder huizenhoge golven. Ook veel zeelieden en vissers uit

Brugge en het land errond vonden hun graf in het donkere, koude zeewater. Zo gebeurde het

48

Martens, M.P.J. (red), Brugge en de renaissance : van Memling tot Pourbus, Stichting Kunstboek, Brugge,

1998, p. 66-67.

49 Vermeersch, V., „Brugge, een Europese stad in Vlaanderen‟, in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 20.

Page 37: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

37

dat bij een stormvloed het eiland Wulpen voor de Brugse kust volledig onder water kwam en

alle bewoners ervan verdronken …

Nu de mythe zelf. Er wordt verteld dat Vrouwe Bryggia, een zieneres uit lang vervlogen

tijden, één keer per jaar de zielen van alle mensen die verdronken waren naar Brugge bracht.

Bryggia was een grote vrouw met diepliggende ogen en loshangend haar. De zielen vormden

een hele tros van kleinere en grotere vlammen en volgden haar als gehoorzame kinderen. Zij

kwamen van de monding van het Zwin, trokken langs Damme, waar zij een ommegang langs

het stadhuis deden en volgden de Reie tot op de Markt.

Van de Markt trokken ze naar de Burg en daar verspreidden ze zich in een wijde cirkel om de

basiliek van het Heilige Bloed. Er was een levende stilte over het hele plein. Na een tijdje

sprongen de vlammen op en verspreidden zich over de ganse stad. Iedere vlam had een kleed

van heel kleine vlammetjes mee gekregen, dat leek op blauwe zeebloemetjes: dit waren de

onvervulde verlangens die deze mensen gekoesterd hadden tijdens hun leven, maar door hun

onverwachte dood konden die dus niet vervuld worden.

Vervolgens zochten de zielen de huizen op waar ze eertijds hadden gewoond en waar ze met

hun geliefden op de dorpel hadden gezeten. Daar lieten ze de blauwe zeebloemetjes van het

onvervulde verlangen achter en die bleven daar liggen tot aan het ochtendgloren. Daarna

keerde Bruggia met haar zielen terug naar de zee.50

50

Deze legende staat te lezen in het onuitgegeven werkje Brugse legendewandeling van de Brugse stadsgids

Reinoud Van Acker. Het enige wat raadpleegbaar is, is een worddocument.

Page 38: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

38

4.4.4. De Brugse Zwanen

51

Deze mythe is erg bekend onder de Bruggelingen. De zwanen zijn reeds lang een symbool

voor Brugge geworden. Ook hierrond zijn mythes ontstaan. Dit is het verhaal van hoe de

zwanen zogezegd in Brugge zijn terecht gekomen.

Maria van Bourgondië was een heel geliefde vorstin in Brugge en Vlaanderen. Helaas is zij

op heel jonge leeftijd overleden aan de gevolgen van een jachtongeval. Zij was gehuwd met

Maximiliaan van Oostenrijk, die na haar dood het bewind volledig in handen nam. Hij was

echter helemaal niet zo geliefd als zijn overleden echtgenote. Hij legde bijkomende

belastingen op en negeerde de aloude stedelijke voorrechten en keuren. Het duurde dan ook

niet lang of hij had de ganse bevolking tegen hem.

Vooral in Brugge was het ongenoegen tegen de eigen vorst groot. In 1488 kwam het tot een

opstand en Maximiliaan werd bij een bezoek aan Brugge prompt gevangen gezet in het huis

Craenenburg op de Markt. Er ontketende zich een ware razzia tegen vertrouwelingen en de

medewerkers van de keizer. De kwade menigte had zich meester gemaakt van onder andere

Pieter Lanchals, Maximiliaans raadsman en schatbewaarder. Hij zou ook geprofiteerd hebben

51

Deze foto werd genomen door Piet De Busscher.

Page 39: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

39

van het geld van de Brugse belastingen. Pieter Lanchals werd gefolterd en onthoofd op de

Markt, voor de ogen van Maximiliaan. De keizer werd immers verplicht de terechtstelling bij

te wonen.

Enkele weken later beslisten de Vlaamse Steden echter om Maximiliaan opnieuw vrij te laten.

Dit was uiteraard sterk tegen de zin van Brugge. De vorst had gezworen de moord op Pieter

Lanchals te wreken en de opstandige stad te straffen. Brugge werd veroordeeld om als

blijvende herinnering voor het nageslacht „ten eeuwigen dage langhalzen of zwanen op zijn

wateren te onderhouden‟.

Pieter Lanchals zelf werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Op zijn grafmonument

prijkt zijn wapenschild waarin een sierlijke zwaan met een lange hals afgebeeld staat.52

Ondertussen zien we de zwanen overal in het Brugse stadsbeeld. Men kan zich Brugge niet

meer inbeelden zonder zijn sierlijke witte vogels.53

4.4.5. Het Minnewater

Het Minnewater is ongetwijfeld één van Brugges mooiste en bekendste plekjes. Bruggelingen

vertoeven er maar al te graag, maar ook door toeristen is het een gegeerde plek, niet alleen

omdat het Minnewater een prachtig meer is, maar ook omdat er mooie kiekjes te maken zijn.

Velen kennen ook de ontroerende mythe rond het Minnewater. Deze mythe geeft deze plaats

een extra cachet.

52

Deze legende staat te lezen in het onuitgegeven werkje Brugse legendewandeling van de Brugse stadsgids

Reinoud Van Acker. Het enige wat raadpleegbaar is, is een worddocument.

53 Of deze mythe enige vorm van waarheid bevat, is tot op vandaag niet geweten. Het is wel een feit dat de

zwanen reeds sinds de middeleeuwen op de Brugse reien glijden. Toen kocht Brugge namelijk het recht tot het

houden van zwanen af van de Graaf van Vlaanderen. Als eigendomsteken droegen de zwanen toen mooi

versierde koperen halsbanden. De oudste vermelding van zwanen op de Brugse wateren vinden we terug in

stadsrekeningen van 1403. In die periode vertoefden de zwanen vooral op de vesten, die ze verkozen boven de

druk bevaren reien. De zwanen zijn de Brugse wateren dus altijd trouw gebleven.

(http://books.google.be/books?id=eDSXBjtZGMC&pg=PA10&lpg=PA10&dq=hoe+de+zwanen+in+brugge+ko

men&source=bl&ots=Z7MKYtKxCD&sig=JXLZUT3i0S72YOHrYget6dGFfrQ&hl=nl&ei=SPT-SfemMoXX

Abz7IWZAg&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=6#PPA15,M1 (4 mei 2009) )

Page 40: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

40

Het Minnewater is een plek die sterk tot de verbeelding spreekt van menig bezoeker.

Nochtans was het hier lang geleden niet zo‟n lieflijk oord, maar was dit een dunbevolkt

gebied met woeste gronden en onvruchtbare moerassen met hier en daar een dorp. Dit was

ook nog zo in de Keltische periode, de tijd waarin Minna leefde.

Toen Minna nog heel jong was, had ze reeds haar moeder verloren. Ze leefde alleen met haar

oude vader, een visser, die met het ouder worden een plan had gevonden om zijn jonge en

mooie dochter uit te huwelijken aan een ruwe zeeman, een vriend des huizes. Dit stemde

Minna echter allesbehalve gelukkig, want ze had reeds haar hart verpand aan Stromberg, een

knappe jonge krijger. Hij werd echter opgeroepen om te gaan strijden tegen de legioenen van

Julius Caesar. Vóór zijn vertrek hadden ze elkaar trouw gezworen, maar Minna‟s vader wou

zijn zinnen niet veranderen, ondanks haar tranen van verdriet.

Ten einde raad besloot Minna het ouderlijk huis te verlaten om aan een opgedrongen en

ongewenst huwelijk te ontsnappen. Ze begon haar zwerftocht door bossen, kreken en

moerassen. Uiteindelijk kwam ze aan bij de oever van een rivier die zich had verbreed tot een

klein meertje. Hier stierf Minna van uitputting en verdriet.

Nadat Stromberg een heldhaftige strijd had geleverd tegen de Romeinen keerde hij

huiswaarts, maar hij vond er zijn geliefde niet. Hij zocht haar overal en vond uiteindelijk haar

spoor. Hij vond haar bij het water, waar ze nog net in zijn armen stierf. Nadat hij de rivier

tijdelijk afgedamd had, begroef Stromberg haar in de bedding van de Reie en in een steen

grifte hij haar naam: Minna. Toen liet hij de dam opnieuw open gaan zodat het water over

haar graf spoelde. Het natuurlijk gevormde meertje kreeg voor altijd de naam Minna-water.54

4.4.6. De Brugse Zotten

Er zijn enkele steden in Vlaanderen waarvan de bewoners een spotnaam gekregen hebben.

Meestal kan die spotnaam verbonden worden met een legende of volksverhaal. Zo kennen we

de Gentenaars als stropdragers, de Mechelaars als maneblussers, de Antwerpenaars als

Sinjoren en de Brusselaars als kiekenfretters.

54

Ballegeer, J., 100 Brugsche legenden, sprookjes, sagen, anekdote, spook- en heksenverhalen, De Windroos

p.v.b.a., Beernem, 1984, p. 128-129.

Page 41: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

41

De Bruggeling staat bekend als de Brugse Zot. Aan die spotnaam is ook een mythe

verbonden. Van deze mythe zijn echter geen bewijzen of ze waar of niet waar is. Het verhaal

speelt zich af ten tijde van Keizer Karel, hoewel andere versies wel eens durven spreken van

Maximiliaan van Oostenrijk. De vorst was op bezoek in Brugge toen de Heilige-

Bloedprocessie uitging. In die ommegang stappen elk jaar de geestelijkheid, de wethouders,

de voornaamste burgers, de scholen, de ambachten en de gilden mee.

Ook de bestuurders van het krankzinnigengesticht hoorden daarbij, gevolgd door de

ongelukkige kostgangers van het gesticht. Brugge bezat reeds in de veertiende eeuw

dergelijke instellingen en de geesteszieken werden toen niet „zotten‟ maar „dulle lieden‟

genoemd. Het gebeurde trouwens ook dat narren en zotskappen de processie voorafgingen om

de wachtende toeschouwers wat te entertainen. De „dulle lieden‟ stoorden meer dan eens de

processie door hun zonderlinge gedrag.

De burgemeester van Brugge, die naast de keizer zat op de ereplaatsen voor de processie, zag

zijn kans schoon en vroeg de keizer extra centen om het Brugse zothuis uit te breiden en her

in te richten. Toen de keizer de narren en dulle lieden zag passeren in de optocht had hij snel

een antwoord klaar: de Bruggelingen hoeven maar hun stadspoorten te sluiten en de stad was

één groot zothuis, want het liep er hier vol van.

Uit Brugse stadsrekeningen uit de Bourgondische tijd is bekend dat tal van uitgaven staan

genoteerd voor de hofnarren van de hertog, vernoemd als „den zot van minen heren‟ of „den

zot van ons gheduchts heren‟. De narren maakten vast deel uit van de hertogelijke hofhouding

en volgden hun meester overal te lande. De zotskappen uit het Brugse Prinsenhof waren soms

ongewenste gasten, maar ze werden toch rijkelijk betaald.

Zo is de spotnaam van de Bruggelingen tot op heden blijven voortbestaan als een getuigenis

aan de luisterrijke Bourgondische periode en ook wel als symbool van de Brugse,

relativerende volksaard.55

55

Ballegeer, J., 100 Brugsche legenden, sprookjes, sagen, anekdote, spook- en heksenverhalen, De Windroos

p.v.b.a., Beernem, 1984, p. 21-22.

Page 42: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

42

Niet onbelangrijk is dat er een bier bestaat met de naam „Brugse Zot‟. Bruggelingen

beschouwen dit blonde bier met een rijke schuimkraag en een fruitig aroma als hun

stadsbier.56

4.4.7. Serena en de kant

De Brugse kant is opnieuw een belangrijk symbool voor Brugge. Het is weer één van de

clichés waarmee Brugge vaak wordt geassocieerd. Veel toeristen nemen dan ook kantwerkjes

mee naar het thuisfront als aandenken aan Brugge.

Het is verleidelijk om de oorsprong van de kantnijverheid in Brugge te plaatsen, maar elke

bewijsgrond daartoe ontbreekt. Over de vroegste geschiedenis van de kant is nauwelijks iets

bekend. Het is wel zeker dat Brugse hoge heren in de late zestiende eeuw chique, met kant

bezette huishoudlinnen gebruikten. Zo beschikte Jacob de Heere, kanunnik van Sint-Donaas,

in 1578 over een aantal „snuutdoecken met spellewerk‟57

. Het gebruik van de kant in de kledij

van de zestiende-eeuwse, Brugse hoge kringen is trouwens ook op de schilderijen van Pieter

Pourbus te zien. Kant is altijd een luxeproduct gebleven. Het werd ook gebruikt in deftige

priestergewaden en kerklinnen en in pronkerig huishoudlinnen. Het elitaire gebruik van de

kant staat echter in schril contrast met de ellendige werkomstandigheden waarin kant in de

Brugse achterbuurten werd gemaakt. De kantnijverheid is al in de Brugge sinds de zestiende

eeuw en sedertdien is het intens verbonden met de stad.58

De mythe verteld over Brugse kant is echter een speciaal geval in het rijtje van Brugse

mythes. Het is namelijk een oorsprongsmythe omdat het vertelt waar de Brugse kant vandaan

komt.

Lang geleden woonde aan de oever van de Reie een arme weduwe met drie kinderen. De

oudste dochter, Serena, moest helpen om in het onderhoud te kunnen voorzien. Van ‟s

morgens vroeg tot ‟s avonds laat zat Serena over haar spinnewiel gebogen, maar ze verdiende

56

http://www.halvemaan.be/n/bieren.htm (21 april 2009)

57 In Brugge bestaat er een synoniem voor kant, namelijk „spellewerk‟. Dit verwijst naar de spelden waarmee het

weefsel op een kussen wordt vastgezet.

58 Geirnaert, N. en Vadamme, L., Brugge, een verhaal van 2000 jaar, Stichting Kunstboek, Brugge, 1996, p.

116-117.

Page 43: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

43

er helaas niet veel aan. De opbrengst was zeker niet groot genoeg om het ganse gezin te

kunnen voeden.

Serena was een heel vroom meisje en ging elke dag bidden bij het Onze-Lieve-Vrouwebeeldje

aan de waterkant. Op een avond was zij zo wanhopig dat zij aan Onze-Lieve-Vrouw beloofde

om haar eigen persoonlijk geluk op te geven als ze een middel vond om haar familie uit de

nood te helpen.

Serena was verloofd met Herman, een jonge beeldsnijder die in de buurt woonde, maar van

een huwelijk kon geen sprake zijn zolang Serena‟s gezin zich in een dergelijke situatie

bevond. Door de belofte die Serena net had gemaakt aan Onze-Lieve-Vrouw, was een

huwelijk helemaal uitgesloten.

Toen Serena op een zekere dag opnieuw zat te bidden bij Onze-Lieve-Vrouw, viel er plots een

web van fijne witte draden op haar zwarte voorschoot. Zij bewonderde de tekening van

vernuftig geweven motieven en kreeg een ingeving. Zij zou het fijne geweven spinnenweb

kunnen nabootsen met de draden die zij reeds had gesponnen.

Toen Serena eenmaal thuis was, begon ze onmiddellijk aan het werk. Op een kussen begon ze

de draden die ze zelf had gesponnen door elkaar te weven en te knopen. Ze hield het geheel

met spelden op zijn plaats. Herman, haar verloofde, kwam Serena opzoeken en zag hoe ze te

werk ging. Toen de vele draden in elkaar verstrengeld raakten, zag Herman een oplossing: hij

wond elke draad op een klein stukje hout vast. Op die manier was de kloskant geboren.

Na vele dagen van oefenen was een eerste kantwerkje klaar. Er was meteen belangstelling van

enkele rijke Brugse koopmansvrouwen. Het nieuws verspreidde zich snel in de stad en de

bestellingen volgden elkaar in tempo op. Men was zelfs bereid om rijkelijk te betalen voor

deze fijne soort textiel. Serena moest haar zussen het kantwerk aanleren om de opdrachten aan

te kunnen. Het duurde dan ook niet lang of het gezin kon rijkelijk leven van deze inkomsten.

Herman zag dat het gezin van Serena rijk geworden was en waagde zijn kans om Serena ten

huwelijk te vragen. Zij was echter heel vroom en bleef trouw aan haar gelofte aan Onze-

Lieve-Vrouw. Op een zachte zomeravond bij de dagelijkse bidstonde aan de waterkant vielen

er opnieuw witte draden op haar schoot, ditmaal met het duidelijk herkenbare motief van een

Page 44: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

44

bruidsboeket van rozen en oranjebloemen. Het was een teken van Onze-Lieve-Vrouw dat

Serena haar gelofte mocht doorbreken en dat ze mocht trouwen met Herman. En zo

geschiedde. Serena leerde de kunst van het „spellewerk‟ aan haar eigen kinderen en

kleinkinderen. Het is een kunst die nog heel lang heeft doorgeleefd in de handige vingers van

de Brugse kantwerksters.59

59

Ballegeer, J., 100 Brugsche legenden, sprookjes, sagen, anekdote, spook- en heksenverhalen, De Windroos

p.v.b.a., Beernem, 1984, p. 196-197.

Page 45: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

45

Deel 2: De middeleeuwen in de negentiende eeuw

Mijn Brugge

Ik heb u lief, mijn Brugge, als werd ik hier geboren,

En „k voel me beter in uw stralend schoonheidslicht!

Al acht ik ‟t heden groot, het kan me min bekoren,

Als ik uw vroegre grootheid schouw in ‟t vergezicht.

Hier leef ik in ‟t genot dier schoonheid, die blijft gloren

In alles wat de tijd geheiligd heeft en zwicht!

Hier leef ik in de hoop, dat g‟eenmaal, als te voren,

Uw toekomst naar het doel van uw verleden richt!

‟t Is of de gloriezon van ‟t vroegre wonderleven

Hier aan den minsten steen een ziel had ingegeven,

Die in de schijndood waakt, tot zij den machtroep hoort!

En mij bezielt uw slaap in ‟t Bosch van doorn en rozen.

En „k zucht, als ik u, dood, toch levensfrisch zie blozen: -

Waar blijft de tooverprins en ‟t wekkend liefdewoord?

Julius Sabbe60

(24 september 1893)

1. Inleiding

Bruges-la-Morte. Wie kent het verhaal niet van de ontredderde Hugues in het dode Brugge,

het Brugge van de 19de

eeuw. Brugge wordt beschreven als een verlaten, bijna lugubere plek,

die symbool staat voor het zielsleven van de protagonist. Hughues Viane is een gebroken

man, die wegkwijnt van verdriet en hij ziet Brugge als een goed decor voor het uiten van zijn

emoties. Tegelijkertijd is er nog steeds dat verlangen naar de heropleving van zijn overleden

vrouw. Hij vond deze heropleving in de figuur van Jane, maar het bleek een pijnlijke

vergissing te zijn.

60

Sabbe, J., „Mijn Brugge‟ in: Bonneure, F., Brugge beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Elsevier,

Brussel, 1984, p. 219.

Page 46: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

46

Eén van de gevolgen van deze roman was dat Brugge nog meer dan voordien benaderd werd

als de dode stad bij uitstek. Het was alsof er in Brugge werkelijk niets te beleven viel. Men

kon er enkel die melancholische sfeer van verdroomde grootheid waarnemen.

Toch wordt ook in Bruges-la-Morte herhaaldelijk verwezen naar het glorierijke middeleeuwse

verleden van de stad, al is het misschien niet rechtstreeks, maar via beelden van de stad die

toch symbool staan voor het verleden dat verloren is gegaan. Op het einde van de 19de

eeuw

werd Brugge een stad die bewonderd werd zowel voor haar verleden als voor haar verval:

“Bruges became a destination, treasured for its antiquity and decay”. 61

Het paradoxale is dat deze roman, die de stad beschrijft als verlaten, net voor een stijging van

bezoekers zal leiden, waardoor de stad niet meer verlaten zal zijn. Deze bezoekers kwamen

uit de meest verschillende klassen van de bevolking, maar het waren vooral de symbolistische

kunstenaars die aangetrokken werden door Brugge, die ooit roemrijke en kosmopolitische

stad, ooit één van de belangrijkste centra van Europa.

Maar was Brugge in de 19de

eeuw werkelijk zo verlaten als Rodenbach beschreef? Hadden de

inwoners de rijke middeleeuwen, het gouden tijdperk voor Brugge, voorgoed achter zich

gelaten en hadden ze er vrede mee genomen dat zo‟n tijd nooit meer zou terugkomen? Het

antwoord is negatief.

Uit Aleid Hemerycks onderzoek blijkt dat de 19de

eeuw net de eeuw was waarin Brugge

gemaakt werd tot wat het vandaag is: „een mythische stad, maar nog veel meer. Brugge werd

er gevormd tot een toeristische stad, een kosmopolitische havenplaats, een neogotisch

heiligdom, de stad van de „Vlaamse Primitieven‟ en de historische stoet, de omgeving van

standbeelden en pantheons. De 19de

eeuw leek cruciaal te zijn voor het uitzicht en karakter

van het huidige Brugge.‟62

In dit hoofdstuk wil ik bewijzen dat de Bruggelingen in de tweede helft van de negentiende

eeuw een duidelijke nostalgie voelden naar hun roemrijke en grootse verleden. Tegen het

einde van de middeleeuwen moest Brugge aanvaarden dat Antwerpen het nieuwe

economische en culturele centrum werd. Velen trokken weg, vooral de vreemde naties die zo

61

Hollinghurst, A., ‚Introduction‟ in: Rodenbach, G., Bruges-la-Morte, Dedalus ltd, Cambridgeshire, 2005, p.

11.

62 Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

KUL, Leuven, 2000, p. 15.

Page 47: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

47

lang in Brugge aanwezig waren geweest en de identiteit van Brugge in de middeleeuwen mee

vorm hebben gegeven.

In de negentiende eeuw was men de identiteit van “dode” provinciestad beu. Men ging in het

roemrijke verleden, de middeleeuwen dus, zoeken naar sporen die dat verleden konden laten

heropleven. De getuigenissen, verhalen en mythes uit het vorige hoofdstuk leven voort in het

bewust- en onderbewustzijn van de Bruggelingen. Men moet er echter rekening mee houden

dat veel verhalen een foutief beeld geven van hoe het leven er in het middeleeuwse Brugge

aan toe ging, maar dat kan velen niet schelen. Het doel was om Brugge te laten heropleven en

men heeft dit gedaan aan de hand van de beelden die men meedroeg. Men wil door middel

van verschillende elementen die verhalen over het prachtige en machtige Brugge laten

heropleven en hierdoor een nieuwe identiteit en aanzien creëren. Men gaat dus in de

negentiende eeuw de oude mythes/verhalen opnieuw oprakelen om op die manier een nieuw

verhaal, een nieuwe mythe te doen ontstaan.

Het gaat echter niet alleen om een cultus van nostalgie naar die middeleeuwen, maar het gaat

ook over hoe de Bruggelingen van de negentiende eeuw met die middeleeuwen specifiek

omgingen.63

Roland Barthes zei dat de dingen die wij als „natuurlijk‟ ervaren, eigenlijk onze

eigen creaties zijn. Zo creëerden de Bruggelingen van de negentiende eeuw eigenlijk hun

„eigen‟ middeleeuwen. De mythes zijn verhalen die door de eeuwen heen, weliswaar vaak in

een aangepaste vorm, zijn blijven bestaan. Men gaat de beelden, die de mythes teweeg

brengen, zelf uiten in allerhande voorstellingen van de middeleeuwen. De massa, geleid door

enkele prominente figuren uit het toenmalige Brugse stadsbestuur, creëert een cultus van

nostalgie naar de middeleeuwen en uit dit in verschillende dingen. Elke uiting van nostalgie

naar een roemrijkere periode wordt in dit hoofdstuk besproken.

63

Ik ben van mening dat de geschiedenis grotendeels mensenwerk is en bijgevolg door de mensen zelf gecreëerd

is. Ook de perceptie van de geschiedenis is door de mens zelf gecreëerd. De persoonlijke betekenis van de

geschiedenis is lange tijd verwaarloosd geweest als legitiem onderwerp van studie, zowel onder historici als

psychologen. Beide disciplines waren (zijn?) geneigd om de geschiedenis in de eerste plaats te zien als iets dat

buiten de persoon staat, als een opeenvolging van historische gebeurtenissen en op elkaar inwerkende

maatschappelijke ontwikkelingen die welsiswaar bepalend zijn voor de wereld waarin we leven, maar het

handelingsbereik van afzonderlijke individuen ver te boven gaat. (Deze theorie is gebaseerd op een essay van

Cor van Halen en Martine van Empel. Van Halen, C en Van Empel, M., „Het verleden eigen gemaakt. De

historische basis van identiteitsvorming‟ in: Klep, P., Hoetink, C. en Emons, T. (red), Persoonlijk Verleden.

Over geschiedenis, individu en identiteit, Askrant, Amsterdam, 2005, p. 45-57.)

Page 48: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

48

Veel inzichten over dat middeleeuwse verleden zijn afkomstig uit de historische bronnen en

worden beschouwd als „harde feiten‟, maar veel andere inzichten zijn afkomstig vanuit de

eigen inzichten. Het is opnieuw Roland Barthes die de aandacht wil vestigen op die eigen

inzichten, op de beelden die men zelf creëert en hoe men in een bepaalde periode nood heeft

aan nieuwe verhalen, die vaak gecreëerd worden op basis van reeds bestaande mythes.

Heel belangrijk bij die reconstructie van het verleden is de theorie van Thomas Carlyle die

zegt dat men altijd nood heeft aan het creëren van helden (cfr. inleiding tot deze

masterscriptie). In de negentiende eeuw gaat men ook zoeken naar de helden van Brugge die

het in de middeleeuwen gemaakt hebben en gezorgd hebben voor de internationale, mythische

uitstraling van Brugge. Voor hen worden bijvoorbeeld standbeelden opgericht of men verwijst

naar de grootste figuren en gebeurtenissen in de muurschilderingen van de gotische zaal van

het stadhuis of in bijvoorbeeld historische stoeten, waar de realiteit uit de middeleeuwen even

terugkomt in het Brugse straatbeeld.

Bij het opwekken van een verleden komen ongetwijfeld heel wat gevoelens aan te pas. De

gedachtegang die ontstond bij de aanraking met het verleden mag zeker niet genegeerd

worden. Naar het einde van de negentiende eeuw toe worden de Bruggelingen bewuster van

hun historisch bewustzijn en dit wordt ook innerlijk beleefd. Ze weten opnieuw wie ze ooit

geweest zijn. Daardoor ontstaat een cultus van nostalgie en een behoefte aan nieuwe

identiteitsvorming aan de hand van de overgeleverde verhalen over het rijke verleden. Mijns

inziens spelen bepaalde figuren en historische gegevens uit de middeleeuwen zeker een

hoofdrol bij de omgang met dat verleden en het creëren van nieuwe mythes.

Jo Tollebeek, die zich baseert op de Franse historicus Pierre Nora en zijn theorie over de

„lieux de mémoire‟, zegt dat er niet alleen een geschiedenis van de realiteiten is, maar ook een

geschiedenis aan de herinnering van deze realiteiten. In het geval van dit deel van deze

masterscriptie, gaat het dus over de herinnering aan deze realiteiten en hoe men op basis van

vroegere mythes en verhalen nieuwe herinneringen creëert en hoe men deze herinneringen

uiteindelijk uitvoert. De Bruggelingen zullen dus de herinnering aan hun geschiedenis

cultiveren en esthetiseren op allerlei manieren.

Ten slotte mag men niet uit het oog verliezen dat deze nieuwe beelden ontstaan in de

patriottische geest van de negentiende eeuw. België bestond nog niet zo lang toen men in

Brugge het verleden begon te cultiveren. Het was dus ook een kwestie van de geschiedenis zo

Page 49: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

49

groots mogelijk af te beelden om te bewijzen dat de Belgen wel degelijk een eigen land waard

zijn.

Laten we kijken welke elementen uit de middeleeuwen Brugge in de negentiende eeuw zal

gebruiken om zichzelf opnieuw die grootheid te laten uitstralen, en zo een nieuwe “mythe” te

vormen.

2. De negentiende-eeuwse bouwkunst in Brugge: de neogotiek

„Het vertelt tegelijk de oorspronkelijke geschiedenis van de late middeleeuwen en de passie

van de negentiende eeuw voor die geschiedenis.‟64

Vanaf 1875 kwamen na de liberalen, die de vrijheid van individu voorop stelden en het

straatbeeld wilden vernieuwen, de katholieken weer aan de macht in Brugge. De katholieken

waren voorstander van een neogotische bouwstijl, die herinnerde aan de macht van de Kerk in

de middeleeuwen. Die neogotische bouwstijl vormde de basis voor de mythe dat Brugge nog

een authentieke middeleeuwse stad is. De realiteit is echter dat veel minder gebouwen dan

verwacht nog echt middeleeuws zijn. De eerste schuldigen voor deze mythe zijn de

toeristische reisgidsen. Een Amerikaanse reisgids zegt bijvoorbeeld: „Bruges is a medieval

city, perfectly preserved (…) and yet today almost unaltered in its former splendour.‟65

Aan de andere kant is het niet zo dat na 1480, toen het economisch bergaf ging met Brugge,

niet meer gesloopt of gebouwd werd. Brugge was, in tegenstelling tot wat velen beweren,

geen spookstad geworden waar eeuwenlang volstrekt niets meer gebeurd is.

De vraag rijst of Brugge nu eigenlijk echt of vals middeleeuws is. Marc Ryckaert doet een

poging tot het formuleren van een antwoord in zijn essay „Brugge: echt of vals

middeleeuws?‟66

Uit Ryckaerts essay is eerst en vooral af te leiden dat het grondplan sedert de

middeleeuwen niet spectaculair veranderd is. In de 14de

en 15de

eeuw woonden in Brugge

ruim veertigduizend mensen. Toen de glorietijd van Brugge voorbij was, stagneerde of daalde

64

Jacobs, R., „Een passie voor geschiedenis‟, in: Brugge, een stad in de geschiedenis, Uitgeverij Marc van de

Wiele, Brugge, 1997, p 25.

65 Frommer, A., A masterpiece called Belgium, S.l., 1984, p. 141.

66 Ryckaert, M., „Brugge: echt of vals middeleeuws?‟, in: De Middeleeuwsen in twintigste eeuw. Middeleeuwse

sporen in de hedendaagse cultuur, onder redactie van Harp, R., Mantingh, E., Rappoldt, M., Uitgeverij Verloren,

Hilversum, 1990.

Page 50: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

50

dit bevolkingscijfer. In de negentiende eeuw steeg dit bevolkingscijfer lichtjes, maar de

economische situatie was niet goed. De industriële revolutie is nagenoeg geheel aan Brugge

voorbij gegaan en de zeldzame bedrijfjes die er toch waren, werden meegesleurd in de

economische crisis van 1874. Net in die sombere periode verscheen de roman Bruges-la-

Morte van Georges Rodenbach. Naar de eeuwwisseling toe kwam er wel wat beterschap,

vooral met de aanbouw van de haven van Zeebrugge. Er zijn uiteraard wel enkele ingrepen

geweest. Zo zijn veel straten verbreed en moesten een aantal straten wijken voor de bouw van

de stadsschouwburg, maar grote ingrijpende veranderingen hebben nooit plaatsgevonden.

De plattegronden van de middeleeuwen blijken dus nog steeds grotendeels overeen te komen

met de huidige plannen.67

Maar zijn er nu nog echt middeleeuwse gebouwen aanwezig in de binnenstad, of is het

bewaarde middeleeuwse Brugge een mythe?

Ten eerste kunnen weinig middeleeuwse huizen perfect bewaard zijn, aangezien de huizen in

de middeleeuwen houten gevels hadden. Er zijn slechts twee zo‟n huizen bewaard gebleven,

één in het Genthof en één in de Korte Winkel.68

Houten gevels hielden namelijk een groter

brandgevaar in dan bakstenen gevels.

Ten tweede heeft Brugge na de vijftiende eeuw niet opgehouden met leven. Er werd nog

steeds gebouwd en verbouwd. Interieurs en gevels werden steeds aangepast aan de smaak van

de tijd.

Toch zijn er nog andere gebouwen dan gewone huizen: enkele monumentale gebouwen, die

wel nog volledig middeleeuws zijn: de Romaanse benedenkerk van de Heilige-Bloedbasiliek,

de gotische kerken van Onze-Lieve-Vrouw, de Sint-Salvatorskerk, Sint-Jacob en Sint-Gilis,

de Jeruzalemkerk, het gotische stadhuis, het belfort, de ziekenzalen van het oude Sint-

Janshospitaal, …69

67

De bekendste plattegrond is ongetwijfeld die van Marcus Gerards. In 1561 gaf de stadsmagistraat van Brugge

de opdracht aan schilder en graveur Marcus Gerards een plan van de stad te vervaardigen. De bedoeling was

eigenlijk om vooral de pracht en praal van Brugge te beklemtonen en de scheepvaartverbindingen tussen de stad

en de zee zo gunstig mogelijk voor te stellen. Zoals Ryckaert zelf zegt: „de cartografie als instrument van

bedrieglijke reclame voor een stad waarvan de economische slagkracht al geruime tijd aan het tanen was.‟

[Ryckaert, (1990), 69] Toch zegt Ryckaert dat het plan, ondanks enkele vertekeningen van de werkelijkheid, een

erg betrouwbaar document is.

68 Devliegher, L., De huizen te Brugge, Lannoo, Tielt, 1975, p. 93-94 en 172-173.

69 Ryckaert, M., „Brugge: echt of vals middeleeuws?‟, p. 75.

Page 51: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

51

Rond het einde van de negentiende eeuw is echter een merkwaardige bouwstijl waar te

nemen: de neogotiek. Brugge wordt in de geesten van zijn inwoners opnieuw in verband

gebracht met de middeleeuwen. Hier klinkt de „hoop door van een verpauperde stad die

smacht naar een terugkeer van welvaart van weleer. Een nieuwe welvaart die, behalve door de

aanleg van een zeehaven, ook door het toerisme kan gebracht worden. En dat toerisme kan

slechts gestimuleerd worden door Brugge zo aantrekkelijk mogelijk, dus zo middeleeuws

mogelijk, te maken. Want zijn het niet in de eerste plaats de talrijke versteende sporen van

Brugges vergane middeleeuwse bloei die de vreemdelingen aanspreken?‟70

Het is dus duidelijk dat men de neogotische stijl hanteerde om het rijke verleden weer naar de

oppervlakte te brengen. Het is een middel dat door mensen gebruikt wordt om opnieuw

mythes te creëren, noodzakelijke “verhalen” in de herinnering van de Brugse inwoners om

hen een nieuwe identiteit te geven, om hen te herinneren aan wie ze zijn.

La Plume, een blad dat verslag deed over het kunstleven en de kunstpolitiek in Brugge, zei in

het nummer van 11 augustus 1872: „L‟art doit faire revivre l‟esprit. La réintroduction du style

gothique doit donc être saluée avec plaisir par tous les amis de l‟art; elle est de bonne augure.

Bruges a été aux temps jadis un centre artistique ; elle doit le redevenir.‟

Er was één persoon heel erg belangrijk voor de heropleving van de middeleeuwen in Brugge:

Adolf Duclos. Duclos, geboren in 1841, was priester. Hij was erg Vlaamsgezind en nauw

daarmee verbonden was zijn taalparticularisme, waarvan de bekendste voorvechter misschien

wel Guido Gezelle was. De taalparticularisten wilden van het West-Vlaaams een echte

cultuurtaal maken.

Voor deze scriptie is Duclos zeker vermeldenswaardig, omdat hij ook pleitte voor de

neogotiek als bouwstijl in Brugge, niet alleen omdat deze stijl naar de rijke middeleeuwen

verwees, maar ook omdat zij bekend stond als een christelijke bouwstijl. Verder wou Duclos

van Brugge ook een toeristische stad maken. Zijn toeristische stadsgidsen zijn daar het bewijs

van. Hij bleef zich trouwens ook richten op de studie van het Brugse middeleeuwse verleden

en daarbij stond voor hem de Guldensporenslag centraal. Mijns inziens was Duclos een man

die bezeten was van middeleeuwse nostalgie.

70

Idem, p. 79.

Page 52: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

52

De neogotiek is naast een bouwstijl ook een levenshouding, een terugkeer naar de oude,

middeleeuwse waarden. In de kunsten kwam die levenshouding vaak tot uiting, en dan vooral

bij de West-Vlaamse priester en dichter Guido Gezelle. Gezelle was een grote voorstander

van de heropleving van de gotiek, een bouwkunst die ook geassocieerd werd met het

uitdragen van christelijke vroomheid. „Deze heropstanding van middeleeuwse kunsten was

voor Gezelle ook verbonden met zijn liefde voor de Vlaamse volkstaal […] Tegelijk waren

het taalgebruik en schrijverstalent van Gezelle verbonden met de poging van de Kerk om in

de negentiende eeuw haar belangrijke maatschappelijke positie uit de middeleeuwen te

heroveren.‟71

De neogotische bouwstijl is dus de verwezenlijking in het straatbeeld van de nostalgie naar de

middeleeuwen. Mensen hebben in hun hoofd een herinnering aan een bepaalde realiteit, hoe

het straatbeeld er in de middeleeuwen moet uitgezien hebben. De realiteit die ze in de

negentiende eeuw proberen te reconstrueren, is, zoals Barthes zegt, hun eigen geconstrueerde

realiteit. De nieuwe gebouwen zijn dus eigen, niet waarheidsgetrouwe constructies, ontsproten

aan de nostalgie naar de middeleeuwen.

3. De historische stoeten

In de negentiende eeuw ontstaat een cultus van historische stoeten. De stoeten die in Brugge

plaatsvonden herinnerden de inwoners en bezoekers aan het grootse verleden. Stoeten worden

namelijk ingericht om een deel van de geschiedenis, dat belangrijk was voor Brugge, te laten

heropleven en zich weer te prenten in het geheugen van de toeschouwers. Men richt dus

eigenlijk een openbaar feest in om te tonen hoe groots het verleden was.

Door het zien van de uitgebeelde taferelen worden de verhalen, die zin geven aan het bestaan

van de Bruggelingen door hen eraan te herinneren welke grote natie ze geweest zijn, opnieuw

in hun netvlies en geheugen geprent.

Stoeten wekken eveneens de illusie dat het verleden niet zo ver weg is, dat het opnieuw kan

worden beleefd.

71

Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 149.

Page 53: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

53

Het idee om stoeten in te richten, haalde men bij de blijde inkomsten uit de Bourgondische en

Habsburgse tijd. Wanneer belangrijke figuren toen een stad bezochten, werd het traject dat ze

moesten afleggen volledig versierd met triomfbogen, stellingen, figuranten die de grootse

geschiedenis uitbeeldden, …

De twee meest bekende processies van Brugge zijn de Heilige-Bloedprocessie en de Gouden-

Boomstoet. Beide rondgangen beelden taferelen uit die heel belangrijk waren voor de

geschiedenis van Brugge. Men kiest dus om deze gebeurtenissen te herinneren aan de hand

van de uitbeelding van wat zich afgespeeld heeft in tijden waarin Brugge tot de welvarendste

steden van Europa behoorde. Het is dus niet toevallig dat gekozen wordt voor gebeurtenissen

die zich in de middeleeuwen hebben afgespeeld.72

Dankzij de overgeleverde verhalen en de geschiedenis kan men zich de prachtige

gebeurtenissen nog herinneren. De processies zijn de uitbeelding van de verbeelding van de

Bruggelingen. Het zijn opnieuw eigen creaties, die misschien niet eens op waarheidsgetrouwe

gebeurtenissen gebaseerd zijn, maar die een terugkeer naar het verleden bewerkstelligen.

Hier wordt enkel de Heilige-Bloedprocessie besproken, omdat de Gouden-Boomstoet een

creatie is van de twintigste eeuw. Niettemin gelden uiteraard alle vorige elementen ook voor

de Gouden-Boomstoet.

De Heilige-Bloedprocessie herinnert aan het feit dat Diederik van den Elzas (1128-1168),

graaf van Vlaanderen, in 1150, na de tweede kruistocht, een relikwie van het bloed van Jezus

Christus uit Jeruzalem naar Brugge heeft overgebracht. Men beschouwde dit bloed als een

uiterst kostbare schat en sedertdien werd het bewaard in de grafelijke kapel op de Burg. Deze

kapel werd eveneens door graaf Diederik van den Elzas opgericht.73

Over de authenticiteit van de Heilig-Bloedrelikwie bestaat toch ernstige twijfel.

Tegenwoordig wordt beweerd dat de relikwie afkomstig zou zijn uit Constantinopel en pas in

de dertiende eeuw in Brugge belandde. Men twijfelt ook sterk aan het feit of het bloed wel dat

72

Dit impliceert dat ook taferelen worden uitgebeeld die slechts indirect met de middeleeuwen te maken hebben.

Zo roept het vergieten van het Heilig Bloed meteen een stuk Romeinse en zelfs Bijbelse taferelen op. Deze

zullen bijgevolg ook uitgebeeld worden in de processie. Diederik van den Elzas, die het Bloed naar Brugge

bracht, is dan weer volledig middeleeuws.

73 Rotsaert, K., De Heilige-Bloedprocessie, een eeuwenoude traditie, Uitgaven West-Vlaamse Gidsenking v.z.w.,

Brugge, 1982, p. 9.

Page 54: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

54

van Christus is. Dit hindert de Bruggelingen echter niet. In hun verbeelding is het Christus‟

bloed en men vindt dit het waard om er een processie voor in te richten. De Bruggelingen

gebruiken het Heilig Bloed om te bewijzen dat Brugge in de middeleeuwen een machtige stad

was. In die zin is Brugge ook een „lieu de mémoire‟, omdat Brugge de plaats is waar het

Heilig Bloed bewaard wordt. Brugge is de plaats waaraan de herinnering aan het Heilig Bloed

vast hangt. Er is dus geen betere plaats om de schenking van het Heilig Bloed aan Brugge te

herinneren in de vorm van de uitbeelding van de historische gebeurtenis. De hele mythe die

errond hangt moet in Brugge herleefd worden.

4. Standbeelden van belangrijke historische figuren

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw was Brugge gefascineerd door het oprichten

van standbeelden. Het ging telkens om standbeelden van figuren die belangrijk waren voor de

geschiedenis van Brugge. In de middeleeuwen hebben die figuren namelijk meegeholpen aan

de verspreiding van de internationale uitstraling van Brugge (cfr. hoofdstuk over de

middeleeuwen).

Deze standbeelden kaderen in de „heroworship‟ van Thomas Carlyle. De mensen waarvoor

standbeelden werden opgericht, worden beschouwd als helden voor de stad Brugge.74

Bijgevolg verdienen ze een standbeeld en dienen ze als voorbeeld voor de toenmalige

generatie Bruggelingen. Carlyle zegt dat het in de persoonlijke aard van de mens ligt om

helden te vereren. Bij het aanschouwen van de standbeelden van de grote figuren uit de

middeleeuwen, worden de Bruggelingen instant herinnerd aan het grootse verleden. De

bedoeling is dus dat men een voorbeeld neemt aan deze grote mannen en dat de Bruggelingen

van de negentiende eeuw zelf zouden overgaan tot grote daden of tot de verspreiding van de

74

Als we de redenering van Carlyle doortrekken, is een held een projectie van de onbereikbare idealen van de

mens. De personen voor wie in de negentiende eeuw standbeelden worden opgericht, zijn dus zeker niet lukraak

gekozen. Ze moeten kaderen in een welbepaalde identiteit die de Bruggeling zichzelf wil toekennen. Welke grote

identiteitswaarden vertolken die grote mannen dan? Het standbeeld van Breidel en de Coninck staat ongetwijfeld

voor de vrijheidsdrang van de Bruggeling. Men kijkt in de negentiende eeuw dus op naar de vrijheidsstrijders uit

de middeleeuwen die ons van onder het juk van de Fransen wilden bevrijden. Verder wordt via Van Eyck en

Memling de rechter hersenhelft geadoreerd. Zij waren heel belangrijk voor de kunst. Hun picturale krachten

dienden ook als voorbeeld op het einde van de negentiende eeuw. Met Simon Stevin wil men zich associëren met

de linker hersenhelft, de wetenschappelijke, wiskundige hersenhelft. Dit zijn dus een aantal motieven die door de

Bruggelingen heel erg geapprecieerd worden en ze willen dat deze eigenschappen opnieuw deel uitmaken van

hun huidige identiteit. Die drang uit zich in het oprichten van standbeelden om te grote mannen te vereren.

Page 55: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

55

Brugse faam op een internationaal niveau. Op die manier zouden de middeleeuwen pas echt

her-leefd worden en niet alleen her-be-leefd.

In januari 1841 werd voor het eerst een voorstel ingediend om een standbeeld te bouwen voor

de wiskundige Simon Stevin, iets wat niet vlekkeloos verlopen is. „Het vereeuwigen van de

grote namen, deze „statuomanie‟, was een nationaal fenomeen dat door de verschillende

overheden, zowel op nationaal, provinciaal als op stedelijk niveau, sterk werd gestimuleerd.‟75

4.1 Simon Stevin

76

75

Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 33.

76 Deze foto werd genomen door Piet De Busscher.

Page 56: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

56

Trouwe Vlaming, Simon Stevin,

Geus op ‟t voetstuk van graniet

In de branding pal gebleven,

Waar is de tijd u hulde biedt.

Brugge‟s volk vergeet het niet,

Hoe ‟t u vierde, wat een leven

‟t Was, gelijk men ‟t nooit meer ziet,

Toen uw beeld daar werd verheven!

„k Groet, bij nacht, u lijk een baak,

Die haar licht weer aan zal steken,

Als lazaar zijn zerk zal breken.

Wakker voor zijn nieuwe taak ;-

En dan zult gij ‟t woord weer spreken:

„Vrij van ziel en Vlaamsch van spraak‟!

Julius Sabbe, 22 juli 189577

Zoals reeds vermeld was het eerste standbeeld dat werd opgericht dat van Simon Stevin. Dit

heeft voor veel discussies gezorgd en niet iedereen was er voorstander van. Stevin werd door

sommigen gezien als een „ketter‟ en een „landverrader‟, omdat de Rooms-katholiek

opgevoede wetenschapper zijn godsdienst zou hebben afgezworen opdat hij in dienst zou

kunnen treden bij de Prins van Oranje. Hierdoor zou hij zich dus tegen zijn vaderland keren78

.

Toch vond het gemeentebestuur Stevin verdienstelijk genoeg. Hij was in Brugge geboren en

was één van de eersten om wetenschappelijk onderwijs in de landstaal te organiseren. Simon

Stevins‟ standbeeld werd ingehuldigd in 1846. Toen was het bronzen beeld echter nog niet af

en werd een gipsen alternatief in de plaats gezet. Het echte standbeeld kwam er op 8

september 1848.

77

Dit is een gedicht van Julius Sabbe, geschreven naar aanleiding van de oprichting van het standbeeld van

Simon Stevin. Het gedicht is geschreven in 1895. Het is verschenen in: Vanhoutryve, A., Brugse stand- en

borstbeelden, Schoonbaert, Brugge, 1989, p. 16.

Page 57: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

57

4.2 Hans Memling

79

Bleeke droomer, Duitsche Hans,

In uw ziele leefde een hemel!

En gij gaaft dien hemel gansch

In een spel van kleurengewemel!

Frischheid van den leliekrans,

Maagdenbloei in ‟t lihtgeschemel

Engelenvreugde in morgenglans …

Al wat leefde in ‟t vroom gefemel!

‟t Leek een droom, een liefdezang,

Wat gij uit het hart hier dichttet

79

Deze foto werd genomen door Piet De Busscher

Page 58: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

58

En met zielegloor verlichttet!

En men vraagt, in ‟t driftgedrang,

Of uw naam niet dient herlezen,

En soms Hemelling moet wezen!

Julius Sabbe, datum onbekend.80

Ook voor Hans Memling werd een standbeeld opgericht. Ook hier liep de realisatie niet van

een leien dakje. In 1465 liet een zekere Jan van Mimnelinghe, geboren in Seligenstadt, zich

registreren als burger van Brugge. „Het is de beroemde Hans Memling die, meer nog dan Jan

van Eyck, het symbool zal worden van de legendarische glans van Brugge als de stad waar de

zo bewonderde Vlaamse schilderkunst vandaan kwam. Memlings bekendste werk is

misschien wel zijn monumentale triptiek met het Laatste Oordeel, een opdracht van de

Florentijnse bankier Agnolo Tani.

Voor de Brugse ateliers is Memling de figuur geweest die de beeldformules en de rijzige,

grafisch gestileerde vormgeving van Rogier van der Weyden heeft geïntroduceerd en een

schilderijtype heeft gecreëerd, dat na de Van Eyck-traditie een nieuwe, internationaal

succesrijke Brugse stijlfase heeft belichaamd.‟81

Memling wist een afgerond en evenwichtig schoonheidsideaal te combineren met een

geruststellende en glimlachende religiositeit. „In zijn voorstellingswereld komt er een fysieke

versmelting tot stand van het heilige en het menselijke, een christelijke mythologie

vergelijkbaar met die uit de oudheid. Ook zijn glasheldere, open organisatie van de ruimte

moet hebben aangesproken, evenals de perfectionistische kristallisatie van het portret.‟82

In de negentiende eeuw wordt Memling, samen met de rest van de „Brugse schilderschool‟

helemaal herontdekt. Verscheidene buitenlandse figuren, vooral kunstenaars, kwamen zijn

80

Dit gedicht is geschreven door Julius Sabbe. Sabbe maakt in dit gedicht duidelijk dat Hans Memling voor hem

meer een gezant uit de hemel moet zijn. Hij is dus meer dan een schilder die Brugge wereldberoemd maakte met

zijn werken. Dit gedicht is verschenen in: Vanhoutryve, A., Brugse stand- en borstbeelden, Schoonbaert,

Brugge, 1989, p. 132.

81 De Vos, D., ‚Brugge en de Vlaamse primitieven in Europa„, in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992,p. 321.

82 Idem, p. 322.

Page 59: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

59

schilderijen in Brugge bewonderen. De voorstanders van de oprichting van een standbeeld

van Memling vonden het goed dat ze op die manier konden tonen hoe belangrijk Memling

wel was geweest voor hun stad. Dezelfde situatie geldt voor het standbeeld van Van Eyck,

want er lagen namelijk nog andere kapers op de kust, zoals Gent, voor wie Van Eyck ook een

belangrijke rol heeft gespeeld. „Doorheen de vele discussies kwamen ook de motivaties voor

het standbeeld naar boven. Er werd sterk de nadruk gelegd op het belang van Memling in en

voor de geschiedenis van Brugge: Memling had in dé glorierijke periode van Brugge geleefd

en hij had tegelijk bijgedragen tot die grootsheid. Het was bijgevolg in die stad, die door haar

specifieke pleinen en gebouwen duidelijk naar dat verleden verwees, dat een blijvende

herinnering aan een dergelijke historische figuur moest komen.83

Devaux wou de nadruk op de groep kunstenaars van de Brugse School leggen, maar het was

vooral hij die ijverde voor de standbeelden: „Une ville se caractérise par deux ou trois

monuments et deux ou trois places publiques. Bruges a son beffroi, son hôtel de ville et son

parc. Le beffroi a été complété, achevé par la restauration du carillon, l‟hôtel de ville par ses

statues resitués aux niches, le parc doit l‟être en y introduisant les statues et les bustes des

peintres de l‟école brugeois ; un panthéon de ce genre n‟existe en aucune ville, il caractérisait

le nôtre.‟84

Het standbeeld is ingehuldigd op 3 september 1871.

83

Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 41-43.

84 Brugge, Stadsarchief: Notulen gemeenteraad 1867, zitting 15 juni 1867.

Page 60: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

60

4.3 Jan van Eyck

85

Als ick kan

„Als ick kan‟ zei Jan van Eyck!

En hij doopte zijn penseelen

In een gloed, die, warm en rijk,

‟t Leven stortte op zijn paneelen!

„Als ick kan‟ en goddelijk

Kan u ‟t landschap d‟oogen streelen!

Mensch, natuur, een hemelrijk

Tooverden zijn tafereelen!

85

Deze foto werd genomen door Piet De Busscher

Page 61: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

61

Scheppend rees zijn grootsch genie,

Als de zon van Brugge‟s weelde,

Die met hem den luister deelde!

Waar men over d‟aarde ook zie,

Wie wijst naar een glans terugge,

Als uw roem, o Jan van Brugge?

Julius Sabbe, 13 maart 190586

De Bruggelingen vonden dat Jan van Eyck voor hun stad belangrijk was, aangezien „Van

Eyck heeft uytgevonden in deze stad de konst om in olie te konnen schilderen‟.87

Zoals in het

eerste deel van deze masterscriptie werd vermeld was Jan van Eyck één van de belangrijkste

hofschilders van Europa. Hij vestigde zich vanaf 1425 in Brugge en daarvoor was hij

verbonden met het hof van Den Haag. Filips de Goede, hertog van Bourgondië, nam

uiteindelijk Jan Van Eyck aan als hofschilder en kamermeester. Het oeuvre dat van Jan Van

Eyck bewaard is, is beperkt tot zijn privé-opdrachten die hij in Brugge tijdens de laatste tien

jaren van zijn leefde uitvoerde, toen hij geen buitenlandse opdrachten meer aanvaardde en

officieel in Brugge gevestigd was.88

Het was de eerste keer dat iedereen eensgezind was over de oprichting van een standbeeld.

Het gemeentebestuur van Brugge wou dat een Brugse kunstenaar het beeld zou maken.

Brussel wou echter een wedstrijd om te bepalen wie de uitvoering van het beeld op zich zou

nemen. De kans zat er dus in dat de beeldhouwer geen Bruggeling zou zijn. Toch wou Brugge

absoluut de Brugse Pickery als beeldhouwer voor het standbeeld.

Aleid Hemeryck maakt in haar scriptie terecht de opmerking dat deze kwestie verder gaat dan

een lokaal patriottisme van Brugse zijde. Een onderliggende motivatie voor de reactie van de

86

Dit gedicht is geschreven door Julius Sabbe in 1905. Sabbe heeft duidelijk een grote bewondering voor Jan

van Eyck en zijn schilderkunst. Hij is vooral trots op het feit dat van Eyck zogenaamd „Bruggeling‟ was en dat

hij Brugge door zijn schilderstalent op de wereldkaart heeft geplaatst. Dit gedicht is verschenen in: Vanhoutryve,

A., Brugse stand- en borstbeelden, Schoonbaert, Brugge, 1989, p. 88.

87 Schouteet, A., 250 jaar Académie voor schone kunsten te Brugge, 1717-1967, Koninklijke Gidsenbond,

Brugge, 1970.

88 De Vos, D., ‚Brugge en de Vlaamse primitieven in Europa„, in: Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 325-326.

Page 62: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

62

Bruggelingen zou het verbinden van het verleden met het heden kunnen zijn. Als een Brugse

kunstenaar een groots beeld voor een beroemde Brugse schilder kon maken, verwees dat naar

de nog steeds geldende artistieke capaciteit van de inwoners van de stad. Het standbeeld zou

dan bewijzen dat in het heden, net als in het verleden, de stad Brugge grote kunstenaars kon

voortbrengen.89

Uiteindelijk werd toch Pickery aangewezen als beeldhouwer voor het standbeeld.

Voor de inhuldiging van het standbeeld werd een hele week gefeest, van 18 tot 25 augustus

1878.

4.4 Jan Breidel en Pieter de Coninck

90

89

Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 48.

90 Deze afbeelding heb ik gevonden op het internet:

http://images.google.be/imgres?imgurl=http://www.freefoto.com/images/03/02/03_02_89---Statue-of-Jan-

Breydel-and-Pieter-de-Coninck

Bruges_web.jpg%3F%26k%3DStatue%2Bof%2BJan%2BBreydel%2Band%2BPieter%2Bde%2BConinck%252

C%2BBruges&imgrefurl=http://www.freefoto.com/preview/03-02-89%3Fffid%3D03-02-

Page 63: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

63

Het standbeeld van Breidel en de Coninck, dat zich op de Grote Markt bevindt, is misschien

wel Brugges bekendste standbeeld. Zij waren volgens de Bruggelingen dé volkshelden van

Brugge en ze zouden de leiders geweest zijn van de Brugse Metten en de Guldensporenslag,

twee bijzonder belangrijke momenten uit het verleden van de stad. Voor hen moest wel een

standbeeld opgericht worden!

De realisatie van het standbeeld verliep opnieuw niet zonder problemen.

Hun historische rol in de gebeurtenissen van 1302 verdient toch om nog wat nader toegelicht

te worden. De Brugse slager Jan Breidel (1264-tussen 1328 en 1331) spreekt het meest tot de

verbeelding. In 1301 werd hij samen met Pieter de Coninck en 24 andere leiders van het

verzet door de Fransen gevangen genomen en kort daarna bevrijd. Op 1 mei 1302 leidde hij

samen met enkele anderen een geslaagde aanval op het Franse garnizoen van Male. Hij was

ook één van de aanvoerders van de actie op 18 mei die als de „Brugse Metten‟ de geschiedenis

is ingegaan. Voor de veldtocht naar Kortrijk leverde hij aan het leger van Willem van Gulik

vlees, paarden en haver. Na de Guldensporenslag kon hij zich de vroegere woning van een

Fransgezinde toe-eigenen. Hij kreeg een aantal winstgevende ambten en hij was actief in de

stedelijke politiek, maar hij trad niet al te sterk op de voorgrond. Hij was wel enkele keren

betrokken bij gewelddadige incidenten. Uit verscheidene documenten blijkt dat hij tot de

meest vermogende burgers van de stad behoorde.

Pieter de Coninck (tussen 1250 en 1260 -1332 of 1333) was een wever van geringe afkomst.

Hoewel hij een kleine gestalte had, kon hij dat compenseren door zijn talent als spreker en

door zijn intelligentie. In 1301 leidde hij het verzet tegen het Fransgezinde stadsbestuur.

Samen met 25 anderen werd hij ook gevangen gezet en kort daarna bevrijd. Hij was duidelijk

een aanvoerder van de opstand en hij werd ook als zodanig erkend door de zoons van graaf

Gwijde van Dampierre. Na de „Brugse Metten‟ leidde hij samen met de grafelijke familie de

opstand tegen de Fransen. Onmiddellijk na de Guldensporenslag, nog op 11 juli 1302, werd

hij tot ridder geslagen. Ook hij nam zijn intrek in de vroegere woning van een Fransgezinde.

89%26k%3DStatue%2Bof%2BJan%2BBreydel%2Band%2BPieter%2Bde%2BConinck%252C%2BBruges&usg

=__ee1_JLBZJePBD_6x5EVBS-

NNkQk=&h=600&w=400&sz=51&hl=nl&start=6&um=1&tbnid=dqfFNhCjV8717M:&tbnh=135&tbnw=90&pr

ev=/images%3Fq%3Dbreydel%2Ben%2Bde%2Bconinck%26hl%3Dnl%26sa%3DN%26um%3D1 (22 april

2009)

Page 64: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

64

Hoewel hij geen enkel ambt uitoefende, had hij als radicale volksleider nog een grote invloed

op het beleid.91

Brugge had de oprichting van deze standbeelden nodig om zijn hunkering en nostalgie naar

het grootse verleden een plaats te kunnen geven. Deze standbeelden waren nodig in het kader

van zingeving en het (terug)vinden van een (verloren) identiteit.

„Zij symboliseerden het glansrijke verleden van een stad, de geschiedenis van een volk met

een eigen identiteit en een rijke traditie. Zij moesten de Bruggeling en de Belg dankbaar en

fier stemmen dat zij van zo‟n gemeenschap deel mochten uitmaken. Hun opmerkelijke

aanwezigheid op voorname plaatsen in de stad moest van hen een inspiratiebron maken voor

de huidige en komende generaties. Hun bestaan hoorde bovendien naar het aanzien van de

actuele stad te verwijzen. Aan die stad kwam immers alle eer toe, want zij maakte het

mogelijk haar helden onsterfelijk te maken. De monumenten verwezen naar een stad die het

financiële en artistieke vermogen bezat om haar zo rijke verleden op een even gewichtige

manier in stand te houden. De standbeelden stonden voor een stad die zich bewust was van

haar verleden, die daar blijvend aan wilde herinneren en ook vandaag nog geschiedenis kon

schrijven.‟92

5. Muurschilderingen in de gotische zaal van het Brugse stadhuis: historische taferelen

die verwijzen naar de grootheid van het verleden

Tussen 1890 en 1905 werd de gotische zaal van het Brugse stadhuis gerestaureerd. De zaal

moest sowieso verbouwd worden, maar er werden ook muurschilderingen met historische

taferelen aangebracht. Albert De Vriendt, een in die tijd heel respectabele kunstenaar, kreeg

deze laatste taak toegewezen. Als thema had hij gekozen voor de verheerlijking van de Brugse

geschiedenis, met onder andere de terugkeer van de Guldensporenslag. Hij kreeg echter veel

kritiek op zijn gekozen thema‟s omdat ze niet altijd rechtstreeks verwezen naar het glorierijke

Brugge van de middeleeuwen en omdat ze niet bij iedereen in het collectieve geheugen lagen.

Uiteindelijk werd gekozen voor de uitbeelding van figuren en taferelen die belangrijk waren

91

Geirnaert, N., en Vandamme, L., Brugge, een verhaal van 2000 jaar, Stichting Kunstboek, Brugge, 1996, p.

38-39.

92 Hemeryck, A, Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914, p.

56.

Page 65: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

65

voor Brugge vanaf het ontstaan van de stad tot 1450. Het is opmerkelijk dat voor deze periode

gekozen wordt. Het bewijst dat de Bruggelingen hun rijke verleden opnieuw in de verf wilden

zitten. Men mag niet vergeten wie hun voorvaderen waren en hoe belangrijk de stad was

vanaf haar ontstaan tot in de late middeleeuwen. In de geesten van de Bruggelingen zitten nog

steeds die verhalen over hun roemrijke verleden. Ze beslissen die narratieven in kunstwerken

uit te beelden en zo zin te geven aan hun “existentiële crisis”, namelijk: het opnieuw willen

vormen van een identiteit die bewijst dat Brugge en de Bruggelingen niet dood zijn, zoals in

Bruges-la-Morte.

De muurschilderingen beeldden de volgende taferelen uit: Diederik van den Elzas brengt het

Heilig bloed naar Brugge, de tafel der armen, de gemeente Brugge krijgt haar keure onder

Filips van de Elzas, de Bruggelingen keren zegevierend terug van de Guldensporenslag, de

magistraten bezoeken het atelier van Jan van Eyck, Jacob van Maerlant schrijft zijn Spieghel

Historiael, Lodewijk van Male legt de eerste steen voor de bouw van het stadhuis, het eerste

kapittel van het Gulden Vlies, de vrije jaarmarkt te Brugge en de inhuldiging van de nieuwe

vaart Het Swin in 1404.93

6. De manier waarop met de Vlaamse Primitieven werd omgegaan: herontdekking en

herwaardering

De Engelsman James Weale heeft tientallen jaren van zijn leven in Brugge doorgebracht en

heeft op veel gebieden van het Brugse leven zijn stempel kunnen drukken. Hij was o.a.

medestichter van het tijdschrift Rond den Heerd, een belangrijk protagonist van de neogotiek,

auteur van verschillende reisgidsen over Brugge, maar bovenal was hij historicus en

wetenschappelijk onderzoeker. Zijn stokpaardje was de Vlaamse Primitieven, soms ook de

„Oudnederlandse schilders‟ genoemd. Vooral naar de figuur van Memling had hij al veel

wetenschappelijk onderzoek verricht. Rond het midden van de negentiende eeuw werden de

Oudnederlandse schilders namelijk herontdekt en geherwaardeerd. Toch was het met de

wetenschappelijke kennis rond deze kunst nog niet goed gesteld: de historische overlevering

van gegevens over de schilders en hun werken was uiterst summier en fragmentarisch.94

93

Brugge, Stadsarchief: Notulen gemeenteraad 1888, zitting 24 maart 1888.

94 Ridderbos, B., „Van Waagen tot Friedländer: het kunsthistorisch onderzoek naar de Oudnederlandse

schilderkunst gedurende de negentiende en het begin van de twintigste eeuw‟, in: Ridderbos ed., „Om iets te

Page 66: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

66

Aanvankelijk steunde men dan ook enkel op oude literatuur; het aanwezige archief in Brugge

was nauwelijks geraadpleegd. Uiteindelijk was het James Weale die een belangrijke plaats

innam op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek naar de Oudnederlandse

schilderkunst in de negentiende eeuw.

In Brugge was Weale echter niet altijd een even graag geziene persoon. Dit kwam vooral door

het feit dat hij vaak kritiek had op Charles Carton en zijn uitingen. Toch had Weale

belangrijke wegen geopend voor het wetenschappelijk onderzoek.

In 1867 wou Weale een tentoonstelling rond de werken van Memling houden. Het werd

echter een meer algemene tentoonstelling met als titel „Tableaux de l‟ancienne école

néerlandaise‟.95

Deze tentoonstelling was de eerste in België waar Oudnederlandse

schilderkunst te bewonderen was. Het was een enorm succes en bijgevolg heeft het

evenement veel bijgedragen tot de creatie van Brugge als kunststad. Door het succes kon ook

Weale zijn eer redden en kreeg hij bekendheid als kenner van de Oudnederlandse

schilderkunst.

In het kader van deze scriptie is de belangrijkste Vlaamse Primitief misschien wel Memling

omdat hij een belangrijke band had met Brugge. Dit was namelijk de stad waar hij de meeste

van zijn schilderijen had gerealiseerd, maar het is ook de stad waar tien van zijn

meesterwerken bewaard bleven. Ze zijn altijd al te bewonderen geweest in het museum van

het vroegere Sint-Janshospitaal, een ideale omgeving om de mythe van Memling te

bevorderen. De stemming van het mysterieuze hospitaal leent zich perfect om het verleden tot

zich door te laten dringen. Brugge en Memling werden dus altijd al onlosmakelijk met elkaar

verbonden. Memling slaagde er trouwens in om de vergane glorie aan Brugge weer te geven.

In Brugge bestond als het ware een Memlingcultus, waardoor buitenlanders ook tot Brugge

aangetrokken werden. Memling werd een legende. Doordat zijn schilderijen in het

mysterieuze Sint-Janshospitaal, waar in de negentiende eeuw de zusters nog steeds aanwezig

waren, bewaard werden, gaf dit de legende nog een extra cachet.96

weten van de oude meesters‟: De Vlaamse Primitieven: herontdekking, waardering en onderzoek, SUN,

Nijmegen, 1995, p. 189.

95 Idem, p. 214-216.

96 Van den Abeele, A., Het negentiende-eeuwse Sint-Jan: een monument, Brugge, 1981.

Page 67: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

67

Bruggelingen zijn trots op de band van hun stad met Memling en het helpt hen om hun

verhaal over hun ware identiteit, hun mythe over wat ze eigenlijk waren te helpen vormen.

Door de toestroom van buitenlanders wordt Brugge opnieuw een aantrekkingspool, een

kunststad waar de Bruggelingen fier op zijn.

De belangrijkste tentoonstelling over de Vlaamse Primitieven had echter plaats in het begin

van de twintigste eeuw, in 1902, en was getiteld Les Primitifs flamands. Voor Brugge was

deze tentoonstelling nogmaals een unieke gelegenheid om het label van „kunststad‟ te

bevestigen. De glorierijke middeleeuwen zouden nogmaals herleven. Henry Kervyn de

Lettenhove speelde een belangrijke rol in de organisatie van deze tentoonstelling. Hij wou

„faire revivre cette époque si glorieuse‟. Daarom wou hij niet alleen focussen op de

schilderkunst, maar ook op miniatuurkunst, meubelwerk, muntstukken en zegels,

edelsmeedkunst en wandtapijten. Door ook andere artefacten tentoon te stellen, wou Brugge

bewijzen dat het in de middeleeuwen niet alleen een belangrijk centrum was voor de

schilderkunst, maar ook voor tal van andere kunstvormen (cfr vorig hoofdstuk).

De tentoonstelling had plaats in het Provinciaal Hof op de Grote Markt. Men kon zich geen

betere locatie inbeelden: „Puis, n‟était-ce pas dans un palais place au pied de ce beffroi qui

avait sonné toutes les heures de sa gloire, sur cette Grand‟Place où s‟étaient déroulés les plus

grands événements de son histoire, sur ce forum encore illuminé de la grandeur du passé, que

Bruges devait donner l‟hospitalité aux œuvres nombreuses et précieuses de ses plus illustres

enfants ?‟97

De tentoonstelling werd op 15 juni 1902 geopend door Leopold II en was een succes. Brugge

bewees nogmaals zijn belangrijke rol op kunst- en cultuurhistorisch vlak.

Het inrichten van tentoonstellingen met werken van de Vlaamse Primitieven heeft een grotere

betekenis dan men op het eerste gezicht zou denken: de herontdekking en de herwaardering

van de Oudnederlandse schilderkunst herinnerden Brugge namelijk aan de glorierijke eeuw

van de Bourgondische hertogen. Deze periode werd vereeuwigd in de laatmiddeleeuwse

97

Kervyn de Lettenhove, H., l'exposition des Primitifs à Bruges en 1902, Vandecasteele-Werbrouck, Brugge,

1906, p. 21.

Page 68: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

68

schilderkunst. In veel schilderijen is die wereld van pracht en rijkdom rechtstreeks waar te

nemen.98

7. De symbolistische kunst: een andere benadering van het historische verleden

Er was op het einde van de negentiende eeuw ook een nostalgische manier om terug te kijken

naar het verleden. Deze beweging is typerend voor de schilderijen, romans en gedichten van

de symbolistische kunstenaars.

„De literaire en schilderkundige werken over Brugge [de symbolistische werken] waren een

heel persoonlijke uiting van een diep innerlijk gevoel van de kunstenaar. Die kunst was geen

getrouwe weergave van de werkelijkheid, maar wel de artistieke expressie van een innerlijk

gevoel. Vaak drukten de kunstenaars een Brugse herinnering uit, vermengd met persoonlijke

emoties. Het ging daarbij om een wisselwerking van aantrekking en beïnvloeding tussen stad

en kunstenaar. Er waren de individuele gevoelens van melancholie, mystiek en decadentie,

vage dromerige emoties van verdriet en pessimisme, de verlangens van vlucht uit de moderne

en industriële beschaving op zoek naar het Ware, het Mooie en het Ideale, de typische fin-de-

siècle-gedachten. […] Maar bovenal was er in Brugge de onbevattelijke aanwezigheid van het

verleden. De geschiedenis was er in de versteende gebouwen, in de geur van de kerken, in het

klokkengelui van de beiaard, in de sfeer van de herinnering en het was dat wat de kunstenaars

zozeer aansprak.‟99

Het bekendste symbolistische kunstwerk is Bruges-la-Morte (1892) van Georges Rodenbach.

Rodenbach voelde de behoefte om de stad op een menselijke manier af te beelden. Ook hij

had een verhaal, een narratief nodig om zin te geven aan hoe hij tegenover de stad stond.

Uiteraard is het mogelijk dat de stad door anderen anders wordt ervaren dan door Rodenbach.

Rodenbach moet vooral bekoord geweest zijn door het herfstige Brugge, want er is alleen

98

Geirnaert, N., „Cultuur, kerk en geestesleven in de Middeleeuwen‟, in: M. Ryckaert, A. Vandewalle, J.

D‟Hondt, N. Geirnaert en L. Vandamme ed., Brugge. De geschiedenis van een Europese stad, Lannoo, Tielt,

1999, 89-111.

99 Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 255.

Page 69: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

69

stilte, grijsheid, vochtigheid, mist, getemperd licht, en zelfs de lucht die men er inademt, lijkt

tot voorbije eeuwen te behoren.100

De stad Brugge stond model voor de gemoedstoestand van haar inwoners. Het is alsof de stad

zelf een personage is, vol van weemoed naar vervlogen tijden. Hughues, het hoofdpersonage,

zag zijn karakter weerspiegeld in het eenzame Brugge.101

Men kan zich afvragen of

Rodenbach Brugge werkelijk als doods heeft ervaren of als hij het eerder als een literaire

aangelegenheid heeft beschouwd. In zijn woord vooraf kan men duidelijk lezen dat hij Brugge

een menselijke dimensie wou toekennen. De stad zelf was eigenlijk een personage “associé

aux états d‟âme, qui conseille, dissuade, détermine à agir ». De stad moest even doods

overkomen als de hele sfeer die deze roman ademde. Het lijkt alsof de schrijver Rodenbach

zelf een gekwetste en getormenteerde ziel was. De zin “O ville, toi ma soeur, à qui je suis

pareil”, is zeer gekend en geeft uiting aan deze droevigheid. In werkelijkheid was Rodenbach

erg neerslachtig door de dood van zijn twee zussen. Hij transporteerde zijn gevoelens naar een

levende materie, naar Brugge.

Toch moet de Brugse werkelijkheid sporen hebben nagelaten in de geest van Rodenbach.

Waarom zou anders net Brugge moeten optreden in de rol van de doodse stad? Georges

Rodenbach kende Brugge uit zijn jeugdjaren en hij heeft de stad vaak bezocht. Hij moet het

dus zelf als kil en doods ervaren hebben. Toch was Brugge in 1892 niet specifiek doodser dan

honderd jaar vroeger. Het was ook niet doodser dan vele andere Vlaamse steden die om

diverse redenen hun middeleeuwse roem hadden verloren. Het verschil is dat Brugge een heel

bekende stad was – men kan nu eenmaal niet zomaar het grootse middeleeuwse verleden

vergeten – en er werd een enorme propaganda voor de stad gemaakt.102

Het is dus heel duidelijk dat de geschiedenis erg aanwezig is in Bruges-la-Morte. Hugues‟

leven draait ook alleen om de herinnering aan zijn overleden vrouw. Hugues vindt zingeving

in de eenzame Brugse straatjes, omdat hij enkel zingeving kan vinden door de herinnering aan

zijn vrouw zo levend mogelijk te houden. Dit is ook de reden waarom hij geen afstand kan 100

Bonneure, F., „Georges Rodenbach en zijn Brugse romans‟ in: Bonneure, F., Van Houtryve, M., Puype, K,

Het Stille Brugge, 100 jaar Bruges-la-Morte, Stichting Kunstboek, Brugge, 1992, p. 23.

101 Er is m.a.w. sprake van een „lokale kleur‟. Met deze term wordt aangeduid hoe de innerlijke beleving van een

personage overeen komt met de uiterlijke wereld waarin het zich begeeft. Zo komt het doodse, verstilde Brugge

overeen met de weemoedigheid en het verdriet dat Hughues Viane doorleeft.

102 Michiels, G., Uit de wereld der Brugse mensen, Uitgaven West-Vlaamse Gidsenkring vzw, Brugge, 1978, p.

124.

Page 70: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

70

nemen van de spullen van zijn vrouw. Rodenbach maakt van Brugge een stad waar het heden

niet telt, maar enkel de herinnering. „Troosteloos en verlaten vertelden elke steeg en kade,

elke afbrokkelende baksteen en schim van een begijn, al het stilstaande water hoe nu enkel

nog van de droom te leven viel: „Mélancholie de ce gris des rues de Bruges où tous les jours

ont l‟air de la Toussaint! […] Mystère de ce gris, d‟un demi-deuil éternel!‟‟103

Volgens Guillaume Michiels was de invloed die Bruges-la-Morte uitoefende enorm groot.

Niet alleen zou dit boek talrijke toeristen naar Brugge gelokt hebben (of nog steeds lokken?),

ook kunstenaars wilden de sfeer die de roman uitstraalde aan den lijve ondervinden.

Kunstschilders kwamen in grote getale naar Brugge. Vooral de Franse impressionisten waren

onmiddellijk verknocht aan de dromerige charme van de schilderachtige Brugse hoekjes. Zo

kwam bijvoorbeeld Henri le Sidaner in 1897, op aanraden van Camille Mauclair, zelf als één

van de eerste bezoekers na het verschijnen van de roman naar Brugge. Aanvankelijk zou le

Sidaner slechts 8 dagen blijven, maar hij was zo in de ban van Brugge dat hij besloot om er

een jaar te blijven. Ook Camille Pisarro bezocht Brugge, in 1903. Hij creëerde er tal van

impressionistische schilderijen, in een lumineus pointillisme. Vervolgens werd Brugge

overspoeld door ontelbare kunstenaars, maar ook door groepen bezoekers, die ter plaatse de

vreemde en onbekende sfeer wilden ondergaan.104

Naast de Fransen werden ook andere nationaliteiten tot Brugge aangetrokken. Zo kwam de

Engelse beeldhouwer Alfred Gilbert, geboren te Londen op 12 augustus 1854, met zijn vrouw

en zoon Georges naar Brugge. Isabel Mc Allister schrijft in haar boek: “He arrived at Ostend

with his wife and proceeded to „Bruges la Morte‟”.

Een niet onbelangrijk feit is dat de stad Brugge een standbeeld voor Georges Rodenbach heeft

geweigerd. Veel Bruggelingen beschouwden Bruges-la-Morte als een belediging voor de stad.

Rond de periode dat de roman verscheen, had de stad Brugge namelijk het idee om Brugge

opnieuw met de zee te verbinden en een zeehaven uit te bouwen. Men wou dus net af van die

stempel „dode stad‟. De Bruggelingen verweten Rodenbach dat hij Brugge door een

„dofkleurig glas‟ had bekeken en daardoor een vals beeld van de stad had gegeven.

103

Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914, p. 226.

104 Idem, p. 125.

Page 71: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

71

Toen enkele vrienden van Rodenbach, kort na zijn overlijden, op initiatief van Emile

Verhaeren voorstelden om een gedenkteken voor Rodenbach op te richten in Brugge, liefst in

de buurt van het begijnhof, werd dit door de Bruggelingen absoluut niet goed ontvangen. Niet

alleen was Rodenbach Franstalig, maar de roman gaf daarbovenop ook – in de ogen van de

Bruggelingen – een volledig verkeerd beeld van de stad. Uiteindelijk werd er toch een

standbeeld voor Rodenbach opgericht, niet in Brugge, maar in Gent.105

Er is echter nog één symbolistische kunstenaar die hier absoluut vermeld moet worden, en dat

is Fernand Khnopff.

Khnopff (1858-1921) heeft zijn kindertijd in Brugge doorgebracht en bleef gedurende de rest

van zijn leven gehecht aan de stad. Zijn gezin verliet de stad echter al in 1864, toen Fernand

Khnopff slechts 6 jaar oud was. Hij was gepassioneerd door de literatuur. Zijn vriendschap

met Georges Rodenbach had ongetwijfeld een diepgaande invloed op zijn oeuvre en

thematiek. De verwantschap tussen Fernand Khnopff en Georges Rodenbach moet heel groot

geweest zijn. Bij allebei is “la ville morte”, de dode stad, aanwezig. De stilte is voor zowel

Khnopff als voor Rodenbach noodzakelijk en gewild. Ook in enkele fundamentele

dwanggedachten komt de affiniteit tussen de dichter en de kunstenaar tot uiting: de identiteit

van de uitverkoren vrouwen, de droefheid van de steden en de zielen die aan hun ondergang

overgeleverd zijn, de heimwee naar wat onbereikbaar is.

Omstreeks 1904 kwamen verscheidene door Brugge geïnspireerde werken tot stand die

Khnopff ongetwijfeld helemaal vanuit zijn geheugen heeft gerealiseerd en op basis van

herinneringen die door zijn verbeelding waren herschapen. Hij heeft immers Brugge nooit

willen terugzien. Als hij er noodgedwongen toch heen moest, dan nam hij de trein en bij het

station een taxi, zo vertelde hij zelf, en zette hij de hele tijd een zwarte bril op om niet te zien

wat er van zijn stad geworden was. De werken met Brugge als thema gaan voor een groot deel

rechtstreeks terug op de simili-gravures die de roman van Georges Rodenbach Bruges-la-

Morte illustreerden. In de tekening Herinneringen aan Vlaanderen. Een stadsgracht heeft

Khnopff de gebouwen bewust “onthoofd” –zoals hij overigens ook wel met het voorhoofd van

105

Bonneure, F., „Georges Rodenbach en zijn Brugse romans‟ in: Bonneure, F., Van Houtryve, M., Puype, K,

Het Stille Brugge, 100 jaar Bruges-la-Morte, Stichting Kunstboek, Brugge, 1992, p. 42-61.

Page 72: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

72

zijn modellen deed- om, door het uitwissen van daken en lucht, meer belang toe te kennen aan

het water en aan de weerkaatsing van de gevels in de stadsgracht.106

Uit al Khnopffs schilderijen van of over Brugge spreekt een nostalgie naar een vaag verleden.

Hij maakte ook de frontispice voor Bruges-la-Morte. Het stelt een dode, jonge vrouw voor die

op haar doodsbed ligt. Zij is bijgevolg de overleden vrouw van Hughues Viane. De tekening

stelt echter meer voor dan de dode vrouw alleen. Zij is een allegorie voor de stad Brugge die

hoopt zijn oude glorie opnieuw te beleven, zoals Hugues hoopte dat hij de heropleving van

zijn vrouw zou vinden in Jane.

107

106

Stevens, M. and Hoozee, R., Impressionisme en symbolisme. De Belgische avant-garde 1880-1900,

Antwerpen / Londen, Pandora / Royal Academy of Arts, 1994.

107 Deze afbeelding heb ik van het internet kunnen halen:

http://images.google.be/imgres?imgurl=http://k43.pbase.com/o6/93/602393/1/70384342.cCso4yxA.331_BR_IM

G_7920FK1002.jpg&imgrefurl=http://www.pbase.com/jcliehn/image/70384342&usg=__SedZSpcUQ5IZXPaN

_Dql7szwiFc=&h=533&w=800&sz=637&hl=nl&start=6&um=1&tbnid=pAjOI4N6U2y7LM:&tbnh=95&tbnw=

143&prev=/images%3Fq%3Dbruges%2Bla%2Bmorte%26hl%3Dnl%26sa%3DN%26um%3D1 (10 april 2009)

Page 73: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

73

8. Gevolg van de mystieke sfeer van het ‘dode’ Brugge van de 19de

eeuw: veel toeristen

aangetrokken tot Brugge

In de negentiende eeuw werd de uitstraling van Brugge op niet-Bruggelingen groter. Bruges-

la-Morte werd een bestseller en de symbolistische schilderijen werden bekend. Vooral de

Engelsen bewonderden Brugge vooral voor de oude schilderkunst, maar ze vielen ook voor

het typische karakter van Brugge: het kunstzinnige en “middeleeuwse”, de pittoreske pleintjes

en smalle straten, de rustige sfeer aan bijvoorbeeld het Begijnhof, … Uiteindelijk kwam een

Engelse kolonie zich vestigen in Brugge, waardoor de aantrekkingskracht op andere Engelsen

vergrootte, want in Brugge kwam er ook een anglicaanse kerk, een school, weeshuis, football-

en tennisclub, eigen Engelse winkeltjes en tearooms. In de negentiende eeuw was er in

Brugge zelfs een English Philological Society (1814) en er waren ook Engelse bibliotheken

met leeszalen. Tot in 1873 was er in Brugge een Seminarium Anglo-Belgicum, waar Guido

Gezelle nog les heeft gegeven en vice-rector was. Er kwamen ook veel bekende Engelsen naar

Brugge, wat ook de uitstraling van de stad naar Engeland toe bevorderde. Zo hebben in 1834

koningin Victoria en prins Albert een bezoek gebracht aan Brugge.108

Talrijke Britse letterkundigen bezongen Brugge in hun verzen. Zelfs de bekende schilder

Gabriel Dante Rossetti schreef een paar gedichten over de stad en over de befaamde

schilderijen van Memling in het Sint-Janshospitaal. In 1849 had hij immers Brugge bezocht

met zijn collega-schilder William Holman Hunt, die op zijn beurt de invloed onderging van de

Vlaamse primitieven. Ook William Wordsworth, Arnold Bennett, Lord Byron, Gilbert Keith

Chesterton, Henry Wadsworth Longfellow en nog veel anderen hebben Brugge bezocht. Ook

kunstenaars uit andere takken zoals beeldhouwers en architecten bezochten Brugge.109

Het is duidelijk dat de meeste van die letterkundigen die Brugge in de negentiende eeuw

bezochten vooral gecharmeerd waren door de mystieke sfeer die er sluimerde. Ze beeldden

zich in hoe het in de glorierijke middeleeuwen moet geweest zijn. De grote middeleeuwse

monumenten zoals het Belfort en de grootste kerken zijn nog steeds prominent aanwezig en

domineren het stadsbeeld. Het is bijgevolg moeilijk om niet te gaan dromen en verhalen te

verzinnen over hoe het ooit moet geweest zijn.

108

Bonneure, F., Brugge beschreven, p. 55.

109 Marechal, D., „De Brugse schilderkunst en Europa van maniërisme tot symbolisme‟, in: Vermeersch, V.,

Brugge en Europa, Mercatorfonds, Antwerpen, 1992, p. 376.

Page 74: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

74

Het zou zonde zijn om niet het gedicht van Longfellow op te nemen, dat verwijst naar die

belangrijke monumenten en/of het grootse middeleeuwse verleden, waar men nu vol nostalgie

naar terugblikt.

The Belfry of Bruges - Henry Wadsworth Longfellow110

111

110

http://www.online-literature.com/henry_longfellow/943/ (9 april 2009)

111 Deze foto werd genomen door Piet De Busscher.

Page 75: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

75

In the market-place of Bruges stands the belfry old and brown;

Thrice consumed and thrice rebuilded, still it watches o'er the

town.

As the summer morn was breaking, on that lofty tower I stood,

And the world threw off the darkness, like the weeds of

widowhood.

Thick with towns and hamlets studded, and with streams and vapors

gray,

Like a shield embossed with silver, round and vast the landscape

lay.

At my feet the city slumbered. From its chimneys, here and

there,

Wreaths of snow-white smoke, ascending, vanished, ghost-like,

into air.

Not a sound rose from the city at that early morning hour,

But I heard a heart of iron beating in the ancient tower.

From their nests beneath the rafters sang the swallows wild and

high;

And the world, beneath me sleeping, seemed more distant than the

sky.

Then most musical and solemn, bringing back the olden times,

With their strange, unearthly changes rang the melancholy chimes,

Like the psalms from some old cloister, when the nuns sing in the

choir;

And the great bell tolled among them, like the chanting of a

friar.

Visions of the days departed, shadowy phantoms filled my brain;

They who live in history only seemed to walk the earth again;

All the Foresters of Flanders,--mighty Baldwin Bras de Fer,

Lyderick du Bucq and Cressy Philip, Guy de Dampierre.

I beheld the pageants splendid that adorned those days of old;

Stately dames, like queens attended, knights who bore the Fleece

of Gold

Page 76: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

76

Lombard and Venetian merchants with deep-laden argosies;

Ministers from twenty nations; more than royal pomp and ease.

I beheld proud Maximilian, kneeling humbly on the ground;

I beheld the gentle Mary, hunting with her hawk and hound;

And her lighted bridal-chamber, where a duke slept with the

queen,

And the armed guard around them, and the sword unsheathed

between.

I beheld the Flemish weavers, with Namur and Juliers bold,

Marching homeward from the bloody battle of the Spurs of Gold;

Saw the light at Minnewater, saw the White Hoods moving west,

Saw great Artevelde victorious scale the Golden Dragon's nest.

And again the whiskered Spaniard all the land with terror smote;

And again the wild alarum sounded from the tocsin's throat;

Till the bell of Ghent responded o'er lagoon and dike of sand,

"I am Roland! I am Roland! there is victory in the land!"

Then the sound of drums aroused me. The awakened city's roar

Chased the phantoms I had summoned back into their graves once

more.

Hours had passed away like minutes; and, before I was aware,

Lo! the shadow of the belfry crossed the sun-illumined square.

Dit gedicht van Longfellow ademt werkelijk een sfeer van heimwee naar de vroegere tijden,

alsof het in de middeleeuwen allemaal beter was. Er zijn talrijke verwijzingen naar de

middeleeuwen als roemrijke periode. Hij vermeldt eerst en vooral het oude, statige belfort. Er

komt ook een „old cloister‟ aan te pas. De echte verwijzingen naar de middeleeuwen als

prachtige periode komen pas later aan bod. Verschillende graven van Vlaanderen worden

vermeld, zoals Boudewijn met de IJzeren arm, Gwijde van Dampierre, maar ook Maximiliaan

van Oostenrijk en Maria van Bourgondië. Ook de vreemde naties, die Brugge internationaal

bekend maakten maar ook het stadsbeeld grondig bepaald hebben, worden vermeld. Het is

alsof alles en iedereen uit die periode weer heropleeft: „They who live in history seemed to

walk the earth again‟. Gedichten als deze hebben een belangrijke rol in het proces van de

Page 77: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

77

herinneringen, in het niet vergeten wie we ooit waren, wie we eigenlijk opnieuw willen zijn.

Dit gedicht heeft een sterk beeldende kracht en is een voorbeeld van hoe de oude verhalen en

mythes altijd blijven voortleven in het geheugen van de mens. Soms worden die beelden geuit

op een esthetisch verantwoorde manier, zoals in dit gedicht.

Niet onbelangrijk zijn de woorden van de zus van William Wordsworth, Dorothy: „Brugge

laat een onvergetelijke indruk op je na. Het geslacht van groten en machtigen, die deze grote

gebouwen lieten bouwen, is nu uitgestorven. Maar de kledij, de bewegingen en de houding

van de huidige Bruggelingen stemmen volkomen overeen met de statige luister van vroeger

eeuwen.112

In deze passage wordt opnieuw de band tussen heden en verleden vermeld. De

middeleeuwen zijn wel voorbij, maar ze leven voort in de gedragingen van de mensen van de

negentiende eeuw. Ze zijn zich bewust van hun grootheid en mogen dat tentoon spreiden.

Zoals reeds beschreven werd in het eerste deel van deze masterscriptie, zijn nog heel wat

andere meldingen gemaakt van de schoonheid van de Brugse vrouwen en de waardigheid van

de Bruggelingen, alsof ze nog steeds behoren tot de inwoners van één van de belangrijkste

steden boven de Alpen.

„De vele neergeschreven impressies hebben anderen opnieuw aangezet om de stad te

ontdekken en er eventueel op hun beurt een beschrijving van te maken. Op deze manier werd

een Brugse mythe opgebouwd en de door Brugge opgewekte gevoelens werden overgeleverd

van de ene persoon op de andere. En steeds opnieuw werd het duidelijk hoe onbegrijpelijk,

ambigu en geheimzinnig Brugge zich toonde. In 1906 bezocht Rainer Maria Rilke Brugge.

Wat hij over de stad neerschreef, symboliseerde de vele complexe emoties die Brugge opriep.

Rilke was zich ten volle bewust van de raadselachtigheid en het contrastrijk beeld van de stad.

Hij besefte dat Brugge allesbehalve gemakkelijk toegankelijk was en dat zijn wezen slechts

moeilijk kon worden ontdekt.‟113

112

Geciteerd in Bonneure, F., Brugge beschreven, p. 59.

113 Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 196.

Page 78: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

78

9. Toerisme: verleden gebruiken om heden te laten opbloeien

Toeristische verenigingen als „Brugge-Voorwaarts‟ en „Die Roya‟ waren alles behalve

opgezet met de roman Bruges-la-Morte van Georges Rodenbach, waarin Brugge als een dode

stad werd voorgesteld.

De voornaamste reactie kwam van „Brugge-Voorwaarts‟, een vereniging met liberale

strekking. In de schoot van deze vereniging werd in 1909 een onderafdeling gesticht, een

soort syndicaat voor vreemdelingenverkeer: „Verblijf te Brugge – Bruges Villegiature‟, dat

beheerd werd door 6 leden van „Brugge-Voorwaarts‟. „Verblijf te Brugge‟ was de eerste

vereniging die tot doel had om toeristen in Brugge op te vangen en hen in de stad te

begeleiden. Speciaal daarvoor werden 10000 exemplaren van een reclamekaart gedrukt, met

gezichten van Brugge en adressen van handelaars. Er werd ook een bureau ingericht in café

“La Civière d‟or” op de Grote Markt. Op die plaats konden toeristen gratis inlichtingen

krijgen. Dit werd dus eigenlijk het eerste bureau voor toerisme.

Er werden folders verspreid in binnen- en buitenlandse reisagentschappen, pakketboten en

treinen. Ook geïllustreerde reclameartikels werden geplaatst in de meest verspreide vreemde

dagbladen. “Brugge-Voorwaarts” was duidelijk niet opgezet met de roman Bruges-la-Morte.

Het was bovendien geen goede reclame voor Brugge, want weinig mensen willen een “dode”

stad bezoeken. “Brugge-Voorwaarts” wou dat Brugge herleefde. De leden hebben nostalgie

naar het roemrijke Brugse middeleeuwse verleden, toen Brugge nog één van de belangrijkste

kosmopolitische handelssteden van Europa was. In een tweetalige propagandabrochure

schreef “Brugge-Voorwaarts”: „Toen de dichter Rodenbach Bruges-la-Morte schreef, waren

wij er niet al te veel mee ingenomen. Dit werk droeg er veel toe bij om onze stad in den

vreemde te doen kennen; nochtans “Bruges-la-Morte”, dit was voor onze stad eene onjuiste

bepaling; “morte” daar wilden wij volstrekt niet van! Welnu: wilt gij dat een andere dichter

eensdags hetzelfde deuntje niet herhale, komt bij ons, naar het voorbeeld der Naamsche

handelaars, om door uw zedelijke en geldelijke ondersteuning en door uwe onophoudende

propaganda, ons toe te laten Brugge te vervormen in een levende handeldrijvende stad, een

midden van aantrekkelijkheden, een “Verblijf te Brugge”. Laat de spreuk van onzen kring

“Voorwaarts!” voor u altijd een onweerstaanbare aanwakkering blijven!”114

114

Bruges-Villégiature. Syndicat d‟initiative créé par le Cercle “Bruges en Avant” – Industrie du Tourisme –

Verblijf te Brugge. Syndicaat uit eigen vinding tot stand gebracht door de kring « Brugge-Voorwaarts » -

Nijverheid der Speelreizen, z.p., z.p., blz. 15.

Page 79: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

79

Niet alleen Bruggelingen reageerden op de roman. Zelfs koning Leopold II bemoeide zich

met de zaak. Toen de koning in de Comédie Française één van de eerste voorstellingen van

Rodenbachs eenakter “Le Voile” bijwoonde, liet hij Rodenbach bij zich roepen en feliciteerde

hem met zijn werk. Daarbij merkte hij echter op: „Je suis heureux de votre beau succès,

auquel j‟applaudis de tout cœur. Et, d‟ailleurs, je sais que vous êtes l‟auteur d‟un très beau

livre, Bruges-la-Morte. Eh ! bien, soyez tranquille, ce ne sera pas longtemps Bruges-la-

Morte : nous allons mettre des tramways et de la vie là dedans …‟

Zelfs Rodenbach moest toegeven dat er in Brugge stilaan een andere wind begon te waaien.

Nadat op 17 juni 1894 de beslissing was gevallen voor het bouwen van een Brugge-Zeehaven,

wou hij de invloed daarvan op de Bruggelingen ter plaatse ondervinden. In “Le Figaro” van

13 oktober 1894 schreef Rodenbach: „Hélas! Nous avons rencontré en cette saison d‟été, une

Bruges changée, presque aninimée, avec du monde dans les rues, de la musique dans ses

kiosques, Bruges n‟était plus elle.‟

Het toerisme in Brugge was geboren. Naast de vereniging “Brugge-Voorwaarts” bestond er

nog een andere, ook katholiek geïnspireerde vereniging, Die Roya. De gemeenteraad was Die

Roya echter gunstiger gezind dan “Brugge-Voorwaarts”. Hun intenties vielen wel grotendeels

samen met “Brugge-Voortwaarts”. Veel van de projecten van “Brugge-Voorwaarts” werden

dan ook door Die Roya overgenomen, maar de gemeenteraad stond veel meer achter Die

Roya. Die Roya‟s betekenis was ook groter in het toeristische bewustwordingsproces: „De

initiatieven van Die Roya getuigden van een praktische ingesteldheid en brachten voor het

eerst de cliënt, “de toerist” zelf in de kijker.‟115

„Het was dus vooral de stempel „Bruges-la-Morte‟ die de toeristische verenigingen en het

stadsbestuur niet wilden aanvaarden. […] Door het toerisme te stimuleren wilden de

verenigingen en de gemeenteraad ingaan tegen die bepaling. Zij wilden Brugge revitaliseren,

de stad heropwekken. Het middel dat zij daarvoor gingen gebruiken was precies het

belangrijke Brugse verleden, de mythische gedachte. Door de binding met het heden te

versterken beoogde men het heden te doen herleven. Elke vereniging stelde zich namelijk tot

doel om toeristen naar de stad te lokken, om de handel te begunstigen, om door het

organiseren van diverse activiteiten van Brugge opnieuw een levendige stad te maken. Brugge

115

Welvaert, F., „Toeristische verenigingen in Brugge omstreeks de eeuwwisseling (1882-1914)‟, in: Brugs

Ommeland, nummer 1, Heemkundige Kring Maurits Van Coppenolle, Brugge, 1983, p. 22.

Page 80: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

80

leek daar ook behoorlijk in te slagen. Het ombouwen van de benoeming dode stad naar de titel

van de belangrijkste toeristische stad in België aan de hand van het historisch- en

kunstpatrimonium zou de jaloezie wekken van andere Belgische steden, zoals Gent. […] Het

verleden werd gebruikt om het heden te laten opbloeien, om Brugge opnieuw even belangrijk

als vroeger te maken. Het verleden was dus een bron van rijkdom. Door de grootse

geschiedenis van Brugge kon de stad in de negentiende en twintigste eeuw een aanzienlijke

toeristische stad worden116

. De overblijfselen uit het verleden werden het omvangrijkste

onderdeel van het toeristisch product Brugge.‟117

10. De bouw van de haven van Zeebrugge: een nieuw verlangen naar grootheid

De inhuldiging van de Brugse zeehaven is het hoogtepunt van een jarenlange strijd voor de

terugkeer van de verbinding van zee naar Brugge. Onderliggend heerst nog steeds die

nostalgie en de drang om de vroegere identiteit terug te krijgen. Men bouwt nieuwe

constructies om oude mythes te laten herleven.

„Arm Brugge”?

Er heerst een traditioneel beeld dat Brugge in de negentiende eeuw een arme stad was, waar

de industriële revolutie nooit is doorgedrongen. Op economisch vlak ging het Brugge in de

negentiende eeuw inderdaad niet voor de wind. De industriële en commerciële opgang verliep

niet vlot. Zo raakte de stad in een vicieuze cirkel van armoede en werkloosheid.

In 1850 was één op twee inwoners behoeftig. Naar de eeuwwisseling toe constateerde men

nochtans, ondanks een constante bevolkingsaangroei, een dalend cijfer van behoeftigen. Dit

was een gevolg van het feit dat veel werklozen naar andere steden verhuisden, waar ze wel

een job in de industriële sector konden bemachtigen.118

116

Tegenwoordig is er wel het gevaar dat Brugge een soort disneyland-allure krijgt. Velen willen Brugge

profileren als een openluchtmuseum waar ook vanalles te beleven is. Persoonlijk vind ik het goed dat het

stadsbestuur en de toeristische organisaties verschillende activiteiten inrichten om de stad zo levendig mogelijk

te maken, maar volgens mij hoeft men hier niet in te overdrijven. Ik vind dat Brugge ook op de gepaste tijen zijn

serene karakter moet kunnen bewaren.

117 Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 210.

118 Michiels, G., „Het Brugs proletariaat‟, in: Idem ed., Uit de wereld der Brugse mensen, Uitgaven West-

Vlaamse Gidsenkring vzw, Brugge, 1978, p. 150.

Page 81: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

81

Noël Geirnaert en Ludo Vandamme zeggen in Brugge, een verhaal van 2000 jaar echter dat

het cliché dat Brugge tegen het midden van de negentiende eeuw één van de armste steden

van België was, moet worden genuanceerd. In Kortrijk werden bijvoorbeeld in 1848 48% van

de armen ondersteund, in Gent was dat 38%. Als men Brugge in die tijd vergeleek met Gent,

was Brugge inderdaad een industrieloze stad, maar Gent was dan ook de koning van de

industriesteden. Brugge was eigenlijk een „arme stad in een arm Vlaanderen‟.119

Vanaf 1850 probeerde men Brugge op commercieel en industrieel vlak te laten heropleven.

Enkele figuren die hierin een belangrijke rol speelden waren de liberale burgemeester Jules

Boyaval en de bankier Felix Dujardin. Er werden tevens verschillende textielbedrijven

opgebouwd en ook het aantal stoommachines in de stad nam toe tussen 1851 en 1856. In 1874

gebeurde echter een ramp: de bank Dujardin ging failliet. De jaren na het faillissement waren

moeilijk, maar vanaf 1895 viel er ook in Brugge een positieve economische ontwikkeling op

te merken: Brugge maakte de tweede industriële revolutie mee. In Brugge kwam er een

gistfabriek. Er kwamen ook enkele bedrijven uit de metaalsector, een industrie die instond

voor de verwerking van landbouwproducten zoals brouwerijen, stokerijen en maalderijen.

Tenslotte was er ook nog de aanwezigheid van de kunstnijverheid.120

De grootste ommekeer kwam er met de aanleg van de Brugse zeehaven. De organisatie en de

ontwerpen van de haven stamden reeds uit de tweede helft van de negentiende eeuw, maar de

haven werd pas officieel ingehuldigd in 1907. Dit project zou voor een enorme vooruitgang

zorgen voor de Brugse handel en economie. Het was een droom die werkelijkheid werd, want

de Bruggelingen hoopten reeds lange tijd om hun band met het roemrijke verleden terug te

krijgen. In de middeleeuwen was de zee namelijk de belangrijkste factor voor Brugges

welvaart. Nu ze die zee terugkregen, kon de identiteit van Brugge veranderen in de

kosmopolitische stad van weleer. De bouw en inhuldiging van de zeehaven betekende dus dat

de nostalgische Bruggelingen opnieuw een vorm van zingeving aan hun “arm bestaan”

konden geven.

119

Geirnaert, N. en Vandamme, L., Brugge, een verhaal van 2000 jaar, Stichting Kunstboek, Brugge, 1996, p.

132.

120 D‟Hondt, J., „Brugge op de drempel van de twintigste eeuw, in: Geirnaert, N., ed., Brugge door de lens, 1900-

1918, Uitgeverij Marc Van de Wiele, Brugge, 1993, p. 9-19.

Page 82: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

82

Toen de ultieme beslissing over de aanleg van Brugge-Zeehaven was gevallen, barstte een

enorme vreugde uit in Brugge: „Bij de ontvangst van de telegrammen barstte de Brugse

bevolking in een onvoorstelbare vreugderoes los.‟121

„Overal in de stad, die toen reeds kleurrijk was versierd, klonk de zegeklok. In geen tijd

verzamelde zich een zee van volk op de Grote Markt en in de straten daarrond. Het

Ontwakingslied, geschreven door Sabbe, werd uit volle borst gezongen. Enkele uren later

werden burgemeester Visart de Bocarmé en De Maere, die rechtstreeks uit Brussel kwamen,

in stoet aan het station afgehaald. De sfeer was euforisch, als in een roes. In de stadshallen

volgden hartstochtelijke redevoeringen en na een fakkeltocht waar de voornaamste

maatschappijen van de stad aan deelnamen, werd de hele nacht door gefeest en getoast. „Leve

Brugge-Zeehaven‟, „Le réveil de Bruges‟, „Bruges la vivante‟, „Victoire, Triomphe‟: in de

Brugse pers werd triomfantelijk en bezield gereageerd op dit nieuws. De argumenten die voor

dit enthousiasme werden gegeven, waren glashelder en klonken eensgezind: dit was een

herleven van het oude, welvarende Brugge dankzij de zee. De band die hier tussen heden en

verleden werd gesmeed was ijzersterk.

De glorie van de middeleeuwen zat dus nog steeds in het geheugen van de negentiende-

eeuwse Bruggeling. De historische beelden die in hun hoofden zaten, moesten uitgewerkt

worden.122

Één van de grootste voorstanders van de zeehaven van Brugge was Julius Sabbe. Het was

Sabbe‟s droom dat Brugge opnieuw een belangrijke koopstad zou worden, van wie de

vergane luister van de kerken en de patriciërshuizen in verval nog getuigen. Hij wou ook dat

Brugge een kunstmetropool werd in Europa.

Het ziet ernaar uit dat Brugge-Zeehaven een veelbelovende realiteit is geworden!

121

Van Eenoo, „Het ontstaan van Brugge-Zeehaven‟ in: Vermeersch, V. ed, Brugge en de zee, van Bruggia tot

Zeebrugge, Mercatorfonds, Antweroen, 1982, p. 218.

122 Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch besef 1870-1914,

p. 313.

Page 83: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

83

3. Conclusie

Brugge werd in de middeleeuwen één van de machtigste, welvarendste en roemrijkste steden

van Noord-Europa. Bijgevolg was het onvermijdelijk dat er rond een stad als deze mythes

gecreëerd werden. In deze zin is een mythe, zoals Roland Barthes in Mythologies zei, een

eigen creatie. Op een bepaald moment en op een bepaalde plaats heeft men nood aan grote

verhalen om het eigen leven zin te geven. Voor Barthes moeten mythes dus cultuurgebonden

ideeën zijn. Men kan op veel manieren aan mythevorming doen. Barthes beschrijft in

Mythologies hoe de invloedrijksten – zoals vooraanstaande kranten en media – mythes

kunnen creëren. Ze hebben veel aanzien en het gewone volk neemt bijgevolg wat zij zeggen

voor waar aan. In deze scriptie heb ik beschreven hoe verhalen zelf - al dan niet geschreven

door invloedrijke personen – het mythevormingsproces in de hand kunnen werken. De

getuigenissen, de internationale (fictie)literatuur en de volksverhalen hebben zich in het

collectieve geheugen van de Bruggelingen en de mensen die Brugge bestuderen geprent en

worden later op een hoger plan geplaatst. Het probleem is dat deze verhalen niet altijd

waarheidsgetrouw zijn. Men zal dus vaak een verkeerd beeld krijgen van hoe het leven in

Brugge in de middeleeuwen eigenlijk echt was. Toch zijn de verhalen, ook al geven ze een

vertekend of foutief beeld, heel belangrijk. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw gaat

de geschiedwetenschap op een andere manier om met teksten, zowel met egodocumenten als

met fictie en volksverhalen. Men laat de verschillende disciplines steeds meer in elkaar

overvloeien. Men beseft ook dat er rekening moet worden gehouden met de persoonlijke

waarheid van de auteurs van de teksten en dat een tekst altijd een product is van de auteur en

de context waarin het geschreven is. De mythes die over Brugge gaan mogen dus niet zomaar

genegeerd worden. Bovendien kan de geschiedenis slechts achterhaald worden aan de hand

van talige teksten, talige voorstellingen die in de hoofden van tal van mensen voortleven.

In de tweede helft van de negentiende eeuw gebeurde er iets merkwaardigs in het bewustzijn

van de Bruggelingen. Brugge stond toen bekend als de doodse, verstilde stad bij uitstek (cfr.

Bruges-la-Morte van Georges Rodenbach). In hun collectieve herinnering hadden de

Bruggelingen hadden echter nog steeds die verhalen over hoe machtig de stad ooit geweest is.

De eeuwenlange overlevering van die verhalen en mythes heeft ervoor gezorgd dat de

Bruggelingen hun nostalgie naar die grootsheid van hun stad op verschillende manieren

hebben geuit. Het is met andere woorden dankzij de kracht van de taal en de beelden in de

Page 84: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

84

overleveringen dat men een beeld kon scheppen van hoe Brugge in de middeleeuwen moet

geweest zijn. Zoals Barthes reeds duidelijk had gemaakt, zijn die beelden natuurlijk wel onze

eigen creaties. De overgeleverde verhalen zijn bovendien niet altijd honderd procent waar.

Het ging in het tweede deel van deze scriptie echter niet over hoe juist of fout de beelden en

overleveringen zijn, maar het ging om wat men er in de negentiende eeuw mee heeft gedaan.

Barthes zei al dat hetgene dat wij als natuurlijk ervaren, eigenlijk onze creaties zijn. In de

negentiende eeuw hebben degenen die in Brugge aan de macht waren ook voor de rest van de

inwoners van de stad beslist hoe men met het verleden moest omgaan. Men besliste ook hoe

men met die gevoelens van nostalgie moest omgaan en hoe de behoefte aan een nieuwe

identiteit, gebaseerd op de vroegere grootsheid, moest worden geuit. Dit gebeurde dan

bijvoorbeeld in historische stoeten, de neogotische bouwstijl, het oprichten van standbeelden

voor grote figuren, het inrichten van tentoonstellingen van werken van de Vlaamse

Primitieven, etc. Het is wel belangrijk om te weten dat de historische uitbeeldingen niet

noodzakelijk de realiteit zo goed mogelijk moesten weergeven, maar dat het ging over wat de

Bruggelingen van de negentiende eeuw zich bij dat verleden voorstelden.

Omdat Brugge in de negentiende eeuw niet zoveel betekende, keek men bijgevolg op naar de

grote figuren die Brugge in de middeleeuwen zo bekend hebben gemaakt. Die verering van

grote mannen kadert in Thomas Carlyle‟s theorie van heroworship. De figuren waarvoor

standbeelden werden opgericht, beschikten over kwaliteiten die de Bruggelingen van de

negentiende eeuw zich ook eigen wilden maken. Zo kon men als het ware een nieuwe

identiteit creëren. De grote mannen dienden dus als exempla die moesten nagevolgd worden

en hun eigenschappen moesten best zoveel mogelijk overgenomen worden.

Heel belangrijk voor deze scriptie was niet alleen de geschiedenis van de realiteiten, maar ook

de herinnering aan deze realiteiten. Jo Tollebeek baseerde deze theorie op de Franse historicus

Pierre Nora en zijn theorie over „lieux de mémoire‟. In dat opzicht vormt Brugge op zich een

„lieu de mémoire‟. Men cultiveerde en esthetiseerde bijvoorbeeld bepaalde plaatsen die

gekerfd staan in het collectieve geheugen van de Bruggeling. De historische stoeten en

muurschilderingen in de gotische zaal van het stadhuis beelden bijvoorbeeld belangrijke

gebeurtenissen in de geschiedenis van Brugge uit. Er is trouwens steeds een terugkoppeling

met de mythes mogelijk. Alle uitingen van nostalgie naar het verleden zijn gebaseerd op talige

voorstellingen van verhalen en beelden die in de geesten van de Bruggelingen van de

negentiende eeuw voortleefden.

Page 85: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

85

4. Bibliografie

Baes, W., Norro, K. en Willems, T., De Praalstoet van de Gouden Boom, Uitgeverij Jempie

Herrebout pvba, Brugge, 1985.

Ballegeer, J., 100 Brugsche legenden, sprookjes, sagen, anekdoten, spook- en heksenverhalen,

Raaklijn, Brugge, 1984.

Barthes, R., Mythologies, Éditions du Seuil, Parijs, 1957.

Beernaert, B., Constandt, L., Esther, J.P., Struye, M. en Van Vlaenderen, P., Brugse

gevelgids, Uitgeverij Marc Van de Wiele met medewerking van de West-Vlaamse

Gidsenkring Brugge, Brugge, 1982.

Bonneure, F., Brugge beschreven, hoe een stad in teksten verschijnt, Elsevier, Brussel, 1984.

Bonneure, F. en Berten, J., Brugge letterlijk, een literaire stadswandeling, Stichting

Kunstboek, Brugge, 2000.

Bonneure, F., Van Houtryve, M., Puype, K, Het Stille Brugge, 100 jaar Bruges-la-Morte,

Stichting Kunstboek, Brugge, 1992.

Boone, M., Historici en hun métier. Een inleiding tot de historische kritiek, Academia Press,

Gent, 2005.

Breeur, R. en Burms, A., Ik/Zelf. Essays over Identiteit en Zelfbewustzijn, Peeters, Leuven,

2000.

Bruggeman, M., Brugge & Kant, Een historisch overzicht, Uitgeverij Marc Van de Wiele,

Brugge, 1985.

Campbell, J., Mens, mythe en metafoor, Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1991.

Deneweth, H., D‟Hondt, J., en Leenders, K., Een huis in Brugge. Vademecum voor de

historische studie van woningen, eigenaars en bewoners, Moeyaert nv, Zedelgem, 2001.

Detienne, M., L‟invention de la mythologie, Gallimard, s.l., 1981.

Doty, W.G., Mythography. The Study of Myths and Rituals, The University of Alabama Press,

Tuscaloosa en London, 2000.

Page 86: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

86

Devliegher, L., De huizen te Brugge, Lannoo, Tielt, 1975

Dubois, S. En Janssens, J., De Belgische vertoning 1830-2005, symbolen-rituelen-mythen,

Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2005.

Geirnaert, N. en Vandamme, L., Brugge, een verhaal van 2000 jaar, Stichting Kunstboek,

Brugge, 1996.

Geirnaert, N. en Vandebroek, M., Een privilege voor iedereen. Verzamelde studies van dr.

André Vandewalle over Brugse geschiedenis, archief en heraldiek, Vlaamse vereniging voor

Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen vzw, Berchem, 2008.

Harp, R., Mantingh, E., Rappoldt, M., De Middeleeuwsen in twintigste eeuw. Middeleeuwse

sporen in de hedendaagse cultuur, Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1990.

Hemeryck, A., Het verleden in Brugge. Een bijdrage tot de geschiedenis van het historisch

besef 1870-1914 (licentiaatsverhandeling), Universiteit Leuven, 1999-2000.

Hillenaar, H., Roland Barthes. Existentialisme, semiotiek, psychoanalyse., Van Gorcum,

Assen, 1982.

Hillewaert, B. en Van Besien, E. (red), Het Prinsenhof in Brugge, Uitgeverij van de Wiele,

Brugge, 2007.

Jacobs, R. en Vernieuwe, J., Brugge, een stad in de geschiedenis, Uitgeverij Marc van de

Wiele, Brugge, 1997.

Kervyn de Lettenhove, H., l'exposition des Primitifs à Bruges en 1902, Vandecasteele-

Werbrouck, Brugge, 1906.

Klep, P., Hoetink, C. en Emons, T. (red), Persoonlijk Verleden. Over geschiedenis, individu

en identiteit, Askant, Amsterdam, 2005.

Marechal, D., Rykaert, M. en Esther, J., Kunst- en cultuurgids Brugge, Brepols, Brugge,

1997.

Martens, M.P.J. (red), Brugge en de renaissance : van Memling tot Pourbus, Stichting

Kunstboek, Brugge, 1998.

Page 87: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

87

Meester, M. en Meester, F., „Voelen is denken. De sublieme historische ervaring van Frank

Ankersmit‟, in: Bres, nr. 231, 2005, p. 9-13.

Meulemeester, J.L., Jacob van Oost de Oudere en het zeventiende-eeuwse Brugge, Uitgaven

West-Vlaamse Gidsenkring vzw, Brugge, 1984.

Michiels, G., Uit de wereld der Brugse mensen, de fotografie en het leven te Brugge 1839-

1918, Uitgaven West-Vlaamse Gidsenkring v.z.w., Brugge, 1978.

Müller, M., Mythologie comparée, éditions Robert Raffort, Paris, 2002.

Murray, A. (red), Myth and Mythmaking, Beacon Press, Boston, 1968.

Rau, J.A., Brugse stadsgezichten, 19de en 20ste-eeuwse kunstenaars, Uitgeverij Marc van de

Wiele, Brugge, 1996.

Rau, J. A., Een eeuw Brugge 1801-1900 deel 1, Uitgeverij Van de Wiele, Brugge, 2001.

Rau, J. A., Een eeuw Brugge 1901-2000 deel 2, Uitgeverij Van de Wiele, Brugge, 2002.

Rodenbach, G., Bruges-la-Morte, Dedalus ltd, Cambridgeshire, 2005.

Rotsaert, K., De Heilige-Bloedprocessie, een eeuwenoude traditie, Uitgaven West-Vlaamse

Gidsenking v.z.w., Brugge, 1982.

Ruys, C., Brugge, portret van een stad 1847/1918, Ludion, Gent-Amsterdam, 2002.

Ryckaert, M. en Vandewalle, A., Brugge. De geschiedenis van een Europese stad, lannoo nv,

Tielt, 1999.

Schepens, E. en Pareyn, L. (red), Julius Sabbe en de herleving van Brugge, Liberaal Archief,

Gent, 1996.

Schouteet, A., Marcus Gerards, Gidsenbond Brugge en West-Vlaanderen, Brugge, 1985.

Stafford, A., Roland Barthes, Phenomenon and Myth. An intellectual biography, Edinburgh

University Press, Edinburgh, 1998.

Stalpaert, H., Volkskunde van Brugge, Drukkerij E. Vercruysse en Zoon PVBA, Brugge (Sint-

Andries), 1974.

Page 88: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

88

Stevens, M. and Hoozee, R., Impressionisme en symbolisme. De Belgische avant-garde 1880-

1900, Antwerpen / Londen, Pandora / Royal Academy of Arts, 1994.

Tollebeek, J., De ekster en de kooi. Nieuwe opstellen over de geschiedschrijving., Bert

Bakker, Amsterdam, 1996.

Tollebeek, J., Buelens, G. en Deneckere, G. (red), België, een parcours van herinnering,

plaatsen van tweedracht, crisis en nostalgie, Bert Bakker, Amsterdam, 2008.

Vandewalle, A., Brugge, wisselmarkt van Europese culturen, Stichting Kunstboek,

Oostkamp, 2002.

Vanhoutryve, A., Brugse stand- en borstbeelden, Schoonbaert, Brugge, 1989.

Vermeersch, V. (red), Brugge, Mercatorfonds, Antwerpen, 2002.

Vermeersch, V., Brugge: duizend jaar kunst: van Karolingisch tot Neogotisch 875-1875,

Mercatorfonds, Antwerpen, 1981.

Vermeersch, V. (red), Brugge en Europa, Mercatorfonds, Antwerpen, 1992.

Vermeersch, V. ed, Brugge en de zee, van Bruggia tot Zeebrugge, Mercatorfonds, Antweroen,

1982

Verschaffel, T., Beeld en geschiedenis: het Belgische en Vlaamse verleden in de romantische

boekillustraties, Brepols, Turnhout, 1987.

Websites:

http://seacoast.sunderland.ac.uk/~os0tmc/myth.htm (20 april 2009)

http://www.victorianweb.org/authors/carlyle/heroes/covert17.html (22 april 2009)

http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/brugge_stad_met_vele_gezichten.htm

(22 april 2009)

http://books.google.be/books?id=eDSXBjtZGMC&pg=PA10&lpg=PA10&dq=hoe+de+zwan

en+in+brugge+komen&source=bl&ots=Z7MKYtKxCD&sig=JXLZUT3i0S72YOHrYget6dG

Page 89: BRUGGE ALS MYTHE - Ghent University€¦ · Ik heb altijd in Brugge gewoond. Reeds als kind was ik gefascineerd door de authentieke sfeer die Brugge uitstraalt. Het is de stad die

89

FfrQ&hl=nl&ei=SPT-SfemMoXX

Abz7IWZAg&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=6#PPA15,M1 (4 mei 2009)

http://www.halvemaan.be/n/bieren.htm (21 april 2009)

http://www.online-literature.com/henry_longfellow/943/ (9 april 2009)