Void magazine

48
# 1 / DECEMBER 2010 ERWIN VANMOL ANNELIES VANYCKEN DOOREMAN EDELWEISS TITI + THE GERMAN KIND

description

opdracht atelier grafische

Transcript of Void magazine

Page 1: Void magazine

#1/ DECEMBER 2010

ERWIN VANMOL

ANNELIES VANYCKEN

DOOREMAN

EDELWEISSTITI + THE GERMAN KIND

Page 2: Void magazine

2 VOID MAGAZINE

ED

ITO

RIA

L December, traditioneel de feestmaand van het jaar. Voor mij is het ook elk jaar een beetje de feestmaand voor de grafisch ontwerper. Overal in het straatbeeld ontspruiten her en der grafische ontwerpen, van versierde kerstbomen tot raambeschilderingen. Als ik ‘s morgens de brievenbus ga ledigen heeft onze postbode deze ook alweer gevuld boordevol grafisch sterke en minder sterke kerstkaartjes.

Deze maand zit ons magazine dan ook vol met interviews van bruisende persoonlijkheden, nog bruisender dan de allerbeste fles “bub-bels” die 31 december omstreeks 00:00 u zal ontkurkt worden. Grafisch ontwerpers, fotograven, cartoonisten, typograven, mode-ontwerpers; ze passeren allen de revue. De grafische wereld is heel breed en ons feest-nummer is dan ook breder dan anders.

We kozen deze maand bewust voor een di-versiteit aan mensen, daarmee willen we nog maar eens benadrukken dat onze grootste verlangens en wensen voor het jaar 2011 zijn dat iedereen meer in harmonie zal leven met elkaar, dat we niet opnieuw zullen moeten lezen in onze dagbladen welke gruwelijke dingen er die dag weeral gebeurd zijn. Dat is wat we dan ook iedereen wensen: een har-monieus en zalig kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar!

EN UITGAVE VANHogeschool Gent KASKJozef Kluyskensstraat 2 BE-9000 Gent T 32(9) 267 01 00www.kask.be

HOOFDREDACTEURValeriya Borisova

VORMGEVINGValeriya Borisova

LETTERTYPE'SFamilie Univers

DRUKKERIJQualicopyMaaltebruggestraat 169B- 9000 GentTel.: 09/222 40 18Fax: 09/220 25 99

VOID ARTIKELSValeriya BorisovaRosaline FiemsNaomi Van HauwermeirenVan Assche Sofie

IN OPRDRACHT VAN:Marc PopelierBieke Deuydt

Page 3: Void magazine

VOID MAGAZINE 3

INHO

UDEDELWEISSJan Matthys & Mich Van Den Berghe

TRANS-IDGrafisch ontwerpster Annelies Vanyecken

4

33

23

12

EXPERIMENTOndek je eigen fantasie

20

+ SEARCH FOR TALENTDmitry Ligay

TITI + THE GERMAN KINDVan krabbeltjes en eigenzinnigheid tot een eigen kledinglijn

GERT DOREMANTypograaf

+ SPOT ON TYPOGRAPHYHouse of holland

ERWIN VANMOLVlaamse cartoonist doet spraakmakende ontdekking

27

38 46

Page 4: Void magazine

4 VOID MAGAZINE

Annelies Vaneycken vervolledigde haar

studies aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel met een

post-graduaat in 'Nieuwe Media' aan het Sandberg

Instituut te Amsterdam. In 1999 richtte ze het grafisch

bureau Trans-ID op, waar ze tot op heden werkt als grafisch

ontwerpster. Naast haar vormgevingswerk voor klanten, is

ze geïnteresseerd in het auteurschap van haar beroep, daar

waar het raakvlakken heeft met andere disciplines en met

maatschappelijke bekommernissen. Dit verwerkte ze in

zelfgeïnitieerde projecten als Julie

& Mélissa (W139, Amsterdam,

1999), Expedition Francka (CC

Strombeek, 2008, i.s.m. Filip Van

Dingenen), Beautiful Dirt (CC De

Markten, Brussel, 2009) en Erasing

Intimacy (Koninklijk Museum voor

Kunst & Geschiedenis, Brussel, 2010).

interview door borisova valeriya

TRAN

S-ID

of visueel reporter?

Een grote witte ruimte met hier en daar attribu-

ten rondslingerend op de grond, enkele foto’s en

projecten hangend aan de muren. Een werktafel

met daarachter grafisch ontwerpster Annelies Va-

neyken die klaar was mijn spervuur aan vragen

te beantwoorden. Dit beeld kreeg ik na een lange

treinreis en een slopende zoektocht naar Recy-

cleart te Brussel uiteindelijk dan toch te zien.

Visueel communicator

GRAFISCH ONTWERP

Page 5: Void magazine

VOID MAGAZINE 5

of visueel reporter?

moesten we normaal gezien een basic website maken, maar ik was tijdens die periode drie maanden in Milaan voor mijn scriptie over grafisch ontwerp en mode. Voor m'n eindwerk verzorgde ik de gra-fische vormgeving voor modeontwerper Bernard Willhelm. Ik voelde dat ik van webdesign, interaction design en andere nieuwe media nog niet zoveel afwist, en wilde dit gemis invullen. Ik heb toen besloten om een post-graduaat te doen in Nieuwe Media in het Sandberg insti-tuut in Amsterdam. Ik denk vooral dat ik het ook deed om een andere cultuur te exploreren. Ik vond het ook heel interes-sant omdat er een mix van internationale studenten aanwezig was. Waarom ging jou keuze naar Amster-

dam? Zijn er verschillen in de opleiding

tussen België en Nederland?

Andere instellingen waren zeker een optie zoals The Royal College in London of Fabrica bij Venetië. Zwitserland was ook een mogelijkheid omdat zij — net zoals Nederland — een lange traditie in grafisch ontwerp hebben. Omdat het Sandberg In-stituut in Amsterdam een postgraduaat in “nieuwe media” aanbod, dat toen (1998) innoverend was — en ik daar nog geen kaas van gegeten had — ben ik uiteinde-lijk daarvoor gegaan. Je was nog aan het studeren in nieuwe

media en grafisch ontwerp, ook had je

jou eigen bureau opgericht en in die

tijd gaf je al les aan de Hogeschool Sint-

Lukas Brussel. Kan je dat even verdui-

delijken hoe je dat gecombineerd hebt?

Ik volgde een post master om mij speci-fiek in iets te verdiepen, gelijktijdig nam ik hier en daar kleine grafische projecten aan om mijn studies en verblijf te kunnen vergoeden. Het was een logische groei naar een eigen grafisch bureau. Plots kwam de vraag vanuit Hogeschool Sint-Lukas Brussel om een docent tijdelijk te vervangen. Omdat het lesgeven me beviel heb ik achteraf gesolliciteerd op een open betrekking. Het lesgeven was maar een dag per week maar lesvoorbe-reidingen vragen inderdaad extra tijd. Het

Wat doe je hier precies in Recyclart?

Recyclart biedt mij een residentie aan, een plek waar ik kan werken aan mijn 'Repórter sem Beiras' project. Repórter sem beiras is een zelf geïnitieerd project over de eenzijdige negatieve perceptie over de bewoners van de Braziliaanse sloppenwijken. Het project 'Repórter sem Beiras' wil een mogelijk antwoord geven op de vraag naar de rol van de gra-fisch ontwerper bij het ombuigen van dit negatief beeld naar een meer ruime in-terpretatie van de bewoners en hun leef-wereld. Als 'Social Designer' heb ik een intermediaire rol tussen de Favela en de buitenwerelden, ik treed op als een soort (visuele) tolk van de favelabewoners naar de buitenwereld toe. Hiermee hoop ik bij te dragen tot een meer open beeldvor-ming over de favela, bij de Braziliaanse middenklassen en de rest van de wereld. Elke maand heb ik een presentatie waar ik mijn artikels per thema publiceer; en dit in verschillende vormen van het medium 'de krant'. Deze maandelijkse presentaties zijn publiek en aan de hand van mensen hun reactie op mijn work-in-process kan ik mijn werk nog bijschaven. Het de bedoeling dat er kranten op groot formaat maak met persoonlijke en visu-

ele verhalen over het dagelijks leven van de mensen in de Favela's (Braziliaanse sloppenwijken). Deze muurkranten zal ik ophangen in de straten van Rio de Janeiro. Daarnaast komen er ook kranten op kleiner formaat die ik aan de midden-

klasse op het strand zal verdelen. Ook in Brussel komt er een tentoonstelling, dit zal pas voor Oktober 2011 zijn. Het is een project dat ik zelf geïnitieerd heb, ik werk er nu al 2 jaar aan, pas achteraf hebben de mensen van Recyclart mij deze plek aangeboden.

Je hebt in 1998 BA gehaald in Sint-

Lukas. Wat was de reden om nog mul-

timedia er bij te doen?

Eigenlijk heb ik op Sint-Lukas Brussel een master behaald, het was vier jaar. Ik studeerde af als master in de Beeldende Kunsten, in de opleiding 'grafisch ont-werp', hetgeen toen nog 'Toegepaste Grafiek' heette. Toen ik afstudeerde deed internet zijn opmars. In mijn afstudeerjaar

Grafisch ontwerp is een passie voor mij //

Page 6: Void magazine

6 VOID MAGAZINE

Zoom Booklet

10 Days Indonesia poster

Sint-Lukas Info 2010 Booklet

was hard werken, en ik had weinig vrije tijd. Dat is nu nog steeds zo. Omdat ik grafisch ontwerp graag doe, vind ik het helemaal niet erg om er zoveel tijd in te steken. Ik kijk geen TV en spijtig genoeg neem ik veel te weinig een goed boek vast. Grafisch ontwerp is een passie voor mij.

Heb je nog voor je je eigen grafisch

bureau oprichtte gewerkt voor privé

bedrijven?

Nee, ik heb enkel stage gedaan van twee weken. Na die stage wou ik niet in een grafisch bureau gaan werken omdat ik daar moest luisteren naar een overste. En ik ben een persoon die eigen ding wil doen op mijn eigen manier.

Dus je bent direct zelfstandig begon-

nen en vond je dat geen groot risico

als net afgestudeerde?

Dat was een risico en ook geen risico. Ik denk dat als je het wil, je dat gewoon moet proberen. In het begin deed ik kleinere jobs en dan volgde de rest. Dat maakt deel uit van het natuurlijke proces. Toen je juist zelfstandig begon hoe

heb je het aangepakt om jou bekend

te maken? Heb je reclame gemaakt?

In het begin heb ik gedacht om reclame te maken voor m'n activiteiten als gra-fisch ontwerper maar er was veel werk en ik nam er geen tijd voor. Als grafisch ontwerper ben je vaak bezig met pro-motie te maken voor andere bedrijven en hecht je te weinig belang aan die van je eigen bedrijf. Grafisch ontwerpers zijn te weinig bezig met hun eigen identiteit naar buiten toe te profileren. De eerste drie jaar ben ik daar weinig mee bezig geweest. Maar op het moment dat ik ben gaan samenwerken met de familie van Ian Borcic — mijn toenmalige werk - en privé-partner — die in London en Zagreb gevestigd waren, zijn we bewust over de identiteit van ons grafisch bureau gaan nadenken. Ian Borcic is afkomstig uit Kroatië, uit een familie van grafische ontwerpers. Zeljko Borcic — zijn vader — was reeds lange tijd grafisch ontwerper

in Zagreb; Vanessa Borcic — zijn zus — was net gestart met freelance werk in Londen en zijn jongere broer, Luka Borcic, startte net de opleiding grafisch ontwerp aan de Rietveld academie te Amsterdam. Zijn vader was gespecialiseerd in bran-ding en marketing. Zijn zus werkte in interaction design en wij waren een mix van interaction design en drukwerk. Toen zijn we beginnen spelen met het idee om de drie locaties te verbinden en samen te werken. Aan de hand van een workshop probeerden we te bepalen wat onze visie en missie is, waar we naartoe wilden, welk soort klanten willen we wilde aan-spreken. Dat hebben we dan vertaald in onze huisstijl. We hebben lang gezocht achter een goede naam en uiteindelijk besloten om 'Trans-ID', de naam van het grafisch bureau dat Ian en ik in Brussel hadden, te behouden als naam voor de drie studio locaties samen. 'Trans-ID' staat voor identiteiten in transfer of trans-formatie; voor het verrijken van je iden-titeit (ID) door aanraking van andere cul-turen en andere vormen van perceptie. Dat was eigenlijk de titel van mijn afstu-deerproject aan het Sandberg Instituut, een interactieve installatie waar ik een nieuw virtueel land had ontworpen, be-

Ik ben een persoon die eigen ding wil doen op mijn eigen manier //

Page 7: Void magazine

VOID MAGAZINE 7

Kwintessens Magazine

Hiawatha Magazine

staande uit Nederland, Kroatië en België. Het was een kaart waar de karakteristie-ken op een interactieve manier ontdekt konden worden. De karakteristieken van het nieuw virtueel land was een mix van de eigenheid van elk van de drie andere landen, zoals bv. meertaligheid in België. De samenwerking is gestopt in 2006 toen de relatie stopte met mijn toenma-lige vriend. Sindsdien werk ik alleen. Er is werk genoeg dus neem ik geen tijd om aan promotie te doen, vaak is er te weinig tijd om de website met regelmaat te updaten. Hoe werd je bekend bij de klanten?

Kwam het pas later?

Het was eigenlijk een vrij spontaan proces. In Nederland had ik al opdrach-ten voor mensen die mij kenden, je doet een job en het wordt doorverteld aan anderen; van het een komt het ander. Zo werkte ik bvb. samen met een bevriende tekenaar, Wouter Krockaert, aan een eerste project voor het muziekinstrumen-tenmuseum hier in Brussel. Ze waren te-vreden en dus bleven ze mij terugvragen, zo we hebben jaren lang samengewerkt.Waaruit haal je je inspiratie?

Uit vele diverse zaken, maar indrukken

uit andere culturen zijn voor mij toch wel heel belangrijk. Ik reis graag en, dat laat me toe om met andere ogen naar dingen te kijken. Ik probeer die bril hier in België ook op te houden; om met andere ogen naar de realiteit te kijken. Natuurlijk haal ik ook inspiratie uit de grafische wereld. Hoe verwerk je jou ideeën? Zet je die

eerst op papier of maak je een soort

van collage in je schetsboek of begin

je direct met de computer te werken?

Ik heb een schetsboek. Het is belangrijk voor mij om eerst een gesprek te hebben met de klant, om af te tasten wie zijn en waar willen ze naartoe; wat hun vraag of nood is. Ik vind het belangrijk dat ik even stil sta bij hun vraag: klopt het wel of hebben ze misschien nood aan iets anders dan dat ze vragen? Dan komt een fase van documentatie en research en een zoektocht naar ideeën. Vervolgens schrijf en teken ik in mijn schetsboek, maar voor ik het uitwerk op de computer maak ik wel eerst een schets ter visua-lisatie. Wat zijn belangrijke invloeden op jou gra-

fisch werk? Wie is je grote voorbeeld?

Ik denk Tibor Kalman. Omdat hij heel

Trans-ID staat voor identiteiten in transfer of

transformatie //

Page 8: Void magazine

8 VOID MAGAZINE

hard bezig was met sociale belangen. Elk jaar gaf hij voor zijn klanten een relatie-geschenk en dat was altijd gerelateerd aan het goede doel. Het feit dat hij zijn eigen stempel van zijn persoonlijkheid kon meedragen, vind ik belangrijk. Ook de visual essays die hij gerealiseerd heeft voor de columns voor het Colors magazine van Benetton. Daarnaast haal ik invloeden uit mensen die hun ding doen, maar dat kan ruim zijn en andere disciplines betrekken. Ik heb geleerd om buiten de grafische wereld te kijken. Ik vind het bvb. belangrijk om naar mo-deontwerper — zoals Martin Margiela, architecten — zoals Rem Koolhaas, of fotografen te kijken. Als je momenten zonder inspiratie hebt.

Hoe pak je deze aan?

Gewoon iets anders doen. Ik voel vaak dat ik niet genoeg voedsel in mijn hoofd heb. Ik laat het gewoon los en ga ten-toonstellingen bezoeken of eens wande-len in het bos. Dan kan je het vanuit een ander inzicht bekijken. Werk je uitsluitend met computer

of gebruik je andere media, tekenen,

schilderen, foto’s als je opdrachten van

klanten krijgt? Ik heb op jou site maar

weinig tekeningen gezien.

Nee. Maar ik doe het graag hoor. Het is een feit dat ik weinig illustreer en dat is waarschijnlijk omdat het veel tijd in beslag neemt. Dus soms moet je een beetje afwegen; passie tegenover inko-men. Als je 3 dagen aan een tekening zit en je wordt er maar een halve dag voor betaald dan moet je economische beslis-singen maken.

Op de site Trans-ID heb ik veel schone

werken gezien van jou. Hoe ga je te

werk om bijvoorbeeld deze folder te

maken, als je zo een opdracht krijgt?

Dit boek draagt de titel “Salle des pas perdus” en gaat over 'sans-papiers'; over mensen zonder papieren die hier officieel niet kunnen verblijven. Het gaat over be-wegingsvrijheid van bepaalde mensen. Het is een project van kunstenares Ann Van de Vyvere die onder het naam Irma Firma werkt. Ze heeft, samen met Pablo

Castilla een Spaanse fotograaf, een reeks van wandelingen gemaakt als onderzoek naar de grenzen van bewegingsvrijheid. Deze wandelingen werden gefotogra-feerd en in het boek opgenomen. Ach-teraan het boek zit een audio-CD; een muziekcompilatie van Wim Lots rond hetzelfde thema. Hoe ga ik te werk? Ik heb geprobeerd om het thema bewegingsvrijheid en grenzen te vertalen in de grafische vormgeving. Vooral in de cover — tevens de aandacht-strekker van het boek — is het thema voelbaar: de uitsneden van de letters van de titel functioneren als grens. Wanneer is een tekst of een titel leesbaar? Wat zijn de grenzen van leesbaarheid? Het feit dat je er kan doorkijken door de letters en hierdoor slechts voor een deel van de fotoreeks in tumbnail patroon kan zien, heeft ook een begrenzing in zich. Het is tevens een doorkijk naar de wereld (inhoud) van het boek, en relateert naar de 'sans-papiers' die hier al dan niet een toegang krijgen tot een andere wereld.

Zijn er opdrachten die je liever doet dan

andere? Zoals het ontwerpen van een

poster, een boek lay-out, een logo?

Er zijn projecten die ik liever doe dan

anderen, maar dat is daarom niet me-diumgebonden. Of het nu een boek of een ruimte is, maakt weinig uit... als de inhoud van het project op zich me maar interesseert. Er zijn projecten die ik liever doe dan anderen, maar in principe neem ik enkel de projecten aan die ik graag doe, dus ik doe ze eigenlijk allemaal graag! Ik doe zelden projecten omdat ik het geld nodig heb. Vaak steek ik meer tijd in een project dan dat ik ervoor betaald ben en vaak kies ik ervoor om een project aan te nemen dat minder goed betaald is maar waar ik me toe aangetrokken voel, en laat ik een beter betaalde job hiervoor staan. Ik ben dan ook geen goede zaakvoerder, eerder een gepassioneerde idealist. Ik maak liever boeken dan huisstijlen; webdesign heb ik afgebouwd, het is mij vaak te technisch; het evolueert te snel. Maar uiteindelijk kan alles leuk zijn, het is maar hoe je het zelf benadert of inkleedt.

Buiten Trans-ID heb je zelf uitgegeven

werk. Kan je daar meer over vertellen?

Ik heb inderdaad zelfgeïnitieerde pro-jecten en die gaan meestal over andere culturen; over perceptie van 'het andere', imagovorming, en persoonlijke blikken. Af en toe heb ik de noodzaak minder

Salle des pas perdus

Page 9: Void magazine

VOID MAGAZINE 9

projecten voor klanten aan te nemen en te verademen in m'n zelfgeïnitieerde pro-jecten. Mijn expeditie met Francka was zo een project en nu ben ik bezig met “Réporter sem Beiras”. De bedoelingen van die projecten zijn zowel via woord en/of beeld eigen berichten de wereld in te sturen.

Wat is jou beste werk waar je het meest

trots op bent?

Oei daar heb ik nog niet over nagedacht. Het zal nog moeten komen vermoed ik. Ga je dan alleen of werk je samen met

andere kunstenaars? Zoals jou Expedi-

tie met Francka?

Omdat ik mij interesseer in andere cul-turen, reis ik heel vaak. Maar reizen zijn iets anders dan mijn zelfgeïnitieerde projecten. Ik reis graag alleen omdat je dan zoveel meer interactie hebt met je omgeving, ook al ken je de taal niet. Ik loop dan geconcentreerder rond en je observeer veel mee. Je bent minder met andere mensen aan het praten en daarom heb je meer tijd voor het land of de cultuur zelf. Maar inderdaad voor het project “Ex-pedition Francka” heb ik met beeldend kunstenaar Filip Van Dingenen hij is beel-dend kunstenaar dus hij kijkt anders op de zaken en communiceert anders dan grafische ontwerpers. We hadden heel interessante discussies, verschillende meningen om van daar een soort visie te maken. Omdat ik soms iets moest

veranderen of hij moest soms iets ver-anderen en daar worden wij beiden rijker van in onze ontwerpen. Ik wil eigenlijk ook graag eens met een schrijver en een fotograaf samenwerken.Heb je er ooit aan gedacht om naar Rus-

land te gaan?

Ja eigenlijk wel. Ik probeer al drie jaar naar

Odessa (Oekraïne) te gaan, maar dat is niet echt Rusland. Er is misschien een plan dat ik ergens in de winter in Siberië zou kunnen zijn voor een project, maar het ligt nog niet vast. Misschien een plek die nog niet op de toeristische kaart van Rusland staat. Welke advies kan je me nog geven als

leerling in grafische sector.

Enerzijds doen waar je zin in hebt, je zal merken dat de fusie van nieuwigheden in combinatie met je eigen input heel rijk kan zijn. Anderzijds veel uitproberen, veel invloeden gebruiken en gewoon niet teveel denken maar doen. Doen waar je zin in hebt.

Fotos van recente reizen naar Albanie (2007), Brazilie

(2008), Georgie (2009) and India (2010).

Ik reis graag en dat laat me toe om met andere ogen naar dingen te kijken //

Page 10: Void magazine

10 VOID MAGAZINE

ALL YOUR FONTS BELONG TO US

www.fontstruct.com

Page 11: Void magazine

VOID MAGAZINE 11

FontStruct lets you quickly and easily create fonts constructed out of geo-metrical shapes, which are arranged in a grid pattern, like tiles or bricks.

Once you’re done building, FontStruct generates high-quality TrueType fonts, ready to use in any Mac or Windows application.You can keep your creations to yourself, and you can check the other user’s “FontStructions”. Explore the Gallery of fonts made by other FontStruct us-

ers and download them or even copy them and make your own variations.

http://fontstruct.com/gallery

Build and share fonts for free Top downloads:

structurosa

struktur

MUNNI TAALL

TFa SquareSans

LETRA libre

PLUMP

ScratchStrata DotsKAPUTT

Legorama

Queen Mab

Boxy 1fs the i

FOLDSTRUCTSTRUCTUROSA SCRIPT

xtude

Page 12: Void magazine

12 VOID MAGAZINE

FOTOGRAFIE

EDELWEISS

Met mijn stalen ros rijd ik door de poort die uit-

geeft op het huis waar Jan Matthys, een van de

twee fotografen, in woont. Achter mij hoor ik kin-

deren die op straat spelen verwonderd vragen of

ik hier woon. Even later zit ik in de woonkamer,

waar de kat des huizes zich installeert op mijn

jas. Ook de twee heren van Edelweiss nemen

plaats en nu iedereen à l’aise.

Nog maar enkele jaren een echt fotocollectief, maar

al meer dan twintig jaar vrienden, de jodelaars van

edelweiss. Een betere basis voor twee nauw samen-

werkende fotogra-

fen is haast niet in te

beelden. Tenzij dan

de liefde voor kitsch.intervieuw door rosaline fiems

Jan Matthys & Mich Van Den Berghe

Page 13: Void magazine

VOID MAGAZINE 13

Wat hebben jullie precies gestudeerd?

Jan Matthys: Mich heeft filosofie gestu-deerd en is nu leraar zedenleer op de Ot-togracht in Gent. We waren al een tijdje geïnteresseerd in fotografie en rond ons zevenentwintigste hebben we in avond-onderwijs fotografie gestudeerd op het KASK.

Hoe vullen jullie elkaar aan in het sa-

menwerken?

Jan: Eigenlijk vullen we elkaar niet aan. (lacht) Het probleem is dat we alletwee net hetzelfde kunnen. Meestal doen mensen die samenwerken iets verschil-lend, de ene is fotograaf, de andere gra-fisch ontwerper. We zijn alletwee geen grote photoshoppers. Maar op een set kun je gewoon niet alles zelf doen, daar-mee dat we elkaar beginnen vragen zijn voor hulp tijdens projecten. We zijn niet elkaars assistenten, we doen de dingen gewoon vaak samen. Dat kristaliseert een bepaalde stijl uit en na verloop van tijd doe je gewoon alles samen.

De omschrijving bij jullie deelname

aan de Canvascollectie luidde als volgt:

Mich Van Den Berghe en Jan Matthys

maken samen foto’s onder de naam

Edelweiss. Het zijn steeds enscenerin-

gen waarin magie en banaliteit centraal

staan. De magie in de beelden zie ik, de

banaliteit iets minder.

Mich Van Den Berghe: Het is vaak een soort magisch realistisch gegeven. Het werk van de Kopergietery bijvoorbeeld: gewone mensen worden haast surreëel door het gebruik van dat flitslicht. We werken ook vaak op locatie en de banale werkelijkheid wordt uitgelicht door een paar speciale elementen die een gevoel van vervreemding creëren. Jan: Dat geldt zeker voor die foto’s uit de Canvascollectie. Op die foto’s heb je een twee keer een ouder koppel, een homo-seksueel koppel, Mich zijn grootouders die met vreemde activiteiten bezig zijn…Mich: Die zijn allemaal bezig met banale bezigheden, maar door er een draai aan te geven krijgen ze wel iets poëtisch.

De saaiste modellen

zijn misschien mensen

van onze leeftijd

Hoe zoeken jullie modellen?

Mich: Dat zijn meestal mensen in onze omgeving die een goeie kop hebben.

Gaan jullie mensen op straat gaan aan-

spreken?

Mich: Een enkele keer, we moeten dan al met iets zeer specifiek type in ons hoofd zitten. Meestal zijn het vrienden, of vrien-den van vrienden. Dat werkt dan ook helemaal anders. Voor de reeks Insomnia in de Goedele bijvoorbeeld, hebben we Kamiel genomen, een buurman. Hij doet dat met veel plezier.Jan: Vaak inspireren we ons ook een beetje op de mensen zelf. Soms vragen we mensen, soms werken we ons idee uit aan de hand van die mensen. Je geeft een draai aan een situatie waar-door ze iets bevreemdends krijgt, en door een paar elementen toe te voegen bij die modellen of ze een bezigheid te geven die niet alledaags is, komt dat vreemde bij mensen naar boven. Vaak gaat de foto over die mensen.

Was het dan moeilijker om foto’s in op-

dracht voor De Standaard te maken,

toen jullie een Romeins buffet met al-

lemaal bekende Gentenaars uitbeeld-

den?

Jan: Goh. Bruno Matthys, voorzitter van de socialisten in Oost-Vlaanderen, staat er op. Luc De Vos ook, hij is een goeie vriend van Bruno, die ook een restaurant in Gent open houdt. We moesten de 69 dingen die je eet voor je sterft tonen. We hadden een mini budget maar een groots idee. Eigenlijk hebben we geld verloren aan die foto. Jan: Een veel te grote opzet, we vergeten dan ook hoe weinig geld we maar hebben. Alle producten zijn wel gesponsord, de modellen hebben enkel een foto gekre-gen, we hadden geen budget meer over. Vaak doe die mensen dat uit goodwill, ze vinden een foto ook wel eens tof.

Emilie Vercruysse, een Gentse foto-

grafe, zei in een interview dat ze zeer

graag met kinderen werkt omdat deze

nog niet bewust zijn van hun houding.

Is dit ook een reden waarom jullie vaak

met kinderen werken, of is dat omwille

Page 14: Void magazine

14 VOID MAGAZINE

Foto

: Clo

sing

tim

e

van compleet andere redenen?

Jan: Compleet andere redenen denk ik.Mich: Dat is ook een mythe hè, de on-gedwongen foto en het niet-bewustzijn van de eigen capaciteiten. Dat is ook niet onze filosofie. Alles is sterk in scène gezet, het concept is op voorhand uitge-werkt, iedereen wordt geregiseerd, het licht staat heel precies. Het heeft dus niets met ongedwongenheid of sponta-niteit te maken. Als we geen professionele modellen ge-bruiken is dat meestal omdat we er het geld niet voor hebben. (lacht) Maar het is ook van de nood een deugd maken. Het zijn vaak veel interessantere koppen die op een onverwachte manier even goed acteren als mensen die er professioneel mee bezig zijn.Jan: Soms zit er een heel klein beetje spontaniteit in, maar dat is dan meestal een flits die niet afgaat, of iemand die niet voorbereid is. Je ziet iets gebeuren, en je trekt dan toch een foto. Maar dat is maar een heel klein percentage.Mich: De reden waarom we vaak met kin-deren werken is au fond omdat die je meenemen naar een andere wereld.Jan: Dat komt ook omdat we lang voor de Kopergietery gewerkt hebben.Mich: Het is wel iets dat we kunnen. Dat is iets waar andere mensen schrik voor zouden hebben om aan te beginnen, en wat ons wel lukt. Jan: We willen ons zeker niet profileren

als de kinderfotografen. We werken wel graag met kinderen maar we houden ook altijd ons hart vast. Concentratiepannes van twee minuten, en als het een te moeilijke scène is, denken we “Oei, wat gaat dit hier worden?”. Maar het zijn wel onze vrienden natuurlijk.

Was het werk voor de Kopergietery

één van jullie eerste opdrachten?

Mich: Voor mij wel. Toen ik afgestudeerd was heb ik dat even alleen gedaan, en toen is Jan erbij gekomen. Creatief gezien was dat heel dankbaar werk.

Heeft dat voor een groot deel be-

paald hoe jullie foto’s er nu uitzien?

Jan: Mensen kennen ons vooral van die foto’s van de Kopergietery, en ze gaan

ons dan soortgelijke dingen vragen, en daar zitten dan weer kinderen bij. Maar we werken even graag met naakte vrou-wen. Als er maar mensen op staan.Mich: Het gaat ons over een soort fan-tasiewereld, en die wordt evengoed be-volkt door oude heksjes als door kleine kinderen of dwergen en knappe matro-zen, mooie en lelijke vrouwen. Het doet er niet toe, als het maar mensen zijn die tot de verbeelding spreken, die uit een sprookje kunnen komen.

De gemiddelde zestienjarige, kan je

daar dan bijvoorbeeld veel mee aan?

Jan: Dat hangt ervan af hé. Eerst is het idee er, en dan zoek je voor een invul-ling daarvoor. Wie onze opdrachtgever is

Page 15: Void magazine

VOID MAGAZINE 15

Het gaat ons over een soort fantasiewereld, en die wordt

evengoed bevolkt door oude heksjes als door kleine kinderen

of dwergen en knappe matrozen, mooie en lelijke vrouwen.

speelt ook mee. Meestal laten we alles los en proberen we zo aan een idee te komen en dan pas de invulling. Maar zes-tienjarigen gebruiken we weinig eigenlijk.Mich: Maar de leeftijdsklasse speelt echt geen rol. Het saaitste zijn misschien mensen van onze leeftijd. De charme van de jeugd is eruit en het karakter van een oudere mens zit er nog niet in.

Als jullie zin hebben om dat idee eens

te doen, doen jullie dat dan gewoon?

Jan: Dit is niet het soort fotografie waar je dat kan doen. Er zijn veel voorberei-dingen. We hebben ook vaak te weinig budget om iets te laten doen, wij moeten echt alles zelf doen. Als je een idee hebt

kruipt er echt veel werk in om alles samen te krijgen. Dus iets spontaans doen zit er niet echt in.

Toykyo heeft al decors gemaakt voor

jullie. Hebben jullie nooit zin om dat zelf

te doen?

Jan: We kunnen dat niet. Benji van Toykyo werkt snel en goedkoop, hij heeft zelf veel ideeën. We werken graag samen met mensen, iemand die iets kan dat wij niet kunnen. In het begin is het moeilijk iemand te vertrouwen, we blijven er altijd bij om te zien of het wel is waar we naar op zoek zijn, maar eenmaal dat we iemand hebben gevonden om mee samen te werken werken we zeer graag samen. Mich: Het is tof om te leren van anderen. Meestal zijn we wel betrokken, we laten

die mensen ook nooit alleen. (lacht) Als het klikt, is dat heel fijn.

Dus kleren en accessoires doen jullie

ook niet zelf?

Mich: We hebben zeer lang alles zelf gedaan. Wat niet weg neemt dat het ple-zant is als we iemand vinden die goed zijn.

NIET DE GROOTSTE COMMERCANTENHoe zit het qua naambekendheid hier

in Vlaanderen?

Jan: Het is een moeilijke sector. Het probleem is dat er in de reclame grote budgetten zitten, maar dat het een kleine groep is die zulke opdrachten krijgen. Tijdschriften verdient quasi niets, daar eet je niet van ’s avonds. Soms veel werken en weinig verdienen. Het zijn vaak de saaie opdrachten die het meeste verdienen. Als je een paar grote opdrach-ten op een jaar doet, zit je financieel veilig, maar ze moeten wel komen. We zijn nu een beetje promotie aan het doen, we hebben sinds kort ook een website. (lacht) We zijn niet de grootste commercanten.

Je kunt er niet van leven?

Page 16: Void magazine

16 VOID MAGAZINE

Jan: Dat lukt me wel, maar ik heb geen vrouw en kind te onderhouden.

Op mijn zoektocht naar informatie over

jullie op het internet kwam ik nochtans

iemand tegen uit Nice die jullie kende

en de foto’s echt goed vond.

Jan: Echt? We kunnen wel zien wie onze website bezoekt, en zo zagen we dat ze onze foto’s ergens in één of ander hol in

India hebben bekeken via een supertrage internetverbinding. Dan vraag je je af wat die mensen daarvan denken.

Het is duidelijk te zien dat jullie lang

en veel nadenken over jullie werk.

Mich: Ik vind het nooit goed genoeg.Jan: Een uur ben je tevreden over een werk, en daarna zie je alleen de foto en moet het opnieuw. Je voelt die kick dat je

iets tof gedaan hebt, maar dat is zeer vlug weer over. Er zijn zeer weinig beelden die voor ons de tand des tijds doorstaan. Je zit zolang op een beeld te kijken, je moet het photoshoppen, je moet de verschil-lende foto’s geselecteerd. Na een tijd zie je het beeld dus niet meer, je verveemdt er haast van.

Page 17: Void magazine

VOID MAGAZINE 17

Kunnen jullie even meten hoe lang het haar van die cactus is?

Mich moet vroeger weg, en Jan neemt me mee naar het atelier van Edelweiss dat best vergelijkbaar is met een grote garage, waar zich de bonte verzameling van een hamsteraar bevindt. Aan de lift hangt een pop van Jommeke en een schepersbel, recht daarvoor staan twee speelautomaten. In de ruimte daarnaast staan een paar muren met retrobehang rechtop, die moeten fungeren als kamer.

Ik meen het tafereel te herkennen uit een van hun foto’s. Voor de reeks Insomnia in Goedele werd een kaartenhuis gebouwd dat nu op de grond ligt. ‘Niemand realiseert zich na-tuurlijk dat het gelijmd was!’ Als ik vraag hoe lang ze er ongeveer over gedaan hebben, antwoordt Jan dat hij het niet zou willen uitrekenen. Wat verder staan spots gericht op een effen achtergrond. ‘Hier hebben we ook ons portret ge-maakt. De achtergrond op die foto be-staat uit drie niveau’s, vandaar het gevoel van diepte. De bloemen zijn allemaal handmatig door ons vastgemaakt. Elke keer opnieuw kijken, de bloemen ergens anders plaatsen omdat ze daar niet goed hangen… De ene dag zijn we aan het bloemschikken, de andere dag maken we kartonnen huisjes.’Verschillende dingen die misschien ooit nog eens van pas kunnen komen, staan in de rekken gestockeerd. Zoals bijvoorbeeld de verzameling sportbekers en oude lampen. ‘Het is niet altijd mak-kelijk iets te vinden. Die foto van een cactus met krulspelden, hoe begin je aan zoiets? We hebben gebeld naar een paar tuincentra waaraan we dan vroegen of ze cactussen met lang haar hebben. “Goh ik weet dat niet” “Ja maar kun je eens gaan kijken, het is voor een foto”. Even later komen ze dan terug met het antwoord dat ze dat inderdaad hebben. “En hoe lang zou dat haar zijn? Kunnen jullie dat even meten?” Om vervolgens twee centimeter te horen te krijgen. “Ja sorry dat is te kort. Toch bedankt!”’ ‘Een van de foto’s van Kamiel in de Goedele is genomen in een tuin in West-Vlaanderen. Die eigenaar heeft een hele tuin vol met allemaal opgezette dieren. We doen er dan uren over om alles goed te krijgen, al de kleine details te laten kloppen. Die mensen staan dan toe te kijken wat we daar allemaal aan het doen zijn. Op de duur zetten ze zich al klaar aan een tafeltje met iets om te drinken tegen dat we komen! (lacht).’

SPORTBEKERS &

OUDE LAMPEN

Page 18: Void magazine

18 VOID MAGAZINE

HEMTEX LOGOHaving suffered through several years of losses, Hemtex decided to relaunch the chain. This included a new visual identity. It was first presented in May 2010 and was created with help from Stockholm Design Lab.The formal relaunch of the chain happe-ned on August 26 when a Hemtex store was reopened and an ad campaign was started.

GRAPHIC DESIGN COMMUNICATIONExperimental binding for Thomas James on a book containing conductive ink-printed pages. The book reacts to the touch of the reader by playing a sound when certain areas of the pages are touched.Phono aesthetics; an investigation into the complex and dialects relationship between sound, image and the se-mantic implications of both. Using the possibilities of interactive, live and self generative elements that transcend ac-cepted graphic paradigms, the project and its outcome is focussed specifically upon the consumption of typography and graphic language.

Involving the notion of phono aesthetics, the project aims to research and explo-re the relationship between perceived sound, type and image within contem-porary practice in terms of perception and visual consumption.

Wij van Void Magazine vinden dit een heel tof concept. Het boek is dan ook heel goed grafisch vormgegeven en speelt ook met de mogelijkheden van de technologie. Het boek onderzoekt de relatie tussen geluid, typogra-fie en beeld. Daarom verdiend dit boek een plaatsje in onze grafi-sche nieuwsrubriek.

Na enkele magere eco-nomische jaren besloot textielreus Hemtex om hun activiteiten gron-dig te herzien en een nieuwe economische strategie uit te dokte-ren. Hierbij was een nieuwe profilering van de identiteit van het bedrijf nodig. Eén van die veranderingen vond plaats in het logo. Onze mening is dat het logo grondig verbeterd is, het is gemoderniseerd en drukt textiel uit, waardoor het tastbaar-der wordt.

http://vimeo.com/user4006487

Redesign logo

Phonoaesthetics

GRAFISCHE NIEUWS

old new

Page 19: Void magazine

VOID MAGAZINE 19

Hat-Trick Design has unveiled a series of large scale illuminated let-ters on a hoarding site in London's Victoria. Each letter evokes a story particular to the area..."We decided to design a typeface of illuminated letters, with each letter telling a different story for passers by to discover," says Hat-Trick's Tim Donaldson of the project for Land Securities."For example 'B' for Busby bearskin hats, ‘P' for Pelicans – informed by the famous story of a pelican eating a pigeon whole in St James' Park (illustrated by Becky Sutherland) – and ‘W' for Westminster, etc. We then used the typeface to spell out words and sentences so it could be read from further back."We wanted to end up with a visually rich and eclectic set of letters to sum up the area," he continues, "the mix of past, present and future, heritage (royalty, architecture, famous residents), culture, art, green space, wildlife and so on. The style of each individual letter was in-spired by the particular story it was telling. We decided the execution could be photographic, illustrative or graphic, depending on what best communicated it, and in a visually engaging way. Each letter became a project in itself."To avoid repeating letters the typeface also includes alternative varia-tions. A couple of letters were also based on, or redrawn from found letters, such as a found gothic style 'W' for Westminster. The use of purple and silver refers to Land Securities' colour palette.Some more examples of the thinking behind the letter choices: the 'D' for deckchairs in St James' Park was informed by the stripes on the fabric; the 'F' for the local farmer's market (famous for it's fish) uses a 'fishy' F combined with a close-up of scales texture; the 'O' refers to the Olympics as Victoria will be hosting the beach volleyball events.Here are a few of the individual letters, plus a complete set of 26 characters.

De verrassing van de maand op graf isch gebied bereikte ons ditmaal vanuit Londen. We stonden perplex wanneer we dit grafi-sche hoogstandje te zien kregen. Alle letters van het alfabet werden er afgebeeld en dienen tot het vertellen van de historie van Londen aan alle voorbijgangers. Elke letter staat voor een typische associatie naar Londen, zo staat de B bijvoorbeeld voor de bekende Busby-hats. Een leuk detail is dat achter de letters een grootschalige re-novatie plaatsvindt. We kunnen alleen maar hopen dat dit idee in ons land ook overgeno-men wordt.

Redesign logo

Hat-Trick's illuminated letters tell a London story

Page 20: Void magazine

20 VOID MAGAZINE

SEARCH FOR TALENT

A talented designer from Uzbekistan, Dmitry Ligay, paints traditional illustrations that’ll inspire you for sure. His designs will take you back to the days when illustrator used to paint direct-ly on canvas rather than having a luxury of a computer to do so. Enjoy his designs and stay tuned for more.

Dmitry Ligay

Page 21: Void magazine

VOID MAGAZINE 21

http://d-planshet.livejournal.com/

Page 22: Void magazine

22 VOID MAGAZINE

Page 23: Void magazine
Page 24: Void magazine
Page 25: Void magazine
Page 26: Void magazine

jetskivogelkipnervenstrandzandzeehuismijttennisbalpingpong racketzwangere vrouwtakkenbladbrandbobsleewortelautoinsectbloedmeisje met rood haarmannelijke vosuilpuitmens met grote rugzakschedel van een paardvleesmesoogtulpenstempel voor brieven van vroegersteakalien vs predatorneus van varkenchampignonkalmarstaart van scampioorlogolifantzonnebrilkapotte bootvisruimteschipvleugelsstierribbenlippenstift

ijsmanstempelvlindergeweerfleschampagnemeteoriet vingerszomer in rusland 2010wolfnootskylinegrijptangverfborstelgezicht meisjebizonpenisslanktunnelzetelzeehondpaddenstoelpinguinmannetjeboogtreindraadparapluvulkaan uitbarstingleeuwenkopmammoetbooseilandvissen op jachthuizen oorlog mensen aan het vechtenbloemstukkenoestersgirafstukje opgeplakte balkdinosauruspompoenautoboomvrouw op de brommer met grote mutsskelet met blonde haar

kop van koeduikende menssoort kapstoklimogeesttoreadorinktvismeisjezonnebrilarendfakkelflamingopatrick uit spongebob met dasmaiskolfmenselijke gezicht met kapot oog en bloedwolfkop van koevogel zittend op een kruisalien ropend voor hulpcockpit vliegtuigrupskakkende mens in de bosweerspiegeling russische lettercheneese hiroglifilopende kalkoengesloten rozenklavertje-vierskelet van een vishamsterzuid en westkant van middelandse zeecartoon ogenhart met vleugelsstaande kale man die boek leestadershart met wingsstaat kale mens met lezende boekpoten van een paardkop van havik

DE TEST IS GEBASEERD OP DE MENSELIJKE NEIGING INTERPRETATIES EN GEVOELENS TE

PROJECTEREN OP GEKLEURDE VLEKKEN.

VAN KRABBELTJES EN EIGENZINNIGHEID

TOT EEN EIGEN KLEDINGLIJN

Page 27: Void magazine

VOID MAGAZINE 27

TITI+THE GERMAN KID

VAN KRABBELTJES EN EIGENZINNIGHEID

TOT EEN EIGEN KLEDINGLIJN

Met de trein rijd ik naar Hasselt. Langs

talloze achtertuinen, weilanden en

velden. Meer dan twee uur lang pro-

beer ik me haar voor de geest te halen.

Af en toe kijk ik op om te kijken waar

ik al ben, om vervolgens op mijn hor-

loge te kijken en te merken dat ik nog

lang geen twee uur onderweg ben en

dus nog een hele rit voor de

boeg heb. De hele tijd zit ik

op hetzelfde stoeletje langs

het raam. En met de tijd

die voorbij strijkt, wisselen

ook de mensen op de trein

steeds. Soms zijn ze na één

treinhalte alweer weg, anderen blijven langer zitten. Om me

min of meer bewust te worden van de spoorlijn die Gent

en Hasselt verbind, probeer ik de stops te tellen. Maar na

de tiende moet ik mijn tel kwijt geraakt zijn. Ondertussen

probeer ik me nog steeds een beeld te vormen bij de trip

naar Kristien Follon. Een jonge limburgse mode-ontwerpster

die ondanks ze niet van de modeacademie droomde toch

mode-ontwerpster is. “Ik wil me amuseren in wat ik doe,

daarvoor heb ik geen wereldfaam nodig.” Vierentwintig jaar

en ze weet wat ze wil, daar ben ik zeker van. En dat zal ook

blijken uit het interview dat ik met haar deed. Ze is een kind

van haar tijd, werd bekend via het internet en wil haar nu eens

in de “echte” wereld gaan bewijzen.

intervieuw door naomi van hauwermeiren

MODE

TITI is je bijnaam, maar van waar komt ‘The German Kid’? Ik wou in geen geval mijn eigen naam gebruiken, dat klinkt zo serieus en dan gaan mensen direct be-paalde verwachtingen van je gaan hebben. Vandaar mijn bijnaam TITI, een bijnaam die ik jaren geleden terug kreeg doordat mijn neefjes Kristien niet konden uitspreken en daar Titi van gemaakt hadden. Maar Titi is enkelvoudig, en ook dat vond ik maar niets. Als je over jezelf praat in het meervoud klinkt het indrukwekkender, alsof er meerdere mensen achter het label zitten. Daarom koos ik The German Kid. Het klinkt best bizar en mensen willen dan direct weten wie dat Duitse kind is dat met mij werkt. Maar The German Kid slaat dus op de jongeren in Duitsland. Als je daar heen gaat en daar even verblijft merk je een heel grote underground scene die zich net zo kleed als mijn label, maar ook de normale mens is daar best grappig om aan zien. Alsof ze blijven steken zijn in hun tijd. Ze dragen zo’n bizarre bijna ouderwetse kledij. Ook de modescene is er niet zo heel groot. De berlijnse modeweek stelt daar echt niet zoveel voor maar daar tegenover staan dan wel Duitse mode-ontwerpers zoals Karl Lagerfeld die dan wel sublieme dingen maken en wereldberoemd zijn. Vandaar dus het alter-ego ‘The German Kid’.

Page 28: Void magazine

28 VOID MAGAZINE

Waarom droomde je - met een vooropleiding

mode & realisatie - niet van de mode-academie?

Nadat ik van de schoolbanken kwam wou ik graag naast de technieken ook het tekenen beter onder de knie gaan krijgen. Iets wat je op de mode-academie niet leert en wel in een vierde graad. Dus koos ik daarvoor. In tegenstelling tot de academie, waar alles draait om creativiteit, leerde ik in die vierde graad mode meer over tekentechnieken, hoe je het best inspiratie opdoet en ook wat design precies is, in de ruime zin van het woord. Daarbij kwam dat ik het echt niet zag zitten om nog vier jaar te studeren en hopen geld te betalen. Ik had toch geen internati-onale ambities. Nee, ik wou direct ontwerpen doen. Doen waar ik zin in had. Ik deed wel enkele stages bij Dries Van Noten en Walter Van Beirendonck om ervaring op te doen. Ik wou namelijk niet ter plaatse blijven trappelen. Het was nu dat ik moest beginnen, gezien ik een aanloop nodig had. Dat moet je geen tien jaar uitstellen, zeker als je toch wel enige naam-bekendheid wil verwerven.

Waarom maakte je in het begin eigenlijk prints op

shirts en niet zozeer kleding op zichzelf? Ik tekende al heel erg lang verschillende krabbeltjes, en ik had niet meteen geld om stoffen te kopen. In het begin deed ik het enkel voor mezelf, lekker on-nozel. Maar ook anderen wouden de kleding die ik maakte. Of toch de prints die ik erop zette. Op die reactie maakte ik een myspace aan en bood enkele tops en t-shirts te koop aan. Ik kocht de tops en t-shirts en tekende er met de hand de print op. Maar met dat mijn naambekendheid groeide, groeide ook de vraag naar kledij. Een vriend stelde voor om de tekeningen te laten drukken. Die kledingstukken ver-kocht ik dan en met de opbrengst daarvan kon ik nieu-we shirts en tops aankopen.

Vanwaar de steeds terugkerende diertjes op je

kledij? Als kind tekende ik dieren met menselijke gewoonten. Bijvoorbeeld een paard op twee poten, of een paard dat op een stoel zat. En dat is altijd ge-bleven. Nu kan je zeggen dat het mijn eigen stijl is. Misschien uit ik zo mijn liefde voor dieren, ook al heb ik geen enkel huisdier. En ik vind het fijn de verschil-lende dieren een eigen (menselijk) karakter te geven.

Wat inspireert je om prints en kledij te ontwerpen?

Inspiratie komt van overal rondom me. Zowel in ma-gazines als in de modewereld zoals shows. Maar net die invloeden probeer ik links te laten liggen. Net die invloeden wil ik niet gebruiken voor het label. Ik hou wel van trends, maar pas ze niet perse toe. Ook vraag ik - zeker nu het label aan het groeien is - vaak

de mening van anderen, maar toch probeer ik wel mijn eigen zin te doen. Ik wil dat het tijdloos blijft; geen seizoensgebonden trends in mijn kleding. Ook qua kleurgebruik ga ik niet blindelings de grote modekleuren achterna. De geest achter het label is eigenzinnig en zo ook de kledij.

Hoe lang duurt het eer een idee voor een ontwerp

uitgewerkt raakt en verkoopsklaar is?

Binnen de drie weken kan mijn kledij in de winkel liggen. Dat komt doordat ik nog steeds alles zelf doe. Behalve de t-shirts. Die geef ik uit handen. Drie weken is dan ook de tijd dat er nodig is om de t-shirts verkoopsklaar te maken. Wanneer ik de prints afgeef moet ik daar drie weken op wachten. De kledij die ik zelf maak kan ik zelfs de dag erop al in de winkel verkopen. ‘Paplou’ is hier maar enkele straten verderop en wanneer een kledingstuk klaar is breng ik het er gewoon heen. Dertig oktober open ik mijn eigen Store-in-store. Dat is een concept waarbij je een winkel binnen in een winkel hebt. Zelf vestig ik mijn winkel bij ‘Paplou’, een winkel in Hasselt waar ik nu al

Page 29: Void magazine

VOID MAGAZINE 29

een klein plekje heb voor mezelf, maar dat wordt dus uitgebreider. Ik krijg een vierde van de winkel voor mijzelf, krijg mijn eigen meubels, kapstokken, ...Het wordt echt een TITI hoekje. Ook zullen er tekeningen te koop zijn van mijzelf. Het is mijn eerste eigen winkel omdat ik merk dat de vraag naar TGK groeit.

Je wordt steeds bekender. Rea-

geer je als verkopers je aanspre-

ken met de vraag of ze jouw kledij

mogen verkopen in hun winkel?

Als winkels vragen of ze mijn label mogen verkopen zal ik zeker geen ‘neen’ zeggen. Maar dan moet ik wel iemand aanne-men die de productie zal gaan regelen. Dat be-tekend dat ik het naaiwerk uit handen zal moeten geven waardoor het natuurlijk prijziger wordt gezien ik dan mensen onder me moet gaan aanne-men en ik die ook moet betalen. Voor de moment is het eigenlijk uit noodzaak dat ik zo exclusief werk, omdat ik gewoon het geld er niet voor heb om te gaan uitbreiden. Naast TGK - dat ik eigen doe in bijberoep - heb ik ook gewoon een baantje bij de H&M om comfortabel te kunnen leven. Dat maakt het wel extra vermoeiend omdat ik de kledij van TGK dan naast mijn werkuren nog doe.

Merk je een stijging van verkoop bekendheid na

het geven van een interview?

Momenteel ben ik echt heel erg exclusief met een sterk gelimiteerde oplage van al mijn stuks. Van T-shirts maak ik er een dertig tal, van andere stukken heb ik maar enkele maten per-reeks van. Het verschilt zowat van kledingstuk tot kledingstuk. Mensen willen dat ook wel, ze betalen er dan ook voor. Naast twee locaties in Hasselt ben

ik ook nog in Gent en Amsterdam te koop en natuurlijk

heb ik ook nog de on-line-shop, maar ik kan niet zeggen hoe de ver-

koopcijfers zitten. Ik merk wel elke keer een groeiende interesse na een interview en ook bijvoorbeeld als een blad in Nederland me gaat vragen wil dat toch zeggen dat ze ook daar van me

gehoord hebben. De winkel in Amsterdam die mijn label

verkoopt contacteerde me nadat ik op de Amsterdamse modebeurs aanwezig was. Dankzij de kans die

ik van JBC kreeg merk ik ook dat er een groeiende interesse is. Mailtjes en

andere leuke reacties tonen me dat mensen me toch beginnen kennen, en waarderen.

Onder welk genre zou je je kunnen plaatsen;

verkoopsgericht of excentriek?

Ik vind het leuk om te balanceren op de grens van de draagbaarheid. Zelf zou ik nog uitbundiger willen gaan dan wat ik nu al doe, maar het moet verkoop-baar blijven. In de prints kan ik me heel erg uitle-ven maar ik kan moeilijk hele volumineuze body’s of gigantische pofmouwen gaan maken, wie zal dat dragen? Ik voel de druk om te verkopen, om dus zeg maar commercieel te zijn. Maar even-goed voel ik de druk om me te bewijzen, om te

tonen wat ik allemaal kan. Het is namelijk zo dat je ofwel draagbare kledij maakt ofwel design, maar ik wil beide. En zolang ik kan blijven com-

bineren zal ik dat ook doen.

Langs welke wegen merk je de snelste

stijging van bekendheid? Interviews met

kranten en magazines of het internet?

Dankzij Elle - ondertussen anderhalf jaar terug - voel

Ik wou namelijk niet ter plaatse blijven trappelen. Het was nu dat ik moest beginnen

Page 30: Void magazine

30 VOID MAGAZINE

Ik vind het leuk om te

balanceren op de grens

van de draagbaarheid

ik echt dat het goed met het label gaat. Ze benoem-den me - of zal ik zeggen ons - tot één van de belof-ten van het jaar. Hierdoor kwam ik echt in een leuke draaimolen terecht met tal van interviews, maar ook oud bekenden kwam plots kijken of het echt ik was dat achter het label zat. Want ja, ik liep - buiten dan op het internet - niet te koop met mijn kledij. Nu kent “iedereen” me en dat vind ik fijn. Ik vind het ook best fijn dat doordat ik niet mijn echte naam gebruik voor het label ik quasi onbekend blijf, maar door het veel-vuldige gebruik van communitiesites onder jongeren krijg je wel een zekere bekendheid. Applicaties als “vind ik leuk” en “tags” zijn handig als mond-tot-mond reclame. Jongeren communiceren zo vaak via internet dat je vandaag de dag heel erg snel actie-reactie-kettingen ziet opduiken. Iemand post een foto van hem of haar met jouw t-shirt aan, doordat hij fan is van jouw pagina kan hij of zij je taggen en iedereen in de vriendelijst weet dat het een kledingstuk van jou is. Dankzij deze technieken ben je gewoon veel sneller bekend op het internet dan in real life.

Je bracht een collectie uit in samenwerking met

JBC, hoe is dat verlopen?

Dankzij mijn samenwerking met JBC heb ik geleerd waarom het noodzakelijk is om commercieel te denken. Samen met hen heb ik een collectie uit-gebracht. Ik kreeg volledige vrijheid in het tekenen, maar ik merkte wel heel erg fel de wetten van het commerciele als we samen rond tafel zaten. Bijvoor-beeld; wat vorig seizoen niet werkte (de kleur rood) wordt jaar niet meer gedaan. Dus er werd in het geheel geen rood gebruikt. Daar schrok ik toch wat van. Zelf gooi ik alles samen zoals ik het gedacht heb, zonder rekening te houden met trendgevoeligheden. Ondanks die strenge selectienormen ben ik toch te-vreden met wat er uiteindelijk in de winkel lag. Het is een mooie mix van TITI en JBC. Je kan het zien als ‘TGK for JBC’. Ook voor hen was het een verassende samenwerking. Ik denk dat we beiden heel enthousi-ast waren over het resultaat.

En hoe sta je tegenover samenwerkingen met

andere ketens of grote namen? Ik sta open voor andere samenwerkingen, ik kan er enkel uit leren. Zelf zou ik niet op hen afstappen, maar ik zal ook geen neen zeggen als ze het me komen vragen, mits ze over de juiste doelgroep en stroming beschikken. Neem nu bijvoorbeeld JBC; zij zijn ook Limburgs. Niet dat ik Limburger in hart en nieren ben hoor, maar het schept een band. Voor mij is het een ervaring rijker en ik vind het ook heel erg boeiend om te zien hoe de interne werking van zo’n keten werkt en het is een duwtje in de rug voor me.

Je hebt een hele lijn ‘limited edition’ frisco’s en

uilen uitbracht naast je sowieso al erg exclusieve

kledij, staan ze voor een bepaalde herkenbaarheid

van het label?

(Foto: boven rechts )

De frisco’s op mijn prijskaartjes bestaan in het echt in 60 unieke stukken. Wat begon als een grap groeide uit tot een handelskenmerk. Enige tijd terug vond ik het fijn om een frisco te breien. Waarom een frisco? Omdat ik op die moment al heel erg lang dat woord niet meer gehoord had. Het deed me denken aan mijn kindertijd. Eigenlijk was het meer bedoeld als een ludiek grapje, maar het sloeg aan. En al gauw

Page 31: Void magazine

VOID MAGAZINE 31

Het moet in de eerste plaats om de kleding blijven gaan.

De accessoires zijn grappig en horen erbij, maar zijn niet

voor niets accessoires. Ze moeten aanvullend werken

waren er dus zestig hand gebreide frisco’s geboren. Allen zijn ze uniek en allen hebben ze een menselijk eigenschap toegewezen gekregen. Nu staan ze ook als print op de prijskaartjes, maar dat gaat weer over gaan. Nu vind ik het leuk, maar ik wil niet herkend worden als ‘dat meisje van de frisco’s.’ Hetzelfde geld voor de uilen. Deze kwamen tot leven toen ik een foto wou maken van allemaal zelfgemaakte beesten in een boom. Na het maken van die eerste uil voelde het alsof ik er zo nog wel een paar kon maken, en uiteindelijk werden het er dertig. Ze zijn vooral erg populair bij baby’s. Maar wanneer deze dertig alle-maal verkocht zijn zullen er ook geen nieuwe komen. Want ook hier weer wil ik niet aanzien worden als “het meisje van de uilen.” Het moet in de eerste plaats om de kleding blijven gaan. De accessoires zijn grappig en horen erbij, maar zijn niet voor niets ac-cessoires. Ze moeten aanvullend werken.

Je bent begonnen met vooral het bedenken van prints op kledij, nu maak je ook de kledij zelf. Blijven deze gecom-bineerd in te toekomst? Zoeken op vormen en kleurcombinaties boeit me erg. Meer dan het bedenken en uittekenen van prints. Dat zoeken is nu heel erg belangrijk aangezien ik mijn eerste eigen collectie ga uitbrengen. Niet langer

meer bedrukte t-shirts op hoodies, maar volwaardige kledingstukken van mijn had. Mijn eerste collectie zal een zomercollectie zijn die ik bij de opening van de winkel (dertig oktober) zal voorstellen aan de pers. De stukken zullen niet te koop zijn gezien het best experimenteel is. Het is de bedoeling om te tonen naar de buitenwereld wat ik allemaal kan. De collec-tie moet komende zaterdag (drieentwintig oktober) af zijn, normaal heb ik lang - twee maand, waarvan een week prints tekenen en nadien de kledingstuk-ken maken. Maar doordat alles klaar moet zijn voor de persvoorstelling en opening van de winkel zit er nu dus wat meer haast achter. Bij de lancering van de winkel en de collectie wil ik ook gelijk omschakelen

van ritme en volgens de modeseizoenen gaan wer-ken. Dat is belangrijk omdat bijvoorbeeld magazines ook met de modeseizoenen meegaan en als ze dan bij jou kledij komen lenen, je toch een seizoensge-bonden kledingstuk moet kunnen voorstellen. Na de zomercollectie komt er dan wel weer een verkoop-bare wintercollectie - en ook tijdens de zomer zullen er enkele nieuwe stuks al reeds verschijnen zodat de winkels niet leeg komen te staan, maar het is moei-lijk om een middenweg te vinden tussen wat ik wil en wat het publiek wil.

Page 32: Void magazine

EXHIBITION "Nature sculptures"Valeriya Borisova

2/02/10-2/04/10Mon-Sat 10:00am-8:00pm

Sun 1:00pm-5:00pm

Page 33: Void magazine

VOID MAGAZINE 33

Vakantieis stress

Erwin Vanmol is zeker

geen onbekende in de Belgische

cartoonwereld. Als huistekenaar van

Ché brengt hij met zijn

werk elke week een lach

op het gezicht van veel

mensen. De medemens

die zichzelf liever een wat meer

intellectueel imago aanmeet kan

echter ook zeggen dat hij het werk

van Vanmol in Knack heeft gezien,

alwaar dit vriendelijk heerschap even-

eens huistekenaar is. Een gesprek

aan een keukentafel, met een glas

wijn. Want dat hoort zo.

intervieuw door van assche sofie

CARTONIST

Erwin, de klassieke openingsvraag:

hoe ben je cartoonist geworden?

Mijn middelbare school heb ik aan de Academie van Aalst afgewerkt en daarna ben ik schilderkunst gaan studeren aan het KASK in Gent. Na mijn schooltijd ben ik echter het leger ingegaan. Geen slech-te tijd eigenlijk. Al snel kreeg ik een post toegewezen waar ik niets meer moest doen dan een bareel laten open- en dicht-gaan. Niet veel later gebruikte ik al een stok om op die knop te drukken, kwestie van me zelfs niet meer te moeten uitrek-ken bij het uitoefenen van mijn job.Een hervorming van het leger zorgde echter voor een carrièreverandering en ik kwam onder meer terecht in een fabriek waar men kaders schilderde. Dan begon ik toch te denken dat ik misschien beter iets met tekenen zou proberen. Toen

Vlaamse cartoonist doet spraakmakende ontdekking!!!

Page 34: Void magazine

34 VOID MAGAZINE

ik door een werkongeval 3 maanden thuiszat ben ik dan cartoons beginnen tekenen. Het was de tijd dat Red Attack, de computerhacker die België op stelten zette. Ik maakte daarover cartoons en zond ze naar het blad Computer maga-zine. Je moet weten, in die tijd zat er bitter weinig variatie in de cartoons in computermagazines. Dus ik begon meer computermoppen te tekenen die ik dan aan verschillende magazines sleet.Toen viel mijn oog op Ché en ik heb dan een aantal tekeningen naar hen gestuurd. Daarvan hebben ze er een aantal gepu-bliceerd. Zo ben ik beginnen werken bij Ché, waar ik dan uiteindelijk huiscartoo-nist ben geworden. Toen de toenmalige art director van Ché naar Knack vertrok heb ik samen met hem de overstap ge-maakt. Tot op dat moment had ik tekenen steeds in bijberoep gedaan. Maar met de opdrachten van Knack erbij werd het te moeilijk om dat te combineren met een gewone job. Daarom heb ik 3 jaar geleden besloten om enkel en alleen nog maar te tekenen. Het was een sprong in het duister maar gelukkig is alles goed uitgedraaid.

Heb je naast je werk voor Knack en

Ché nog andere activiteiten?

Zeker. Ik ben ook cartoonist voor de stad Aalst en de Vlaamse volksbeweging. Verder heb ik ook al gewerkt voor Oxfam, onder meer een reclamecampagne en het ontwerpen van verpakkingen. Ook voor Le vif, zeg maar de Waalse Knack, heb ik al getekend. Daarnaast heb ik mijn eigen project genaamd Krapunzel. Dat is een reeks cartoons die ik op internet plaats en waarvan de hoofdgedachte is: 'achter elk geslaagd sprookjesfiguur zitten losers die het niet gehaald hebben'. En die figuren, daar teken ik over. Het idee en de naam

Deadlines zijn altijd zweten

Glazen plafond

heb ik van mijn dochter gehaald. Een nieuw project waar ik aan werk is 'Vlasti'. Vlasti is eigenlijk mijn Siamese kat, en die heeft besloten om aan het te-kenen te slaan. Die tekeningen kwamen eerst gewoon op internet, maar ze waren zo'n instant succes dat ze nu waarschijn-lijk ook effectief in gedrukte vorm gaan verschijnen. Mijn kat krijgt meer respons dan ikzelf!Een grote verscheidenheid in mijn werk zoals je ziet, nu eens doe ik dit, dan weer dat. Maar dat heb ik ook echt nodig.

Hoe begin je aan een tekening? Welke

technieken gebruik je?

Allereerst moet er natuurlijk een idee zijn. En dat kan soms lang op zich laten wachten. Voor Knack krijg ik absolute vrijheid, wat ook wil zeggen dat ze mij nooit zeggen over wat ik moet tekenen. Vooral in de komkommertijd, wanneer er weinig politiek nieuws is, is dat soms

wel moeilijk. Indien ik geen inspiratie heb wendt ik mij tot de welbekende trucen, zoals in een warm bad gaan zitten. (aqui-ris.tif) Wanneer die hindernis genomen is schets ik het idee uit. Daarna werk ik aan de compositie. Dat schetsen gebeurt trouwens digitaal, in Photoshop. Daana stuur ik de schets door naar Pain-ter. Dit programma laat me toe om op een heel natuurlijke wijze de tekening te bewerken. Je kan er alle effecten die je met de klassieke werkmiddelen als verf en potlood kan bekomen, digitaal in terugvinden. Alles wordt dan ook puur digitaal gecreëerd, er komt geen pen of papier meer aan te pas. Technisch heb ik trouwens veel geleerd van de mensen die in de kaderfabriek werkten. Het waren geen grote artis-tieke talenten maar ze hadden wel een enorme kennis van techniek. Hadden ze in de middeleeuwen geleefd, het waren de achtergrondschilders van de Vlaamse

Aquiris

Page 35: Void magazine

VOID MAGAZINE 35

Primitieven geweest. En het zijn hun trucen die ik ben beginnen nabootsen in Painter.

Als cartoonist moet je natuurlijk snel

op de actualiteit inspelen. Hoe pak je

dat aan?

Elke morgen ligt de krant op tafel, maar

Glazen plafond

Beeld:Stress

eerlijk gezegd is dat meer in de hoop dat mijn kinderen die zouden lezen. Eigenlijk volg ik een hele dag de actualiteit, vooral op internet dan. Ik lees natuurlijk de verschillende krantensites, maar ik heb bijvoorbeeld ook veel journalisten op mijn Facebook-pagina staan. Die zijn al van hun oren aan het maken vooraleer ze

Page 36: Void magazine

36 VOID MAGAZINE

hun artikels schrijven, dus daar verneem je alles als eerste. Ook als ik een karikatuur van iemand moet maken gebruik ik het internet, op enkele seconden heb je een foto gevon-den waarop je je kan baseren. Verder heb ik ook een Ipad, een geniale uitvinding. Daar ben ik ingeschreven op allerlei magazine-feeds.

Hoe combineer je dat met je familiele-

ven? Kan je bijvoorbeeld op vakantie

gaan en een week geen krant of Ipad

openslaan?

De avonden probeer ik toch voor mijn fa-milie te reserveren. Ook programma's als Terzake bekijk ik meestal via internet om hen er niet te veel mee lastig te vallen. Vakantie is een andere zaak. Van Knack krijg ik één week per jaar waarin ik geen tekeningen moet afleveren. Maar het is goed mogelijk dat er andere deadlines vallen binnen die week 'vakantie' die ik dan krijg. Lang op reis gaan is dus geen

maat, of worden de schetsen stuk voor stuk afgekeurd. Dan kan het soms ge-beuren dat je een uur voor alles binnen gestuurd moet worden nog aan een vol-ledig nieuwe cartoon moet beginnen. Maar deadlines zijn nu eenmaal dead-lines, en dat is altijd zweten.

Een tijdje geleden was je nog ver-

antwoordelijk voor een diplomatieke

rel tussen Rusland en België. Zijn er

eigenlijk onderwerpen die je vermijdt

of grenzen waar je niet wil overgaan?

Die rel met Rusland kwam er na een car-toon in Knack met Poetin over de aansla-gen in de Russische metro. Er zijn toen dreigbrieven bij Knack aangekomen en Leterme heeft het mogen gaan uitleggen tijdens zijn bezoek aan Rusland. Ik ben een tekenende columnist, en dan moet je beseffen dat je veel 'slechte' reacties kan verwachten. Een schrij-vende columnist zal daar minder last van hebben omdat het beeld veel sterker is

optie voor mij. Maar eigenlijk vind ik dat niet zo erg, want ik ga toch niet graag op vakantie.Soms ga ik natuurlijk wel even weg met de familie, maar de actualiteit blijf ik volgen, altijd. Mijn werk reist dan mee, zo heb ik in Turkije een hele week op een hotelkamer zitten tekenen met de airco op. En in de Ardennen moest ik met mijn laptop op het terras van het plaatselijk café gaan zitten omdat er daar WiFi-verbinding was, zo kon ik tenminste mijn mails downloaden. Ik volg elke dag het nieuws, dan kan ik dat geen week gewoon links laten liggen. Nee, vakantie is stress voor mij.

Ik kan me voorstellen dat het werken

met deadlines ook enige stress te-

weegbrengt?

De deadline voor Knack is maandagnamid-dag. In principe werk ik het hele weekend daarvoor. Maar zoals eerder gezegd komt de inspiratie soms maar met mondjes-

Mijn kat krijgt meer respons

dan ikzelf

Page 37: Void magazine

VOID MAGAZINE 37

Het beeld is veel sterker dan het woord

HaaienVlastiVetter politiekersObama koekje

dan het woord. Je moet er als cartoonist altijd rekening mee houden dat er altijd wel iemand gekwetst wordt. Toch zijn er enkele criteria waar ik mezelf aan houdt. Ik zal nooit met onschuldigen lachen of mensen die zich niet kunnen verdedigen, mensen zonder enige macht. Ik zal bijvoorbeeld wel een car-toon maken over Dutroux, maar nooit over Ann en Eefje. Ook mensen die er niet zelf voor gekozen hebben om in de schijnwerpers te staan teken ik niet,

hoewel het niet altijd gemakke-lijk is om te bepalen of iemand daar al dan niet zelf voor geko-zen heeft.Religie ga ik niet specifiek ont-wijken, maar ik vind het vaak zo'n voor de hand liggend on-

derwerp dat ik er niet vaak over teken. Uiteindelijk krijg ik meestal volledige vrijheid van tekenen, maar Knack kiest

bijvoorbeeld wel zelf welke cartoons er gepubliceerd worden. Ik beslis dus niet op mijn eentje wat kan en wat niet.

Enige afsluitende woorden?

Toen ik op het KASK zat hadden we een leraar genaamd Marc Maet, die een tijdje geleden jammer genoeg zelfmoord heeft gepleegd.. Maet produceerde zelf monumentale schilderwerken die hij dan namen gaf als 'Ik leef in de schilder-kunst'. Op een dag is hij dan tijdens het schilderen van zo'n reusacthig schilderij van zijn trapladdertje tegen zijn schilderij gevallen. Niet veel later hing er op de prik-borden van het KASK een blad met een cartoon over hem 'Ik kleef in de schilder-kunst I'. De tekenaar was echter zo listig om al zijn sporen uit te wissen en werd dus nooit ontmaskerd. Twintig jaar later lijkt het mij veilig genoeg om op te biech-ten dat ik daarvoor verantwoordelijk was.

Page 38: Void magazine

38 VOID MAGAZINE

lettermanWie ‘Dooreman hoort, denkt wellicht aan het gigantisch

spandoek op de boerentoren met het gedicht van Tom

Lanoye. Misschien is Gert Dooreman wel de vertegen-

woordiger van grafische

vormgeving in Vlaande-

ren, en status die hij

zonder twijfel verdient en die hem toelaat

om zijn achternaam als merk te gebrui-

ken. Hij heeft vorig jaar ook een boek

uitgebracht Dooreman naar de letter,

met een uitgebreide selectie van zijn

ontwerpen en zijn tekeningen. Doore-

man is altijd onzichtbaar aanwezig, op

affiches of in de boekhandel, maar in dit

artikel helemaal onontkoombaar.

intervieuw door eva mestdagh

Dooreman,

TYPOGRAFIE

Welke richting heb je gevolgd?

Ik studeerde vrije Grafiek, maar mijn eerste liefde lag vooral bij strip en illus-tratie, maar gaandeweg werd ik her en der gevraagd om functioneel drukwerk te verzorgen. Dat was niet uitzonderlijk in mijn tijd: iedereen in het Gentse ar-tistieke milieu trok zich interdisciplinair uit de slag. Ik kon eigenlijk via allerlei opdrachten uitbloeien tot de vormgever die ik nu ben. Ook al blijft mijn interesse voor illustratie heel groot.

Kan je ons iets meer vertellen over je

tentoonstelling vorig jaar?

Het moment van de tentoonstelling in het letterhuis was er eerder toevallig gekomen. Het letterhuis vroeg me naar affiches voor hun permanente collectie. Ik heb dan beloofd om van elke affiche in mijn archief een exemplaar over te maken en van het een kwam het ander. Het is niet zo dat ik per se een ei kwijt moest. Zoals met de meeste dingen, is het idee spontaan gegroeid. Enkele jaren gelden rees al wel een idee omtrent een tentoonstelling in het Caermersklooster, maar dan zou het thema opengetrokken worden tot de creatieve geest die door Gent waaide tijdens de jaren 80. Die tijd-

Page 39: Void magazine

VOID MAGAZINE 39

geest is ontzettend bepalend geweest voor wat wij gedaan hebben en wat we later zouden doen. Wat wij toen mee-maakten is, nu haast niet meer mogelijk. Dat gevoel heb ik althans. Ik heb allerlei dingen kunnen uitproberen, omdat veel nog braakliggend terrein was in Vlaande-ren, inclusief grafisch vormgeving. Er is een sterke generatie uit die jaren voort-gekomen. in onze jeugdige overmoed hielden we ons met van alles bezig en overschreden we zonder schroom het vak waarvoor we gestudeerd hadden. Alles ging vanzelf, en dat is niet alleen mijn persoonlijke indruk. Je kreeg wer-kelijk veel meer kansen. Het was toen bijvoorbeeld gemakkelijk om een zaal vast te krijgen om iets experimenteel te brengen. In de jaren 80 ligt ook de kiem van de vele samenwerkingsverbanden tussen de fotografen, de uitgevers en au-teurs heel dicht bij mij. Er moet wel een wederzijds vertrouwen zijn. Ik ben altijd een bindende factor geweest tussen verschillende mensen, maar dan is er wel een verstandhouding, een impliciete afspraak tussen mijzelf en de mensen waarmee ik werk dat we alles uit de kast zullen halen.

Je bent belangrijk in de wereld van de

boekomslagen kan je daar meer uitleg

over geven. Is er een soort succes for-

mule?

Men zegt vaak in het Engels' Don't judge a book by its cover, dan leert het koopgedrag ons iets anders. Ik heb een hele goeie verhouding met Meulenhoff|Manteau en daardoor loopt ook alles goed gesmeerd. Ik denk dat ik weet wat zal werken, maar ik vraag van de uitgever om me nooit verantwoordelijk te stellen voor de verkoop van een boek. Daarop zou ik blokkeren. Wat ik doe is geen exacte wetenschap. Ik kan niks ve-

rifiëren. Je kan geen garanties geven op grafische interventies. Ik kan alleen maar beroep doen op mijn expertise en talent en hopen dat het publiek mijn bedoelin-gen zal snappen. Daarvoor heb je wel het vertrouwen van de uitgever nodig. Ik heb de indruk dat je dat vroeger gemakkelijker kreeg dan nu; de opkomst van marke-ting zit daar zeker voor een deel tussen. Marketeers zijn onderricht om in te schat-ten wat zal aanslaan en wat niet. Spijtig genoeg verschilt hun inschatting vaak van die van de ontwerper. Dat maakt het werk moeilijk, vooral voor jonge ontwerpers. De druk vanuit de opdrachtgevers wordt te groot, te dwingend, omdat er te veel mensen rondlopen die denken er iets van te weten. Op een gegeven moment voelde ik die druk ook en toen heb ik een opwelling eens gesuggereerd dat al mijn kaften voortaan blote vrouwen zouden tonen. Want dat werkt toch altijd?! Als gratis naakt geen optie is , wat dan wel? Een cover moet wervend zijn. De omslag moet ervoor zorgen dat het boek er uitschiet in de rekken, dat het boek roept:"hier ben ik"! Er moet een zekere vorm van aantrekking zijn. ik houd altijd drie stadia in het achterhoofd. Eerst moet het boek in staat zijn om te prikkelen. De

cover speelt daarin de grootste rol. Dat wil zeggen dat de cover moet schreeu-wen, want je kan de rest toch niet altijd overstemmen. Cheap effects werken minzaam. Alle middelen kunnen ingezet worden om de lezer te prikkelen: bij een duffe figuur laat je de auteursfoto beter weg, maar je kan hem wel gebruiken als het gaat om een charismatische persoon-lijkheid. Als de koper het boek oppikt, dan moet je hem in tweede instantie nieuwsgierig maken naar de inhoud. Flap-teksten zijn dan bijvoorbeeld belangrijk en ik doe wel eens een suggestie om die aantrekkelijker te maken. Ten laatste

moet je zorgen dat je binnenwerk goed zit. Ik wil dat het binnenwerk zo goed mo-gelijk aansluit op de kaft. Dat hoeft niet heel expliciet te zijn, maar ergens moet er toch een verband bestaan. Het valt mij trouwens op dat dat vooral een Vlaamse bekommernis is. In Nederland staan kaft en binnenwerk van een roman vaak los van elkaar.

Geldt dat ook voor ander werk. Die com-

municatie tussen verschillende media?

Ja zeker! Niet alleen een boekcovers staan ten dienste van de overkoepelende bood-schap of het maximale visuele effect. Zo versterkt de affiche voor ten oorlog enkele betekeniselementen van het to-neelstuk. Via spaarzame typografie weet ik uit te drukken hoe drukwerk eruit ziet in oorlogstijd, wanneer er geen geld, geen tijd, geen schoonheidsideaal meer is. Aanvankelijk zou er gewerkt worden met een beeld van Dirk Braeckman. Maar let-ters over die foto zouden het beeld alleen maar verknoeid hebben. Ik heb dan een zuiver typografische poster voorgesteld die naast het beeld van Braeckman zou komen te hangen. Voor de affiche die nog inderhaast in elkaar wordt gebokst terwijl de oorlog voor de deur staat. Ik

Er lopen te veel mensen rond die denken er iets van te weten.

Page 40: Void magazine

40 VOID MAGAZINE

heb die pamfletachtige, achteloze stijl zo ver mogelijk proberen door te trekken, want te veel bricoleren en esthetiseren zouden afbreuk gedaan hebben aan de dringendheid en directheid van de bood-schap. Ik heb dat principe ook toegepast op de tekst: de acteurs worden alleen bij achternaam genoemd, alsof hun namen afgeroepen worden in een militair appel: DECLEIR! DOOREMAN!

Voel je soms geen verplichting tegen-

over de auteur?

Ik was bijvoorbeeld bezig aan het verza-meld werk van Jotie T'Hooft en dan wil ik wel dat Jotie het goed gevonden zou hebben. De uitgever vertelde me dat Jotie T'Hoofd helemaal geen zwartgal-lige mistroostige figuur was voor wie hij vaak versleten wordt. Integendeel, hij hield van wilde fantasieën, glam rock en heftige kleuren. In tegenstelling tot voor-gaande uitgaven, wilde ik die elementen dan ook verwerken in de omslag. Het is een cover geworden met veel glitter, zoals een seventies rock platenhoes.

Gaat er veel tijd over je schetsen of

komen ze zo uit je hoofd?

Er zit een zekere urge in mij, een on-

gedurigheid die ervoor zorgt dat ik heel snel het juiste idee wil hebben. Som-mige vormgevers hebben behoefte aan een uitgebreid, gefaseerd werkproces. Ik heb dat niet. Neem nu de cover voor de debuut roman van Thomas Claus. Het beeld van het schilderij van Michaël Bor-remans werd mij aangeleverd en naar mijn gevoel had de omslag niet veel meer nodig. Mij restte niet meer dan er de titel en de auteursnaam op te zetten. Maar ik vond dat de typografie toch nog wat extra kon gebruiken. omdat de titel, luxas somath een anegram is van thomas Claus, heb ik die letters gespie-geld onder de auteursnaam, zodat het woordenspel ook voor de lezer in een oogopslag duidelijk wordt. Daarna was ik klaar. het kan dus heel snel gaan. Enfin, het basisidee moer er snel zijn, maar ik kan wel lang finetunen. Ik houd de evo-lutie in het proces ook bij. Ik overschrijf nooit een bestand en bewaar al mijn kladjes. Zo kan ik altijd teruggaan naar een idee dat beter was, een stap terug-zetten als ik te ver ben gaan zoeken. Ik kan heel kritisch tegenover mijn eigen werk en ik kan er naar kijken alsof ik het voor de eerste keer zie. Veranderingen breng ik daarna vooral aan uit ergernis

Tegenwoordig wordt er in de opleidingen ook te veel klemtoon gelegd op het oriënteren van het 'ego' van de studenten

Page 41: Void magazine

VOID MAGAZINE 41

of wrevel. het eindresultaat komt zelden voort ui een blij aha-gevoel, maar eerder uit het rechtzetten van wat fout is. Dat wil niet zeggen dat ik geen plezier heb in mijn werk. Integendeel: ik vind het amu-sant om een muziekje op te zetten, wat lettertypes op te laden en daar dan een zitten te spelen tot alles in zijn plooi valt.

Je doet niet alleen de covers van de

boeken maar ook het binnen werk?

Vormgevers hebben vaak geen voeling met het verzorgen van binnenwerk. Dat vinden ze doorgaans een vervelend werkje. Ik doe het wel graag gelukkig kan ik beschikken over verschillende gemoedstoestanden tijdens het ont-werpen: het binnenwerk vereist een at-titude die meer zen is. Het is nochtans en belangrijk aspect, want de manier waarop pagina's gezet worden, kan ook betekenis versterkend werken. De omslag van tom Lanoye laatste roman, sprakeloos is opzettelijk leeg gehouden. Die suggestie van spraakloosheid, van woordloosheid wilde ik doortrekken naar het binnenwerk, maar uitgesproken grote marges van wit rond de tekst; Maar we hadden uitgeteld dat het boek dan veel te dik zou worden. De kaft heeft ook

geen hoofdletters en ook dat wilde we doortrekken nar de romantekst, maar dan zit je op een gegeven moment met de vraag of je de eerste letter van d e eerste zin van een roman werkelijk in onderkast kan zetten. Nee toch? Ik breng vaak zulke ideeën aan, maar het blijft een kwestie van schipperen, van compromissen sluiten zo wilde men bij Meulenhoff|manteau op een bepaald moment een soort van sjabloon voor het binnenwerk. kwestie van de productie wat te stroomlijnen. Al snel bleek dat niet te werken. De Baskerville is wel zowat de 'huisletter' van de uitgeverij en ik wijk zelden of van mijn vooropgestelde zet-spiegel, maar de rest wil ik zelf kunnen bepalen. het is en soort maatwerk, maar op een standaardleest geschoeid. Ik probeer altijd zo veel mogelijk inspraak te hebben in de totstandkoming van een boek, maar dat lukt niet altijd. voor humo heb ik samen met herman houbrechts in snel tempo een aantal covers moeten produceren Dat is dan geen boekproject meer, maar een mediaproject en het is moeilijk om daarover volledig controle te hebben. Zulke overhaaste projecten doe ik niet graag. Enfin, ik doe ze wel, maar dan moet er wel iets tegenover staan,

zoals weinig tegenspraak en een goede verloning! (lacht)

Ga je veel naar anderen hun werk kijken,

of ga je naar colleges?

Ik heb de indruk dat daar een discours heerst waar ik me niet noodzakelijk in kan vinden. Onze hogescholen Houden dat intellectuele discours in stand en schrijven het voor. Ik heb vaak de indruk dat het bijhorende onderzoek hermetisch is en alleen collega-ontwerpers kan behagen. Ik ga toch al een tijdje mee en toch ken ik een groot deel van de sprekers op die conferenties helemaal niet. Als zij zo belangrijk zijn, dan zou ik toch wel van hen gehoord hebben? Rond dat academisch discours wordt dan een weinig toegankelijk vormgeving gedrapeerd, die bepaald worden door vormkenmerken die op dat moment in zwang zijn. Iedereen lijkt de trend of de hype van het moment te volgen, terwijl ik net een natuurlijk reflex heb om in te gaan tegen alles wat modieus is. Als je iets trendy maakt, geef je toch al impli-ciet toe dat het kort erna waardeloos zal zijn? Ik snap dat niet. Ik streef er eerder na om tijdloze ontwerpen af te leveren, waarbij je 'Tijdloos' niet mag verwarren

Page 42: Void magazine

42 VOID MAGAZINE

met 'klassiek' . Vroeger bestudeerde je de typografie vanuit een ambachtelijke impuls, maar nu verloopt dat onderzoek volgens voor geëffende paden en is het helemaal geïnstitutionaliseerd. Zo zie je bij studenten en jonge ontwerpers dat het op een gegeven moment trendy is om bepaalde 'foute' lettertypes te gebruiken. Plots zie je dan overal een

onderlijnde Times italic opduiken, als een soort van typografische ironie. Maar de relevantie daarvan beperkt zich volgens mij tot een incrowd die die knipoog be-grijpt. Het grote publiek blijft gewoon zitten met een lelijk gezet drukwerkje. Ik snap niet waarom een lettertype de ene keer not done is en de andere keer done. Ik denk dat het ook een kwestie is

van snoeverij, van ontwerpers die elkaar proberen te overtreffen.

Steek jij nooit een knipoog in je werk?

Ja dat wel bijvoorbeeld in de poster voor de munt. van 1999. Ach zo'n spelletjes kunnen best. Het belangrijkste is dat ze het ontwerp niet in de weg zitten of er afbreuk aan doen. Wie de inhoudelijke toespeling begrijpt, wordt extra geprik-keld. Wiet het niet begrijpt, heeft niets verloren. Zulke vondsten kunnen alleen maar iets toevoegen, niet wegnemen. En het gaat hier ook niet om een knipoog naar grafisch vormgevers, maar naar het doelpubliek, de muziekliefhebbers.

Mogen foute lettertypes dan nooit ge-

bruikt worden volgens jou? of heb je ze

dan gekozen omdat ze niet zo FOUT zijn?

Mijn keuze van lettertypes is altijd se-rieus te nemen. Als ik gedemodeerde letters kies, dan is dat omdat ze vandaag nog waarde hebben. Ze kunnen een interessante vorm hebben, elementen van de inhoud benadrukken of een sfeer evoceren. Bij Terug naar walden zocht ik naar iets seventies, post-hippie, met wat vegetale allures. Ik steek niet de draak met de lettertypes, ik vind dat ze

Page 43: Void magazine

VOID MAGAZINE 43

op die cover een gemeende plaats ver-dienen. Trouwens:Fout en lelijk is een esthetisch oordeel, en esthetica is slecht één element in de mix van wat een ont-werp goed of slecht maakt. Soms laat de inhoud bijvoorbeeld niet toe om iets esthetisch te maken. Grafiek die bewust lelijk is, kan ook een uitstraling hebben.

Was je dan niet te kritisch op je studen-

ten toen je nog les gaf?

Het dominante discours is een van de redenen waarom ik uit het onderwijs gestapt ben. Zo heb ik ooit een work-shop typografie gevolgd, maar dat was zodanig conceptueel en experimenteel dat de typografie volledig losgekoppeld werd van enige inhoud. Het ging alleen maar over het discours, terwijl tekst voor mij nog altijd inhoud is. Na en tijd wilde ik daarom alleen nog maar lesgeven in de afdeling illustratie , omdat die opleiding meer basic en minder hoogdravend is. Tegenwoordig wordt er in de opleidin-gen ook te veel klemtoon gelegd op het oriënteren van het 'ego' van de studen-ten. Ze moeten een eigen idioom leren ontwikkelen, terwijl ze nauwelijks enige vat hebben op de materie! Op jou leeftijd kan je hooguit schelpen helpen openen,

Page 44: Void magazine

44 VOID MAGAZINE

je stimuleren. Trouwens, wie koppig aan een eigen idioom blijft vasthouden, heeft het later moeilijk als professionele vorm-gever.

Je was illustrator waarom dan die

aantrekkingskracht tot de typografie?

Vaak volstaat de sprekende kracht die uitgaat van letters. Ik heb het gevoel dat ik alles wat ik wil vertellen, kan uitdruk-ken met behulp van typografie. Ik werk daarbij volgens een vast stramien. Na een opdracht maak ik een lijstje van dozijn mogelijke lettertypes. Enkele daarvan komen rechtstreeks uit mijn hoofd en voor de andere ga ik op zoek naar letters met een zeker potentieel. Ik probeer die letters dan uit met een stukje tekst en ik zie dan snel of er potentieel in zit of niet. Uiteindelijk houd ik een drietal valabele lettertypes over. Dan probeer je wat te spelen met de letters om te kijken welke letters spanning kunnen creëren in het 'veld' en waar ze dan moeten staan. Ik maak een ontwerp eerst in zwart-wit met een steunkleur, als het dan overeind blijft, dan weet ik zeker dat het ook in kleur zal werken. Lettertypes zijn vaak ook ex-clusief voor een bepaalde opdracht. De poplar is voor mij nu 'opgebruikt' aan ten

oorlog en ik zal hem nietsnel voor iets anders inzetten. Een mens evolueert ook in zijn kennis en voorkeuren en ik kan iet uitsluiten dat mijn keuzes nu anders ge-beuren dan een tiental jaar geleden.

Dus je bent zelf opzoek gegaan naar de

typografie.

Mijn enige leidraad is altijd mijn leergie-righeid en nieuwsgierigheid geweest. Mijn dagelijks werk staat in het eken van autodidactische onderzoek. als ik me interesseer voor een ontwerp, dan kan ik dat bestuderen tot het maniakale toe. Aan dogmatische theorieën heb ik niks. Ik moet mezelf eerst overtuigen van hun waarde. Zo heb ik me ooit verdiept in het standaardwerk van Huib van Krimpen over boekontwerp. Dat is oersaaie en dwingende materie, waarvan ik aanvan-kelijk niks wilde aanvaarden. Maar via een individueel leerproces ontdekte ik dan later dat zijn voorschriften toch waar-devol zijn. Veel van de recente letters zijn voor mij te volmaakt en daarom 'zielloos' . Als je erop inzoomt, dan zie je dat de contouren overal mooi aansluiten en elk lijntje op zijn wiskundige plaats staat. Met de com-puter kan je tegenwoordig alles perfect

maken, maar dat is niet wat mij boeit. Ik mis onvolkomenheid en de uitstraling die daarvan uitgaat. Neem bijvoorbeeld de lettercollectie van de Tjech Rantisek Storm: die laat zijn letters altijd bougeren. Ze zijn wat grilliger en dat is veel interes-santer dan te gladde letters. Ik prijs me gelukkig dat ik de Storm-collectie ooit voor weinig geld heb kunnen kopen want ik put er nog vaak uit. Ook wat ITC voortbracht in de jaren 60 en 70 kan me behagen.

Hoe voelt het om terug te kijken op je

carrière?

Ik zit nu met een soort van postnataal gevoel. De tentoonstelling in het Let-terthuis heb ik eigenlijk niet erg graag gemaakt. Dingen in een ruimte plaatsen daar ben ik niet meteen goed in. Het is een totaal ander medium dan een publicatie. In een expositie moet je de informatie bijvoorbeeld gedoseerd aan-reiken, terwijl je in een boek geen 50 pagina's blanco moet laten om de lezer at rust te gunnen. Tot mijn eigen verras-sing loopt de tentoonstelling nochtans goed. Mijn boeken liggen daar maar in vitrinekasten en hier en daar hangt een poster tegen de muur. willen mensen

Een blote vrouw dat werkt toch altijd?!

Page 45: Void magazine

VOID MAGAZINE 45

dat echt zien? Nu, mensen komen uiter-aard met verschillende motivaties naar de tentoonstelling; even goed voor mij als vormgever als voor de onderwerpen, auteurs en makers die er door mijn werk vertegenwoordigd zijn.

Was het boek dan gemakkelijker?

Allesbehalve. Het idee voor het boek bestaat al een tijdje, maar door het uit te stellen, is het er zeker niet makkelijker op geworden. Ik heb mezelf eigenlijk veel zorgen en ergernis op mijn hals ge-haald. Het zou leuk zijn als je eerst een blauwdruk kon maken, en dan nog eens 'voor echt' maar zo werkt het natuurlijk niet. Als voor kunstenaars het motto kill your darlings geldt, dan voel ik me na het boek als een massamoordenaar. Ik heb veel achterwege moeten laten, er staan bijvoorbeeld nauwelijks achterflappen of binnenpagina's in, terwijl ik daar toch veel aandacht aan besteed. Maar een mens moet nu eenmaal kiezen en som-mige keuzes heb ik uit handen besteed. Zoals je weet heeft Stijn Dams me echt goed geholpen. En Jan Middendorp heeft voor mij enkele knopen doorgehakt. Ik had liever het proces laten zien, een oprecht beeld van hoe de dingen tot

stand zijn gekomen. Ik heb gen schroom om mijn probeersels te laten zien. In zo'n 'instructief' boek zouden dan beelden naast elkaar komen die met elkaar vloe-ken, maar dat zou ik niet erg gevonden hebben, want zo zit de werkelijkheid in elkaar. Nu staan de beelden mooi gesorteerd, vaak per kleurtint. Je krijgt dan wel een mooie, harmonische lay-out, maar het is eigenlijk een gemani-puleerde weergave. Dat vind ik dan een beetje flauw en wat leugenachtig. Als ontwerper vind ik waarachtigheid noch-tans belangrijk. De dingen mogen niet gelogen zijn. Voor een cover voor Saskia de Coster heb ik bijvoorbeeld Grunge Fonts gebruikt. Ik had een kant-en-klare, gedigitaliseerde oude letter gebruikt, maar de eerlijkheid gebiedt mij dan toch om zelf houten letters te drukken. Dat waren trouwens letters die ik zelf ooit geproefdrukt heb in de drukkerij van mijn grootvaderIk vind dat een boek wel goed in de hand moet liggen. Het moet een fijn tastbaar object zijn, vandaar dat ik hoogdruk toegepast heb voor de cover: Dat heeft een grote tactiliteit, het gevoel is veel aangenamer. Begrijp me goed: Het eind-doel van elk boek blijft het verspreiden

van een tekst, en daardoor kan ik bijvoor-beeld geen problemen hebben met e-readers. Ik vind het prima dat die dingen bestaan, maar zonder nostalgisch te zijn bedrukt papier blijft wel superieur.

Is er nog een project dat je echt zou

willen realiseren?

Ik heb er altijd van gedroomd om een tijdschrift te maken met mensen wiens werk ik apprecieer, zoals kamagurka, tom lanoye , michiel Hendryckx.... In de jaren 80 is dat er ooit even van geko-men. In het productieproces mag ik al meepraten, maar mijn wens is ook om zelf aan de wieg te staan van boeken, Het opzetten van monografieën over goede vormgevers zoals julian Key, zie ik bijvoorbeeld wel zitten. Ik spreek ook al lang met Harold Polis( uitgever van Meulenhoff|Manteau) over geïllus-treerde romans, maar dat is niet evident. Het idee was om eerst met klassieke , rechtvrije romans te werken, maar dat zag ik anders. Als we dit gaan doen , dan moet het immers echt de moeite waard worden, met oorspronkelijke inhoud van hedendaagse auteurs.

Page 46: Void magazine

46 VOID MAGAZINE

-

Page 47: Void magazine

VOID MAGAZINE 47

House of Holland began when Henry Holland started creating T-shirts on the side while he was a fashion editor. Since then, the collec-tion has become more than just tees with slo-gans like “Wham Bam Jessica Stam,” and now includes both men’s and women’s ready-to-wear. The line is known for cheeky tartans, club-ready hotpants, and purposely clashing nineties prints in zingy, upbeat colors. The de-signer’s big break began when Gareth Pugh and Giles Deacon wore House of Holland T-shirts with each other’s respective slogans at their spring 2007 shows. The shirts, which were initially being sold off Holland’s MyS-pace page, sold out immediately. He now has over 40 accounts with vendors like Harvey Nichols and Seven New York in the U.S. Agy-ness Deyn, a friend and muse of Holland’s, sup-ports the label by serving as the house model.

SPOT ON TYPOGRAPHY

Elke maand werpen we onze blik op leuke typografie die we vonden op verschillende plaatsen. Deze keer ging onze voorkeur uit naar de super leuke t-shirts van het merk house of holland.

www.houseofholland.co.uk

Page 48: Void magazine

é233DFEZfbdh345