Vooronderzoek...

29
Riemke Jentink Vooronderzoek schoolontwikkelthe ma Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling Riemke Jentink VR3a 14-11-2012

Transcript of Vooronderzoek...

Riemke Jentink

Vooronderzoek schoolontwikkelthema

Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling

Riemke Jentink VR3a14-11-2012

SAMENVATTING:

Dit vooronderzoek is ter voorbereiding op het echte onderzoek voor schoolontwikkeling.

In dit verslag wordt een vooronderzoek gepresenteerd over schoolontwikkeling. Hier wordt ingegaan op een thema dat door een school is aangeleverd wat verder ontwikkeld kan worden binnen deze school. CBS de Klimop uit Lintelo wil graag de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen beter in kaart brengen en de mogelijkheid bieden om deze verder te ontwikkelen. Omdat het op deze school van belang is dat de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het vooronderzoek bestaat uit twee delen, een theoretisch onderzoek en een praktijk onderzoek. Ook zijn er nog bijlagen toegevoegd die bij het vooronderzoek gebruikt zijn.

In het theoretische gedeelte worden de onderwerpen vanuit de literatuur bezien. Het begrip schoolontwikkeling komt aan de orde en ook de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen wordt beschreven. In het praktijkonderzoek is er een analyse gehouden van documenten uit de school en zijn er verkennende gesprekken gehouden met leerkrachten die dit onderzoek begeleiden.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 2

SCHOOLONTWIKKELING.

WAT IS SCHOOL ONTWIKKELING?

Scholen blijven zich tegenwoordig maar ontwikkelen, er zijn veel veranderingen in de hedendaagse maatschappij en het is belangrijk dat scholen hierin meegaan. Daarom is schoolontwikkeling belangrijk. Maar wat wordt er nou precies verstaan onder schoolontwikkeling?

Wanneer er gekeken wordt naar het doel van schoolontwikkeling is het vaak een onderwijsverandering die als doel heeft om de leerling-resultaten te verbeteren en het versterken van de veranderingscapaciteit. Hiermee wordt bedoeld dat de school ook mogelijkheden heeft om zich te ontwikkelen. Door het versterken van de veranderingscapaciteit zijn scholen beter in staat om hun ontwikkelingen te verbeteren (Gennip, 1991). En wordt de kwaliteit van deze ontwikkelingen ook zichtbaar. Maar hoe kan de veranderingscapaciteit van een school versterkt worden? Hierbij kan een school denken aan het ontwikkelen van nieuwe kennis, vaardigheden en competenties, dit kan gedaan worden door middel van scholingen waarbij deze worden verworven. Ook is het belangrijk dat een school de kans heeft om nieuwe middelen in te zetten, zoals materialen, ideeën of ruimtes. Ook is het van belang dat het hele team van een school de ambitie en dezelfde uitgangspunten heeft om ook samen te werken aan een verandering (Fullan & Germain, 2009).

De versterking van de veranderingscapaciteit zorgt er ook voor dat de school meer autonoom wordt, dat wil zeggen dat een school zelf verantwoorde beslissingen kan nemen. Hiervoor hoeft geen overleg te worden gehouden met teams van andere scholen.

Ook is schoolontwikkeling belangrijk omdat het in zekere mate de leerling-populatie kan laten toenemen of omdat het nodig is door vernieuwde wet- of regelgeving. Hierdoor worden scholen continue aan het ontwikkelen gebracht. Zoals eerder werd genoemd wordt een school door het ontwikkelen meer autonoom hierdoor kan een school ook zijn eigen kwaliteiten verbeteren, bijvoorbeeld;

- een goede verantwoording af kunnen leggen, bij elke beslissing die een school neemt moet een verantwoording af worden gelegd. (accountability)

- Om steeds nieuwe onderwerpen te blijven ontwikkelen is het van belang dat er een goed overleg wordt gehouden, met alle betrokken personen bij de school en het onderwerp. Hiervoor is ook een goede relatie tussen de leerkrachten in de school van belang. (improvement, communicatie)

- Het tijdig signaleren van zwakke plekken, waar kan onze school zich nog meer op ontwikkelen om de kwaliteit van het onderwijs beter te maken. (early warning system)(Guthe, 1997).

In het bovenstaande wordt ook een stukje kwaliteitszorg beschreven, onder kwaliteitszorg wordt verstaan dat de opvattingen van de school over wat zij zelf goed onderwijs vinden. Hierbij wordt rekening gehouden met kenmerken van leerlingen maar ook verwachtingen van ouders. Een school stelt hiervoor doelen op waarvan zij vinden dat bereikt moeten worden om aan goed onderwijs te voldoen. Deze doelen worden geëvalueerd en eventueel bijgesteld om zo de kwaliteitszorg te verbeteren. Kwaliteitszorg zijn alle

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 3

activiteiten die ondernomen worden in een school om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, onderzoeken of openbaar te maken. Kwaliteitszorg is nog weer onder te verdelen in twee verschillende groepen, zo heb je interne kwaliteitzorg en ook externe kwaliteitszorg. Bij interne kwaliteitzorg gaat het erom dat de activiteiten om de kwaliteitszorg te verbeteren binnen de school plaats vinden. Vaak gaat de school bij interne kwaliteitszorg kritisch kijken naar zichzelf, hierdoor kan er vastgelegd worden wat er kan veranderen in de school. Hiervoor heeft de school een kwaliteitsbeleidsplan opgesteld. Hierin staan de activiteiten die de school onderneemt en de betrokken personen in het proces (Petrus Canisius College, 2003).

Wanneer je spreekt van externe kwaliteitszorg wordt er bedoeld dat een onafhankelijk persoon een initiatief neemt om de kwaliteitszorg te verbeteren. Vaak is dit de Inspectie van het Onderwijs, deze kijkt naar de wettelijke eisen. Voldoet een school niet aan deze eisen dan krijgt het extra begeleiding.

Als er naar het begrip schoolontwikkeling wordt gekeken, is verbetercultuur een begrip wat hier goed bijpast. Het continue verbeteren is goed voor organisaties zoals een school omdat ze voortdurend blijft leren, maar het is niet altijd even eenvoudig om veranderingen of verbeteringen te implementeren. Het is belangrijk dat de organisatie waarin wordt gewerkt ook aansluit bij de ideeën over continue verbeteren en hier ook aan mee wil werken (Fullan & Germain, 2009).

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 4

DE SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING.

De sociaal emotionele ontwikkeling is een groot gebied in de ontwikkeling van een kind. Het gaat over het omgaan en herkennen van gevoelens, maar ook over het omgaan met anderen. Het is een ontwikkelingsgebied dat samenhangt met andere ontwikkelingsgebieden en hier ook veel door wordt beïnvloed. Voor elke fase dat een kind doorloopt, vanaf de geboorte zijn er verschillende ‘mijlpalen’ binnen de sociaal emotionele ontwikkeling dit zijn streefdoelen die binnen deze ontwikkeling behaald moeten worden. Om dit te kunnen behalen doorlopen kinderen verschillende fases in de ontwikkeling.

De sociale ontwikkeling kan gezien worden als de ontwikkeling van de sociale vaardigheden en sociale cognitie van een kind. Hoe gaat een kind om met anderen of hoe reageert een kind op andere mensen. Doordat een kind zijn of haar sociale ontwikkeling steeds verder kan uitbreiden, is een kind in staat om zich beter staande te houden in de maatschappij. De sociale ontwikkeling kan door veel verschillende factoren beïnvloedt worden. Zo ligt het eraan of een kind zich lichamelijk of persoonlijk goed ontwikkelt. Ook maakt het verschil of een kind thuis of op school veel met anderen speelt.

De emotionele ontwikkeling gaat over het leren kennen en omgaan met gevoelens. Ook dit is voor kinderen niet een aangeboren factor. Kinderen kennen en herkennen gevoelens van zichzelf niet en weten ook niet hoe ze hiermee om moeten gaan. Ook het idee dat anderen ook gevoelens hebben is voor kinderen niet vanzelfsprekend (Alkema, Tjerkstra, Kuipers, & Lindhoudt, 2011).

VERLOOP VAN DE SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING.

Een kind ontwikkelt zich sociaal en emotioneel in verschillende fasen, deze fasen worden vaak gedeeld in de leeftijd. Bij kleuters, kinderen van zes tot negen jaar en van negen tot twaalf jaar. In deze paragraaf worden kort de ontwikkelingsfasen besproken op het sociaal emotionele gebied.

KLEUTERS.

Bij kleuters hangen veel gebieden van de sociaal emotionele ontwikkeling af van de omgeving van het kind. Hoe gaan volwassenen met het kind om, hoe wordt het kind begeleid in zijn of haar weg naar zelfstandigheid. Een kleuter heeft drie basiskenmerken, emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben. Wanneer een kleuter emotioneel vrij is wordt mee bedoeld dat het kind lekker in zijn vel zit. Het nieuwsgierig zijn van kinderen is een kleuter dat durft, en niet bang is om te falen. Het zelfvertrouwen bij een kleuter is belangrijk zodat het kind trots kan zijn op wat het doet en niet bang is om te falen. Een andere belangrijke fase bij de kleuter is het beseffen van het eigen ik, kleuters willen graag zelfstandig zijn en zelf dingen doen. Hierbij is het van belang dat een kleuter vertrouwen heeft in een volwassen mens. De morele ontwikkeling voor kleuters is een heel andere fase, hierin moeten de kleuters leren dat er regels zijn waar ze zich aan moeten houden. Hierin is het belangrijk dat een

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 5

kleuter gestraft of beloond wordt, dit zijn dingen die kleuters goed onthouden. Ook worden kleuters meer sociaal in deze periode en gaat het egocentrisme steeds meer weg. Dit past ook weer bij de sociale ontwikkeling van een kleuter. Deze gaat meer met anderen samen spelen en dit uit zich vaak ook in spelvormen (Hooijmaaijers, Stokhof & Verhulst, 2009).

KINDEREN VAN ZES TOT NEGEN JAAR.

Kinderen die in deze leeftijdsfase zitten hebben een goed besef van hun eigen identiteit, ook ten opzichte van dat van andere kinderen. Deze kinderen kunnen zichzelf goed omschrijven en hebben een duidelijk zelfbeeld. Op moreel gebied kan een kind zich houden aan de regels en weten ook wat deze regels zijn en het doel van de regels. Maar ook gaan kinderen de regels uitproberen, hoe ver kan ik gaan totdat ik straf krijg. Zo leren de kinderen wat de bedoeling is van een specifieke regel. Op sociaal is de relatie met volwassen mensen belangrijk, want het gedrag en de ontwikkeling van kinderen wordt vaak veel beïnvloedt door de omgeving waarin de kinderen leven. In een gezin leert een kind vaak regels van de ouders maar merkt dat het op andere plekken hele andere regels kunnen zijn. Het sociale gedrag van een kind ten opzichte van andere kinderen is vaak te zien in het ontstaan van echte vriendschappen, deze zijn gebaseerd op loyaliteit en wederzijdse steun. Jongens hebben vaak veel vrienden en meisjes minder, dit komt omdat meisjes vaak minder makkelijk mensen toelaten in hun groepje (Hooijmaaijers, Stokhof & Verhulst, 2009).

KINDEREN VAN NEGEN TOT TWAALF JAAR.

Een belangrijke ontwikkeling in deze fase is dat kinderen beter leren omgaan met emoties, ze kunnen hun gevoelens verwoorden en een plekje geven. Ook hebben ze in deze periode al vaak verschillende emoties gevoeld of meegemaakt. Ze begrijpen vaak ook dat iets voor andere kinderen wel of niet leuk is. Kinderen kunnen zichzelf goed omschrijven en ook reflecteren op activiteiten die ze doen. Hierbij kunnen ze goede en foute dingen aangeven en ook verschillen met andere kinderen. Op sociaal gebied is het heel belangrijk dat je tot een groepje hoort. Vriendschappen worden nog steeds gebaseerd op loyaliteit en wederzijdse steun. In de relatie die kinderen met hun ouders hebben nemen ze meer afstand en hebben ook vaker een ‘ruzie’ met hun ouders. En voor ouders is het soms lastig om hun kind meer los te laten. Kinderen gaan op moreel gebied meer grenzen opzoeken, bijvoorbeeld in de waarden en de normen van hun ouders, leerkrachten maar ook andere volwassenen. Hierover kunnen ze in discussie gaan omdat ze het er niet mee eens zijn, ze weten al goed wanneer iets voor hen rechtvaardig is of niet. Ze kunnen hun eigen mening laten gelden (Hooijmaaijers, Stokhof & Verhulst, 2009).

Het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap vindt het belangrijk dat de sociale veiligheid op school goed is. Hiervoor heeft het ministerie jaarlijks bijna 90 miljoen extra in geïnvesteerd om de sociale veiligheid op scholen te verbeteren (Deklerck, Overveld, 2011). De overheid stimuleert de scholen om een breed veiligheidsbeeld te ontwikkelen, hiervan is het doel om de leerlingen, leraren en andere mensen binnen school een veilig schoolklimaat aan te bieden. Dit is van belang omdat iedereen zich thuis en veilig moet voelen op een school. Elke school mag zelf bepalen wat haar veiligheidsbeleid is, maar krijgt hiervoor wel begeleiding vanuit het Ministerie van OCW.

Met behulp van dit theorieonderzoek kan het praktijkonderzoek verduidelijkt worden. Begrippen en argumenten kunnen het praktijkonderzoek nader toelichten. Met het volgende praktijkonderzoek wordt bekeken wat de actuele beginsituatie is van de school, zodat vanuit die beginsituatie aan de slag kan worden gegaan met het onderzoek.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 6

PRAKTIJKONDERZOEK:

Voor het praktijkonderzoek is er gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksinstrumenten, er is een documenten analyse gedaan, een verkennend gesprek met een intern begeleider en ook een gesprek met een leerkracht die eerder naar verschillende methodes voor de sociaal emotionele ontwikkeling heeft gekeken. Uit dit praktijkonderzoek is naar voren gekomen van welk instrument de school gebruik maakt of gebruik heeft gemaakt. Wat de wensen zijn van de school ten opzichte van het school ontwikkelthema en welke methodes de school al heeft onderzocht.

ONDERZOEKSGROEP:

Voor het praktijkonderzoek zijn verschillende onderzoeksinstrumenten gebruikt en ook verschillende onderzoeksgroepen. In het algemeen is de onderzoeksgroep natuurlijk de basisschool. De school is een kleine school in de buurtschap Lintelo. Er zitten ongeveer 80 kinderen op de hele school, verdeelt over 4 combinatiegroepen. Er wordt gedurende een schoolweek lesgegeven door 7 leerkrachten en 1 onderwijsassistent. Ook is er een directeur die verder geen onderwijsgevende activiteiten heeft. Om het onderwerp wat te verduidelijken is er een verkennend gesprek gehouden met de IB’er in de school en is er een gesprek gehouden met een leerkracht die al vaker naar methodes voor sociaal emotionele ontwikkeling heeft gekeken.

ONDERZOEKSINSTRUMENTEN:

VERKENNEND GESPREK:

Om duidelijk te krijgen wat de school hier nu eigenlijk wil is er een verkennend gesprek gehouden met de ib’er en met de begeleidende docent vanuit de school. Hieruit is gekomen waar de school naar op zoek is en wat de taak van de student hierin kan zijn. In de bijlage is een korte samenvatting van dit gesprek gegeven.

DOCUMENTENANALYSE:

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 7

Voor het zoeken naar een nieuw meetinstrument heeft de school nog geen eerder onderzoek gedaan, hiervan is ook niets terug te vinden in de notulen van vergaderingen en dergelijke. Wel hebben enkele leerkrachten eerder gekeken naar een methode voor lessen op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. Met deze leerkracht is een kort gesprekje gehouden om de bevindingen op een rijtje te zetten. Samen met de intern begeleider is er een verkennend gesprek gehouden over welke wensen en ideeën de school nou eigenlijk heeft en wat er van dit onderzoek verwacht wordt. Deze twee gesprekken zijn kort samengevat en te vinden in de bijlagen.

Ook is er gekeken naar de instrumenten waar de school nu gebruik van maakt of heeft gemaakt, dit zijn Viseon en sociogram. Vooral het sociogram wordt hier op school veel gebruikt, maar omdat dit niet goed gekeurd wordt door de inspectie is het noodzakelijk om op zoek te gaan naar een ander alternatief.

VISEON.

De Klimop maakt voor het in kaart brengen gebruik van het meetinstrument Viseon. Dit is een meetinstrument waar leerkrachten de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen systematisch kunnen volgen. Hiermee worden de ontwikkelingen van de leerlingen in kaart gebracht en is duidelijk te zien waar een leerling meer begeleiding nodig heeft. Bij dit meetinstrument wordt gebruik gemaakt van een observatielijst voor leerkracht, een zelfbeoordelinglijst voor de leerling. Deze punten worden nader toegelicht.

Voor het ontwikkelen van deze lijsten is uitgegaan van de Big Five persoonlijkheidsstructuur. The Big Five theorie is gebaseerd op vijf verschillende persoonskenmerken die voor uiteenlopende groepen en omstandigheden zichtbaar is. Deze persoonskenmerken zijn, extraversie, altruïsme, openheid, consciëntieusheid en neuroticisme.

Altruisme, dit is het belang van anderen boven dat van jezelf stellen. Mensen die hierbij hoog scoren zijn vaak behulpzaam, vriendelijk en vinden het fijn om samen te werken. Het inlevingsvermogen in anderen is goed ontwikkeld bij deze mensen.

Consciëntieusheid, hiermee wordt bedoeld dat mensen goed zijn in het werken aan taken. Doen ze wat er van hen verwacht wordt? Is alles goed georganiseerd en komt het op tijd af. Mensen die hierbij hoog scoren zijn vaak ambitieus en betrouwbaar en hebben een sterke wil.

Neuroticisme, de emotionele stabiliteit van mensen, vaak zijn deze personen meer bewust van hun eigen gedrag en kunnen ook verlegen zijn. Wanneer hier hoog op wordt gescoord zijn er vaak problemen als depressiviteit, angst en schuldgevoelens.

Extraversie, extraverte mensen zijn vaak sociale mensen, assertief en spraakzaam. Vaak zijn deze mensen ook positief en overal enthousiast voor. Wanneer mensen hier hoog op scoren zijn ze vaak socialer en houden van gezelschap. Dat wil niet zeggen dat mensen die hier laag op scoren ook meteen niet sociaal zijn. Deze mensen zijn meer in zichzelf gekeerd en kunnen ook heel goed alleen bezig zijn.

Openheid, het openstaan voor nieuwe dingen. Wanneer hier hoog op wordt gescoord zijn het vaak enthousiaste, fantasievolle mensen. Ze willen veel nieuwe dingen leren en ontdekken. Wanneer hier laag op wordt gescoord zijn het mensen die vaak van de vaste dingen houden, waarvan ze weten dat het goed werkt (Boele, 2006).

DE LEERKRACHTENLIJST.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 8

De leerkrachtenlijst richt zich op het direct en concreet waarneembaar gedrag van leerlingen in de groep. Deze lijst bevat 44 tegenstellende uitspraken die betrekking hebben het concreet waarneembare gedrag van leerlingen in de groep tijdens alledaagse taken. Tijdens het invullen van de lijst kijkt de leerkracht naar vier verschillende onderwerpen van het sociaal emotionele functioneren van kinderen. Deze dimensies zijn weer te koppelen aan de eerdergenoemde Big Five theorie (Boele, 2006). Deze dimensies zijn:

- zorgvuldige werkhouding – onzorgvuldige werkhouding.

- aangenaam gedrag – storend gedrag

- emotionele stabiliteit – emotionele instabiliteit

- sociaal gedrag - teruggetrokken gedrag

Voor het afnemen van de leerkrachtenlijst gaat de leerkracht de 44 stellingen langs en bepaald welke uitspraak het meest op de betreffende leerling van toepassing is. Daarna beslist de leerkracht of deze stelling geheel toepasselijk is of gedeeltelijk.

DE LEERLINGENLIJST.

Op de leerlingenlijst staan ook kenmerken die gedeeltelijk overeen komen met de stellingen op de leerkrachtenlijst. En ook kijkt het naar de vier dimensies waar de leerkracht ook naar kijkt, het omgaan met andere kinderen, met de taken en met de leerkracht. De leerling vult deze stellingen over zichzelf in. Wanneer dit is gedaan kan de leerkracht de leerlingenlijst samen met de zelf ingevulde leerkrachtenlijst bekijken en vergelijken.

SOCIOGRAM.

Een ander programma dat op de Klimop wordt gebruikt is sociogram, dit is een eenvoudig programma dat de relatie tussen kinderen duidelijk aangeeft. Het is een programma dat op veel basisscholen vaak gebruikt wordt omdat het een goede visuele weergave geeft. Er worden vragen aan de leerlingen gesteld zoals: Welk kind is het populairst? Wie is jou beste vriendin? Zo krijgt een leerkracht inzicht op de onderlinge relaties tussen de kinderen. Twee keer per jaar wordt het sociogram bij de leerlingen afgenomen door de IB’er.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 9

RESULTATEN EN CONCLUSIE:

Op de Klimop in Lintelo zijn ze op zoek naar een nieuw meetinstrument om de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen schoolbreed te volgen. Het meetinstrument dat op deze school eerder is gebruikt beviel niet goed omdat het veel tijd kostte om het in te laten vullen door de leerling, het werd individueel gedaan en het was veel werk om dat allemaal te doen. Bij het vervolg onderzoek is het dus belangrijk om rekening te houden met deze punten.

RESULTATEN UIT DE ONDERZOEKSMETHODEN.

Uit de documentenanalyse blijkt dat ze hier op school nog niet eerder op zoek geweest naar een nieuw meetinstrument voor de sociaal emotionele ontwikkeling, het is dus ook nieuw voor deze school. Uit het verkennend gesprek met de ib’er en begeleidend docent is gebleken dat de voorgaande meetinstrumenten teveel tijd innamen en dat dit bij het nieuwe meetinstrument liever anders gezien wordt. Ook was het vorige meetinstrument echt een momentopname, dus kon dit niet als betrouwbaar gezien worden, dit wil de school graag ook anders. Er is een kort praktijkonderzoek gedaan naar het meetinstrument dat ze hier opschool hebben gebruikt, zodat dit vergeleken kan worden met eventuele aanbevelingen voor de school. Momenteel wordt het sociogram nog wel bij de leerlingen afgenomen maar kan dit niet gezien worden als een meetinstrument voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Hier kunnen de ontwikkelingen niet gevolgd worden of aan een eventuele SOVA les gekoppeld worden. Wel worden door sociogram de sociale relaties tussen leerlingen aangegeven. Voor de inspectie van Onderwijs is het van belang dat er een meetinstrument is om aan te tonen wat er voor de leerlingen gedaan wordt om de sociaal emotionele ontwikkeling te begeleiden. Aan het einde van dit schooljaar willen

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 10

ze graag een beslissing kunnen maken over welk meetinstrument het gaat worden, hier is een gedegen onderzoek voor nodig dat het komende jaar uitgevoerd gaat worden. In het onderzoek staan de volgende hoofdvragen centraal.

EEN THEORETISCHE HOOFDVRAAG:Wat is nodig of wenselijk op de Klimop om schoolbreed de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen vast te leggen?

EEN PRAKTISCHE HOOFDVRAAG: Welke mogelijkheden zijn er voor de Klimop om de sociaal emotionele ontwikkeling schoolbreed vast te leggen in een leerlingvolgsysteem.

BRONNEN:

Alkema, E., Tjerkstra, W., Kuipers, J., & Lindhout, C. (2011). Meer dan onderwijs. Assen:

Van Gorcum.

Deklerck, J., & Overveld, van K. (2011). De preventiepiramide. Den Haag: Uitgeverij Acco Leuven.

Gennip, van J. (1991). Veranderingscapaciteiten van basisscholen: onderzoek naar de functie van veranderingscapaciteiten binnen het innovatieproces basisonderwijs. Nijmegen: Instituut voor toegepaste wetenschappen.

Güthe, K. (1997). Indicatoren van schoolontwikkeling. Enschede: Universiteit Twente, faculteit der toegepaste onderwijskunde, vakgroep onderwijsorganisatie en –management, (p.131)

Hooijmaaijers, T., Stokhof, T., & Verhulst, F. (2009). Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs. Assen: Koninklijke Van Gorcum,

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 11

Fullan, M., & Germain, St., C. (2009). Passie en kracht in schoolontwikkeling. Middelburg: Meulenberg.

Petrus Canisius College (2003). Begrippenlijs Kwaliteitszorg. Verkregen op 14 november, 2012, van http://www.pcc.nu/Media/download/67/Begrippenlijst%20kwaliteitszorg.pdf

Web, van het, M., Raad, &de., Boele. (2010). The big five. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds

BIJLAGE 1:

Werkplan SOT 2012-2013

algemene gegevens

Naam: Riemke Jentink

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 12

Klas: VR3A

gekozen onderwerp

Korte beschrijving van het gekozen onderwerp:

De sociaal emotionele ontwikkeling, de sociale talenten van kinderen.

Probleemstelling: Op CBS de klimop in Lintelo zijn ze opzoek naar een nieuw meetinstrument voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling van haar leerlingen. De sociaal emotionele ontwikkeling is een van de belangrijkste ontwikkelingen die een kind doormaakt. Deze ontwikkeling maakt een kind voor een groot deel mee tijdens de basisschoolperiode (Alkema, Dam, Kuipers, Lindhout, Tjerkstra, 2009.), het is dus van belang dat hier goed mee omgegaan wordt en zodat deze ontwikkeling ook goed begeleid kan worden. Als er gekeken wordt naar het Handelingsgericht werken wat waarschijnlijk op deze school ingevoerd gaat worden (2014), is een van de uitgangspunten op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling dat de leerkrachten proberen passend onderwijs te leveren om zoveel mogelijk bij te dragen aan een positieve ontwikkeling van de leerlingen op het gebied van leren, werkhouding en sociaal emotioneel functioneren. (Pameijer, van Beukering, de Lange, 2011.) Enkele belangrijke begrippen die bij dit onderzoek aan bod komen zijn de sociale cognitie, dit is de sociale omgang met medeleerlingen, wanneer je leerlingen gaat meten op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling kijk je vaak naar de omgang met andere leerlingen. Een ander begrip dat veel zal voorkomen in het onderzoek is meetinstrument, hiermee wordt de sociaal emotionele ontwikkeling gemeten. Dit kan op verschillende manieren gedaan worden. Wanneer er wordt gekeken naar de precieze definitie van een meetinstrument wordt er aangegeven: ‘een instrument waarmee grootheden gemeten kunnen worden’. Naar dit meetinstrument wordt dus onderzoek gedaan. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is het vinden van een nieuw meetinstrument voor het schoolbreed volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Op dit moment wordt er gebruikt gemaakt van het sociogram als meetinstrument deze wordt twee keer per jaar afgenomen door de ib’er. Ook heeft de school gewerkt met viseon als meetinstrument, dit instrument wordt niet meer gebruikt omdat het vaak veel werk was omdat het individueel afgenomen moest worden bij de leerlingen. Ook was het vaak een momentopname dat afgenomen werd en daarom waren de resultaten vaak niet betrouwbaar.

Rollen Tijdens het werken aan dit schoolontwikkelthema zal ik vooral actief zijn als kennismakelaar en onderwijsonderzoeker. Als onderwijs onderzoeker ga ik aan de slag met het onderzoeken van wat de behoeftes zijn hier op school ten opzichte van de sociaal emotionele ontwikkeling. Wat verwachten de leerkrachten hier op

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 13

school en wat zijn hun wensen. Door dan op zoek te gaan naar verschillende meetinstrumenten en deze te testen in de school zal ik onderzoeken wat het beste past. Als kennismakelaar ben ik bezig om de leerkrachten die mij begeleiden tijdens dit project en de andere collega’s op de te houden van wat ik onderzoek en ga doen. Ik vertel ze van mijn bevindingen en wat hun ideeen hierover zijn, dit zal ik doen in teamvergaderingen, maar ook tijdens verschillende cursussen.

Praktische relevantie: Wanneer ik aan het einde ben gekomen van mijn school ontwikkelthema, kan ik de school een meetinstrument aanbevelen voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Hierbij is een gedegen onderzoek gedaan naar welk instrument het beste past bij deze school, waarbij ook is gekeken naar de pedagogische en onderwijskundige wensen/ opvattingen van het team. Wanneer er de mogelijkheid toe is zal er ook naar een methode of lessenaanbod gekeken kunnen worden, die aansluit bij het meetinstrument.

Voorbereiding literatuurstudie

Werkwijze Welke zoektermen ga je gebruiken?

Schoolontwikkeling

Acutele schoolontwikkeling

Sociaal emotinonele ontwikkeling

Sociale ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling

Meetinstrument

Diagnostisch instrument

Welke zoekmachines ga je gebruiken?www.scholar.google.nlwww.metacrawler.nlwww.davindiplus.kennisnet.nl

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 14

www.bicat.nl

Welke beslisregels gelden bij de keuze van je bronnen?

De bronnen mogen niet ouder zijn dan tien jaar.

De naam van de schrijver wordt bij de bron vermeld.Als de informatie relevant is voor ons onderzoek.

Onderzoeksvragen

a. Literatuurstudie

Hoofdvraag (ongeveer twee)

Wat is nodig/wenselijk op de Klimop om schoolbreed de sociaal – emotionele ontwikkeling van de leerlingen vast te leggen.

Welke mogelijkheden zijn er voor de Klimop om de sociaal emotionele ontwikkeling schoolbreed vast te leggen in een leerlingvolgsysteem.

Per hoofdvraag deelvragen

- Hoe wordt de sociaal emotionele ontwikkeling op dit moment voor de leerlingen vastgelegd?

- Wat is er bekend over de sociaal emotionele ontwikkeling.- Wat is de normaal of gemiddelde ontwikkeling bij een basisschoolkind? - Wat zijn de wensen van de leerkrachten als het gaat om een meetinstrument

voor de sociaal emotionele ontwikkeling? - Welke meetinstrumenten zijn actueel en worden veel gebruikt in het

basisonderwijs? - Welk meetinstrument pas het best bij deze school gezien de onderwijskundige en

didactische opvattingen?

b. Onderzoeksmethode

Bij het vooronderzoek is gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethodes, er is een documenten analyse gedaan, waarbij gekeken is naar wat de school al eerder heeft onderzocht op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. Ook is er een verkennend gesprek geweest met de intern begeleider waarin wat duidelijker werd gemaakt waar de school nou precies naar opzoek is. Ook wordt er bij de leerkrachten die werkzaam zijn binnen de school een vragenlijst afgenomen waarin de wensen van het team duidelijk worden. Dit zijn namelijk wel degene die uiteindelijk ook met dit meetinstrument moeten gaan werken.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 15

Bronnen

1 Alkema, E., Tjerkstra, W., Kuipers, J., & Lindhout, C. (2011). Meer dan onderwijs. Assen: Van Gorcum.

2 Pameijer, N., Beukering, van T., & Lange, S.(2011). Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam. Den Haag: Uitgeverij Acco Leuven.

3 Deklerck, J., & Overveld, van K. (2011). De preventiepiramide. Den Haag: Uitgeverij Acco Leuven.

4 Gennip, van J. (1991). Veranderingscapaciteiten van basisscholen: onderzoek naar de functie van veranderingscapaciteiten binnen het innovatieproces basisonderwijs.

Nijmegen: Instituut voor toegepaste wetenschappen.

5 Güthe, K. (1997). Indicatoren van schoolontwikkeling. Enschede: Universiteit Twente, faculteit der toegepaste onderwijskunde, vakgroep onderwijsorganisatie en – management, (p.131)

6 Web, van het, M., Raad, &de., Boele. (2010). The big five. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds

7

8

9

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 16

Planning van het onderzoek

Week 44, 45. Verder met het voor onderzoek en bijstellen werkplan

Week 46, 49, 50,51.

Theoretisch kader van schoolontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling maken.

Week 46,47 Vragenlijst afnemen bij de leerkrachten en deze evalueren. Wordt nader toegelicht in een personeelsvergadering.

Week 2, 3,4,5. Er worden verschillende meetinstrumenten bekeken en hier worden de verschillen en overeenkomsten bekeken. Ook de voor en nadelen.

Week 6,7,8. Op andere scholen kijken naar welke meetinstrumenten zij gebruiken en waarom hun dit wel of niet goed bevalt.

2 november

Een middag waarin uitleg wordt gegeven over het meetinstrument ‘Zien’

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 17

Uitwerking van de hoofd- en deelvragen

Hoofdvraag 1 Welke visies zijn er op sociaal emotionele ontwikkeling, en hoe worden binnen deze visies de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen in kaart gebracht en begeleid?

Welke onderzoeksactiviteiten ga je ondernemen voor iedere deelvraag?

Hoe ziet de praktijkcomponent eruit ?

Deelvragen 1 Welke visies zijn er op sociaal emotionele ontwikkeling?

Een literatuurstudie over de verschillende visies.

2 Op welke manieren kunnen deze visies in kaart worden gebracht?

3

4

Waarom zijn deze vragen interessant en relevant?

Door te kijken naar welk programma/ meetinstrument er momenteel gebruikt wordt, kan er gekeken worden naar waarom dit wel of niet bevalt, zodat dit mee kan worden genomen in het zoeken naar een nieuw methode. Om de wensen van de Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 18

leerkrachten te bekijken wordt duidelijk wat voor hen fijn is om mee te werken, want uiteinden zijn zij degene die het meetinstrument zullen moeten gebruiken.

Wat zijn de beoogde uitkomsten en opbrengsten van jouw onderzoek?

Aan het einde van dit onderzoek kan ik de school een onderzoek aanleveren waarin is gekeken welk meetinstrument het beste bij de school past. Hierin zijn verschillende meetinstrumenten onderzocht en uitgetest.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 19

Hoofdvraag 2 Welke mogelijkheden zijn er voor de Klimop om de sociaal emotionele ontwikkeling schoolbreed vast leggen in een leerlingvolgsysteem.

Welke onderzoeksactiviteiten ga je ondernemen voor iedere deelvraag?

Hoe ziet de praktijkcomponent eruit ?

Deelvragen 1 Welk meetinstrument wordt er momenteel gebruikt en waarom bevalt het niet?

Een verkennend gesprek met de ib’er of de directeur.

2 Welke meetinstrumenten zijn actueel en worden veel gebruikt in het basisonderwijs.

Een praktijkonderzoek, welke instrumenten, bestaan er en op welke school worden deze instrumenten al gebruikt? Deze scholen mogelijk navragen op hun ervaringen.

3 Welk meetinstrument past het beste bij deze school?

Een test, verschillende onderzoeksinstrumenten bekijken en deze uitproberen op school.

4 Wat zijn de wensen van de leerkrachten als het gaat om een meetinstrument voor sociaal emotionele ontwikkeling.

Een vragenlijst naar de leerkrachten over hun wensen.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 20

Waarom zijn deze vragen interessant en relevant?

Zie vorige vraag.

Wat zijn de beoogde uitkomsten en opbrengsten van jouw onderzoek?

Zie vorige vraag.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 21

Interactie met het schoolteam

Hoe plan de interactie met het schoolteam?

Gedurende het schooljaar zijn er vier teamvergaderingen gepland waarin het onderzoek aan de orde komt. Hierin doe ik verslag van wat ik aan het onderzoeken ben en wat de vorderingen zijn. Ook worden er tussendoor overlegmomenten gepland met de begeleidende docenten binnen de school.

Overleg met de begeleidende docent

Hoe plan je het overleg met jouw begeleidend docent?

Zie bovenstaande.

Overige opmerkingen

Vastgesteld op: dd-mm-jjjj

Handtekening student Handtekening docent

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 22

BIJLAGE 2:

Verkennend gesprek met de ib’er.

In jullie vacature staan twee verschillende vragen: namelijk,

Wat is nodig/wenselijk om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen goed in kaart te brengen?

Wat is er nodig/wenselijk om de sociale talenten en competenties van kinderen te stimuleren en te ontwikkelen?

Als je kijkt naar de eerste vraag kan er vast worden gesteld dat jullie op zoek zijn naar een meetinstrument om de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen vast te leggen. Wanneer er gekeken wordt naar de tweede vraag zijn jullie op zoek naar een methode om de sociale talenten en competenties van leerlingen meer te ontwikkelen of stimuleren. Wat is het doel van mijn onderzoek? Word er van mij verwacht dat ik een meetinstrument ga zoeken of dat ik een methode ga zoeken of losse lessen op ga stellen.

Ten eerste zijn ze hier op school op zoek naar een meetinstrument om de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen vast te leggen. Het meetinstrument dat nu gebruikt wordt is sociogram en dat wordt door de inspectie niet goedgekeurd als volledig instrument voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Daarom zijn we hier op school op zoek naar een meetinstrument dat hier op school gebruikt kan worden. Wanneer we uiteindelijk op een meetinstrument zijn uitgekomen en er nog tijd is en ook nodig hier op school kan er gekeken worden naar een methode voor de sociaal emotionele ontwikkeling, of dat er losse lessen worden gezocht die de sociaal emotionele talenten van leerlingen kunnen ondersteunen.

Van welke instrumenten hebben jullie gebruik gemaakt of maken jullie nog gebruik van? Op dit moment wordt er alleen met het sociogram gewerkt, twee keer per jaar wordt dit bij de leerlingen afgenomen en verwerkt. Verder hebben we gewerkt met het meetinstrument Viseon, dit is ongeveer wel vier jaar geleden dat we hier voor het laatst mee hebben gewerkt. Dit meetinstrument werd bij ons op school gebruikt voor de groepen 4 tot en met 8. Bij de andere groepen werd een observatielijst ingevuld. Alle leerlingen vulden deze lijst zelfstandig in. Doordat dit zelfstandig moest gebeuren, om de resultaten niet te laten beïnvloeden, kostte het veel tijd om de vragen af te nemen. Dit is ook een van de redenen dat we viseon niet meer gebruiken. Ook was het invullen van de lijst een kwestie van een momentopname, wanneer een leerling bijvoorbeeld net een ruzie had gehad met een mede leerling. Werd dit in de lijst zichtbaar, doordat deze leerling veel negatief was ingevuld.

Sociogram wordt dus nog steeds door jullie afgenomen, hoe vaak wordt dit gedaan, door wie en wat wordt er uiteindelijk met deze resultaten gedaan?

Het sociogram wordt nog steeds afgenomen hier op school. Dit gebeurt individueel en wordt meestal gedaan door de ib’er. De resultaten worden doorgegeven aan de groepsleerkracht en die kan hier in de klas op inspelen. Wanneer er echt sprake is van het feit dat een leerling binnen de groep buitengesloten gaat worden kan het zijn dat er meer lessen worden gegeven in de sociaal emotionele ontwikkeling of dat de

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 23

tafelschikking anders wordt. Maar dit komt niet vaak voor, dus meestal is het om de leerkracht een beter zicht te geven in de relaties tussen kinderen in de groep.

Vooronderzoek Schoolontwikkelthema 24