Voor elkaar in Flevoland · Hoofdstuk 1: Oppervlaktewater 11 Kwaliteit 11 Voldoende zoetwater 11...
Transcript of Voor elkaar in Flevoland · Hoofdstuk 1: Oppervlaktewater 11 Kwaliteit 11 Voldoende zoetwater 11...
Voor elkaar in Flevoland
SGP-verkiezingsprogramma waterschap Zuiderzeeland 2015-2019
2
3
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Inleiding 7
Hoofdstuk 1: Oppervlaktewater 11
Kwaliteit 11
Voldoende zoetwater 11
Grondwater 12
Wateroverlast 12
Kwantiteit 13
Vispassages 13
Klimaat 13
Hoofdstuk 2: Waterzuivering 15
Terugwinnen van grondstoffen 15
Verwijderen van nieuwe stoffen 15
Afkoppelen van regenwater 15
Samenwerken in de afvalwaterketen 16
Hoofdstuk 3: Waterkeringen 19
Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) 19
Dijkverzwaringsplannen 19
Bestrijding van muskusratten 19
Recreatie 20
Hoofdstuk 4: Bestuur en financiën 23
Vermindering belastingdruk 24
Vermindering regeldruk 24
Voorlichting 24
Foto volgende bladzijde: opengeslagen Bijbel
4
5
Voorwoord
Water is onze vriend, maar kan ook onze vijand zijn. Het is onze vriend als het
schoon en gezond is en in ruime mate voorhanden. Dan kunnen wij genieten van
het water en de grootheid van de schepping daarin zien. Het kan ook zijn dat wij
moeten vechten tegen het water, omdat het onze vijand is of dreigt te worden.
Het water is dan door ons vervuild, of er dreigt een overstroming. Het water kan
dan een grote bedreiging vormen. Daarom vraagt water steeds onze speciale aan-
dacht en zorg. Wij Flevolanders zijn omringd door water. Zonder dijken over-
stroomt Flevoland. Maar ook in het dagelijks leven is water onmisbaar. Elke dag
gebruiken wij ongeveer 120 liter per persoon.
Het zijn vooral de waterschappen die elke dag met aandacht en zorg voor het
water bezig zijn. In Nederland zijn 23 waterschappen die voor de veiligheid van de
dijken instaan, de kwaliteit van het oppervlaktewater in de gaten houden en het
ongedierte bestrijden dat een gevaar kan opleveren voor de veiligheid. Deze wa-
terschappen vormen een zelfstandige bestuurslaag die voor het grootste gedeelte
direct door de burger wordt gekozen. De verkiezingen hiervoor vinden plaats op
18 maart 2015 Deo Volente. In deze brochure vertellen wij u hoe de SGP over het
waterschap denkt en welke speerpunten zij formuleert om het beleid van het
waterschap te kunnen controleren. De SGP doet in het waterschap Zuiderzeeland
aan de verkiezingen mee, vanuit het besef dat water de basis vormt voor een
duurzame inrichting van onze woon- en leefomgeving. Goed waterbeleid en wa-
terbeheer maakt duurzaam wonen, werken en recreëren mogelijk. Hiermee geven
wij invulling aan de Bijbelse opdracht om de aarde verantwoord te bouwen en te
bewaren.
De SGP vindt dat het waterschap Zuiderzeeland de watergebonden zaken goed
voor elkaar moet hebben. Het waterschap en de inwoners zijn er voor elkaar.
Voor de inspanningen en de droge voeten dragen burgers bij. Met elkaar en voor
elkaar zal de SGP proberen inhoud te geven aan de waterschapstaken.
Foto volgende bladzijde: provincie Flevoland
6
7
Inleiding
Elk jaar ontvangt u een aanslagbiljet waterschapsbelastingen. Waar betaalt u ei-
genlijk voor? Als gebruiker betaalt u watersysteemheffing en zuiveringshef-
fing/verontreinigingsheffing. Daarnaast betalen de eigenaren van gebouwd onroe-
rend goed, zoals woningen en bedrijfspanden, watersysteemheffing. Dit bedrag is
een percentage van de WOZ-waarde. Via de zogenoemde kostentoedeling worden
de waterschapskosten zo evenwichtig mogelijk verdeeld over (agrarische) bedrij-
ven en particuliere inwoners.
Watersysteemheffing
U betaalt dus uw aandeel aan het in stand houden van het ‘watersysteem’. Dit
bestaat uit de kosten die worden gemaakt om onze dijken op hoogte en sterkte te
houden, alsook om het regen- en smeltwater op te vangen en overtollig water via
sloten, kanalen en gemalen af te voeren naar de zee. Een aanzienlijk deel van dit
zoete water wordt gebruikt voor het zoet houden van de ondergrond voor land-
bouw en plantenteelt.
Zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing
Elk bedrijf en elk gezin betalen mee aan de zuivering van afvalwater. De riolering
van uw woonhuis is via de gemeentelijke riolering aangesloten op een rioolwater-
zuiveringsinstallatie. Als het water voldoende schoon is kan dit worden overge-
pompt in een kanaal of rivier. De slibafzetting wordt verwerkt in een energiefa-
briek, nadat bruikbare stoffen zijn teruggewonnen.
Wat doet het waterschap voor u?
Het waterschap vertegenwoordigt u als inwoner, maar ook de bedrijven die in de
provincie Flevoland gevestigd zijn. De taken van het waterschap zijn vastgelegd in
de Waterschapswet. De belangrijkste zijn: het beheersen van de waterkwaliteit,
het zuiveren van afvalwater, het beheersen van de waterkwantiteit en het behe-
ren van de waterkeringen (dijken).
Waterkwaliteit
Het waterschap controleert voortdurend de waterkwaliteit. Hierdoor kunnen ex-
cessen in de natuur, zoals een olievervuiling in een singel, snel worden opge-
spoord en kunnen er ook tijdig adequate maatregelen worden genomen. Daar-
naast bedenkt het waterschap hoe het bereiken van waterkwaliteit beter en
goedkoper kan, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat regenwater niet in de rio-
lering terechtkomt en dus niet hoeft te worden gezuiverd.
Waterzuivering
Rioolwater wordt via ondergrondse leidingen en pompen naar rioolwaterzuive-
ringsinstallaties getransporteerd. Door middel van bezinken en beluchten wordt
het water daar gezuiverd. Als gevolg van bezinking slaan de zware delen als slib
neer. Uit dit slib worden verschillende mineralen teruggewonnen en de calorische
waarde hiervan wordt gebruikt voor de opwekking van energie (de energiefa-
briek). Via beluchting worden vluchtige stoffen aan het water onttrokken. Het
gezuiverde rioolwater wordt vervolgens geloosd op open water, kanalen of rivie-
ren.
8
Waterkwantiteit
Het klimaat verandert en plaatselijk valt er steeds meer neerslag in kortere tijd.
Het waterschap is de eerstverantwoordelijke om bij bovenmatige wateraanvoer
maatregelen te treffen, door extra waterberging aan te leggen en/of extra pomp-
capaciteit in te zetten. Het waterschap bedenkt daarnaast toekomstbestendige
nieuwe scenario’s en rekent deze door.
Waterkeringen
De zeespiegel stijgt, daarom moeten de dijken hoger en sterker worden gemaakt.
Bij het IJsselmeer speelt het Deltaprogramma een grote rol. Elk dijkvak wordt met
een vaste frequentie nauwkeurig beoordeeld of het blijvend op zijn taak berekend
is. Is een dijk niet (meer) voldoende hoog of sterk dan zullen deze moeten worden
verbeterd. Dit is vooral voor bescherming van Flevoland zeer belangrijk.
9
Foto volgende bladzijde: gemaal op Urk
10
11
Oppervlaktewater
Kwaliteit Het waterschap Zuiderzeeland draagt mede zorg voor voldoende kwaliteit van het
oppervlaktewater. Het is verantwoordelijk voor de controle van de waterkwaliteit
en voert daartoe een meetprogramma uit. Ook ten behoeve van de zwemwateren
verricht het waterschap kwaliteitsmetingen. Oppervlaktewater moet altijd veilig
zijn voor mens en dier, en moet voldoende kansen bieden voor gewenste natuur-
ontwikkeling. In eerste instantie is het waterschap verantwoordelijk voor de wa-
terkwaliteit aan de hand van de Europese Kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn stelt
dat de waterbeheerder concrete doelen voor het grond- en oppervlaktewater in
stroomgebieden dient te realiseren in 2015, met een mogelijkheid dit gefaseerd in
te voeren tot uiterlijk 2027. Voor de uitvoering dient er een goede balans te zijn
tussen haalbaarheid en kosten.
Oppervlaktewaterbeheer is voor de waterschappen een complexe taak waarbij
diverse belangen en partijen een rol spelen. De SGP stelt zich ten doel om samen
met de betrokken instanties tot overeenstemming te komen, om zo een breed
draagvlak te creëren voor toekomstbestendige maatregelen in het belang van de
verschillende partijen. Voldoende kwaliteit van het oppervlaktewater is ook van
groot belang voor de agrarische sector. Samen met de Land- en Tuinbouw Organi-
satie (LTO) zijn convenanten opgesteld die de emissies terug moeten dringen.
Duurzaam ondernemen door de agrarische sector draagt zo bij aan een betere
waterkwaliteit. De SGP ondersteunt het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, een
initiatief van de LTO om te komen tot het terug dringen van emissies in het opper-
vlaktewater en grondwater.
Concreet:
• In het buitengebied dient de functie van de agrarische sector leidend te zijn.
Het grondwaterpeil dient hierop afgestemd zijn.
• Riooloverstorten in gemeenten dienen afgekoppeld te worden om vervuiling
van het oppervlaktewater te voorkomen.
• Proactief reageren op de regenverwachting; bij een droge periode in het
vooruitzicht water inlaten en bij regenverwachting starten met malen.
Door een gericht baggerprogramma draagt de waterbeheerder ook zorg voor een
optimale aan- en afvoer van het water, in combinatie met een schone watergang-
bodem. Robuuste watersystemen hebben de voorkeur. Samen met waterberging-
oevers die natuurvriendelijk worden ingericht zorgt dat voor een ecologisch
evenwicht.
Concreet:
• De natuurontwikkeling lift mee met een adequaat waterbeheer.
• Bij natuurontwikkeling ten koste van de agrarische ondernemer dient er een
adequate compensatie of vergoedingsregeling te worden aangeboden.
Voldoende zoetwater In het Deltaprogrammaonderdeel Zoetwater wordt aandacht gevraagd voor een
juiste verdeling van zoetwater in ons land. In veel gebieden moet nu in droge tij-
1
12
den veel zoetwater ingelaten worden (gebiedsvreemd en vaak ook vervuild) om
aan de vraag te voldoen. Soms moet dit water lange trajecten afleggen voor rela-
tief weinig belanghebbenden. De SGP vindt het belangrijk dat er in de landbouw-
sector, met name in de gebieden met veel glastuinbouw, gebruikgemaakt wordt
van innovatieve maatregelen, zoals opslag van hemelwater in de grond. Op deze
wijze hoeven er minder maatschappelijke kosten gemaakt te worden.
Grondwater Onder regionaal waterbeheer valt ook het grondwaterbeheer. In de Waterwet
krijgen de waterschappen nadrukkelijk de rol van waterbeheerder, ook voor het
grondwater. Omdat grondwater zich niets aantrekt van perceelgrenzen is het
goed dat duidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen. In het schema hier-
onder is dit weergegeven:
De SGP pleit voor een evenwichtige afweging van belangen bij onttrekkingen en
beïnvloeding van het grondwater.
Wateroverlast Door het veranderende klimaat zijn er steeds meer gebieden in onze provincie die
niet over niet over voldoende waterafvoercapaciteit beschikken. Water kan niet
tijdig worden afgevoerd en wateroverlast is het gevolg. Dit speelt voornamelijk in
het stedelijk gebied met weinig oppervlaktewater. Omdat de ruimte juist in die
gebieden duur en spaarzaam is, pleit de SGP voor een adaptieve houding van de
stad om samen met de waterschappen gebieden een multifunctionele bestem-
ming te geven. Te denken valt aan waterpleinen, groene daken en minder verhard
oppervlak, zodat ook in die gebieden een robuust watersysteem ontstaat. Aan de
andere kant is het van belang dat er gewerkt wordt aan een goede communicatie
met de burger, waarin wordt aangegeven dat ook waterschappen niet altijd in
staat zijn om wateroverlast te voorkomen. Ook hier geldt dat op basis van maat-
schappelijke kosten-batenanalyses prioriteiten moeten worden gevonden. De
bodem in Flevoland daalt. Voor het op lange termijn voorkomen van waterover-
last in ieder stukje van Flevoland, zijn enorme investeringen nodig. Komende peri-
ode gaat de provincie alle belangen wegen en zal een globaal beleid vaststellen.
Het waterschap voert dit beleid uit.
13
Kwantiteit Het waterschap is verantwoordelijk voor voldoende water in het watersysteem
voor de gebruiksfuncties. Peilbeheer is een belangrijk element om zorg te dragen
voor voldoende water voor de agrarische activiteiten en in specifieke gevallen
voor natuurontwikkeling. Verdroging in natte natuurgebieden dient door de wa-
terschappen te worden voorkomen. Waterberging wordt bij voorkeur gerealiseerd
door middel van waterbergingoevers. Waar dit niet mogelijk is moeten retentie-
gebieden worden ingezet. Dit zijn gebieden voor de berging van water bij grote
hoeveelheden neerslag. Het waterschap draagt samen met de gemeenten en de
provincie door middel van waterplannen zorg voor het stedelijk water, en bij ge-
biedsontwikkeling voor voldoende capaciteit voor de berging van neerslag. Het
waterschap zet zich in om samen met gemeenten en gebiedsontwikkelaars te
zorgen dat neerslagwater wordt afgekoppeld van de riolering. Duurzaam water-
beheer heeft de voorkeur en kan bereikt worden door de trits van vasthouden,
bergen en afvoeren. Wateroverlast door extreme neerslag dient waar mogelijk
adequaat te worden opgelost in het watersysteem, al dan niet in combinatie met
retentie.
Concreet:
• De functie van het gebied dient leidend te zijn bij het peilbeheer.
Vispassages Het waterschap draagt tegen aanvaardbare kosten, al dan niet gesubsidieerd, bij
aan de ontwikkeling van vispassages of voorzieningen bij gemalen die de paaimo-
gelijkheden vergroten. De ontwikkeling hiervan dient wel in de lijn te staan van
een aansluitende visvriendelijke keten, om werkelijk resultaat ten goede van de
vis te bereiken.
Klimaat Het waterschap volgt nauwlettend de ontwikkelingen die samenhangen met de
opwarming van de aarde en de klimaatstudies en -scenario’s die van invloed zijn
op zijn taakstelling. Deze informatie, die met de betrokken instanties wordt ge-
deeld en door de algemene democratie ondersteund, dient toegepast te worden
bij de taken op het gebied van veiligheid en watersystemen. Zo komt het water-
schap tot een op de toekomst gericht uitvoeringsbeleid met bijbehorende maat-
regelen.
Een onderdeel van de klimaatverandering zijn de grotere droogteperiodes met
een te verwachten tekort aan zoetwater voor mens, landbouw, natuur en indus-
trie. De informatie en kengetallen die hieruit voortvloeien, kunnen leiden tot een
gebiedsgericht beleid voor het vasthouden of gedoseerd afvoeren van neerslag of
rivierwater. De Deltabeslissing Zoetwater zal hierbij de komende periode een be-
langrijke sturende factor zijn.
Concreet:
• De SGP is van mening dat het waterschap voorzichtig dient te anticiperen op
de steeds wisselende informatie die uit klimaatstudies naar voren komt.
Foto volgende bladzijde: afvalwaterzuivering Tollebeek
14
15
Waterzuivering
Het stelsel van de riolering en de afvalwaterzuivering samen noemen we de af-
valwaterketen. De gemeenten in Flevoland zijn verantwoordelijk voor de riolering,
het waterschap voor het transport van het afvalwater en voor de zuivering in de
rioolzuiveringsinstallaties. Deze installaties zijn kapitaalintensief en daarnaast kost
het beheer en onderhoud veel geld. Om de kosten te drukken en de duurzaam-
heid te bevorderen is het van belang om het zuiveringsproces zo optimaal moge-
lijk te laten verlopen.
Terugwinnen van grondstoffen Afvalwater kan worden gezuiverd met behulp van energie en chemicaliën, waarbij
reststoffen worden geproduceerd. In plaats hiervan kan afvalwater ook worden
behandeld door het terugwinnen van grondstoffen en energie en door hergebruik
van het gezuiverde water. Op de lange termijn kan deze laatste werkwijze meer
geld opleveren en daarmee worden de kosten van afvalwaterbehandeling ver-
laagd. Het uitgespaarde geld kan worden gebruikt om de nieuwe opgaven van het
waterschap te bekostigen, zoals het behandelen van nieuwe stoffen in het afval-
water en het omgaan met de effecten van de klimaatverandering.
Concreet:
• Afvalstoffen omzetten in grondstoffen.
• Slib vergisten en omzetten in biogas.
Verwijderen van nieuwe stoffen Stoffen zoals medicijnen, microplastics en nanodeeltjes vormen een probleem
waarvan we de consequenties op de langere termijn nog niet kunnen overzien.
Met de huidige hoeveelheden (hemel)water is het veel te duur om medicijnen en
andere nieuwe stoffen uit het water te halen, maar op de lange termijn moet dit
probleem opgelost worden. We moeten in elk geval starten met de bronaanpak:
hoe kan worden voorkomen dat deze stoffen in het afvalwater terechtkomen?
Hiervoor dient te worden gewerkt aan bewustwording en beleid op het gebruik
van deze stoffen in producten.
Concreet:
• Bewustwording en bronaanpak om nieuwe schadelijke stoffen in afvalwater
zo veel mogelijk te voorkomen.
Afkoppelen van regenwater Beide voorgaande punten pleiten ervoor om het verdunnen van afvalwater met
hemelwater in nieuwbouwwijken zo veel mogelijk tegen te gaan. Het afkoppelen
van regenwaterafvoeren in bestaande wijken moet daarom gestimuleerd worden.
We moeten de vuilwaterstroom zo veel mogelijk concentreren en bij de bron aan-
pakken, zodat we zo efficiënt en effectief mogelijk nieuwe stoffen kunnen verwij-
deren en grondstoffen kunnen hergebruiken. Tevens leidt dit ertoe dat er minder
overstorten plaatsvinden op oppervlaktewater, waardoor vervuiling van het wa-
tersysteem (inclusief grond- en drinkwater) wordt voorkomen. Dit is goed voor de
gezondheid van mens en dier.
2
16
Concreet:
• Gemeenten stimuleren om hemelwater en afvalwater zo veel mogelijk te
scheiden aan de bron.
Samenwerken in de afvalwaterketen Het geheel van het behandelen van afvalwater moeten we zo goed mogelijk af-
stemmen met de gemeenten. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor de inzame-
ling van afvalwater en hebben invloed op de bronaanpak en het scheiden aan de
bron. Daarnaast dient de waterketen als een onderdeel van een duurzame inrich-
ting van de wijken gezien te worden. Het duurzamer inrichten van de waterketen
kost op korte termijn weliswaar extra geld, maar in samenhang met andere uitda-
gingen kan dit uiteindelijk toch voordelig uitpakken. Dit kan bijvoorbeeld door een
combinatie met het afval- en energievraagstuk in de wijk (denk aan warmte uit
het riool, groene daken en inzameling van groente- en fruitafval in hoogbouw).
Concreet:
• Samen met gemeenten wijken duurzaam inrichten.
• Innovatieve projecten steunen waarbij energie wordt opgewekt.
17
Foto volgende bladzijde: IJsselmeerdijk
18
19
Waterkeringen
In Flevoland leven we onder de waterspiegel. De IJsselmeerdijken moeten bij
storm en hoge waterstanden blijvend water keren. Onderhoud en controle van
onze dijken is van levensbelang.
Het landelijk vastgestelde nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma is bere-
kend op een statistische overstromingskans van dijken maximaal eenmaal per
tweeduizend jaar. Vanaf 2014 wordt met een nieuw klimaatscenario gerekend,
gebaseerd op de zeespiegelstijging en tropische regenbuien.
Concreet:
• De SGP staat voor sterke, robuuste dijken en droge voeten.
• De SGP wil rekening houden met een realistisch klimaatscenario.
Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) Elk dijkvak wordt door het waterschap eenmaal per zes jaar nauwkeurig beoor-
deeld of het zijn taak blijvend kan uitvoeren. De benodigde verbeteringen worden
gerapporteerd aan het ministerie. Het ministerie toetst aan het nHWBP, waarbij
wordt aangegeven welk dijkvak op welk tijdstip aan de beurt is voor verbetering.
Zo kunnen we borgen dat de ’eigen dijken’ tijdig op orde zijn. De financiering van
de dijken komt voor het grootste gedeelte direct vanuit de rijksbegroting en wordt
slechts voor een klein deel opgebracht door de ingezetenen.
Concreet:
• De SGP stelt veiligheid voorop, maar waakt voor een eerlijke urgentiekeuze.
• De SGP is bereid zo nodig extra te investeren in dijkverbetering.
Dijkverzwaringsplannen In opdracht van het ministerie werkt het waterschap (meestal in samenwerking
met Rijkswaterstaat) de plannen tot dijkverzwaring uit tot bestekken per dijkvak.
Deze worden vervolgens aanbesteed. Uiteraard is het behalen van een functioneel
resultaat tegen redelijke kosten van belang. Het waterschap houdt in hoge mate
rekening met de inspraak door omwonenden en bedrijven en met omgevingsfac-
toren, zoals bestaande bebouwing en natuur. Een maatschappelijke kosten-
batenanalyse is hierbij een onmisbaar instrument.
Concreet:
• De SGP is bij het aanbesteden van werk voorstander van het combineren van
werkzaamheden; werk met werk maken.
• De SGP ondersteunt innovatieve ‘slimme dijken’, maar wil niet experimente-
ren.
Bestrijding van muskusratten Muskusratten graven ook in dijken en vormen daardoor een bedreiging voor de
sterkte van de dijken. De rattenbestrijding is inmiddels een wettelijke taak van het
waterschap. Bezuinigen op deze taak is onwenselijk. Proefgebieden zonder mus-
kusratbestrijding zijn geen optie.
3
20
Recreatie Inspectiepaden langs IJsselmeerdijken kunnen een dubbele functie hebben: als
fietspad bieden de inspectiepaden een recreatieve mogelijkheid om van het uit-
zicht over het water te genieten. De paden dienen beter onderhouden te worden
en vrij van obstakels te zijn. Zwerfafval en plastic langs de dijken dient regelmatig
weggehaald te worden. In overleg met de gemeente dienen bij intensief gebruikte
dijkvlakken afvalbakken geplaatst te worden. Het waterschap moet stimuleren dat
het bedrijfsleven en vrijwilligersorganisaties stukken dijk adopteren om deze vrij
te houden van zwerfafval. Adopteer een stuk dijk. Dit gebeurt al met wegen in
Nederland en het buitenland, maar voor dijken kan dit ook. Betref meer mensen
bij het Waterschap. Dit is voor scholen heel educatief. Toegangen tot dijkvlakken
moeten beter geschikt gemaakt worden voor voetgangers en fietsers.
Concreet:
• Recreatief medegebruik van de dijken in Flevoland, moet uitgangspunt zijn.
• De fietspaden langs de dijken dienen goed bereikbaar te zijn en voorzien van
een deugdelijke wegverharding.
21
Foto volgende bladzijde: financiën
22
23
Bestuur en financiën
Het waterschap heeft een autonome positie binnen het stelsel van overheden.
Het bestuur van het waterschap wordt, net zoals de gemeenteraad, voor het
grootste deel door de burger gekozen door middel van directe verkiezingen. We
zijn er voor en met elkaar. Een gedeelte van het bestuur bestaat uit geborgde
zetels voor landbouw, natuur en bedrijven. Bestuurders voor deze zetels worden
via brancheorganisaties geplaatst. Het bestuur van het waterschap wordt ge-
vormd door een dijkgraaf, leden van het dagelijks bestuur en leden van de alge-
mene vergadering. Naar analogie met de gemeente is dit vergelijkbaar met resp.
de burgemeester, wethouders en raadsleden.
De noodzaak van waterschappen is al vele eeuwen geleden onderkend en tot de
dag van vandaag is er een bijzondere rol weggelegd voor de waterschappen. Zeker
voor een jong waterschap als Zuiderzeeland. Met name de veiligheidstaak (be-
scherming tegen water) is essentieel en moet geborgd zijn en blijven door een
bestuursorgaan dat beperkt onderhevig is aan politieke willekeur.
Vanuit deze achtergrond heeft het waterschap zelfstandige belastinginkomsten,
die rechtstreeks bij de burgers en bedrijven worden geïnd. Het is logisch dat deze
betalende burgers en bedrijven dan ook direct invloed kunnen uitoefenen op het
beleid van het waterschap door een directe verkiezing van het bestuur.
Overheden, dus ook waterschappen, zijn van oorsprong vrij log georganiseerd.
Het is van cruciaal belang dat deze overheidsorganisaties met hun tijd meegaan
en worden gemoderniseerd. Efficiëntie en doelmatigheid van zowel de organisatie
als de uit te voeren taken zijn de grote opdracht voor de komende tijd. Van alle
inwoners worden offers gevraagd. Belastingopbrengsten moeten daarom uiterst
doelmatig worden besteed en omvangrijke financiële besluiten moeten worden
gebaseerd op een maatschappelijke kosten-batenanalyse.
4
24
Deze besparingen moeten ten minste leiden tot gelijk blijvende lasten. Wellicht is
lastenverlaging mogelijk. Echter, het aantal taken blijft gelijk of neemt zelfs toe,
terwijl de bijdragen van de landelijke en provinciale overheden afnemen of zelfs
worden gestopt. Een grote uitdaging dus voor de (nieuwe) waterschaps-
bestuurders om hierin het voortouw te nemen.
Concreet:
• Een zelfstandig waterschap en veiligheid boven alles.
• Blijf niet aan de kant staan, maar breng uw stem uit.
• Waar mogelijk besparen op organisatie en projecten.
• Modernisering van het bestuur door verjonging.
Vermindering belastingdruk Zowel de inwoners (of ingezeten) van waterschap Zuiderzeeland als het water-
schap zelf kunnen maatregelen treffen om zodoende kosten te besparen. Inwo-
ners moet duidelijk gemaakt worden dat het wegspoelen van vervuilende stoffen
(bijvoorbeeld medicijnresten) veel kosten met zich mee kunnen brengen om deze
stoffen weer uit het water te halen. Ook het verwijderen van gedumpt afval in
singels en watergangen kost geld om dit weer schoon te maken.
Het waterschap zelf kan meer en efficiënter samenwerken met de gemeenten, de
provincie en Rijkswaterstaat. Het beheer van watergangen, sloten en vaarten is
verdeeld over diverse overheden dan wel overheidsorganen. Door nog meer te
gaan samenwerken kunnen controles en inspecties door één van de partijen uit-
gevoerd worden, waardoor besparingen ontstaan. Minder belasting voor de bur-
gers dus.
Concreet:
• Inwoners duidelijk maken dat vervuilende stoffen niet in het riool horen en
veel kosten met zich mee brengen.
• Samenwerking met gemeentes, provincies en Rijkswaterstaat intensiveren.
Vermindering regeldruk De landelijke trend tot deregulering gaat de waterschappen niet voorbij. Onder-
zoek naar het vereenvoudigen van het keur- en schouwbeleid moet gestimuleerd
worden. We mogen uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van de burgers,
zodat overtollige regeldruk afgeschaft moet worden.
Voorlichting De voorlichting op basisscholen over water en het waterschap moet uitgebreid
worden naar middelbare scholen. De Waterkrant dient ook de volgende periode
weer periodiek te verschijnen. Voorlichting slaat goed aan bij kinderen die ook
thuis vertellen wat wel en wat niet goed is voor het afvalwaterbeheer.
25
Colofon SGP Flevoland
www.sgpflevoland.nl
14 januari 2015