Voedingsquiz

40
Voedingsqui z Hoe goed is jouw keukenwoordenschat?

description

Voedingsquiz. Hoe goed is jouw keukenwoordenschat?. Spelregels. vragen over keukenmateriaal, -termen en -technieken 3 reeksen van 5 vragen verbetering na elke reeks per vraag 2 punten, bij foute schrijfwijze 1 punt invullen op antwoordformulier Tussendoortje = woordenrooster - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Voedingsquiz

Page 1: Voedingsquiz

VoedingsquizHoe goed is jouw

keukenwoordenschat?

Page 2: Voedingsquiz

Spelregels

• vragen over keukenmateriaal, -termen en -technieken

• 3 reeksen van 5 vragen • verbetering na elke reeks• per vraag 2 punten, bij foute schrijfwijze 1 punt• invullen op antwoordformulier• Tussendoortje = woordenrooster

afgeven op het einde van ronde 3 28 benamingen van kookmateriaal

Page 3: Voedingsquiz

Aandachtspunten !

• Luisteren tijdens de vragen

• In stilte overleggen

• Respect voor groepsgenoot / klasgenoten

Page 4: Voedingsquiz

Uitleg rebus/droedel:

• Beelden belangrijk• Letters

klanken belangrijkbv. L = EL; K = KA

soms letter vervangen bv. P = B Peer = Beer

positie belangrijkvb Bij bijVOORbeeld

Page 5: Voedingsquiz

REEKS 1

Page 6: Voedingsquiz

1. Welke kooktechniek zie je in deze rebus?

V = F

x 2

Page 7: Voedingsquiz

2. Welke keukenterm vind je in de rebus?

_______

N R

Page 8: Voedingsquiz

3. Geef het correcte Nederlandse woord voor dit keukengerei:

Page 9: Voedingsquiz

4. Wat betekent blancheren?

Is datA. een biertje (een blanchke) toevoegen

aan een stoofpotje;

B. Levensmiddelen eerst in koud water steken en korte tijd koken om te voorkomen dat het voedsel té ver doorkookt?

Page 10: Voedingsquiz

5. Welk keukengerei wordt hier bedoeld?

- K

I = O

Page 11: Voedingsquiz

Correctie ronde 1

Page 12: Voedingsquiz

1. Welke kooktechniek zie je in deze rebus?

V = F

x 2

Flam + beren

Page 13: Voedingsquiz

2. Welke keukenterm vind je in de rebus?

BLIKOPENER

_______

N R

Page 14: Voedingsquiz

3. Geef het correcte Nederlandse woord voor dit keukengerei:

GARDE

Page 15: Voedingsquiz

4. Wat betekent blancheren?

Is dat?A. een biertje (een blanchke), toevoegen

aan een stoofpotje

B. Levensmiddelen eerst in koud water steken om dan korte tijd koken om te voorkomen dat het voedsel té ver doorkookt.

Page 16: Voedingsquiz

5. Welk keukengerei wordt hier bedoeld?

POLLEPEL

- K

I = O

Page 17: Voedingsquiz

REEKS 2

Page 18: Voedingsquiz

1. Wat wordt aan vlees of vis toegevoegd bij een marinade?

(2 dingen)

Page 19: Voedingsquiz

2. Welke keukenterm zit hier verstopt?

++ F

Page 20: Voedingsquiz

3. Geef een andere benaming voor bestanddelen.

Page 21: Voedingsquiz

4. Welke keukentechniek zit hier verstopt?

N = R

OE = I - D

Page 22: Voedingsquiz

5.

Niemand heeft graag graten in zijn vis … Hoe noemt men de techniek waarbij een vis voorzichtig van de graat wordt gehaald?

• TIP:

1e deel: een verkeersopstopping

2e deel: een ander woord voor kippenhok

Page 23: Voedingsquiz

Correctie ronde 2

Page 24: Voedingsquiz

1. Wat wordt aan vlees of vis toegevoegd bij een marinade?

• azijn, • water• wijn• kruiden • groenten

Page 25: Voedingsquiz

2. Welke keukenterm zit hier verstopt?

++ F FRUITEN

Het in een open pan, in wat vetstof, zachtjes verhitten van groenten.

Page 26: Voedingsquiz

3. Geef een andere benaming voor bestanddelen.

ingrediënten

Page 27: Voedingsquiz

4. Welke keukentechniek zit hier verstopt?

N = R

OE = I - DSNIPPEREN (fijnsnijden)

Page 28: Voedingsquiz

5.

Niemand heeft graag graten in zijn vis … Hoe noemt men de techniek waarbij een vis

voorzichtig van de graat wordt gehaald?

FILERENTIPS: 1e deel: een verkeersopstopping = FILE

2e deel: een ander woord voor kippenhok = REN

Page 29: Voedingsquiz

REEKS 3

Page 30: Voedingsquiz

1. Welke bereidingsterm zit hier achter?

A = E

AF = O

Page 31: Voedingsquiz

2. Hoe heet het bereiden van gerechten in frituurvet of -olie

bij een temperatuur van 150° tot 175°?

Page 32: Voedingsquiz

3. Welke kooktechniek is hier verstopt?

- EL

STE = V

Page 33: Voedingsquiz

4. Wat is de correcte benaming voor het maken van een korstje rond vis of vlees, met ei(wit) en

daarna met paneermeel?

Page 34: Voedingsquiz

5. Vervoeg het werkwoord kruiden correct in de zin:

A. Kruid

B. Kruidt

… de groenten naar smaak met peper en zout.

Page 35: Voedingsquiz

Correctie ronde 3

Page 36: Voedingsquiz

1. Welke bereidingsterm zit hier achter?

STOMEN

A = E

AF = O

Page 37: Voedingsquiz

2. Hoe heet het bereiden van gerechten in frituurvet of -olie

bij een temperatuur van 150° tot 175°?

frituren

Page 38: Voedingsquiz

3. Welke kooktechniek is hier

verstopt? STOVEN

- EL

STE = V

Page 39: Voedingsquiz

4. Wat is de correcte benaming voor het maken van een korstje rond vis of vlees, met ei(wit) en

daarna met paneermeel?

PANEREN

Page 40: Voedingsquiz

5. Vervoeg het werkwoord kruiden correct in de zin:

A. Kruid

B. Kruidt

… de groenten naar smaak met peper en zout.