VNCI Jaarverslag 2006

52
Jaarverslag 2006

description

VNCI Jaarverslag 2006

Transcript of VNCI Jaarverslag 2006

Page 1: VNCI Jaarverslag 2006

Jaarverslag 2006

Page 2: VNCI Jaarverslag 2006

De VNCI behartigt de collectieve belangen van de chemische industrie in Nederland. De ambitie is om een omgeving te

scheppen waarin de chemische industrie concurrerend, duur-zaam, innovatief en zorgvuldig kan ondernemen en groeien en

wordt gewaardeerd om haar bijdrage aan de welvaart en het welzijn in Nederland.

Namens de chemische industrie onderhoudt de VNCI voortdurend contacten met nationale en Europese

overheden en politici over regelgeving, afspraken en verplichtingen die de bedrijfstak aangaat. De VNCI

propageert zowel intern als extern sinds 1992 het Responsible Care-programma, het streven van de chemische industrie om

de prestaties op gebied van veiligheid, gezondheid en milieu en de communicatie daarover te verbeteren.

Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk-)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever

deswege geen aansprakelijkheid, noch voor schade, van welke aard ook, die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die (mede) gebaseerd zijn op de informatie

in deze uitgave.

© Copyright 2007 VNCI, LeidschendamAlle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar

gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

van de uitgever:

VNCI, Postbus 443, 2260 AK Leidschendam.

Voorafgaand aan de hoofdstukken zijnin deze uitgave kunstwerken te zien van

Ron van der Leeuw (in samenwerking metHans Langstraat electronisch bewerkt

en aangevuld met beelden). Ron van derLeeuw is geboren te ‘s-Gravenhage in 1959,voltooide in 1985 zijn schilderopleiding aan

de Academie van Beeldende Kunstente Rotterdam.

Hij ondernam na zijn studietijd veelvuldigreizen naar Griekenland, waar hij

landschappen schilderde.Vanaf 1989 ontwierp en vervaardigde hij

muurschilderingen. Daarnaastbeschilderde Ron meubels en interieurbe-

timmeringen.De illustraties liggen in het verlengde van

het vrije werk.Ron beschrijft de illustraties als volgt:

Chemie is illustratief.Chemie is illustratief voor de werking van

het brein van de illustrator. In zijn hoofd gist het als in een hermetisch vat.

Zoals in de chemie de elementen wordensamengebracht en met elkaar reagerentot een nieuwe stof, evenzo reageren bij

de illustrator, de associaties, die dethema’s van zijn opdrachtgever oproepen,

met elkaar.Beelden en betekenissen klonteren,kleven, botsen, verweken, drogen in,

verkleuren of planten voort onder invloed van elkaar en laten zich tot nieuwe

beelden omvormen.Soms komt het vanzelf, onmiddellijk, dan

weer vergt het uiterst nauwkeuriggecreëerde omstandigheden, waarin na

vele vruchteloze pogingen enafhankelijkheid van de kleinste variabe-

len, zich eindelijk een resultaat openbaartEn soms is een illustratie ook

nog explosief !

Page 3: VNCI Jaarverslag 2006

Inhoudsopgave

pagina 2 Berichten van bestuur en bureau

pagina 6 Energie

pagina 10 Onderwijs en innovatie

pagina 14 Veiligheid en milieu

pagina 18 Stoffen

pagina 22 Responsible Care en duurzaam ondernemen

pagina 26 Dienstverlening en ondernemingsklimaat

pagina 30 De Vereniging

pagina 36 Financiën

pagina 40 Ledenlijst

bijlage 1 Feiten en cijfers

1

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 4: VNCI Jaarverslag 2006

Van verdediging naar aanvalTemidden van een storm aan grote internationale veranderingen heeft de chemische bedrijfstakzich goed staande weten te houden. Eens te meer blijkt de chemie groot, sterk en fl exibel. We hebben een goed jaar achter de rug, met eenomzettoename van 13% naar 46 miljard euro in Nederland. Daarmee groeit de chemie in Neder-land meer dan elders in Europa. Ze vormt zo een vitaal onderdeel van de nationale economie.

De uitdaging voor de komende jaren ligt bij een verdere verduurzaming van onze maatschap-pij. De chemie kan hier met haar producten en processen een grote rol in spelen. Onlangs heeftde industrie haar energieagenda gepresenteerd, waarin we de overheid voorstellen samen te werken aan energie-effi ciency en verduur-zaming.

Innovatie is daarbij de kern. En onze uit-gangspositie is goed. De chemie in Neder-land heeft een groot innovatief vermogen. Bovendien is op tal van gebieden de we-tenschappelijke kennis van wereldniveau. Door de verbinding tussen wetenschap en bedrijfsleven te versterken, vergroot je de slagkracht en kan kennis sneller innieuwe bedrijvigheid worden omgezet. De multinational van morgen start vandaag zijn bedrijf. Daarom besteedt de VNCIextra aandacht aan het binden van jonge, startende bedrijven aan de vereniging.

De VNCI onderschrijft de ambities van het nieuwekabinet op het gebied van ondernemerschap en duurzaamheid. En wij zijn bereid extra te inves-teren in de toekomst. Het plan van de Regie-groep Chemie bevat een samenhangend pakketaan maatregelen die de innovatie in de chemieversnellen met als doel de bijdrage aan het BBPin 10 jaar tijd te verdubbelen en tegelijkertijd het gebruik van fossiele grondstoffen in 25 jaar te halveren. Commitment van de overheid bij dezeplannen en een consistent beleid zijn twee cruci-ale succesfactoren.

Bericht van het bestuur

2 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 5: VNCI Jaarverslag 2006

Nederland is voor de chemische industrie eenaantrekkelijke vestigingsplaats. We hebben de sleutels in handen die aantrekkelijkheid te bestendigen. Belangrijk daarbij is dat we verder bouwen aan vertrouwen, dat we naar buiten toe de reputatie, en naar binnen toe de motivatie, ver-sterken. De VNCI gaat over van verdedigend naar aanvallend spel om de chemie zelfbewust overhet voetlicht te brengen. De komende jaren zullen we als sector de buitenwereld sterk tonen wat de chemie bijdraagt aan Nederland en waaromhet de moeite waard is deze bedrijfstak ruimte te geven om te ondernemen.

Bij dit alles zullen proactief en transparant te werk moeten gaan. Daarom zijn evenementen als de afgelopen Dag van de Chemie ook zo belang-rijk. Het is bij uitstek de gelegenheid het grote publiek kennis te laten maken met de industrie. Zo bouwen we zowel in- als extern aan ons zelf-bewustzijn en vergroten we onze aantrekkelijk-heid als werkgever.

Daar zit een boeiende uitdaging. Want we moetenzorgen dat steeds meer jongeren voor een bèta-studie en een loopbaan in de chemie kiezen. De aantrekkelijkheid van het werken in de chemie is groot, de salarissen behoren tot de hoogste van de diverse inkomensgroepen. Daarnaast maak je wat uit in de wereld, draag je bij aan een verdere verduurzaming. We hebben meer goede men-sen nodig die samen met ons de chemie verderwillen laten groeien. Daarom ook is binnen de Regiegroep Chemie de zorg voor personeel een prominente actielijn.

Op 6 juni 2007 draag ik de voorzittershamer over. Ik constateer dat de laatste jaren de sector er steeds beter in slaagt zich een positieve enconstructieve rol aan te meten. De waardering voor de chemie stijgt navenant. Als VNCI lukt het ons om de contacten met de leden verder aan te halen, onder andere via bijeenkomsten, work-shops en relatiebezoeken. De betrokkenheid bijhet beleid van de VNCI is groot. En dat is belang-rijk, want zonder die betrokkenheid is er geenvereniging. Dank daarvoor.

Ir. Rein WillemsVoorzitter VNCI

Voorwoord

3

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 6: VNCI Jaarverslag 2006

Essentiële rolDe chemische industrie in Nederland heeft zich ontwikkeld tot een veilige en innovatieve bedrijfs-tak, een industrie die haar verantwoordelijk-heid richting maatschappij serieus neemt. Onzeprestaties op energie- en milieugebied zijn goed, we hebben een belangrijke economische rol in Nederland en onze producten verhogen de kwali-teit van ons dagelijks leven. Kortom: een industrie die een essentiële rol speelt in de (Nederlandse) samenleving.

Het afgelopen jaar zette de VNCI zich opnieuwvoor honderd procent in om de belangen van de leden te behartigen. In Den Haag, maar ook in Brussel, liet de VNCI bij belangrijke dossiers de stem van de chemische industrie horen. Dat is alleen mogelijk door de grote inzet van vele leden. In de verschillende beleids- en werkgroepen zet-ten de vertegenwoordigers van de bedrijven zich gemotiveerd en betrokken in voor onze branche. Een woord van dank voor hun inspanningen is hier dan ook zeker op zijn plaats.

Om de belangen van onze leden nog beter te be-hartigen, werkt de VNCI sinds een paar jaar vanuit speerpunten. Dit zijn onderwerpen en thema’s dieessentieel zijn om een gezonde, economisch ren-dabele bedrijfstak te blijven in een snel groeiende wereld. Het gaat om energie, onderwijs en inno-vatie, veiligheid en milieu, stoffen, dienstverlening en ondernemingsklimaat.

In dit jaarverslag gaan we in op de belangrijk-ste ontwikkelingen binnen deze speerpunten. Iknoem er een paar.

De aanpak van het klimaatprobleem is ongetwij-feld een van de belangrijkste uitdagingen voor Nederland in de komende jaren. De chemische industrie wil en kan bij het oplossen daarvaneen sleutelrol vervullen. Niet alleen door, net als in het verleden, zelf energie te besparen. Maarook door innovaties in processen en producten die verbeteringen in andere sectoren mogelijkmaken. Denk daarbij aan lichtere materialen voorauto’s, isolerende materialen en biobrandstoffen. Voor de overgang naar een werkelijk duurzameenergievoorziening is de bijdrage van de chemiedan ook essentieel.

We moeten ons dan wel realiseren dat de che-mische industrie de ruimte moet hebben om te groeien. Alleen op die manier kunnen wij in-vesteren in oplossingen voor de problemen van vandaag en morgen.

Bericht van het bureau

4 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 7: VNCI Jaarverslag 2006

Om nog meer tegemoet te komen aan de roep uit de maatschappij om meer duurzaam onderne-men, transparantie en rekenschap is het Respon-sible Care-programma vorig jaar aangepast aan de eisen van deze tijd. In het Responsible Care Global Charter worden de ‘oude’ elementen van het programma, continue verbetering in onze veiligheids- en milieuprestaties, natuurlijk niet vergeten. De VNCI staat volledig achter deze ver-volgstap van het programma en speelt dit jaar een actieve rol bij de invoering van het programma in Nederland.

De nieuwe Europese stoffenwetgeving REACH is voor de branche de mogelijkheid te tonen datzij verantwoordelijk en zorgvuldig met stoffen omgaat. Na jarenlange discussies in Brussel kre-gen de nieuwe regels vorig jaar hun beslag. Het afgelopen jaar besteedde de VNCI veel aandachtaan het voorbereiden van haar leden hierop. Ook de komende jaren blijven we hen ondersteunen bij de enorme opgave waar REACH hen voor stelt. DeVNCI zal er alles aan doen om REACH succesvol in te voeren en zo het vertrouwen van de samen-leving in onze producten te vergroten.

Het innovatief vermogen van de branche werd in 2006 goed op de kaart gezet door enerzijds de chemie als innovatief sleutelgebied te positio-neren en anderzijds bij te dragen aan het busi-nessplan van de Regiegroep Chemie. Op de zevenverschillende actielijnen ontwikkelt de Regie-groep actieprogramma’s waarmee de innovatie in de chemie een vlucht voorwaarts kan maken. Deondersteuning van de Regiegroep en het imple-menteren van de acties krijgt voor het speerpunt

Onderwijs en innovatie’ en de communicatieafde-ling de hoogste prioriteit.

Onder de paraplu van de Regiegroep Chemie isvorig jaar een begin gemaakt met de opzet van een imagotraject chemie. Uit het laatste onder-zoek van de Europese branchevereniging Cefi cmag dan blijken dat ons imago positiever is, wezijn nog niet tevreden over de beeldvorming. Hetlukt ons niet voldoende om de positieve bijdrage van de chemie aan onze maatschappij op aan-sprekende wijze te vertellen. Met het imagotraject willen we de belangrijkste doelgroepen beterkennis laten maken met de chemie en de rol vande sector in onze maatschappij. Het plan heeft een looptijd van drie jaar en beschrijft interne en externe activiteiten.

Het eerste jaar van ons beleidsplan 2006 -2010‘Samen werken aan vooruitgang’ ligt achter ons.We kijken terug op een jaar waarin we grote stap-pen hebben gezet om het ondernemers- en innovatieklimaat te versterken, de waarderingvoor de chemie te vergroten en de belangenbe-hartiging meer toe te spitsen op de wensen vande leden. Samen met onze leden blijven we onsvol vertrouwen en trots inzetten voor een veilige, duurzame en innovatieve chemische industrie. Zodat de branche in onze steeds complexer wor-dende samenleving haar essentiële rol voor onze welvaart en welzijn kan blijven vervullen.

dr. ir. Colette Alma-ZeestratenAlgemeen Directeur VNCI

Voorwoord

5

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 8: VNCI Jaarverslag 2006

“Bedrijven emissierechten laten verkopen als ze minder

produceren past niet bij duurzame ontwikkeling.

Klimaatproblemen lossen we niet op door minder te

produceren maar door effi ciënter te produceren.”

Jan Berends, manager milieuzaken DSM,

voorzitter Werkgroep Responsible Care Global Charter

6

Page 9: VNCI Jaarverslag 2006

Nieuwe ronde, nieuwe kansenBetrouwbare en concurrerend geprijsde energie

is voor de chemische industrie van vitaal belang.

Verantwoord en duurzaam gebruik van energie

behoudt de volledige aandacht. Meer en meer speelt

innovatie hierbij de hoofdrol. Het zorgt voor een

belangrijke impuls tot een effi ciënter gebruik van

energie en minder uitstoot van CO2.

CO2-emissiehandel

Het Nederlandse allocatieplan 2008 -2012 voor

de CO2-emissiehandel kwam in 2006 tot stand.

Veel tijd besteedde de VNCI aan het informeren

van haar leden en deze aanmoedigen te reageren

op het toewijzingsplan. Het communiceren van

het gezamenlijke standpunt van de chemische

bedrijven richting het ministerie van Economische

Zaken was een andere primaire zorg van de VNCI.

De branchevereniging streeft naar een voor de

chemische industrie zo gunstig mogelijk toewij-

zingsplan waarbij het evenwicht met milieubelan-

gen bewaard blijft.

Stevige rol voor VNCI

In haar inspraakreactie op het Nationaal Toewij-

zingsplan Broeikasgasemissierechten 2008-2012

adviseerde de VNCI het ministerie van EZ

verbeteringen op essentiële zaken.

De VNCI verzamelde reacties van bedrijven en

voorzag de Nederlandse overheid van input

voor het voorstel voor Brussel. Hierin meldt de

VNCI aanzienlijke bezwaren tegen het ontbreken

van een geharmoniseerde aanpak in Europees

verband, maar stelt ook de overheidsaanpak

van windfall profi ts van de energiebedrijven in

Nederland ter discussie. Ander punt van zorg is

de ruimte voor groei en nieuwkomers. De VNCI

vraagt daarnaast aandacht voor het onevenre-

dig zwaar belasten van kleinere bedrijven door

deze verplicht deel te laten nemen. Het eerste

plan sneuvelt onder vergelijkbare bezwaren in de

Tweede Kamer.

Het besluit

Nadat Brussel eind 2006 een drastisch besluit

Energie

Goede score energie-effi ciency De kleine energieverbrui-kers verbeterden in 2005 hun energie-effi ciency met 2,5% vergeleken met 2004. De deelnemers aan de MeerJarenAfspraak (MJA), waaronder de 36 middel-grote en kleine chemische bedrijven, brengen hiermee

hun totale score op 20,6% verbetering. Dit ten opzichte van het referentiejaar 1998. De resultaten zijn beter dan het meerjarenplan waarin de VNCI ambieerde om in 2008 tot een verbetering van 23% te komen. De goede resultaten voor de MJA worden gekenmerkt

door een duidelijke toename in de bijdrage van de Keten-projecten: de verbredings-thema’s die gedefi nieerd zijn om energie te besparen.

In dit kader vond ook een vijftal quick-scan’s op het gebied van procesintensi-fi catie plaats. Samen met SenterNovem voerde de

VNCI de procesintensifi ca-tie-scan uit bij een aantal bedrijven. Bij zo’n PI-scan wordt een bedrijfsproces doorgelicht om te kijken waar met een nieuwe techniek, of een nieuw proces, energie bespaard kan worden. De vijf uitgevoerde quick-scan’s waren succesvol. De pilot wordt uitgebreid in 2007.

En dan nog dit

7

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 10: VNCI Jaarverslag 2006

ocatieplannen van tien lidstaten,

rland niet gespaard. De Europese

sluit om het Nederlandse allocatie-

korten.

maakt de VNCI zich ernstige zorgen

belasting voor de Nederlandse

al omdat de Commissie geen com-

e Nederlandse industrie toekent

ektriciteitsprijzen. Zelfs kleinere

en door de Commissie niet ge-

CI vraagt met klem de WKK-instal-

laties te ontzien. Deze leveren een aanzienlijke

verbetering aan de energie-effi ciënte en reductie

van CO2-uitstoot.

De Commissie heeft zo haar eigen problemen bij

het behalen van de Kyoto-doelstelling. Maar, het

kan toch niet de intentie zijn van de Commissie

om deze af te wentelen bij de beoordeling van het

Nederlandse allocatieplan?

Gelijk speelveld?

De Commissie liet bij haar beoordeling van de

allocatieplannen het argument ‘gelijk speelveld’

zwaar meewegen. Terecht want, daar dringt de

VNCI ook altijd met klem op aan. Maar, met het

oordeel van de Commissie is een gelijk speelveld

verder weg dan ooit tevoren. Een gelijk speelveld

bestaat bij de gratie van een goed functionerende

en vooral transparante interne markt. Daar is

voorlopig geen zicht op. Het beste

ligt in de volatiliteit van de prijs va

voortdurende energieprijsverschil

verschillende lidstaten.

Samenwerking VNCI en VEMW

De VNCI en de Vereniging voor Ene

en Water (VEMW) maken zich sam

de belangen van zakelijke energie-

bruikers. Het ondertekenen van de

eenkomst tussen beide partijen brengt betrouw-

bare energie, met internationaal concurrerende

prijzen, een stap dichterbij.

Energie

Resultaten van de nieuwe ronde Convenant Benchmarking vallen tegen. Voornaamste oorzaak is dat bedrijven die meedoen met de CO2-emissiehandel, niet aan hun verplichtingen uit het convenant hoeven te voldoen.

In mei presenteerde de Task-force Energietransitie het Transitieactieplan duurzame energiehuishouding: een ac-tieplan waarmee koers wordt gezet naar een duurzame samenleving. Concrete ambi-ties van de makers: reductie van CO2-uitstoot met 50% in 2050, het jaarlijks besparen van energieverbruik met 1,5

tot 2% en substantiële inzet van groene grondstoffen en hernieuwbare energie. De VNCI is nauw betrokken bij de platforms Groene Grondstof-fen en Keteneffi ciency.

De VNCI is blij met de actievoorstellen die de Europese Commissie in een nieuwe Green Paper heeft

omschreven. Het ‘groenboek’ bevat meer dan 20 concrete voorstellen om de drie be-langrijkste beleidsdoelstel-lingen op het gebied van energiebeleid te bereiken: duurzame ontwikkeling, beter concurrentievermogen en continuïteit van de ener-gievoorziening.

8 V N C I 2 0 0 6

Page 11: VNCI Jaarverslag 2006

Synergie

De bundeling van kennis en expertise biedt

sterke synergievoordelen voor de VNCI en VEMW.

Energie- en watermarkten werden onder druk

van liberalisering steeds complexer. Dit vraagt om

krachtiger bewaken van de energie- en waterbe-

langen van de VNCI-leden en een actieve lobby,

zoals VEMW dit doet op nationaal en internatio-

naal niveau.

Sterk stijgende energieprijzen dwingen de ener-

gie-intensieve industrie in Nederland haar kosten

omlaag te brengen. De hiervoor noodzakelijke

kennis en expertise vinden VNCI-leden bij VEMW.

Door de samenwerking vergroot VEMW haar

zichtbaarheid bij overheid, de netbeheerders, de

toezichthouder Dte en andere belangrijke spelers.

Zo versterkt VEMW haar rol bij het streven naar zo

concurrerend mogelijke kosten voor de industrie.

Als offi cieel erkend vertegenwoordiger kan VEMW

goed voor de rechten van de leden opkomen,

samen of voor individuele partijen. Iets dat voor

bedrijven afzonderlijk vaak lastig is.

Gezamenlijke thema’s

Internationale marktliberalisatie en diversi-

teit in energievoorziening zijn andere belang-

rijke thema’s voor VNCI en VEMW. Diversiteit

in energievoorziening vraagt om verschillende

toeleveranciers en verschillende soorten energie.

Het veiligstellen van die energie is daarbij een

belangrijk vraagstuk.

Ook op het gebied van water heeft VEMW ook veel

kennis in huis. Ze geeft advies over contracten en

vergunningen.

Service

De algemene ledenvergadering keurde het

VEMW-branchelidmaatschap en de daarbij beho-

rende contributieverhoging goed voor de periode

2007 tot en met 2009. Alle leden van de VNCI

hebben, na aanmelding bij VEMW, sinds 2006 de

beschikking over de kennis en ondersteuning van

VEMW. In 2008 bekijkt de VNCI opnieuw of het

branchelidmaatschap wordt voortgezet.

Energie

De High Level Group on Competitiveness, energy and the environment, die de Europese Commissie in 2006 opzette, richt zich vooral op energiebeleid. Dit adviesor-gaan stelt dat nog veel werk verzet moet worden om het Europese emissiehandels-systeem te verbeteren. De complexiteit moet omlaag

en het MKB moet worden ontzien. De invloed op de elektriciteitsprijs zal ook drastisch beperkt moeten worden.

De VNCI verwelkomt de conclusies van de High Level Group. Jammer is dat, door het late tijdstip van de aanbevelingen, de problemen

nu dreigen voort te duren tot en met 2012.

“Waarom een mondiale aanpak van de CO2-problematiek hard nodig is? De voorgenomen CO2-reductie in Europa tot 2012 wordt volledig teniet gedaan door één jaar

economische groei in China.”Kees Bennebroek, voorzitter kerngroep benchmarking en Manager Corporate Sustainability DSM.

9

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 12: VNCI Jaarverslag 2006

“Innovatie in de chemie naar een nog hoger plan tillen. De krachten van de chemische industrie bundelen en het elan van de sector verhogen. Zo creëer je meer arbeidsplaatsen en zorg je ervoor dat jonge, enthousiaste chemici innovatieve bedrijfjes starten.”

Jacques Joosten,Directeur Corporate Technology van DSM, voorzitter Regiegroep Chemie.

10

Page 13: VNCI Jaarverslag 2006

RegielandDe chemie is een hoogwaardige, kennisintensieve

sector die een essentiële rol speelt in de Neder-

landse economie. Naast voldoende en goed opgeleid

personeel moeten chemiebedrijven bereid zijn

steeds opnieuw de horizon te ontdekken en grenzen

te verleggen. “We moeten dezelfde nieuwsgierigheid

en uitdaging voelen als vroegere ontdekkingsreizi-

gers die uiteindelijk de Gouden eeuw vorm en in-

houd gaven. Nederland moet een regieland worden

binnen de chemische industrie”, aldus voorzitter

Rein Willems tijdens de VNCI-jaarvergadering.

Nieuwe Scheikunde Modules

De VNCI wil voor het traject Nieuwe Scheikunde

in vier jaar tijd acht nieuwe modules introduce-

ren in het voortgezet onderwijs. Dit project wordt

uitgevoerd in samenwerking met Stichting C3

(Communicatie Centrum Chemie). Industriële

toepassingen en beroepsbeelden krijgen vooral

aandacht in de lesprogramma’s. Twee van de acht

nieuwe modules, geschikt voor 3e klas havo en

vwo, werden in 2006 op een aantal scholen als

pilot geïntroduceerd: ‘Zelfherstellende materia-

len’ en ‘Melkzuur, van spierpijn tot kunstknie’.

Beschikbaar

Door onder meer workshops bij congressen zijn

de lesmodules onder de aandacht van vakdocen-

ten gebracht. Vanaf 2007 komen deze lesmodules

voor alle docenten beschikbaar voor het Nieuwe

Scheikunde programma in de klas. In de komende

jaren volgen de modules speciaal voor de 4e en 5e

klas. Voor de 4e klas zijn ze in 2006 ontwikkeld en

zijn ze in 2007 gereed om getest te worden.

Regiegroep Chemie

Sleutelgebieden, zo bestempelt het Innovatie-

platform, zijn belangrijke sectoren met grote

innovatiekracht. Als resultaat van de gezamen-

lijke inspanningen van VNCI en NWO Chemische

Wetenschappen benoemde het Innovatieplatform

ook de Nederlandse chemische sector tot zo’n

sleutelgebied.

Negen toppers uit bedrijfsleven en wetenschap

Onderwijs en innovatie

Meet the Boss fi nale wedstrijd“De chemie moet kunnen groeien, want zonder chemie is er geen vooruitgang.”Met deze stelling opende Rein Willems het debat tijdens de fi nale van de debatwedstrijd Meet the Boss. Scholen en een Boss uit de chemische industrie

gaan tijdens de bijeenkomst met elkaar in debat aan de hand van stellingen over de chemie. Het Rijnlands Lyceum uit Wassenaar, het Bernardinus College uit Heerlen, het Twickel College uit Hengelo en SC Roncalli uit Bergen op Zoom namen deel aan de fi nale op 3 oktober 2006.

Er ontstaan hevige discussies voordat de baas van Shell Nederland de leerlingen overtuigt van de voordelen die chemie de wereld levert. Winnaar van de landelijke debatfi nale is het Bernardi-nus College.

De VNCI organiseerde de Meet the Boss debatwed-strijd in de aanloop naar de Dag van de Chemie op 7 oktober 2007 (zie ook hoofdstuk De Vereniging).

En dan nog dit

11

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 14: VNCI Jaarverslag 2006

Onderwijs en innovatie

Eerste afgestudeerden duale opleiding De duale opleiding tot ingenieur (ir.) scheikundige technologie is het resultaat van een samenwerkings-verband tussen de TU Eindhoven, de VAPRO-OVP en de VNCI.

De opleiding kwam tot stand met steun van het ministerie van Econo-mische Zaken. De doelgroep bestaat

uit werknemers met een technische achtergrond en een baan in de chemische industrie. Belangrijkste voordelen van de duale opleiding zijn de intensieve samenwerking tussen bedrijf en opleiding en het gebruik van werkervaring.De eerste twee kandidaten studeer-den in 2006 af en mogen nu de titel ir. of MSc voeren.

Nieuwe poster Periodiek Systeem der ElementenIn 2006 startte de VNCI, samen met de Vlaamse branchevereniging Fe-dichem, met een vernieuwde versie van de poster Periodiek Systeem der Elementen.De kleine en grote versie van de poster geven een kort overzicht van de verschillende toepassingen van alle elementen van het periodiek

systeem. VNCI verspreidt de posters gratis aan de leden en onderwijsin-stellingen. Vanaf 2007 is de nieuwe poster op grote schaal verkrijgbaar.

Feel the ChemistryHet samenwerkingsproject Feel the Chemistry beoogt door goede voorlichting de interesse van scho-lieren in een chemische opleiding te stimuleren.

12

Page 15: VNCI Jaarverslag 2006

een vliegende start omdat ze profi teren van de

infrastructuur, de diensten en de expertise van

bedrijven. De Werkgroep COCI van de Regiegroep

Chemie, waar de VNCI nauw bij betrokken is,

werkt een concreet actieplan uit.

Human Capital

De Regiegroep Chemie stelt dat genoeg en goed

opgeleid personeel randvoorwaardelijk is voor

innovatie. De instroom in het chemie-onderwijs

daalt, terwijl tegelijk de vraag toeneemt doordat

de sector groeit. Tel hierbij op de grote uitstroom

als gevolg van pensionering. Het is dus niet zon-

der reden dat de VNCI al jaren aandacht vraagt

voor dit probleem.

De vereniging volgt de ontwikkelingen over dit

onderwerp dan ook op de voet en ondersteunt de

Regiegroep bij deze actielijn. Zoals door deel-

name aan de werkgroep Human Capital die eind

2006 is opgericht. Deze werkgroep werkt aan het

ontwikkelen van een Human Capital Roadmap,

met daarin acties om de tekorten op de arbeids-

markt op te lossen.

Alle spelers uit het veld waren vertegenwoordigd

bij twee bijeenkomsten eind vorig jaar om te zoe-

ken naar concrete oplossingen. Oplossingen zijn

niet eenvoudig, zeker niet omdat op korte termijn

al resultaat moet komen.

Een positievere beeldvorming van de chemie en

de beroepsperspectieven in de chemische sector

is noodzakelijk om meer mensen te winnen voor

de sector. Dit vraagt om interessante loopbanen

die mensen blijvend binden en boeien.

Het onderwijs zal optimaal moeten aansluiten bij

de eisen en behoeften van het beroepenveld. On-

dernemerschap moet worden gestimuleerd, zodat

nieuwe kansen en initiatieven worden opgepakt.

Een uitdagende opgave voor iedereen die betrok-

ken is.

Onderwijs en innovatie

De VNCI maakt onderdeel uit van het samenwerkingsproject waarvan Stichting C3 de trekker is. Een groot aantal chemische bedrijven, oplei-dingen en organisaties neemt deel aan Feel the Chemistry.

Grootste activiteit is deelname aan de landelijke studiebeurs in de Jaar-beurs in Utrecht. Met een grote stand

zijn alle chemische opleidingen in Nederland vertegenwoordigd. Op de website (www.feelthechemistry.nl) staat meer over de voorlichtingscam-pagne en het beschikbare materiaal voor, onder meer, decanen.Vorig jaar april organiseerde C3 de nascholingscursus Let them feel the Chemistry. Middelbare school-decanen leerden bij Akzo Nobel in Arnhem alles over carrières en op-

leidingen in de chemie, life sciences en procesindustrie.

VNCI-StudiebeursZoals elk jaar beloont de VNCI excel-lente scholieren met de VNCI-studie-beurs van 1000 euro. Uitzonderlijke prestaties voor het vak scheikunde tijdens het eindexamenjaar en tijdens de nationale Chemie Olympiade komen in aanmerking om beloond

te worden. Voorwaarde is wel dat de scholieren aansluitend kiezen voor een universitaire studie chemie. Daarnaast beloonden VNCI en KNCV de toppers die voor het Centraal Schriftelijk Eindexamen Scheikunde een 9,5 of hoger scoorden met een kleine attentie.

“De VNCI wil jonge ondernemers in de chemische industrie meer ondersteunen. Daar moet de innovatie in de toekomst immers voor een groot deel vandaan komen.”

” VNCI-directeur Colette Alma, tijdens het tiende Petrovision congres in Rotterdam.

13

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 16: VNCI Jaarverslag 2006

“Natuurlijk is en blijft er altijd een risico. Het is niet zo dat er nooit meer een ongeval zal kunnen gebeuren. Maar, de kans op een ongeval met veel slachtoffers is wel erg klein.”

Oud-Staatssecretaris van Geel in een reactie op de signifi cante afname van

het groepsrisico bij dertien Besluit Risico’s zware ongevallen-bedrijven.

J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 614

Page 17: VNCI Jaarverslag 2006

Succesvol en ambitieusWerken in de chemische industrie gaat gepaard met

risico’s. Essentieel is een adequate beheersing van

deze risico’s. Voor VNCI-leden is veiligheid prioriteit

nummer één. Continu ontplooien ze nieuwe initiatie-

ven om de veiligheid op een nog hoger plan te tillen.

De praktijk laat zien dat de chemische industrie

hierin succesvol is en zelfs als voorbeeld dient voor

andere bedrijfstakken.

Op milieugebied zette de bedrijfstak de afgelopen

jaren ook fl inke stappen. Dit betekent echter niet dat

de vereniging geen ambities meer heeft op dit ter-

rein. Maar wel met een consistent beleid, een duide-

lijke langetermijnvisie van de overheid en voldoende

fl exibiliteit voor het bedrijfsleven.

IPPC

De Europese richtlijn Integrated Pollution Preven-

tion Control (IPPC) verplicht lidstaten te zorgen

dat bedrijven vanaf 30 oktober 2007 met een

integrale milieuvergunning werken. Om ervoor te

zorgen dat alle installaties globaal aan dezelfde

milieuvoorwaarden voldoen, moeten de bedrijven

de zogenaamde best beschikbare technieken

(BBT) gebruiken. De richtlijn richt zich op preven-

tie en bestrijding van milieuvervuiling, en is onder

andere van toepassing op de categorie ‘chemi-

sche industrie’, dus op VNCI-leden. In Nederland

is IPPC vastgelegd in de Wet Milieubeheer en de

Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

Toetsen

Uit de richtlijn volgt dat alle bestaande vergun-

ningen op korte termijn door de overheid worden

getoetst of ze voldoen aan de BBT. Lidbedrijf

ExxonMobil ontwikkelde, samen met de VNCI,

DCMR Milieudienst Rijnmond en Rijkswaterstaat

Zuid-Holland, een methode waarmee bedrijven

zelf kunnen onderzoeken of ze een vergunning

hebben die voldoet aan de IPPC-richtlijn. De VNCI

adviseerde de leden om zelf hun vergunningen te

toetsen aan BBT en stelde daarvoor de IPPC-toets

beschikbaar.

Tijdens de speciale IPPC-voorlichtingsbijeenkom-

sten van de VNCI kregen de leden tekst en uitleg

Veiligheid en milieu

De overheid presenteert met de Toekomstagenda Milieu haar ambities op milieuge-bied. Zoals: een proactievere rol in Europa, minder uitvoe-rings- en toezichtlasten, een effi ciëntere overheid en meer eigen verantwoordelijkheid voor het bedrijfsleven. De chemische industrie onder-schrijft deze ambities, zolang

de agenda praktisch en rea-listisch wordt uitgevoerd.

Toekomstscenario’sTijdens drie bijeenkomsten in het najaar van 2006 werkten overheid en bedrijfsleven samen aan toekomstsce-nario’s voor het milieu. Het project moet meer inzicht geven in de effecten van de

markt, (inter)nationaal beleid en technologie op het milieu. De VNCI is samen met andere vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven nauw betrokken bij dit initiatief. Zo kan de ver-eniging beter anticiperen op zaken die vanuit Europa op de chemische industrie afkomen en, waar nodig, bijsturen. Beveiliging tegen terro-

risme is voor de VNCI een belangrijk onderwerp. Het Project Vitaal gaat over de bescherming van de vitale infrastructuur in Nederland. Ook de chemische industrie maakt hier onderdeel van uit. VROM en VNCI voerden, samen met een aantal VNCI-leden, een proefproject uit voor de chemische industrie.

En dan nog dit

15

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 18: VNCI Jaarverslag 2006

over deze methode. Bevoegd gezag, in dit geval de

DCMR en Rijkswaterstaat, kwamen ook uitgebreid

aan bod. Ruim 125 enthousiaste deelnemers

beoordeelden de voorlichtingsbijeenkomsten als

een groot succes.

Milieuplannen

Toetsing van installaties aan de beste beschikbare

technieken maakte in veel gevallen ook een be-

langrijk onderdeel uit van de nieuwe bedrijfsmi-

lieuplannen (BMP-4).

De vierde ronde bedrijfsmilieuplannen (BMP-4)

geldt voor de periode 2006-2010 en is de laatste

fase van het Integrale Milieu Taakstelling (IMT)-

convenant. Dit convenant is in 1993 gesloten

tussen overheid en bedrijfsleven. Bedrijven geven

in hun BMP aan hoe zij het milieuconvenant

invullen voor deze periode. Het gaat om welke

milieumaatregelen ze gaan nemen en wat deze

bijdragen aan de realisatie van de IMT voor de

hele bedrijfstak. Naast deze onderwerpen maakte

de chemische industrie een goede start met het

uitwerken van het thema Duurzaam Ondernemen.

Elk jaar rapporteren ze in het MilieuJaarverslag

over de resultaten.

Meer dan de helft van de leden leverden in 2006

hun BMP’s in. Bij een beperkt aantal bedrijven

bestaat twijfel over het nut van het instrument

gezien de lange looptijd en de veelal behaalde

emissiereductiedoelstellingen voor 2010. Veel

van de gegevens opgenomen in het BMP zijn

ook in de loop der jaren vastgelegd in wet- en

regelgeving en vergunningen. VNCI is zich hiervan

bewust maar wil het convenant desondanks goed

afsluiten. Het blijft dus belangrijk dat bedrijven de

afspraak naleven en hun milieuplannen opstel-

len. Deze insteek koos de VNCI ook in zowel de

overleggroep als de projectgroep, het hoogste

overlegorgaan tussen de overheid en vereniging

over IMT. Op die manier ontstaat immers een zo

compleet mogelijk beeld van wat de branche tot

2010 op milieugebied kan bereiken.

Dialoog

De VNCI stak in 2006 veel energie in het verbe-

teren van de dialoog tussen de branche en de

Veiligheid en milieu

Beveiliging als verantwoor-delijkheid van het manage-ment en security manage-mentsystemen kwamen als de belangrijkste aandachts-punten naar voren.Het proefproject vormt de basis voor nadere afspraken met de overheid.

Wijziging Arbowet en grens-

waardenstelselDe nieuwe Arbowet van 1 januari 2007 legt, meer dan hiervoor, de verantwoorde-lijkheid voor het veilig werken met chemische stoffen bij de werkgever. Voor wat grens-waarden (MAC-waarden) be-treft moeten bedrijven in veel gevallen zelf de gezondheids-waarde van de stoffen die

ze produceren aangeven en aantonen dat deze voldoende bescherming bieden. De VNCI is voorstander van het voornemen om de betrok-kenheid van werkgevers te vergroten. Ze merkt wel dat uitvoering het nodige vraagt, vooral van MKB-bedrijven. Voor hen is het niet makkelijk om de vertaalslag van theorie

naar praktijk te maken. Mede daarom startte de commis-sie Arbeidsomstandigheden van de SER in 2006 met de ontwikkeling van een leidraad voor verantwoord werken met chemische stoffen. VNCI-leden werden gevraagd mee te denken. De leidraad verschijnt in 2007.Verpakkingen

16 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 19: VNCI Jaarverslag 2006

Arbeidsinspectie. Op de agenda stond onder

meer de analyse van de incidenten uit de laatste

incidentenrapportages. In deze rapportages mist

de VNCI een breed perspectief waarbinnen con-

clusies worden getrokken. Zo betwijfelt de VNCI

of alle incidenten die de rapportage toewijst aan

onderhoud, ook echt hiertoe behoren. Overigens

onderschrijft de VNCI de stelling dat bij onder-

houd een verhoogd risico geldt, maar daarom

nemen de leden juist extra maatregelen.

Als concreet resultaat slaagde de VNCI erin over

de interpretatie en toepassing van de Atmosphe-

res Explosives-regelgeving (ATEX) nieuwe afspra-

ken met de Arbeidsinspectie te maken.

Vanuit de VNCI kwam het initiatief om samen met

haar leden te kijken waar verbeterpunten liggen.

In de nog op te richten regionale platforms maken

de bedrijven kennis met veiligheidsactiviteiten van

elkaar en wisselen ze ervaringen uit.

Vervoer gevaarlijke stoffen

De Nota Vervoer gevaarlijke stoffen, in 2005 vast-

gesteld in de ministerraad, geeft aan hoe vervoer

van gevaarlijke stoffen mogelijk blijft en veiligheid

van milieu en leefomgeving wordt gewaarborgd.

Ook het bedrijfsleven is van mening dat een ba-

lans moet worden gevonden in het spanningsveld

tussen het vervoer en de toenemende bebouwing.

De VNCI waarschuwt evenwel dat het beleid geen

schadelijke gevolgen voor de concurrentiepositie

van de sector mag hebben. Realistische en prak-

tische uitvoerbaarheid van de nota staat voor de

VNCI dan ook voorop.

Belangrijkste onderdeel van de nota is de invoe-

ring van een wettelijk vastgelegd Basisnet, het

netwerk van bestaande spoor-, weg- en bin-

nenvaartverbindingen voor vervoer van gevaar-

lijke stoffen. VNCI heeft samen met ministeries,

provincies, gemeenten en bedrijfsleven zitting in

de projectgroep, in de stuurgroep en in diverse

werkgroepen die het Basisnet ontwikkelen. 2006

kenmerkte zich vooral door verkennend overleg

en onderhandelen over de ontwerpeisen.

Het streven is om begin 2008 het Basisnet gereed

te hebben.

Veiligheid en milieu

VNCI-leden hebben in 2006 voor het laatst gerapporteerd aan Stichting Packchem, de stichting die de collectieve opgave van verpakkingen deed in het kader van het convenant verpakkingen. Omdat in 2006 het Besluit Verpakkingen, papier en kar-ton van kracht is geworden, is er geen sprake meer van

een convenant. VNCI-leden worden verwezen naar de collectieve uitvoeringsorga-nisaties om aan hun verplich-tingen te blijven voldoen.

Stichting Samenwerken voor Veiligheid (SSVV), mede opgericht door de VNCI, beheert het VCA-sy-steem (Veiligheid, gezond-

heid en milieu Checklist Aannemers) in Nederland. In 2006 besteedde de stichting, samen met een aantal deskundigen, veel aandacht aan de toekomst van VCA op nationaal en Europees niveau. Met de Raad voor Accreditatie riep de SSVV een overleggroep in het leven om de kwaliteit van de

VCA-auditing te verbeteren.De VCA-gids Opleidingen Risicovol Werk (GORW) mocht zich verheugen op een veel groter dan verwachte belangstelling. In 2006 waren er bijna 12.000 examenkandi-daten voor één van de GORW-kwalifi caties.

“De IMT heeft gezorgd voor goed overleg op hoog niveau tussen chemie en overheden. Dit leidde tot sterk verbeterde milieuprestaties van de sector. Het is nu zaak in de BMP-4 peri-

ode tot 2010 de laatste invulling te geven aan een toekomstig milieubeleid.”Leantine Mulder-Boeve, beleidsmedewerker Milieuzaken VNCI

17

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 20: VNCI Jaarverslag 2006

“De hand moet aan de ploeg. REACH is in 2006 een feit geworden, ondanks onze teleurstelling over de vergunningverlening. Prio-riteit voor de VNCI ligt bij de uitvoering van REACH. We moeten zorgen dat REACH een succes wordt.”

Dirk van Well, stoffenexpert VNCI, in reactie op het REACH-akkoord in

het Europees Parlement.

C2H5OH C2H5OH

H2O

O2

C13H18O2

PbO2 9

18

Page 21: VNCI Jaarverslag 2006

Kansen pakkenNaast het zelf veilig omgaan met stoffen zien de

bedrijven het ook als hun verantwoordelijkheid dat

ook de (eind)gebruikers verantwoord met stoffen

omgaan. Dit vereist een goede en transparante

informatiestroom, wat leidt tot veel werk maar ook

tot kansen. Effi ciëntie en werkbaarheid staan hier

voor de VNCI voorop.

REACH

Veilig gebruik van chemische stoffen waarborgen

kan ook op een voor de branche werkbare wijze. Dit

was de inzet van de VNCI in de aanloop naar het

akkoord van de Europese Commissie, de Raad

van Ministers en het Europees Parlement over de

nieuwe Europese stoffenverordening. 1 juni 2007

treedt Registratie, Evaluatie en Autorisatie van

Chemicaliën (REACH) in werking.

Na jaren van discussie en grote onzekerheid kan

de industrie zich nu richten op de daadwerkelijke

uitvoering van REACH. De VNCI ziet haar inbreng

in de diverse voorstellen beloond met een werk-

baar, geharmoniseerd Europees stoffenbeleid.

Maar, er is ook teleurstelling wat betreft het ver-

plichte substitutieplan voor zeer zorgwekkende

stoffen, ondanks dat is aangetoond dat ze veilig

geproduceerd en gebruikt worden. Dit leidt tot on-

nodige inspanningen, hoge kosten en toenemende

bureaucratie.

Voorlichting

De chemiebedrijven zijn door de VNCI het af-

gelopen jaar zo goed mogelijk voorbereid op de

komst van REACH. Deelnemers van de voorlich-

tingsbijeenkomst in oktober kregen uitgebreide

informatie over verplichtingen voor producenten

en importeurs, handelaren, distributeurs en

downstreamusers. Consortiavorming en mede-

dingingsrechtelijke aspecten van REACH waren

andere hot items.

Vervolg

Voorlichting over technische handreikingen,

blootstellingscenario’s en veiligheidsinformatie-

bladen volgt in 2007, samen met workshops die

Stoffen

Veiligheidsinformatiebladen (VIB) zijn geen doel op zich. Ze vormen een belangrijk instrument, vastgelegd in REACH, om gebruikers te helpen verantwoord en veilig met chemische producten om te gaan. De VNCI stuurt aan op verbetering van het systeem. De kwaliteit laat soms te wensen over. Gebrui-

kers van de stoffen ervaren ze vaak als te ingewikkeld. Het opstellen en verspreiden van de VIB’s is daarbij een kostbare en administratieve belasting, vooral voor de kleinere bedrijven. En de vele veranderingen in de regel-geving met de invoering van REACH en GHS maken het er niet eenvoudiger op.

Om de bovengenoemde pro-blemen het hoofd te bieden was de VNCI betrokken bij een tweetal projecten. Aan-bevelingen die hieruit voort-kwamen: naast dat opsteller en gebruiker meer gebruik moeten maken van moderne communicatietechnologie bij het verspreiden van de VIB’s, moet de deskundigheid van

auteur en lezer verder toene-men en moeten de branches centraal afspraken maken om de VIB’s te verbeteren. De vereniging werkt bovendien mee aan de handreiking met aanbevelingen om de VIB’s te verbeteren. Deze wordt in 2007 gepubliceerd.

En dan nog dit

19

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 22: VNCI Jaarverslag 2006

GHS

Stoffen

BestrijdingsmiddelenwetSuccesvol was de VNCI in haar missie om strenger aanvullend nationaal beleid op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen en biociden te voorkomen.In de visie van de VNCI staan duur-zaamheid en de maatschappelijke behoefte aan biociden voorop. Als lid van het Platform Biociden, geconsulteerd door de overheid,

droeg de vereniging bij aan het wetsvoorstel Gewasbeschermings-middelen en Biociden. Deze vervangt de oude bestrijdingsmiddelenwet uit 1962. Het gaat om biociden als aangroeiwerende verven, houtver-duurzamingsmiddelen en desin-fecteermiddelen bij dierziekten en conserveringsmiddelen.VNCI’s zorgpunten over het wets-voorstel waren de verschillen met de

rest van Europa, de betrokkenheid van derden bij de toelatingsproce-dure en de innovatiemogelijkheden. In Europees verband kent Nederland een strenger toelatingsbeleid dan de omringende landen en daardoor komt het voortbestaan van verschil-lende sectoren in het gedrang. Om nieuwe stoffen gemakkelijker op de markt te kunnen brengen moeten eerder in Nederland toegepaste of

Europees verdedigde werkzame stoffen als basis dienen. Tot nu toe was dit in de praktijk vrijwel onmo-gelijk. De inspraak leidde tot een aantal aanpassingen in het wets-voorstel op de betreffende punten. In 2007 zal het nieuwe kabinet details van de wet nader uitwerken in het Besluit en de Ministeriële Regeling Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Verder wordt gestart met

20

Page 23: VNCI Jaarverslag 2006

gemakkelijken. Bovendien moet regelgeving die

op indeling en etikettering gebaseerd is, zoals de

Seveso-richtlijn, nu worden aangepast. Cefi c vindt

het zaak de eisen voor het veiligheidsinformatie-

blad die nu in de REACH-verordening staan, over

te nemen in de GHS-verordening. Cefi c dringt ver-

der aan op een voorlichtingsprogramma waardoor

ondernemingen, gebruikers en consumenten

vertrouwd raken met GHS.

In 2007 zal de Europese Commissie het voorstel

voor de GHS-verordening offi cieel presenteren.

De overgangstermijn voor indeling van stoffen

en mengsels en verdergaande harmonisatie van

indeling en etikettering komen dan zeker ter

discussie. De VNCI streeft in dit licht ook naar

harmonisatie op Europees niveau voor

het verschaffen van informatie aan nationale

vergiftigingscentra.

Nota Prioritaire Stoffen

In het kader van het nationale stoffenbeleid heeft

de overheid in 2004 een lijst van 162 aanvullende

prioritaire stoffen (APS) vastgesteld.

De werkgroep APS, waarin naast VNCI, ook

VNO-NCW en de overheid vertegenwoordigd zijn,

maakte de afspraak dat het bedrijfsleven de lijst

inventariseerde. De VNCI bekeek, net als andere

brancheverenigingen, of de leden stoffen van

deze lijst produceren, gebruiken en emitteren in

Nederland. In 2006 is de inventarisatie afgerond

en is de APS-lijst verwerkt in de Nota Prioritaire

stoffen die de minister van VROM heeft aange-

boden aan de Tweede Kamer. De nota schetst

een beeld van de stoffengerelateerde milieupro-

blemen en beschrijft het huidige en toekomstige

beleid, zoals REACH en KRW, ten aanzien van de

problemen. Nieuw beleid is niet aan de orde.

Stoffen

de uitvoering van het nieuwe beleids-programma biociden.

De Europese Kaderrichtlijn Water en haar dochterrichtlijn Priori-taire Stoffen hebben verstrekkende gevolgen voor Nederland. De VNCI waarschuwt voor het risico dat in Nederland dezelfde situatie ontstaat als die voor fi jnstof in het luchtdos-sier. Het grootste deel van de ver-

ontreiniging van oppervlaktewater door prioritaire stoffen is afkomstig van zogenaamd diffuse bronnen en de landen die bovenstrooms van Nederland liggen. Daarnaast geldt voor de zogenaamde puntbronnen dat onvoldoende inzicht bestaat waar, en in welke mate emis-sies plaatsvinden. Ook signaleert de VNCI gevaar bij het opstellen van maatregelen en oplossingsrichtingen

voordat problemen goed in kaart zijn gebracht. De VNCI vindt het tijd voor de Nederlandse overheid om haar versterkte rol op het Europees toneel te nemen, zoals aangekondigd in de Toekomstagenda Milieu.

Nanotechnologie is al tientallen jaren in ontwikkeling. Veiligheids-aspecten, milieu-items en ethische kwesties rondom nanomateria-

len staan hoog op de agenda. De Europese Commissie ontwikkelde een actieplan voor nanotechnologie. De Nederlandse overheid werkt op dit moment aan een kabinetsvisie over Nanomaterialen & Nanotech-nologie. De VNCI dringt aan op een eenduidige EU-beleid waar ook het bedrijfsleven een stem in heeft.

Ik zie het nieuwe Europese stoffenbeleid voor de meest innovatieve bedrijven eerder als een kans dan als een bedreiging. Dat is niet alleen in ons belang maar ook in belang van de klant.

André Veneman, directeur Corporate Social Responsibility, Akzo Nobel

21

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 24: VNCI Jaarverslag 2006

I hope that you will be succesful in attracting great interest in the Responsible Care Global Charter and Global Product strategy. Both are inspiring models of voluntary self-regulation for other industries to follow.

Kofi Anan, voormalig secretaris-generaal VN

22

Page 25: VNCI Jaarverslag 2006

Een sterke impulsHet Responsible Care-programma verenigt chemi-

sche bedrijven in hun streven om steeds veiliger te

werken, steeds schoner te produceren en steeds

effi ciënter met energie om te gaan. Het heeft impact

op alle thema’s die spelen binnen de chemische

industrie. Belangrijk onderdeel van het programma

is Product Stewardship: het beheersen van de vei-

ligheids-, gezondheids- en milieuaspecten van een

product tijdens zijn hele levenscyclus. Bij de sterke

impuls die het programma in 2006 kreeg, komt een

grotere nadruk te liggen op duurzaam ondernemen.

Programma wereldwijd vernieuwd

Sinds de introductie van het Responsible Care-

programma begin jaren negentig, is de wereld

niet stil blijven staan. De maatschappelijke roep

om meer transparantie en duurzamer onderne-

men klinkt steeds harder. Tijd dus om het pro-

gramma te vernieuwen. Dat vond ook de ICCA, de

International Council of Chemical Association.

In februari 2006 vond de internationale VN-bij-

eenkomst plaats over stoffenmanagement. ICCA

lanceerde daar de Responsible Care Global

Charter (RCGC). Hiermee komt de chemische

industrie tegemoet aan de wensen en behoef-

ten die de moderne samenleving aan haar stelt.

Aandachtspunten zijn duurzaam ondernemen,

verdere versterking van Product Stewardship (de

toepassing van Responsible Care in de waarde-

keten) en de verhoging van betrokkenheid van

belanghebbenden. Een van de uitgangspunten is

betere afstemming tussen de verschillende natio-

nale programma’s.

Ondersteunen

Voorafgaand aan de lancering van de Global Char-

ter ondertekenden VNCI-voorzitter Rein Willems

en VNCI-directeur Colette Alma de Declaration of

Support of the Responsible Care Global Char-

ter. De VNCI geeft daarmee aan het vernieuwde

programma te ondersteunen en te gaan uitrollen

onder de leden.

Flexibiliteit voor de leden staat hierbij voorop.

Responsible Care en duurzaam ondernemen

Het project ‘Verenigde Dow Partners, een disciplinege-richte veiligheidsaanpak’ van Dow Benelux in Terneuzen, won de Responsible Care Prijs 2006. Het project zorgde voor sterk verbe-terde veiligheidscijfers van onderaannemers en eigen personeel door veiligheidsin-formatie op een open manier

en zonder concurrentiebe-ding te delen. Met de jaar-lijkse Responsible Care prijs beloont de VNCI het bedrijf dat de meest inspirerende en aansprekende bijdrage levert aan het Responsible Care- programma.

Het Response Care-rapport geeft inzicht in de inspan-ningen die de chemische industrie in Nederland verzet op het gebied van veilig-heid, terugdringen van de milieudruk en vergroten van de energie-effi ciency. Hierbij volgt het rapport de doelstel-lingen uit de Integrale Milieu Taakstellingen voor 2010.

Uit het rapport dat begin 2006 verscheen , blijkt dat de sector goed op weg is om de milieudoelstellingen voor 2010 te halen.

En dan nog dit

23

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 26: VNCI Jaarverslag 2006

Evaluatie

Responsible Care en duurzaam ondernemen

De werkgroep Responsi-ble Care Global Charter begeleidt de introductie van het vernieuwde programma. Aan de hand van een strak jaarplan werkt ze de aanbe-velingen die voortkwamen uit de evaluatie verder uit. Dankzij deze actieve bijdrage van de bedrijven kan een sterke impuls aan de verbe-

tering van het Responsible Care-programma gegeven worden. De betrokkenheid van de leden zorgt dat het programma herkenbaar en breed gedragen wordt. Het VNCI-bureau speelt hierbij een ondersteunt rol.

De Masterclass Duur-zaam Ondernemen is het

initiatief van de VNCI om de duurzaamheid in bepaalde regio’s te vergroten. Werk-groepen van de zes Zeeuwse chemiebedrijven die aan de Masterclass deelnamen kwamen ook in 2006 bij elkaar om ervaringen en onderwerpen uit te wisselen. Zoals over de vierde ronde van de bedrijfsmilieuplannen

(BMP) en zorgsystemen. De VNCI heeft zich inmiddels uit het Zeeuwse project terug getrokken. De bedrijven draaien nu zelfstandig de Masterclass. De VNCI blijft wel betrokken bij verdere uitrol van het concept. In Limburg en Noord-Brabant komt het initiatief nu ook van de grond.

24

Page 27: VNCI Jaarverslag 2006

verifi catietraject. Door de uitvoering van het pro-

gramma te controleren heeft het geen vrijblijvend

karakter meer. De voorgenomen verifi catie gaat

daarmee verder dan de bestaande zelfevaluatie.

De resultaten van de evaluatie met voorgestelde

maatregelen zijn in het najaar 2006 aangeboden

aan het bestuur. Begin 2007 volgt het besluit.

Duurzame chemie

De VNCI speelt een belangrijke rol in Suschem,

het Europese technologische platform voor duur-

zame chemie, initiatief van Cefi c en Europa Bio.

Dit Europese verbond committeert de chemische

industrie aan het beter stroomlijnen van het

onderzoek in de chemie en biotechnologie. Zo

moet het innovatiepotentieel van de chemische

industrie verhoogd worden.

Aanpak

Samen met nationale en Europese overheden

kwam eind 2005 de Strategic research agenda

tot stand. Deze geeft vorm aan een coherente

aanpak van het chemische onderzoek. Vooral

onderzoek dat bijdraagt aan het vergroten van

de concurrentiekracht van de industrie heeft een

prominente rol. In Budapest, in augustus 2006,

vond de internationale stakeholdersbijeenkomst

plaats. Suschem’s daar gepresenteerde plan van

aanpak bevat gedetailleerde onderzoeksvoorstel-

len om de research agenda uit te voeren. Het

concentreert zich rond thema’s die ook terugko-

men in het zevende kader programma van de EU:

industriële biotechnologie, materiaal technologie,

en reactie- en procesontwerp.

Starters

De horizontal issues group van Suschem, waarin

de VNCI is vertegenwoordigd, richt zich voorna-

melijk op het wegnemen van belemmeringen bij

het opzetten van nieuwe bedrijven. Het begeleiden

van de ontwikkeling van de nieuwkomers sluit

naadloos aan op de actielijnen van de Regiegroep

Chemie als het gaat om stimuleren van innovatie.

Responsible Care en duurzaam ondernemen

“De chemische industrie was altijd een voorloper op gebied van duurzaam ondernemen, maar ik heb het idee dat de branche op het moment een beetje stilstaat. Ik zou graag meer elan willen zien. Ik krijg de indruk dat er vooral veel wordt gepraat.

Kijk naar de ongekende mogelijkheden op gebied van procesintensifi catie of gebruik van hernieuwbare grondstoffen.”Jacqueline Cramer, in functie van hoogleraar Duurzaam Ondernemen TU Delft

25

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 28: VNCI Jaarverslag 2006

26

Page 29: VNCI Jaarverslag 2006

Verder groeien

De ervaring leert dat als je kunt groeien je ook kunt

innoveren. Om te groeien moet Nederland inves-

teerders aantrekken. Of dat lukt is afhankelijk van

goede randvoorwaarden, zoals betaalbare energie-

prijzen en voldoende opgeleid personeel. Ruimte

voor ondernemerschap en alleen strikt noodzake-

lijke regels. Dit is het ideaalplaatje voor de VNCI en

haar leden .

Minder regels, minder controle

Door deelname aan diverse projecten streeft de

VNCI naar het verminderen van regel- en inspec-

tiedruk. Zoals door, als participant aan de Com-

missie Stevens, gevraagd en ongevraagd aanbe-

velingen te doen aan het kabinet. Het succesvolle

pilotproject ‘Andere overheid en samenwerkende

inspecties’ in Delfzijl toonde aan dat de toezicht-

last met 20% verminderd kan worden door betere

coördinatie. Er wordt dan ook onderzocht of de

pilot navolging kan krijgen.

Nationale koppen

De VNCI nam deel aan het vervolgonderzoek

naar nationale koppen op Europese wet- en

regelgeving, uitgevoerd door het Ministerie van

Economische Zaken. Extra regelgevingen waar de

VNCI op wees waren onder meer de ARIE-richt-

lijn: het grenswaardenstelsel, en de SZW-lijsten.

VNCI signaleert dat doorgaan met het openbaar

maken van emissiegegevens op installatieniveau

kan leiden tot een concurrentienadeel voor de

energie-intensieve industrie. Uit deze cijfers kun

je namelijk de bedrijfs- en fabricagegegevens

herleiden.

Vertrouwen

Het rapport Grote Chemie van het project Ver-

eenvoudigde Vergunningen geeft aan dat het

proces van vergunningen verlenen slimmer en

effi ciënter moet. 35 chemiebedrijven en VNCI’s

beleidsgroep Veiligheid en Milieu zijn in dit kader

geconsulteerd. Belangrijkste aanbeveling is de

oprichting van een Nationale Omgevings Autori-

teit die belast wordt met verlening en handhaving

Dienstverlening en ondernemingsklimaat

Na jaren van kostenbesparin-gen krijgt industriële marke-ting weer de aandacht die het verdient. Bedrijven beseffenvaker dat in de concurrentie meer telt dan alleen lage prijzen. Veel bedrijven on-derschatten het belang vanmarketing en denken meer inproducten en processen dan in klantenoplossingen. Maar:

de olieprijzen stijgen, de marges staan onder druk en klanten wisselen makkelijker dan ooit van leverancier.In 2006 hielp de VNCI haarleden bij het verbeteren van hun mondiale concurrentie-positie. Door bijvoorbeeld samen met Stichting Tech-niek en Marketing (STEM)

gg

workshops te organiseren,

rondom best practices envoorbeelden uit de eigenomgeving.

Het onderzoek onder MKB-leden leert dat deze onvoldoende profi teren van de activiteiten die VNCI organiseert. Ook van de expertise van de VNCI wordt niet optimaal gebruik

gemaakt. MKB-leden zijn vaak niet op de hoogte van de activiteiten. Beperkt in hun tijd, zijn ze veelal niet in staat vergaderingen en bijeenkom-sten bij te wonen. Commu-nicatie naar en met het MKB kan beter door in te zetten op meer persoonlijk contact en speciale communicatiemid-delen voor MKB. Een start

En dan nog dit

27

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 30: VNCI Jaarverslag 2006

van vergunningen voor IPPC-bedrijven. De VNCI

onderschrijft volledig het uitgangspunt dat de

bedrijfstak zelf verantwoordelijk is. De overheid

zal dan wel meer vertrouwen in de chemische

industrie moeten tonen.

Concurrentiepositie

Goed Beter Best III, het vervolgonderzoek naar de

concurrentiepositie van de Nederlandse chemi-

sche industrie verscheen in 2006. In opdracht van

de VNCI bekeek onderzoeksbureau Economische

Onderzoek (SEO) de prestaties van de chemische

industrie in ons land. In het rapport komen de

macro-economische ontwikkelingen in Neder-

land en de Europese Unie aan de orde. Verwachte

toekomstontwikkelingen en wat deze betekenen

voor de industrie worden geschetst, samen met

factoren die de positie van de chemische industrie

in ons land beïnvloeden ten opzichte van andere

landen.

Conclusies

Een nieuwe periode van groei en nieuwe hoog-

waardige bedrijvigheid is aangebroken. De che-

miesector staat te trappelen; zij wil de komende

jaren fl ink groeien. Dit schept ook mogelijkheden

om duurzamer te opereren. Er is echter nog veel

te winnen. Creëren van ruimte voor groei vereist

ook meer ruimte voor ondernemerschap vanuit

de overheid. Dit is te bereiken door minder ad-

ministratieve lasten bijvoorbeeld, en zorgen voor

een gelijk Europees speelveld als het gaat om

milieuwetgeving, belastingen en energieprijzen.

Randvoorwaardelijk voor een gunstige Europese

concurrentiepositie is ook investeren in onder-

wijs en onderzoek. Aantrekkelijke opleidingen

met handhaving van verschillen tussen HBO- en

academisch niveau waarborgt voldoende goed

opgeleid personeel.

Manifest

De VNCI presenteerde de hoofdlijnen van het on-

derzoek in de vorm van een politiek manifest ten

behoeve van de kamerverkiezingen in november

2006. Politici reageerden in het Chemie Maga-

zine overwegend positief op de ambities van de

Dienstverlening en ondernemingsklimaat

is gemaakt door intensiever relatiemanagement eneen extranet voor MKB. DeVNCI streeft ernaar meer starters te betrekken bij haaractiviteiten.

Veel verzekeringen eisen dat bedrijven hun risico’s inzich-telijk maken. AON inventa-riseert de risico’s en geeft

advies over maatregelen omproblemen te voorkomen. Als speciale service biedt VNCI haar leden een risk scan aan met 10% korting via AON RiskConsultants.

De VNCI assisteert haar leden bij handelspolitieke zaken. In 2006 besloot deEuropese Commissie het

handelspolitieke instrumen-tarium, waaronder de Anti Dumping maatregelen, teherzien. De industrie, waar-onder de VNCI, opponeerde tegen afzwakking van hetwettelijke kader waarmeeoneerlijke concurrentie kan worden aangevochten. De VNCI is voorstander van de multilaterale tariefver-

lagingen in het kader van de WTO-Doha ronde. De chemie maakt regelmatig aan deoverheid kenbaar voorstan-der te zijn van sectorale afspraken waarbij de tarieven van de belangrijkste markten naar nul gaan. Dit levertvoordelen op voor de interna-tionale handel.

28 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 31: VNCI Jaarverslag 2006

sector. De chemie moet in Nederland blijven, is de

dominante mening. Er zijn dan ook, zo vinden ze,

weinig redenen om de groei af te remmen.

SynChem Plus

Het onafhankelijk adviesbureau van de VNCI,

SynChem Plus, breidde in 2006 de werkzaamhe-

den verder uit. Veel van VNCI’s dienstverlenende

activiteiten zijn ondergebracht in deze stichting.

Leden kunnen hier tegen betaling terecht voor

aanvullend advies over complexe issues, bijvoor-

beeld op het gebied van water- en energiema-

nagement.

SynChem Plus interviewde deelnemers aan de

MeerJarenAfspraak(MJA) om tot een betere

invulling van de MJA te komen. De conclusies en

aanbevelingen uit dit onderzoek worden meege-

nomen bij het vervolg van de MJA.

SynChem Plus richt zich ook op onderzoek naar

verbredingsthema’s, en kijkt hierbij naar de

duurzaamheidsaspecten van energieverbruik in

de gehele keten. Ze voerde een onderzoek uit

naar de mogelijkheden voor het opzetten van een

proefl ocatie voor pilotplants als duurzame door-

braaktechnologie.

Voor veel bedrijven zijn de kosten van water ver-

gelijkbaar met die van energie. Om bedrijven zelf

waterstromen te laten inventariseren en de echte

kosten in beeld te brengen, ontwikkelde SynChem

Plus een managementtool.

SynChem Plus trof voorbereidingen voor het

opzetten van ReachCentrum Netherlands. De

stichting gaat hier een consultancyrol vervullen.

Dienstverlening en ondernemingsklimaat

De EU zet ook in op bilate-rale afspraken tussen de EU en afzonderlijke landen alsIndia, Zuid-Korea,Oekraïne en ASEAN-landen. VNCI is trekker van het issueteamFree Trade Agreements, vande Strategy Implementation Group van Cefi c. In 2006 is geïnventariseerd welkebelemmeringen de Europese

chemische industrie onder-vindt bij het verkrijgen van markttoegang op de Kore-aanse markt. Dit in navolging van eerdere onderzoekenover de Chinese en Indiase markt. De conclusies zijningebracht bij de EC.

My Industry, een initiatief van de ING-bank, onderzocht de

toekomst van de Nederlandsemaakindustrie. 15 branche-verenigingen, waaronder deVNCI, en in totaal 53 chemi-sche bedrijven namen deel aan de enquête. De conclusieswerden met een pamfl et aan de overheid aangeboden. Opvallend is dat van alle industriële sectoren de che-mische industrie duurzaam-

heid het meest als een kans ziet (70% van de bedrijven). De combinatie van stijgende energieprijzen samen met onvoldoende gelijk speelveld ziet 55% van de chemischesector als een bedreiging. Het rapport beschrijft regel-geving als grootste obstakel voor verbetering van het ondernemersklimaat.

“De houding van de overheid richting bedrijfsleven zou er een moeten zijn van: we gaan ervan uit dat je deugt. Daar dienen wel boetes tegenover te staan als blijkt dat de regels niet

worden nageleefd.”Mark Rutte, lijsttrekker VVD tijdens VNCI-Jaarvergadering

29

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 32: VNCI Jaarverslag 2006

‘Timmer aan de weg. Promoot niet alleen je eigen product, maar ook je eigen industrie en techniek in het algemeen. Hoe meer draagvlak de industrie in de samenleving krijgt, hoe meer ook in Den Haag.’

Roland Kortenhorst, Industrievertegenwoordiger

CDA-fractie tijdens de presentatie van het ING-rapport ‘My Industry’

30

Page 33: VNCI Jaarverslag 2006

Vooruitgang‘Samen werken aan vooruitgang’, zo heet het

beleidsplan waarmee de VNCI een stevige basis legt

voor haar beleid in de jaren 2006-2010. Het plan pre-

senteert vier doelen: het bereiken van een gunstig

ondernemersklimaat is de eerste ambitie. De VNCI

streeft ook naar het realiseren van een infrastruc-

tuur waarin de chemische industrie kan excelleren

in innovatie. Overige doelen zijn het vergroten van

kennis over en waardering voor de chemische

industrie en zorgdragen voor een state of the art

belangenbehartiging.

Contact

Effectieve profi lering van de chemie, zoals op tijd

politici onze boodschap meegeven, is een belang-

rijk voornemen uit het beleidsplan.

Debat

Om de spreekwoordelijke daad bij het woord

te voegen debatteerde de vereniging tijdens de

VNCI-jaarvergadering naar hartelust met een

aantal beleidsmakers. De jaarvergadering, afgelo-

pen juni in de Nieuwe Kerk van Den Haag, had als

thema de Tweede Kamer- verkiezingen. Tweehon-

derd gasten vertelden de aanwezige politici welke

onderdelen ze terug willen zien in de verkiezings-

programma’s. Mark Rutte, fractieleider van de

VVD, leidde de discussie in en gaf zijn visie op

ondernemerschap op basis van vertrouwen.

Verminderde regeldruk scoorde hoog. De aan-

wezigen zetten vraagtekens bij beleid dat vanuit

Brussel op de industrie afkomt. De politici no-

digden iedereen uit om met concrete plannen en

oplossingen naar politiek en overheid te komen

en niet alleen aan de bel te trekken bij problemen.

In het najaar gaf de VNCI hier meteen gehoor

aan door de hoge ambities van de sector als

verkiezingsmanifest te presenteren. Alle partijen

ontvingen het manifest in de aanloop naar het op-

stellen van hun partijprogramma’s. De VNCI deed

aanbevelingen op gebied van kennis, onderwijs,

energie, milieu en concurrentievoorwaarden. Na

De vereniging

In het najaar werd de opzet gemaakt voor de Commu-nicatiescan. In die scan wordt aan stakeholders gevraagd hoe succesvol ze de communicatie van de VNCI vinden. Communiceren we over de juiste zaken? En zo ja, slagen we er wel in dat goed te doen en op een wijze die vertrouwen geeft? Begin

2007 zijn de resultaten van de scan bekend.

De VNCI participeert in de or-ganisatie van Industriepoort, een netwerkbijeenkomst die drie of vier maal per jaar ge-houden wordt. De netwerk-bijeenkomst is geïnitieerd door Kamerleden om te zorgen dat de maakindustrie

makkelijk met Kamerleden in contact kan komen. Ook dit jaar vonden drie bijeenkom-sten plaats waar VNCI-leden voor werden uitgenodigd.

Van het Handboek pro-ducten van de Chemische Industrie, een uitgave van VNCI en VHCP, het verbond van handelaren in chemi-

sche producten, verscheen een nieuwe editie bij SDU uitgevers.

Het Synthesium is het nieuwe onderkomen van de VNCI geworden. In het najaar van 2006 verhuisde de vereniging samen met 15 andere chemiegerelateerde organisaties, waaronder

En dan nog dit

31

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 34: VNCI Jaarverslag 2006

de verkiezingen bracht de VNCI haar verhaal nog-

maals onder de aandacht van de formateur.

Kennismaken

Ruim 30.000 bezoekers trok de Dag van de

Chemie. Op zaterdag 7 oktober ontvingen de

deelnemende bedrijven hun bezoekers met

rondleidingen, theatervoorstellingen, zelf proefjes

doen, meelopen met de brandweer en een echte

chemiequiz. Iedereen kon op deze manier kennis-

maken met alle facetten van de chemische wereld

in Nederland. De aftrap van deze 15e editie was

de avond ervoor met de Nacht van de Chemie, bij

Dow in Terneuzen. De volgende Dag van de Che-

mie vindt plaats in 2008.

Netwerk

Een platform creëren waar leden best pratices

met elkaar delen over hot issues. Met dat doel

initieerde het VNCI-bureau bijeenkomsten en

workshops over IPPC, REACH en industriële

marketing. Voor communicatiespecialisten werd

de aftrap gegeven van de halfjaarlijkse netwerk-

bijeenkomsten. De eerste twee bijeenkomsten

stonden in het teken van respectievelijk het imago

van de sector en risico- en crisiscommunicatie.

Imago

Cefi c publiceerde de resultaten van het Pan Euro-

pean Survey (PES)–onderzoek, een tweejaarlijks

onderzoek naar het beeld dat de inwoners van

negen Europese landen hebben van de chemische

industrie. Het onderzoek laat een voorzichtig

stijgende lijn zien in het imago, voornamelijk

op de terreinen van kwaliteit, belang en sociale

verantwoordelijkheid van de sector. Hoger wordt

gescoord op punten als vertrouwen en bereidheid

om in de chemie te werken. Van alle geënquê-

teerden denkt 49% positief over de chemie. De

chemie blijft daarmee staan op de zesde plek van

acht industriële sectoren. Kijkend naar het imago

in vergelijking met de andere sectoren, blijkt dat

het beeld van de chemische industrie in vooral

Nederland en België verbeterd is.

De vereniging

VAPRO-OVP, Stichting C3, NRK en KNCV naar een ander kantoorpand in Den Haag. Door de gezamenlijke huis-vesting willen de organisa-ties de samenwerking verder versterken.

Naast de verhuizing kreeg de VNCI ook in haar publicaties een nieuw gezicht. Met een

heldere en eenduidige vorm-geving in al haar publicaties en een nieuw logo ontstaat een herkenbare uitstraling.

Tijdens de persconferentie in het voorjaar ging voorzitter Rein Willems in op de sterke positie van de chemische industrie de afgelopen jaren. Dit ondanks de tegenvallende

economische groei, hoge aardolieprijzen en een, ten opzichte van 2004, gelijkblij-vend productievolume. De omzet steeg in 2005 namelijk met 9% en kwam uit op 40 miljard euro. De eindejaarspersconferen-tie was het moment om terug te blikken op een succesvol jaar. De voorzitter kondigde

een verwachte omzetstijging van 45 miljard aan, en een stijging van het productievo-lume van 6,5%. Dit als gevolg van de aantrekkende eco-nomie, weinig onderhouds-stops en ingebruikname van nieuwe fabrieken. Nederland presteert meer dan goed: de Europese chemische in-dustrie kent een vastgesteld

32 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 35: VNCI Jaarverslag 2006

Nationaal

Om het imago van de chemische industrie te verbeteren

startte de VNCI in 2005 met het formuleren van een hel-

der en duidelijk beeld van de branche. Deze ‘corporate

identity’ beschrijft de unieke kenmerken van de bedrijfs-

tak en is een opmaat voor de externe positionering van

de sector.

In 2006 kenmerkte de Regiegroep Chemie imagoverbete-

ring als één van haar zeven actielijnen. De VNCI gaat de

corporate identity verder ontwikkelen onder paraplu van

de Regiegroep zodat de activiteiten van de industrie en

die van de Regiegroep elkaar kunnen versterken.

Organisatie

Bestuur

Het algemeen bestuur bestond in 2006 uit 21 personen.

Twee vacatures waren beschikbaar. De heren D.F.J.M.

Luijten, M.M. Weehuizen, A.J.M. van der Put, J.H. Telgen

werden herkozen.

Als nieuw lid werden aangedragen de heren H.J.M.

Hanstede, R. Heutink en W. Fuhrmann. Het bestuur nam

afscheid van H.C.J. Scheffers, A.P. van Oyen en H.J. Bats.

Een complete lijst van de samenstelling van het bestuur

is te vinden op pagina 34.

Bestuursvergaderingen

In 2006 is het dagelijks bestuur vier maal bijeen

geweest, waarvan tweemaal samen met de leden van het

Algemeen Bestuur. Naast de algemene ontwikkelingen

van de chemische industrie in binnen- en buitenland

stond het bestuur onder meer stil bij het Chemistry for

Europe-reorganisatieproject binnen Cefi c en de lancering

van de Responsible Care Global Charter in ICCA-verband.

Andere belangrijke agendapunten waren de voorberei-

ding van de tweede allocatieperiode CO2-emissiehandel,

standpunt inzake mogelijke convenanten rond veiligheid

van transport, de activiteiten van de Regiegroep Chemie,

de hoge energieprijzen en de afronding van het collec-

tieve branchelidmaatschap van VEMW.

De vereniging

groeipercentage van 2,5% De media-aandacht voor de VNCI was in 2006 ongekend hoog. In totaal stuurde de VNCI in 2006 tien persberich-ten uit en verscheen de VNCI 712 keer in de krant, op TV of op de radio. Twee keer zoveel als in 2005. Vooral de onder-werpen veiligheid, REACH en de economische cijfers

kregen veel aandacht.Het project ‘Chemistry for Europe’ leverde een nieuwe netwerkstructuur op tussen de nationale organisaties en tussen Cefi c en de industriesectoren. Om de Europese lobby effi ciënter en effectiever in te zetten is de VNCI-inspannning meer gecoördineerd met en tussen

de andere lidstaten. In 2007 zal dit proces zich verder ontwikkelen. Op het VNCI-bureau namen Fennegien Brouwer-Keij en Joop Verhoef afscheid. Respectievelijk Nelo Eme-rencia en Macco Korteweg Maris namen hun functies van speerpuntmanager

Onderwijs & Innovatie en beleidsmedewerker Veilig-heid over.

Er moet meer oranje chemische gevoel komen. Wij zijn de kampioenen van de industrie’

Jan Zuidam, lid Raad van Bestuur DSM, bestuurslid VNCI

33

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 36: VNCI Jaarverslag 2006

VNCI-bestuur (per 31 december 2006)

Dagelijks Bestuur

ir. R. Willems (voorzitter) - Shell Nederland B.V.

ir. J. Zuidam (vice voorzitter) - DSM N.V.

ir. H.G.M. Egberink - Sabic Europe B.V.

ir. G.A.F. Harten - Dow Benelux B.V.

ir. A.J. van der Put - Neville Chemical B.V.

drs. W. Fuhrmann - Akzo Nobel Base Chemicals B.V.

R. Heutink - Purac Biochem B.V.

Algemeen Bestuur

ir. R. Willems (voorzitter) - Shell Nederland B.V.

ir. J. Zuidam (vice voorzitter) - DSM N.V.

J.P.H.M. Benders - Lyondell Chemie Nederland B.V.

M.J. ten Doesschate - ExxonMobil Chemical Holland B.V.

ir. H.G.M. Egberink - SABIC Europe B.V.

drs. W. Fuhrmann - Akzo Nobel Base Chemicals B.V.

ir. H.J.M. Hanstede - Solvay Pharmaceuticals B.V.

ir. G.A.F. van Harten - Dow Benelux B.V.

R. Heutink - PURAC biochem B.V.

ir. M. Knuttel - Norit Nederland B.V.

dr.ir. B.J. Lommerts - Latexfalt B.V.

ir. A.J.M. van der Put - Neville Chemical Europe B.V.

R. Smit - Eastman Chemical B.V.

drs. J.H. Telgen - DYKA B.V.

ir. A.J. Vos - GE Advanced Materials

Vertegenwoordigers van Lidverenigingen

C. de Jong - Quest -Vereniging van Geur- en Smaakstoffenfabri-

kanten (NEA)

D.F.J.M. Luijten - Air Liquide B.V. – Vereniging van Fabrikanten van

Industriele gassen (VFIG)

W.A. Pfeifer - Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten –

Nedefa (NCV-NVZ)

drs. J.J.L. Schmidt - Verbond van Handelaren in Chemische Producten

(VHCP)

F. Terhorst - Nefyto

mr. M.M. Weehuizen - Vereniging van Kunstmestproducenten (VKP)

Vacature - Vereniging van Verf- en drukinktfabrikanten(VVVF)

De vereniging

34 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 37: VNCI Jaarverslag 2006

VNCI-bureau (per 1 mei 2007)

Directie

dr.ir. Colette Alma-Zeestraten MBA, algemeen directeur

ir. Hans Veenenbos, adjunct directeur

Juridische zaken

mr. Jos Roosen

Professionele services

drs. Gert Jan Bots (Veiligheid en Milieu)

dr. Jacob Bouwma

ir. Nelo Emerencia (Onderwijs en Innovatie)

dr. Jacob Bouwma (Stoffen)

drs. Rein Coster (Dienstverlening en Ondernemersklimaat)

Leen Donk (Onderwijs)

ing. Macco Korteweg Maris (Veiligheid)

drs. Sjoerd Looijs (Responsible Care en duurzaam ondernemen)

ir. Leantine Mulder-Boeve (Milieu)

drs. Dirk van Well (Stoffen)

Administratie en beheer

Bibi van Duinen (systeembeheer)

Anja Franchimon

Pieter Heemskerk AA (controller / hoofd administratie)

Jimmy Telwin

Lida Meijer

Claudia Smit-Raaphorst, hoofd beheer

Secretariaat

Lucia Bogaards-de Boer (Veiligheid en Milieu)

Amber Cornelissen (Onderwijs en Innovatie, Communicatie)

Marion Donker-van Unen

Astrid Molenkamp (directiesecretariaat)

Gwendola Piek (Stoffen en Responsible Care)

Communicatie

Scarlet Bulterman BA

Amber Cornelissen

drs. Ingeborg van Honschooten

Adriaan van Hooijdonk

Marjolein Schlarmann

drs. Arendo Schreurs

SSVV

mr. Eugene Hillen

ir. Jaap Ruseler

Sylvia Siebenaar

Debora Smit-Hornstra

Stichting Synchem Plus

Vera Blom

dr. Jacob Bouwma

drs. Rein Coster

ir. Hans Spaans

ir. Hans van Vliet

De vereniging

35

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 38: VNCI Jaarverslag 2006

Begroting 2006

De conceptbegroting voor het jaar 2006 werd vastgesteld

door het bestuur in december 2004 en aangenomen

op de algemene ledenvergadering van 1 juni 2005. Als

basis voor deze begroting werden de cijfers betreffende

2004 gebruikt. Aan de hand van de verwachtingen over

het jaar 2005 heeft het bestuur in december 2005 een

defi nitieve begroting vastgesteld, die op de algemene

ledenvergadering van 7 juni 2006 werd goedgekeurd. Het

(fi nanciële) jaarverslag VNCI 2006 is gecontroleerd door

Ernst & Young Accountants. De jaarcijfers opgenomen in

het jaarverslag van de vereniging vormen een verkorte

versie van het (fi nanciële) jaarverslag. Het complete

fi nanciële jaarverslag VNCI 2006 ligt voor de leden ter

inzage op het secretariaat.

Algemene reserve

Tijdens de bestuursvergadering van 29 november 2006

zijn nieuwe criteria vastgesteld voor de beoordeling van

de hoogte van de algemene reserve. Besloten is de con-

tinuïteitsreserve als absolute ondergrens te stellen en

de belangrijkste elementen uit de discontinuïteitreserve

mee te nemen inde beoordeling. Uitgaande van de crite-

ria bedraagt de minimale hoogte van het eigen vermo-

gen €1,0 miljoen met als streefwaarde € 2,6 miljoen.

Het resultaat van het vorige boekjaar is toegevoegd aan

de algemene reserve. De algemene reserve bedraagt

per 31 december 2006 € 1.616.985.

Resultaat op Staat van baten en lasten

De rekening van baten en lasten over het jaar 2006 sluit

met een surplus van € 165.447. Ten opzichte van het

begrote defi cit van € 20.000 betekent dit een verbetering

met € 185.447.

De totale baten kwamen uit op € 4.558.899, terwijl

begroot was een bedrag van € 4.409.000. Een hogere

opbrengst derhalve van € 149.899.

De totale kosten kwamen uit op € 4.393.452. Begroot

was een bedrag van € 4.429.000, zodat de lasten

€ 35.548 lager zijn uitgekomen dan begroot

Financiën

36 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 39: VNCI Jaarverslag 2006

Financiën

Balans per 31 december 2006 (in €)

Activa

2006 2005006 005

Vaste activa

Materiële vaste activa 364.878 127.891

Vlottende activa

Vorderingen 916.389 528.488Effecten 1.250.000 1.250.000Liquide 395.238 337.624

2.561.627 2.116.112

2.926.505 2.244.003

Passiva

2006 2005006 005

Eigen vermogen

Algemene reserve 1.616.985 1.484.328Onverdeeld resultaat 165.447 132.657

1.782.432 1.616.985

Kortlopende schulden en overlopende passiva 1.144.073 627.018

2.926.505 2.244.003

37

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 40: VNCI Jaarverslag 2006

Financiën

Staat van baten en lasten over het jaar 2006 (in €)

Baten

Begroting 2006 Realisatie 2006 2005

Contributies 4.145.000 4.288.730 4.086.319

Rente 60.000 82.139 81.329

Overige baten 204.000 188.030 256.427

-----------+ ------------+ ----------+

4.409.000 4.558.899 4.424.075

Lasten

Begroting 2006 Realisatie 2006 2005

Personeelskosten 2.768.000 2.712.302 2.673.301

Huisvestingskosten 287.000 484.567 429.106

Catering 30.000 31.098 16.943

Inventariskosten 105.000 104.435 126.379

Kantoorkosten 117.000 101.145 90.340

Reis- en vergaderkosten 154.000 149.200 134.299

Bijdrage Stichting C3 255.000 255.000 255.000

Voorlichtingskosten 209.000 153.325 161.701

Adviseurs 53.000 57.050 56.250

Algemene kosten 51.000 51.558 47.872

Speerpuntenbeleid 200.000 105.434 102.180

Contributies en bijdragen 200.000 188.338 198.047

------------+ -----------+ ------------+

4.429.000 4.393.452 4.291.418

===== ===== =====

Defi cit (surplus) -20.000 165.447 132.657

38 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 41: VNCI Jaarverslag 2006

Financiën

AccountantsverklaringOpdrachtWij hebben gecontroleerd of de in dit verslag opgenomen balansen staat van baten en lasten van de Vereniging van de NederlandseChemische Industrie te Leidschendam over 2006 op de juiste wijzeis ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2006van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie. Bijdie jaarrekening hebben wij op 12 april 2007 een goedkeurendeaccountantsverklaring verstrekt. Het bestuur van de verenigingis verantwoordelijk voor het opstellen van de balans en staat van baten en lasten in overeenstemming met de grondslagen zoals gehanteerd in de jaarrekening 2006 van de Vereniging van de Ne-derlandse Chemische Industrie. Het is onze verantwoordelijkheideen accountantsverklaring inzake de balans en staat van baten en lasten te verstrekken.

WerkzaamhedenWij hebben onze controle verricht in overeenstemming metNederlands recht. Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de balans en staat van baten en lasten op de juiste wijze is ontleend aan de jaarrekening.Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatievoldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

OordeelNaar ons oordeel is de balans en staat van baten en lasten in allevan materieel belang zijnde aspecten op de juiste wijze ontleendaan de jaarrekening.

ToelichtingWij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de fi nanciëlepositie en de resultaten van de vereniging en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle de balans en staat van baten en lasten dient te worden gelezen in samenhang met devolledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede metde door ons daarbij op 12 april 2007 verstrekte goedkeurende accountantsverklaring. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel.

Den Haag, datum: 11-05-2007

Ernst & Young Accountantsnamens deze

G.W. Hilverda RA

Toelichting op de balansGrondslagen van waardering en resultaatbepaling

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde minus lineaire afschrijvingen. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn afhankelijk van de te verwachten economische levensduur.

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid.

De effecten betreffen obligaties welke tegen nominalewaarde zijn gewaardeerd: verschillen in aan- en verkoopworden direct verwerkt in de resultatenrekening.

De overige posten zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

De huurlasten bedragen per ingangsdatum van het contract, zijnde 1 juli 2007, € 28.707 per maand. De huurovereenkomst wordt voorafgegaan door een huurvrije periode van effectief 8 maanden. De huurvrijeperiode wordt verdeeld over de looptijd van het contract inclusief de effectieve huurvrije periode en verlaagt de maandelijkse huurtermijn met €1.794.

39

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 42: VNCI Jaarverslag 2006

In dit overzicht staan in alfabetische volgorde de VNCI-

leden per 1 mei 2007, hun divisies (aangegeven met een

streepje) met locaties en eventuele dochteronderneming

(cursief).

Leden1. AD Productions B.V., Heijningen

2. Air Liquide Technische Gassen B.V., Terneuzen

3. Akzo Nobel N.V., Arnhem

Delamine B.V., Delfzijl

- Akzo Nobel Chemicals B.V., Amersfoort

Locatie: Arnhem

- Akzo Nobel Base Chemicals B.V., Amersfoort

Locaties: Delfzijl, Deventer, Hengelo,

Rotterdam/Botlek

- Akzo Nobel Functional Chemicals B.V., Amersfoort

Locaties: Herkenbosch, Delfzijl, Hengelo

- Akzo Nobel Polymer Chemicals B.V., Amersfoort

Locatie: Deventer

- Akzo Nobel Coatings B.V., Sassenheim

- Akzo Nobel Car Refi nishes B.V., Sassenheim

- Akzo Nobel Decorative Coatings B.V., Sassenheim

Locaties: Groot-Ammers, Wapenveld

- Organon BioSciences B.V., Oss

- Intervet International B.V., Boxmeer

Locatie: De Bilt

- N.V. Organon, Oss

Locaties: Apeldoorn en Boxtel

4. Albemarle Catalysts Company B.V., Amersfoort

Locatie: Amsterdam

5. ARKEMA B.V., Amsterdam

ARKEMA Rotterdam B.V., Vondelingenplaat

ARKEMA Vlissingen B.V., Vlissingen

6. Basell Polyolefi ns, Hoofddorp

Basell Benelux B.V., Klundert

7. Broomchemie B.V., Terneuzen

8. Cabot B.V., Rotterdam/Botlek

9. Caldic Chemie B.V., Rotterdam

Locaties: Europoort en Zevenbergen

10. Carbon Black Nederland B.V., Rotterdam/Botlek

11. Celanese Emulsions B.V., Beek

12. Chemetall N.V., Oss

13. Ciba Specialty Chemicals Maastricht B.V., Maastricht

14. Cindu International N.V., Uithoorn

Cindu Chemicals B.V, Uithoorn

Neville Chemicals Europe B.V., Uithoorn

15. Coatex Netherland B.V., Moerdijk

16. Chemtura Netherlands B.V., Amsterdam

17. CP Kelco B.V., Nijmegen

18. Diolen Industrial Fibers B.V., Arnhem

Locatie: Emmen

19. Dow Benelux N.V., Terneuzen

Locatie: Farmsum

20. DSM NV, Heerlen

- DSM Agro B.V., Sittard

Locatie: IJmuiden

- DSM Anti-Infectives, Delft

- DSM Biologics, Groningen

- DSM Coating Resins B.V., Zwolle

DSM Composite Resins, Zwolle

DSM Coating Resins Nederland B.V.,

Hoek van Holland

DSM Resins International B.V., Schoonebeek

- DSM Elastomers, Sittard

- DSM Engineering Plastics, Sittard

DSM High Performance Fibers B.V., Heerlen

Ledenlijst

40 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 43: VNCI Jaarverslag 2006

- DSM Fiber Intermediates, Sittard

- DSM Food Specialties, Delft

- DSM Melamine, Sittard

- DSM NeoResins, Waalwijk

- DSM Pharmaceuticals Products, Sittard

DSM Pharma Chemicals, Venlo

- DSM Special Products Rotterdam B.V.,

Rotterdam/Botlek

- DSM Thermoplastic Elastomers B.V., Sittard

21. Du Pont de Nemours (Nederland) B.V., Dordrecht

22. Dynea B.V., Farmsum

23. Eastman Chemical Company, Capelle aan den IJssel

Eastman Chemicals Middelburg B.V., Middelburg

Voridian Europoort B.V., Rotterdam/Europoort

Voridian B.V., Rotterdam/Europoort

24. Elementis Specialties Netherlands B.V., Delden

25. Engelhard De Meern B.V., De Meern

26. Exxon Mobil Chemical Holland B.V./Inc., Breda

Locaties: Amsterdam, Rotterdam/Botlek en

Rotterdam/Europoort

27. Ferro (Holland) B.V., Rotterdam

Divisie : Porcelain Enamel, Rotterdam

28. Forbo Swift Adhesives Nederland B.V., Naaldwijk

29. Fujifi lm Manufacturing Europe B.V., Tilburg

30. GE Plastics B.V., Bergen op Zoom

31. Givaudan Nederland B.V., Barneveld

32. The GTBE Company N.V., Den Haag

33. Hercules B.V., Rijswijk

Locatie: Zwijndrecht

34. Hexion Specialty Chemicals B.V., Vondelingenplaat

Locaties: Vondelingenplaat/Pernis,

Maastricht en Botlek

35. Huntsman Holland B.V., Rotterdam/Botlek

36. ICI Nederland B.V., Naarden

Acheson Produktie B.V., Scheemda

National Starch & Chemical B.V., Zutphen

37. IFF (Nederland) B.V., Hilversum

Locatie: Tilburg

38. Johnson Matthey B.V., Maastricht

39. Kemira ChemSolutions B.V., Tiel

40. Kemira Polymers Manufacturing B.V., Botlek

41. Kisuma Chemicals B.V., Veendam

42. Kolb Nederland B.V., Dr. W., Klundert

43. Kollo sillicon carbide B.V., Farmsum

44. Latexfalt B.V., Koudekerk aan den Rijn

45. Lyondell Chemie Nederland B.V., Rotterdam

Locaties: Botlek en Maasvlakte

46. Mallinckrodt Baker B.V., Deventer

47. Nedmag Industries Mining & Manufacturing B.V.,

Veendam

48. Norit N.V., Borne

Locaties: Amersfoort, Klazinaveen en Zaandam

49. NOVA Innovene Netherlands B.V., Breda

50. Noveon Resin B.V., Farmsum

51. Nuplex Resins, Bergen op Zoom

52. Organik Kimya Netherlands B.V., Botlek

53. PFW Aroma Chemicals B.V., Barneveld

54. Polaroïd (Europa) B.V., Enschede

55. PPG Industries Chemicals B.V., Delfzijl

56. PQ Nederland B.V., Amersfoort

Locaties: Maastricht en Winschoten

Zeolyst C.V., Delfzijl

57. PURAC biochem B.V., Gorinchem

58. Quaker Chemical B.V., Uithoorn

59. Quest International Nederland B.V., Naarden

60. Rohm and Haas B.V., Farmsum

Ledenlijst

41

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 44: VNCI Jaarverslag 2006

61. Sabic Europe B.V., Sittard

Locatie: Beek

62. Sachem Europe B.V., Zaltbommel

63. Schmits Beheer B.V., Almelo

Schmits International B.V., Almelo

Schmits Nederland B.V., Almelo

64. Shell Nederland Chemie B.V., Rotterdam

Locaties: Moerdijk en Rotterdam/Pernis

65. Shin-Etsu PVC B.V., Hilversum

Locatie: Rotterdam/Hoogvliet

66. Solvay Chemie B.V., Roermond

67. Solvay Pharmaceuticals B.V., Weesp

Locaties: Olst en Veenendaal

68. SupraPolix B.V., Eindhoven

69. Tanatex Chemicals B.V., Ede

70. Teijin Twaron B.V., Arnhem

Locaties: Emmen en Farmsum

71. ThermPhos International B.V., Vlissingen

72. Tronox Pigments (Holland) B.V., Rotterdam/Botlek

73. Umicore Nederland B.V., Eijsden

74. Uniqema B.V., Gouda

75. Zinifex Budel B.V., Budel

Lid-Verenigingen

Vereniging van Fabrikanten van Industriële Gassen

(VFIG), Baarn

Air Liquide B.V., Eindhoven

Air Liquide Industrie B.V., Rotterdam

Air Products Nederland B.V., Amsterdam

Locatie : Rotterdam

Linde Gas Benelux B.V., Schiedam

Messer Nederland B.V., Moerdijk

Nederlandse Technische Gasmaatschappij B.V., Tilburg

Praxair B.V., Schoten (B)

Westfalen Gassen Nederland B.V., Deventer

Yara Industrial B.V., Vlaardingen

Medidis B.V., Almere

Vereniging van Geur- en Smaakstoffenfabrikanten

(NEA), Leidschendam

Buteressence B.V., Zaandam

DSM Food Specialties, Delft

Erven Th. Koomen B.V., Middenmeer

Flavodor Flavours + Fragrances B.V., Waalwijk

Frutoria B.V., Huizen

Givaudan Nederland B.V., Barneveld

Holland Aromatics B.V., Almere

IFF (Nederland) B.V., Hilversum

Locatie: Tilburg

Pembroek B.V., Loosdrecht

PFW Aroma Chemicals B.V., Barneveld

Quest International Nederland B.V., Bussum

Symrise B.V., Rosmalen

Vereniging van Kunstmest Producenten (VKP),

Leidschendam

Amsterdam Fertilizers B.V., Amsterdam

DSM Agro B.V., Sittard

Locatie: Geleen

Fertiva GmbH, Manheim

Kemira GrowHow B.V., Rotterdam/Europoort

Yara Sluiskil B.V., Sluiskil

Zuid-Chemie B.V., Sas van Gent

Ledenlijst

42 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 45: VNCI Jaarverslag 2006

Geassocieerde leden

Arizona Chemical B.V., Almere

Ashland Nederland B.V., Barendrecht

BASF Nederland B.V., Arnhem

Bayer B.V., Mijdrecht

Borax Rotterdam N.V., Rotterdam/Botlek

3 M Nederland B.V., Zoeterwoude

Nalco Netherlands B.V., Tilburg

Rhodia Nederland B.V., Amstelveen

Rohm and Haas Belgium N.V., Antwerpen (B)

Supresta Netherlands B.V., Amersfoort

Troy Chemical Company B.V., Maassluis

VWR International B.V., Amsterdam

Geassocieerde lid-verenigingen

Aqua Nederland, Zoetermeer

Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststoffen

(NRK), ‘ s-Gravenhage

FeNeLab, ‘ s-Gravenhage

Nederlandse Cosmetica Vereniging (NCV), Nieuwegein

Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie (NEFYTO),

‘s-Gravenhage

Nederlandse Vereniging van de Research georiënteer-

de Farmaceutische Industrie (NEFARMA),

‘s-Gravenhage

Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ),

Zeist

Verbond van Handelaren in Chemische Produkten

(VHCP), ‘s-Gravenhage

Vereniging van Onafhankelijke Tankopslagbedrijven

(VOTOB), ‘ s-Gravenhage

PlasticsEurope Nederland, ‘ s-Gravenhage

Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten (VVVF), ‘

s-Gravenhage

Donateurs

Atrion B.V., Nijmegen

AVR Industrial Waste B.V., Rotterdam

Coöperatie Chemical Marketing Concepts Europe U.A.,

Waalwijk

Royal Haskoning Dordtse Engineering B.V., Dordrecht

Kodak Polychrome Graphics Manufacturing B.V.,

Bunschoten

Notox Safety & Environmental Research B.V.,

‘s-Hertogenbosch

Océ-Nederland B.V., Venlo

Philips Electronics B.V., Eindhoven

Royal Haskoning, Nijmegen

Saybolt Nederland B.V., Rotterdam

Tebodin B.V., ‘s-Gravenhage

Yacht Technology B.V., Arnhem

Ledenlijst

43

Ja

arv

ers

lag

VN

CI

20

06

Page 46: VNCI Jaarverslag 2006

De Nederlandse chemische industrie: een duurzame

bijdrage aan welvaart en welzijn.

De chemische industrie speelt met een jaaromzet van

€ 46 miljard een belangrijke rol in de Nederlandse

economie. Na de voedings- en genotmiddelenindustrie,

is het de grootste industriële bedrijfstak in Nederland.

De chemische industrie hanteert hoge veiligheids- en

milieueisen en de prestaties van het constant dalend

aantal verzuimongevallen zijn uitstekend. Ook levert de

sector belangrijke bijdrage aan het milieu en heeft ze

veel van de gestelde emissiedoelstellingen voor het jaar

2010 al gehaald.

Telt ongeveer 400 chemische bedrijven (met meer dan

tien werknemers), waar totaal circa 66.000 mensen wer-

ken. Gezamenlijk vertegenwoordigen zij 10 procent van

de directe werkgelegenheid in de industrie.

De chemische industrie geneert direct 2,3 % van het

Nederlandse Bruto Binnenlands Product. De export van

de Nederlandse chemische industrie is ruim 53 miljard

euro. De Nederlandse chemische industrie neemt zo’n

25% procent van de speur- en ontwikkelingsuitgaven in

Nederland voor haar rekening.

De volgende uitneembare pagina’s geven een overzicht

van de belangrijkste feiten en cijfers over de Nederland-

se chemische industrie in 2006. De meest recente cijfers

op het gebied van veiligheid en milieu zijn uit 2005.

Brongegevens zijn afkomstig van VNCI, CBS en Cefi c.

Feiten over de Nederlandse chemische industrie

44 J a a r v e r s l a g V N C I 2 0 0 6

Page 47: VNCI Jaarverslag 2006

Colofon

UitgaveVereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)

Mei 2007

Tekst & eindredactieZoemmm Tekst & Advies, Afdeling Communicatie VNCI

VormgevingHans Langstraat, www.ph-ontwerp.nl

DrukwerkDrukkerij Best, Best

Foto’s & illustratiesRonn van der Leeuw, Rotterdam; www.hollandseschilderwerken.nl,

Hans Langstraat

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)Loire 150

2491 AK, Den HaagPostbus 443

2260 AK Leidschendam

Telefoon (070) 337 87 87

Telefax (070) 320 39 03

E-mail [email protected]

Website www.vnci.nl

Page 48: VNCI Jaarverslag 2006

Financieel

Nederland kent veel gunstige condities voor de chemi-

sche industrie: beschikbaarheid van grondstoffen zoals

zout en aardgas, havens voor de aanvoer van grond-

stoffen en een uitgebreid transportnetwerk naar het

Europese achterland. Daarnaast behoren het chemische

onderzoek en de opleidingen tot de wereldtop. Deze

voorwaarden, tezamen met de Nederlandse cultuur

en mentaliteit, zorgen voor een krachtige chemische

industrie die een drijvende kracht vormt voor de Neder-

landse economie.

Omzet

De omzet van de chemische industrie groeide de afge-

lopen jaren fors. In 2006 was de omzet 46 miljard, 13%

meer dan het jaar ervoor. De Nederlandse chemische

industrie genereert in haar directe bijdrage ruim 2,3%

van het Nederlandse Bruto Binnenlands Produkt.

De verwachtingen voor de toekomst zijn positief. De Ne-

derlandse chemische industrie verwacht in 2007 zowel

een stijging van de volumes als een verdere toename

van de afzetprijzen. Daardoor zal ook de omzet verder

groeien.

Feiten & cijfers chemische industrie in Nederland

20

uitvoer

invoer

30

40

50

1997

2006

Bijdrage Nederlandse chemische industrie aan

handelsbalans (in miljard euro)

Omzet Nederlandse chemische industrie (in miljard euro)

20

30

40

50

1997

2006

Page 49: VNCI Jaarverslag 2006

Het productievolume

In 2006 groeide het productievolume van de chemische

industrie naar 120 indexpunten. Dit betekent een toe-

name van 4,5% ten opzichte van 2005.

Index productievolume;

(CBS productie-index, jaar 2000=100)

Export

Circa driekwart van de in Nederland vervaardigde

chemische producten wordt geëxporteerd: 82% daarvan

gaat naar landen binnen Europa en 18% naar landen

daarbuiten.

Exportverdeling Nederlandse chemische industrie 2005 in %

De export, inclusief doorvoer van chemische producten

vanuit Nederland, stijgt jaarlijks aanzienlijk. In 2006

bedroeg de export 53 miljard, 11 % meer dan het jaar

daarvoor. Van de totale export van goederen neemt de

chemische industrie ongeveer 17% voor haar rekening,

dat is 9% van de totale export van de EU-landen. De

Nederlandse chemische industrie neemt bijna 22% van

de totale export van de chemische industrie in de

EU-landen voor haar rekening.

De import steeg naar 36 miljard, een toename van 12%.

De chemische industrie leverde dus in 2006 een forse

en toenemende bijdrage aan een positieve Nederlandse

handelsbalans van 17 miljard euro.

Feiten & cijfers 2006

80

100

120

1997

2006 rest Europa 82,1%

Amerika overig 7,7%Verenigde Staten 5,4%

totaal Afrika 1,8%totaal Azië 7,9%

rest 0,5%Frankrijk 9,8%

Duitsland 19%

Verenigd koninkrijk 8,4%

België 13,7%

Page 50: VNCI Jaarverslag 2006

Werkgelegenheid

De directe werkgelegenheid in de chemische industrie

neemt de laatste jaren af doordat activiteiten die niet

tot de hoofdactiviteit behoren worden uitbesteed en de

arbeidsproductiviteit stijgt. Eind 2005 waren er 66.000

mensen direct werkzaam in de chemische industrie. De

meeste ‘chemiebanen’ zijn te vinden in de grote havens,

in Brabant en in Limburg. 38% van de medewerkers in

de chemische industrie is HBO of hoger opgeleid.

Onderzoek en ontwikkeling

De chemische industrie in Nederland geeft gemiddeld

zo’n 2,5% van de omzet uit aan onderzoek en ontwik-

keling binnen het eigen bedrijf (+/- 900 miljoen euro).

Daarnaast wordt er nog eens voor ongeveer 200 miljoen

euro onderzoek en ontwikkeling uitbesteed. Samen

met de kosten voor innovatie beslaat het onderzoeks-

werk in de chemie inmiddels zo’n 25 % van de totale

industriële uitgaven. Samen met de overheid ontwik-

kelt de chemische industrie momenteel plannen om de

innovatiekracht van de sector naar een nog hoger plan

te brengen.

Milieu en veiligheid

De chemische industrie stelt zichzelf hoge milieu- en

veiligheidseisen. De belangrijkste gegevens voor veilig-

heid en milieu zijn afkomstig uit 2005.

Een veilige werkomgeving

Constant werken aannemers en opdrachtgevers, door

bijvoorbeeld certifi cering van aannemers, verplichte vei-

ligheidscursussen en de invoering van een veiligheids-

paspoort, aan een verdere verbetering van de veiligheid.

Energiebeleid

Op milieugebied scoort de chemische industrie ook

hoog. Sinds de jaren zeventig voert de industrie een

actief energiebeleid. Daardoor kon de sterke groei van

de industrie samen gaan met een beperkt toename van

het energieverbruik en een vrijwel constante uitstoot

van CO2 uit energie opwekking.

Feiten & cijfers 2006

0

2

4

6

8

10

1219

94

2005

aannemerschemie

Overzicht verzuim ongevallen per miljoen gewerkte mensuren (LTIR)

Page 51: VNCI Jaarverslag 2006

Emissies

De uitstoot van veel van de aangemerkte verzurende

en/of milieubelastende stoffen naar lucht en water is ver

teruggedrongen. In 2005 waren de emissies voor 63 van

de 74 aangemerkte stoffen zover teruggedrongen dat de

doelstellingen voor 2010 al zijn behaald.

Feiten & cijfers 2006

60

80

100

1989

1998

200520

00

Verloop MJA-2 (basisjaar is 1998)Verloop MJA 1 (basisjaar is 1989)

Energie Effeciency Index (in procenten)

0

20

40

60

80

100

0

20

40

60

80

100

Zwav

eldiox

ide

Chroom

kope

r

Kwik

Lood

Nikk

el

Zink

Stikstofox

ide

Ammon

iak

VOS

Doelstelling 2010Reductiepercentage 2005

Doelstelling 2010Reductiepercentage 2004

Emisssiereductie verzurende stoffen naar lucht t.o.v.

doelstelling 2010 (in procenten)

Reductie verspreiding milieubelastende stoffen naar lucht

t.o.v. doelstelling voor 2010 (in procenten)

Page 52: VNCI Jaarverslag 2006

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) Loire 150, 2491 AK, Den Haag

Postbus 443, 2260 AK, LeidschendamTelefoon (070) 337 87 87, Telefax (070) 320 39 03

E-mail [email protected] Website www.vnci.nl