Vooronderzoek 0-meting

9

Click here to load reader

description

7. Hoeveel lessen worden er aan het thema besteed? 0 – meting Algemene informatie en methode-onderzoek Naam studenten: Jolien Visschedijk en Maartje Zwiers Cultuurwijsheid 1

Transcript of Vooronderzoek 0-meting

Page 1: Vooronderzoek 0-meting

Cultuurwijsheid

0 – meting Algemene informatie en methode-onderzoek

Naam studenten: Jolien Visschedijk en Maartje Zwiers

1. Naam school Onze Lieve Vrouweschool2. Groep en aantal lln. Groep 6 en 25 leerlingen3. Geschiedenismethode Bij de tijd (nieuwste versie)Vragen over hoofdstuk Jagers & Verzamelaars in de methode van de basisschool4. Hoe wordt het hoofdstuk ingeleid? Les 1 is een leerkrachtgebonden. Hierop

vooral gelet op de interactie tussen docent en leerlingen.Er wordt veelal gewerkt op basis van (voor)leesverhalen en verhalend-informatieve teksten, waardoor de kinderen zich inleven in het betreffende tijdvak.Elke leerkrachtgebonden les begint met een moment van zelfstandig werken: de startopdracht. Daarna gaat het verder met de instructie over de leerstof door de docent.Dan gaan de kinderen aan de slag met de opdrachten op het kopieerblad.

5. Hoe is de verhouding tussen tekst en afbeeldingen?

De meeste paragrafen hebben 2/3 tekst en 1/3 afbeeldingen. (De eerste les heeft meestal half – half).

6. Wordt er gebruik gemaakt van Cd-roms en/of ander digitaal materiaal bij het onderwerp?

Er wordt gebruik gemaakt van een computerprogramma via een cd-rom. Hierin staan videofilmpjes, filmfragmenten en foto’s. Ook staan er teksten en vragen op die je kunt beluisteren voor de zwakkere lezers.Elk hoofdstuk begint met een tijdbalkspel, waarin wordt ingezoomd op het tijdvak. Daarna kun je filmpjes bekijken en hierbij vragen beantwoorden. Vervolgens wordt er weer uitgezoomed naar de heel tijdlijn.Ze zijn ongeveer 15 minuten bezig met een sessie. Dat doen ze in tweetallen.

7. Hoeveel lessen worden er aan het thema besteed?

Groep 5: 2 blokken met elk 5 lessen.Groep 8: 1 blok met 5 lessen.

8.Hoe wordt de leerstof getoetst? De lesinhoud wordt op 4 niveaus geëvalueerd:- directe toetsing van de leerstof tijdens de leerkracht gebonden lessen, door middel van vragen te stellen tijdens het

1

Page 2: Vooronderzoek 0-meting

Cultuurwijsheid

lezen.- aan het einde van het zelfstandig werken vragen stellen.- de opdrachten in de werkboeken.- een schriftelijke toets

9. Komen de leerlijnen (TULE kerndoel 51, 52, 53en 56) in het hoofdstuk aan bod?

Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd in groep 6. In groep 6 komt de tijd van Jagers en Verzamelaars niet specifiek aan bod in de vorm van een hoofdstuk.Wel sluit Bij de Tijd geheel aan bij de kerndoelen. In de handleiding is beschreven op welke wijze Bij de Tijd rekening houdt met deze kerndoelen. Deze beschrijving hebben wij hieronder overgenomen:

Kerndoel 51De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Bij de Tijd:De leerlingen hanteren aanduidingen van tijd en tijdsindelingIn Bij de Tijd zijn de tijdsindeling en de aanduidingen van tijd een centraal aandachtspunt. In groep 3 en 4 wordt het tijdsbesef van de kinderen ontwikkeld en leren ze het benoemen en in de goede volgorde zetten van dagdelen, dagen, seizoenen, maanden en jaren.Vanaf groep 5 krijgen de kinderen informatie aangeboden over een groot aantal historische gebeurtenissen en leren ze wanneer die plaatsvonden: in welk tijdvak speelde het zich af? Is dit lang geleden gebeurd? Langer geleden dan die andere gebeurtenis of juist korter? Hebben we dergelijke dingen eerder al geleerd? Wat was hetzelfde? En wat was anders? Met instructie door de leerkracht en zelfstandige verwerking van de vragen in het werkboek, kopieermap en computerprogramma ontwikkelen de kinderen een gedegen besef van de tijd en de tijdsindeling.

2

Page 3: Vooronderzoek 0-meting

Cultuurwijsheid

Kennismaken met en leren gebruiken van historische bronnenIn groep 5 t/m 8 is les 4 van elk blok een ‘bronnenles’. In die les wordt bekeken welke sporen de gebeurtenissen uit de eerste drie lessen in onze tijd hebben nagelaten. Zo wordt in groep 7 in les 4 van het blok over (onder meer) Napoleon gekeken naar de invloed van de napoleontische tijd op ons huidige staatsbestel. In groep 8 laat les 4 in het blok over slavernij en dekolonisatie zien dat oorlogen of pijnlijke historische perioden voortleven in de herinnering van velen. De les laat ook zien waarom de Tweede Wereldoorlog in Nederland nog elk jaar door velen wordt herdacht. Zo leren de kinderen dat een goed begrip van het verleden ons veel kan leren over de wereld om ons heen: het verleden als bron van kennis over het heden. In Bij de Tijd wordt een scala aan historische bronnen aangeboden: verhalen van ooggetuigen, overblijfselen uit de eigen omgeving, foto’s, stambomen, historische kaarten, teksten, illustraties, wandplaten, videofilms en audiovisuele middelen. De kinderen leren dat historische bronnen tegenstrijdig kunnen zijn of van elkaar kunnen afwijken en dat elke bron een eigen verhaal vertelt dat gebonden is aan tijd, plaats en standpunt.

3

Page 4: Vooronderzoek 0-meting

Cultuurwijsheid

Kerndoel 52De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van devolgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.

Bij de Tijd:Leren van kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken waarin de geschiedenis is verdeeld.In de nieuwe kerndoelen is de tijdvakindeling opgenomen zoals intwikkeld door de Commissie de Rooy. Daarbij is geschiedenis ingedeeld in tien tijdvakken. Bij de Tijd is geheel opgebouwd volgens deze tijdvakindeling. In elk lesblok staat één tijdvak centraal. In elk jaargroep worden zes van de tien tijdvakken behandeld. In de loop van groep 5 t/m 8 komt elk tijdvak ten minste tweemaal aan bod. Om ervoor te zorgen dat de kinderen het onderlinge verband tussen de tijdvakken goed in beeld krijgen, zijn ze in het tijdboekje op overzichtelijke wijze naast elkaar gezet. Elke les wordt vanuit de handleiding teruggeblikt op het tijdvak. Zo leren de kinderen kenmerkende aspecten van elk tijdvak kennen. In het computerprogramma spelen de kinderen het ‘tijdbalkspel’, waarbij ze oefenen welke historische voorwerken en attributen bij welk tijdvak horen. Gaandeweg maken ze zich de tijdvakindeling en de kenmerkende aspecten van elk tijdvak eigen.

4

Page 5: Vooronderzoek 0-meting

Cultuurwijsheid

Kerndoel 53De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Leren over belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en die kunnen verbinden met de wereldgeschiedenisIn Bij de Tijd passeren vele historische personen en gebeurtenissen de revue. In groep 5 en 6 staan personen en gebeurtenissen in Nederland centraal. In groep 7 en 8 komen ook personen en gebeurtenissen uit Europa en de wereld aan bod. Dit sluit aan bij het geografische perspectief in de aardrijkskundelessen. Steeds wordt daarbij verwezen naar het belang dat de gebeurtenissen hebben voor de geschiedenis van Nederland. Zo wordt in groep 7 in het blok over de tijd van monniken en ridders niet alleen besproken hoe het christendom zich over Europa verspreidde, maar wordt ook de kerstening van Nederland besproken aan de hand van het leven van Karel de Grote. Zo ontstaat een voortdurende wisselwerking tussen personen en gebeurtenissen uit Nederland en hun verband met de Europese en wereldgeschiedenis.

5

Page 6: Vooronderzoek 0-meting

Cultuurwijsheid

Kerndoel 56De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Dit kerndoel stond niet beschreven in de handleiding. We hebben er wel een klein stukje in teruggevonden in. Er stond het volgende: ‘’Een derde doelstelling van de bronnenlessen is te laten zien dat historisch erfgoed zorgvuldig en systematisch moet worden beheerd. Bij de Tijd laat daarom iets zien van het systematisch werk van een archeoloog en van musea. ‘’Elke 4e les is namelijk een bronnenles. Dit kan bijvoorbeeld gaan over archeologie, over musea of over schilderkunst uit de 17e eeuw. De leerlingen leren waarschijnlijk waardering te krijgen voor de aspecten van cultureel erfgoed, omdat ze hierdoor inzicht krijgen in de bronnen die gebruikt worden. Ze kunnen hierdoor een koppeling maken tussen het heden en verleden.

Vragen m.b.t. museumbezoek

10. Heeft de klas al eerder een bezoek gebracht aan de Twentse Welle?

Nee, de klas is er nog niet geweest.

11. Zo ja, hebben ze het lesprogramma Jagers & Verzamelaars gevolgd (incl. de leskar)?

-

12. Hoe wordt een museumbezoek normaliter voorbereid en afgesloten?

Met een voorbereidende les en een afsluitende les.

13. Hoeveel tijd wil de leerkracht aan het project investeren? (wij denken aan 5 uur inclusief museumbezoek)

5 uur.

6