Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de...

30
Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Actieprogramma ter ondersteuning van de vraag Januari 2012 Inhoudsopgave 1 Samenvatting..................................................................................................................................... 2 2 Voeding: op het kruispunt van fundamentele uitdagingen .................................................................3 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact................................................................................... 3 2.2 Meer mensen lijden honger.................................................................................................................... 3 2.3 Verontrustende impact op de gezondheid.............................................................................................. 4 2.4 Economische impact, van producent tot consument.............................................................................. 4 2.5 Naar een duurzamere voeding............................................................................................................... 4 3 Bevorderen van een duurzamere voeding in Brussel ....................................................................... 5 3.1 Inleiding.................................................................................................................................................. 5 3.2 Wat is duurzame voeding?..................................................................................................................... 5 3.3 Duurzame voeding: welke aanbevelingen voor de consument?............................................................ 6 4 Beschrijving van het Brusselse voedingssysteem en perspectieven ................................................ 9 4.1 Het aanbod............................................................................................................................................. 9 4.2 De distributie: waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten........................................................................ 9 4.3 De vraag............................................................................................................................................... 10 5 Overgang van de vraag - Strategische positionering...................................................................... 14 6 Actieprogramma .............................................................................................................................. 16 6.1 Uitwerken/delen van een visie inzake duurzame voeding voor Brussel............................................... 16 6.2 Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding in openbare en private kantines.............................17 6.3 Ingrijpen op het niveau van de overheidsaankopen............................................................................. 19 6.4 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie in horecazaken......................................................... 20 6.5 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie tijdens sport-, culturele en andere evenementen.....22 6.6 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie bij gezinnen............................................................... 23 6.7 Ontwikkelen van moestuinen en boomgaarden en installeren van bijenkasten in Brussel.................. 27

Transcript of Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de...

Page 1: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1

Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Actieprogramma ter ondersteuning van de vraag

Januari 2012

Inhoudsopgave 1 Samenvatting.....................................................................................................................................2 2 Voeding: op het kruispunt van fundamentele uitdagingen.................................................................3

2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact...................................................................................3 2.2 Meer mensen lijden honger....................................................................................................................3 2.3 Verontrustende impact op de gezondheid..............................................................................................4 2.4 Economische impact, van producent tot consument..............................................................................4 2.5 Naar een duurzamere voeding...............................................................................................................4

3 Bevorderen van een duurzamere voeding in Brussel.......................................................................5 3.1 Inleiding..................................................................................................................................................5 3.2 Wat is duurzame voeding?.....................................................................................................................5 3.3 Duurzame voeding: welke aanbevelingen voor de consument?............................................................6

4 Beschrijving van het Brusselse voedingssysteem en perspectieven................................................9 4.1 Het aanbod.............................................................................................................................................9 4.2 De distributie: waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten........................................................................9 4.3 De vraag...............................................................................................................................................10

5 Overgang van de vraag - Strategische positionering......................................................................14 6 Actieprogramma ..............................................................................................................................16

6.1 Uitwerken/delen van een visie inzake duurzame voeding voor Brussel...............................................16 6.2 Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding in openbare en private kantines.............................17 6.3 Ingrijpen op het niveau van de overheidsaankopen.............................................................................19 6.4 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie in horecazaken.........................................................20 6.5 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie tijdens sport-, culturele en andere evenementen.....22 6.6 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie bij gezinnen...............................................................23 6.7 Ontwikkelen van moestuinen en boomgaarden en installeren van bijenkasten in Brussel..................27

Page 2: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2

1 SamenvattingDit document heeft tot doel een ontwerp van actieplan voor te stellen om een duurzamere voedingsconsumptie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen. Eerst en vooral worden de begrippen uiteengezet die nodig zijn om de uitdagingen inzake duurzame voeding te begrijpen. Vervolgens worden de perspectieven voor de overgang naar duurzame voeding aan de vraagzijde besproken, zowel op collectief als privévlak. Het laatste deel van dit document bevat een voorstel van actieplan.

Voeding bevindt zich op het kruispunt van uitdagingen inzake leefmilieu (een derde van de milieu-impact van een huishouden is te wijten aan voedsel- en drankconsumptie) , maatschappij, gezondheid (overgewicht), economie (bedrijven uit de voedingssector moeten het hoofd bieden aan een moeilijke economische context en meer en meer gezinnen ondervinden financiële moeilijkheden bij de aankoop van voedingswaren), de Noord-Zuid-verhouding, erfgoed en cultuur.

Het Regeerakkoord 2009-2014 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest benadrukt dat de Regering van Brussel een toonbeeld wil maken op het vlak van duurzame voeding [...] Daartoe zal zij een strategisch plan uitwerken dat erop gericht is in Brussel een duurzame voeding tot ontwikkeling te brengen.

Hierbij rijst de vraag: Wat is duurzame voeding? Aangezien er vandaag in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen officiële definitie bestaat, verwijzen we naar de definities van de Sustainable Food Laboratory die door de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) gebruikt worden en naar de definitie die het Brussels netwerk voor duurzame voeding uitgewerkt heeft.

De uitdaging bestaat erin duurzame voeding te stimuleren om de doelstellingen inzake volksgezondheid, welzijn en milieukwaliteit te behalen. Een verandering in de vraag, zowel collectief als privé, kan een krachtige hefboom vormen voor de overgang van ons volledige voedingssysteem.

Page 3: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3

2 Voeding: op het kruispunt van fundamentele uitdagingen

Voeding bevindt zich op het kruispunt van uitdagingen inzake leefmilieu, maatschappij, gezondheid, economie, de Noord-Zuid-verhouding, erfgoed en cultuur. De toegang tot voeding, de voedingskeuzen en het beheer van voeding zijn elementen waarmee de hele wereldbevolking iedere dag opnieuw geconfronteerd wordt. In België biedt het voedingssysteem een enorme variëteit aan gezonde voedingsmiddelen. Het systeem heeft zich aangepast aan de sociale en economische ontwikkelingen, maar er rijzen vragen over de impact van dit systeem op het leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur.

2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impactEen derde van de milieu-impact van een gezin wordt toegeschreven aan zijn voedings- en drankconsumptie1. Deze impact houdt, enerzijds, rechtstreeks verband met de gezinsactiviteiten (transport van boodschappen, bewaring, voorbereiding, bereiding, beheer van afvalstoffen), maar is toch voornamelijk van onrechtstreekse aard. Het zijn immers de productiewijzen, de verwerking, het transport, de verpakking, de bewaring en de distributie van voeding die de grootste impact veroorzaken.

Het gebruik van intensieve landbouwproductiemethoden (conventionele landbouw) vertoont heel wat beperkingen, onder meer op het vlak van CO2-uitstoot, verbruik van hulpbronnen, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, waterkwaliteit, ...

De conventionele landbouw, die op het intensief telen van dezelfde variëteiten berust, oefent een steeds grotere druk uit op de soorten en het leefmilieu. In België is de landbouwsector verantwoordelijk voor 10% van de uitstoot van broeikasgassen en de voedingssector voor 17% 2. Wereldwijd veroorzaakt het voedingssysteem 33% van de CO2-uitstoot. Het zou zo'n 60% van de drinkwaterreserves verbruiken3.

Verder is de situatie ook verontrustend wat de diversiteit en de biodiversiteit van voeding betreft. De FAO4 meent dat in de loop van de vorige eeuw drie vierde van de genetische diversiteit in de landbouw verdwenen is. Zo wordt 88% van de Europese visbestanden overbevist en bevindt 30% zich buiten de veilige biologische grenzen5. Bovendien worden slechts enkele van de vele aanwezige soorten gecommercialiseerd, terwijl andere met uitsterven bedreigd zijn. Om een plaatselijk voorbeeld te geven: in België bestaan er zo'n duizend verschillende soorten appelen en peren. Toch worden in de supermarkten slechts een vijftal soorten verkocht.

2.2 Meer mensen lijden hongerOp mondiaal niveau sterven iedere minuut negen kinderen de hongerdood. In 2010 leden meer dan één miljard mensen honger, waarvan 80% in landbouwgebieden, hoofdzakelijk in Azië en Zwart-Afrika. Hongersnood treft voornamelijk boeren, veehouders of vissers. De groene revoluties hebben hun beloften niet gehouden en de intensieve landbouw lijkt niet het gepaste antwoord te kunnen bieden. Olivier De Schutter, speciaal rapporteur van de Verenigde Naties over het recht op voedsel, toont aan dat hongersnood eerder een economisch en politiek probleem is dan een probleem op het vlak van voedselproductie. Ook bij ons bestaat er hongersnood: in België zijn meer dan 100 000 1 Danish EPA, 20022 FOD Leefmilieu, 20083 Advies van de FRDO voor een duurzaam voedingssysteem, 2010 4 De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties5 IUCN (internationale unie voor natuurbescherming), 2009

Page 4: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 4

mensen rechtstreeks afhankelijk van voedselhulp om te overleven.

2.3 Verontrustende impact op de gezondheidDe huidige voedingsgewoonten dragen bij tot de epidemie van overgewicht, obesitas en beschavingsziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten, onvruchtbaarheid, bepaalde kankers, ... Terwijl de toegang tot voldoende en kwaliteitsvol voedsel heeft bijgedragen tot een hogere levensverwachting in goede gezondheid, zouden overdaad, onevenwichtige eetgewoonten en de lage kwaliteit van vele voedingsmiddelen vandaag deze gunstige evolutie kunnen keren. In België is één persoon op tien zwaarlijvig en hebben één volwassene op twee en één kind op vijf te kampen met overgewicht. Op twintig jaar tijd zijn zwaarlijvigheid en overgewicht bij kinderen gestegen met 17%. Bij een volwassene gaat zwaarlijvigheid gepaard met allerlei pathologieën en een hoger sterftecijfer. De kostprijs van deze pathologieën weegt zwaar door op de openbare sector en vertegenwoordigt 6% van het totale budget van het RIZIV6. Recente studies onderstrepen de invloed van voeding op het IQ van kinderen. Gezondheidsproblemen die gelinkt zijn aan voeding, zijn vaker aanwezig bij sociaal kwetsbare groepen. Zij hebben namelijk minder evenwichtige voedingsgewoonten en kunnen minder vaak kwaliteitsvolle voeding aanschaffen.

2.4 Economische impact, van producent tot consumentDe bedrijven uit de voedingssector moeten het hoofd bieden aan een moeilijke economische context: enerzijds een veranderende landbouwsector door de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en anderzijds een zeer geconcentreerde distributie. Het aantal landbouw- en agroalimentaire bedrijven daalt ieder jaar, net zoals de werkgelegenheid in deze sectoren. De inkomsten uit landbouw zijn niet langer voldoende voor kleine en middelgrote bedrijven, noch om te leven van hun productie, noch om ethische en milieucriteria in hun praktijken op te nemen. Op het einde van de voedselketen besteedt een gezin een steeds kleiner deel van zijn budget aan voeding. Wel varieert de situatie naargelang de bevolkingsgroep. Meer en meer gezinnen ondervinden financiële moeilijkheden bij de aankoop van voeding (15% van de Belgische gezinnen leeft onder de armoedegrens, in Brussel is dat bijna 25%).

2.5 Naar een duurzamere voedingHet ontwikkelen van 'duurzamere' voeding vereist vele engagementen op het vlak van volksgezondheid, sociale rechtvaardigheid, economische ontwikkeling en solidaire economie, milieukwaliteit, aanknopingspunten inzake cultuur en identiteit, ... Er komen steeds nieuwe eisen en voorstellen tot stand, zowel wat de vraag als het aanbod betreft. Zo nemen de biologische landbouw en de productie van kwaliteitsvolle biologische voedingsmiddelen toe, als antwoord op een stijgende vraag naar zulke goederen. Talrijke kantines hebben reeds milieu- en sociale criteria in hun praktijken en aankoopbeleid opgenomen. Kantinehouders die hun aanbod nog niet aangepast hebben, hebben heel wat marktaandeel verloren. Ook voor kleinhandelaars en horecabedrijven doen er zich meerdere mogelijkheden voor... Atrium heeft een opiniepeiling uitgevoerd die aantoont dat 30% van de ondervraagde personen bereid is om biologische en lokale (Belgische) voeding te kopen. Daarnaast ontstaan er nieuwe vormen van solidariteit tussen producenten en consumenten, in de vorm van solidaire aankoopgroepen voor associatieve landbouw (SAGAL)7.

6 Dossier Parents citoyens à la soupe, Ligue des Familles, 2009.7 Associatieve landbouw: De associatieve landbouw moet aan zo veel mogelijk landbouwers die verspreid

zijn over het hele grondgebied de kans geven om goed te leven van hun beroep door een gezonde en kwaliteitsvolle voeding op mensenmaat te produceren zonder de natuurlijke hulpbronnen van morgen te hypothekeren. Er moet met de andere inwoners samengewerkt worden om de landelijke omgeving leefbaar te maken voor iedereen. www.fermesdumonde.fr

Page 5: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 5

3 Bevorderen van een duurzamere voeding in Brussel

3.1 InleidingHet ontwikkelen van een duurzame voeding is in het regeerakkoord opgenomen en vormt een prioritaire politieke doelstelling.

'De Regering wil van Brussel een toonbeeld maken op het vlak van duurzame voeding. Zij zal het accent daarbij leggen op duurzame gastronomie als toeristische trekpleister door deze actie te kaderen in de voorbereiding van de triënnale van het toerisme 2012. Daartoe zal zij een strategisch plan uitwerken dat erop gericht is in Brussel een duurzame voeding en een duurzame stadslandbouw tot ontwikkeling te brengen. Zowel de productie van voeding, als de verwerking, de verdeling, restauratie en opleiding komen er in aan bod. Alle actoren uit de betrokken sectoren (collectieve restauratie, horeca, productie, verdeling, opleiding, educatie, gezondheid, ...) moeten ingeschakeld worden bij de uitwerking van dit plan, dat moet stoelen op een inventaris van de stuwende krachten en bestaande projecten die een bestendige invulling zullen krijgen.

In de programma's voor collectieve voedselbedeling (scholen, kinderkribben, ziekenhuizen, kantines, ...) zal tevens aandacht uitgaan naar het bijbrengen van een gezonde, evenwichtige en milieuvriendelijke voeding.

De Regering zal erop toezien dat het aandeel van de leveringen van duurzame voeding (biologische producten, lokale en seizoensproducten en producten afkomstig van de fair trade, ...) in de kantines van het ministerie en van de gewestelijke openbare instellingen zal toenemen. Deze eisen zullen worden opgenomen in de lastenboeken betreffende de leveringen voor de kantines van de gemeentescholen en alle kantines van de instellingen waarover het Gewest een voogdij uitoefent.

Het Gewest zal de oprichting aanmoedigen van een grote biomarkt op zijn grondgebied.'

3.2 Wat is duurzame voeding?Er bestaat vandaag geen officiële definitie voor duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom wordt er voorgesteld om naar de volgende definities te verwijzen:

• Definitie van de Sustainable Food Laboratory die door de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling - FRDO gehanteerd wordt: het idee dat hier wordt weergegeven, is dat van een duurzaam voedingssysteem dat met alle schakels van de waardeketen rekening houdt.

'We define a sustainable food system as one that realizes its purpose of guaranteeing a right to food and respects food sovereignty, that makes sufficient and healthy food available for all at an affordable price, that reflects all productions costs and internalizes external environmental and social costs and benefits in end prices, that uses resources (including natural resources such as soil and water, as well as human resources such as labor) at their rate of recovery and that respects different aspects of the food-culture. All actors of the food chain and governments should contribute to achieve this sustainable food system. '

• De definitie van duurzame voeding van het Netwerk van de Brusselse actoren voor duurzame voeding - RABAD – voor wie duurzame voeding gekenmerkt wordt door:

• de toegang tot kwaliteitsvoedsel voor iedereen, wereldwijd, d.w.z. gevarieerd,

Page 6: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 6

gezond en evenwichtig voedsel, dat aan de vitale behoeften tegemoetkomt en tot het welzijn en de gezondheid bijdraagt;

• het recht op voedselsoevereiniteit, d.w.z. het recht voor iedere staat om zijn eigen beleid en strategieën voor de productie van duurzame voeding (toegang tot gronden, plaatselijke landbouw, ...) en consumptie te bepalen, zonder dumpingpraktijken ten aanzien van derde landen;

• beperkte milieu-impact tijdens de hele levenscyclus, van het veld tot op het bord (productie- en verwerkingsmethoden, transport, verpakking, bewaring, bereiding, ...) en vermindering van de ecologische voetafdruk van voedingspatronen; de productiemethoden moeten het mogelijk maken om de vruchtbaarheid van de bodem en de biologische diversiteit te beschermen, het welzijn van fokdieren te eerbiedigen en geen gebruik te maken van genetisch gemodificeerde organismen (met biologische productiemethoden worden deze criteria gerespecteerd);

• consumeren van lokale en seizoensproducten; • eerbied voor sociale en mensenrechten gedurende de hele productie- en

distributieketen, ook in de horecasector; • eerlijke handel en een rechtvaardige prijs voor de producent, zowel in het Noorden

als in het Zuiden; • transparantie van de praktijken, zichtbaarheid, traceerbaarheid en informeren van

consumenten; • de instandhouding en uitbreiding van lokale associatieve- en ambachtelijke

bedrijven, van korte circuits en de ontwikkeling van vertrouwensrelaties tussen producenten en consumenten;

• de verspreiding en uitwisseling van de culinaire cultuur, overdracht van traditionele kennis en bevorderen van creativiteit, ontdekking van nieuwe smaken; het creëren van sociale banden en gezelligheid via voeding.

De Raad voor het Leefmilieu onderstreept dat het belangrijk is te waken over de kwaliteit van het leefmilieu om de productie van voedzame, gezonde en milieuvriendelijke voedingsmiddelen te garanderen. Hij wijst in het bijzonder op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater.

3.3 Duurzame voeding: welke aanbevelingen voor de consument?Duurzame voeding berust voor de consument op een aantal criteria inzake voedingsmiddelen en hun wijze van productie, verwerking, commercialisering, voorbereiding en consumptie.

Duurzame voeding wil bijdragen tot het welzijn en de gezondheid van de consument en is dus gebaseerd op een evenwichtige voeding die aan alle voedingsbehoeften tegemoetkomt. Het gaat erom de consumptie van fruit en groenten en van ruwe, niet-verwerkte voeding te bevorderen, het nuttigen van dierlijke eiwitten tot de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) te beperken en het verbruik van zout, geraffineerde suikers en kunstmatige additieven te verminderen, ...

Duurzame voeding heeft ook oog voor de kwaliteit van het leefmilieu en voor werknemers- en mensenrechten.

Wat de voedingsmiddelen betreft, onthouden we voornamelijk de volgende elementen: duurzame voedingsmiddelen worden geproduceerd met respect voor het leefmilieu, de biodiversiteit en de

Page 7: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 7

werknemers- en mensenrechten. Ze zijn gezond en lekker.

Weinig verwerkte, plaatselijk geteelde en seizoensgebonden voedingsmiddelen uit de milieuvriendelijke landbouw hebben bovendien een kleinere ecologische voetafdruk.

Er bestaan zeer weinig labels en bestekken die aan deze eisen voldoen. Daarom baseren wij ons op erkende labels zoals die van de biologische landbouw, duurzame visvangst of eerlijke handel.

• Europese verordeningen bepalen de regels voor de productie en promotie (label) van de biologische landbouw8. Dit label is bedoeld als referentie voor de consumenten om gemakkelijk biologische producten in de verkooppunten te kunnen herkennen.

• De associatieve landbouw houdt rekening met duurzaamheidscriteria. Toch gaat het hier om een minder sterk omkaderd en dus 'onduidelijker' concept voor de consumenten.

• De geïntegreerde (of beredeneerde) landbouw heeft betrekking op een landbouwproductiemethode die zijn impact op het milieu wil verminderen door op een doordachte manier gebruik te maken van pesticiden. In België bestaat er een regelgeving en etikettering voor de geïntegreerde productie van appelen en peren.

Om de milieu-impact van het energieverbruik te verminderen, moet de voorkeur gaan naar lokaal geproduceerde en seizoensgebonden voedingsmiddelen (groenten en fruit). Een lokaal voedingsmiddel heeft een kortere keten, het transport is namelijk beperkt, waardoor ook het energieverbruik en de CO2-uitstoot dalen. Lokale producten zijn verser en voedzamer. Verder kunnen de productieomstandigheden bij lokale productie beter gecontroleerd worden en draagt plaatselijke productie bij tot de ontwikkeling van de lokale economie. Seizoensgebonden voedingsmiddelen (fruit en groenten) worden in volle grond geproduceerd, waardoor er niets geforceerd wordt en de natuurlijke groeiritmes gerespecteerd worden. Seizoensgebonden productie is afhankelijk van de productielocatie.

Het criterium 'lokaal' is vaak voer voor discussie: Wat zijn lokale voedingsmiddelen? Voedingsmiddelen die in de stad worden geproduceerd? Voedingsmiddelen die in België worden geproduceerd? In Europa? Rekening houdend met de beperkte omvang van het Belgisch grondgebied en van de landbouwterreinen, kunnen we in België best spreken van 'zo lokaal mogelijke' voedingsmiddelen.

• Duurzame visserij: visbestanden die niet bedreigd zijn en door middel van erkende methodes met respect voor het leefmilieu bevist of gekweekt worden. Het label MSC duidt op een duurzame vangst. Voor vis wordt het seizoen bepaald door de voortplantingsperiode.

• De labels van eerlijke handel geven de garantie dat de producenten in sociaal aanvaardbare omstandigheden werken en dat ze een billijke vergoeding krijgen voor hun werk. Ook respect voor het leefmilieu is een belangrijk criterium bij het toekennen van labels van eerlijke handel.

Duurzame voeding houdt ook het verstrekken van advies over de voedselbereiding in, om een

8 Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007, die sinds 1 januari 2009 van toepassing is, geeft alle informatie weer van de biologische landbouw met haar doelstellingen en principes. Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Europese Commissie van 5 september 2008 stelt de bepalingen ter uitvoering ervan vast. Deze verordening bepaalt verder de voorwaarden voor de toepassing van de biologische etikettering.

Page 8: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 8

optimale kwaliteit van de voedingsmiddelen te verzekeren.

Om de ecologische en economische voetafdruk van voeding te beperken, mag de consument geen voedsel verspillen. Dit kan door de houdbaarheidsdata op de verpakking beter te interpreteren, door miskopen of te grote hoeveelheden te vermijden, door restjes te verwerken, ... Tijdens zijn aankopen kan de consument ernaar streven verpakkingen te beperken of te kiezen voor herbruikbare of recycleerbare verpakkingen.

Page 9: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 9

4 Beschrijving van het Brusselse voedingssysteem en perspectievenHet is essentieel om de huidige situatie van het Brusselse voedingssysteem te begrijpen, om te bepalen welke sectoren, actoren en instrumenten in functie van de doelstellingen gemobiliseerd moeten worden om de vraag te laten evolueren.

4.1 Het aanbodHet huidige voedingsaanbod beantwoordt niet aan de criteria van duurzame voeding in termen van leefmilieu, welzijn en volksgezondheid, ook al is het rijk en gevarieerd. De vraag naar duurzame voeding stijgt sneller dan het aanbod ervan. Hierdoor bestaat er een risico op het ontstaan van spanning tussen vraag en aanbod. Vandaag is dit het geval voor zowel ruwe als verwerkte lokale, associatieve en biologische producten. De biologische productieoppervlakten nemen minder snel toe dan de vraag. Daarom moet 80% van de ruwe en verwerkte biologische producten in België geïmporteerd worden, zij het niet altijd van ver.

4.1.1 Primaire productieDe primaire productie van voedingsmiddelen in het Brussels Gewest is uiterst beperkt, zowel voor de markt (landbouwsector) als voor eigen verbruik (eigen groenteteelt).

In 2010 telde het Gewest een bewerkte landbouwoppervlakte van 268 ha, verdeeld in akkerland (65%) en weiland (35%).

Wat de moestuinen betreft, wordt slechts 0,7% van de groene ruimten die door het Gewest worden beheerd, als moestuin gebruikt. Ter vergelijking, in sommige Duitse steden bestaat 14% van de stadsoppervlakte uit groene ruimten. Leefmilieu Brussel9 beheert momenteel 256 percelen in 9 moestuingebieden, goed voor een totale oppervlakte van 3 ha. Die percelen worden door middel van contracten aan Brusselse gezinnen ter beschikking gesteld. Sommige moestuinen werden aangelegd in het kader van de projecten 'Groene wijk', 'Duurzame wijk' en Agenda 21. Ook sommige scholen zijn zelf met een moestuin gestart (een tiental bekende projecten). Enkele recente projecten beogen de productie van groenten in fruit in de stad, bedoeld voor de lokale markt.

4.1.2 VerwerkingIn België is ongeveer 80% van de geconsumeerde voeding verwerkt. De sector van de voedselverwerking is de derde industriële sector van België. De activiteiten betreffen zowel ambachtelijke als industriële productie. Brussel telt ongeveer zeshonderd agroalimentaire bedrijven: enkele grote bedrijven, maar voornamelijk kmo's en heel kleine ateliers, waarvan sommigen een grote reputatie genieten. Enkele van deze bedrijven werken al met duurzame voeding of zijn naar duurzame voeding aan het omschakelen.

Andere bedrijven voeren een milieu-evaluatie en -beheer om de milieu-impact van hun activiteiten te verminderen, maar wijzigen hun aanbod nauwelijks.

4.2 De distributie: waar vraag en aanbod elkaar ontmoetenOngeveer 50% van de Belgische voedingsmiddelenproductie wordt geëxporteerd, voornamelijk naar landen van de Europese Unie. Meer dan 50% van de in België beschikbare voedingsmiddelen wordt geïmporteerd. In de loop van de jaren zijn de afstand en het aantal tussenpersonen van het distributiecircuit van voedingsmiddelen toegenomen. De verlenging van af te leggen afstanden voor 9 Strategische nota over de verbetering en ontwikkeling van moestuinen in het BHG, Karin Hermanus, Leefmilieu Brussel, oktober 2009.

Page 10: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10

voedingsmiddelen gaat gepaard met een verhoogde uitstoot van broeikasgassen en andere milieu- en maatschappelijke gevolgen. Consumenten verliezen hierdoor ook hun aanknopingspunten.

4.2.1 Distributie naar kantines en horecasector Horecabedrijven laten zich toeleveren door gespecialiseerde groothandelaars en de groothandelsmarkt. De Brusselse groothandelsmarkt, Mabru, telt 167 bedrijven en krijgt elke week 8000 tot 10 000 ton producten over de vloer. Nochtans lijkt de Parijse groothandelsmarkt Rungis de vroegmarkt bij uitstek te zijn voor wat bevoorrading betreft. Over het algemeen bieden noch Mabru, noch de gespecialiseerde groothandelaars een breed gamma van 'duurzame' voedingsmiddelen aan. Toch komen er initiatieven tot stand, zoals Biofresh en Biosain. Deze twee platformen houden zich bezig met de commercialisering en distributie van biologische producten. Er is dus een potentieel voor de oprichting van bedrijven die met een gevarieerd en lokaal aanbod de concurrentie met de Parijse groothandelsmarkt kunnen aangaan.

4.2.2 Distributie naar gezinnenIn België vertegenwoordigen de hypermarkten (meer dan 1000 m 2) 60% van de voedingsmarkt en de supermarkten (van 400 tot 1000 m2) 34%10. De distributie van voeding wordt vandaag gedomineerd door enkele grote ketens die als dusdanig een grote invloed uitoefenen op de productiekanalen en op de consumptiegewoonten.

Naast deze grote ketens zijn er kruideniers, gespecialiseerde detailhandelaars (slagers, bakkers, kaas- en wijnhandelaars) en markten waarvan sommige biologische voeding aanbieden . In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat er eveneens potentieel voor de ontwikkeling van de handel, voor de inwoners én voor de pendelaars.

Naast deze 'traditionele' distributie ontstaan er ook kortere circuits. De algemene doelstelling van een kort circuit is om zowel voor producenten als voor consumenten voordelige marktvoorwaarden te scheppen. Korte circuits verkopen op boerderijen, op producentenmarkten, aan gemeenschappelijke aankoopgroepen (GAC), aan solidaire aankoopgroepen voor associatieve landbouw (SAGAL), in de vorm van biomanden, ... Brussel telt meer dan vijftig SAGAL's die door de vzw Le Début des Haricots omkaderd en gecoördineerd worden. Een van de grootste tekortkomingen van de korte circuits vandaag is het ontbreken van landbouwers die aan de vraag kunnen voldoen.

Vele potentiële SAGAL's wachten nog op een producent. Het aantal biomarkten en biomarktkramers op de markten is nog steeds beperkt. Ook al komt de organisatie van korte circuits geleidelijk aan tot stand, toch is er een gebrek aan structuur. Daarom is het moeilijk om het aanbod van korte circuits in kaart te brengen en moeten potentiële consumenten dan ook meer inspanningen leveren om zulke producten en producenten te vinden.

4.3 De vraagDe vraag naar voedsel is in de laatste eeuw sterk gestegen, de productiemethoden zijn veranderd, de internationale uitwisselingen zijn toegenomen, de levenswijzen geëvolueerd, ... De voedingsgewoonten en voedingsconsumptie zijn ook geëvolueerd: meer vlees, vetstoffen, snelle suikers en zout, ... Ook worden voedingsmiddelen meer verwerkt, bereid en verpakt, wat een aanzienlijke weerslag heeft op het leefmilieu, de maatschappij, de economie en de gezondheid, zoals hierboven vermeld werd. Niettemin veranderen de verwachtingen op het vlak van duurzame voeding meer en meer. Een grote en duurzame wijziging in de consumptiekeuzen en in de

10 2007 - Bron AC Nielsen/FEDIS.

Page 11: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 11

praktijken van de consumenten kan als hefboom dienen om een verandering van het globale voedingssysteem te bevorderen.

In wat nu volgt, wordt de vraag onderzocht vanuit de invalshoek van de collectieve consumptie en vervolgens van de particuliere consumptie.

4.3.1 Collectieve consumptie: horeca, kantines, overheidsopdrachten en evenementenOngeveer 40% van de maaltijden wordt buitenshuis genuttigd, hetzij in een grootkeuken, hetzij in een café of restaurant11.

4.3.1.1 KantinesVele maaltijden worden in schoolkantines, kinderdagverblijven, rusthuizen, ziekenhuizen, gevangenissen, ... genuttigd. In België bestellen collectiviteiten hun maaltijden steeds vaker bij cateringbedrijven12. De grote bedrijven uit de sector zijn niet talrijk, hebben het grootste deel van de markt in handen (België: Sodexho (45%), Compass (20%), Aramark (15%) 13) en zijn zeer concurrentiegericht. De praktijken in grootkeukens worden sterk beïnvloed door een beperkt budget, de normen voor voedselveiligheid en het aanbod van industriële producten. De kwaliteit van de voorgeschotelde maaltijd varieert sterkt: in het algemeen is de maaltijd wel gezond, maar niet erg voedzaam, smakelijk en duurzaam.

Er worden talrijke acties ondernomen op scholen om de kwaliteit van de schoolmaaltijden te verbeteren, maar toch wordt hierbij weinig over milieucriteria gerept. Zo werden er onder andere acties gevoerd in het kader van het Nationaal Plan Voeding en Gezondheid, het Netwerk Gezond eten op school dat gecoördineerd werd door de vzw Question Santé, de campagne 'Citoyens parents à la soupe' van de Gezinsbond, ...

De vraag naar meer kwaliteitsvolle maaltijden, de wens van sommige kantinehouders om meer duurzame praktijken te ontwikkelen en het begeleidingsproject 'Duurzame kantines' beginnen hun effect te hebben en doen de vraag naar duurzame voedingsmiddelen stijgen. Enkele voorbeelden:

• In mei 2009 heeft de MIVB een bedrijfsrestaurant geopend waar gerechten met een Biogarantielabel worden aangeboden, voorgesteld door de onderneming Aramark.

• TCO Service (Ottignies) verzorgt duurzame catering op scholen door biologische voeding en een beperkte vleesportie aan te bieden.

• Sodexho heeft een nieuw actieprogramma uitgewerkt dat milieu- en maatschappelijke criteria vastlegt voor de centrale keuken van Anderlecht (8000 maaltijden per dag).

Voor talrijke grootkeukenbedrijven is duurzame voeding een groeimarkt. Door de opname van duurzaamheidscriteria in de bestekken voor overheidsopdrachten, hebben de collectieve keukens immers hun aanbod moeten aanpassen, om kans te kunnen maken op het binnenhalen van de opdrachten.

Wanneer een grootkeuken voor verandering kiest, ondervindt ze moeilijkheden met de nieuwe organisatie van leveringen, leveranciers, keukenpraktijken, ... Zo bestaan er weinig leveranciers in de sector van de duurzame voeding die zich aan de specifieke eisen van de grootkeukens hebben aangepast. In scholen vormen het groot aantal actoren, het gebrek aan personeel en bepaalde andere problemen vaak een hindernis om tot verandering over te gaan.

11 GFK, 200612 OIVO De grootkeuken, november 200913 OIVO Catering, november 2009

Page 12: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 12

De opgedane ervaring bij scholen toont aan dat, indien we tot een verandering willen komen, het van essentieel belang is om de evolutie van het voedingsaanbod in de kantine gepaard te laten gaan met een begeleiding van de 'klanten', namelijk de leerlingen en hun ouders.

4.3.1.2 Horeca De horeca-sector is een belangrijke sector, zowel op het vlak van economie en cultuur als op het gebied van opleiding en toerisme. De Brusselse horecasector14 telt meer dan 6000 actieve bedrijven, wat overeenkomt met 11% van de horecabedrijven van het hele land. Van het sterrenrestaurant tot de taverne om de hoek, Brussel beschikt over een breed en gevarieerd gamma. Het aantal activiteiten stijgt voortdurend, maar dan voornamelijk in de fastfoodsector! Toch breidt het aanbod van duurzame voeding op de horecamarkt zich langzamerhand uit: biologische restaurants, slowfoodrestaurants en -menu's, levende keuken, bars met biowijnen, keukens die lokale en seizoensgebonden voeding aanbieden, ... Bovendien hebben sommige horecabedrijven hun uitrustingen en praktijken gewijzigd om hun water- en energieverbruik te beperken.

4.3.2 Voedingsconsumptie van gezinnenDe consumptiemethoden en het voedingsgedrag zijn sterk geëvolueerd in de loop van de vorige eeuw. Terwijl een rijkere en gezondere voeding een grote bijdrage heeft geleverd aan de stijging van de levensverwachting in goede gezondheid, doen de minder kwaliteitsvolle voedingsgewoonten van vandaag het tij keren en veroorzaken verontrustende gezondheidsproblemen (obesitas, diabetes, allergie, hart- en vaatziekten, bepaalde kankers, ...). De huidige gedragingen hebben eveneens hun aandeel in de milieu- en maatschappelijke impact die eerder werden beschreven.

Vele studies trachten dit consumptiegedrag te analyseren en te verklaren. Verschillende disciplines worden onder de loep genomen: economie, sociologie, psychologie, ... Op het gebied van voeding zou het veranderingsbeleid onder andere met de volgende hindernissen rekening moeten houden:

• gebrek aan kennis en vaardigheden inzake duurzame voeding: voedingsstoffen, dieetvoeding, maar ook milieu- en maatschappelijke aspecten, verlies van referenties en culinaire kennis

• evolutie van de sociale en gezinsstructuren en gebrek aan tijd om boodschappen te doen en om maaltijden te bereiden

• hogere prijs voor duurzame voedingsmiddelen, zoals biologische voeding • gebrek aan een duurzaam aanbod en transparantie van het duurzame aanbod• invloed van marketing, op jonge leeftijd en op alle momenten van het leven • moeilijkheid om door middel van klassieke bewustmakingsinstrumenten (campagne) tot een

gedragsverandering te komen

Dankzij de bewustmakingsacties hechten steeds meer mensen in hun voedingskeuzen belang aan een betere kwaliteit van de voedingsmiddelen, meer smaak en milieu- en maatschappelijke criteria.

De vraag naar biologische voeding stijgt (25% van de consumenten zou minstens af en toe biologische voeding kopen), met name onder impuls van de grote distributie 15. Nochtans vormt de prijs, die voor biologische voeding vaak hoger ligt, een struikelblok voor vele consumenten.

14 Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt, stand van zaken van de Brusselse horecasector; Tewerkstelling en opleiding in de kijker, september 200915 In België vindt 60% van de aankopen van biologische voeding plaats in een supermarkt.

Page 13: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 13

4.3.3 Voedselverspilling van gezinnenVoedselverspilling vormt een ander aspect van het huidige voedingsgedrag. Na analyse van de vuilniszakken van de Brusselse bevolking (RDC, 2004) blijkt dat 12% van de witte zak bestaat uit voedselverspilling, wat overeenkomt met 15 kg weggegooide eetbare voeding per persoon per jaar. De voedselverspilling in de lagere scholen komt neer op 6 kg per leerling per jaar. Deze verspilling heeft een aanzienlijke impact op het leefmilieu (afval, water, energie en uitstoot van broeikasgassen), maar heeft ook een economische en ethische impact: gezinnen gooien voeding weg, terwijl meer en meer mensen afhankelijk zijn van voedselhulp om te overleven. Leefmilieu Brussel heeft proefprojecten laten uitvoeren die aantonen dat voedselverspilling met 80% kan worden verminderd enkel en alleen door doordachtere aankopen en een beter voedselbeheer. Er worden bewustmakingsacties ondernomen en praktische middelen aangereikt (boodschappenlijstjes, receptenfiches, ...). Deze acties moeten verder worden uitgebreid.

Op het einde van de voedselketen wordt bovendien veel afval geproduceerd. De vuilnisbakken voor 'restafval' van de Brusselaars bevatten 30% organisch keukenafval (117 kg per inwoner per jaar) en 30% verpakkingsafval. Drie vierde van de huishoudelijke verpakkingen is afkomstig van voeding. De gedecentraliseerde compostering zorgt voor een vermindering van de hoeveelheid organisch afval dat de gemeenschap op zich neemt. Hier hebben zowel het leefmilieu als de economie baat bij. Leefmilieu Brussel heeft sinds het tweede Afvalplan bewustmakingsacties rond gedecentraliseerde compostering opgestart. Sinds 1999 zijn meer dan 350 meester-composteerders opgeleid, die de ontwikkeling van individuele compostering begeleiden. Sinds 2003 hebben de vormingsavonden rond composteren meer dan duizend Brusselaars bereikt. Meer dan 40% van de Brusselse gezinnen met een tuin doet aan compostering.

Wijkcompostering is een oplossing voor gezinnen die geen tuin hebben. Naast voordelen voor het leefmilieu brengt compostering ook voordelen met zich mee op financieel, sociaal en educatief vlak. Leefmilieu Brussel heeft enkele projecten ondersteund, maar het spreekt voor zich dat er in Brussel een belangrijk potentieel bestaat voor het ontwikkelen van compostering. De 2300 lopende projecten in het Zwitserse Bazel of de 1000 projecten in het naburige Zürich tonen aan dat wijkcompostering een significante rol kan spelen in het preventiebeleid van grote steden. Zo kan per jaar per gezin 50 tot 175 kg organisch afval vermeden worden.

Page 14: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 14

5 Overgang van de vraag - Strategische positioneringDe ontwikkeling van de strategie en van het actieprogramma voor de bevordering van een duurzame voedingsconsumptie, die hieronder voorgesteld worden, is op de volgende principes gebaseerd:

• Rekening houden met de bijzondere kenmerken van Brussel:− Hoofdstad van Europa, stad met internationale uitstraling− Gastronomische en toeristische trekpleister− Sterke plaatselijke en multiculturele dynamiek− Groeiende multiculturele bevolking met uiteenlopende inkomstenniveaus; één

Brusselaar op twee is van buitenlandse oorsprong. 22% van de bevolking leeft in een gezin zonder betaalde job en meer dan 25% leeft onder de armoedegrens

− Talrijke pendelaars (650 000) en toeristen− Zeer beperkte landbouwproductie en afhankelijkheid ten opzichte van de andere

gewesten en de rest van de wereld op het vlak van voedselvoorziening• Uitwerking van een gewestelijke dynamiek waarbij alle actoren en sectoren worden

betrokken: alle actoren van de sector, maar ook de actoren actief op het vlak van opvoeding en sensibilisering van de doelgroepen, met inbegrip van de meest kansarme bevolkingsgroepen, gezondheid en strijd tegen armoede, onderwijs, beroeps- en voortgezette opleiding, gespecialiseerde pers, toerisme, ...

• Invoering van een keten- en levenscycluslogica (en zelfs een systeemlogica): 'van het veld tot op het bord'.

• Multithematische aanpak: leefmilieu, volksgezondheid, welzijn, sociale rechtvaardigheid, ethiek, cultureel en toeristisch erfgoed, smaak.

• Actiestrategie die structurele veranderingen beoogt, en niet alleen individuele gedragsveranderingen, en daarbij tal van adequate hulpmiddelen gebruikt.

• Ondersteuning van creatieve, innoverende ervaringen en demo-projecten. • Toekennen van een belangrijke plaats aan opvoeding.• Invoering van een coördinatie- en vereenvoudigingspool, alsook van mechanismen en

structuren ter ondersteuning van verandering.• Benutten van overheidsaankopen als hefboom. • Uitspelen van de voorbeeldfunctie van de overheid: coherentie tussen uitspraken,

beleidsacties en daden van de politieke actoren.• Streven naar coherentie tussen het gevoerde of uit te werken beleid op federaal, Europees

en internationaal niveau en daarbij erover waken dat Brussel ambitieuze en voorbeeldige voorstellen formuleert die niet verloren gaan in de vagere federale en Europese context.

Rekening houdend met de kenmerken van het Brusselse voedingssysteem vormt de vraag een essentiële hefboom om tot een overgang naar duurzamere voeding te komen.

Daarom concentreert de strategie, die in deze nota besproken wordt, zich hoofdzakelijk op de collectieve, maar ook op de particuliere vraag, met een keten- en levenscyclusgerichte aanpak. De collectieve vraag omvat de vraag op het niveau van de collectieve structuren (kantines in scholen, kinderdagverblijven, rusthuizen, ondernemingen, restaurants, snacks, cafés, ...), tijdens evenementen, bij groepen en collectiviteiten en openbare aankopen voor de levering van voedingswaren (invoegen van duurzaamheidscriteria).

Ingrijpen op het niveau van de collectieve vraag maakt het mogelijk om middelen te besparen en de impact te vergroten, omdat de doelgroepen op dit niveau minder versnipperd zijn. Ook kunnen op deze manier de milieudoelstellingen aan sociale doelstellingen gekoppeld worden.

Page 15: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15

Door te werken op het niveau van de collectiviteiten, waaronder scholen, onthaalcentra, ziekenhuizen of gevangenissen, kan de voedzame, gezonde en milieuvriendelijke kwaliteitsvoeding aan zo veel mogelijk mensen tegelijk worden aangeboden en worden alle lagen van de bevolking aangemoedigd om handelingen te stellen die duurzame voeding ten goede komen. Met de ontwikkeling van moestuinen worden hoofdzakelijk educatieve en sociale doelstellingen nagestreefd: het creëren van nieuwe aanknopingspunten voor de bevolking (lokale soorten met allerlei variëteiten, ritme van de natuur en de seizoenen, ...), die essentieel zijn om duurzamere voedingskeuzen te kunnen maken. Ook vormen moestuinen een collectieve leeromgeving waar nieuwe gedragingen aangeleerd kunnen worden. Toch zou in de toekomst het voedende aspect van moestuinen (voedselproductie) meer nadruk moeten krijgen.

Page 16: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 16

6 Actieprogramma Het actieprogramma berust op de volgende drie pijlers:

• Uitwerken/delen van een visie inzake duurzame voeding voor Brussel

• Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie in collectieve consumptiestructuren• Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding in openbare en privékantines• Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding in horecazaken• Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding tijdens evenementen• Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding via openbare aankopen

• Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie bij gezinnen• Bewust maken, informeren en opvoeden• Ondersteunen van de ontwikkeling van moestuinen

6.1 Uitwerken/delen van een visie inzake duurzame voeding voor BrusselOm de actoren van het voedingssysteem uitvoerig aan de overgang te laten deelnemen, moet er reeds bij het begin van het proces voor een participatieve en inclusieve aanpak worden gekozen. Deze fase mag het opstarten of voortzetten van sommige projecten niet vertragen, maar moet lopende projecten een groter maatschappelijk draagvlak bieden. De participatieve raadpleging maakt integraal deel uit van het bewustmakings- en informatieproces van alle betrokken actoren. Ze maakt het ook mogelijk om de partners met wie de overgang tot stand zal komen te identificeren en beter te leren kennen.

6.1.1 DoelstellingenEen gemeenschappelijke visie inzake duurzame voeding uitwerken. Het actieprogramma valideren en verrijken. Het maatschappelijke draagvlak van het actieprogramma uitbreiden.

6.1.2 Acties• Om de stakeholders de kans te geven zich uit te spreken over het ontwerp van

actieprogramma, zijn tussen juni en oktober 2011 vijf conferenties georganiseerd over de volgende thema's: ◦ Duurzame voeding in de collectiviteiten – 29/06◦ Duurzame voeding in de horeca en tijdens evenementen – 19/09◦ Duurzame voeding, multiculturaliteit en kansarmoede – 19/09◦ Moestuinen voor de bewustmaking en de educatie inzake duurzame voeding – 27/09◦ Voedselverspilling – 27/09

• Het ontwerp van actieprogramma is voor advies voorgelegd aan de Economische en Sociale Raad en aan de Raad voor het Leefmilieu. Deze instanties hebben hun advies respectievelijk op 7 september 2011 en 14 september 2011 bekendgemaakt.

• Alle opmerkingen en commentaren zijn in aanmerking genomen voor de verbetering van het actieprogramma zoals dat hieronder wordt voorgesteld.

• De uitwerking van een gemeenschappelijke visie inzake duurzame voeding moet worden voortgezet, zodat alle actoren dezelfde concepten en basisdoelstellingen zouden hanteren.

Page 17: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 17

Deze gezamenlijke opstelling zal het mogelijk maken om de inhoud van het begrip 'duurzame voeding' nauwkeurig vast te leggen, zodat dit concept in de praktijk kan worden gebruikt.

6.1.3 ActorenAlle actoren die nauw of zijdelings bij het voedingssysteem betrokken zijn en de verandering van de voedingsconsumptie zouden kunnen ondersteunen.

6.2 Stimuleren van de vraag naar duurzame voeding in openbare en private kantinesGelet op het aantal maaltijden dat in collectiviteiten genuttigd wordt, zou een aanbod van duurzame menu's in zulke structuren een reële positieve impact hebben op de volksgezondheid (voor iedereen, zelfs voor de meest kansarme bevolking) en op de kwaliteit van het leefmilieu. Bovendien heeft het verstrekken van duurzame maaltijden in collectiviteiten een pedagogisch en demonstrerend karakter dat de voedingsgewoonten en het voedingsgedrag van klanten kan beïnvloeden.

Gezien het grote marktaandeel van kantinemaaltijden zou een aanpassing van de praktijken in kantines een krachtige hefboom kunnen vormen om in de gehele sector tot een verandering te komen.

De overgang in schoolkantines berust op het wegwerken van bestaande hindernissen (institutionele, culturele, economische), een duidelijke en ambitieuze ondersteuning gebaseerd op de samenwerking tussen alle bevoegdheden die bij het schoolbeheer betrokken zijn, alsook het sensibiliseren van alle betrokken actoren.

Het project 'Duurzame kantines', dat door Leefmilieu Brussel gecoördineerd wordt, heeft tot doel collectieve kantines die naar duurzame voeding willen overstappen, te begeleiden. De eerste sessie (2009) had betrekking op 40 collectiviteiten en 60 000 maaltijden. In 2010 is de tweede sessie van start gegaan met 25 nieuwe collectiviteiten. Na de evaluatie van het project is in 2011 een derde gewijzigde editie gelanceerd. Deze derde sessie omvat een strikte begeleiding in de keuken en een certificering. In het kader van dit project worden bestekken uitgewerkt om collectiviteiten te helpen bij de opname van duurzaamheidscriteria in hun bestellingen. De voorgestelde overgang is een 'stapsgewijze' overgang die gericht is op de aankopen, praktische aspecten en informatie aan klanten. Het project strekt bijvoorbeeld tot de geleidelijke invoering van meer bioproducten en meer fruit en groenten, bij voorkeur van lokale oorsprong, of tot het beperken van voedselverspilling.

6.2.1 DoelstellingenIn 2012 de verdeling van 80 000 duurzame maaltijden in de kantines van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in 2015 de verdeling van 125 000 duurzame maaltijden. Op termijn is het de bedoeling dat alle 'openbare' kantines duurzame maaltijden aanbieden.

6.2.2 ActiesUitwerken van gemeenschappelijke referentiedocumenten inzake duurzame voedingVia de oprichting van een werkgroep

• Op basis van de voorgestelde definities concrete voorschriften inzake duurzame voeding vastleggen voor de collectiviteiten en stappenplannen voorstellen voor de overgang van de collectiviteiten.

Page 18: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 18

• Competentieprofielen uitwerken voor de facilitatoren en animatoren inzake duurzame voeding.

Stimuleren van de overgang in kantines en collectieve keukens• Het project 'Duurzame kantines' uitbreiden: begeleidingsproject voor de overgang van de

collectieve keukens. In een eerste fase zal het huidige programma worden voortgezet. Het omvat de ondertekening van een verbintenishandvest, een startaudit, de opstelling en toepassing van een gericht actieprogramma en opleidingen. De begeleiding wordt verzorgd door een facilitator. Vervolgens zullen er ondersteuningsmethoden en -instrumenten worden ontwikkeld om de overgang op grotere schaal aan te moedigen: bewustmakingsfolder, methodologische gids, praktische gidsen, ... De ondersteuning van de overgang zal ook gebeuren via de opleiding van lesgevers, de terbeschikkingstelling van een systeem voor e-learning en de ontwikkeling van een systeem voor erkenning.

• Een procedure voor erkenning en een 'certificaat' ontwikkelen voor de collectiviteiten die zich in de overgangsfase bevinden. Er wordt een 'certificaat' uitgereikt aan de ondernemingen die hebben deelgenomen aan het project 'Duurzame kantines' en die hun werkmethoden duurzaam hebben gewijzigd. Het certificaat houdt een waardering in van de gedane inspanningen en maakt het mogelijk om die inspanningen bekend te maken bij klanten, leveranciers en andere partners.

• Een of meerdere demonstratieprojecten inzake duurzame collectieve keukens ontwikkelen, om onder meer de hindernissen en de hefbomen voor een overgang te identificeren en een kosten-batenanalyse van de overgang op te stellen.

• De kenmerken van de vraag naar duurzame voeding voor de collectiviteiten evalueren, om de producenten beter te informeren en hen te helpen om hun productiekeuzen beter te oriënteren.

• Een helpdesk ontwikkelen en animeren voor alle collectieve keukens die vragen hebben over duurzame voeding (www.duurzamegrootkeukens.be).

• Initiatieven ondersteunen die erop gericht zijn leveranciers van collectiviteiten die duurzame en rechtvaardige criteria hanteren, en collectieve keukens met elkaar in contact te brengen.

• Specifieke begeleidingsprogramma's ontwikkelen en uitvoeren - indien nodig - voor kinderdagverblijven, rusthuizen, sociale restaurants, gevangenissen en andere opvangplaatsen (bijvoorbeeld ziekenhuizen).

• Regelmatig de vooruitgang van het project evalueren en het heroriënteren in functie van de vaststellingen op het terrein.

Begeleiden van leerlingen en klanten die vaak eten in kantines in de overgangsfase

• Bewustmakings- en begeleidingsprogramma's ontwikkelen voor het personeel dat in kantines werkt of maaltijden verdeelt.

• Bewustmakings- en begeleidingsprogramma's ontwikkelen en uitvoeren voor leerlingen en klanten van kantines die in een overgangsfase zitten.

Bestrijden van voedselverspilling in kantines en collectieve keukens

• Maatregelen invoeren voor de preventie van voedselverspilling in kantines en collectieve

Page 19: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19

keukens (bijvoorbeeld project GreenCook). Verbeteren van de toegang tot drinkwater in scholen en andere plaatsen waar vaak jongeren komen

• Het drankaanbod evalueren, meer bepaald de toegang tot drinkwater in scholen. • Zorgen voor een gratis en 'aangename' toegang tot drinkwater in scholen en sportclubs en

jongeren bewust maken rond de uitdagingen inzake drinkwaterverbruik. • Het gebruik van drinkwater bevorderen bij gezinnen, maar ook in bedrijven,

sportinfrastructuren, de horecasector.

6.2.3 Actoren • Leefmilieu Brussel • Vlaamse en Franse Gemeenschap, COCOF en VGC, gemeenten, OCMW's, gewestelijke

administraties en alle andere instellingen die bij het kantinebeheer betrokken zijn; • Collectieve keukens: Eurest, Sodexho, De Brusselse Keukens, TCO service, Aramark, ... • Kantinebeheerders en -personeel • Brusselse Horeca-federatie • Bioforum: federatie van de biologische landbouw • Methodologische begeleiders: Ecores, Greenloop, ... • Verenigingen: Vredeseilanden, RABAD (Netwerk van Brusselse actoren voor een duurzame

voeding), Karikol (Brussels slowfoodconvivium), Gezinsbond (campagne voor een duurzamere voeding op school), COREN, EVA, Velt, ...

6.3 Ingrijpen op het niveau van de overheidsaankopenOpenbare besturen gunnen veel opdrachten van leveringen, diensten en werken, waarvan sommige betrekking hebben op voedingsproducten of diensten inzake voeding. Het financiële volume van de overheidsopdrachten in België wordt op ongeveer 14% van het bbp geschat. Gelet op de aanzienlijke bedragen die op het spel staan, is het duidelijk dat de overheidsopdrachten een sector vormen waarin een wijziging van de vraag als een krachtige hefboom zou kunnen werken om de overgang te bevorderen. Op 5 februari 2009 heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering haar goedkeuring gehecht aan de omzendbrief betreffende de opname van ecologische criteria en duurzame ontwikkelingscriteria in de overheidsopdrachten voor leveringen en diensten en tot wijziging van de ministeriële omzendbrief van 8 juli 1993 betreffende het milieuvriendelijke verbruik (ecoconsumptie) en het afvalstoffenbeheer in de gewestelijke openbare besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze omzendbrief vormt een aanvulling op de omzendbrief van 15 april 2008 ter attentie van de burgemeesters en schepenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende duurzame overheidsaankopen in de gemeenten.Om de opname van duurzaamheidscriteria in overheidsopdrachten te ondersteunen, stelt Leefmilieu Brussel alle Brusselse administraties een helpdesk, opleidingen en informatiemiddelen ter beschikking via zijn website (www.leefmilieubrussel.be).

Page 20: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 20

6.3.1 DoelstellingenSystematisch integreren van ecologische en sociale criteria in de opdrachten voor het leveren van goederen en diensten inzake voeding die door de instellingen van openbaar nut en de gemeentelijke en gewestelijke besturen worden gegund.

6.3.2 Acties• De opname van duurzaamheidscriteria in de aankooppraktijken en de overheidsopdrachten

van gemeentelijke en gewestelijke besturen evalueren en de omzendbrief16 uitvoeren, eventuele hindernissen identificeren, meer aansporende en/of bindende maatregelen treffen, eventueel door een ordonnantie goed te keuren.

• Een werkgroep Collectieve kantines en overheidsopdrachten oprichten, om bijzondere bestekken te ontwikkelen, ter aanmoediging van een progressieve overgang, met oog voor de concrete moeilijkheden.

• Gericht verspreiden bij kantines en collectieve keukens van de typebestekken met criteria inzake duurzame voeding voor de overheidsopdrachten voor leveringen en diensten.

• Een helpdesk voor openbare aankopers blijven aanbieden en de website aanvullen met alle mogelijke nuttige informatie.

• De openbare aankopers van de gewestelijke en gemeentelijke besturen bewust maken en opleiden.

6.3.3 Actoren • Leefmilieu Brussel • Aankoopverantwoordelijken in de instellingen van openbaar nut en de gemeentelijke en

gewestelijke besturen • Methodologische begeleiders: Sensilia, CODUCO • Verenigingen: SAW-B, Réseau Eco-consommation, ... • Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)

6.4 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie in horecazakenHet ontstaan van een duurzame gastronomie kan bijdragen tot de ontwikkeling van duurzamere voedingsmodellen, maar ook tot een toerisme van grotere kwaliteit. Voeding speelt namelijk een driedubbele rol in de toeristische ervaring: via voedingsconsumptie, via de ontdekking van het gastronomisch erfgoed en via de aankoop van gastronomische souvenirs. Een studie uit het jaar 200017 toont aan dat toeristen gemiddeld ongeveer 36% van hun totale uitgaven aan drank en voeding spenderen. Voor de plaatselijke bevolking, maar ook voor personen die slechts even in de stad zijn, kan duurzame gastronomie een hefboom vormen om tot een overgang te komen; chef-koks zijn ware doorgeefluiken, ze brengen recepten en keukentechnieken in de mode en kunnen hun klanten leren om plezier en duurzaam gedrag aan elkaar te koppelen.

16 Omzendbrief van 5 februari 2009 betreffende de opname van ecologische criteria en duurzame ontwikkelingscriteria in de overheidsopdrachten voor leveringen en diensten en tot wijziging van de ministeriële omzendbrief van 8 juli 1993 betreffende het milieuvriendelijke verbruik (ecoconsumptie) en het afvalstoffenbeheer in de gewestelijke openbare besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 17 Decroly J-M. Tourisme urbain durable et gastronomie, september 2009.

Page 21: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 21

De actie Proef Brussel is erop gericht slowfood - een concept dat rekening houdt met de principes van duurzame voeding - te bevorderen bij restaurateurs, voedselverwerkers en de Brusselse bevolking. De actie wordt georganiseerd door Karikol, het Brusselse slowfoodconvivium, en is al vier edities rijk (2008, 2009, 2010 en 2011). Het programma van Karikol omvat een bezoek aan kookworkshops, tuinierlessen, aperitiefmomenten in de Brusselse parken, picknicks in het Warandepark, Brusselse honingdegustaties en vooral slowfoodmenu's in 71 restaurants (in 2008 namen 26 restaurants deel, in 2009 waren er dat 32 en in 2010 maar liefst 58).

6.4.1 DoelstellingenDe consumptie van duurzame voeding in horecazaken bevorderen (er wordt gestreefd naar 200 ingeschreven restaurants voor een duurzame aanpak tegen 2012).

6.4.2 ActiesBevorderen van duurzame voedingsconsumptie door de overgang in horecazaken te stimuleren

• De actie Proef Brussel en andere bewustmakingsacties verder uitbouwen. • De horecabedrijven vertrouwd maken met de actie Donderdag Veggiedag en hun deelname

aan de actie aanmoedigen. • Instrumenten ontwikkelen om de overgang van de horecasector te ondersteunen.

Valoriseren van horecazaken die voor duurzame voeding kiezen

• Ontwikkelen van een 'ijkpunt' voor duurzame voeding: handvest, labels of metalabels, in samenwerking met de ecodynamische en biologische labels.

• Duurzame horecazaken promoten (adressengidsen, samenwerking met de pers, deelname aan beurzen en salons, ...).

• Duurzame horecazaken bekendheid geven bij het publiek, meer bepaald in het kader van het toeristisch jaar dat in 2012 aan gastronomie gewijd is.

Bestrijden van voedselverspilling in horecazaken

• Maatregelen invoeren voor de preventie van voedselverspilling in horecazaken (bijvoorbeeld project GreenCook).

6.4.3 Actoren (niet-exhaustief)• Leefmilieu Brussel• Brusselse Horeca-federatie, Eurotoques• Atrium• Horecazaken• Verenigingen: Sea Food Allianz, Karikol (Brussels slowfoodconvivium), RABAD

(Netwerk van Brusselse actoren voor een duurzame voeding), EVA, Velt, ...• Methodologische begeleiding: Groupe One, Ecores, Greenloop, CODUCO

Page 22: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 22

• Gastronomische journalisten• Organisatoren van sport- en culturele evenementen• Onderwijs: COCOF, VGC en Gewest.

6.5 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie tijdens sport-, culturele en andere evenementen

In Brussel vindt een zeer groot aantal feestelijke, culturele, sport-, commerciële en professionele evenementen plaats waarop hapjes en maaltijden worden aangeboden. Zulke evenementen kunnen dus aanzetten tot duurzame voedingsconsumptie, enerzijds door het opnemen van duurzaamheidscriteria in hun bestekken voor leveringen en diensten, maar ook door het bewust maken van het aanwezige publiek. Het festival Couleur Café, bijvoorbeeld, telt 50 eetstands voor een publiek van meer dan 70 000 personen. Voeding vertegenwoordigt 31% van de ecologische voetafdruk van het festival en vormt dus de belangrijkste post. Met duurzame maaltijden kan de ecologische en sociale voetafdruk van het evenement verkleind worden, maar kan ook een jong publiek gesensibiliseerd worden dat moeilijk via andere wegen te bereiken is.

6.5.1 DoelstellingenHet milieuvriendelijke beheer van evenementen aanmoedigen, met inbegrip van het drank- en voedingsbeheer.

6.5.2 Acties• Een programma en hulpmiddelen uitwerken om een milieuvriendelijk beheer van

evenementen te ondersteunen. Het programma is erop gericht de ecologische voetafdruk van evenementen te verkleinen en omvat een luik dat aan catering is gewijd (via een evenementenfacilitator).

• Een projectenoproep lanceren om een methodologische ondersteuning te bieden aan evenementen die een milieubalans van hun evenement wensen op te stellen en een actieprogramma willen uitwerken teneinde het milieubeheer van hun evenement te verbeteren.

• Een helpdesk oprichten bij Leefmilieu Brussel om het milieubeheer van evenementen te ondersteunen.

• Informatie zoals nuttige adressen, praktische tips en typebestekken ter beschikking stellen van evenementen.

• De mogelijkheid evalueren om voor ieder groot evenement waar voedsel wordt verkocht, de verplichting in te stellen om minstens een gezond en duurzaam alternatief aan te bieden.

• Acties ondersteunen die zijn gericht op het bestrijden van voedselverspilling en het gebruik van herbruikbare bekers en borden.

• Evenementen ondersteunen die hun cateringmethode aanpassen (bijvoorbeeld: evenementen die in 2010-2011 werden ondersteund: Couleur Café, Nuit Blanche, Pikniks Electroniks, Feest van het Leefmilieu, Landelijk Brussel, La Compagnie des Nouveaux Disparus, ...).

• Samenwerken met de gemeenten en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) om acties te ontwikkelen ter verkleining van de ecologische voetafdruk van buurtevenementen.

Page 23: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 23

6.5.3 Actoren • Leefmilieu Brussel• Organisatoren van sport- en culturele evenementen, beurzen, conferenties, ...• Eigenaars van feestzalen, stadia• Gemeenten en gewestelijke besturen• Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

(VSGB)• Caterlingleveranciers voor evenementen• Evenementenfacilitator• Lerende netwerken rond duurzame evenementen• Duurzame evenementenfacilitatoren zoals Squid, Exposant D, Groupe One, Greenloop,

Yuluka, ...

6.6 Stimuleren van duurzame voedingsconsumptie bij gezinnenGeleidelijk komen acties tot stand die erop gericht zijn consumenten bewust te maken en te informeren, alsook jongeren uit alle sociale klassen op te voeden rond het belang van voeding en de impact van hun voedingskeuzen.

• Leefmilieu Brussel begeleidt proef- en demoprojecten, voert communicatie- en bewustmakingsacties, waaronder bewustmakingscampagnes voor het grote publiek, en ontwikkelt hulpmiddelen voor verschillende doelgroepen: voedingsfiches, fruit- en groentekalenders, kooklessen, ...

• Het Netwerk van Brusselse actoren voor een duurzame voeding (RABAD), dat in maart 2008 opgericht is, telt momenteel een dertigtal actoren met verschillende achtergronden die samen duurzame voeding willen promoten. Dit netwerk functioneert op basis van uitwisselingsmomenten en organiseert jaarlijks ontdekkingsactiviteiten inzake duurzame voeding die bestemd zijn voor het grote publiek.

• Het Netwerk van SAGAL's ondersteunt de oprichting van een solidaire aankoopgroep voor associatieve landbouw (SAGAL) waarbij consumenten zich verenigen en een contract sluiten met een landbouwer om voor een interessante prijs verse en kwaliteitsvolle producten (meestal bioproducten) te verkrijgen.

• Het Slowfoodnetwerk ondersteunt smaakvol, gezond en eerlijk voedsel. Het netwerk telt meer dan 100 000 leden verspreid over 130 landen. In Brussel organiseert het slowfoodconvivium Karikol verscheidene bewustmakingsactiviteiten en de actie Proef Brussel waarbij de Brusselse bevolking slowfood kan ontdekken in restaurants en productieateliers in de hoofdstad.

• De Week ter bevordering van biologische landbouw (juni) die door Bioforum Vlaanderen en Bioforum Wallonië wordt georganiseerd en de beurs Valeriaan die wordt georganiseerd door Nature et Progrès, in samenwerking met Velt en VIBE.

• Het Brussels Observatorium voor Duurzame Consumptie stelt Brusselse consumenten informatie over duurzame voeding ter beschikking op zijn website (www.observ.be) en publiceert de gids over duurzame voeding in Brussel.

• Ook bestaan er gidsen met adressen en tips die de consumenten helpen bij het vinden van biologische voedingsproducten, boerenproducten, producten uit de geïntegreerde landbouw

Page 24: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 24

en eerlijke handel, producten met een kwaliteitslabel, ... • Netwerk Bewust Verbruiken beheert de website www.infolabels.be en geeft opleidingen

inzake duurzame voeding voor kookleraren. • Andere projecten van verenigingen zijn gericht op solidaire productie en consumptie, de

strijd tegen voedingsarmoede, het bewust maken van kinderen, het informeren van consumenten, ... Daarnaast voeren ook de gemeenten projecten: Agenda's 21, duurzame wijken, duurzame kinderdagverblijven, duurzame voedingsaankopen, ...

Ook worden er verschillende bewustmakingsacties voor scholen georganiseerd:

• Om scholen te ondersteunen die aan het project 'Duurzame kantines' deelnemen, heeft Leefmilieu Brussel een reeks affiches ontworpen ('seizoensfruit en -groenten', 'superman', ...), alsook een pedagogisch dossier 'Voeding op school, milieu op het menu'.

• Animaties voor scholen met als thema duurzame voeding worden aangeboden in pedagogische boerderijen. Deze animaties zijn meer bepaald gekoppeld aan de productie van de boerderij en de aanwezigheid van een moestuin .

• Verschillende vzw's verzorgen animaties in scholen - Apis Bruoc Sella, Rencontre des Continents, Green, Empreinte, Le Début des Haricots, ...

6.6.1 Doelstellingen Het aantal Brusselaars uitbreiden dat rekening houdt met duurzaamheid als het om voeding gaat.

• Bewust maken, informeren en opvoeden van alle Brusselse doelgroepen en erover waken dat kansarme bevolkingsgroepen aan deze verandering deelnemen en de aanpassing met anderen kunnen delen.

• Versterken van het zelfzorgvermogen van de bevolking en van de collectieve weerstand tegen minderwaardig voedsel en het systeem dat dit soort voedsel ondersteunt.

Aangezien vaste gedragingen - in het bijzonder op het vlak van voeding - vanaf de vroege jeugd ontstaan, wordt er een bijzondere aandacht besteed aan kinderen in kinderdagverblijven, scholen en jeugdbewegingen. Voedselverspilling van gezinnen verminderen met 2 kg per inwoner tegen 2014 en met 5 kg per inwoner tegen 2020 (Afvalstoffenplan 2010 – 2014).

Keukenafval op een ecologische manier beheren. Aanmoedigen van een gedecentraliseerde compostering, zowel op individueel als collectief vlak. Tegen 2014 zou 20% van de Brusselse bevolking moeten deelnemen aan de gedecentraliseerde compostering (Afvalstoffenplan 2010 – 2014).

6.6.2 Acties Alle in het voorafgaande voorgestelde acties dragen ertoe bij de consumptiestructuren aan te passen en dus ook een verandering van de vraag te ondersteunen.

Een beter zicht krijgen op voedingsgewoontenVoor gerichtere acties en communicatiecampagnes is het noodzakelijk om de kenmerken van de verschillende bevolkingsgroepen op het vlak van houding en gedrag ten opzicht van voeding precies

Page 25: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 25

vast te stellen. Deze informatie is ook nodig om de impact van het gevoerde beleid te kunnen bepalen.

• Kwalitatieve en kwantitatieve studies laten uitvoeren over de houding ten opzichte van voeding en het voedingsgedrag van de verschillende bevolkingsgroepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Acties inzake duurzame voeding in kaart brengen Om toe te zien op het betrekken van de kansarme bevolkingsgroepen en samen te werken met verenigingen die specifieke acties ontwikkelen voor deze doelgroep.

• Een inventaris van gevoerde acties inzake voeding voor een kansarm publiek opstellen en bijwerken, om deze acties, indien mogelijk, te kunnen afstemmen op het beleid inzake duurzame voeding.

Duidelijke ijkpunten inzake duurzame voeding ontwikkelen

• Duidelijke ijkpunten inzake duurzame voeding ontwikkelen (in samenwerking met de federale overheid, verwerkingsbedrijven en horecazaken die voor duurzame voeding gekozen hebben en met bestaande labels zoals het label ecodynamische onderneming).

• Consumenten informeren over verklaringen, logo's en labels die in de etiketteringen voorkomen (onder meer via de websites www.infolabel.be en www.observ.be).

Het grote publiek bewust maken rond de uitdagingen en praktijken inzake duurzame voeding

• De bewustmakingscampagnes voor duurzame voeding voortzetten: campagne rond de vier seizoenen, kalender over duurzame voeding, ...

• Het Brusselse publiek informatie over duurzame voeding aanbieden via de website van Leefmilieu Brussel (www.leefmilieubrussel.be) en via verenigingen.

• Een studie laten uitvoeren over de kostprijs van duurzame voeding, zodat consumenten concreet geïnformeerd kunnen worden.

• De bewustmakingsacties van de verenigingssector ondersteunen (bijvoorbeeld kooklessen), in het bijzonder van verenigingen die werken met kansarmen en kinderen.

• Bewustmakingsacties uitwerken met de voedselbanken en andere voedselhulpverenigingen: verdeling van recepten via voedselpakketten, ...

• Uitwisselingsprojecten op het vlak van voeding ondersteunen (intercultureel, intergenerationeel, ...).

• In het kader van het ondersteuningsprogramma voor plaatselijke Agenda's 21, bewustmakingsprojecten inzake duurzame voeding uitwerken in samenwerking met de gemeenten en de OCMW's, zoals de terbeschikkingstelling van percelen, de ondersteuning van SAGAL's en andere vormen van groepsaankoop, het delen van kooktips, ...

• Projectoproepen organiseren om de verschillende groepen actoren de kans te geven projecten inzake duurzame voeding te ontwikkelen.

• De organisatie van een beurs rond duurzame voeding voortzetten. Tijdens deze beurs kan de Brusselse bevolking kennismaken met alle actoren uit de sector van de biologische

Page 26: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 26

productie, verwerking en gastronomie. • Steun verlenen aan het vormen van een netwerk van duurzame voedingsactoren. • Een 'duurzaam' onderdeel uitwerken in het programma 2012, het jaar van de gastronomie,

door de verschillende projecten rond duurzame voeding te ondersteunen en in een coherent geheel op te nemen.

Duurzame voedingsaankopen ondersteunen

• Een systeem ter ondersteuning van duurzame aankopen ontwikkelen (bijvoorbeeld Eco-Iriskaart).

• Steun verlenen aan het vormen van een netwerk van actoren van de korte ketens (SAGAL). • Korte ketens bekendheid geven en de deelname aan korte ketens aanmoedigen.

Schoolpubliek bewust maken voor duurzame voeding

• Modules rond duurzame voeding uitwerken in de hulpmiddelen voor milieu-educatie van Leefmilieu Brussel.

• Leerlingen begeleiden die eten in een kantine die zich in de overgangsfase bevindt: animaties en verspreiding van aangepaste instrumenten.

• Een beroep doen op de bijdrage van de actoren inzake milieu-educatie: ontwikkeling en verspreiding van pedagogische hulpmiddelen, animatie in scholen, milieubeheer in scholen met oog voor voeding, buitenschoolse activiteiten, samenwerking met de gemeenschappen op het vlak van milieu-educatie gericht op duurzame voeding.

Bestrijden van voedselverspilling en voorkomen van afval

• De voedselverspilling in de detailhandel (onder meer bakkerijen) evalueren en de mogelijkheid onderzoeken om oplossingen in te stellen om die verspilling te beperken, in samenwerking met de sector.

• Bewustmakingsacties ontwikkelen op verkoopplaatsen, in samenwerking met de distributiesector.

• GreenCook-project - Transnational strategy for global sustainable food management, een Interreg-project met de volgende deelnemers: Espace Environnement (B), het OIVO (B), Leefmilieu Brussel (B), Nord-Pas de Calais (F), Artois Comm. (F), Ludwigsburg (D), Eurotoques, De Proeftuinen (NL), ISWA (D), Agrotechnology and Food Innovations (NL), GreenTag (B) en Fost Plus (B). GreenCook is een project dat gericht is op de reductie van voedselverspilling in Noordwest-Europa en verricht grondig werk over de verhouding tussen de consument en voeding.

• Een kwaliteitsvolle individuele compostering ondersteunen: organisatie van opleidingen rond composteren, terbeschikkingstelling van praktische gidsen, demonstratiestands, begeleiding door compostmeesters.

• De ontwikkeling van en de steun aan het netwerk van compostmeesters voortzetten. • De voortgezette opleiding van compostmeesters garanderen en modules rond duurzame

voeding in de opleiding integreren.

Page 27: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 27

• Wijkcompostering ondersteunen, onder meer door het toekennen van financiële middelen en het ter beschikking stellen van materiaal en begeleidend personeel.

• Een methodologische gids voor de ontwikkeling van projecten inzake wijkcompostering opstellen en verspreiden.

• Collectieve tuinprojecten en collectieve composteringsprojecten op elkaar afstemmen.

6.6.3 Actoren • Gemeenten • Boerderijen met een leerproject en La Ferme Nos Pilifs • Verenigingen: RABAD, OIVO, Réseau Eco-consommation, Rencontre des Continents, Le

Début des Haricots, Apis Bruoc Sella, Les Jardins de Pomone, Netwerk Bewust Verbruiken, Karikol, Bioforum, Nature et Progrès, Velt, EVA, Planète Vie, Réseau IDées, Espace Environnement, ...

• Kooklessen • Multiculturele verenigingen • FEVIA – Federatie voedingsindustrie • FEDIS – Federatie van distributieondernemingen • Facilitatoren: COREN, Comité Jean Pain, Worms, ...

6.7 Ontwikkelen van moestuinen en boomgaarden en installeren van bijenkasten in Brussel

Het ontwikkelen van moestuinen in de stad komt aan verschillende doelstellingen tegemoet: de productie van voeding voor eigen consumptie, recreatie en ontspanning, band met de natuur, aanleren van het ritme van de natuur, kennismaken met plaatselijke soorten, scheppen van solidariteit en gezelligheid. Daarom kunnen moestuinen beschouwd worden als een manier om het aanbod aan duurzame voeding uit te breiden, maar ook als een methode om de bevolking bewust te maken rond een duurzamer voedingsgedrag.In het kader van de ontwikkeling van moestuinen in Brussel moet er rekening worden gehouden met meerdere elementen.

• De vraag naar percelen is veel groter dan het aanbod ervan. Er zouden nieuwe percelen kunnen worden aangelegd, in het bijzonder in de groene ruimten die door Leefmilieu Brussel of de gemeenten worden beheerd. Ook sommige bouwterreinen met een precair gebruik zouden op basis van heel duidelijk overeenkomsten als moestuinen kunnen worden gebruikt. De mogelijkheid om andere ruimten, zoals daken, terrassen en gevels, te gebruiken, moet worden onderzocht.

• De kwaliteit van de groenteteelt is rechtstreeks verbonden met de bodemkwaliteit. Het telen in bakken met gecontroleerde kwaliteitsgrond is een 'gezond' alternatief wanneer de kwaliteit van de teeltgrond niet geëvalueerd kon worden of onvoldoende is en er geen aanvaardbare oplossing gevonden kan worden om de kwaliteit van de grond te verbeteren.

• Groepen burgers, scholen en gezinnen die een moestuin willen aanleggen, hebben meestal een gebrek aan kennis en bekwaamheden op het vlak van milieuvriendelijk tuinieren. Daarom is het noodzakelijk om begeleiding en relevante informatie ter beschikking te stellen. Zo worden beginnersfouten voorkomen en methoden gebruikt met een minimale

Page 28: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 28

impact op het leefmilieu. • Hoewel er verschillende verenigingen bestaan die begeleiding bieden bij het opstarten van

een collectieve of schoolmoestuin, ontbreekt er een structuur die de acties op dit vlak coördineert, ondersteunt en in een netwerk integreert, alsook tips en praktische hulpmiddelen ter beschikking stelt.

• Voor de openbare of collectieve moestuinen ontbreken er juridische en planningshulpmiddelen om de bescherming en de verduurzaming van de moestuinen te garanderen en om de relaties tussen de verschillende betrokken actoren (eigenaar, beheerder, gebruiker) te beheren.

6.7.1 Doelstellingen• De ontwikkeling van moestuinen en boomgaarden in de stad ondersteunen als plaatsen

voor bewustmaking, educatie en sociale relaties, maar ook als plaatsen voor voedselproductie.

• Waken over de milieuvriendelijkheid van de stedelijke groenteteelt en over de volksgezondheid.

6.7.2 ActiesOntwikkelen van moestuinen

• Een inventaris opstellen van de bestaande moestuinen en potentiële ruimten voor de aanleg van moestuinen.

• De mogelijkheid onderzoeken om groenten te telen op daken en de ontwikkeling ondersteunen van deskundigheid inzake groenteteelt in de stad, in bakken, op daken, op gevels, ...

• De mogelijkheid onderzoeken om groente- en fruitsoorten aan te planten in de openbare ruimten, in plaats van niet-eetbare soorten.

• De kwaliteit evalueren van de gebruikte gronden of van gronden die voor groenteteelt zouden kunnen worden gebruikt (stockaanbesteding voor bodemanalyse).

• De ontwikkeling van nieuwe moestuinen ondersteunen in de groene ruimten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd.

• Innoverende en demonstratieprojecten ondersteunen, meer bepaald om de mogelijkheid te onderzoeken om planten te telen in een stadsomgeving, in bakken op terrassen, balkons en gevels.

• Een juridisch kader uitwerken dat aan de openbare en collectieve moestuinen is aangepast (contract betreffende de terbeschikkingstelling, ...).

Stimuleren en ondersteunen van de ontwikkeling van moestuinen

• De terbeschikkingstelling van moestuinpercelen in de groene ruimten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd coördineren en begeleiden; het administratieve beheer verbeteren; de voorzieningen uitbreiden en verbeteren; een regelmatige aanwezigheid op het terrein garanderen.

• Ondersteuningsmiddelen ontwikkelen voor collectieve moestuinen: financiële ondersteuning voor start- en begeleidingsinvesteringen en deze ondersteuning verbinden aan het volgen

Page 29: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 29

van een opleiding door een of meerdere schakelpersonen binnen de vereniging. Na een beginperiode zouden deze personen de begeleider kunnen helpen bij het vervullen van zijn animatieopdracht.

• Het uitwisselen van ervaringen ondersteunen door een netwerk van collectieve moestuinen op te richten (via een moestuinfacilitator).

• Ondersteuningsmiddelen ontwikkelen voor schoolmoestuinen: financiële ondersteuning voor startinvesteringen en technische en pedagogische begeleiding.

• Samenwerkingen aanmoedigen (tussen scholen en buurthuizen, verenigingen, ...) om de continuïteit van de moestuinen te garanderen, onder meer tijdens de vakantieperioden.

• Informatiemiddelen ontwikkelen voor de ondersteuning bij de opstart en het onderhoud van een stadsmoestuin. Deze hulpmiddelen zijn bedoeld om verschillende doelgroepen (collectiviteiten, groepen burgers, gezinnen en scholen) een antwoord op specifieke vragen rond het telen van groenten in de stad te geven. De hulpmiddelen zijn onder meer gericht op het ondersteunen van groenteteelt in potten, bakken op terrassen en balkons, muren en daken (hulpmiddelenaanbesteding).

• Een helpdesk oprichten om de vragen van moestuinhouders te beantwoorden. • De voorwaarden identificeren voor de aanleg van een moestuin als hobby (via een enquête) • Het stadstuinieren bij de bevolking bekendmaken en bevorderen:

bewustmakingscampagnes en -acties, starterskits, demonstratiestands op evenementen, lessen en demonstraties in stadstuinieren, organiseren van een moestuinwandeling (aanleggen van moestuinen langs de Groene Wandeling), uitbreiden van de actie Proef Brussel, ...

• Stadstuiniers inlichten over de manier waarop zij hun oogst kunnen bewaren en gebruiken (conserveren en andere bewaartechnieken, recepten).

• De opportuniteit en de mogelijkheden onderzoeken om een of meerdere plekken te creëren die kan of kunnen dienen voor demonstraties, bewustmaking, opleiding en vorming en die voor alle Brusselaars toegankelijk is of zijn. Zulke plekken zouden kunnen worden ingericht in animatieboerderijen, scholen en in de openbare parken en andere ruimten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd.

Toezien op het milieuvriendelijke beheer van moestuinen

• Een charter voor het duurzaam beheer van de moestuinen opstellen. Dit charter zou door alle groentetelers die geweststeun ontvangen moeten worden ondertekend.

• Systematisch integreren van de principes van milieuvriendelijk moestuinbeheer in de informatie- en opleidingshulpmiddelen inzake stadstuinieren.

• Erover waken dat de door de media verspreide informatie rekening houdt met de principes van het ecologisch tuinieren (bijvoorbeeld het tuinprogramma dat in de Massarttuin wordt gefilmd en door RTBF wordt uitgezonden).

• Campagnes voeren over de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van pesticiden en over het bestaan van alternatieve middelen, onder meer in het kader van de Week zonder pesticiden.

Opleiding rond stadstuinieren

Page 30: Voor een duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk ... · leefmilieu, de maatschappij, de economie en de cultuur. 2.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact Een derde

Actieprogramma ter bevordering van duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 30

• De bestaande opleidingen inzake stadstuinieren bekendheid geven. • Opleidingen organiseren rond stadstuinieren, onder meer in het kader van het netwerk van

collectieve moestuinen, alsook lessen stadstuinieren voor het grote publiek. Het opleidingsaanbod variëren (niveau, doelgroepen, geografische ligging, theorie en praktijk) om een gediversifieerd publiek te bereiken.

• Opleidingen organiseren voor beheerders die zijn belast met de inrichting en het onderhoud van parken en andere groene ruimten, meer bepaald om hen te informeren over de mogelijkheid om in de openbare ruimten eetbare soorten aan te planten.

• Elementen inzake stadstuinieren opnemen in de opleiding tot compostmeester. Ontwikkelen van stedelijke bijenteelt

• Bijenkasten installeren in de groene ruimten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd. • De opleidingen inzake bijenteelt bekendheid geven. • De ontwikkeling ondersteunen van een collectief merk 'Brusselse honing'. • Demoprojecten ondersteunen (bijvoorbeeld Apis Bruoc Sella, Le Début des Haricots, ...).

6.7.3 Actoren (niet-exhaustief)• Leefmilieu Brussel • Gemeenten • Verenigingen: er zijn verschillende verenigingen actief in de Brusselse sector van het

stadstuinieren, namelijk verenigingen van hobbytuinders, verenigingen die een collectief moestuinproject dragen of verenigingen die het stadstuinieren begeleiden en ondersteunen.

• Volkstuinen van Jette: beheer van 100 percelen, binnenkort komen er 130 nieuwe bij.• Le Début des Haricots: animatie in scholen en begeleiden van collectieve moestuinen.• Eco-innovation: gemengd project rond stadstuinieren in Anderlecht, groenteteelt in

bakken.• Les Jardins de Pomone: conservatorium van vergeten groenten en lessen tuinieren.• Nature et Progrès: begeleiden van biologische productie- en tuinierprojecten.• Karikol, slowfoodconvivium: van moestuin tot keuken, actie Proef Brussel.• Apis Bruoc Sella: bewustmaking rond biodiversiteit op het vlak van voeding en

honingproductie.• Paul Duvigneaudcentrum: inwijding tot stadsecologie.• ...

• Animatieboerderijen: voor kennismaking en educatie, maar ook productie (CRIE in het Tournay-Solvaypark en de Hoeve van Ukkel, Kinderboerderij van Jette, La Ferme du Parc Maximillien, La Ferme Nos Pilifs, Petit Foriest, La Ferme urbaine).

• Institut Redouté-Peiffer: onderwijs van de Franse Gemeenschap, voltijds middelbaar onderwijs, technisch en beroepsonderwijs in tuinbouwtechnieken.