VZENVE L9DERDMJP · 24 februari 2011 "Voortgang wet WIJ" 28 april 2011 "Bijzondere Bijstand" 30...

x04eTtegC»tè„fe>

Stichting Provinciaal Overleg Cliëntenraden Zuid-Holland

Secretariaat SPOC-ZH Dhr. M.M. Wigmans Prof. Poelslaan 115 3028 EP Rotterdam

tel. 06-30741793 email: [email protected]

Postadres: Spoc - Cliëntenraad SoZaWe-Rotterdam Tav. Secretaris Spoc, Postbus 1024, 3000 BA Rotterdam

Mail: spoczuidholland(5),gmail.com

Inschrijfnummer K.v.K. 24370322 ABN-AMRO 469945087

Voorzitter Dhr. Q.E.M, de Pater

Nunspeetlaan 495, 2573 GK Den Haag

tel. 070-3840245 e-mail: [email protected]

"">• amr**~& ^-er "ssse'ssatr-w «

Aan het College van Burgemeester en Wethouders Te Leiderdorp t.k.n. aan de leden van de gemeenteraad Postbus 35, 2350 AA Leiderdorp

Betreft: Subsidie Provinciaal Overleg Cliëntenraden 2011

Datum: 30 oktober 2010

Geacht college en leden van de gemeenteraad,

VZENVE L9DERDMJP

m&**. - 3 K8V. zm Ke>ptom&r.

W T

I VVeeknr. afd. r-

Afdoening:

De Stichting Provinciaal Overleg Cliëntenraden (SPOC-ZH) is een organisatie die reeds zes jaar voor alle cliëntenraden in de provincie Zuid-Holland Themadagen en Algemene Overleggen organiseert, met als doel ondersteuning, overleg en informatie-uitwisseling. Een tiental bijeenkomsten per jaar. Deze bijeenkomsten worden goed bezocht en zeer gewaardeerd. Dit vooral omdat er weinig andere scholingsmogelijkheden zijn voor cliëntenraden en je informatie beter en goedkoper gezamenlijk kunt organiseren dan voor iedere cliëntenraad apart.

Vanaf 1 januari 2010 is door de stopzetting van de subsidieverlening door de provincie Zuid-Holland, het SPOC ZH afhankelijk van de financiële bijdragen van gemeenten of Cliëntenraden WWB in de provincie ZH om de activiteiten van het Provinciaal Overleg te kunnen blijven voortzetten. Dankzij de ontvangen bijdragen in 2010 van diverse gemeenten of Cliëntenraden is het SPOC- ZH gelukt om zijn activiteiten dit jaar te continueren.

Om de Algemene Overleggen en de Themadagen voor de cliëntenraden ook in het jaar 2011 te kunnen organiseren vraagt het bestuur van het SPOC Z-H u voor het jaar 2011 wederom om een algemene bijdrage van 600 euro voor de grotere gemeenten en samenwerkingsverbanden. Zie bijgevoegde begroting.

Ook de directeuren van de gemeentelijke sociale diensten zijn met nagenoeg dezelfde doelstelling als die van het SPOC-ZH, ondersteuning, overleg en informatie-uitwisseling, verenigd in Divosa.

Mede om die reden durven wij u het verzoek te doen om met ingang van 2011 de gevraagde bijdrage structureel te verlenen of het budget van uw cliëntenraad te verhogen voor de bijdrage aan de Stichting Provinciaal Overleg Cliëntenraden. Voor ons is dit niet de gemakkelijkste werkwijze, maar de enige manier om de ook voor uw cliëntenraad zinvolle activiteiten van het SPOC-ZH in de toekomst doorgang te laten vinden. Indien u nog nadere informatie wenst zijn wij gaarne bereid die te geven, u kunt ons bereiken via u bovengemeld e-mailadres en telefoonnummers of van de vertegenwoordigers van de cliëntenraad in uw gemeente.

SPOC-ZH2010 Pagina 1

mailto:[email protected]


Om de voorbereidingen voor 2011 op een gedegen wijze te kunnen doen, verzoeken wij u om ons op korte termijn, bij voorkeur voor 31 december 2010, uw hopelijk positieve reactie te doen toekomen.

Met hartelijke groet namens het bestuur SPOC-ZH

Q.E.M, de Pater, voorzitter

N.B. Deze briefis niet ondertekend omdat hij automatisch aangemaakt is.

Bijlagen:-2-Begroting2011 Werkplan 2011

cc . Cliëntenraden WWB in Zuid-Holland

SPOC-ZH 2010 Pagina 2

Postadres Spoc-Zuid-Holland

Tav. Secr. Spoc Prof. Poelslaan 115, 3028 EP Rotterdam

Mail: [email protected]

STICHTING PROVINCIAAL OVERLEG CLIËNTENRADEN ZUID-HOLLAND

BEGROTING 2011

Secretariaatskosten

Bankkosten

Bestuursvergaderingen

Samenwerkingsverbanden

Inclusief reiskosten

TOTAAL BESTUURSKOSTEN

840,00

235,00

440,00

165,00

UITGAVEN

1.680,00

Kosten algemene overleggen met actueel thema d.d.

27 januari 2011

31 maart 2011

26 mei 2011

25 augustus 2011

27 oktober 2011

TOTAAL KOSTEN OVERLEGGEN

732,00

732,00

732,00

732,00

732,00

3 .660,00

SPOC-ZH2010


Kosten Thema- deskundigheidsbevordering

24 februari 2011 "Voortgang wet WIJ"

28 april 2011 "Bijzondere Bijstand"

30 juni 2011 "Schuldhulpverlening"

29 september 2011 "Dienstverlening Werkpleinen"

24 november 2011 "Re-integratie"

TOTAAL KOSTEN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING

TOTAAL UITGAVEN

1012,00

1012,00

1012,00

1012,00

1012,00

5.060.00

10.400,00

BIJDRAGEN GEMEENTEN EN CLIËNTENRADEN

INKOMSTEN

10.400,00

SPOC-ZH2010

Postadres Spoc-Zuid-Holland Tav. Secr. Spoc Prof. Poelslaan 115, 3028 EP Rotterdam Mail: spoczuidhollandfgigmail.com


Secretariaat SPOC-ZH Dhr. M.M. Wigmans Prof. Poelslaan 115 3028 EP Rotterdam tel. 06-30741793"

- mail: [email protected]

ï_ ***13«>*<LW-.l "^-•"^«l.oWKjbtófil* 1 , \ ,

Werkplan 2011

•*F%P-V.̂ V *W*' . -i won.* - sMkr< - v ^;i/i' ^

-/*/"*

J


SPOC-ZH 2010 Werkplan 2011 Pagina 1


Voorblad

Index

1.0 Inleiding

2.0 Doelstellingen

3.0 Samenstelling bestuur

4.0 Adressen en telefoonnummers

5.0 Doelstellingen Algemeen Overleggen en Themadagen

6.0 Organisatie van de activiteiten met derden

7.0 Activiteiten

8.0 Bestuursvergaderingen

9.0 Financiën

10.0 Aanvullende informatie Jeugdwerkloosheid

11.0 Aanvullende informatie Armoede

12.0 Aanvullende informatie Schuldhulpverlening

13.0 Aanvullende informatie Extra middelen schuldhulpverlening

14.0 Aanvullende informatie Dienstverlening Werkpleinen

Aanvullende informatie Wat is bijzondere bijstand

15.0 Afsluiting

Pagina

2

3

4

5

5

6

6

6-7

7

7

8-9

10

11

11

12

13

14

SPOC-ZH2010 Werkplan 2011 Pagina 2

•At-K.- • ' J - w S > * J

1.0 Inleiding

De Stichting Provinciaal Overleg Cliëntenraden Zuid-Holland - in het vervolg afgekort tot SPOC-ZH -heeft als overkoepelende organisatie de doelstelling als overlegorgaan te functioneren voor alle Cliëntenraden in de provincie Zuid-Holland

Door 5 maal per jaar in overleg te treden met de diverse cliëntenraden, wil de "SPOC-ZH" de uitwisseling tussen en de werking van de raden ondersteunen, stimuleren en bevorderen en daarnaast organiseert het Bestuur 5 themadagen over actuele onderwerpen.

Bij de "SPOC-ZH" zijn de cliëntenraden uit de volgende Gemeenten aangesloten: Alblasserdam, Albrandswaard, Alblasserwaard-Oost, Alphen a.d. Rijn, Bollenstreek, Boskoop, Capelle ad Dssel, Delft, Dordrecht, Drechtsteden, Goeree-Overflakkee, Graafstroom, Gorinchem, Gouda, Hellevoetsluis, den Haag, Hendrik Ido Ambacht, Hoekse Waard, K4 (Bergambacht, Ouderkerk a.d. Dssel, Vlist en Nederlek), Platform WWB Krimpen a.d. Dssel, Lansingerland, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Liesveld, Maassluis, Nieuwerkerk-Zevenhuizen-Moerkapelle, Noordwijk, Papendrecht, Pijnacker, Reeuwijk, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, de Rijnstreek, Schiedam, Schoonhoven, Sliedrecht, Spijkenisse, St. Staande-Bij, Teylingen, Valent, Vlaardingen, Voorschoten, Vijfheerenlanden, Waddinxveen, Wassenaar, Westvoorne, Zoetermeer, Zwijndrecht.

Dit werkplan is door het Bestuur van de 'SPOC-ZH" samengesteld, en na goedkeuring door alle vertegenwoordigers van het Bestuur in werking getreden en kan gedurende het verloop van het jaar, door niet voorziene en / of geplande acties worden aangepast.

Alle voorgenomen acties en / of bijeenkomsten betreffende 2011 zullen zo concreet mogelijk worden benoemd en vooraf kenbaar gemaakt door middel van dit "Werkplan 2011"; activiteiten die in samenwerking met andere organisaties worden ondernomen worden eveneens in dit plan genoemd.

Het werkplan wordt tezamen met de financiële begroting naar Gemeenten gestuurd en wordt door de leden van het bestuur van "SPOC-ZH" uitgevoerd en kan door de leden van cliëntenraden worden opgevraagd waarna het aan hen zal worden toegezonden.

De SPOC-ZH zal - voorlopig ook in 2011 Librijesteeg in Rotterdam

kantoor houden bij de Cliëntenraad Rotterdam aan de


2.0 Doelstellingen

•:• De collectieve belangen van uitkeringsgerechtigden, van met name de gemeentelijke sociale diensten, behartigen

•:• Het fungeren als provinciaal platform voor uitwisseling van ideeën, adviezen, informatie en ervaringen onder de lokale en / of regionale (gemeentelijke) cliëntenraden ten behoeve van de gezamenlijke meningsvorming

•:• Het fungeren als intermediair tussen lokale en / of regionale cliëntenraden ten behoeve van het regionale (gemeentelijke) minimabeleid

• Het fungeren als intermediair tussen de landelijke Cliëntenraad (LCR), het LocSZ, de VNG, de Provincie, het Ministerie van SZW en andere relevante instanties

• Het onderhouden van de contacten met de organisaties zoals genoemd onder voorgaande punt

• Het via een netwerk en door samenwerking komen tot kennisuitbreiding van de lokale en / of regionale cliëntenraden, waartoe middelen zoals nieuwsbrieven of -bulletins, het Internet en websites e.d. kunnen bijdragen

• Het gevraagd en ongevraagd advies geven over sociale beleidsvoorstellen richting overheden, uitvoerende instanties, de LCR, het LocSZ, de Provincie en de eigen achterban

• Het fungeren als vraagbaak voor de eigen achterban

• Het ondersteunen van deskundigheidsbevordering

• Het organiseren van studiedagen, zowel in eigen beheer als in samenwerking met andere relevante instanties binnen het Maatschappelijk Middenveld

• Ook in 2011 worden 5 Themadagen voorbereid, al dan niet in samenwerking met andere organisaties en wordt 5 maal een Algemeen Overleg vastgesteld. Tijdens het Algemeen Overleg wordt een thema nader toegelicht, dit in samenspraak met de cliëntenraden


3.0 Samenstelling bestuur

Het bestuur van "SPOC-ZH", is als volgt samengesteld:

Voorzitter : Dhr. Q.E.M, de Pater

Secretaris : Dhr. M.M. Wigmans

Penningmeester : Mevr. N.M. Stolwijk

2e secretaris : Dhr. K. v.d. Kaap

2e penningmeester : Mevr. E. Janki

Adviseur Bestuur : Dhr. C.A.H. Godefrooij

4.0 Adressen en telefoonnummers: "SPOC-ZH"

Dhr. Q.E.M, de Pater

Dhr. M.M. Wigmans

Dhr. K. v.d. Kaap

Mevr. N.M. Stolwijk

Mevr. E. Janki

: Postadres: Secretariaat SPOC-ZH, dhr. M.M. Wigmans, Prof. Poelstraat 115, 3028 EP Rotterdam Telefoon: 06-30741793 Mail: [email protected], Website www.spoczuidholland.come2me.nl

: Nunspeetlaan 495, 2573 GK den Haag Telefoon: 070-3840245 Mail: [email protected]

: Prof. Poelslaan 115, 3028 EP Rotterdam Telefoon: 06-30.74.17.93 Mail: [email protected]

: Krabbedijkehof 3, 3086 LK Rotterdam Telefoon: 06-25.13.11.04 Mail: [email protected]

: Boterbloem 29, 2851 ZC Haastrecht Telefoon: 0182-50.26.87 Mail: [email protected]

: Karperveen 302, 3205 HH Spijkenisse Telefoon: 0181-645984 Mail: [email protected]

Dhr. C.A.H. Godefrooij : Velddreef 333, 2727 C3 Zoetermeer Telefoon: 079-34.16.25.5 Mail: [email protected]



http://www.spoczuidholland.come2me.nl







» m r ' " l i " 1 ! «

1 w i'.B B *

- 't • . .* . • VA * 'm

r T l i FLlfi-

5.0 Doelstelling Algemeen Overleggen en Themadagen

Overlegvergaderingen: Het 5 maal per jaar uitwisselen van ideeën en informatie van cliëntenraden en hen waar mogelijk helpen met hun problemen in de organisatie of met de Gemeenten. Het in overleg bepalen van een onderwerp dat door derden nader belicht kan worden.

Themadagen: De kennisuitbreiding en het stimuleren van sociale beleidsontwikkeling bij de gemeenten, ook deze zijn 5 maal per jaar

6.0 Organisatie van de activiteiten met derden

De organisatie van de activiteiten die vanuit "SPOC-ZH" worden georganiseerd zullen steeds onder leiding staan van het SPOC-bestuur. De activiteiten die in samenwerking met andere organisaties worden georganiseerd staan onder leiding van de gezamenlijke besturen.

De financiële gevolgen worden vooraf bepaald door het aantal voorgenomen activiteiten die gepland worden alsmede de kosten die daarmee gemoeid zijn. Eën en ander is opgenomen in het "Werkplan 2011" en vastgelegd in de begroting.

De locatie waar ook in 2011 het overleg en themadagen plaatsvinden is normaal gesproken conferentiecentrum "Rustburcht" in Rotterdam, het eventueel vaststellen van andere locaties wordt ruim tevoren medegedeeld aan de Cliëntenraden.

7.0 Activiteiten

• De activiteiten gedurende 2011 zullen in principe worden gehouden op de laatste donderdag van de maand:

•:• 27 januari Algemeen Overleg en Actueel Thema • 24 februari Themadag Jeugdwerkloosheid (voortgang WIJ) • 31 maart Algemeen Overleg en Actueel Thema • 28 april Themadag Bijzondere Bijstand • 26 mei Algemeen overleg en Actueel Thema • 30 juni Themadag Schuldhulpverlening • 25 augustus Algemeen Overleg en Actueel Thema •> 29 september Themadag Uitvoering Dienstverlening Werkpleinen • 27 oktober Algemeen Overleg en Actueel Thema • 24 november Themadag Re-integratie (in het licht van de bezuinigingen)

Indien de actuele situatie dit vereist kan van de planning worden afgeweken en andere zaken voorrang krijgen; zodra deze situatie zich voordoet zal de "SPOC-ZH" dit zo spoedig mogelijk - maar minimaal twee weken voor de activiteit - bekend maken.


Eén van deze themadagen wordt in samenwerking met andere organisaties - zoals bijv. Arme Kant van Zuid-Holland - georganiseerd waarbij een actueel onderwerp zal worden besproken.

De thema's voor de "Algemeen Overlegvergaderingen" worden nader vastgesteld naar aanleiding van de actualiteit.

8.0 Bestuursvergaderingen

De bestuursvergaderingen van de "SPOC-ZH" worden in principe op de maandagen gehouden en wel op: Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Dinsdag Donderdag

11 8 8 5 3 7 9 6 4 8

15

januari februari maart april mei juni augustus september oktober november

december

10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 16.00 uur (onder voorbehoud) aansluitend afsluiting

De vergaderingen zullen ook in 2011 op het kantoor van de Cliëntenraad Rotterdam worden gehouden.

9.0 Financiën

Een subsidie voor 2011 wordt aangevraagd bij de Gemeenten c.q. Cliëntenraden in Zuid-Holland. De kosten die gepaard gaan met de deelname aan activiteiten met andere organisaties, zullen evenredig worden verdeeld onder de organisaties. Deze kosten kunnen betreffen:

• Organisatie themadagen

• Zaalhuur

• Lunchkosten

• Huur apparatuur

• Sprekerskosten

• Etc.


10.0 Jeugdwerkloosheid

Auteur: Ministerie Sociale Zaken (14 april 2010)

Eerste resultaten Actieplan Jeugdwerkloosheid worden zichtbaar. Bijna 30.000 jongeren vinden baan, leerwerkplek of stage

In totaal 29.000 jongeren zijn in de laatste vier maanden van 2009 aan een baan, leerwerkplek of stage geholpen, blijkt uit de opgave van de arbeidsmarktregio's. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid spreekt in een brief aan de Tweede Kamer van 'bemoedigende' eerste resultaten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. "De jeugdwerkloosheid is in Nederland weliswaar minder

hard gegroeid dan verwacht, maar het probleem blijft onverminderd groot".

In de brief meldt Donner dat het aantal jongeren dat zich vorig jaar meldde bij UWV werkbedrijf is gestegen van 43.000 in januari 2009 naar 63.000 in januari 2010. De werkloosheid onder jongeren is in Nederland nog steeds het laagst van alle EU-lidstaten. In totaal zochten eind vorig jaar 121.000 jongeren een baan of bijbaan. Van deze groep zat ruim de helft (68.000 jongeren) niet meer op school. Jongeren zonder startkwalificatie en allochtone jongeren zijn aanzienlijk vaker (langdurig) werkloos. "Dit blijven zorgelijke groepen", signaleert minister Donner.

Het ministerie van SZW opent deze week ook een meldpunt waar jongeren en hun ouders terecht kunnen met tips en ervaringen die verband houden met de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Het kabinet wil voorkomen dat jongeren vanwege de crisis werkloos thuis komen te zitten en kiest daarom voor een aanpak waarbij een jongere langer op school zit, dan wel een baan, stage of leerwerkplek heeft. Het aantal leerbedrijven waar mbo-studenten tijdens hun studie terecht kunnen, is ondanks de crisisperiode vorig jaar opgelopen naar bijna 210.000.

Minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin kondigt naar aanleiding van de uitkomsten van onderzoek naar de positie van kwetsbare jongeren extra ondersteuning voor de regio's aan. Hij wil een meer sluitende aanpak tussen jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt realiseren. In de regio's wordt de noodzaak daartoe ingezien en is er veel bereidheid en energie om kwetsbare jongeren te laten meeprofiteren van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Maar (extra) ondersteuning is volgens Rouvoet noodzakelijk om de samenwerking tussen gemeenten, onderwijs, UWV en Jeugdzorg verder te bevorderen.

Het kabinet trekt in 2010 € 70 miljoen euro uit voor de regionaal opgezette uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Een basisbedrag van € 30 miljoen is al verdeeld over de regio's. Conform het Actieplan is het kabinet voornemens de overige € 40 miljoen in juli 2010 te verdelen. Uiterlijk half juni moeten de dertig regio's hiervoor de benodigde gegevens aanleveren.


FNV Jong heeft de campagne 'Bestrijd Jeugdwerkloosheid NU!' gestart.

Er zijn nu nog 121.000 jongeren die thuis zitten zonder uitzicht op een baan. FNV Jong vindt dit aantal veel te hoog. De bond wil dat er snel actie wordt ondernomen om jongeren te helpen aan een baan.

Alle jongeren onder de 27 jaar die langer dan drie maanden werkloos zijn hebben volgens de Wet WD bovendien recht op een leerwerkplek. Het kabinet heeft vorig jaar 250 miljoen euro uitgetrokken om jeugdwerkloosheid

te bestrijden. Toch loopt het aantal werkloze jongeren nog steeds op.

Werkloosheid onder jongeren groot De werkloosheid in Nederland raakt veel jongeren. Momenteel zitten maar liefst 121.000 jongeren ongewild thuis op de bank zonder werk of studie. De werkloosheid onder deze groep is twee keer zo groot als onder de rest van de beroepsbevolking.

Hoe lang moet ik nog zitten Achter de jeugdwerkloosheidscijfers gaan duizenden gezichten schuil. Iedere jongere heeft zijn eigen verhaal. Met de campagne 'Hoe lang moet ik nog zitten?' wil de FNV werkloze jongeren een gezicht geven en aandacht vragen voor het probleem van jeugdwerkloosheid. FNV Jong roept de overheid en werkgevers op om jeugdwerkloosheid harder te bestrijden. Meer weten over deze campagne? Surf dan naar www.hoelangmoetiknoqzitten.nl!

Bestrijd jeugdwerkloosheid nu!

De werkloosheid in Nederland raakt veel jongeren. Momenteel zitten maar liefst 121.000 jongeren ongewild thuis op de bank zonder werk of studie. De werkloosheid onder deze groep is twee keer zo groot als onder de rest van de beroepsbevolking.

De FNV heeft zich de afgelopen tijd hard gemaakt voor een scherpere aanpak van de jeugdwerkloosheid. Mede door het plan 'Help jongeren de crisis door' van FNV Jong heeft het kabinet vorig jaar 250 miljoen

euro uitgetrokken om jeugdwerkloosheid te bestrijden. Toch loopt het aantal werkloze jongeren nog steeds op.

Achter de jeugdwerkloosheidscijfers gaan duizenden gezichten schuil. Iedere jongere heeft zijn eigen verhaal. Met de campagne 'Hoe lang moet ik nog zitten?' geeft de FNV werkloze jongeren een gezicht en vragen we aandacht voor het probleem van jeugdwerkloosheid. We roepen de overheid en werkgevers op om jeugdwerkloosheid harder te bestrijden.


http://www.hoelangmoetiknoqzitten.nl

ß

rr

11.0 Armoede

Halvering van de armoede Het percentage mensen dat in extreme armoede leeft, moet in 2015 ten minste voor de helft zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Extreme armoede betekent dat iemand minder dan $1,25 per dag te besteden heeft. In 1990 leefden 1,8 miljard mensen in extreme armoede, oftewel 41,7 procent van de wereldbevolking. Iedereen fatsoenlijk werk Minder armoede kan alleen worden bereikt als meer mensen aan een fatsoenlijke baan worden geholpen. Fatsoenlijk werk is productief werk dat wordt uitgevoerd uit vrije wil onder gelijke, veilige en waardige omstandigheden. Juist in arme landen hebben mensen vaak slechtbetaald, tijdelijk of onveilig werk. Dit probleem doet zich vooral voor onder vrouwen en jongeren. Halvering percentage mensen met honger In 2015 moet ook het percentage mensen dat honger lijdt zijn gehalveerd. In 1990 was bijna eenderde van alle kinderen onder de vijf ondervoed. Vooruitgang, maar ongelijk verdeeld Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft is gedaald van 1,8 miljard in 1990 naar 1,4 miljard in 2005. In procenten van de bevolking in ontwikkelingslanden is dat een daling van 46 procent naar 27 procent. Als dit tempo zich voortzet, zal een halvering van dit percentage in 2015 en dus deze doelstelling worden gehaald. De vooruitgang is echter zeer ongelijk verdeeld over de wereld. In grote delen van Azië is de armoede in een hoog tempo afgenomen. Dit is vooral toe te schrijven aan de sterke economische groei in China. Ook India heeft flink bijgedragen aan de afname van de wereldwijde armoede. In 1990 lag het percentage armen in India nog op 51 procent; als de huidige tendens zich voortzet, komt dat percentage in 2015 op 24 procent uit. In sub-Sahara Afrika nam het gedeelte van de bevolking dat onder de internationale armoedegrens leeft af van 58 in 1990 tot 51 procent in 2005. Maar door de sterke bevolkingsgroei is het aantal armen tussen 1990 en 2005 met 100 miljoen toegenomen. De vooruitgang van de laatste jaren in veel arme landen is teruggevallen door de wereldwijde economische crisis. Hierdoor liep de export in veel landen terug en is er minder geïnvesteerd met als gevolg een verminderde groei in de arme landen. Maar ondanks deze terugval lijkt het er op dat deze doelstelling in 2015 gehaald zal worden. Fatsoenlijk werk Het percentage werknemers in arme landen dat per dag minder dan $1,25 verdient is afgenomen van 48 procent in 1998 naar 31 procent in 2009. Hier is de grootste winst geboekt in Oost-Azië; het percentage daalde in deze regio van 52 naar 13 procent. In sub-Sahara Afrika (van 67 naar 64 procent) en Zuid-Azië (van 55 naar 51 procent) is de winst aanzienlijk kleiner. Het percentage werknemers wereldwijd dat aangewezen is op tijdelijke of onveilige banen is nauwelijks afgenomen. Nog steeds gaat het om ruim de helft van alle werknemers, waarbij vrouwen in ontwikkelingslanden zijn oververtegenwoordigd. Minder honger In 1990 lag het percentage ondervoede kinderen (onder de vijfjaar) in ontwikkelingslanden op 31 procent. In 2008 was dit percentage gedaald naar 26 procent. In Oost-Azië daalde het percentage van 17 naar 7 procent, in sub-Sahara Afrika van 31 naar 27 procent. In Zuid-Azië, waar veruit de meeste ondervoede kinderen leven, daalde het percentage van 51 naar 46 procent. Ondanks deze winst zal bij een onveranderd tempo de doelstelling niet worden gehaald in 2015.


12.0 Extra middelen schuldhulpverlening 2009 - 2011

Het kabinet heeft vanwege de economische crisis extra middelen beschikbaar gesteld om ook in economisch zware tijden extra aandacht te kunnen geven aan problematische schuldensituaties. Het gaat in totaal om € 130 min extra in de jaren 2009 tot en met 2011. Voor 2009 is totaal € 30 min beschikbaar gesteld. Van dit bedrag gaat in 2009 € 27,5 min via een specifieke uitkering van SZW naar gemeenten. De overige middelen worden aan de andere maatregelen besteed. De middelen voor 2009 worden naar verwachting als voorschot in oktober naar gemeenten overgemaakt volgens onderstaande lijst. De uitkeringsbedragen aan gemeenten voor 2010 en 2011 zijn nog niet vastgesteld.

Hoe vindt de verdeling van middelen plaats?

De verdeling van de gelden vindt plaats op basis van de eerder dit jaar in het Gemeentefonds gemaakte verdeling van de fictieve middelen voor armoedebeleid (waaronder schuldhulpverlening) en bijzondere bijstand i.e. het percentage huishoudens met een laag inkomen en het percentage bijstandsontvangers in een gemeente.

Waar dienen de middelen voor te worden gebruikt?

Omdat de middelen als specifieke uitkering aan gemeenten ter beschikking worden gesteld, betekent dit dat deze middelen geoormerkt zijn voor het doel waarvoor zij zijn toegekend. De juridische grondslag voor de specifieke uitkering is een Algemene maatregel van bestuur (AMvB) op basis van artikel 17, lid 3 van de Financiële verhoudingswet. Deze AMvB wordt in het najaar 2009 opgesteld en gepubliceerd. De gemeenten dienen met deze extra middelen het volgende te realiseren: • opvang van de extra toeloop op schuldhulpverlening. • brede toegankelijkheid van de schuldhulpverlening. Dat is extra van belang in verband met de verwachte toestroom van nieuwe groepen als gevolg van de economische crisis. • beperking van de wacht- en doorlooptijden. Het streven is erop gericht om de wachttijd te beperken tot maximaal vier weken, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de lengte van de doorlooptijd. De extra middelen kunnen worden besteed aan de volgende diensten van schuldhulpverlening om bovenstaande te realiseren: a. preventie; b. intake/aanmeld/adviesgesprek; c. budgetbegeleiding; d. budgetbeheer; e. schuldregeling; f. nazorg; g. (psychosociale) begeleiding bij of voorafgaand aan één van de onder a t/m f genoemde diensten.

Hoe moeten gemeenten de middelen verantwoorden?

De verantwoording van de besteding van de middelen vindt plaats op basis van artikel 17a van de Financiële verhoudingswet (Sisa-bijlage bij de gemeenterekening 2009). Als indicator wordt uitgevraagd het 'besteed bedrag aan schuldhulpverlening ten laste van toegekend budget' Het is dus niet de bedoeling dat de totale uitgaven voor schuldhulpverlening opgegeven worden. Niet bestede middelen worden teruggevorderd (zie hieronder).Naast deze financiële verantwoording vindt een kwalitatief onderzoek plaats naar het beleid dat gemeenten hebben gevoerd beleid door middel van een steekproef bij gemeenten. Dit onderzoek start in 2010.

Wat gebeurt er als de extra middelen niet worden besteed in het jaar waarvoor ze zijn toegekend?

De middelen 2009 en 2010 worden via een zogenaamde meeneemregeling aan gemeenten beschikbaar gesteld. Hierdoor kunnen niet-bestede middelen in 2009 en 2010 worden meegenomen naar het volgende jaar c.q. het eindjaar 2011. Via deze systematiek blijven de middelen geoormerkt voor schuldhulpverlening. Indien uit de verantwoording van 2011 blijkt dat toegekende middelen niet aan het doel zijn besteed, worden deze niet bestede middelen in 2012 teruggevorderd


13.0 Dienstverlening Werkpleinen

Sta open voor verandering; zie de nieuwe prioriteiten als uitdaging'

Met een rugzak die is gevuld door jarenlange overheidservaring en kennis, wil Fred Paling in zijn nieuwe rol als lid van de Raad van Bestuur de dienstverlening aan de klant verder optimaliseren. Hij ziet graag dat zowel managers als werkcoaches blijven werken aan een goede verbinding tussen landelijk beleid, een regionale visie en lokale belangen. Deze boodschap wil Fred Paling in dit Werkpleinjoumaal met ons delen en hij gaat graag over enkele maanden na zijn 'inrolfase' nogmaals met ons in gesprek.

Fred Paling (47) studeerde sociologische economie aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam en business administration aan de Newport/Delta University in Utrecht waar hij in 1991 afstudeerde. Van 1986 tot 1998 was hij werkzaam bij diverse onderdelen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In 2001 stapte hij over naar Cadans, dat in 2002 opging in UWV. Binnen UWV heeft Paling diverse directiefuncties vervuld, de laatste jaren als directeur van de divisie Arbeidsgeschiktheid. In zijn vrije tijd reist hij graag naar het Verre Oosten en de Verenigde Staten en fietst hij veel in Frankrijk, Spanje en in de omgeving van Rotterdam, waar hij woont. Tevens geeft hij op bescheiden schaal training aan talentvolle jonge badmintonners, na deze sport zelf jarenlang intensief te hebben beoefend.

Een solide verbinding maken tussen de missie van UWV en de uitvoering, is een essentiële en belangrijke opdracht. Een opdracht die zijn oorsprong vindt op het UWV hoofdkantoor in Amsterdam, maar moet worden uitgewerkt in het land. Het leek Fred Paling daarom een logische stap om eerst daar, op de Werkpleinen in het land, rond te kijken en het vormen van een mening op te schorten totdat hij zijn oren te luisteren heeft gelegd. Op het moment dat dit interview plaatsvindt, zit hij middenin zijn Mnrolproces'. Nog zes werkbezoeken te gaan, twee liggen al achter hem: Den Helder en Groningen. Twee voorbeelden van Werkpleinen waarbij naast overeenkomsten ook veel verschillen in de dienstverlening te zien waren. 'Maar dat vind ik wel prima eigenlijk. De precieze organisatie van werkzaamheden achter de schermen vraagt soms om maatwerk per locatie, de kern is hun gemeenschappelijke doelstelling.'

Wat is hierbij belangrijk? 'De integrale dienstverlening. Hierbij vind ik het belangrijk om de balans tussen generalistisch en specialistisch in de gaten te houden. Dus, welke vormen van dienstverlening worden volledig integraal georganiseerd op de Werkpleinen en welke zijn beter gebaat bij een zekere mate van specialisatie. Deze balans zal verschillen per Werkplein, omdat we met veel verschillende partners willen samenwerken. Daarbij blijft er voldoende ruimte voor 'couleur locale'.'

De Werkpleinen moeten dé locatie worden waar alles rond werk en inkomen is samengebracht. Wat wordt dan de belangrijkste taak van de Werkpleinen? De focus op de werkzoekenden die hulp het hardst nodig hebben of verbreding van de dienstverlening? 'De taak wijzigt niet heel erg, maar we moeten ons de komende periode meer richten op die groepen mensen voor wie het vinden van een baan niet vanzelf gaat. Dat is onze opdracht in tijden van crisis, maar zeker ook daarna als de focus komt te liggen op de schaarste op de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing. In die extra aandacht voor specifieke doelgroepen moet de toegevoegde waarde van de Werkpleinen zichtbaar worden, doordat we tegelijkertijd al die verschillende doelgroepen (oude en nieuwe WAJONG, WAO en WIA) nu naar de Werkpleinen toebrengen. Hiermee verandert fundamenteel de samenstelling van ons klantenbestand en daarmee ook de noodzakelijke kennis en kunde die je nodig hebt.'

£77 daarmee ook de managementopdracht aan de managers van het WERKbedrijf? 'Deze aanscherping van prioriteiten is een belangrijke uitdaging voor de komende periode. Aan de ene kant wil je met elkaar een bepaalde formule of een bepaald dienstverleningsconcept vanuit een landelijk concept neerzetten en zullen we ook steeds meer beleidsmatige prioriteiten per klantgroep definiëren. Aan de andere kant willen we graag dat er ruimte is en blijft om die formule aan te passen op lokale omstandigheden. Dit is makkelijk gezegd, maar wat ik heel belangrijk vind, is dat managers zich voor deze nieuwe werkwijze openstellen en zich gaan heroriënteren op die aangepaste managementopdracht en niet te makkelijk denken van 'alles blijft hetzelfde en er komt gewoon iets bij'.'


Oplossing? 'We hebben heel goede managers. We moeten ervoor zorgen dat er voor het lokale management aan de ene kant helder zicht is op de centraal vastgestelde prioriteiten en aan de andere kant goed zicht op zaken die 'kunnen'. Ik hoop dat we kunnen rekenen op het type lokale manager die niet van het 'of/of' is, maar het leuk vindt om te kijken hoe we die twee dingen met elkaar kunnen verbinden. Mijn boodschap aan de managers is: 'Sta open voor de verandering en zie de nieuwe dienstverlening als uitdaging'.'

Heb je ook een boodschap aan de werkcoaches? 'Als ik mijzelf in de positie van een werkcoach verplaats, zie ik een boeiend perspectief. Dan focus ik mij op de mensen die hulp het hardst nodig hebben en kijk ik waar ik de meeste toegevoegde waarde kan bieden. Tegelijkertijd word je door de verbreding van doelgroepen, met hun eigen specifieke problematiek, professioneel en intellectueel uitgedaagd om jezelf te blijven verdiepen. Blijf gefocust op de dienstverlening en je eigen toegevoegde waarde en verheug je op de verbreding van het klantbestand dat op de Werkpleinen bediend moet worden.'

Hoe zie jij de toekomst van integrale dienstverlening op de Werkpleinen in het licht van de huidige formatieperikelen? "Mijn filosofie: dienstverlening bij elkaar brengen op een schaalgrootte die je in staat stelt om voldoende deskundigheid te organiseren én die tegelijkertijd maakt dat je de arbeidsmarkt goed faciliteert. Een regionale aanpak met een landelijke regie waar ook de Werkpleinformule goed in past. Hiermee breng je mensen bij elkaar, je zorgt voor een eenduidige toegang en je respecteert eikaars kennis en kunde. Wanneer je aan de poort van een Werkplein de zaken goed organiseert en als werkzoekenden terechtkomen bij degene die ze het beste kan helpen, dan zie ik niet in wat de toegevoegde waarde zal zijn om daar nou weer een mega reorganisatie op los te laten."

14.0 Wat is bijzondere bijstand?

Bijzondere bijstand is een voorziening voor mensen met een inkomen rond bijstandsniveau. Als zij in bijzondere omstandigheden noodzakelijke kosten moeten maken die zij zelf niet kunnen betalen, kan de gemeente bijzondere bijstand verlenen. De gemeente kan bijvoorbeeld een bril, babyuitzet of woninginrichting vergoeden, maar ook extra hoge stookkosten door reumaklachten.

Voorwaarden bijzondere bijstand. Alleen voor kosten die echt noodzakelijk zijn, kunt u een beroep doen op bijzondere bijstand. Ook moet u niet gebruik kunnen maken van een andere voorziening, bijvoorbeeld van een aanvullende ziektekostenverzekering.

Bijzondere bijstand in de vorm van een lening Soms kunt u ook bijzondere bijstand in de vorm van een lening krijgen. Het gaat dan om aankopen waarvoor u op dit moment geen geld hebt maar die u normaal gesproken zelf moet betalen. Bijvoorbeeld als u een wasmachine of een koelkast nodig hebt.

Wie komen in aanmerking voor bijzondere bijstand? Bijzondere bijstand is bedoeld voor mensen met een laag inkomen en weinig of geen eigen vermogen. Iedereen met een inkomen op of rond het bijstandsniveau kan een beroep doen op bijzondere bijstand: mensen met een bijstandsuitkering maar ook bijvoorbeeld mensen met een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).

Jongeren tot 21 jaar en bijzondere bijstand Jongeren tot 21 jaar moeten eerst een beroep doen op hun ouders.

Hoe kunt u bijzondere bijstand aanvragen?

Bijzondere bijstand kunt u aanvragen bij uw gemeente.

SPOC-ZH2010 Werkplan 2011 Paginal 3

15.0 Afsluiting

Het jaar 2011 wordt door het Bestuur van de "SPOC-ZH" afgesloten met het houden van een evaluerende vergadering.

Namens het Bestuur van de SPOC-ZH,

M.M. Wigmans, secretaris

• Bijlage: Begroting 2011


VZENVE L9DERDMJP · 24 februari 2011 "Voortgang wet WIJ" 28 april 2011 "Bijzondere Bijstand" 30...

Documents

Transcript of VZENVE L9DERDMJP · 24 februari 2011 "Voortgang wet WIJ" 28 april 2011 "Bijzondere Bijstand" 30...