PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

202
2006 jaarverslag

Transcript of PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Page 1: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

2006

VU

med

isch cen

trum

jaarverslag 2

00

6

jaarverslag

vormgeving Roto Smeets GrafiServices, Utrecht

Page 2: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Jaarverslag 2006

Page 3: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...
Page 4: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Vereniging VU-Windesheim

De Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg (Vereniging VU-

Windesheim) is het resultaat van een fusie van Windesheim- en de VU-vereniging. De Vereniging is de koepel boven

de Vrije Universiteit, VU medisch centrum en de Christelijke Hogeschool Windesheim.

De bijzondere identiteit van de Vereniging is geworteld in de christelijke traditie. Bijbels geïnspireerde kernwaarden

staan centraal, zoals maatschappelijke betrokkenheid, een goede (mede)mens zijn, zorg en respect voor de ander

waarbij ‘elk talent telt’, en zorg voor de kwaliteit van leven, cultuur en natuur. De Vereniging biedt een uniek draag-

vlak aan de VU, VUmc en Windesheim als instellingen met een bijzondere identiteit. Ook draagt zij bij aan hun maat-

schappelijke verbinding. De drie organisaties zijn ervan overtuigd dat zij samen beter dan elk afzonderlijk kunnen

inspelen op een aantal maatschappelijke tendensen.

De belangrijkste rollen van de Vereniging zijn: koepel-rechtspersoon, georganiseerd relatienetwerk en sponsor van

‘bijzondere’ projecten.

1

Page 5: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

2

Page 6: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Inhoud

I. Vijf jaar VU medisch centrum 5

II. Verslag raad van toezicht 13

III. Verslag raad van bestuur 19

1. Profiel organsiatie 19

2. Belanghebbenden 23

3. Governance 25

4. Leiderschap 29

5. Strategie en beleid 31

6. Management van medewerkers 39

7. Management van middelen 45

8. Management van processen 51

9. Klanten en verwijzers 61

10. Waardering van medewerkers 65

11. Waardering Maatschappij 69

12. Eindresultaten 75

13. Hoofdlijnen van beleid 2007 77

• Bijlage 1 HRM kengetallen 2006 79

• Bijlage 2 Eindresultaten productie 85

• Bijlage 3 Legitimering academisch component 87

• Bijlage 4 Organisatieschema 92

IV. Jaarrekening 95

V. Overige gegevens 139

VI. Bijlagen 151

• Bijlage 1 Materiële vaste activa 153

• Bijlage 2 DHAZ-middelen 158

• Bijlage 3 Projecten in uitvoering 2006 159

• Bijlage 4 Tabellen 161

• Bijlage 5 Opbouw aanvaardbare kosten 2005, 2006 en mutatie in het boekjaar 169

• Bijlage 6 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) 171

• Bijlage 7 Basisset Prestatie-indicatoren 2006 175

3

Page 7: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

4

lustrum 2005 6: patiëntendag hematologie

lustrum 2005 6: open dag

Page 8: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Een eerste lustrum vieren schept het beeld van een jonge

organisatie. VU ziekenhuis en medische faculteit hebben

echter al een indrukwekkende geschiedenis achter de rug.

De eerste onderzoeker, professor Bouman, startte al in

1907, bijna een eeuw geleden dus. En de faculteit leidt al

sinds 1951 artsen op, terwijl de eerste patiënt in 1964 in

het VU-ziekenhuis terecht kwam wat overigens pas in 1966

officieel zijn deuren opende. In de loop der jaren zijn er

vele markante momenten geweest. Bijvoorbeeld in 1970

toen het VU ziekenhuis het eerste Nederlands ziekenhuis

met een commissie medische ethiek was. Of in 1984 toen

de eerste in vitro fertilisatie (IVF) behandeling in het VU

ziekenhuis werd uitgevoerd. In 1987 startte computer

ondersteund onderwijs (COO) aan geneeskunde studenten.

En in 1988 was het VU ziekenhuis uniek met de start van

het integraal kwaliteitsbevorderingproject ‘Zorg voor nog

beter’. In december 1990 volgde de eerste openhart opera-

tie en in april 1995 kwam het helitraumateam voor het eerst

in actie. In 1998 werd een belangrijke stap gezet in de

fusie. Er kwam een gezamenlijk jaarplan faculteit en zieken-

huis. In januari 2001 werd de integratie faculteit der

Geneeskunde en het VU ziekenhuis officieel en gingen ze

samen verder onder de nieuwe naam VU medisch centrum.

Deze samenwerking vroeg gewenning, maar het belang van

het gezamenlijk optrekken, waardoor de kerntaken

patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en onderzoek beter

op elkaar afgestemd kunnen worden, wordt voor iedereen

steeds duidelijker.

Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

I. Vijf jaar VU medisch centrum

1 januari 2001

De Faculteit der Geneeskunde en het VU

Ziekenhuis fuseren tot VU medisch centrum

24 januari 2002

Het ziekenhuisnetwerk OZON (onderwijs &

opleiding, zorg- en onderzoek netwerk

Noord-West Noord-Holland) gaat van start.

Dit netwerk zal met ingang van dat jaar

75 extra plaatsen voor basisartsen realiseren

en 300 medisch-specialisten meer opleiden

dan voorheen.

Maart 2002

Wereldprimeur met robotchirurgie. In deze

maand opent ook het stiltecentrum in de

polikliniek.

September 2002

VUmc maakt een aanvang met het voorberei-

den van een nieuw curriculum geneeskunde,

VUmc-compas genoemd.

April 2003

Naast de vier bestaande onderzoekinstituten

rond de zwaartepunten kanker & afweer,

hersenen, hart & vaten en extramuraal onder-

zoek, richt het zwaartepunt bewegen een

vijfde onderzoekinstituut, genaamd MOVE op.

5

Page 9: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

‘Alle drie de kerntaken zijn

er sterker uitgekomen’

Elmer Mulder, voorzitter raad van bestuur

“Eigenlijk was de fusie tussen medische faculteit en ziekenhuis

logisch. Onderwijs en onderzoek zaten formeel bij de faculteit

en de patiëntenzorg lag bij het ziekenhuis. Maar in de praktijk

van de werkvloer zag je dat alles al door elkaar liep.

Hoogleraren waren in dienst van de faculteit, maar ook op de

werkvloer van het ziekenhuis belast met onderwijstaken.

Medewerkers van klinische afdelingen deden mee aan onder-

zoek en omgekeerd moesten de uitkomsten van onderzoek ook

weer in de zorg worden geïmplementeerd. Maar als er bijvoor-

beeld voor een specifiek onderzoek een patiëntengroep moest

worden geselecteerd, dan was het niet duidelijk vanuit welk

van de twee organisaties, faculteit of ziekenhuis dat moest

worden georganiseerd.

Ook onderwijs profiteert van de fusie. Vroeger was onderzoek

voor een academisch medisch specialist iets waar je roem in

kon verwerven, patiëntenzorg vormde een uitdaging en onder-

wijs dat kwam er dan zo’n beetje achteraan. Nu zijn dat drie

even zware kerntaken geworden.

6

I. Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

Juli 2003

De transferafdeling opent haar deuren. Een

afdeling voor patiënten die uitbehandeld zijn

en eigenlijk naar een verpleeghuis, verzor-

gingshuis, revalidatiecentrum of naar huis

zouden moeten, maar daar nog niet terecht

kunnen.

Oktober 2003

De obesitaspolikliniek, waar kinderen met

overgewicht worden behandeld, gaat van

start. Welke complicaties zich daarbij op de

kinderleeftijd voordoen, is op dat moment

nog niet bekend. Het is in Nederland voor het

eerst dat hierop screening plaatsvindt.

Page 10: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Onderwijs is niet meer iets dat een arts eruit eigen interesse bij doet. Het is een vak endat vak doceren we onze docenten nu ook.

In het nieuwe onderwijsprogramma VUmc-compas is heel

bewust gekozen voor een lijn van probleemgericht onder-

wijs waar we onze artsen in opleiden. Artsen worden ook

professioneel docent.

Echt klaar is de fusie na vijf jaar nog steeds niet. We

maken een forse cultuuromslag door. Een integratie van

inhoud en bedrijfsvoering doe je in de academie niet van

de een op de andere dag. Dat kost energie. En ja, mensen

raken bepaalde vrijheden kwijt, maar krijgen daar verant-

woordelijkheden voor terug. Ze moeten de tijd krijgen om

zich bijvoorbeeld managementvaardigheden eigen te

maken.

Ik denk dat we over een jaar of drie moeten kunnen zeggen dat het hele proces

geslaagd is.

Een ding weet ik zeker: alle drie de kerntaken komen

sterker uit de fusie. En onze klanten, de patiënten en de

studenten, die weten, als het goed is, al niet beter dan dat

zorg, onderwijs en onderzoek op een heel natuurlijke

manier in elkaar overgaan.”

7

I. Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

Januari 2004

Er verrijst een nieuw gebouw voor het oplei-

dingsinstituut Zorg en Welzijn. Het is het

eerste opleidingsinstituut waarin zorg- en wel-

zijnopleidingen op mbo-, hbo- en wo-niveau

in een organisatie vertegenwoordigd zijn.

Februari 2004

VUmc krijgt als eerste een eigen universitaire

huisartsenpraktijk. Met de UHP krijgt de

afdeling huisartsengeneeskunde een eigen

‘afdeling’ patiëntenzorg. Hiermee is de

integratie van academische taken (patiënten-

zorg, onderwijs en onderzoek) binnen de

huisartsengeneeskunde gerealiseerd.

Februari 2004

Het nieuwe beddenhuis wordt feestelijk

geopend. Al in 1998 begonnen de voorberei-

dingen om het ziekenhuis te moderniseren.

In 1999 startte men met de nieuwbouw c.q.

renovatiewerkzaamheden.

Maart 2004

VUmc benoemt als eerste academisch zieken-

huis in Nederland een teaching professor. De

aanstelling van gynaecoloog Fedde Scheele uit

het St. Lucas Andreas Ziekenhuis maakt deel

uit van het opleidingsoffensief dat VUmc

samen met ziekenhuizen in Noord-Holland

heeft opgezet. Doel is het tekort aan basis-

artsen en medisch specialisten te bestrijden.

Page 11: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I. Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

‘Een opleider moet zich

voortdurend blijven

ontwikkelen’

Jan Rauwerda, hoogleraar vaatchirurgie en opleider/afdelings-

hoofd

“Als je gaat werken in een academisch ziekenhuis vind je doce-

ren plezierig. Je leert jonge mensen iets wat ze niet dachten te

kunnen.

Er zijn meer leermomenten ingebouwd,bijvoorbeeld feedback direct na een operatie als

de ervaring nog vers is.

Maar de echte uitdaging voor een opleider is de intellectuele

ontwikkeling. Klinisch leren redeneren en dat gaandeweg uit-

breiden naar het nemen van een therapiebesluit en zelf de

behandeling uitvoeren. Als groep opleiders zien we elk jaar zes

tot tien chirurgen in spe binnenkomen en die houden we zes

jaar bij ons. Je begeleidt ze vanaf het begin tot het eind, tot ze

zelfstandig de meest ingewikkelde dingen kunnen uitvoeren en

daar ook nog van genieten. Dat is heel leuk om te doen.

8

April 2004

De vierdimensionale CT-scanner wordt in

gebruik genomen. Met dit in Europa unieke

apparaat kunnen de zogenoemde bewegende

tumoren, tumoren waarvan de locatie door

ademhaling van de patiënt verandert, zeer

precies en op elk moment worden

weergegeven.

Juni 2004

De eerste lichting studeert af bij de master-

opleiding oncologie.

September 2004

De kwaliteit van het wetenschappelijk onder-

zoek van VUmc staat in de top 3 van universi-

tair medische centra.

Page 12: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Opleiden doe je niet zomaar, je moet wel over een aantal

competenties beschikken. Een opleider moet de kennis en

kunde vertonen waaraan mensen zich kunnen optrekken.

Ze moeten zich kunnen identificeren met hem/haar. Het

moet iemand zijn waar assistenten later met plezier aan

terugdenken en op wie ze bij zorgen altijd terug kunnen

vallen. Met de meeste assistenten houd je een band,

bijvoorbeeld doordat ze later als vrijgevestigd specialist

patiënten met problemen naar je doorverwijzen of je

telefonisch om raad vragen.

Vergeleken met het begin van mijn opleidingstijd is het

verschil met nu hemelsbreed. Toen lag de verantwoorde-

lijkheid geheel in handen van de individuele opleider,

tegenwoordig wordt de opleiding gedragen door het hele

team. Dat betekent een meer geprotocolleerd, dus objec-

tiever opleidingsplan. Hetzelfde geldt voor de toetsing.

Snijden in een mens is natuurlijk niet niks:je schendt de integriteit van een lichaam.

In het begin merk je schroom, je zietonhandigheid of juist handigheid.

En er is meer tijd ingeruimd voor de ‘zachtere’ kanten van

het vak, denk aan het belang van een goede communica-

tie. En vergeet ook niet de ontwikkeling van de techniek.

Opereren via een monitor vergt hele andere vaardigheden

dan een ingreep op de traditionele manier. Daar hebben we

onze leermethodes dus op moeten aanpassen.”

9

I. Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

December 2004

VU medisch centrum kondigt aan dat het in

2005 18 miljoen euro moet bezuinigen. Dit

bedrag is nodig om een gezondere financiële

positie te krijgen.

Januari 2005

Cardiologen hebben als eerste ter wereld een

nieuw type pacemaker bij een patiënt geïm-

planteerd. Deze pacemaker heeft een geavan-

ceerde transmitter, die bij onregelmatigheden

via SMS gegevens zendt naar de mobiele tele-

foons van de behandelend cardioloog en een

speciale post in het ziekenhuis.

24 maart 2005

Familieleden van ernstig zieke patiënten kun-

nen ‘op adem’ komen in de familiekamer op

de afdeling geneeskundige oncologie. Het is

een in Nederland unieke faciliteit.

30 maart 2005

Er wordt een grondovereenkomst ondertekend

voor de bouw van een tijdelijk het oncolo-

gisch researchcentrum Cancer Center

Amsterdam (CCA). Deze wordt in de loop van

het jaar neergezet.

Page 13: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

‘Fusie nuttig voor

patiënten met hartfalen

en diabetes’

Victor van Hinsbergh, wetenschappelijk directeur van het

onderzoekinstituut voor cardiovasculair onderzoek van VUmc

(ICaR-VU)

“Nu we door de fusie faculteit en ziekenhuis samen onder één

dak zitten, is de interactie tussen kliniek en prekliniek duidelijk

beter. Vragen die in kliniek opduiken rond hartfalen en diabe-

tes, onze belangrijkste speerpunten bij het onderzoek, kunnen

we doorspelen naar basale onderzoekers en de resultaten weer

terugkoppelen naar de kliniek. Uiteindelijk levert de fusie zo

direct nut op voor de patiënt. Een concreet voorbeeld van de

samenwerking tussen kliniek en basale wetenschappers is het

onderzoek naar pre-eclampsie, een gevaarlijk hoge bloeddruk

tijdens de zwangerschap. Bij deze groep patiënten hebben we

een gen gevonden, dat verantwoordelijk is voor deze ziekte. De

volgende stap is om uit te zoeken hoe het gen werkt, wat er

precies de consequenties van zijn en hoe je pre-eclampsie kunt

voorkomen. Dat alles gebeurt in een wisselwerking tussen kli-

niek en prekliniek, steeds opnieuw.

ICaR-VU heeft twee belangrijke speerpunten voor het onder-

zoek: hartfalen en de bloedvatfunctie bij metabole ziekten, in

het bijzonder diabetes. Bij het onderzoek naar hartfalen werken

cardiologen en fysiologen samen om heel patiëntgericht te kij-

ken, wat en waar het misgaat.

De fysiologen hebben heel precies ontrafeld,hoe de hartspiercellen samentrekken.

Die kennis passen de onderzoekers toe bijpatiënten die een hartinfarct hebben

doorgemaakt.

10

I. Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

April 2005

VU medisch centrum biedt als eerste

universitair medisch centrum, conform het

advies van de Commissie Gelijke Behandeling

(CGB), zijn artsen in opleiding de mogelijk-

heid co-schappen in deeltijd te volgen.

Page 14: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

11

I. Vijf jaar V

U m

edisch

centru

m

lustrum 2005 6: TV kok Rudolf van Veen kookt voor patiënten

In het onderzoek naar diabetes werken we veel samen met

het EMGO-instituut (instituut voor extramuraal geneeskun-

dig onderzoek). Dat gebeurt in de Hoorn-studie, het grote

onderzoek naar diabetes bij ouderen. In de afgelopen

jaren heeft dat geleid tot een bijzonder goed en zichtbaar

netwerk voor diabetesonderzoek, dat in Europa en ook

daarbuiten heel bekend is.”

Hart- en vaatziekten vormen een heel turbulent onder-

zoeksgebied, omdat zich daarin steeds hele nieuwe ont-

wikkelingen voordoen. Daarvoor moeten dan weer nieuwe

strategieën worden bedacht.

Jonge aanstormende onderzoekstalentenmoet je daarom goed in het veld plaatsen,

zodat hun onderzoek zoveel mogelijk impactheeft, ook maatschappelijk gezien.

Het gaat niet alleen om mooie verhalen: de patiënten moe-

ten er echt iets aan hebben. Dat staat voor ons centraal.”

5 september 2005

Bijna 400 eerstejaars starten met het nieuwe,

competentiegerichte programma VUmc-com-

pas. VUmc-compas leert studenten kennis,

vaardigheden en gedrag te integreren.

Page 15: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

12

lustrum 2005 6: lustrumfeest

lustrum 2005 6: patiëntendag hart en vaten

Page 16: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Inleiding

De raad van toezicht oefent toezicht uit op het college van bestuur van de Vrije Universiteit en de hogeschool

Windesheim en op de raad van bestuur van VU medisch centrum. Met dit verslag legt de raad, zowel intern als naar

externe partijen, verantwoording af over het door hem uitgeoefende toezicht. De raad is in 2006 zes maal bijeen

gekomen. Tussen de vaste vergaderingen van de raad is er overleg van de voorzitter en één vice-voorzitter van de

raad met de voorzitters van de besturen. In oktober vond het jaarlijkse gesprek plaats met het bestuur van de

Vereniging waarvan de drie instellingen uitgaan.

De raad van toezicht heeft de afstemming tussen de besturen van de instellingen gestimuleerd en stelt vast dat het

overleg met de besturen en tussen de besturen in open dialoog en goede verstandhouding plaatsvindt.

Governance

In de samenstelling van de raad van toezicht zijn in het verslagjaar de volgende wijzigingen opgetreden. De leden

Sangster, Volten en Westerlaken beëindigden hun lidmaatschap. Benoemd tot lid zijn de heren Bikker (tevens voorzit-

ter van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg), Paas (voorzit-

ter vakcentrale CNV) en Willems (president-directeur van Shell Nederland NV). Met ingang van 1 april 2007 is in de

raad van toezicht benoemd prof. dr. F. Leijnse, voormalig voorzitter van de HBO-raad. Daarmee bestaat de raad van

toezicht uit negen leden.

De voorzitter en de beide vice-voorzitters van de raad van toezicht vormen de renumeratiecommissie. De renumera-

tiecommissie heeft in de vergadering van de raad van toezicht van mei 2007 gerapporteerd over de gevoerde

functioneringsgesprekken met de leden van het college van bestuur en raad van bestuur. De renumeratiecommissie

heeft opdracht gegeven voor een onderzoek naar het beloningsbeleid voor de leden van de besturende colleges.

De financiële commissie van de raad van toezicht is gedurende het verslagjaar tweemaal bijeen geweest. In de

vergadering van mei 2006 is de jaarrekening 2005 besproken en kennisgenomen van het accountantsverslag en de

managementrapportage van de accountant. In de vergadering van november 2006 heeft de commissie zich gebogen

over de begroting 2007 en het addendum op het jaarplan VUmc 2006-2007. De bijeenkomst inzake de jaarrekening

is tevens bijgewoond door de externe accountant.

Vereniging

De raad van toezicht steunt het proces van herstructurering van de gezamenlijke rechtspersoon van VU-Windesheim

en VUmc, de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg. Daarmee

worden bevoegdheden, verantwoordelijkheden en verantwoording beter op één lijn gebracht en moderne

governance-inzichten vertaald naar een duurzame organisatiestructuur.

De raad van toezicht heeft daarbij ook oog gehad voor de samenhang van deze wijziging met initiatieven om te

komen tot een vitalere ledenorganisatie. Naar verwachting zullen in 2007 binnen de Vereniging de nodige besluiten

over herstructurering en vitalisering van de Vereniging genomen worden.

Samenstelling raad van bestuur VUmc

De raad van toezicht heeft prof. dr. W.A.B. Stalman benoemd tot lid van de raad van bestuur en decaan VUmc met

ingang van 1 maart 2007. Prof. Stalman was hiervoor als hoogleraar huisartsgeneeskunde en hoofd van de gelijkna-

mige afdeling aan VUmc verbonden.

Strategisch meerjarenbeleid

Het VUmc meerjarenbeleid 2006-2010 heeft de instemming van de raad van toezicht. Ten opzichte van vorige versies

is getracht een verdere focus aan te brengen en zo veel mogelijk prestatie-indicatoren te koppelen aan de hoofdlijnen

van beleid. De meerjaren beleidscyclus is integraal onderdeel van de planning&control-cyclus van VUmc. Belangrijk

13

II. Verslag

raad van

toez

icht

II. Verslag raad van toezicht

Page 17: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

aandachtspunt in de meerjarenstrategie is het afbreken van de alliantiebesprekingen met het Slotervaartziekenhuis.

De raad van toezicht steunde de opstelling van de raad van bestuur om vast te houden aan heldere bestuurlijke en

financiële kaders voor de alliantie. Het ontbreken van voldoende bestuurlijk draagvlak in het Slotervaartziekenhuis is

een belangrijke reden voor het afbreken van de besprekingen geweest. De daaraan verbonden risico’s voor VUmc zijn

door de raad van bestuur goed opgevangen.

Ongewijzigd blijft de steun van de raad van toezicht voor de aanpak van de netwerkontwikkeling van VUmc, waar-

binnen met verschillende partners in de regio en de sector samenwerkingsverbanden van verschillende intensiteit

worden aangegaan. De raad van toezicht heeft onder meer gesproken over de intensievere samenwerking van VUmc

met GGZ Buitenamstel en De Geestgronden.

Financieel beleid

De begroting 2007 is door de raad van toezicht goedgekeurd. De doelstellingen van een gezonde exploitatieontwik-

keling en verbetering van de rentabiliteit en solvabiliteit worden gesteund.

De raad van toezicht heeft kennis genomen van de rapportages van de raad van bestuur inzake de administratieve

inrichting van VUmc met betrekking tot het DBC systeem en de daarop afgestemde interne controlfunctie.

Organisatieontwikkeling

De raad van toezicht steunt de raad van bestuur in zijn streven de in 2001 gekozen besturingsfilosofie consequent

te implementeren. Het proces van organisatieontwikkeling is faciliterend aan de prestatieverbeteringen van VUmc

gedurende de afgelopen jaren. Aandachtspunt is daarbij de span of control van de raad van bestuur. Aanpassing van

de organisatie van een cluster- naar een divisiestructuur met bijbehorende verdere decentralisatie van taken,

bevoegdheden en verantwoordelijkheden wordt gesteund. De raad van toezicht heeft daarbij nadrukkelijk aandacht

gevraagd voor een management development programma ten behoeve van de nieuw te benoemen divisievoorzitters.

Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering

Gedurende het verslagjaar heeft de raad van toezicht indringend met de raad van bestuur van gedachte gewisseld

over onderwerpen met groot effect op de bedrijfsvoering, zoals de voortgang in de implementatie van de DBC syste-

matiek, de dreigende korting van het budget door het ministerie van VWS en de ingebruikname van nieuwe gebouw-

delen (zoals het laboratoriumgebouw voor het Cancer Center Amsterdam VUmc). De raad van toezicht feliciteert

VUmc met de realisatie van dit unieke project.

Veiligheid en kwaliteit

De raad van toezicht heeft regelmatig met de raad van bestuur van gedachten gewisseld over de veiligheid en

kwaliteit binnen de instelling. Daarbij zijn algemene aspecten van veiligheid en kwaliteit aan de orde geweest, maar

tevens waar nodig afdelingsspecifieke kwaliteits- en veiligheidsvraagstukken besproken.

Tot slot spreekt de raad van toezicht zijn waardering uit voor de inspanningen van de raad van bestuur en de

medewerkers van VUmc over de geleverde prestaties gedurende het afgelopen verslagjaar.

9 mei 2007

De raad van toezicht,

prof. drs. P. Bouw, voorzitter mw. I.E.E. van der Dussen

mr. drs. L.C. Brinkman, vice-voorzitter prof. dr. F. Leijnse

mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen, vice-voorzitter mr. drs. F.J. Paas

L. Bikker ir. R. Willems

drs. J.M. Bleichrodt

14

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 18: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

15

II. Verslag

raad van

toez

icht

lustrum 2005 6: patiëntendag hematologie

Nieuwsflits

Januari 2006Nieuw kenniscentrum reumatologie

Op 1 januari 2006 opent de afdeling reumatologie van VUmc een kenniscentrum voor patiënten met de ziekte van

Bechterew. Naast patiëntenzorg en onderzoek naar nieuwe behandelmethoden wil het kenniscentrum de diagnos-

tiek en vroege detectie van de ziekte van Bechterew verbeteren. De ziekte van Bechterew is een reumatische aan-

doening, die zich meestal openbaart tussen het twintigste en veertigste levensjaar. De ziekte komt voor onder 1%

van de Nederlandse bevolking.

Page 19: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

16 Samenstelling Raad van Toezicht per 31.12.06

Naam Functie Nevenfuncties

drs. J.M. Bleichrodt (1947)* Raad van Bestuur van De Gelderse

Roos Geestelijke Gezondheidszorg

te Arnhem

L. Bikker (1963) ondernemer, oprichter Branson & voorzitter van de Vereniging voor christelijk

Guevara BV hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek

en patiëntenzorg; voorzitter Adviescommissie

Beoordelingen Medefinanciering van het

Ministerie van Buitenlandse Zaken; lid

Taskforce Handicap en Samenleving van het

Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en

Sport; voorzitter RvC VDM Dataview Groep

bv; voorzitter Landelijke vereniging tot

behoud van de Waddenzee; voorzitter RvT

Nederland Kennisland; voorzitter RvC Blauw

Research Groep bv; voorzitter bestuur

Stichting Zin in Werk

Prof. drs. P. Bouw (1941) Econoom, voorzitter RvC CSM N.V., lid RvC: NUON N.V.

voormalig president directeur KLM NV. en OCE N.V., voorzitter Bankraad

Nederlandse Bank.

Mr. drs. L.C. Brinkman (1948)* voorzitter Bouwend Nederland. vice-voorzitter Dagelijks en Algemeen

Bestuur VNO/NCW, voorzitter Bestuur

Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, voor-

zitter Vereniging het Nederlandse rode Kruis,

voorzitter RvT Stichting Philadelphia Zorg, lid

RvT Staatsbosbeheer, lid RvC bij DUPont

Nederland N.V., lid RvC bij Philips Morris

Holland N.V., lid RvC bij Fries-Groningse

Hypotheekbank N.V., lid RvC bij Nederlands

Omroepproduktie Bedrijf N.V., lid RvC BMC,

lid RvC Rabo Vastgoed, voorzitter Bestuur

NICTIZ (Nationaal Instituut ICT in de Zorg),

president-commissaris Zuidasonderneming

Amsterdam.

mw. I.E.E. van der Dussen (1944) voorzitter Expertisecentrum Federatie

Christelijk BVE, voorzitter Stichting Vrienden

ziekenhuis De Gelderse Vallei, lid Unesco

werkgroep Onderwijs

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 20: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Naam Functie Nevenfuncties

Mr. drs. F.J. Paas (1966) voorzitter CNV-Vakcentrale lid dagelijks bestuur van de Sociaal

Economische Raad, lid van het dagelijks

bestuur van de Stichting van de Arbeid, lid

van de Bankraad van De Nederlandsche Bank,

voorzitter van de RvC en lid van het

Stichtingsbestuur van het Slotemaker de

Bruïne Instituut (SBI), voorzitter van de

Stichting Draagt Elkanders Lasten, voorzitter

van de Stichting Vakbondsfunctionarissen in

nood, voorzitter van de Stichting CNV

Rechtshulp, lid van het bestuur van de

Stichting Christelijke Pers, lid van het bestuur

van de Stichting Christelijk-Sociaal Congres,

lid van het bestuur van het Verbond van

Katholieke Maatschappelijke Organisaties

(VKMO), lid van de raad van advies Stichting

GAK, lid van de raad van advies Nationaal

Initiatief Lang Leve Leren, lid van de raad van

toezicht van ROC Friese Poort, lid van de raad

van advies van de Nederlandse Vereniging

voor Personeelsmanagement en organisatie-

ontwikkeling (NVP), lid van de raad van

advies van de War Trauma Foundation.

mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen Voormalig lid gemeenteraad RvT ziekenhuis Bethesda Hoogeveen,

(1948)* Hoogeveen, voormalig lid Provinciale lid Raad van Toezicht Stichting Zorgpalet

Staten Drenthe. Hoogeveen, lid Bestuur Cooperatieve

Servicevereniging Olympusflat U.A.

Rotterdam, Rijksbestuurslid Regionaal

Historisch Centrum Drents Archief, lid lande-

lijke Auditcommissie van de VVD en trainer

Haya van Somerenstichting

ir. R. Willems (1945)* president-directeur van lid RvC Gasterra, voorzitter van VNCI, lid van

Shell Nederland BV; het dagelijks bestuur van VNO-NCW, lid van

het Innovatieplatform en voorzitter van de

Taskforce Energietransitie, lid RvC Koninklijke

Joh. Enschedé, lid RvC FMO.

* leden Financiële Commissie

II. Verslag

raad van

toez

icht

17

Page 21: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

18

lustrum 2005 6: lustrum gebouwenloop

lustrum 2005 6: patiëntendag diabetes

Page 22: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

III. Verslag

raad van

bestu

ur

III. Verslag raad van bestuur

Het verslag van de raad van bestuur is gestructureerd volgens het INK model. Dit model is leidend bij de inrichting

van de beleidscyclus alsmede de planning&control cyclus in VUmc. Daarnaast is getracht waar mogelijk te anticiperen

op de structurering volgens het Maatschappelijk Jaardocument van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Sport (VWS). Naar verwachting zal vanaf 2007 de verslaglegging volgens dit model verplicht worden gesteld voor alle

zorginstellingen.

1 Profiel van de organisatie

Algemene Identificatiegegevens

Naam VU medisch centrum (uitgaande van de Vereniging voor christelijk hoger

onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg)

Adres De Boelelaan 1117

Postcode 1081 HV

Plaats Amsterdam

Telefoonnummer (020) 4444444

Identificatienummer NZa 1301-20

Nummer Kamer van Koophandel 40530948 (Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk

onderzoek en patiëntenzorg

E-mailadres [email protected]

Internetpagina www.vumc.nl

Structuur van het concern

VU medisch centrum (VUmc) is naast de Vrije Universiteit (VU) en de hogeschool Windesheim één van de entiteiten

die uitgaan van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs. VUmc is een universitair medisch centrum waarin de

taakstellingen op het gebied van patiëntenzorg, opleiding, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zijn gebundeld

en integraal worden aangestuurd.

De raad van bestuur bestaat uit drie personen, die functioneert als collegiaal bestuur met een onderlinge porte-

feuilleverdeling. Het toezicht berust bij een raad van toezicht, die tevens als toezichthouder fungeert voor VU en

Windesheim.

De organisatie is ingedeeld in zes divisies, stafdiensten en vijf onderzoekinstituten. Divisies zijn bundelingen van

afdelingen met de verantwoordelijkheid voor de sturing van de kernprocessen van VUmc. De stafdiensten opereren

ter ondersteuning van de raad van bestuur en ter facilitering van de divisies. Het organisatieschema is als bijlage aan

het verslag toegevoegd.

VUmc is enig aandeelhouder van Boelevaar Holding BV. Deze BV is op haar beurt houdster van aandelen in verschil-

lende BV’s ten behoeve van kennisexploitatie en private zorgactiviteiten. Deze deelneming is thans gelet op het

geringe belang ervan niet geconsolideerd, maar verantwoord onder financiële vaste activa. De jaarcijfers van de

Stichting Centrum Radio-Isotopen Research zijn wel geconsolideerd.

19

Page 23: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

20 Kerngegevens VUmc

Kerngegevens Aantal/bedrag

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten op 31 december 6.190

Aantal formatieplaatsen (fte) personeelsleden in loondienst exclusief medisch

specialisten op 31 december 4.797

Aantal medische specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) op 31 december 408

Aantal fte medische specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) op 31 december 304

Bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar 465.724

Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 295.443

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 170.281

Hieronder volgen de geconsolideerde kerngegevens van VUmc zoals bedoeld in het format voor het maatschappelijk

verantwoordingsdocument 2006.

Productiegegevens

Productie

Aantal in verslagjaar geopende DBC’s 181.830

Percentage verkeerde-bed-patiënten gemiddeld in verslagjaar 0.8 %

Aantal opnamen exclusief overnamen en dagverpleging in verslagjaar 22.564

Aantal ontslagen patiënten kliniek 22.544

Aantal ontslagen patiënten dagbehandeling 21.629

Totaal aantal polikliniekbezoeken in verslagjaar 315.412

Waarvan aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar 118.327

Aantal dagverplegingsdagen (normaal en zwaar) of deeltijdbehandelingen in verslagjaar 21.627

Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar 159.743III. V

erslag raad

van b

estuur

Page 24: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

21Vergunningen op grond van artikel 2 Wet bijzondere medische verrichtingen op 31 december 2006

Categorie Vergunning Ja/nee

Transplantaties Niertransplantatie Nee

Harttransplantatie Nee

Longtransplantatie Nee

Levertransplantatie Nee

Pancreastransplantatie Nee

Transplantatie van de dunne darm Nee

Haematopoëtische stamceltransplantaties Ja

Transplantatie van de eilandjes van Langerhans Nee

Radiotherapie Ja

Bijzondere neurochirurgie Ja

Hartchirurgie Openhartoperatie (OHO) Ja

Automatic implantable cardiovertor defibrillator (AICD) Ja

Ritmechirurgie Ja

Percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) Ja

Klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering Ja

In vitro fertilisatie (IVF) Ja

Neonatale intensive care unit (NICU) Ja

Aanwijzingen op grond van artikel 8 Wet bijzondere medische verrichtingen op 31 december

Aanwijzing Ja/nee

Pediatrische intensive care unit (PICU) Ja

Hemofiliebehandeling Ja

Traumazorg Ja

Pijnrevalidatie en revalidatietechnologie Ja

HIV-behandelcentra (Humaan immunodeficiëntie virus) Ja

Cochleaire implantaties Ja

Uitnameteams orgaandonatie Nee

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 25: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

22

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Februari 2006 Studenten kiezen voor VUmc

VUmc geneeskunde is erg in trek bij scholieren

die in september 2006 geneeskunde willen gaan

studeren. Dit blijkt uit het sterk gestegen aantal

voorinschrijvingen. Stond VUmc in 2005 met

130 inschrijvingen (5,1%) nog op een gedeelde

laatste plaats, in 2006 hadden zich op 16 januari

al 320 studenten (13,2%) ingeschreven. Hiermee

komt VUmc op een vierde plaats van de acht

geneeskundeopleidingen. Een en ander blijkt het

gevolg te zijn van de totaal vernieuwde genees-

kundeopleiding. Ook de mogelijkheid om deel te

nemen aan de decentrale selectie helpt mee aan

het positieve resultaat.

lustrum 2005 6: patiëntendag bewegen

lustrum 2005 6: roos VUrore voor polikliniek

patiënten

Page 26: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

23

III. Verslag

raad van

bestu

ur

2 Belanghebbenden

Patiënten en verwijzers

VUmc hecht veel waarde aan de regelmatige contacten met (vertegenwoordigers van) patiënten en verwijzers. VUmc

onderhoudt actief contact met de huisartsen in het eigen basisverzorgingsgebied en de medisch specialisten in de

eigen verzorgingsregio (Noord Holland Noord, Kennemerland en Amstel- en Meerlanden). Daarnaast is sprake van

een regelmatig overleg met de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ).

Studenten

De studenten vormen een belangrijke gemeenschap binnen VUmc. Met hun gekozen vertegenwoordigers in de

studentenraad is regelmatig overleg over onderwijs- en studentenaangelegenheden.

Zorgverzekeraars

Regelmatig overleg met de zorgverzekeraars vindt plaats in het kader van het zogenoemde lokaal overleg. Belangrijk

aandachtspunt is het voorbereiden van de jaarlijkse productieafspraken (DBC A-segment) en het volgen van de reali-

satie daarvan. Ten aanzien van het DBC B-segment bestaat contracteervrijheid. VUmc sluit hierover met verschillende

verzekeraars separate contracten.

lustrum 2005 6: TV kok Rudolf van Veen kookt voor patiënten

Page 27: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

24 Toezichthouder

De raad van toezicht houdt toezicht op het functioneren van de instelling en de raad van bestuur op basis van de

statuten van de Vereniging en alle daaruit voortvloeiende relevante interne regelingen en reglementen. In het kader

van de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) werken de UMC’s op basis van de zorgbrede

governanceceode aan een eigen governancecode. Bij de modernisering van de governancestructuur van de

Vereniging is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bepalingen van deze code.

VU-Windesheim

VU-Windesheim en VUmc stemmen hun strategie regelmatig onderling af. Een verdere verbetering van de onderlinge

afstemming is onderdeel van een in 2006 gestart traject dat zich voorts richt op modernisering van de governance-

structuur en de vitalisering van de ledenorganisatie van de Vereniging. Doel is de besluitvorming over de voorstellen

hiertoe medio 2007 tijdens de halfjaarlijkse ledenraad van de Vereniging af te ronden.

Universitair Medische Centra

VUmc is lid van de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU). Binnen de NFU vindt afstemming en coördinatie plaats

tussen de acht UMC’s over UMC overstijgende onderwerpen van gezamenlijk belang. De NFU treedt tevens op als

vertegenwoordiger van de UMC’s in de CAO onderhandelingen met de vakbonden.

Overige samenwerkingspartners

Met vele zorginstellingen onderhoudt VUmc intensieve contacten ten behoeve van de patiëntenzorg. Daarnaast is met

de ziekenhuizen in de regio een netwerk voor onderwijs en opleiding opgezet. Doel is de academische onderwijs- en

opleidingsdoelstellingen gezamenlijk met de partners in de regio te realiseren.

Daarnaast kent VUmc met een aantal categorale instellingen intensief contact, waaronder de GGZ instelling

Buitenamstel Geestgronden en het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA).

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Februari 2006 Peuter krijgt cochleair implantaat

KNO-artsen van VUmc plaatsen bij een jongetje van acht maanden twee ‘binnenoor-implantaten’, het zogenaamde

cochleair implantaat, met als doel hem weer te laten horen. Het is de eerste keer dat deze ingreep in Amsterdam

bij een baby, onder de leeftijd van een jaar, wordt uitgevoerd. Het jongetje had een hersenvliesontsteking opgelo-

pen door de pneumokokken bacterie en bleek na herstel doof te zijn geworden. Op de ingreep volgt een intensief

revalidatieprogramma om het kindje met de implantaten ‘opnieuw’ te leren horen.

Page 28: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

III. Verslag

raad van

bestu

ur

3 Governance

Raad van bestuur

Per 1 maart 2007 is de samenstelling van de raad van bestuur gewijzigd. Prof. dr. E.A. van der Veen, lid en decaan,

ging met emeritaat. Hij is opgevolgd door prof. dr. W.A.B. Stalman.

In het verslagjaar 2006 is de raad van bestuur 42 keer bijeen geweest. Op enkele uitzonderingen na zijn deze verga-

deringen door alle leden bijgewoond. Belangrijke aandachtspunten zijn geweest: de actualisering van het strategisch

meerjarenbeleid, het te voeren financieel beleid en het overleg met instellingen in de regio en zorgverzekeraars. In

de hiernavolgende hoofdstukken leest u daar meer over.

OR

De raad van bestuur heeft maandelijks overleg met de OR. De OR heeft zijn instemming gegeven voor de interne

gedragscode Veilige Zorg. Daarbij is aandacht gevraagd voor de interne communicatie naar medewerkers, een essen-

tiële voorwaarde voor het realiseren van de in de code opgenomen doelstellingen. Verder is onder meer instemming

verleend aan het beleid (On)gewenste omgangsvormen.

In de tweede helft van 2006 is intensief gewerkt aan een actualisatie van het convenant tussen OR en raad van

bestuur. Daarin zijn procesafspraken over de onderlinge communicatie en afstemming vastgelegd. Naar verwachting

zal in 2007 het herijkte convenant van kracht worden.

Over de ingezette organisatieontwikkeling (van cluster- naar divisiestructuur) heeft de OR positief geadviseerd. In het

proces van organisatieontwikkeling heeft de OR nadrukkelijk aandacht gevraagd voor een verdere uitwerking van

onder meer het thema “professional in the lead”, de management ontwikkeling van de divisievoorzitters en de

positionering van het werkplekmanagement. Deze aandachtspunten zijn door de raad van bestuur meegenomen in

de verdere aanpak van het proces van organisatieontwikkeling.

Studentenraad

De studentenraad is de officiële belangenbehartiger van alle medische studenten en voert als zodanig overleg met de

decaan VUmc en de onderwijsdirecteur over onderwijs en studentenbelangen. De raad bestaat uit negen studenten.

De leden worden jaarlijks in mei gekozen via VUmc brede verkiezingen tezamen met de universiteitsbrede verkiezin-

gen. De belangrijkste onderwerpen in 2006 waren: klachten van studenten om onderwijs meer adequaat op te

pakken, begeleiden van terug gezette studenten, professionalisering van de studentenraad en faciliteiten binnen de

medische faculteit verbeteren.

Cliëntenraad

De belangen van de patiënten van alle universitair medische centra (UMC’s) worden behartigd door een landelijk

georganiseerde cliëntenraad, de CRAZ (Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen). De CRAZ is in 1998 ingesteld in het

kader van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ), die iedere zorginstelling verplicht een onaf-

hankelijke cliëntenraad op te richten, om de betrokkenheid van patiënten bij de zorg te waarborgen. De kracht van

de CRAZ is dat zij zich zowel richt op onderwerpen die UMC overstijgend zijn en kenmerkend voor de universitair

medische centra, alsook oog heeft voor concrete zaken die binnen elk afzonderlijk UMC aan de orde zijn. De CRAZ is

gevestigd in Utrecht en telde eind 2006 56 leden, allen afkomstig uit verschillende patiëntenverenigingen.

25

Page 29: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

De voltallige CRAZ houdt vier keer per jaar vergadering, waarbij per vergadering onder andere één UMC wordt

belicht. Van ieder UMC is een lid van de raad van bestuur aanwezig. Ook in 2006 was VUmc bij iedere vergadering

vertegenwoordigd en in december was het de beurt aan VUmc zich te presenteren. VUmc vestigde hierbij de

aandacht op de toenemende ontwikkeling van zorgpaden en op de resultaten die VUmc met de Sneller Beter-

projecten behaalde. Als derde onderwerp werd het ontslagmanagement uitgebreid toegelicht. De CRAZ werd

uitgenodigd feedback over deze onderwerpen te geven.

Op 30 juni 2006 is de CRAZ voor de vierde zittingsperiode geïnstalleerd, waarbij een nieuwe voorzitter en secretaris

zijn aangetreden. In januari 2007 heeft VUmc een kennismakingsbijeenkomst voor de voorzitter georganiseerd met

de raad van bestuur, de zorgmanagers, de voorzitter van de programmagroep kwaliteit en de VUmc-contactpersoon.

Het bleek een geschikte gelegenheid om ideeën over de onderlinge samenwerking uit te wisselen. In december heeft

de CRAZ uit eigen gelederen voor VUmc twee aandachtspersonen benoemd. Deze zullen samen met de VUmc-con-

tactpersoon de samenwerking intensiveren en relevante onderwerpen die specifiek zijn voor VUmc onder de aan-

dacht brengen van de voltallige CRAZ. In december 2006 ontmoetten de aandachtspersonen, de raad van bestuur, de

contactpersoon en de zorgmanagers elkaar.

Stafconvent

De doelstelling van het stafconvent is om als wetenschappelijk personeel een bijdrage te leveren aan het besturen

van VU medisch centrum door het bevorderen van de kwaliteit van het professioneel handelen. Het adviseert de raad

van bestuur, gevraagd en ongevraagd, op het gebied van organisatie, patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en onder-

zoek, met name waar het zaken betreft die de gehele organisatie aangaan.

Het stafconvent heeft een algemeen en een dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit alle afdelingshoof-

den en van elke afdeling een medevertegenwoordiger. Het vergadert maandelijks. Het dagelijks bestuur bestaat uit

13 leden. Eenmaal per jaar organiseert het een minisymposium dat voor iedere medewerker van VU medisch centrum

vrij toegankelijk is. In 2006 stond dit symposium in het teken van het actuele thema ‘Prestatie-indicatoren in de

zorg’. Onder de sprekers bevond zich de heer J. Haeck, Inspecteur voor de Gezondheidszorg, die zijn visie gaf op de

ontwikkeling van de indicatoren in de nabije toekomst. Het symposium werd goed bezocht en na afloop was er een

levendige discussie.

In 2006 kwam het dagelijks bestuur 32 maal bijeen. Los daarvan vergaderde het 12 maal met de raad van bestuur.

Vaste agendapunten waren onder andere organisatieontwikkeling, ZILVER (Zorgvuldig Implementeren en Leren Van

ERvaringen), alliantie met het Slotervaartziekenhuis en de afspraken met de ziektekostenverzekeraars.

Adviezen aan de raad van bestuur zijn uitgebracht over onder andere de rapportage van de programmagroep ZILVER

inzake normering van de inzet van WP-staf (artsen) en NWP kliniek/polikliniek (verpleegkundigen en medisch admini-

stratief medewerkers) in de patiëntenzorg, het voorgenomen besluit van de raad van bestuur over het proces van

organisatieontwikkeling en de herziene gedragslijn voor artsen en verpleegkundigen van VUmc inzake het omgaan

met euthanasie.

Verpleegkundige Adviesraad

Na de eerste opbouwfase in 2005 vormt 2006 het eerste jaar waarin de Verpleegkundig Adviesraad (VAR) volop heeft

kunnen functioneren. Eens per kwartaal voert de raad van bestuur overleg met het dagelijks bestuur van de VAR.

Daarbij staan de adviezen van de VAR aan de raad van bestuur centraal. In het verslagjaar heeft de VAR onder meer

geadviseerd over de geactualiseerde richtlijn omgang met euthanasie en het programma “patiënttevredenheid” en de

rol van de verpleegkundigen binnen dat programma. Daarnaast is aandacht besteed aan organisatorische vraagstuk-

26

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 30: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

27ken zoals de voorgestelde omvorming van clusters tot divisies en de invulling van de efficiencytaakstelling in het

kader van het programma ZILVER.

Het dagelijks bestuur van de VAR heeft ten behoeve van het eigen functioneren een programma voor deskundig-

heidsbevordering opgesteld. Met de raad van bestuur zijn afspraken gemaakt over de structurele financiering van de

activiteiten van de VAR.

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Maart 2006 Patiëntendagen succesvol

In het kader van het eerste lustrum vinden in maart, april en mei zes patiëntendagen plaats binnen VUmc. Het

zijn bijeenkomsten voor patiënten met lezingen, workshops, demonstraties, rondleidingen en voorstellingen

waaraan bekende Nederlanders een bijdrage leveren. Bij elke bijeenkomst staat een andere aandoening centraal:

bewegen, diabetes, hematologie, Alzheimer & MS, hart & vaten en oncologie. Op 11 maart start de cyclus met de

patiëntendag ‘bewegen’. De patiëntendagen blijken een doorslaand succes, waarop na het lustrum een vervolg

komt.

Page 31: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

28

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: open dag

Page 32: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

4 Leiderschap

Leiderschap staat volop in de belangstelling. Er wordt veel over gepubliceerd en bijna elke organisatie is wel bezig

met het ontwikkelen van leiderschap. Ook in VUmc is dit een belangrijk thema. Belangrijk omdat goed leidinggeven

niet gemakkelijk is. Zeker in een organisatie waarin professionals werken moet vaak gezocht worden naar een balans

tussen aan de ene kant de inhoud en aan de andere kant het managen. De leiderschapsstijl die VUmc voorstaat is

dienend leiderschap. Dienend leiderschap is een benadering van leiderschap, nader geconcretiseerd in een aantal

competenties. Kennisnemen van dienend leiderschap is nuttig en nodig, maar er uiteindelijk naar handelen is waar

het om gaat. Sturen op het gewenste gedrag vindt plaats door dit in personeelsinstrumenten in te bedden, bijvoor-

beeld in de competenties voor leidinggevenden en door het inzetten van een 360 graden feedback onderzoek.

In 2006 is geïnvesteerd in leiderschap door alle leidinggevenden een basistraining dienend leiderschap aan te bie-

den. De clusterraad van cluster IV heeft een aangepaste training in dat kader gevolgd die speciaal is opgezet voor

het tweede besturingsniveau. Hiermee is dienend leiderschap op de kaart gezet. In 2007 wordt opnieuw een breed

aanbod aan trainingen georganiseerd. Vanuit de jaargesprekken voor het tweede besturingsniveau is meer ingezet op

individuele coaching waardoor aandacht voor eigen ontwikkeling meer op de voorgrond is komen te staan.

Reputatiemanagement

In 2005 formuleerde VUmc zijn nieuwe missie, visie, kernwaarden en ambities. In de visie van VUmc staat onder

andere: “VUmc wil gezien en erkend worden als een innovatieve kwaliteitsorganisatie met een uitstekende reputatie”.

Om deze missie, visie en ambities waar te maken is in 2006 is het project reputatiemanagement gestart.

Reputatiemanagement is het gestructureerd en systematisch in kaart brengen van en sturen op factoren die bijdragen

aan de reputatie van de organisatie. De reputatie van een organisatie wordt gevormd door de optelsom van de

imago’s (het beeld dat men van een organisatie heeft) bij diverse belanghebbenden. Voor VUmc zijn dat onder

andere patiënten en hun naasten, verwijzers, medewerkers, maar ook zorgverzekeraars en subsidiegevers.

Werken aan reputatie en vertrouwen is gezien de vele ontwikkelingen die zorginstellingen dwingen onderscheidend

te zijn van collega-instellingen (zowel universitair medische centra als algemene ziekenhuizen) noodzakelijk.

Voorbeelden zijn het nieuwe zorgverzekeringsstelsel, de toenemende concurrentie van commerciële zorgaanbieders,

de toegenomen beschikbaarheid van informatie voor patiënten en de daarmee gepaard gaande keuzemogelijkheden

en de voorspelde krapte op de (verpleegkundige) arbeidsmarkt. VUmc werkt (bewust en onbewust) al op allerlei

manieren aan een positieve reputatie: het succes van de in het kader van het lustrum georganiseerde patiëntendagen

in 2006 is daar een bewijs van. Maar ook de keuze om een universitaire huisartsenpraktijk te starten beïnvloedt de

reputatie, net zoals het jaren geleden genomen besluit om als eerste ziekenhuis in Nederland een medisch ethische

commissie in te stellen.

Het bereiken van een onderscheidend vermogen ten opzichte van andere UMC’s en algemene ziekenhuizen past

binnen het strategisch meerjarenbeleid 2005-2010 van VUmc. In dit beleid zijn verschillende ambities geformuleerd

waar een krachtige reputatie aan kan bijdragen. Zo wil VUmc financieel gezond zijn en een aantrekkelijke partner

voor financiers en investeerders. VUmc wil en moet groeien, het aantrekken van gemotiveerde en kundige mede-

werkers is hierin belangrijk. Een goede reputatie als werkgever is onontbeerlijk. Net als bij het bereiken van een

krachtige positie in de regio en het netwerk waarbinnen VUmc opereert. Kortom reputatiemanagement draagt bij aan

het bereiken van de doelen die in het strategisch meerjarenbeleid 2005-2010 zijn opgesteld.

Reputatiemanagement als beleidsinstrument bestaat uit verschillende stappen. Een deel van deze stappen is al door

VUmc genomen, zoals de vaststelling van de identiteit. Om het imago te meten, zijn in 2006 de nodige activiteiten in

gang gezet. Als concrete vervolgstap is in 2006 de corporate story van VUmc beschreven. Op een heldere manier

wordt daarin het unieke karakter van VUmc op een toegankelijke wijze verteld, zodanig dat het tot de verbeelding

29

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 33: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

30

III. Verslag

raad van

bestu

ur

spreekt, gemakkelijk wordt onthouden en bijdraagt aan het onderscheidend vermogen. Binnen VUmc is het een

krachtig middel voor de identificatie, cohesie en gemeenschapszin in de organisatie. De corporate story werd tijdens

de nieuwjaarsreceptie 2007 aan medewerkers gepresenteerd.

Management development (MD) programma

De ambities van VUmc zijn hoog. De ambities van haar medewerkers eveneens. De organisatie en haar medewerkers

in hetzelfde spoor te krijgen is een belangrijke opgave waar VUmc zich voor gesteld ziet. De overgang van clusters

naar divisies moet daarbij behulpzaam zijn, maar is op zichzelf niet voldoende. Het MD-programma biedt een stevige

impuls voor het versterken van managementvaardigheden. Het programma is opgezet vanuit de visie dat het moet

helpen de ambities van medewerkers en de organisatie waar te maken. Daarvoor is belangrijk dat samenwerken en

feedback over geleverde prestaties vanzelfsprekend worden.

Het MD-programma voor het eerste en tweede besturingsniveau is gereed. Het programma is opgedeeld in drie

modules, te weten dienend leiderschap, financieel management en integraal management en leiderschaps-

ontwikkeling. De eerste twee modules zijn in 2006 succesvol van start gegaan, de deelnemers zijn positief over de

inhoud en de opzet, zij geven aan dat zij zich gekend voelen in hun behoeften. De derde module start in 2007. Dan

zullen ook de opbouw van het MD-programma voor het derde besturingsniveau en talent-management verder

uitgewerkt worden.

Assessment hoogleraren

In 2006 is het ontwikkel-assessment voor hoogleraren/afdelingshoofden (kernhoogleraren) ingevoerd. De ervaringen

met het instrument zijn positief, ook is het vervolg na het assessment uitgewerkt. Zoals verwacht is het grote winst-

punt dat voor zowel de betrokkene als diens leidinggevende snel inzichtelijk wordt of verdere ondersteuning gewenst

is en waar deze het meeste effect heeft. Verwijzingen naar onderdelen van het MD-programma hebben nog niet

concreet plaatsgevonden, maar wel is duidelijk hoe dit in de toekomst uitgevoerd kan worden. Maatwerk, met name

in de vorm van coaching, heeft wel plaatsgevonden. De volgende stap is het invoeren van het assessment voor alle

hoogleraren.

Nieuwsflits

Maart 2006 Verbouwing restaurant gestart

VUmc krijgt een compleet nieuw personeelsrestaurant dat zijn gelijke in Nederland niet kent. Eten en drinken

zullen plaatsvinden in een bijzondere omgeving waar medewerkers elke dag kunnen kiezen in welke sfeer ze

willen lunchen. Er komen vijf gedeelten: een lounge, een quick lunch, een meet&eat, een klein restaurant en de

Dutch treat. Gedurende de verbouwing zijn er twee kleine eetvoorzieningen, zowel in het ziekenhuis en in de

polikliniek, met een beperkt assortiment.

Page 34: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

5 Strategie en beleid

In het meerjarenbeleid 2005-2010 heeft VU medisch centrum tien ambities vastgesteld. Deze ambities helpen alle

betrokkenen in VUmc bij het op koers krijgen en houden van de organisatie. Bij de ambities horen strategische

doelstellingen: de vertaalslag naar wat er moet gebeuren om de ambities te realiseren. In de planning & control-

cyclus vertalen divisies en afdelingen van VUmc deze doelstellingen vervolgens naar concrete activiteiten en

meetbare resultaten.

In dit hoofdstuk leggen we verantwoording af over hoe VUmc in 2006 gewerkt heeft aan het realiseren van de

ambities. Het beeld in dit hoofdstuk is globaal en op centrumniveau. Veel doelstellingen komen meer gedetailleerd

aan bod in de overige hoofdstukken van dit jaarverslag.

1. Uitstekende kwaliteitsreputatie

Om deze ambitie te realiseren wordt in VUmc sinds enige jaren programmatisch gewerkt aan het verbeteren van de

kwaliteit. In dit programma werkt VUmc doelbewust aan verschillende thema´s, zoals bijvoorbeeld logistiek, veilig-

heid, waardering door patiënten en verwijzers en het invoeren van zorgpaden. In 2006 heeft VUmc de officiële

deelname aan het landelijke kwaliteitsprogramma Sneller Beter afgesloten, maar intern wordt het programma meer

uitgebreid voortgezet om ervoor te zorgen dat alle thema’s ziekenhuisbreed worden uitgevoerd.

In 2006 maakte de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) de resultaten bekend van het

tweede onderzoek naar patiënttevredenheid onder alle UMC’s. De resultaten van VUmc waren bijzonder goed. Op

19 aspecten scoorde VUmc een best practice (een hogere score dan het gemiddelde van de UMC’s), terwijl dit er in

2004 nog maar drie waren. Voor het ziekenhuis is VUmc met 15 best practices zelfs met afstand koploper onder de

UMC’s.

Om de reputatie van VUmc onder verwijzers te verbeteren, is in 2006 met behulp van focusgroepen een waarderings-

onderzoek onder huisartsen uitgevoerd. De knelpunten die in het onderzoek aan het licht kwamen, zullen in 2007

worden aangepakt.

Om de kwaliteit extern te laten bevestigen, streeft VUmc naar NIAZ-accreditatie in 2009. In 2006 is hiervoor de

ondersteuningsorganisatie ingericht en zijn alle afdelingen geïnformeerd. Ook heeft VUmc een gebruiksvriendelijk en

krachtig systeem voor het beheren van kwaliteitsdocumenten aangeschaft. Tevens heeft VUmc in 2006 een aantal

accreditaties en certificaties voor individuele afdelingen mogen ontvangen (zie hoofdstuk 7, management van proces-

sen).

Met betrekking tot huisvesting zijn conform het lange termijn huisvestingsplan (LTHP) 2005-2014 diverse projecten

opgestart en afgerond. Afgerond zijn onder andere de projecten renovatie hoofdhal, herhuisvesting afdeling maag-,

darm- en leverziekten, realisatie medisch psychiatrische unit, upgrading afdeling in vitro fertilisatie en de tweede

dakopbouw polikliniek. De voornaamste lopende projecten zijn ontwerp nieuwbouw Onderzoek en Diagnostiek,

ontwerp Westflankgebouw, bouw politheek, herhuisvesting inwendige geneeskunde, renovatie HOT-lab, renovatie OK-

complex, hersituering cardiologie, renovatie oostvleugel en renovatie personeelsrestaurant. Daarnaast is in 2006 het

projectbureau huisvesting gevormd, dat per 1 januari 2007 operationeel is.

Binnen het programma informaticabeleid heeft VUmc in 2006 stappen gezet voor de programmatische aanpak van

informatievoorziening op gebieden zoals ICT en patiëntenzorg, elektronische leeromgeving en ICT voor onderzoek.

Alle projecten in het programma zijn naar prioriteit ingedeeld , maar de voortgang is ten dele onvoldoende.

Bij het verbeteren van de kwaliteit is cruciaal hoe leidinggevenden in dit proces staan en hoe zij het aansturen. In

hoofdstuk 4 (Leiderschap) hebben we aangegeven hoe VUmc in 2006 management development heeft ingezet om

het leiderschap te ontwikkelen.

31

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 35: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

32

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Strategische doelstellingen Realisatie

Programma kwaliteitsbeleid ✔

Programma patiëntenlogistiek ✔

Programma netwerkontwikkeling

Programma huisvestingsbeleid ✔

Programma informaticabeleid

Deelname aan Sneller Beter ✔

Verbetering van relatie met verwijzers

Accreditaties ✔

Brede en continue ontwikkeling leiderschap ✔

2. Vijf zwaartepunten met scherpe focus

VUmc kent vijf zwaartepunten van wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg: kanker en afweer, hersenen, vitale

functies, bewegen en extra- en transmuraal. In opdracht van de NFU heeft het Centrum voor Wetenschaps- en

Technologie Studies (CWTS) in 2006 weer een analyse uitgevoerd van de wetenschappelijke output van 1997 tot

2005. VU medisch centrum behoort tot de top 3 van Nederland waar het gaat om de kwaliteit van het wetenschappe-

lijk onderzoek. Uit dit onderzoek blijkt verder dat VUmc minder wetenschappelijke output buiten deze vijf onder-

zoekinstituten heeft gerealiseerd. Dit duidt erop dat VUmc er beter in slaagt om focus aan te brengen in het onder-

zoek.

Voor de koppeling tussen onderzoekslijnen en patiëntenstromen hebben in 2006 verschillende medische afdelingen

expliciete stappen gezet. Zij sturen op de gewenste patiëntenmix, waarbij onderzoekslijnen tot een onderscheidend

criterium behoren die bepalen of een patiëntenstroom wel of niet gewenst is. Bij andere medische afdelingen zijn

criteria veelal ingevuld vanuit opleidingseisen en bedrijfskundige criteria (capaciteitenbeslag, kostenomvang). De hui-

dige patiëntenmix van VUmc lijkt voor onderzoeksdoeleinden een goede te zijn. Eventueel wordt deze aangevuld met

patiëntenpopulaties van buiten VUmc.

Scherpe focus in de zwaartepunten vraagt om de juiste mensen. Het is verleidelijk om alleen te focussen op talent bij

het werven van nieuwe medewerkers, ongeacht welk onderzoek zij doen. Schaarse middelen dwingen echter tot

gerichte keuzes. Past een talentvolle kandidaat binnen een onderzoekslijn van de zwaartepunten, dan pas vindt

benoeming plaats. Ook zittende medewerkers worden op deze zwaartepunten getoetst. Zie voor dit onderdeel ook

hoofdstuk 8, management van processen (onderzoek).

Strategische doelstellingen Realisatie

Verder focussen op onderzoekslijnen ✔

Verder focussen op patiëntenstromen ✔

Gericht benoemingenbeleid ✔

Page 36: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

3. Koploper in patiëntenlogistiek

In het landelijke kwaliteitsprogramma Sneller Beter is het verbeteren van de patiëntenlogistiek een belangrijk onder-

deel. Zo heeft VUmc ook in 2006 aandacht besteed aan de mogelijkheid voor patiënten om binnen maximaal een

week terecht te kunnen bij onze poliklinieken.

Door de ontwikkeling van nieuwe zorgpaden is het procesmanagement een flinke stap vooruit gebracht. Het is ook

duidelijk geworden dat het managen van de beschikbare (vaak schaarse) capaciteiten én het op elkaar afstemmen

van proces- en capaciteitenmanagement nog de nodige aandacht vraagt. Met de start van een project rond acute

zorg is in 2006 met capaciteitenmanagement een begin gemaakt: vraag en aanbod zijn in een nulmeting in kaart

gebracht, zodat de effecten van interventies over een jaar en nog later meetbaar zijn.

Alle afdelingen in de patiëntenzorg hebben in 2006 aandacht besteed aan het formuleren van de gewenste en het

bepalen van de huidige patiëntenmix. Nog niet alle afdelingen hebben dit proces afgerond.

Strategische doelstellingen Realisatie

Deelname aan Sneller Beter ✔

Proces- en capaciteitenmanagement verbeteren ✔

Sturing op patiëntenmix

4. Onderscheidende patiëntencentra

Elk eerder genoemd zwaartepunten van VUmc heeft een patiëntencentrum dat binnen het vakgebied onderscheidend

en gezichtsbepalend is. Het gaat hier om multi-specialistische en multidisciplinaire samenwerkingsverbanden van

verschillende afdelingen, die primair gericht zijn op de patiëntenzorg, maar wel in wisselwerking met de andere kern-

taken van VUmc, onderzoek en onderwijs & opleiding. Binnen het zwaartepunt kanker en afweer heeft het VUmc

Cancer Center Amsterdam (CCA) zich in 2006 nadrukkelijk geprofileerd, o.a. door het in gebruik nemen van een

nieuw onderzoekgebouw. Binnen het zwaartepunt hersenen springen het MS Centrum en het Alzheimer Centrum

eruit, binnen het zwaartepunt vitale functies het diabetescentrum en het traumacentrum. Nieuw in 2006 binnen het

zwaartepunt kanker en afweer is het rheumacentrum: een centrum voor patiënten met de ziekte van Bechterew.

Hiermee zet het aanbrengen van meer focus binnen de zwaartepunten in 2006 door.

Ook heeft VUmc in 2006 zorgpaden voor specifieke patiëntengroepen ontwikkeld. Zorgpaden zorgen ervoor dat de

verscheidene betrokken specialismen en disciplines in het totale behandeltraject van een patiëntengroep voorspel-

baar en optimaal samenwerken. Patiënten krijgen hierdoor kwalitatief juiste zorg op het juiste moment. Sommige

zorgpaden zijn organisatorisch ondergebracht in patiëntencentra.

Strategische doelstellingen Realisatie

Verder focussen binnen zwaartepunten ✔

Ontwikkeling zorgprogramma’s en zorgpaden ✔

33

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 37: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

5. Wervend onderwijscurriculum in de top 3 van Nederland

Het aantal eerste voorkeuren van studenten voor de opleiding geneeskunde aan VUmc is gestegen van 400 in 2005

naar 630 in 2006. Het marktaandeel van VUmc is hierdoor gestegen van 7,7% in 2005 naar 10,7% in 2006. Het wer-

vend vermogen van het curriculum geneeskunde is duidelijk toegenomen en daarmee is een flinke stap gezet in de

richting van de top 3 van Nederland.

De bachelor- en masteropleiding zijn in 2006 beide geaccrediteerd door de Nederlands Vlaamse Accreditatie

Organisatie.

In het kader van de innovatie van de medisch specialistische vervolgopleidingen zijn nieuwe opleidingsplannen voor

kindergeneeskunde en gynaecologie vastgesteld. Met het project IN VIVO is de implementatie van deze nieuwe op-

leidingen gestart.

Ook heeft VUmc, in samenwerking met de regio, in 2006 de professionalisering van de opleidingsteams verder uitge-

bouwd. Voor de docenten van de opleiding geneeskunde houdt de docentprofessionalisering gelijke tred met de

invoering van het nieuwe onderwijsprogramma.

Strategische doelstellingen Realisatie

Nieuw curriculum invoeren voor de opleiding geneeskunde ✔

Verdere professionalisering van docenten ✔

6. Toonaangevend onderzoek

De eerder genoemde CWTS-analyse toonde zoals gezegd aan dat over de jaren 1997-2005 het wetenschappelijk

onderzoek van VUmc in de top drie staat van de acht Nederlandse UMC’s. Op alle zwaartepunten van VUmc, het

extramuraal geneeskundig, het oncologisch, het neurowetenschappelijk en het cardiovasculaire onderzoek, scoorden

de VUmc-wetenschappers hoog. Ook het nieuwste zwaartepunt, het onderzoek naar aandoeningen en functioneren

van het bewegingsapparaat, scoorde goed. In totaal publiceerden de VUmc-onderzoekers tussen 1998 en 2005

7.711 artikelen die 108.743 maal werden geciteerd. De prestatie van de VUmc-wetenschappers is des te opvallender

omdat VUmc in vergelijking met de andere UMC’s een relatief kleine omvang heeft. Dat betekent dat VUmc per

wetenschapper gemeten een topscore heeft behaald.

Daarnaast slaagt VUmc erin om jaarlijks meer subsidiegelden te werven om zo nog meer kwalitatief goed onderzoek

te kunnen verrichten.

Strategische doelstellingen Realisatie

Hoge landelijke scores handhaven ✔

Meer geld werven uit tweede tot en met vierde geldstroom ✔

34

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 38: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

35

III. Verslag

raad van

bestu

ur

7. Innovatieve ICT

In 2006 zijn de elektronische zorgdossiers diabetes en diëtetiek gerealiseerd. Neuro-oncologie is in voorbereiding.

De uitrol van het elektronische verpleegkundige dossier loopt op schema, evenals de implementatie van spraak-

herkenning. VUmc heeft een planningssysteem voor de operatiekamers aanbesteed en gegund, vooronderzoek naar

een nieuw agendasysteem is afgerond en de aanbesteding is gestart. Meer in het algemeen geeft VUmc nog onvol-

doende voorrang aan generieke, VUmc-brede functionaliteit.

Ook de verbetering van de infrastructuur kreeg in 2006 aandacht. De innovatie van het netwerk is aanbesteed en

gegund. Implementatie van het centrale deel van het netwerk is gerealiseerd, het decentrale deel start begin 2007.

De mail- en agendaomgeving is geheel gemoderniseerd. Voor het beheer van ons inter- en intranet is een content-

managementsysteem gekocht en uitgerold. Er zijn plannen voor de vernieuwing van de omgeving voor het verzamelen

en rapporteren van managementinformatie, maar de uitvoering is nog niet georganiseerd.

Strategische doelstellingen Realisatie

Ontwikkeling van elektronische statusvoering en correspondentie, ondersteuning

van planning, workflow en beslissingen

Bouwen aan hoogwaardige infrastructuur, management- en kwaliteitsinformatie

Nieuwsflits

Januari 2006Dialyseafdeling gecertificeerd

De medewerkers van de dialyseafdeling krijgen een positief antwoord op hun verzoek om een HKZ-certificering.

Het certificaat van de stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector geeft aan, dat de afdeling

werkt volgens de gezamenlijke normen van de beroepsgroep en het HKZ en dat de structuur van de organisatie

van de afdeling goed is. Ruim twee jaar geleden besloot de afdeling dialyse serieus werk te maken van een

kwaliteitsmanagementsysteem. Het is een van de vele afdelingen die dit jaar worden gecertificeerd.

Page 39: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

8. Krachtige positie in regio en netwerk

Vanwege gewijzigde inzichten bij het Slotervaartziekenhuis, is de alliantievorming met VUmc in 2006 niet tot stand

gekomen. In 2006 zijn belangrijke stappen gezet voor de samenwerking tussen het Revalidatiecentrum Amsterdam

(RCA) en VUmc. In een gezamenlijke stuurgroep is overeenstemming bereikt over concernvorming. De raad van

toezicht van RCA heeft zich inmiddels positief uitgelaten over de plannen. Behandeling in de raad van toezicht VUmc

zal naar verwachting in juni 2007 plaatsvinden. In 2006 is de Verklaring bouw door partijen voorbereid. In 2012 zal

de gezamenlijke nieuwbouw op VUmc terrein naar verwachting gereed zijn.

Daarnaast vond in het verslagjaar bestuurlijk overleg plaats met Stichting Buitenamstel Geestgronden (SBG), waarin

VUmc en SBG nagaan of zij hun activiteiten op het terrein van GGZ en psychiatrie kunnen onderbrengen in een

nieuwe divisie GGZ.

Naast de reguliere overleggen in OZON-verband (Onderwijs & opleiding, Zorg en Onderzoek-netwerk Noord-West-

Noord Holland) en de introductie van teach the teacher-cursus voor OZON heeft nog geen verdere intensivering van

de samenwerking plaatsgevonden.

In het kader van de ontwikkeling van extramurale netwerken is in 2006 het Universitair Netwerk Ouderenzorg

gestart. Een samenwerkingsverband tussen de afdeling verpleeghuisgeneeskunde van VUmc en 19 verpleeghuizen.

Doel is om door middel van onderzoek de verpleeghuiszorg op een hoger plan te brengen.

Strategische doelstellingen Realisatie

Het marktaandeel vergroten door onder andere een alliantie met het

Slotervaartziekenhuis

Concernvorming met het Spaarne Ziekenhuis

Concernvorming met het RCA ✔

Intensievere samenwerking binnen het OZON-netwerk

Extramurale netwerken ontwikkelen en uitbouwen ✔

36

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

April 2006 Hoog technologisch draagmoederschap in VUmc van start

VU medisch centrum start een centrum voor hoogtechnologisch draagmoederschap (HTDM). Dit is een behandeling

waarbij door middel van in vitro fertilisatie (IVF) embryo’s worden gecreëerd uit zowel eicellen als zaadcellen van

de wensouders. Deze embryo’s worden geplaatst (één per keer) in de baarmoeder van de draagmoeder. Het kind

dat op deze manier ontstaat, is 100% genetisch verwant aan beide wensouders. De erfelijke eigenschappen van

de draagmoeder worden niet aan het kind doorgegeven. Alvorens voor HDTM in aanmerking te komen, worden

de wens- en de draagouders uitgebreid (psychologisch) gescreend.

Page 40: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

9. Aansprekende werkgever

Initiatieven op het gebied van arbeidsmarktbenadering, competentiemanagement, loopbaanadvies, opleiding en ontwik-

keling hebben bijgedragen aan een eigentijds HRM-beleid. Medewerkers kunnen zelf het heft in handen nemen, maar

worden ook op diverse manieren uitgenodigd hun eigen groei en ontwikkeling te bevorderen. Hoofdstuk 6 over

management van medewerkers gaat hier uitvoeriger op in. In dit hoofdstuk ook aandacht voor het medewerkerstevre-

denheidsonderzoek dat in 2006 is gehouden. Op alle fronten is de tevredenheid van medewerkers t.o.v. 2001 gestegen.

VUmc heeft veel aandacht besteed aan de verdere reductie van het ziekteverzuim. De samenwerking met de ARBO-

en milieudienst is verbeterd, procedures zijn aangepast. De benadering is succesvol, want de periode 2003-2006 laat

een daling met 25% zien. Eind 2006 bedroeg het ziekteverzuim 4,98% (exclusief zwangerschap, inclusief verzuim

langer dan één jaar).

2006 was het laatste jaar van het Arboplusconvenant. Dit werd in 2003 door de raad van bestuur in NFU-verband

getekend om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te verbeteren. Sindsdien zijn er verschillende preventie-

programma’s gestart om de risico’s van psychische en fysieke belasting te verminderen. In 2006 zijn afspraken

gemaakt om de projectmatige aanpak van de speerpunten uit het Arboplusconvenant onder te brengen in het regu-

liere beleid.

Eind juni 2006 hebben inspecteurs van de Arbeidsinspectie in VUmc gecontroleerd welke maatregelen getroffen zijn

om de risico’s te verminderen rond psychische (agressie en geweld) en fysieke belasting (lage rugklachten) en het

werken met inhalatieanesthetica en cytostatica. VUmc heeft deze aandachtsgebieden goed geregeld.

Strategische doelstellingen Realisatie

Het voeren van een stimulerend HRM-beleid ✔

Het voeren van een aansprekend milieu- en ARBO-beleid ✔

37

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

April 2006 Einde aan alliantiebesprekingen met SLZ

Het Slotervaartziekenhuis beëindigt de alliantiebesprekingen met VU medisch centrum, om samen met een

private investeerder, als commercieel ziekenhuis verder te gaan. Hiermee komt een einde aan een jaar van

intensieve gesprekken tussen bestuurders en medewerkers van beide organisaties. Het doel, het terugdringen

van de capaciteitsproblemen in Amsterdam-West, is hiermee in gevaar gekomen. Uiteindelijk wordt Meromi

Holding BV de nieuwe partner van het SLZ.

Page 41: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

10. Financieel gezond

In 2006 heeft VUmc verschillende activiteiten ondernomen om de ambitie ‘financieel gezond’ blijvend te realiseren.

Er was sprake van een stabiele voortzetting van de (productie)groei onder gelijktijdige kostenbeperking. Een substan-

tiële productiviteitsverhoging is hiervan het gevolg. Dit leidt tot een sterk verbeterd financieel resultaat en meerjaren-

perspectief.

De intredende marktwerking zorgt voor aanvullende eisen ten aanzien van de hoogte van het eigen vermogen. VUmc

heeft de eis gesteld van minimaal 8% van het budget patiëntenzorg te bereiken in de periode 2008 tot en met 2010.

De bezuinigingen die VUmc in 2005 in het kader van Gerichte groei inzette, zijn in 2006 verder gerealiseerd en

uitgebouwd. Gericht groeien uit zich ook in duidelijke keuzes over waarin wel en waarin niet wordt geïnvesteerd. Een

kosten-batenanalyse aan de hand van de zogenoemde ‘groeibriljant’ maakt nu standaard onderdeel uit van dat

keuzeproces. Hierbij worden niet alleen naar financiële winst gekeken, maar bijvoorbeeld ook naar proces-, service-

of gezondheidswinst.

De extra bezuinigingstaakstelling die met ingang van 2006 zou gaan plaatsvinden is gedeeltelijk verschoven naar

2007. De middelen en de instrumenten voor efficiëntere bedrijfsvoering zijn in 2006 ontwikkeld, maar zullen effectief

in 2007 ingezet gaan worden. De verschuiving heeft tot gevolg gehad dat de geplande dotatie aan het revolving

fund, het geld bestemd voor ICT en de begrote groei van het eigen vermogen, niet geheel gerealiseerd kon worden.

Strategische doelstellingen Realisatie

Het verzilveren van de efficiencywinst

Realiseren van gerichte bezuinigingen ✔

Vormen van een voldoende reserve

38

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: patiëntendag diabetes

Page 42: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

6 Management van medewerkers

Human Resource Management (HRM) is gericht op het in balans brengen van organisatie- en medewerkerbehoeften,

een doelstelling die aansluit bij de ambitie om een aansprekende werkgever te zijn. Naarmate beide beter op elkaar

zijn afgestemd presteren medewerkers beter en dragen op die manier bij aan het verwezenlijken van de ambities.

Belangrijk doel van het HRM meerjarenbeleid 2005–2010 is het bijdragen aan goed leiderschap voor leidinggevenden

en goed medewerkerschap voor medewerkers. HRM-beleid ondersteunt leidinggevenden en medewerkers hierbij met

voorzieningen zoals loopbaanadvies, management development, opleiding en coaching.

HRM-beleid is gericht op een optimale inzet en inzetbaarheid van medewerkers. Om dit te bereiken is in 2006 verder

gewerkt aan de verbetering van de betrokkenheid, motivatie, competenties en gezondheid van medewerkers. Ook de

verbetering van de monitoring van het personeel als geheel (social control) was een belangrijk item.

Betrokkenheid

VUmc wil een aansprekende werkgever zijn waar medewerkers zich mee kunnen en willen identificeren. Een open en

eerlijke communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers en medewerkers onderling wordt onder meer bewerk-

stelligd door werkoverleg, jaar- en beoordelingsgesprekken en met behulp van input uit medewerkerstevredenheids-

onderzoeken.

Jaargesprekken

Op een groot aantal afdelingen is in 2006 extra aandacht gegeven aan het voeren van jaargesprekken. Er is zowel

gekeken naar de kwaliteit van de gesprekken als naar de kwantiteit. Doel van het jaargesprek is om met iedere

medewerker ieder jaar een gesprek te houden waarin stil wordt gestaan bij de prestaties van het afgelopen jaar en

afspraken worden gemaakt over te behalen prestaties en persoonlijke ontwikkeling, loopbaan en scholing. Door op

een goede manier met de medewerker in gesprek te gaan wordt een positieve bijdrage geleverd aan het functioneren

van de medewerker. Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek (zie verder) is gebleken dat in 2006 67% van de

ondervraagde medewerkers met hun leidinggevende een jaargesprek heeft gevoerd. De medewerkers zijn over alle

onderwerpen binnen dit aandachtsgebied tevreden, ook over wijze waarop het functioneren wordt besproken. De

sfeer tijdens het jaargesprek, het nakomen van eerder gemaakte afspraken, de aandacht voor loopbaanmogelijk-

heden en het bespreken van belangrijke zaken werden in 2006 significant hoger gewaardeerd dan in 2001.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Eind 2006 is het medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) afgenomen. De resultaten daarvan worden verder

besproken in hoofdstuk 10. In 2001 is voor het laatst zo’n onderzoek gedaan. Vanaf 2006 zal dit tweejaarlijks gaan

plaatsvinden. Naast een MTO op organisatieniveau is ook een onderzoek op divisie- en/of afdelingsniveau voorbe-

reid. Hiermee kan gerichter naar de mening van medewerkers worden gevraagd, om daarmee ook op afdelingsniveau

verbeteracties tot stand te brengen.

39

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 43: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

40

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: medewerkersfeest

lustrum 2005 6: VUmc gebouwenloop

Page 44: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Motivatie

Zelfstandige en gemotiveerde medewerkers dragen de organisatie. Begeleiding, opleiding, een veilige, aangename en

professionele werkomgeving en feedback op het functioneren zijn elementen om die zelfstandigheid en gemotiveerd-

heid bij medewerkers te bevorderen.

Feedback

Medewerkers en leidinggevenden zijn gebaat bij een open cultuur waarin feedback geven op elkaars functioneren

gewoon is. Op deze manier ontstaat er ruimte om te leren en te groeien. Er is in het verslagjaar een start gemaakt

met het experimenteren met een 360 graden feedback instrument op een aantal afdelingen waar men werkt met

competenties. De ervaringen zijn positief. Het is de bedoeling om een dergelijk instrument organisatiebreed te

implementeren als hulpmiddel bij het organiseren van feedback.

Arbeidsmarktcommunicatie

VUmc wil de persoonlijke, warme uitstraling die medewerkers doorgaans binnen de organisatie ervaren, ook naar de

arbeidsmarkt uitstralen. In een krapper wordende arbeidsmarkt wordt het cruciaal om de goede mensen aan de

organisatie te binden. Om die reden is gekozen voor een nieuwe arbeidsmarktcampagne. De kerntaken van VUmc

worden met beelden uitgedrukt, waarin tevens de kernwaarden betrokken, zorgvuldig en ambitieus zijn geïntegreerd.

In elk beeld staat de patiënt en in een geval de student centraal. De centrale boodschap is: samenwerken aan beter

maken en beter worden. Daarnaast is de werving via internet verbeterd door aanpassing van de website en de moge-

lijkheid om online te solliciteren.

Kwaliteitssysteem

In het jaar 2006 is een start gemaakt met de zogenoemde NIAZ-accreditatie. Dat betekent dat VUmc zich gecommit-

teerd heeft om werkwijzen en procedures conform landelijke NIAZ-normen uit te voeren en te verbeteren. Er zijn

instellingsbrede normen vastgesteld en ook speciale normen voor diensten en afdelingen. Er zijn actieplannen opge-

steld om alle normen te behalen. In 2006 zijn de eerste stappen hiervoor gezet. Dit alles heeft als doelstelling om de

medewerker kwaliteitsbewust te maken waardoor uiteindelijk de kwaliteit van zijn dienstverlening wordt verbeterd.

Competenties

Met de juiste kennis, vaardigheden en gedrag kunnen de medewerkers tot de beste prestaties en resultaten komen.

Werken met gedragscompetenties

Voor alle medewerkers gelden de VUmc kerncompetenties resultaatgericht en klantgericht. Het is de bedoeling dat

op iedere werkplek in 2010 aanvullende competenties zijn vastgesteld die ondersteunend zijn aan de ontwikkelings-

richting en ambities van de afdeling. In 2006 zijn de eerste ervaringen met het werken met competenties op verschil-

lende afdelingen geëvalueerd. Competenties zijn een hulpmiddel om te bepalen wat effectief werkgedrag is. Een

functiebeschrijving zegt het nodige over wat van iemand verwacht wordt, competenties vullen dat aan met hoe

iemand dat moet doen. Telkens blijkt het een grote sprong te zijn om het van de tekentafel te krijgen. En hoe kan

ervoor worden gezorgd dat ook na verloop van tijd helder blijft waarom er voor gekozen is. Het blijkt dat naast

competenties een regelmatig gesprek met de leidinggevende en gerichte feedback uit de directe omgeving van

collega’s, belangrijke manieren zijn om zinvol met competenties aan de slag te gaan. Als aan deze voorwaarden

(nog) niet kan worden voldaan, is het werken met competenties af te raden. Een afdeling waar onvoldoende

gecommuniceerd wordt voldoet niet aan de basisvoorwaarden voor competentiegericht werken.

In 2006 is van start gegaan met het beschrijven van aan de functie gerelateerde competenties. Dat is gedaan voor de

vijftig meest voorkomende functies in huis, om een zo groot mogelijk bereik te hebben en in veel gevallen zieken-

huisbreed vast te stellen om welke competenties het zou moeten gaan.

41

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 45: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Loonbaanontwikkeling

Aandacht voor loopbaanontwikkeling is een belangrijk thema uit het meerjarenbeleid. De medewerker zelf is in

belangrijke mate verantwoordelijk voor zijn werk en zijn loopbaan maar de medewerker en zijn leidinggevende

kunnen zich ook beiden hierbij laten ondersteunen door het loopbaancentrum.

Het loopbaancentrum heeft een start gemaakt met de opzet van een re-integratieservice om leidinggevenden, P&O

adviseurs en re-integrerende werknemers te ondersteunen bij het uitvoeren van het re-integratiebeleid in de vorm

van trajectbegeleiding, matching op vacatures en advisering. Eén van de tien ambities van VUmc is een aansprekende

werkgever zijn om goede medewerkers te behouden voor de organisatie. Door het stimuleren van (interne) mobiliteit

en het bieden van carrièreperspectieven wordt goed werkgeverschap ingevuld en dit draagt bij aan de arbeidssatis-

factie en vitaliteit van medewerkers.

Functiewaardering volgens Fuwavaz

Het project Invoering Fuwavaz (Functiewaardering Vereniging Academische Ziekenhuizen) was eind 2005 afgerond.

Tot eind 2006 zijn de losse eindjes en de behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures afgehandeld. In 2006 is

dit project geëvalueerd. Eén van de constateringen is dat VUmc na Fuwavaz een ‘gemengd’ functie-gebouw heeft.

Enerzijds zijn op grote groepen medewerkers normfuncties van toepassing verklaard, bijvoorbeeld op analisten,

verpleegkundigen of wetenschappelijk onderzoekers / docenten. Dit heeft daar tot een forse reductie van het aantal

functies geleid.

Anderzijds gelden voor andere groepen medewerkers nog steeds unieke functiebeschrijvingen. De raad van bestuur

heeft uitgesproken ook bij die laatste groep naar functiereductie te streven. Om dat proces te bevorderen zijn de

afspraken en het beleid met betrekking tot het proces van functiebeschrijving en waardering aangescherpt. In 2006

is al op de helft van de aangeboden nieuwe of gewijzigde functies een normfunctie van toepassing verklaard.

Uiteindelijk moet ongeveer driekwart van de medewerkers over enkele jaren onder een normfunctie vallen.

Opleiden

Op verschillende plekken in VUmc wordt opgeleid. Zo biedt de Amstel Academie een heel scala aan verschillende

bedrijfs- en beroepsgerichte opleidingen en cursussen zoals diverse verpleegkundige vervolgopleidingen. Het open

aanbod van de Amstel academie dat gefinancierd wordt uit het HRM budget is nu volledig afgestemd op het HRM

meerjarenbeleid.

Zowel de Amstel Academie als ROC ASA heeft vorig jaar (vanaf september 2006) voor de verpleegkundige vervolg-

opleidingen, paramedische opleidingen en MBO-verpleegkunde een omslag gemaakt naar het competentiegericht

opleiden. Bij de competentiebenadering wordt uitgegaan van de talenten en interesses van de studenten of cursisten.

Dit heeft consequenties voor de vorm, inhoud en toetsing in het beroepsonderwijs. Leren in en van de praktijk en

zelf sturing geven aan je eigen opleiding zijn daarbij uitgangspunt.

Praktijkopleiding

Jaarlijks worden zo’n 25 studenten aangenomen voor de opleiding tot verpleegkunde op niveau 4 en 5. In een tijd

met veel aandacht voor kwaliteitszorg en -verbetering vond de afdeling praktijkopleiding verpleegkunde het wenselijk

om het werving- en selectieproces in 2006 door te lichten. Een aantal facetten van dit proces waren voor verbetering

vatbaar, zoals de informatievoorziening, het administratief proces en de selectiegesprekken. Resultaat is een profes-

sionelere en efficiënte vorm van selectie voor studenten verpleegkunde.

Initiële verpleegkundige opleidingen zijn in 2006 opnieuw mede gefinancierd met subsidiegelden van de ministeries

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). Het totaal bedrag van

deze door SoFoKles beheerde en voor 2006 toegekende gelden bedroeg € 250.000. In 2005 was dat nog € 1,08 mil-

joen.

42

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 46: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Gezondheid

De aandacht voor verzuimpreventie en de bereidheid om hier via scholing in te investeren is toegenomen. Het

Arboplusconvenant waarin op landelijk niveau voor de universitaire medische centra afspraken zijn gemaakt over

maatregelen om verzuim zo veel mogelijk te voorkomen, sloot goed aan bij het in VUmc ingezette gezondheids-

beleid. Het ambitieniveau van dit convenant alsook van het gezondheidsbeleid in VUmc lag hoog maar de meeste van

de daarin geformuleerde doelstellingen zijn gehaald. Talrijke preventieprogramma’s gericht op het reduceren van

fysieke en psychische belasting zijn (verder) ontwikkeld en ingezet, re-integratiekaders zijn opgesteld en op veel

fronten is aan deskundigheidsbevordering gedaan om gezond en veilig werken nu en in de toekomst zoveel mogelijk

te garanderen. Dit alles heeft mede geresulteerd in een aanzienlijke daling van het verzuim. Meer hierover in hoofd-

stuk 10.

In 2006 is de gedragscode Veilige Zorg (beleid ten aanzien van ongewenst gedrag door patiënten/bezoekers) en het

beleid (on)Gewenste Omgangsvormen vastgesteld. In de notitie (on)Gewenste Omgangsvormen zijn de klachten-

regeling seksuele intimidatie en de regeling individueel klachtrecht samengevoegd tot één klachtenregeling

ongewenste omgangsvormen. In 2007 zal een start gemaakt worden met de implementatie van beide regelingen.

Sinds eind 2005 zijn de bedrijfsmaatschappelijk werkers benoemd als vertrouwenspersonen.

Vanuit de signalerende rol van het bedrijfsmaatschappelijk werk heeft zij een aantal afdeling- en teamtrajecten

kunnen starten ter voorkoming van stressklachten en het verbeteren van de communicatie. De twee stressmanage-

menttrainingen voor medewerkers, Ret-jezelf en Vermoeide Talenten geven de deelnemers de mogelijkheid om

vaardigheden op te doen om stress beter te kunnen hanteren. Voor de leidinggevenden zijn er zeven workshops

gegeven met als thema: vroege herkenning van werkstress. Zowel de trainingen voor medewerkers als de workshops

voor leidinggevenden blijken goed aan te sluiten bij de leerwensen van de deelnemers.

Het programma ‘Collegiale Opvang na ingrijpende/schokkende gebeurtenissen’ is in 2006 gestart. Op ruim 50 afde-

lingen zijn meer dan 100 collegiale opvangers getraind.

43

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: medewerkersfeest

Page 47: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Monitoring medewerkers

Met de focus op ‘Sturen op HRM-kengetallen’ wordt een bijdrage geleverd aan meer resultaatgericht werken. In het

afgelopen jaar is op de website van de dienst personeel en organisatie een HRM-dashboard ontwikkeld waarmee

leidinggevenden, beleidsadviseurs en P&O-adviseurs eenvoudig toegang kunnen krijgen tot de kengetallen op het

gebied van personeel. Zij kunnen hiermee specifiek op hun eigen organisatieonderdeel rapporteren over de ontwikke-

lingen op personeelsgebied. Gegevens over het personeelsbestand hoofdelijk en in formatieplaatsen (fte), de in- en

uitstroom, de gemiddelde leeftijden, de loonkosten en verzuimgegevens staan hierin.

De dienst personeel en organisatie heeft in de kwartaalrapportages (die worden uitgegeven door de dienst bedrijfs-

economie inkoop en zorgadministratie) ook in 2006 weer uitgebreid op organisatieniveau gerapporteerd over

personeelsontwikkelingen zodat door het management hierop kan worden gestuurd.

44

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: medewerkersfeest

Page 48: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

7 Management van middelen

Financieel beleid

De focus voor 2006 heeft gelegen op het principe ‘going concern’. Zo ook wat het financiële beleid betreft. Centraal

hierin staat de ambitie ‘Financieel gezond’, te weten een sluitende exploitatie en een financieel meerjarenperspectief

leidend naar een verbetering van de reservepositie.

De in voorgaande jaren in gang gezette (efficiency)maatregelen zijn ook in 2006 voortgezet. Concreet komt het erop

neer dat de zorgprocessen, zorgcapaciteit, het personeel, de inkoop / logistiek / overige middelen en de ICT zijn

doorgelicht met als doel de (financiële én niet financiële) middelen efficiënter in te zetten.

De maatregelen hebben tot goede resultaten geleid. De productie is toegenomen en middelen zijn efficiënter ingezet

waardoor het jaar 2006 afgesloten kan worden met een positief resultaat. De voorgenomen extra bezuigingstaakstel-

ling als gevolg van een externe budgetkorting van 2,5 mln. euro kon daarom worden doorgeschoven naar 2007. Er is

een sluitende begroting voor 2007 gepresenteerd en er is een positief financieel meerjarenperspectief ontstaan.

45

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: open dag

Page 49: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Afspraken met verzekeraars

Door de zorgverzekeraars is voor 2006 een groei van 10% (in geld) geaccordeerd ten opzichte van de productie-

afspraak 2005. Deze groei is ook in ruime mate gerealiseerd.

Het betrof:

Afspraak reguliere productie: groei met name bij de specialismen

• maag-, darm- en leverziekten

• urologie

• oncologie

• verloskunde en gynaecologie

Afspraak bijzondere productie: groei met name bij de volgende activiteiten

• ICD’s

• picu/nicu

• klinische genetica

• tele/brachytherapie

Projectfinanciering via lokale toeslag voor onder andere de volgende onderwerpen:

• laporoscopische chirurgie heelkunde/urologie

• starten observatorium

• obesitas poli voor kinderen 2 tot 8 jaar

• procesherinrichting neuro-oncologie en MS

• patiëntvoorlichting over geneesmiddelen

• Bijdrage in dure prothesen en implantaten, epilepsiechirurgie en hoogtechnologisch

draagmoederschap

• Bijdrage in kosten dure geneesmiddelen

Inkooplogistiek en Financieel systeem (LIFT)

In maart 2006 is het ERP-systeem e-Business Suite van Oracle in gebruik genomen. Dit moderne systeemdeel voor

inkooplogistiek en financiën vervangt verouderde ZIS systeemdelen. Naast de vervanging zijn zowel de inkooplogistieke

als financiële processen heringericht. Doel hierbij is een optimale ondersteuning van de bedrijfsprocessen. Met een

decentrale frontoffice, (de)centrale invoer, decentraal beheer én een centrale backoffice-functie voor consolidatie,

centrumbreed beheer en de communicatie met de externe omgeving verwacht VUmc deze optimalisatieslag te bereiken.

Eind december was de implementatie van de basisfunctionaliteit voor het overgrote deel gereed. De rest van de

basisimplementatie waaronder de ingebruikname van de budgetteringsmodule, is doorgeschoven naar 2007.

Door de nodige aanloopproblemen heeft het systeem niet meteen bijgedragen aan de verbetering van de ondersteu-

ning van de bedrijfsprocessen, zijnde efficiencyvoordelen en verbetering van rapportages en informatievoorziening.

De centrale en decentrale gebruikers voegen zich langzaam maar zeker naar de nieuwe werkwijzen.

46

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 50: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Zorgverzekeringswet

Door de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet is er sprake van een verhoging van de administratieve lasten.

De problemen spitsen zich toe op de zogenoemde oranje en rode DBC’s; DBC’s waar een machtiging voor nodig is of

DBC’s die worden geweigerd.

De verwachting dat het debiteurenrisico zou toenemen als gevolg van de invoering van de nieuwe zorgverzekerings-

wet blijkt mee te vallen.

DBC-traject

VUmc vervult landelijk een voortrekkers- en voorbeeldrol in de implementatie van alle noodzakelijke organisatorische

en administratieve maatregelen ter voorbereiding op de volledige implementatie van de DBC financieringssystematiek.

Sinds de introductie worden DBC’s binnen VUmc afgeleid uit de basisregistratie en niet zoals in andere medische

centra extra geregistreerd. De afleiding van de DBC’s krijgt nu navolging in het landelijke DBC doorontwikkelings-

traject.

Het softwarepakket “DBCinfo” van iSoft is binnen VUmc geïmplementeerd. Dit pakket moet in de nabije toekomst

aansluiten op de informatiebehoefte over DBC’s. Hierbij moet met name gedacht worden aan inzicht in aantallen,

soort en waardering van geopende DBC’s, gesloten DBC’s en in de onderhanden werk positie. In toenemende mate is

deze informatie van belang om een adequate planning & control cyclus binnen het VUmc te realiseren.

Er is ook een pilot gestart waarbij gekeken wordt of er binnen de bedrijfsvoering van VUmc mogelijkheden zijn om te

sturen op basis van DBC’s en in hoeverre de interne informatievoorziening en het intern financieel beleid moet

worden aangepast.

Daarnaast zijn er intern registratiewijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen hadden met name te maken met de

duur van een dialyse DBC. Ten behoeve van deze wijzigingen is zowel een nieuwe validatietabel als een nieuwe eind-

klassetabel geïmplementeerd. De eindklassetabel was noodzakelijk voor de lekenomschrijving op de DBC nota’s.

Voor wat de kostprijsberekeningen van de DBC’s betreft zijn deze in 2006 geactualiseerd. Zoals bekend worden de

kosten van een DBC berekend op basis van een kostprijs van de verrichtingen gecombineerd met het zorgprofiel.

Voor de berekening van de kostprijzen wordt in 2007 een verbeterde versie van het softwarepakket ‘Costcontrol’

gebruikt.

Toekomst energievoorziening

In vervolg op de notitie toekomstige energievoorziening VU/VUmc en met het oog op recente bouwontwikkelingen

wordt besluitvorming voorbereid om de continuïteit en betrouwbaarheid van de energievoorziening voor de komende

tien tot twintig jaar te waarborgen. Vraagstuk daarbij is op welke wijze de locatie van de nieuwe energiecentrale in

het masterplan VU/VUmc kan worden ingebed.

Nieuwbouw

Aan de westflank van VUmc worden voorbereidingen getroffen om te komen tot nieuwbouw voor de Stichting

Buitenamstel Geestgronden, de spoedeisende hulp en het gastenverblijf. De verschillende initiatieven worden in

samenhang ontwikkeld. Najaar 2006 heeft SEIN (Stichting Epilepsie Instellingen Nederland) zich teruggetrokken uit

het nieuwbouwproject.

47

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 51: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Eind 2007 wordt het definitief ontwerp van het

gebouw afgerond en wordt aansluitend de aanvraag

vergunning ingediend bij het College bouw zieken-

huisvoorzieningen.

De dakopbouw B op de polikliniek is in juni 2006

opgeleverd. Dit gebouw dient als vervangende huis-

vesting om verschuivingen in ruimte op te vangen en

als gevolg van de toekomstige sloop van een aantal

gebouwen aan de westflank.

Ten oosten van de polikliniek zal nieuwbouw worden

gerealiseerd voor de onderzoek en diagnostiek labora-

toria van VU medisch centrum (= inclusief laboratoria

uit de prekliniek). Het betreft grotendeels nieuwbouw

voor vrijwel alle laboratoria van het ziekenhuis en

deels een uitbreiding. In deze nieuwbouw wordt ook

de afdeling pathologie opgenomen.

In 2007 wordt gestart met het ontwerpproces: voor-

lopig ontwerp en definitief ontwerp zullen hun beslag

krijgen in 2007.

Begin 2006 zijn de bestedingsgerede stukken voor de

bouw van Kinderstad op de B-vleugel uitgewerkt met

aansluitend de aanbesteding van de nieuwbouw. De

uitvoering van de bouw van Kinderstad is gestart in

augustus 2006, ingebruikname van Kinderstad staat

gepland voor september 2007.

De voorbereidingen voor het onderzoek naar de

mogelijkheden tot huisvesting van het Revalidatie

Centrum Amsterdam (RCA) op het terrein van VUmc

zijn in 2005 gestart. Dit heeft er toe geleid dat de

aanvraag verklaring voor nieuwbouw van het RCA op

VUmc terrein op 1 december 2006 is ingediend bij het

ministerie van VWS. In de nieuwbouw worden tevens

de afdelingen revalidatie, ergotherapie en fysio-

therapie van VUmc en het onderzoeksinstituut MOVE

opgenomen. In 2007 wordt het programma van eisen

vastgelegd en vindt de Europese aanbesteding van de

architecten werkzaamheden plaats.

48

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Mei 2006 Medewerkersfeest druk bezocht

Zo’n 3.000 medewerkers gingen helemaal ‘los’ tij-

dens de medewerkersfeesten op 18 en 19 mei in

de Westergasfabriek. Yes-R, de Corona’s, maar

vooral de VUmc huisband DOCTORDOCTOR zor-

gen voor een geweldige sfeer. De afsluitende DJ

met danseressen en vuurwerkact bracht de

beloofde spetterende afsluiting. Twee feestavon-

den om niet snel te vergeten. Het medewerkers-

feest maakt deel uit van de evenementen ter gele-

genheid van het eerste lustrum van VU medisch

centrum.

lustrum 2005 6: patiëntendag hersenen

Page 52: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Europees Sociaal Fonds

Voor een betere inzetbaarheid van medewerkers heeft VUmc bij het Europees Sociaal Fonds (ESF) ten behoeve van

scholingsprogramma’s subsidie verworven. SoFoKleS heeft als Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds voor onder meer

universitair medische centra de subsidieaanvragen aanvragen ingediend; VUmc is de uitvoerder. In 2006 zijn alle

aanvragen gehonoreerd voor de periode 2005 tot en met 2007.

De ESF-projecten zijn gericht op scholing in het kader van het Arboconvenant dat tussen de academische centra is

gesloten, het onderwijsprogramma zoals deze door het opleidingsinstituut van VUmc, de Amstel Academie, wordt

verzorgd en het scholingsprogramma binnen de medisch technische sector.

De ESF-subsidie stelt VUmc in staat om een hogere employability van het personeel te bereiken. Het is noodzakelijk

om kennis en vaardigheden actueel te houden. Snelle ontwikkelingen in technische mogelijkheden en de daaruit

voortvloeiende explosie van nieuwe kennis/inzichten vereist een continue bijscholing op de werkvloer. Degradatie

van het opleidingsniveau (eindniveau) van de gediplomeerde medewerker wordt hiermee voorkomen. Voorts wordt

ook personeel in VUmc voor diverse beroepen opgeleid. De subsidie is gericht op het middelbaar en hoger beroepen-

kader.

49

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: patiëntendag kanker en afweer

Page 53: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

50

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: lustrum gebouwenloop

Page 54: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

8 Management van processen

De belangrijkste processen van VU medisch centrum hangen samen met haar kerntaken: patiëntenzorg, onderwijs en

opleiding en wetenschappelijk onderzoek

Management van processen patiëntenzorg

In het jaarplan 2006-2007 heeft VUmc bepaald hoe het wil werken aan betere processen in de patiëntenzorg.

Daarvoor zijn een aantal thema’s met activiteiten benoemd, die stuk voor stuk effect hebben op de kwaliteit van

zorg. Hieronder geven we per thema aan in hoeverre de voorgenomen activiteiten in het verslagjaar zijn gerealiseerd.

Patiëntenmix

VUmc wil op grote patiëntengroepen kunnen sturen om zwaartepunten te versterken, opleidingen te faciliteren, kos-

ten te beheersen en capaciteiten beter te benutten. Daarom is alle afdelingen van VUmc gevraagd wat hun huidige en

gewenste patiëntenmix is. Het bepalen van de huidige mix is bij vrijwel alle specialismen in 2006 afgerond. De

gewenste mix is eveneens bij vrijwel alle specialismen aangegeven, waarbij zelfs deels de relevantie uitgezet is tegen

kosten en omvang van de patiëntengroep.

Bij verschillende specialismen is het lastig gebleken om deze analyse uit te voeren op basis van DBC-registraties.

Door complexiteit van DBC’s en onvoldoende herkenbaarheid zijn afdelingen soms uitgeweken naar de al langer

bestaande diagnoseregistraties.

Sneller Beter

In 2006 is de meerderheid van de projecten uit de eerste en tweede ronde van Sneller Beter afgesloten. Daarnaast

startte VUmc een derde ronde projecten binnen de thema’s zorgpaden (zie verder) en het decentraal melden van

incidenten. Ter ondersteuning van de projecten en de bekendheid van de thema’s kunnen betrokken medewerkers

nieuw ontwikkelde scholingen patiëntenlogistiek - en veiligheid volgen. Op 11 december 2006 was VUmc, in aan-

wezigheid van toenmalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hoogervorst, gastziekenhuis tijdens de

landelijke Sneller Beter-dag.

Sneller Beter in VUmc omvat een groot aantal projecten. Ter illustratie hiervan volgen enkele voorbeelden.

Het project OK oké, met als hoofddoelstelling een productiestijging van 30%. In 2004 en 2005 heeft de OK ondanks

grote personele problemen een aanzienlijke productieverbetering gerealiseerd. De geplande productie steeg in 2005

met 4% ten opzichte van 2004 en in 2006 met 8% ten opzichte van 2005. De projectdoelstelling van 30% productie-

stijging lijkt (nog) niet haalbaar voor VUmc.

Een ander project is Vermindering postoperatieve pijn. Patiënten hebben aangegeven minder last te hebben van post-

operatieve pijn op de zorgeenheid kort verblijf: de pijnscore (VAS) is gedaald van 7 naar 4.

Binnen het project Reductie onnodige bloedtransfusie is in 2006 voor het hele ziekenhuis de norm vastgesteld die

aangeeft wanneer een patiënt een bloedtransfusie dient te krijgen, inclusief de situaties waarin er van de norm

afgeweken mag worden (bijvoorbeeld bij vrouwen rondom de bevalling). Ook is een meetsysteem ingericht om de

ontwikkelingen te kunnen volgen.

Zorgpaden

In 2006 heeft VUmc besloten de nadruk voor de ontwikkeling van zorgpaden te leggen op grote patiënten-groepen

die acute zorg nodig hebben. Zorgpadontwikkeling blijkt een goede manier te zijn om de zorg voor patiënten-

groepen beter te organiseren en hoge kwaliteit te garanderen. Op het gebied van zorgpaden is VUmc goed op streek:

eind 2006 waren er zestien operationeel en twintig in ontwikkeling.

Werken met zorgpaden leidt tot merkbare verbeteringen voor patiënten. De resultaten van het zorgpad carotisstenose

(vernauwing van de halsslagader) illustreren dit. De toegangstijd tot de polikliniek was in december 2006 slechts vijf

51

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 55: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

dagen (de norm is zeven dagen). De wachttijd tot de eerste opname is gedaald van gemiddeld 83 dagen (nulmeting

2004) naar gemiddeld 18 dagen in december 2006. De ligduur is gedaald van gemiddeld 10 dagen volgens de nul-

meting naar gemiddeld 5 dagen in december 2006.

Patiëntenlogistiek

Een deel van de projecten binnen het programma Sneller Beter is specifiek gericht op het verbeteren van de patiënten-

logistiek. Werken zonder wachtlijst is nu in veel poliklinieken van VUmc projectmatig ingevoerd. In 2006 liepen er

projecten bij zes poliklinieken en in 2007 start nog een nieuwe ronde.

Zorg op Maat is een overkoepelend programma, gericht op het principe dat de juiste patiënt op de juiste afdeling

verzorgd wordt. De afdeling kort verblijf en de transferafdeling zijn concrete resultaten van dit programma. Ook

opende VUmc in 2006 een medisch psychiatrische unit (MPU) met acht bedden. Het transferbureau heeft zijn

activiteiten in dit verslagjaar uitgebreid. Dit bureau is een samenwerkingsverband tussen VUmc en de OsiraGroep en

regelt - in overleg met de patiënt en vaak ook met diens naasten - de vervolgzorg die nodig is na de ziekenhuisopname.

Omgerekend naar alle zorgeenheden over het hele jaar, heeft het bureau in 2006 ruim 2500 nazorgtrajecten

verzorgd. Het aantal verkeerde bed-dagen is in 2006 met ruim duizend gedaald.

In 2006 heeft ook de logistiek van de acute zorg aandacht gekregen. VUmc startte een pilot ‘Opnamegarantie acute

patiënten uit de basisregio van VUmc’ en een programma ‘Acute zorg’. Na het maken van een knelpuntenanalyse en

het verkennen van oplossingsrichtingen zijn op deelterreinen ideeën ontwikkeld over de externe acute zorgketen met

VUmc als coördinator van het traumacentrum voor de regio Noordwest Nederland, over de Spoedeisende Hulp in

VUmc en tot slot over het beter managen van capaciteiten op het gebied van de acute zorg. Dit programma loopt

door in 2007.

Patiëntveiligheid

VUmc heeft ook in 2006 gewerkt aan het veiliger maken van de zorg. Een deel van de projecten binnen het programma

Sneller Beter is specifiek gericht op het reduceren van onveilige situaties (zie ook hierboven). Daarnaast hecht VUmc

veel belang aan het verder invoeren van decentraal melden van incidenten. In 2006 zijn de klinische zorgeenheden

orthopedie & neurochirurgie, KNO, longziekten, gynaecologie en de intensive care kinderen hiermee gestart, net als

de poliklinische zorgeenheden KNO, longziekten en neurologie. Vanaf medio 2006 maakt VUmc gebruik van een

digitaal systeem voor het decentraal melden van incidenten. Dit systeem maakt het mogelijk voor medewerkers van

deelnemende werkplekken om vanaf elke PC incidenten te melden. Verder ondersteunt het systeem de analyse van

incidenten en het volgen van verbeteracties.

Om het bewustzijn voor veiligheid te verhogen, heeft de coördinatiegroep patiëntveiligheid in de nationale week van

de patiëntveiligheid (november 2006) centrumbreed een patiëntveiligheidskaart voor medewerkers geïntroduceerd.

Deze kaart geeft concrete tips hoe professionals onveilige situaties kunnen voorkómen worden. Op de afdeling

intensive care is een zogenaamde depotheek geopend. Deze satelliet van de ziekenhuisapotheek zorgt ervoor dat het

bereiden van medicatie voor de intensive care niet alleen efficiënter, maar ook veiliger gebeurt. Verder streeft VUmc

naar een certificeerbaar veiligheidssysteem, waarvoor ook in 2007 de voorbereidingen door zullen gaan.

Accreditatie en certificering

VUmc werkt op veel plaatsen in de patiëntenzorg met kwaliteitssystemen. Deze zorgen ervoor dat patiënten in een

omgeving behandeld worden waarin de zorgverleners afspraken gemaakt hebben over het kwaliteits- en veiligheids-

niveau, het verbeteren op basis van interne en externe signalen en over de borging van de processen. Op centrum-

niveau heeft VUmc in 2006 belangrijke stappen gezet op weg naar de beoogde instellingsbrede NIAZ-accreditatie in

2009. De ondersteuningsorganisatie is ingericht en alle betrokken afdelingen zijn geïnformeerd. Ook heeft VUmc een

gebruiksvriendelijk en krachtig systeem voor het beheren van kwaliteitsdocumenten aangeschaft. Een nulmeting van

de mate waarin de organisatie voldoet aan de criteria van de norm is in volle gang.

Op afdelingsniveau zijn ook successen geboekt. De dialyseafdeling heeft op 30 maart 2006 het HKZ-certificaat

(Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) in ontvangst kunnen nemen. Bij de afdeling hematologie vond

een geslaagde JACIE-audit plaats voor de stamceltransplantatie. Na de officiële accreditatie in 2007 zal VUmc het

52

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 56: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

tweede ziekenhuis zijn in Nederland met een accreditatie voor het hele proces van afname, bewerking en toediening

van stamcellen. Tot slot heeft de afdeling radiotherapie zich succesvol door het NIAZ laten beoordelen en mocht, als

eerste afdeling radiotherapie in Nederland, op 15 maart 2007 het accreditatiebewijs in ontvangst nemen.

Incidenten patiëntenzorg 2006

De meldingscommissie Incidenten patiëntenzorg (MIP) registreert, analyseert en doet aanbevelingen naar aanleiding

van gemelde (bijna)incidenten. Doel van de MIP is het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de patiëntenzorg

in het algemeen en het verbeteren van de patiëntveiligheid naar aanleiding van gemelde (bijna)incidenten, in het

bijzonder. De MIP houdt zich niet bezig met de vraag naar de verwijtbaarheid. De commissie richt zich op de

vermijdbaarheid van incidenten en legt daarmee het accent op het leerproces en de hieruit voortvloeiende preventieve

maatregelen.

Sinds april 2005 werkt VU medisch centrum aan de implementatie van een systeem voor het decentraal melden en

verwerken van (bijna)incidenten. Eind 2006 hebben twaalf afdelingen aansluiting gevonden bij dit systeem. De nood-

zakelijke ICT-ondersteuning is naar eigen wens van de gebruikers en in samenwerking met de betrokken beleidsmede-

werkers, door de afdeling automatisering vorm gegeven. Voor het analyseren van de (bijna)incidenten koos men de

methode volgens PRISMA. De uitgangspunten van PRISMA zijn in de vormgeving van de ICT-ondersteuning geïntegreerd.

Vanaf november 2006 is een digitaal meldingsformulier beschikbaar voor de participerende afdelingen en kunnen

meldingen door de veiligheidscommissies van de betreffende afdelingen digitaal worden verwerkt. Deze veiligheids-

commissies beschikken hiermee over een eigen database waaruit op elk gewenst moment managementinformatie

kan worden gegenereerd. In deze database worden ook de verbeteracties vastgelegd en de uitvoering hiervan

bewaakt. Met het invoeren van een systeem voor decentrale melding en verwerking van (bijna)incidenten is een

substantiële stijging van het aantal meldingen per deelnemende afdeling te zien. De veiligheidscommissie analyseert

deze meldingen en formuleert verbeteracties.

53

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: medewerkersfeest

Page 57: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

(Bijna)incidenten met (een) afdelingsoverstijgende oorzaak/oorzaken worden door de genoemde commissies door-

gestuurd naar de MIP voor verdere verwerking.

Management van processen onderwijs en opleiden

Een ambitie van VUmc is het zich ontwikkelen tot een expertisecentrum voor academisch medisch, verpleegkundig

en paramedisch onderwijs met een regionale functie. In 2006 is de scoop verbreed van een vrijwel uitsluitende

oriëntatie op het medisch opleidingscontinuüm (het gehele traject van medische opleidingen: vanaf de opleiding van

basisarts, specialist tot en met nascholingsonderwijs) naar het verpleegkundig en paramedisch continuüm en naar de

opleidingen op het grensvlak van medisch- en verpleegkundig opleidingscontinuüm, zoals nurse practitioner en

physician assistant.

Organisatie van onderwijs

Naar aanleiding van het streven om alle activiteiten gericht op ondersteunen, uitvoeren en innoveren van onderwijs

en opleidingen binnen VUmc, in één organisatie onder te brengen is aan het eind van 2006 een begin gemaakt met

het samenbrengen van het onderwijsinstituut en de Amstel Academie in één instituut voor onderwijs en opleiden.

In verband met de invoering van het opleidingsfonds per 1 januari 2007 is in 2006 gestart met de ontwikkeling van

een aios-volgsysteem (een registratiesysteem voor aio’s). De ontwikkeling en implementatie van het aios-volgsysteem

werd gecompliceerd door wijzigingen op bestuurlijk en financieel gebied. Ondanks de complicaties is de applicatie in

de 2e helft van 2006 opgeleverd. De gegevens voor de eerste tranche van het opleidingsfonds zijn tijdig opgeleverd

en hebben inmiddels geleid tot volledige subsidiering.

Voor de uitvoering van de masteropleiding VUmc-compas is een klinisch trainingscentrum (skills lab) noodzakelijk. De

plannen voor het realiseren van een klinisch trainingscentrum zijn eind 2006 goedgekeurd. Het wordt gehuisvest in een

– nog te bouwen - 3e dakopbouw op de polikliniek en zal naar verwachting eind 2008 in gebruik genomen worden.

Onderwijsinnovatie

Van VUmc-compas is nu ook het tweede studiejaar van de bacheloropleiding ingevoerd en is gestart met de ontwik-

keling van de masteropleiding VUmc-compas. In het kader van de innovatie van de medisch specialistische vervolg-

opleidingen zijn nieuwe opleidingsplannen voor kindergeneeskunde en gynaecologie vastgesteld. Met het project IN

VIVO wordt de landelijke implementatie van deze nieuwe opleidingen aangestuurd en begeleid.

In het kader van OZW (Opleidingsinstituut voor Zorg en Welzijn) is een overleg tot stand gekomen tussen de onder-

wijsinstellingen, die zich bezig houden met de zorgopleidingen (ROC ASA, INHOLLAND en de Amstel Academie). In

het komende jaar zal deze samenwerking moeten leiden tot een betere afstemming van de zorgopleidingen op de

behoefte uit de praktijk, zoals beschreven in het VBOC-rapport (Verpleegkundige Beroepsstructuur en het

OpleidingsContinuüm) .

Onderzoek van onderwijs

Parallel aan de onderwijsinnovaties is een onderzoekgroep actief op het gebied van onderzoek van onderwijs. In

2006 is in samenwerking met de afdeling Onderwijsresearch en Onderwijsontwikkeling van de Universiteit van

Maastricht onderzoek verricht naar klinisch en farmacotherapeutisch redeneren, docentprofessionalisering en de rol

van de klinisch docent en onderzoek naar het leerklimaat, patiëntveiligheid en klachtenonderzoek van patiënten.

Binnen het kader van het In VIVO project wordt evaluatieonderzoek uitgevoerd dat zich richt op de relevante factoren

bij een succesvolle implementatie en eveneens op de kosten van de vervolgopleiding. Dit onderzoek wordt uitge-

voerd in samenwerking met het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg.

Professionalisering van docenten

Een werkelijke onderwijsinnovatie is alleen haalbaar, indien parallel hieraan de professionalisering van docenten en

opleiders wordt aangepakt. In 2006 is de professionalisering van (leden van) opleidingsteams verder uitgebouwd in

samenwerking met de regio. Voor de docenten van de opleiding geneeskunde houdt de docentprofessionalisering

54

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 58: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

gelijke tred met de invoering van het nieuwe programma. Voor de inbedding van de professionalisering in het

personeelsbeleid wordt samengewerkt met de dienst P&O.

Management van processen onderzoek

VUmc wil wetenschappelijk onderzoek verrichten met medische, verpleegkundige, paramedische en maatschappelijke

relevantie binnen de thema’s van de vijf zwaartepunten (extra- en transmuraal, vitale functies, hersenen, bewegen en

kanker). De vijf zwaartepunten zijn ondergebracht in de vijf onderzoekinstituten: EMGO, ICaR-VU, ICEN, MOVE en

V-ICI. Het onderzoekinstituut MOVE is opgericht in 2003 en uitgebouwd tot een volwaardig instituut met toonaan-

gevend translationeel onderzoek op zowel nationaal als internationaal gebied.

In 2006 hebben de onderzoekinstituten van VUmc hun meerjarenbeleid verder geconcretiseerd, gebruik makend van

de uitkomsten van de CWTS-analyse en de visitaties.

Organisatie en ondersteuning

Het onderzoeksbureau bestaat uit het Technology Transfer Office (TTO) en ondersteuning vanuit divisiebureau VI.

Het TTO zet zich in voor zowel VUmc als de VU. Het TTO is in de loop van 2006 uitgebreid.

De ondersteuning vanuit divisiebureau VI bestaat uit een subsidiologe en een beleidsmedewerker onderzoek. Het

VUmc wil op deze manier het management van onderzoek versterken en onderzoekers beter faciliteren. Hierbij ligt

de nadruk op ondersteuning bij subsidie- en fondsenwerving, commercialisatie, patentenbeleid, juridische kwesties

en verbetering van de project administratie.

Het verwerven en beheren van middelen uit projectfinanciering (tweede tot en met vijfde geldstroom) wordt in 2007 in

een nieuw organisatorisch en juridisch kader geplaatst. Het VUmc streeft daarbij naar vergroting van de transparantie

van verwerving, besteding en verantwoording van onderzoeksgelden, naar het verhelderen van organisatorische en

juridische vormgeving en naar een eenduidig en stimulerend beleid m.b.t. de commerciële exploitatie van kennis.

55

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Mei 2006 SNAQ landelijk ingevoerd

De VUmc-screening op ondervoeding SNAQ (Short Nutritional Assessment Questionnaire) wordt in mei landelijk

ingevoerd. Dit project is onderdeel van het Sneller Beter programma van het ministerie van VWS. De afdeling

diëtetiek & voedingswetenschappen ontwikkelde dit instrument waarmee verpleegkundigen met drie eenvoudige

vragen elke nieuw opgenomen patiënt kunnen screenen op ondervoeding. Met SNAQ verbetert de herkenning en

behandeling van ondervoeding van 50% naar 80%.

Page 59: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

• EMGO NESDA studie: grootschalige zoektocht naar oorzaak en beloop van depressie en angststoornissen

Binnen het EMGO instituut wordt veel onderzoek gedaan ter bevordering van de publieke en eerstelijnsgezond-

heidszorg. In dat kader worden bij het EMGO instituut verschillende langlopende studies verricht naar de oor-

zaken, preventie- en behandelmethoden van aandoeningen met grote gevolgen voor de volksgezondheid.

Depressie en angststoornissen zijn veelvoorkomende gezondheidsproblemen leidend tot een groot verlies aan

kwaliteit van leven.

Sinds 2004 wordt er vanuit het EMGO Instituut in samenwerking met andere universitaire en niet universitaire

instellingen een groot onderzoek uitgevoerd naar depressie en angststoornissen: the Netherlands Study of

Depression and Anxiety (NESDA). Aan dit onderzoek nemen 2981 personen in de leeftijd tussen 18 en 65 jaar

deel, waarvan er ruim 2200 personen een verleden met een depressie en/of angststoornis hebben. Deze

mensen hebben inmiddels allemaal een 4-uur durende basismeting ondergaan, waarin o.a. vragenlijsten zijn

afgenomen, (psychiatrische) interviews zijn uitgevoerd en medisch onderzoek (inclusief bloed, speeksel en DNA

afname) heeft plaatsgevonden. De deelnemers worden opnieuw voor onderzoek uitgenodigd na 1, 2, 4 en 8 jaar

zodat het lange termijn beloop van psychische en lichamelijke gezondheid in deze populatie in kaart wordt

gebracht. NESDA is mogelijk gemaakt door een subsidie van het ZonMW Geestkracht programma en bijdragen

van deelnemende GGZ instellingen (o.a. GGZ Buitenamstel) en universiteiten.

In 2006 zijn de basismetingen voor een groot deel uitgevoerd, en nu wordt de hand gelegd aan de eerste weten-

schappelijke publicaties. Deze zullen bijvoorbeeld inzicht geven in de mate van comorbiditeit tussen depressie

en angst, het functioneren, zorggebruik en zorgbehoefte van de deelnemers en de biologische grondslag van

depressie en angst (met name de rol van de HPA-as en het autonome zenuwstelsel). Daarnaast zal de NESDA

studie gaan bijdragen aan de genetische inzichten in depressie en angststoornissen. Hiervoor zullen 1860

NESDA deelnemers met een depressiestoornis vergeleken worden met 1860 deelnemers zonder depressie of

angstsymptomen van het Nederlands Tweelingen Register, uitgevoerd door de vakgroep Biologische Psychiatrie

van de VU. Voor dit genetisch onderzoek is in 2006 een aanvullende subsidie geworven van de ‘foundation of

the National Institutes of Health, fNIH’ om het genoom van deze patiënten en controles uitgebreid in kaart te

brengen middels een zogeheten ‘genome-wide scan’. NESDA is daarmee een goed voorbeeld van EMGO-onder-

zoek: multidisciplinair onderzoek ten behoeve van de trans- en extramurale gezondheidszorg.

56

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 60: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

• ICaR-VUOnderzoek helpt patiënten met diabetes en hartfalen

Het ICaR-VU richt zich op een groter begrip, betere diagnostiek en preventie en betere behandeling van ziekten

van hart- en bloedvaten en ziekten, waarbij het bloedvatstelsel een belangrijke rol speelt. Belangrijke thema’s

binnen dit onderzoek zijn hartfalen, diabetes en het niet goed functioneren van bloedvaten. Het onderzoek richt

zich in bijzonder op translationeel onderzoek door een integrale benadering vanuit de kliniek en basisweten-

schappen.

Gedurende de laatste jaren heeft het onderzoek naar diabetes en vaatziekten belangrijke inzichten verschaft

over het optreden van cardiovasculaire complicaties. Daarbij werd onlangs ontdekt dat bij overgewicht zich op

cruciale plaatsen kleine vetophopingen rond de bloeddruk regelende bloedvaten ontwikkelen, die het functioneren

van bloedvaten en de bloeddruk beïnvloeden. De communicatie tussen deze groepjes vetcellen en het aangren-

zend bloedvat geschiedt door signaalstoffen, die nader in kaart worden gebracht. Daarnaast is een programma

gestart om het ontstaan van chronisch hartfalen bij diabetes patiënten beter te begrijpen, en de preventie en

behandeling daarvan te verbeteren.

Binnen het onderzoek naar hartfalen werd een bijzondere ontdekking gedaan, die van groot belang is bij het

vroegtijdig herkennen van patiënten met een erfelijke aanleg voor hartvergroting. Met MRI onderzoek konden in

deze groep patiënten bijzondere structuren in het hart worden waargenomen op een moment dat de hartvergro-

ting nog niet manifest is. Deze vinding geeft niet alleen nieuw inzicht in de ontwikkeling van de ziekte, maar

maakt vroege herkenning van de aandoening mogelijk en daarmee preventieve maatregelen om de ziekte af te

remmen.

• ICEN Verbetering van patiëntenzorg door onderzoek

De afdeling psychiatrie is landelijk toonaangevend op het gebied van de behandeling van depressie en angst-

stoornissen. De ontwikkeling van nationale richtlijnen en vele studies naar de effectiviteit van verschillende

typen interventie heeft geleid tot een constante stroom aanvragen voor second opinions uit het land.

Wetenschappelijk ontwikkelt de afdeling een stevige basis. Drie jaar geleden werd een grote ZON-MW subsidie

verworven uit het Geestkrachtprogramma: “The Netherlands study on anxiety and depression” (NESDA), waarvan

de afdeling psychiatrie penvoerder is. Recent werd, samen met het Nederlands tweelingregister (prof. Boomsma)

en de Universiteit van North Carolina (Prof. Sullivan) een subsidie verkregen van de Amerikaanse NIH foundation

voor genome-wide genotyping van 1700 NESDA deelnemers. Tevens werd een grote programmasubsidie verkre-

gen van het Top Instituut Pharma, waarmee wij binnen het huidige ICEN programma en het Center for

Neurogenomics and Cognitive Research (CNCR) zullen proberen bij te dragen aan het verkorten van de “drug

discovery pipe line”.

57

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 61: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

• MOVE Klinische bewegingsanalyse als functionele diagnostiek

Aandoeningen van het bewegingsapparaat geven veelal aanleiding tot bewegingsstoornissen, die op hun beurt

leiden tot problemen in het dagelijks functioneren. Bij patiënten met chronische aandoeningen zoals die zich in

de revalidatiegeneeskunde, orthopedie en neurologie aandienen, is de diagnostiek dan ook functioneel gericht.

Wanneer de behandeling zich niet richt op de primaire ziekte, dient de functionele diagnostiek om aangrijpings-

punten voor verdere (functionele) behandeling te identificeren. De technologie van bewegingsanalyse is de afge-

lopen twintig jaar geschikt gemaakt voor toepassing in de klinische praktijk. In 2006 werd vanuit MOVE het

eerste Wereldcongres voor Klinische Bewegingsanalyse op de VU georganiseerd.

Bij klinische bewegingsanalyse worden lichtgevende markers op de patiënt aangebracht en wordt hij/zij met

behulp van meerder camera’s geregistreerd tijdens bijvoorbeeld het lopen. Deze (driedimensionale) informatie

wordt omgezet in voor de behandelaar betekenisvolle gegevens, waarbij zonodig ook de spieractivaties (met

behulp van oppervlakte-EMG) en grondreactiekrachten worden betrokken. Doel is de behandelaar een zo

compleet mogelijk inzicht te geven in de (verstoorde) functies van het spier-skelet stelsel tijdens bijvoorbeeld het

gaan.

58

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 62: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

• CCA/V-ICIBundeling van CCA en V-ICI: een impuls voor het translationeel immunologisch en kankeronderzoek

Het jaar 2006 is van start gegaan met de fusie tussen de instituten Cancer Center Amsterdam (CCA) en VUmc-

Institute for Cancer and Immunology (V-ICI) in CCA/V-ICI. CCA/V-ICI is gevormd om alle onderzoeksactiviteiten

in oncology en immunologie te integreren op een manier dat ze elkaar stimuleren en versterken om gezamen-

lijke programma’s uit te voeren en beschreven doelen te bereiken.

De missie van CCA/V-ICI is het coördineren, stimuleren en mogelijk maken van top niveau fundamenteel, trans-

lationeel en patiënt-gerelateerd onderzoek in immunologie en kanker, binnen de kaders van een aantal goed

omschreven onderzoeksprogramma’s en training van jonge onderzoekers om excellentie te bereiken in het

fundamentele en klinische onderzoek

De opening van het rood/blauwe onderzoekscentrum op 19 Juni 2006 heeft een enorme stimulerende werking

gehad voor het kanker en immunologie onderzoek door het beschikbaar komen van ‘state of art’ apparatuur en

nauwe samenwerkingsmogelijkheden tussen de onderzoekers.

Overzicht van de output in de periode 2000-2006

1 Jaar Dissertaties Wetenschappelijke Vakpublicaties+

A B C/D Totaal Publicaties Rapporten

2000 60 2 6 68 17041 134

2001 56 16 13 85 16261 171

2002 66 3 13 84 18401 164

2003 69 7 13 89 16641 182

2004 70 29 7 106 17801 146

2005 72 10 23 105 19101 153

2006 88 7 18 113 19551 125

Toelichting: 1 Inclusief Cochrane reviews

59

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Juni 2006Opening VUmc Cancer Center

Op 19 juni wordt het VUmc Cancer Center Amsterdam officieel geopend. Door de concentratie van vooraan-

staand onderzoekers is het VUmc CCA in staat het kankeronderzoek versneld uit te voeren. De directe nabijheid

van kliniek maakt het mogelijk de onderzoekresultaten sneller toe te passen. Het centrum is grotendeels met

private middelen gefinancierd en is geïntegreerd in VU medisch centrum. Voorbeeld voor het VUmc CCA is het

gerenommeerde Johns Hopkins Oncology Center Baltimore, waarbij de structuur van het kankercentrum ook is

ingebed in het medisch centrum en de financiering ook deels met private middelen tot stand werd gebracht.

Page 63: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

60

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: medewerkersfeest

Page 64: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

9 Klanten en verwijzers

Klanten en verwijzers, maar ook studenten, zijn belangrijke stakeholders van VU medisch centrum. Hun waardering is

maatgevend voor het succes van de organisatie.

Studenten

In 2006 is de eerste kwaliteitscyclus voor VUmc-compas volledig afgerond. De studenten- en docentenevaluaties

leverden veel aanknopingspunten op voor verbetering van het onderwijs. Voor alle onderdelen zijn consequent

verbeterplannen opgesteld en geïmplementeerd. Met het afronden van deze cyclus is tegemoet gekomen aan een

belangrijk kritiekpunt bij de vorige onderwijsvisitatie. Er is over de hele linie veel waardering voor het nieuwe

onderwijsprogramma.

Het aantal eerste voorkeuren is flink gestegen (400 aanmeldingen in 2005 tegenover 630 in 2006). Hiermee is het

marktaandeel gestegen van 7,7% in 2005 naar 10,7% in 2006.

Klachtencommissie

In 2006 heeft VU medisch centrum 289 schriftelijke klachten van patiënten of hun vertegenwoordigers ontvangen.

Van dit aantal zijn 34 klachten op verzoek van de klager ter behandeling voorgelegd aan de klachtencommissie. De

overige 255 klachten zijn in het bemiddelingstraject terecht gekomen. In dit traject wordt getracht in een gesprek

met klager en de betrokken medewerker ofwel schriftelijk, uitleg te geven en daar waar nodig excuses te maken. In

2006 werden in totaal 282 klachten afgehandeld. De klachtencommissie heeft in 39 klachten uitspraak gedaan, waar-

van 12 klachten uit 2005. Van de klachten die door de klachtencommissie in 2006 zijn afgehandeld, is een kwart

gegrond verklaard (7) en driekwart ongegrond (20).

In 2006 zijn 280 klachten in het bemiddelingstraject afgehandeld. Ruim een derde van de klachten ging over profes-

sioneel (medisch) handelen. Opvallend is dat het aandeel van klachten over professioneel handelen ten opzichte van

2005 is verdrievoudigd. Onder deze klachten vallen ook klachten over diagnostiek (7%) en medicatie (4,5%). Vijftien

procent van alle klachten betrof organisatorische aspecten. Hieronder waren in vergelijking met voorgaande jaren

veel klachten over het uitblijven van de berichtgeving aan de huisarts. Ook klachten over niet nagekomen bel- of

poliafspraken behoorden tot deze categorie. Een vijfde van de klachten betrof de bejegening (12%) of de informatie-

overdracht (11%).

61

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Juli 2006 Tevreden patiënten

Bijna tachtig procent van de patiënten van VU medisch centrum is zeer tevreden over hun bezoek aan de poli-

kliniek of verblijf in het ziekenhuis. VUmc scoort in vergelijking met andere Nederlandse universitaire medische

centra op verschillende aspecten opmerkelijk goed. Dit blijkt uit de resultaten van een tevredenheidsonderzoek

onder patiënten van de acht Nederlandse UMC’s. Het ziekenhuis was topscoorder met 15 van de 25 best

practices. De poliklinieken hebben 4 van de 44 best practices.

Page 65: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Voor genomen maatregelen naar aanleiding van ingekomen klachten wordt verwezen naar de betreffende prestatie-

indicator in bijlage 7.

Naar aanleiding van ingekomen klachten is in 2006 een aantal maatregelen genomen. Zo is er een protocol voor

toediening van klysma’s opgesteld, met daarin aandacht voor de wensen van de individuele patiënt. Voorafgaand aan

een operatie wordt voortaan het te gebruiken sponsmateriaal geregistreerd. Om ongewenste interactie van medicatie

te voorkomen, staat de afdeling eigen gebruik van medicatie niet meer toe. Zodra een patiënt intensieve zorg

behoeft, wordt een verpleegkundige aangesteld als eerst verantwoordelijke voor deze patiënt. Deze verpleegkundige

zal toezien op de coördinatie rondom die zorg. Ouders van opgenomen kinderen krijgen bij binnenkomst een wel-

komstbrief waarin onder andere de namen van de zaalarts, de medisch specialist en de supervisor van de desbetref-

fende patiënt vermeld staan. Ook de verpleegkundige leiding en de verantwoordelijkheden van verpleegkundigen zijn

in de brief opgenomen.

Ook naar de eigen organisatie van de klachtencommissie is gekeken. Naar aanleiding van een in 2005 gehouden

evaluatie onder klagers van VUmc over de klachtbemiddeling, zijn in 2006 een aantal maatregelen genomen. Zo werd

geprobeerd de afhandelingstermijn niet te overschrijden. Als dit toch gebeurde, werden klagers daar tijdig over

geïnformeerd. Daarnaast is de schriftelijke ontvangstbevestiging aangepast, waarbij het taalgebruik minder formeel

is en het onderscheid in klachtbehandeling en klachtbemiddeling duidelijker wordt uitgelegd

Ook in 2006 is tweemaal stuurinformatie naar de hoofden van alle afdelingen gezonden. Bij de laatste zending in

2006 is de bruikbaarheid van de informatie geëvalueerd. De uitkomst was overwegend positief. De belangrijkste

conclusie uit deze evaluatie is dat iedereen de stuurinformatie waardeert, zij is kort, bondig en overzichtelijk. De

frequentie (tweemaal per jaar) vinden de meesten voldoende. Een enkeling vindt eenmaal per jaar genoeg. Daarnaast

bestaat de behoefte aan een vergelijkend overzicht in de tijd, zodat trends kunnen worden waargenomen.

Patiënttevredenheid

De grote meerderheid (70 tot 80 procent) van de patiënten van VU medisch centrum (VUmc) is duidelijk tot zeer

tevreden over hun bezoek aan de polikliniek of verblijf in het ziekenhuis. VUmc scoort in vergelijking met andere

Nederlandse universitaire medische centra (UMC’s) op verschillende aspecten opmerkelijk goed.

Patiënten van verschillende afdelingen van VUmc zijn tevredener over de ontvangst bij opname en over de benade-

ring en behandeling van artsen dan op soortgelijke afdelingen in andere UMC’s. Met name patiënten die opgenomen

zijn geweest op de afdelingen inwendige geneeskunde, longziekten en oogheelkunde zijn bovengemiddeld te

spreken over verschillende aspecten van zorg en behandeling.

Die conclusies trekt VUmc uit de resultaten van een tevredenheidsenquête onder patiënten van de acht Nederlandse

universiteitsziekenhuizen ofwel UMC’s. De enquête is verricht in opdracht van de Nederlandse Federatie van

Universitair Medische Centra (NFU). Ruim 5.000 patiënten van VUmc namen eind 2005 de moeite vele vragen in te

vullen.

Daarin gaven zij aan in hoeverre zij tevreden waren over de ontvangst op de polikliniek of bij ziekenhuisopname, de

benadering en behandeling door verpleegkundigen, polikliniekmedewerkers en artsen, de informatie die ze kregen,

hun zelfstandigheid en het vertrek uit het ziekenhuis en nazorg.

Tevredener dan in 2003

In 2003 bleek uit een zelfde onderzoek dat patiënten van VUmc evenals die van andere UMC’s over het algemeen

behoorlijk tevreden waren over de zorg. VUmc blonk ten opzichte van andere ziekenhuizen echter nergens in uit. Het

ziekenhuis heeft zich dit aangetrokken. Als academisch ziekenhuis streeft het naar hoogwaardige zorg die gewaar-

deerd wordt door degenen die hiervan gebruik maken. Er zijn vervolgens in het hele VUmc diverse activiteiten onder-

62

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 66: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

nomen om kritiekpunten – die óók uit de enquête naar voren kwamen - te verbeteren. De onlangs bekend geworden

nieuwe enquêteresultaten tonen dat dit heeft gewerkt.

Als patiënten over een bepaald aspect van een specialisme gemiddeld meer tevreden waren dan patiënten in andere

UMC’s, noemen de opstellers van het rapport dat een ‘best practice’. In het onderzoek van 2003 scoorde de kliniek

van VUmc geen enkele best practice. Dit jaar is de kliniek van VUmc topscoorder met 15 van de 25 best practices. De

poliklinieken komen relatief minder goed uit het onderzoek: zij hebben 4 van de 44 best practices.

Kwaliteit verder verhogen

Het ziekenhuis en de medewerkers zijn er trots op dat hun inspanningen niet onopgemerkt zijn gebleven bij hun

patiënten. Maar daarbij blijft het beslist niet. De positieve en minder positieve uitslagen van de laatste enquête

worden wederom gebruikt om verdere verbeteringen aan te brengen. In het algemeen gaat VUmc extra aandacht

besteden aan de informatievoorziening en de procedures en communicatie rond ontslag en nazorg. De NFU-enquête

maakt duidelijk dat de kwaliteit daarvan nog niet optimaal is.

VUmc bedankt alle patiënten die aan de enquête hebben meegewerkt. Dankzij de tijd en moeite die zij hebben geno-

men, weet VUmc op welke terreinen er werk aan de winkel is. Dit betekent overigens ook dat patiënten vaker en ook

buiten landelijke enquêtes om, om hun mening zal worden gevraagd.

63

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: open dag

Page 67: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

64

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Juli 2006 Metamorfose hal ziekenhuis

De centrale hal van het ziekenhuis heeft een metamorfose ondergaan. Na een maandendurende verbouwing,

waarin de indeling grondig werd herzien, oogt de hal nu ruim en overzichtelijk. Ook de beroemde mozaïekwand

is weer in al zijn glorie te zien.

lustrum 2005 6: doop roos VUrore

Page 68: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

65

III. Verslag

raad van

bestu

ur

10 Waardering van medewerkers

Ook de eigen en toekomstig medewerkers zijn een belangrijke stakeholder van VUmc. VUmc wil een aantrekkelijke

werkgever zijn. In 2006 is medewerkers van VUmc gevraagd zich hierover uit te spreken. Een nieuwe impuls om goed

werkgeverschap verder vorm te geven.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) 2006

VUmc wil actief de kwaliteit van de organisatie verbeteren. Ook de kwaliteit van werkgeverschap wordt met enige

regelmaat bekeken. Daarom is een onderzoek bij de medewerkers uitgevoerd – het medewerkerstevredenheids-

onderzoek - om meer zicht te krijgen op het aandachtsgebied ‘Waardering door Personeel’. Wat vinden medewerkers

van hun werk en wat kan verbeterd worden? Het medewerkerstevredenheidsonderzoek geeft informatie over de

tevredenheid van en waardering door medewerkers, informatie voor verdere concrete verbeteractiviteiten bij VUmc en

natuurlijk inzicht in de effecten van verbeteringen.

Om een goed beeld te krijgen, zijn deelnemers aan het MTO via een aselecte steekproef geselecteerd. Zij konden de

vragenlijst digitaal of schriftelijk in vullen. De respons was 56% en daarmee hoog. In de vragenlijsten kwamen de

volgende aandachtsgebieden aan de orde: imago VUmc, direct leidinggevenden, het afdelings-/divisieplan, perso-

neelsmanagement, jaargesprekken, middelen, processen, dienstverlening, informatie en communicatie, werkoverleg,

collegialiteit en teamgeest, het werk, en tot slot de ondernemingsraad.

Met behulp van onderstaande prioriteitenmatrix is vastgesteld welke onderwerpen VUmc kan verbeteren.

Uitkomsten

Op elf van de twaalf onderdelen waarnaar in 2001 ook werd gevraagd is door medewerkers significant beter

gescoord. Medewerkers van VUmc zijn tevreden over het eigen werk. De gemiddelde waardering is 7,3. Hoog (tussen

de 7,4 en 8,0) scoorden bijvoorbeeld zinvolheid en variatie van het werk, samenwerking met collega’s, sfeer op de

afdeling en bereidheid voor elkaar in te springen en duidelijkheid van taken en verantwoordelijkheden.

De medewerkers vinden VUmc een plezierige organisatie om voor te werken. De meeste medewerkers vinden dat

VUmc bekend staat als een goed opleidingsinstituut, onderzoeksinstituut, onderwijsinstituut en instituut voor

patiëntenzorg.

• minder belangrijke

sterke punten

• geen aanleiding tot

actie

• belangrijke sterke

punten

• bewaken

• minder belangrijke

zwakke punten

• op termijn aandacht

• belangrijke

verbeterpunten

• op korte termijn

aandacht

belang of correlatie

tevr

eden

hei

d

Page 69: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

67% van de medewerkers heeft het afgelopen jaar een jaargesprek gehad met de direct leidinggevende. Medewerkers

zijn tevreden over de sfeer, het nakomen van eerder gemaakte afspraken, de aandacht voor de loopbaanmogelijk-

heden, het bespreken van belangrijke zaken en het bespreken van het functioneren. Alle punten over de jaar-

gesprekken werden niet alleen hoog gewaardeerd, maar hebben ook een positieve invloed op de tevredenheid.

De medewerkers zijn matig tevreden over het aandachtsgebied ‘Werkoverleg’. Dit resultaat vraagt om verdieping en

vervolgonderzoek op decentraal niveau moet uitwijzen wat oorzaken zijn en wat precies verbeterd zou moeten

worden.

De medewerkers zijn ontevreden over de informatievoorziening vanuit de ondernemingsraad (OR), de toegankelijk-

heid van de OR en de wijze waarop de OR hun belangen behartigt. Deze onderwerpen verdienen op termijn aan-

dacht, zo blijkt uit de prioriteitsanalyse.

Andere verbetermogelijkheden zijn:

– het betrekken van de mening van medewerkers bij en communicatie over afdelings/-divisieplannen en deze laten

leiden tot zichtbare verbeteringen;

– de direct leidinggevende: het stimuleren van het verbeteren van het werk en de aandacht voor de persoonlijke

belangen;

– het bieden van meer begeleiding bij de persoonlijke (loopbaan-)ontwikkeling.

De verbeterpunten krijgen in 2007 een vervolg, na verdere analyse zullen ze worden opgepakt en uitgewerkt.

Terugdringing verzuim

Betrokkenheid van medewerkers wordt ook weerspiegeld in verzuimcijfers. Het verzuim is de afgelopen jaren blijven

dalen. Als redenen hiervoor zijn te noemen: het gezondheidsbeleid VUmc - waaronder meer aandacht voor verzuim-

reductie bij leidinggevenden, strakkere procedures na verzuimmelding medewerker, de in het kader van het

Arboplusconvenant uitgevoerde preventieprogramma’s voor onder meer fysieke belasting, RSI en psychische

belasting – de cultuur binnen de organisatie en de situatie op de arbeidsmarkt.

66

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Augustus 2006 Tijdens wegwerkzaamheden gratis OV-kaart voor medewerkers

Het aantal files veroorzaakt door de wegwerkzaamheden aan de A4-A10 blijkt in de praktijk reuze mee te vallen.

Uit voorzorg heeft VUmc alle medewerkers voorzien van een gratis OV-kaart. Met deze kaart kan iedereen

gebruik maken van het openbaar vervoer, een gratis OV-fiets en krijgt men korting op Q-park, de parkeer-

terreinen bij NS-stations.

Page 70: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

67Verzuimontwikkeling VUmc

De verzuimfrequentie, het aantal keren dat een medewerker zich in VUmc gemiddeld ziekmeldt, laat het volgende

beeld zien over de afgelopen vier jaren.

Verzuimfrequentie

0

1

2

3

4

5

6

7

8

2006200520042003

1,45

1,50

1,55

1,60

1,65

1,70

2006200520042003

%

1 Onder gravida wordt verstaan: verlof in verband met zwangerschap en bevalling

■ Gravida *)1 0.98% 0,84% 1,01% 1,00%

■ Langziek (>= 1 jr. ziek) 1,42% 1,117% 1,03% 0,71%

■ Ziekteverzuim (< 1 jr. ziek) 4,82% 4,47% 4,08% 3,98%

Page 71: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

68 Hoewel de gemiddelde verzuimfrequentie ten opzichte van 2003 is gestegen, is het verzuimpercentage gedaald, dit

betekent dat het aantal ziekmeldingen weliswaar is gestegen, maar ook dat de gemiddelde verzuimduur nog sterker is

gedaald. Vooral het lang en middellang verzuim daalden de afgelopen jaren. Dat is ook af te lezen uit onderstaande

grafiek waarin het aandeel van de verschillende verzuimduurperioden in het verzuimpercentage is weergegeven.

Verzuimperioden en aandeel in totaal verzuimpercentage

III. Verslag

raad van

bestu

ur

0

1

2

3

4

5

6

7

8

2006200520042003

■ > = 2 jaar ziek

■ 1 - 2 jaar

■ 4 maanden - 1 jaar

■ 7 weken t/m 3 maanden

■ 3 t/m 6 weken

■ 0 t/m 2 weken

lustrum 2005 6: wetenschappelijk congres

Page 72: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

11 Waardering maatschappij

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Ook in 2006 zijn verdere stappen gezet om het thema maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen VUmc verder

vorm te geven. Dit is ook in de bouw terug te vinden. Zo is bijvoorbeeld bij de verbouwing van het nieuwe restaurant

gekozen voor het gebruik van duurzame en eerlijke materialen en is het assortiment aangepast. Er zijn nu vooral

biologische producten in het restaurant verkrijgbaar. Een ander voorbeeld van duurzaam bouwen is de verbouwing

van de stafvleugel in het ziekenhuisgebouw. Hier is gekozen voor een systeem waarbij de inrichting van de ruimten

flexibel is. Alle wanden zijn verplaatsbaar en herbruikbaar.

Bij investeringen in de bouw wordt nadrukkelijk gekeken naar de kosten gedurende de levenscyclus van een

gebouw(deel). Een extra investering in de bouwfase kan in de exploitatie zorgen voor aanzienlijk lagere kosten.

Patiëntendagen

Ook op andere vlakken blijkt dat VUmc haar maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus neemt. Zo zijn er in het

kader van de viering van het eerste lustrum zes patiëntendagen georganiseerd aan de hand van de onderzoeks-

zwaartepunten van VU medisch centrum: bewegen, diabetes, hematologie, Alzheimer en MS, hart & vaten en oncologie.

Elke patiëntendag kreeg een eigen invulling, afhankelijk van de doelstelling werd het een inhoudelijke dag, een dag

met vermaak, een hernieuwde kennismaking tussen patiënten en medewerkers van VUmc of een combinatie. Er

waren bijeenkomsten met lezingen, workshops, demonstraties, rondleidingen en ook voordrachten waaraan bekende

Nederlanders een bijdrage leverden. Zo las auteur J.J. Voskuil voor uit zijn boek ‘De moeder van Nicolien’ over een

vrouw met voortschrijdende dementie tijdens de patiëntendag hersenen. De patiëntendagen werden druk bezocht en

zo bleek uit de evaluaties hoog gewaardeerd door patiënten. De doelstelling van de patiëntendagen, patiënten laten

zien wat vijf jaar VUmc heeft opgeleverd en de ambities voor de toekomst, werd daarmee behaald. De patiënten

dagen kregen vervolg. In september 2006 werd de patiënten terugkomdag van de kinder-intensive care druk bezocht.

In juni 2007 staat een patiëntendag voor de IC volwassenen op het programma.

Future expedition

Ook de ontwikkeling van jeugd en ze te interesseren voor een baan in de zorg beschouwt VU medisch centrum tot

een van haar maatschappelijke taken. Via het project Future expedition Amsterdam maken VMBO leerlingen (3e jaar,

theoretische leerweg) op een actieve en interactieve manier kennis met techniek, zodat ze dit kunnen meenemen in

hun keuzeproces voor een vervolgopleiding. Ze kunnen ervaren dat techniek overal aanwezig en onmisbaar is en

bovenal zelf beleven hoe leuk het is om in de techniek te werken. VU medisch centrum bood de scholieren een

Expedition aan om kennis te maken met techniek achter de schermen van een groot academisch ziekenhuis.

69

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Augustus 2006 Doctor 2 Doctor project van start

VU medisch centrum start samen met de KLM het Doctor 2 Doctor project. Doel is om onze kennis op het

gebied van kindergeneeskunde over te dragen aan artsen in ontwikkelingslanden. Als eerste is het Moi Teaching

and Referral Hospital in Eldoret, Kenia uitgekozen. Dit ziekenhuis is ongeveer even groot als VUmc en dient ook

als opleidingsinstituut. Kinderartsen van VUmc zullen steeds gedurende enkele weken in Eldoret verblijven om

de artsen ter plekke te trainen.

Page 73: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Leerlingen konden zien welke techniek wordt gebruikt bij een nierdialyse en hun eigen bloeddruk meten. Ze mochten

ook meekijken met een hartoperatie en het maken van een echografie. Toenmalig wethouder onderwijs van

Amsterdam Aboutaleb gaf het goede voorbeeld. Hij trok een doktersjas aan om met een operatierobot een virtuele

operatie uit te voeren. Vijf leerlingen van verschillende Amsterdamse VMBO-scholen assisteerden hem hierbij. Future

Expedition Amsterdam wordt georganiseerd door het Regionaal TechnoCentrum Amsterdam (RTCA).

Campus Nieuw West

Een soortgelijk initiatief is Campus Nieuw West. Een Amsterdams project waarin bedrijven samenwerken om jongeren

van 8-16 jaar uit achterstandswijken (zoals Amsterdam Nieuw West) kennis te laten maken met de mogelijkheden op

de arbeidsmarkt en de vaardigheden die daarvoor nodig zijn en op die manier hun ontwikkeling te stimuleren. VUmc

ontving in 2006 tijdens een bliksemstage een 3 VMBO-T klas met het profiel zorg en welzijn. Doel van zo’n bliksem-

stage is om scholieren kennis te laten maken met een mogelijk toekomstig beroep. De scholieren hoefden niet alleen

te luisteren, ze konden daadwerkelijk hun handen uit de mouwen steken. Zo bekeken ze na een rondleiding door de

laboratoria hun eigen haren onder een microscoop, leerden ze een bed te verschonen terwijl hun docent erin lag,

oefenden ze met een patiëntenlift en konden ze met behulp van speciale lampen zien of hun handen na het wassen

echt bacterie vrij waren. In het schooljaar 2007-2008 komen nog drie scholen een bliksemstage doen binnen VU

medisch centrum.

Doctor 2 Doctor

Ook buiten de landsgrenzen ondersteunt VU medisch centrum de ontwikkelingen op het gebied van patiëntenzorg,

onderzoek en onderwijs. Zo startte in 2006 het sympathieke project Doctor 2 Doctor. Een initiatief waarbij kinder-

artsen van VUmc collega’s in Kenia helpen om de gezondheidszorg structureel te verbeteren. De VUmc-kinderartsen

scholen, trainen en coachen ter plekke artsen en verpleegkundigen. Met de kennis en vaardigheden die VUmc kinder-

artsen overdragen, zijn de plaatselijke artsen in staat de gezondheidszorg structureel op een hoger peil te brengen.

Het ziekenhuis waarmee VUmc samenwerkt, is het Moi Referral and Teaching Hospital in Eldoret, Kenia. Kleinere

ziekenhuizen uit de regio verwijzen naar het Moi, het verzorgingsgebied omvat zo’n 13 miljoen mensen. Het is

bovendien een opleidingsziekenhuis met behoorlijk wat faciliteiten.

Tsunami

De tsunami die eind 2004 veel slachtoffers maakte in Zuidoost Azie leidde in VUmc tot een spontane inzamelings-

actie onder medewerkers. De eerste concrete resultaten werden in 2006 zichtbaar. De inzamelingsactie ‘VUmc voor

Sri Lanka’ leverde driekwart ton euro op.

Twee jaar lang schonken 220 medewerkers elke maand een bedrag van hun salaris aan het Sri Lanka project en ook

enkele stichtingen doneerden geld. Hiervan zijn vrij snel na de verwoestende tsunami kleinschalige projecten

gesteund, zoals een waterput en medicijnen. Er werd ook een grootschalig project gevonden ter ondersteuning: de

70

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

September 2006 Diabeteszorg verbeterd

Sinds de invoering van het Diabetes Zorgsysteem West-Friesland in 1997 is het aantal diabetesgerelateerde

amputaties in die regio met meer dan 50% gedaald, meldt Giel Nijpels, hoogleraar huisartsgeneeskunde aan

VUmc, tijdens zijn oratie. Hij startte deze multidisciplinaire aanpak voor diabetespatiënten, omdat de traditionele

huisartsenzorg onvoldoende is ingesteld op patiënten met chronische aandoeningen. In het zogenaamde

Diabetes Management Model is sprake van een betere coördinatie en intensievere patiëntenbegeleiding. Ook is

de rol van arts, verpleegkundige en patiënt aangepast.

Page 74: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

bouw en inrichting van een medisch centrum als onderdeel van een ‘centre of excellence’ in een dorp dat volledig is

weggevaagd door de tsunami. Het geld van VUmc is besteed aan de bouw van een moderne kliniek en de benodigde

apparatuur. Op het terrein komen verder een aantal scholen, een kunstnijverheidswerkplaats voor vrouwen, sport-

velden en een computerlokaal. Het medisch centrum valt onder de universiteitskliniek uit de hoofdstad Colombo en

bestaat uit verschillende afdelingen: algemene interne, kindergeneeskunde, psychiatrie, kleine chirurgie, verloskunde,

en tandheelkunde. Vooral de aandacht voor psychiatrie is opmerkelijk. Door de tsunami zijn met name veel kinderen

getraumatiseerd en angstig.

Van het geld dat resteert, kan nog zes maanden de exploitatie worden bekostigd. Daarna moet het medisch centrum

zelfstandig verder kunnen. De band met VUmc zal blijven. Verpleegkundigen en artsen kunnen er op vrijwillige basis

werken.

Firewall

Als onderdeel van haar maatschappelijk taak bij rampenoefening deed VUmc mee aan de oefening Firewall. VUmc

presteerde goed tijdens deze oefening waarbij ook de politie, brandweer en de medewerkers van de Geneeskundige

hulpverlening bij ongevallen en rampen GHOR aan meededen. De logistiek na de triage van de LOTUS-slachtoffers

verliep, voor zover werd nagegaan, uitstekend. Met inzet van bedrijfshulpverleners konden stabiele slachtoffers,

waarbij geen onmiddellijke actie is vereist, voor behandeling naar de polikliniek worden gebracht. Voor de meer

ernstige gewonden waren, na doorverwijzing van de OK en IC afdelingen, ook opvangplekken op een speciaal daar-

voor ingericht zorgeenheid beschikbaar.

71

III. Verslag

raad van

bestu

ur

lustrum 2005 6: Open dag

Page 75: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Milieu

Wat betreft milieu lag in 2006 de aandacht vooral op twee onderwerpen. Enerzijds het realiseren van randvoorwaar-

den om een flexibele milieuvergunning te krijgen, anderzijds het verder vormgeven van de infrastructuur in VUmc

rondom arbo en milieu.

Eind 2006 is besloten tot de oprichting van een VUmc-brede themawerkgroep ‘Arbo- en milieucoördinatoren’.

Vertegenwoordigers uit alle clusters en arbo- en milieudeskundigen nemen hieraan deel. Aan de hand van een door

de managers bedrijfsvoering goedgekeurd projectplan werkt deze groep aan het behalen van concrete resultaten op

het gebied van arbo en milieu. Deze resultaten worden afgeleid van het meerjarenbeleidsplan en houden verband

met de aanwezigheid van actuele Risico Inventarisatie en Evaluaties (RIE’s), actuele milieuregisters, actuele milieujaar-

plannen en prestatie-indicatoren om milieureductie inzichtelijk te maken. Activiteiten zullen dan verder worden

gekoppeld aan de normen van de kwaliteitssystemen, waaronder audits en het handboek milieu.

Commissie medische ethiek

De commissie medische ethiek (CME) houdt zich bezig met algemeen medisch-ethische kwesties in VU medisch

centrum. Zij brengt hierover advies uit aan de raad van bestuur. In 2006 waren er tien vergaderingen. De onder-

werpen liepen uiteen van eiceldonatie, Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI), het beleid bij onverzekerde

patiënten, levensbeëindigend handelen bij ernstig lijdende gehandicapte pasgeborenen tot euthanasie.

Over euthanasie bracht de CME de Gedragslijn voor artsen en verpleegkundigen van VU medisch centrum uit. Dit was

een herziene versie van een stuk uit 1997. Om tot een goede verandering te komen, discussieerde de CME onder

andere over de rol van het dagelijks bestuur van de afdeling bij euthanasie, de rol van de arts-assistent en de rol van

de familie. Verder besprak zij de neiging van artsen om euthanasie te ontlopen, de vraag in hoeverre de arts

euthanasie ter sprake mag brengen bij een patiënt en de rol van de verpleegkundige. Zij vroeg zich ook af in welke

omstandigheden een patiënt depressief mag zijn als hij een in te willigen verzoek om euthanasie doet, en welke rol

een schriftelijke wilsverklaring kan spelen als een patiënt niet meer in staat is om zelf om euthanasie te vragen.

Bij het aanbieden van de nieuwe gedragslijn aan de raad van bestuur in mei 2006 adviseerde de CME om bij euthanasie

in VU medisch centrum altijd een SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland) als onafhankelijk arts

te raadplegen. Die SCEN-arts zou óf iemand kunnen zijn van buiten VU medisch centrum, óf deel uit kunnen maken

van een nog op te richten intern SCEN-team. Op het moment dat de gedragslijn opgesteld werd, waren er in VU

medisch centrum drie artsen die de taak van onafhankelijk arts bij euthanasie meestal vervulden. De CME heeft liever

dat dit er meer worden en dat er een groep artsen komt die speciaal getraind is voor dit werk. Om hun onafhanke-

lijkheid te vergroten zouden zij via een bureau benaderd kunnen worden in plaats van individueel. De CME had nog

een reden om te komen tot een onafhankelijk SCEN-team in VUmc: voor artsen is het vaak moeilijk om af te wegen of

72

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

September 2006 Grote subsidie voor MS onderzoek

Het MS onderzoek van VUmc ontvangt een subsidie van een half miljoen euro voor onderzoek naar de ziekte

Multiple Sclerose. De subsidie wordt verleend door de Stichting MS Research en loopt in eerste instantie tot

1 oktober 2007. Bij een positieve tussentijdse beoordeling wordt de subsidie met nog eens drie jaar verlengd,

voor een totaal bedrag van 2 miljoen euro. Het onderzoek van het centrum richt zich op de vroege opsporing en

behandeling op maat van MS. Als de diagnose vroeg gesteld wordt is de hersenschade nog beperkt.

Page 76: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

er al of niet euthanasie plaats moet vinden. Zij hebben nogal eens behoefte om daarover te praten, vooraf én achteraf.

Ook hiervoor zou een SCEN-team belangrijk kunnen zijn.

De raad van bestuur accepteerde het advies over het SCEN-team tezamen met de nieuwe gedragslijn.

Medisch Ethische Toetsingscommissie

De Medisch Ethische Toetsingscommissie VU medisch centrum (METc VUmc) behoort met de andere METc’s van de

academisch medische centra tot de grootste toetsingscommissies, waarbij per jaar meer dan 250 protocollen in

behandeling worden genomen.

Ten opzichte van 2005 is het aantal onderzoeksvoorstellen bij de METc, in 2006 met 43 toegenomen tot 292, te

weten 118 protocollen met een WMO-oordeel, 73 protocollen met een WMO-advies en 42 protocollen met een niet-

WMO-advies.

In 2006 heeft de METc VUmc een kwaliteitserkenning gekregen van de Nederlandse Vereniging van Medische Ethische

Toetsingscommissies (NVMETC). Een visitatiecommissie van de NVMETC ging na of de METc aan de in de wet (WMO)

genoemde voorwaarden voor toetsing van protocollen voldoet. Na de visitatie legde die visitatiecommissie aanbeve-

lingen aan de commissie voor. De aanbevelingen zijn door de METc overgenomen en geïmplementeerd. Dit leidde tot

de kwaliteitserkenning van de METc VUmc.

Het professioneel opereren van een toetsingscommissie vereist dat werkwijze en werkprocessen van de commissie en

haar secretariaat op transparante wijze vastgelegd zijn in een operationeel kwaliteitssysteem. De METc heeft in het

verslagjaar de belangrijkste werkprocessen vastgelegd in Standard Operating Procedures (SOP's). De SOP's zijn geac-

cordeerd door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek.

Over de werkwijze van de METc heeft het secretariaat een klanttevredenheidsonderzoek onder 100 onderzoekers

verricht. De onderzoekers bleken de objectiviteit en deskundigheid van de commissie te waarderen. Over de door-

looptijden was men minder tevreden; die werden in het algemeen als lang ervaren.

73

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

Oktober 2006 Tevreden co-assistenten

Uit onderzoek onder co-assistenten van VUmc blijkt dat zij veel leren tijdens de co-schappen in ziekenhuizen

en instellingen. Op het symposium ‘Van Co tot pro’, georganiseerd voor en door co-assistenten, komt aan de

orde wat goed is en wat beter kan tijdens de opleiding. Ruim 400 co-assistenten, opleiders, arts-assistenten en

onderwijskundigen praten over de inrichting van de co-fase. Het is voor het eerst dat de co’s zo nauw betrokken

worden bij de vorming en evaluatie van deze studiefase.

Page 77: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

74

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

November 2006 Parelsnoer-project van start

De acht UMC’s gaan van start met het opzetten van biobanken, waarin gegevens en materiaal van patiënten

geanonimiseerd worden opgeslagen. Deze databanken kunnen vervolgens door alle onderzoekers worden

gebruikt, zodat ze over veel meer klinische data beschikken dan de UMC’s ieder voor zich in huis hebben.

Binnen het zogenaamde Parelsnoer-project zijn acht ziektebeelden gedefinieerd; ieder UMC speelt een voortrek-

kersrol bij één ziekte. De UMC’s hebben hiervoor een ESF-subsidie gekregen van 35 miljoen euro, voldoende om

de kosten van de biobanken gedurende vier jaar te dekken.

Page 78: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

12 Eindresultaten

Resultaten financieel beleid

In de financiële verantwoording is ten opzichte van voorgaande jaren sprake van een trendbreuk, omdat met ingang

van 2006 in de jaarrekening van VUmc de jaarrekening van de Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research

(SCRR) te Amsterdam volledig is geconsolideerd. Ook de vergelijkende cijfers van 2005 zijn aangepast. De meerder-

heid van het bestuur van deze stichting wordt gevormd door vertegenwoordigers van VUmc. Deze stichting is voor

100 % aandeelhouder van de BV Cyclotron. Het eigen vermogen van SCRR was aan het begin van het boekjaar 2006

€ 7,7 miljoen en het resultaat over 2005 was € 2,7 miljoen.

Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening bedraagt € 5,3 miljoen positief (SCRR € 2,5 miljoen en VUmc € 2,8 mil-

joen). Hierdoor is het eigen vermogen gestegen tot € 27,8 miljoen (SCRR € 10,1 miljoen en VUmc € 17,7 miljoen).

De reservepositie bedraagt 7 % van de som van het budget patiëntenzorg, rijksbijdrage en de netto omzet SCRR.

Het voorzieningenniveau is gestegen van € 9,9 miljoen naar € 16,3 miljoen. Deze stijging is met name het gevolg

van het treffen van voorzieningen rondom uitgestelde personeelsbeloningen zoals jubilea en wachtgeldverplichtingen

(€ 5,1 miljoen). Met het inwerking treden van de richtlijn jaarverslaggeving 271 is dat verplicht geworden.

De voorziening sociale- en reorganisatiekosten is verhoogd met € 2,2 miljoen in verband met de structureel in te

vullen besparing efficiëntere bedrijfsvoering ingaande 2007.

De totale baten zijn ten opzichte van 2005 met € 28,8 miljoen gestegen, daartegenover zijn de bedrijfslasten met

€ 29,5 miljoen gestegen. Ten opzichte van 2005 is er voor de totale patiëntenzorg een verhoging te zien van 7,2 %,

dit komt overeen met € 19,9 miljoen. De overige bedrijfsopbrengsten stegen met € 6 miljoen.

De personele kosten zijn ten opzichte van 2005 gestegen met € 10,3 miljoen. Deze stijging is vooral te zien bij

personeel in loondienst (€ 9,3 miljoen) en de overige personele vergoedingen ( waaronder uitzendkrachten) stegen

met € 1,5 miljoen. De sociale lasten daalden met € 4,2 miljoen en de andere personele lasten stegen daartegenover

met € 3,7 miljoen. De salariskosten stegen door een hogere bezetting ( 44 fte’s) en een hogere gemiddelde personele

last ( 3,6%). In de CAO was een salarisverhoging per 1 april 2006 afgesproken van 1,5% en een verhoging van de

eindejaarsuitkering met 0,75% ( totale CAO-jaarlast 2006 ca. 2%). De rest is een gevolg van met name het anciën-

niteiteffect.

De overige bedrijfskosten zijn met € 18,2 miljoen gestegen en deze stijging is het grootst bij de patiëntgebonden

kosten (€ 10,4 miljoen) als gevolg de hogere productie en bij de algemene kosten (€ 4,1 miljoen).

De resultaten van de in 2006 afgesloten onderzoeksprojecten is nihil geweest en achtergebleven bij het resultaat

over 2005 (€ 2 miljoen), omdat er met het afsluiten van projecten met de nieuwe projectenmodule achterstanden

zijn opgetreden.

Op het resultaat zijn met name de volgende onderwerpen van invloed geweest:

• doorwerking resultaten meerjaren bezuinigingsoperatie Gerichte Groei

• verhoging budget patiëntenzorg met ca. € 17 miljoen door hogere productieafspraken en de prijscompensatie

voor personele en materiele lasten

• stringent personeelsbeleid waarbij de productiegroei gerealiseerd is zonder veel inzet van extra personeel

• daarnaast zijn de zorgprocessen, de zorgcapaciteit, het personeel, de inkoop / logistiek / overige middelen en de

ICT doorgelicht met als doel de (financiële én niet financiële) middelen efficiënter in te zetten.

75

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 79: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Balans

In het kader van de richtlijn RJ 271 ( voorzieningen sociaal beleid) zijn alle daarvoor aangewezen voorzieningen

volledig gevormd, te weten voor de seniorenregelingen € 4 miljoen, voor de wachtgeldverplichtingen € 3 miljoen en

voor jubilea € 2,1 miljoen.

De invoering van het nieuwe factureringsstelsel op basis van afgesloten DBC’s had in 2005 tot gevolg dat er per

balansdatum een financieringstekort ontstond van € 51,6 miljoen. De voorgeschreven declaratietarieven en het toe-

gestane opslag (sluit) percentage waren te laag vastgesteld. De onderdekking 2005 is in een keer gedeclareerd aan

de verzekeraars en in 2006 ontvangen. De forse verhoging van het opslagpercentage in 2006 tot 152% heeft geleid

tot een overdekking per ultimo 2006 van € 48,6 miljoen. Deze overdekking zal in de mei/juni van 2007 weer aan de

verzekeraars worden terugbetaald.

Het opslagpercentage is inmiddels in 2007 naar beneden bijgesteld tot 58 % en een aanvraag tot verlaging naar 49%

is ingediend bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

De post schulden op korte termijn is in 2006 met € 74 miljoen gedaald tot € 86 miljoen. Dit komt doordat de schuld

aan de banken in rekening –courant per ultimo 2005 ad. € 82 miljoen is omgeslagen in een kleine positieve bank-

stand eind 2006.

Reservepositie

De consolidatie met de Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research en het positieve resultaat van 2006 zorgen

voor een aanzienlijke versterking van de reservepositie. Het eigen vermogen is nu 7% van de som van het budget

patiëntenzorg, rijksbijdragen en de omzet SCRR. Om financiële tegenvallers te kunnen opvangen, mede door de

introductie van marktwerking, is het doel om eind 2012 dit percentage op 12 % te hebben.

76

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 80: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

13. Hoofdlijnen van beleid 2007

in het jaarplan 2006-2007 zijn de hoofdlijnen van beleid uitgezet door de raad van bestuur. In dit hoofdstuk een

korte schets.

Samenwerking met VU Windesheim

VUmc werkt mee aan de wijziging van de governancestructuur van de gezamenlijke rechtspersoon van VU-

Windesheim en VUmc (de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek). Deze wijziging

faciliteert een betere afstemming en coördinatie van de strategie van de verschillende instellingen en maakt het

mogelijk een moderne levensbeschouwelijke vereniging vorm te geven.

Netwerkontwikkeling

De raad van bestuur zal de samenwerking met de GGZ instelling Stichting Buitenamstel Geestgronden verder intensi-

veren. Onderzocht wordt welke inhoudelijke speerpunten een dergelijk samenwerkingsverband zou moeten hebben

en op welke wijze dit bestuurlijk-organisatorisch vorm gegeven moet worden.

Een soortgelijk traject is ook met het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) aan de orde. In 2007 zal naar verwachting

de besluitvorming over een intensieve bestuurlijke samenwerking afgerond kunnen worden.

Innovatie medische vervolgopleidingen

In een meerjaren inspanning zal zowel landelijk als in VUmc gestreefd worden naar een modernisering van de

medisch-specialistische vervolgopleidingen. Parallel daaraan investeert VUmc in verdere docentprofessionalisering,

onderzoek van onderwijs en een gestructureerd kwaliteitsbeleid. Dit alles zal mede vorm krijgen in nauwe samen-

werking met de partnerziekenhuizen in de regio. VUmc heeft de ambitie als regionaal expertisecentrum te fungeren.

Technology Transfer Office (TTO)

VUmc streeft gezamenlijk met de VU naar een groei van het aantal patenten en daaraan gerelateerde ondernemingen.

Dit past in het landelijk beleid kennis te valoriseren en intensieve samenwerking tussen kennisinstellingen en

bedrijfsleven te entameren. Het TTO faciliteert dit beleid met operationele ondersteuning bij patentaanvragen en het

oprichten van bedrijven. Daarnaast richt het zich op scouting van mogelijk beschermenswaardige kennis en het bege-

leiden van onderzoekers bij het aanvragen van subsidies.

Kwaliteitsbeleid

VUmc investeert ook dit jaar weer in het kwaliteitsbeleid in de zorg. Dit beleid wordt doorgezet en geborgd. De

programma’s patiëntenlogistiek, –tevredenheid en –veiligheid alsmede professionele kwaliteit worden gecontinueerd.

De organisatiebrede aanvraag voor NIAZ accreditatie wordt voorbereid.

77

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Page 81: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Reputatiemanagement

Dit beleid is gericht op het systematisch en gestructureerd in kaart brengen van en sturen op factoren die bijdragen

aan de reputatie van de organisatie. Dit richt zich op verschillende stakeholders van het VUmc, met name patiënten

en verwijzers. Een goede reputatie is onontbeerlijk, net als het bereiken van een krachtige positie in de regio en het

netwerk waarbinnen VUmc opereert.

Management development

In 2007 wordt dit instrumentarium breed aan leidinggevenden ter beschikking gesteld. Het programma faciliteert het

verdere proces van organisatieontwikkeling. Tevens zal aandacht besteed worden aan een specifiek MD programma

voor het werkplekmanagement.

De raad van bestuur is erkentelijk voor het door de raad van toezicht in hem gestelde vertrouwen. Aan alle medewer-

kers spreekt de raad van bestuur zijn dank en waardering uit voor hun bijdrage aan het behalen van het positieve

bedrijfsresultaat en de vele prestaties op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg.

24 april 2007

drs. E.B. Mulder, voorzitter

prof. dr. T.J.F. Savelkoul, vice-voorzitter

prof. dr. W.A.B. Stalman, lid en decaan

78

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Nieuwsflits

November 2006Beste studenten onderscheiden

VUmc stelt StudentenOnderzoeksprijzen in. Met dit initiatief wil de faculteit het belang van de wetenschappelijke

stage accentueren. Het gaat om drie prijzen: twee voor de beste wetenschappelijke stages geneeskunde (beste

mondelinge presentatie en beste posterpresentatie) en een voor de beste wetenschappelijke stage van de

masteropleiding oncology.

Page 82: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

79Bijlage 1 HRM kengetallen 2006 VU medisch centrum1

Peildatum: 10 februari 2007

Verschil

in %

2006-

Onderwerp Kengetal 2003 2004 2005 2006 2005

Functiebestand VUmc, personeel: alle geldstromen 4.713 5.027 4.854 4.896 0,9%

(in fte) • patientgebonden personeel (a) 3.214 3.360 3.329 3.370 1,2%

• personeel algemeen- en

administratieve functies (b) 1.025 1.084 1.075 1.085 0,9%

• personeel hotelfuncties (c) 313 315 305 295 -3,3%

• personeel terrein- en gebouwgebonden

functies (d) 40 41 40 32 -20,0%2

• verpleegkundigen in opleiding (e) 121 89 72 72 0,0%

• personeel niet in loondienst 122 32 3

• overig 15 1 39

(in fte) VUmc, personeel: 1e GELDSTROOM 4.162 4.467 4.279 4.282 0,1%

• patiëntgebonden personeel (a) 2.730 2.885 2.841 2.854 0,5%

• personeel algemeen- en

administratieve functies (b) 961 1.009 994 1.000 0,6%

• personeel hotelfuncties (c) 310 311 301 290 -3,7%

• personeel terrein- en

gebouwgebonden functies (d) 40 41 40 32 -20,0%

• verpleegkundigen in opleiding (e) 121 89 72 72 0,0%

• personeel niet in loondienst 119 31 3

• overig 14 31

(in fte) VUmc, personeel 3e GELDSTROOM 547 555 573 614 7,0%

• patientgebonden personeel (a) 480 471 484 515 6,4%

• personeel algemeen- en

administratieve functies (b) 63 76 82 85 -3,7%

• personeel hotelfuncties (c) 3,6 4 4 5 25,0%

• personeel niet in loondienst 3 0 0

• overig 1 3 9

(in fte) VUmc totaal aantal medewerkers 4.713 5.027 4.854 4.896 0,9%

• AGIO-regioplan 239 277 310 324 4,5%

• NWP 3.405 3.666 3.475 3.483 0,2%

• WP doorstroom 164 168 145 144 -0,7%

• WP promovendi 156 142 138 142 2,9%

• WP staf 748 774 786 804 2,3%

III. Verslag

raad van

bestu

ur

1 Voor de vergelijkbaarheid is ervoor gekozen om voor de jaren 2003 tot en met 2005 de gegevens uit de laatste - verbeterde en gevalideerde - versies van

het managementinformatiesysteem (COGNOS) te gebruiken. Door systeemwijzigingen kunnen ten opzichte van de vorige jaarverslagen (lichte) afwijkin-

gen ontstaan.

2 De daling van het aantal medewerkers in terrein- en gebouwgebonden functies van 40 naar 32 (20%) is vooral toe te schrijven aan technici die in verband

met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd uit dienst zijn gegaan.

Page 83: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

80

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Verschil

in %

2006-

Onderwerp Kengetal 2003 2004 2005 2006 2005

(in fte) Aantal leidinggevend verplegend &

verzorgend personeel in fte 83 78 70 59 -15,7%3

Aantal niet leidinggevend verplegend &

verzorgend personeel 917 989 948 958 1,1%

Indirect personeel in fte (b + c + d) 1.377 1.441 1.421 1.412 -0,6%

Indirect personeel % 29,2% 28,7% 29,3% 28,8% -1,5%

(in fte) Top 5 functies met meeste fte

• arts-assistenten src

(specialisten registratie commissie) 236 268 300 314 4,7%

• verpleegkundige 456 331 305 309 1,3%

• gespecialiseerd verpleegkundige 0 220 214 235 9,8%

• gespecialiseerd verpleegkundige

interne zorg 0 179 173 184 6,4%

• medisch administratief medewerker 161 166 155 144 -7,1%

(in fte) Aantal fte medici in schaalklasse: 642 677 689 709 2,9%

• 11A (arts-assistenten) 316 346 367 380 3,5%

• MS (medisch specialist) 30 26 22 24 9,7%

• UMS (universitair medisch specialist,

nieuwe schaal per 1/1/2004) 241 250 247 247 0,2%

• HM4 (hoogleraren /

medisch specialisten) 21 21 22 27 22,6%

• HH5 (hoogleraren / afdelingshoofden) 34 34 31 30 -2,6%

VUmc totaal, incl. personeel niet in

loondienst 7.165 7.203 7.483 7.7114 3,0%

(hoofdelijk) • patientgebonden personeel (a) 4.194 4.360 4.331 4.401 1,6%

• personeel algemeen- en

administratieve functies (b) 1.937 1.719 1.785 1.716 -3,9%

• personeel hotelfuncties (c) 452 460 449 420 -6,6%

• personeel niet in loondienst (d) 168 172 177 163 -7,9%

• personeel terrein- en

gebouwgebonden functies (e) 42 43 42 34 -19,0%

• stagiares (f) 246 335 598 881 47,3%5

• verpleegkundigen in opleiding (g) 126 102 81 77 -4,9%

(hoofdelijk) VUmc totaal aantal medewerkers in

loondienst hoofdelijk 6.126 6.392 6.436 6.476 0,6%

• aantal leidinggevenden 419 444 434 407 -6,2%

• aantal niet-leidinggevenden 5.708 5.948 6.003 6.069 1,1%

• % leidinggevend 6,8% 6,9% 6,7% 6,3% -0,4%

• % niet leidingevend 93,2% 93,1% 93,3% 93,7% 0,5%

3 De daling van het aantal leidinggevenden in de verplegende & verzorgende beroepen wordt vooral veroorzaakt door de daling van het aantal leidingge-

vend verpleegkundigen van enkele verpleegeenheden en IC-afdelingen.

4 Exclusief 26 (2005:24) medewerkers van de Stichting Centrum voor Radio – isotopen Research

5 De sterke stijging van het aantal stagiares is nog altijd het gevolg van een hoge instroom bij Huisartsengeneeskunde.

Page 84: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Verschil

in %

2006-

Onderwerp Kengetal 2003 2004 2005 2006 2005

(hoofdelijk) Leeftijdsopbouw van alle medewerkers

in loondienst 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

tot 30 jaar 22,3% 21,6% 20,4% 21,0% 0,6%

30 tot 55 jaar 69,3% 68,9% 69,2% 68,3% -0,9%

>=55 jaar 8,4% 9,5% 10,4% 10,7% 0,4%

Gemiddelde leeftijd van medewerkers

die in dienst zijn gekomen 30,0 32,0 29,7 30,1 1,4%

Gemiddelde leeftijd van medewerkers

die uit dienst zijn getreden 33,7 33,8 35,1 33,4 -4,9%

Gemiddelde leeftijd van een

medewerker bij het VUmc 39,3 39,5 39,9 40,1 0,5%

Gemiddelde leeftijd van een vaste

medewerker 42,6 42,8 43,4 43,9 1,3%

Gemiddelde leeftijd van een medewerker

met tijdelijk dienstverband 31,0 31,1 31,4 31,6 0,6%

diensttijdverdeling van alle medewerkers

in loondienst 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

<= 2 jaar 53,4% 37,2% 33,2% 32,1% -1,0%

3 – 4 10,5% 26,0% 27,2% 15,0% -12,2%6

5 – 6 5,7% 6,6% 8,4% 20,6% 12,2%

7 – 8 3,4% 3,8% 4,4% 5,3% 0,9%

9 – 10 3,1% 2,4% 2,8% 3,3% 0,5%

>= 10 jaar 23,9% 24,0% 24,0% 23,7% -0,3%

Percentage mannen 35,1% 35,5% 35,6% 35,0% -0,6%

Percentage vrouwen 64,9% 64,5% 64,4% 65,0% 0,6%

% tijdelijke contracten 28,0% 28,4% 29,6% 31,5% 1,9%

% vaste contracten 72,0% 71,6% 70,4% 68,5% -1,9%

Deeltijdfactor 76,9% 76,8% 75,9% 76,6% 0,7%

% deeltijdcontracten 57,5% 58,6% 59,5% 58,9% -0,6%

% voltijdcontracten 42,5% 41,4% 40,5% 41,1% 0,6%

In- en uitstroom Instroom VUmc 746 722 630 748 18,7%

(in fte) Instroom op basis van 1e geldstroom 613 594 493 590 19,7%

Instroom op basis van 3e geldstroom 132 126 137 158 15,3%

Instroomratio 12,2% 11,3% 9,8% 11,5% 1,8%

Uitstroom VUMC 581 601 696 653 -6,2%

(in fte) Uitstroom op basis van 1e geldstroom 466 474 577 520 -9,9%

Uitstroom op basis van 3e geldstroom 116 127 118 132 11,9%

Uitstroomratio 9,5% 9,4% 10,8% 10,1% -0,7%

81

III. Verslag

raad van

bestu

ur

6 De daling in deze categorie wordt veroorzaakt door de groep medisch specialisten die met ingang van 1 januari 2001 van de VU naar VUmc overgingen.

Vijf jaar na dato zitten ze in de diensttijdcategorie 5-6 jaar.

Page 85: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

82

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Verschil

in %

2006-

Onderwerp Kengetal 2003 2004 2005 2006 2005

(in € 1.000) Totale loonkosten

(incl. soc. lasten en plusplaatsen) € 248.870 € 274.957 € 282.646 € 289.6927 2,5%

• niet wetenschappelijk personeel € 149.480 € 163.620 € 165.117 € 169.435 2,6%

• wetenschappelijk personeel staf € 73.715 € 81.861 € 86.241 € 89.396 3,7%

• wetenschappelijk personeel doorstroom € 9.746 € 10.238 € 9.605 € 9.593 -0,1%

• promovendi € 4.587 € 4.572 € 4.704 € 5.184 10,2%8

• AGIO-regioplan € 11.341 € 14.666 € 16.979 € 17.793 4,8%

• compensatie zwangerschaps- en

bevallingsverlof € 1.710

Loonkosten- Totaal looncomponenten

ontwikkeling (incl. soc. lasten en pluspltsn) € 248.870 € 274.957 € 282.646 € 289.6929 2,5%10

(in € 1.000) • Salaris € 209.062 € 242.713 € 239.436 € 228.784 -4,5%11

• Toelage onregelmatige dienst € 7.429 € 8.257 € 8.032 € 7.626 -5,1%

• Overwerk € 928 € 802 € 641 € 675 3,3%

• Toelage (incl. gratificatie) € 20.589 € 13.803 € 26.090 € 45.518 74,5%12

• Compensatie zwangerschaps-

en bevallingsverlof -€ 1.710

• Uitzendkrachten € 6.115 € 4.775 € 2.854 € 3.820 33,9%

• Overig personeel niet in loondienst € 4.747 € 4.608 € 5.593 € 4.979 -11,0%

Loonsomverdeling

• Salaris 84,0% 88,3% 84,7% 79,0% -5,7%

• Toelage onregelmatige dienst 3,0% 3,0% 2,8% 2,6% -0,2%

• Overwerk 0,4% 0,3% 0,2% 0,2% 0,0%

• Toelage (incl. gratificatie) 7,9% 5,0% 9,2% 15,7% -6,5%

• Compensatie zwangerschaps-

en bevallingsverlof 0,0% 0,0% 0,0% -0,6% -0,6%

• Uitzendkrachten 2,5% 1,7% 1,0% 1,3% 0,3%

• Overig personeel niet in loondienst 1,9% 1,7% 2,0% 1,7% -0,3%

(in € 1.000) gemiddelde loonkosten in referteperiode

per (ingezette) fte € 53 € 56 € 58 € 59 1,7%

(in € 1.000) gemiddeld bruto salaris in referteperiode

per fte € 44 € 48 € 49 € 47 -4,1%

7 Exclusief € 1.648.253 (2005: € 1.689.593) personeelskosten van de Stichting Centrum voor Radio – isotopen Research.

8 De stijging van de loonkosten van AIO’s is het gevolg van invoering van de nieuwe schaal van de AIO’s waarbij per periodiek de salariskosten hoger zijn

geworden.

9 Exclusief € 1.648.253 (2005: € 1.689.593) personeelskosten van de Stichting Centrum voor Radio–isotopen Research

10 De stijging van de totale loonkosten met 2,5% in de referteperiode is voornamelijk het gevolg van de extra kosten voor de bij CAO afgesproken salaris-

verhoging van 1,5% per 1 april 2006, het anciënniteitseffect (door een verminderde mobiliteit schuiven zittende medewerkers langzaam verder op naar

het einde van de schaal), de extra kosten door herwaardering van functies in het kader van het nieuwe functiewaarderingssysteem FuWaVAZ en de stij-

ging van de loonkosten voor AIO’s

11 De daling houdt verband met het feit dat de vakantietoelage (2006: € 19,8 mlj.) sinds 2006 is ondergebracht in de rubriek ‘Toelage’ en niet meer in

‘Salaris’.

12 De sterke toename van het bedrag van toelagen is voornamelijk het gevolg van: de boeking van de vakantietoelage in ‘Toelage’ (zie noot 11) en de uitbe-

taalde gratificaties in verband met FuWaVAZ (van € 1,4 naar € 1,8 milj.). Omdat de functiewaardering voor verschillende functies met terugwerkende

kracht vanaf 1 januari 2003 is ingegaan zijn deze in de vorm van gratificaties uitbetaald.

Page 86: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

83

III. Verslag

raad van

bestu

ur

Verschil

in %

2006-

Onderwerp Kengetal 2003 2004 2005 2006 2005

Ziekteverzuim Meldingsfrequentie

(aantal keer ziek gemeld per periode) 1,60 1,55 1,68 1,62 -3,6%

Aantal ziekmeldingen in periode totaal 9.598 9.353 9.787 9.572 -2,2%

Ziektepercentage (totaal) 7,22% 6,48% 6,12% 5,69% -0,43%

Ziekteverzuim (< 1 jr ziek) 4,82% 4,47% 4,08% 3,98% -0,10%

Langziek (>= 1 jr ziek) 1,42% 1,17% 1,03% 0,71% -0,32%

Gravida 0,98% 0,84% 1,01% 1,00% -0,01%

Kort verzuim (< 1 jr) VUMC 4,82% 4,47% 4,08% 3,98% -0,10%

CL-1 3,92% 3,60% 3,67% 3,77% 0,10%

CL-2 4,16% 3,23% 3,24% 3,16% -0,08%

CL-3 4,63% 4,56% 4,18% 3,83% -0,35%

CL-4 5,47% 5,48% 4,72% 4,51% -0,20%

CL-5 4,14% 3,48% 3,72% 3,88% 0,16%

CL-6 3,47% 3,60% 2,97% 4,00% 1,03%

Fac.bedrijf 9,20% 9,03% 5,35% 5,33% -0,02%

Stafdiensten 3,72% 2,57% 3,21% 1,69% -1,51%

Page 87: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

84 Ontwikkeling fte alle geldstromen exclusief flexpool

Maandelijkse ontwikkeling fte Gemiddelde fte in referteriodes

In september 2006 zijn zo’n 69 fte aan flexpoolers in dienst gekomen van het VUmc. Voor een betere vergelijking is

deze groep in de grafiek buiten beschouwing gelaten.

III. Verslag

raad van

bestu

ur

4700

4750

4800

4850

4900

4950

5000

01-2004 07-2004 01-2005 07-2005 01-2006 07-2006

Nieuwsflits

December 2006 Sneller Beter werkt

Tijdens de nationale praktijkdag Sneller Beter op 11 december staan de kwaliteitsverbeteringen binnen VU

medisch centrum centraal. Zo is op de afdeling neurochirurgie en orthopedie het percentage decubitus (doorlig-

wonden) meer dan gehalveerd en vindt de antibiotica switch nu bij 82% van de patiënten op tijd plaats, terwijl

dat daarvoor 35% was. Op de helft van de poliklinieken kunnen patiënten binnen een week terecht. Demissionair

minister Hoogervorst was een van de vele gasten bij deze bijeenkomst.

Page 88: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

85

Bijlag

e 2

Bijlage 2 Eindresultaten productie

Onderwijs en opleidingen

Kengetallen onderwijs en opleiding Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar

Opleiding geneeskunde 06 - 07 05 - 06 04 –05 03 - 04 02 - 03

- reguliere instroom propedeuse 350 350 350 350 324

- instroom Noorse studenten in propedeuse - - - 8 7

- instroom hogere studiejaren (vnl. buitenlandse artsen) 5/6 8 10 10 10

- instroom tandartsen voor verkort doctoraalprogramma - 2 4 5 5

- instroom Honoursprogramma 29 15 19 20 12

- totaal aantal studenten 2267 2199 2031 1853 1705

- % vrouwelijke studenten 64% 63% 63% 62% 62%

- propedeusediploma’s 47 339 343 290

- doctoraal diploma’s 242 210 177 170

- basisartsen 207 173 199 225

Klinisch specialistenopleidingen 2006 2005 2004 2003

- aantal opleidingen (erkend) 25 25 24 24

- aantal opleidingen (niet medisch) 14 14 14 9

- instroom (OOR VUmc) 108 100 90 82

- totaal aantal AIOS (OOR VUmc) 541 528 456 406

- instroom AIOS (VUmc) 69 72 77 71

- totaal aantal AIOS (VUmc) 325 337 304 285

- aantal afgestudeerden 51 60 p.m. 51

Huisartsopleiding 2006 2005 2004 2003 2002

- instroom 58 59 56 59 60

- totaal aantal AIOS 178 175 176 177 177

- aantal afgestudeerden 55 52 56 55

Verpleeghuisartsopleiding 2006 2005 2004 2003 2002

- instroom 43 50 48 44 40

- totaal aantal AIOS 94 93 89 83 75

- aantal afgestudeerden 46 38 36 39 34

PAOG cursus- en congresorganisatie 2006 2005 2004 2003 2002

- aantal nationale bijeenkomsten (deelnemers) 47 (4054) 57 (2977) 33 (2666) 41 (3169)

- aantal internationale bijeenkomsten (deelnemers) 4 (1186) 7 (2241) 1 (1109) 4 (828)

Masteropleiding oncology 06 - 07 05 - 06 04 –05 03 - 04 02 - 03

- instroom 22 25 16 28 18

- totaal aantal studenten 62 54 49 46

- aantal afgestudeerden 23 23 13 nvt

Postinitieel masteronderwijs epidemiologie 2006 2005 2004 2003 2002

- Bij- en nascholingscursussen.: aantal bijeenk./ (deeln.) 17 (573) 16 (535) 21 (590) 16 (513) 18 (533)

- Masteropleiding epidemiologie: aantal afgestudeerden 30 35 37 26 16

Praktijkopleiding verpleegkunde 06 - 07 05 - 06 04 –05 03 - 04 02 - 03

- instroom HBO (duaal)/MBO (beroepsbegeleidende leerweg) 25 29 19 33 36

- instroom stagiaires verpleegkunde 48 45 ±60 64 39

- aantal afgestudeerden HBO (VU variant en verkort duaal) 4 6 7 22

- aantal afgestudeerden MBO (verkort bbl) 5 11 14 38

Page 89: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

86

Bijlag

e 2

Kengetallen onderwijs en opleiding Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar

Opleidingen Amstel Academie 2006 2005 2004 2003

- aantal cursisten paramedisch 285 308 325 320

- aantal cursisten intensieve zorg (IC e.d.) 170 168 186 160

- overige cursisten specialistische opleidingen 140 185 175 200

- rendement 75% 75%

- bij- en nascholing, deelnemers 1386 900 630 500

Page 90: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 3 Legitimering academisch component

1. Definitie academische componentDe academische component bestaat uit drie blokken, te weten opleiding, topreferente zorg (TRF) en ontwikkeling en

innovatie (O&I). De definitie en de landelijke omvang van de drie onderdelen (cijfers 2006) zijn als volgt:

• Opleiding: Budget van landelijk circa € 44 mln, voornamelijk bedoeld voor het opleiden van medisch specialisten;

• TRF: Budget van landelijk circa € 423 mln, bedoeld voor zeer specialistische patiëntenzorg gepaard gaande met

bijzondere diagnostiek en behandeling. Het betreft een last resort functie waarbij het vaak om tertiaire verwijzing

gaat (huisarts – algemeen ziekenhuis – academisch ziekenhuis);

• O&I: Budget van landelijk circa € 122 mln. bedoeld voor de R&D-functie hetgeen betekent ontwikkelingen beden-

ken, uitproberen en testen. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op de direct patiëntgebonden zorg, organisa-

tie van zorg, aspecten die met voeding te maken hebben of bijvoorbeeld patiëntenvoorlichting. Ook de exportfunc-

tie van kennis behoort tot deze taken.

2. Doel legitimering / verantwoording en voor wieIn het document “Legitimering academische component” zijn afspraken vastgelegd over de wijze waarop de UMC’s

inzicht bieden in en verantwoording afleggen over de inzet van de middelen die worden ontvangen voor de academi-

sche component. Bij de huidige ontwikkelingen naar meer transparantie in de zorg past een heldere maatschappelij-

ke verantwoording van de academische component.

Zo is overeengekomen is dat de NFU ieder jaar per UMC achteraf inzicht zal bieden in de aanwending van middelen,

onderscheiden naar de drie onderdelen. Voor wat betreft het blok opleidingen is afgesproken dat deze wordt betrok-

ken in de discussie over het landelijk opleidingskader.

De overige onderdelen TRF en O&I dienen dusdanig transparant te worden zodat sprake is van een maatschappelijke

legitimering van de aanwending van de middelen.

Behalve verantwoording over de benutting van de middelen is het van belang dat ondoelmatige aanwending en te

eenzijdige inzet van de middelen wordt voorkomen. Daarnaast dient tijdig zicht te komen op de mogelijke doorwer-

king naar de reguliere zorg van de resultaten bereikt met de academische component.

Het ministerie van VWS bepaalt de budgettaire omvang van de academische component en de ontwikkeling daarin.

Voor het Ministerie van VWS is het van belang inzicht te krijgen in wat er op hoofdlijnen met de academische compo-

nent wordt gedaan, wat is er te verwachten aan nieuwe zorg, hoe kwijten de UMC’s zich van hun academische taken

en hoe geven zij hun regierol vorm. Daarnaast is het voor VWS van belang om te bezien of er accenten moeten wor-

den gelegd gelet op de beleidsthema’s die VWS benadrukt zou willen zien, mede in relatie met activiteiten die

gevraagd worden van ZonMW en of andere implementatie ondersteunende organisaties.

Zorgverzekeraars maken weliswaar geen afspraken over de academische component, maar vanwege hun regierol en

de nauwe relaties met de rest van de zorg willen zij wel degelijk op de hoogte en betrokken zijn bij de wijze van

besteding van de middelen. Voor verzekeraars is het belangrijk om ten behoeve van hun inkoop van zorg in beeld te

houden of patiënten die dat nodig hebben gebruik kunnen maken van de “last resort” functie. Om de betrokkenheid

van verzekeraars en VWS goed vorm te geven is een goede legitimering door de UMC’s onontbeerlijk.

3. Wijze van verantwoordingDe academische component is als een vorm van lumpsumbekostiging vastgesteld. Dit is in lijn met het Convenant

zoals gesloten tussen VWS, NVZ, Orde, ZN en NFU over de invoering van de DBC-systematiek. Dit is niet voor niets

geweest. Bij TRF en I&O bestaat er geen eenduidig verband tussen de besteding van middelen en het resultaat.

Voor de TRF geldt dat sprake is van gecompliceerde zorgvragen, die vaak zeldzaam zijn, zich presenteren in de vorm

87

Bijlag

e 3

Page 91: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

van meerdere problemen tegelijk en waarvan de behandeling een onvoorspelbaar verloop kent. Dit betekent dat pro-

tocollering niet altijd mogelijk is, de inzet van personeel en materieel per patiënt sterk kan verschillen en specifieke

deskundigheid vraagt en deze inzet tevens moeilijk voorspelbaar is. Tot slot is het voor de TRF van belang dat infra-

structuur en kennis beschikbaar zijn, ook al is een 100% efficiënte inzet niet haalbaar.

Voor de O&I geldt min of meer hetzelfde. Deze functie leunt grotendeels op de aanwezige patiëntenzorg, het funda-

menteel onderzoek, de cultuur en organisatie van een innovatief bedrijf. Synergie en integratie van activiteiten en

personen is van belang bij het genereren van vraagstellingen, de ontwikkelactiviteiten zelf en het testen en toepas-

baar maken ervan in de praktijk. Sommige ontwikkelingen behelzen nieuwe vormen van zorg, in andere gevallen is

sprake van verbetering van bestaande behandelingen. Het “eindproduct” is daarmee niet altijd even afgebakend. Door

deze kenmerken is een directe toerekening naar activiteiten alleen mogelijk tegen zeer hoge kosten.

De kenmerken van zowel de TRF als de O&I functie belemmeren een parameterisering vooraf en een kostentoereke-

ning achteraf. Toch dient een vorm van verantwoording te worden gezocht waarbij helder is dat de middelen maat-

schappelijk verantwoord zijn ingezet. In paragraaf 5 worden hiervoor indicatoren beschreven die inzicht geven in een

legitieme besteding van de middelen. Allereerst wordt in paragraaf 4 de jaarlijkse legitimeringcyclus beschreven.

4. Cyclus

Lokaal overleg landelijke setting verantwoording jaarrekening

In het kader van de landelijke setting heeft in oktober 2006 een werkconferentie plaatsgevonden. Hiermee is uitwer-

king gegeven aan een deel van de afspraken die met ZN en VWS zijn gemaakt over het verschaffen van inzicht in de

besteding van de middelen.

Tijdens de conferentie is een boek uitgereikt met de titel “Zeldzaam gewoon, grensverleggende geneeskunde voor

topreferente patiënten”. In dit boekje hebben de UMC’s informatie gegeven over een bijzondere functie die zij in het

Nederlandse bestel vervullen: de zorg voor topreferente patiënten. Aan de hand van 24 patiëntverhalen, verzameld

uit acht UMC’s, wordt een beeld gegeven van wat topreferentie betekent, voor de patiënt en de zorgontwikkeling.

5. Onderwerp beschrijvenIn onderstaande tabel wordt per blok van de academische component de definitie en indicatoren (outputparameters)

aangegeven. Voor een deel zijn dit indicatoren die voor alle UMC’s gelijk zijn (kwantitatieve parameters). Daarnaast

zijn een aantal UMC specifieke indicatoren te noemen (kwalitatieve parameters).

88

Bijlag

e 3

Page 92: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Definitie Outputparameters 89

Bijlag

e 3O&I betreft de zogenaamde R&D-

functie van de zorg. Dit betekent

dat ontwikkelingen worden

bedacht, uitgeprobeerd en uitge-

test. Deze ontwikkelingen heb-

ben betrekking op de direct

patiëntgebonden zorg, maar ook

bijvoorbeeld op de organisatie

van de zorg. Ook de exportfunc-

tie van kennis behoort hiertoe.

• Goedgekeurde METC projecten:

292

• Wetenschappelijke publicaties:

1953

• Vakpublicaties: 85

• Promoties: 95

• Octrooiaanvragen: 11 (lopend)

(cijfers: 2006)

De UMC’s doen onderzoek op alle op dit moment

belangrijke thema's van life sciences research. Zij zijn

daarin succesvol, zoals blijkt uit de analyse van het

aantal en de kwaliteit van wetenschappelijke publica-

ties. Zij kunnen de concurrentie met de top van de

medische wetenschap volledig aan. Daarbij is niet iede-

re UMC actief op alle wetenschapsgebieden; er is spra-

ke van keuzes zodat een dynamisch systeem van con-

currentie en complementariteit ontstaat. Waar elk UMC

zich vooral op toelegt, kan het beste worden afgeleid

uit de publicaties. Zwaartepunten van onderzoek

komen tot uiting in de vorm van succesvol publiceren.

Het signalement van elk UMC wordt aangegeven als de

vijf gebieden van medische wetenschap met de hoogste

en beste output.

De meest productieve wetenschapsgebieden van het

VUmc zijn blijkens het NFU rapport “Onderzoek onder-

zocht”:

1. Oncology

2. Endocrinology & Metabolism

3. Clinical neurology

4. Neurosciences

5. Medicine, general

Voor voorbeelden van onderzoeksprojecten die ten

laste van de academische component worden uitge-

voerd, zie hoofdstuk 5 Management van processen

onderzoek)

Het is van groot maatschappelijk

belang om vast te stellen of de

topreferente zorg in Nederland

enerzijds voldoende is geconcen-

treerd en anderzijds wel vol-

doende geografisch is gespreid.

De concentratie is van belang

voor de instandhouding van de

kennisinfrastructuur die nodig is

voor deze vormen van zorg. En

• Voorbeelden uit conferentie legitimering academi-

sche component en boekje “zeldzaam gewoon”:

1. Een reumapatiënt

Reumapatiënten met complexe problemen worden

steeds vaker poliklinisch behandeld. Nieuwe vormen

van zorg zoals inzet van reumaverpleegkundigen

doen hun intrede. Recent onderzoek toonde aan dat

poliklinische zorg uitgevoerd door reumatoloog en

gespecialiseerde verpleegkundige even effectief is en

Procesafspraak:

exacte gegevens over de toprefe-

rente zorg, anders dan de sprei-

ding over de UMC’s, zijn nog niet

te geven. De reden ligt in het nog

niet beschikbaar hebben van een

uniforme definitie. In het kader van

het opstellen van een nieuwe posi-

tioneringsnota voor de UMC’s door

VWS en OCW wordt gesproken over

Ontwikkeling en Innovatie (O&I) Kwantitatief (totaal € 122 mln.; Kwalitatief

VUmc specifiek: 11.5 mln.)

Topreferente zorg (TRF) (totaal € 423 mln.;

VUmc specifiek: 38.7 mln.)

Page 93: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

90

Bijlag

e 3

de spreiding is van belang om

deze vormen van zorg ook

bereikbaar te laten zijn voor

iedere Nederlander.

Om zicht te hebben en te hou-

den op de concentratie en sprei-

ding van topreferente zorg in

Nederland, start de NFU met een

TRF-internetportal voor patiënten

en verwijzers. Via dit portal kun-

nen zij topreferente patiënten

verwijzen naar het UMC, dat in

de gewenste topreferente functie

uitblinkt. Verder wil de NFU aan

VWS voorstellen een audit-com-

missie in te stellen, die in elk

UMC een beeld moet vormen van

de herkomst van de patiënten en

die een deskundig oordeel moet

geven op de vraag of het een

topreferente patiënt betreft.

Daarmee geeft de audit-commis-

sie dus zicht op de omvang van

het aantal topreferente patiënten

per UMC. En tenslotte stelt de

NFU voor om onder regie van de

genoemde audit-commissie de

gegevens over topreferente zorg

centraal te verzamelen.

Deze initiatieven zal de NFU aan

OCW en VWS presenteren in het

kader van het opstellen van een

nota, waarmee beide departe-

menten aan de Tweede Kamer de

bijzondere positionering van de

UMC's in het nieuwe zorgbestel

willen toelichten.

goedkoper dan klinische zorg door een multidiscipli-

nair team. Dergelijke faciliteiten voor klinische zorg

dien wel behouden te blijven voor patiënten in slech-

te conditie en patiënten die intensieve verpleegkun-

dige en medische zorg nodig hebben.

2. De zorg van genderdysfore patiënten

Over de etiologie van Genderidentiteitsstoornis (GIS)

is weinig bekend en de behandeling relatief nieuw.

De ontwikkeling van nieuwe behandelmethoden en

vergroting van de kennis over etiologie en behande-

ling zijn onontbeerlijk voor goede zorg. Leden van

het VUmc genderteam worden met regelmaat gecon-

sulteerd door collega’s uit binnen- en buitenland en

bouw specifieke expertise op door eigen onderzoek.

Zonder een duidelijke bundeling van de zorg binnen

één centrum is het niet mogelijk om dit multidiscipli-

naire en complexe onderzoek te doen.

3. Surmenage

Dementiediagnostiek is een multidisciplinair proces

waarbij hoog gekwalificeerd personeel en speciale

technologie en know how is vereist. De zorg en dia-

gnostiek van dementie, met name op jonge leeftijd,

vereist een gestructureerde aanpak, waarbij de dia-

gnostiek het vertrekpunt van goede zorg moet zijn.

Tevens kunnen wetenschappelijk onderzoek en

patiëntenzorg in een academische setting goed

gecombineerd worden zonder enige belasting voor

de patiënt. Het op gestructureerde wijze verzamelen

van gegevens bij iedere patiënt maakt optimale zorg

en onderzoek mogelijk en levert logistieke winst op.

• Binnen de NFU is het idee ontstaan om een portal te

ontwikkelen voor TRF-functies binnen de UMC’s,

bestemd voor verwijzers en patiënten.

deze definitie. Zodra deze beschik-

baar is, zal in meer kwantitatieve

zin zicht worden geboden op de

topreferente zorg.

De minister van VWS heeft de posi-

tioneringsnota van universitair

medische centra aan de Tweede

Kamer aangeboden.

Definitie Outputparameters

Page 94: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

91

Bijlag

e 3

Opleiding (totaal € 44 mln. VUmc

specifiek: 4.3 mln.)1

Het onderdeel dat achterblijft in

de academische component is

bedoeld voor de specifieke aca-

demische (regionale) taken.

• Regio-opleiding

Vervolgopleiding tot

- Intensive Care Verpleegkundige

- Cardiac Care Verpleegkundige

- Medium Cardiac Care Verpleeg-

kundige

- Neonatologie Verpleegkundige

- Intensive Care Neonatologie

Verpleegkundige

- Intensive Care Kinderverpleeg-

kundige

- High Care Kinderverpleeg-

kundige

- Spoedeisende Hulp Verpleeg-

kundige

- Kinderverpleegkundige

- Obstetrie en Gynaecologie

Verpleegkundige

- Oncologie Verpleegkundige

- Neuro Verpleegkundige

- Dialyse Verpleegkundige

- Dialyse Assistent

Leertraject tot

- High Care Verpleegkundige

- Medium Care Recovery

Verpleegkundige

- Medium Care Verpleegkundige

- High Care Neonatologie

Verpleegkundige

Opleiding tot

- Operatie-assistent

- Operatie-assistent tweede des-

kundigheidsniveau

- Anesthesie medewerker

- Radiodiagnostisch laborant

- Medewerker Zorgadministratie

- Ambulance Verpleegkundige

- Ambulance chauffeur

Beschrijving skillslab

Het Skillslab is bij uitstek een vorm van praktisch

vaardigheidsonderwijs gericht op het aanleren van

algemene en specialismegebonden competenties

zoals vastgelegd in de besluiten van het CCMS. Een

eerste landelijke inventarisatie van deze voorzienin-

gen heeft o.a. gediend als input voor het NFU-boekje

‘OOR-zaak en gevolg’.

Om tot een ontwerp te komen voor afstemming van

deze veelal dure voorzieningen binnen de onderwijs-

en opleidingsregio (OOR) staat het onderwerp

opnieuw hoog op de agenda. Hiertoe komt dit

onderwerp in alle gesprekken met de partnerzieken-

huizen aan bod en is in het VUmc een brede inventa-

risatie gestart om de specifieke academische rol

gestalte te geven.

Beschrijven regiofunctie

De onderwijs- en opleidingsregio OZON is het struc-

turerend overleg tussen VUmc en de partnerzieken-

huizen voor de planning van capaciteit en inhoudelij-

ke afstemming en samenhang. Vanwege de verant-

woordelijkheden voor zowel de initiële opleiding als

de medisch specialistische vervolgopleidingen heeft

het VUmc een coördinerende rol. De planning van

het aantal onderwijsplaatsen vormt onderdeel van de

affiliatiecontracten welke het VUmc met haar partner-

ziekenhuizen afsluit. De afstemming rond de ver-

volgopleidingen vindt plaats via regulier overleg van

de regiegroep OZON en bilateraal overleg tussen de

betrokken raden van bestuur, waarbij voor wat

betreft de opleidingscapaciteit de afspraken jaarlijks

wordt vastgelegd in een regioplan.

Definitie Outputparameters

1 Na invoering van het opleidingsfonds blijft een lager bedrag achter.

Page 95: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

bijlag

e 4

92

raad

van

best

uu

r

klinis

che

en p

oliklinis

che

zorg

eenhed

en

die

nst

dië

teti

ek e

n

voed

ingsw

eten

schap

pen

•al

gem

ene

inw

endig

e

gen

eesk

unde

•der

mat

olo

gie

•en

docr

inolo

gie

•gen

eesk

undig

e onco

logie

•hem

atolo

gie

•lo

ngzie

kte

n

•m

aag-,

dar

m-

en l

ever

zie

kte

n

•nef

rolo

gie

•nucl

eair

e gen

eesk

unde

en P

ET r

esea

rch

•re

um

atolo

gie

klinis

che

en p

oliklinis

che

zorg

eenhed

en

•an

atom

ie e

n

neu

row

eten

schap

pen

•ke

el-,

neu

s- e

n o

or-

hee

lkunde

•m

ondzie

kte

n e

n

kaa

kch

irurg

ie

•neu

roch

irurg

ie

•neu

rolo

gie

•ooghee

lkunde

•pla

stis

che

chir

urg

ie

•psy

chia

trie

•re

validat

iegen

eesk

unde

klinis

che

en p

oliklinis

che

zorg

eenhed

en

die

nst

med

isch

maa

tsch

appel

ijk w

erk

•kin

der

chir

urg

ie

•kin

der

gen

eesk

unde

•klinis

che

gen

etic

a

en a

ntr

opogen

etic

a

•m

edis

che

psy

cholo

gie

•ve

rlosk

unde

&

gyn

aeco

logie

klinis

che

en p

oliklinis

che

zorg

eenhed

en

spoed

eise

nde

hulp

•an

esth

esio

logie

•ca

rdio

-thora

cale

chir

urg

ie

•ca

rdio

logie

•fy

siolo

gie

•hee

lkunde

•in

tensi

ve c

are

volw

asse

nen

•ort

hoped

ie

•uro

logie

poliklinis

che

zorg

eenhed

en

•klinis

che

farm

acolo

gie

en a

poth

eek

•fy

sica

en m

edis

che

tech

nolo

gie

•hem

atolo

gie

labora

tori

a

•in

form

atic

a en

pro

ces-

onder

steu

nin

g

•klinis

che

chem

ie

•m

edis

che

mic

robio

logie

en i

nfe

ctie

pre

venti

e

•m

ole

cula

ire

celb

iolo

gie

•pat

holo

gie

•ra

dio

logie

•ra

dio

ther

apie

Am

stel

Aca

dem

ie

audio

visu

eel

centr

um

•EM

GO

(af

del

ing)

•huis

arts

gen

eesk

unde

•klinis

ch d

iere

xper

imen

teel

labora

tori

um

•klinis

che

epid

emio

logie

en b

iost

atis

tiek

•m

etam

edic

a

•so

cial

e gen

eesk

unde

•ve

rple

eghuis

gen

eesk

unde

div

isie

Id

ivis

ie I

Id

ivis

ie I

IId

ivis

ie I

Vd

ivis

ie V

div

isie

VI

faci

lita

ir

bed

rijf

acco

unta

nts

die

nst

bure

au m

edis

che

zak

en

die

nst

bed

rijf

seco

nom

ie,

info

rmat

ie m

anag

emen

t en

zorg

adm

inis

trat

ie

die

nst

com

munic

atie

die

nst

pas

tora

at e

n g

eest

elijke

ver

zorg

ing

die

nst

per

sonee

l en

org

anis

atie

onder

wijsi

nst

ituut

pro

ject

bure

au h

uis

vest

ing

tech

nolo

gy

tran

sfer

off

ice

onder

zoek

inst

ituut

EMG

O

onder

zoek

inst

ituut

MO

VE

onder

zoek

inst

ituut

V-IC

I

onder

zoek

inst

ituut

ICaR

VU

onder

nem

ingsr

aad

raad

van

toez

icht

staf

conve

nt

studen

tenra

ad

org

an

isati

esc

hem

a V

U m

ed

isch

cen

tru

m p

er

1.3

.20

07

drs

. E.

B.

Muld

er

voorz

itte

r

pro

f.dr.

T.J.F

. Sa

velk

oul

vice

-voorz

itte

r

pro

f.dr.

W.A

.B.

Stal

man

lid e

n d

ecaa

n

mr.

O.G

.A.

van d

er B

eek

secr

etar

is

raad

van

bes

tuu

r

mw

. drs

. E.

Baa

rs

dir

ecte

ur

per

sonee

l en

org

anis

atie

C.J.H

. Bure

n M

BA

, RC

dir

ecte

ur

finan

ciën

mw

. pro

f.dr.

J.A

.A.M

. va

n D

iem

en-

Stee

nvo

ord

e

dir

ecte

ur

onder

wijs

drs

. F.

R.

Rak

ers

pro

ject

dir

ecte

ur

huis

vest

ing

drs

. K

.W.

Steg

enga

dir

ecte

ur

faci

lita

ir b

edri

jf

stafd

irect

eu

ren

pro

f.dr.

J.

Bru

g

onder

zoek

inst

ituut

voor

extr

amura

al

gen

eesk

undig

onder

zoek

(EM

GO

)

pro

f.dr.

V.W

.M.

van H

insb

ergh

onder

zoek

inst

ituut

voor

card

iova

scula

ire

rese

arch

(IC

aRV

U)

pro

f.dr.

P.C

. H

uijgen

s

VU

med

isch

cen

trum

onder

zoek

inst

ituut

voor

kan

ker

en i

mm

unolo

gie

(V

-IC

I)

pro

f.dr.

G.J.

Lankhors

t

onder

zoek

inst

ituut

MO

VE

pro

f.dr.

P.

Heu

tink

onder

zoek

inst

ituut

voor

klinis

che

en e

xper

imen

tele

neu

row

eten

schap

pen

(IC

EN)

dir

ect

eu

ren

on

derz

oekin

stit

ute

nd

ivis

ieb

est

uu

r

onder

zoek

inst

ituut

ICEN

bes

tuurs

bure

au

die

nst

str

ateg

ie e

n b

elei

d

div

isie

I

div

isie

best

uu

r:

vo

orz

itte

r

pro

f.dr.

S.A

. D

anner

vic

e-v

oo

rzit

ter

pro

f.dr.

P.M

. te

r W

ee

man

ag

er

bed

rijf

svo

eri

ng

drs

. A

.I.

Leem

huis

zo

rgm

an

ag

er

mw

. G

.M.J.

Ber

khout,

MA

div

isie

IV

div

isie

best

uu

r:

vo

orz

itte

r

pro

f.dr.

A.R

.J.

Gir

bes

vic

e-v

oo

rzit

ter

pro

f. d

r. B

.L.H

Bem

elm

ans

man

ag

er

bed

rijf

svo

eri

ng

M.F

. C

aljo

uw

zo

rgm

an

ag

er

B.C

. N

ijm

an

div

isie

II

div

isie

best

uu

r:

vo

orz

itte

r

pro

f.dr.

J.J.

Hei

man

s

vic

e-v

oo

rzit

ter

pro

f.dr.

I.

van d

er W

aal

man

ag

er

bed

rijf

svo

eri

ng

mw

. drs

. D

. Bonin

k

zo

rgm

an

ag

er

mw

. E.

M.

Bijva

nk,

MM

div

isie

V

div

isie

best

uu

r:

vo

orz

itte

r

pro

f.dr.

B.J.

Slotm

an

vic

e-v

oo

rzit

ter

pro

f.dr.

C.J.L

.M.

Mei

jer

man

ag

er

bed

rijf

svo

eri

ng

mw

. drs

. F.

Bar

bie

ri

div

isie

III

div

isie

best

uu

r:

vo

orz

itte

r

pro

f.dr.

J.J.

Roord

vic

e-v

oo

rzit

ter

pro

f.dr.

H.P

. va

n G

eijn

man

ag

er

bed

rijf

svo

eri

ng

J.C

. K

lare

nbee

k,

RB

zo

rgm

an

ag

er

L. d

e H

aan

div

isie

VI

div

isie

best

uu

r:

vo

orz

itte

r

pro

f.dr.

W.A

.B.

Stal

man

(a.i)

vic

e-v

oo

rzit

ter

vaca

nt

man

ag

er

bed

rijf

svo

eri

ng

drs

. F.

J.M

. To

lsm

a

92

Bijlage 4

Page 96: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

93

bijlag

e 4

acc

ou

nta

nts

die

nst

drs

. F.

J. M

eurs

ing,

RA

bestu

urs

bu

reau

mr.

O.G

.A.

van d

er B

eek

bu

reau

med

isch

e z

aken

drs

. A

.M.M

. de

Goei

j (a

.i)

die

nst

com

mu

nic

ati

em

w.

M.

Bolluijt

die

nst

past

ora

at

en

geest

elijk

e v

erz

org

ing

mw

. ds.

J.A

. D

elve

r

die

nst

str

ate

gie

en

bele

iddrs

. J.M

.H.

van d

er V

elden

die

nst

ho

ofd

en

alg

em

en

e i

nw

en

dig

e

gen

eesk

un

de

pro

f.dr.

S.A

. D

anner

derm

ato

log

iepro

f.dr.

Th.M

. St

arin

k

en

do

crin

olo

gie

pro

f.dr.

P.M

. te

r W

ee (

a.i.)

gen

eesk

un

dig

e o

nco

log

iepro

f.dr.

P.C

. H

uijgen

s (a

.i.)

hem

ato

log

iepro

f.dr.

P.C

. H

uijgen

s

lon

gzie

kte

npro

f.dr.

P.E

. Po

stm

us

maag

-, d

arm

- en

lev

erz

iekte

npro

f.dr.

C.J.J.

Muld

er

nefr

olo

gie

pro

f.dr.

P.M

. te

r W

ee

nu

cleair

e g

en

eesk

un

de

en

PET

rese

arc

hpro

f.dr.

O.S

. H

oek

stra

pro

f.dr.

A.A

. La

mm

erts

ma

reu

mato

log

iepro

f.dr.

B.A

.C.

Dijkm

ans

die

nst

dië

teti

ek e

n

vo

ed

ing

swete

nsc

hap

pen

mw

. d

r. M

. va

n B

okhors

t-

de

van d

er S

chuer

en

an

ato

mie

en

neu

row

ete

nsc

hap

pen

pro

f.dr.

H.J.

Gro

enew

egen

keel-, n

eu

s- e

n o

orh

eelk

un

de

pro

f.dr.

Chr.

R.

Leem

ans

mo

nd

zie

kte

n e

n k

aakch

iru

rgie

pro

f.dr.

I.

van d

er W

aal

neu

roch

iru

rgie

pro

f.dr.

W.P

. Van

der

top

neu

rolo

gie

pro

f.dr.

J.J.

Hei

man

s

oo

gh

eelk

un

de

pro

f.dr.

P.J.

Rin

gen

s

pla

stis

che c

hir

urg

iepro

f.dr.

M.J.P

.F.

Rit

t

psy

chia

trie

pro

f.dr.

A.T

.F.

Bee

km

an

revali

dati

eg

en

eesk

un

de

pro

f.dr.

G.J.

Lankhors

t

kin

derc

hir

urg

iepro

f.dr.

H.A

. H

eij

kin

derg

en

eesk

un

de

pro

f.dr.

J.J.

Roord

kli

nis

che g

en

eti

ca

en

an

tro

po

gen

eti

cam

w.

pro

f.dr.

H.

Mei

jers

-Hei

jboer

med

isch

e p

sych

olo

gie

mw

. pro

f.dr.

P.T

. C

ohen

-Ket

tenis

verl

osk

un

de e

n g

yn

aeco

log

iepro

f.dr.

H.P

. va

n G

eijn

die

nst

med

isch

m

aats

chap

pelijk

werk

drs

. H

.J.

Kau

fman

an

est

hesi

olo

gie

pro

f. d

r. S

.A.

Loer

card

io-t

ho

raca

le c

hir

urg

iedrs

. M

.A.J.M

. H

uyb

regts

card

iolo

gie

pro

f.dr.

A.C

. va

n R

oss

um

(w

nd.)

fysi

olo

gie

pro

f.dr.

G.J.

Tangel

der

heelk

un

de

pro

f.dr.

J.A

. Rau

wer

da

inte

nsi

ve c

are

vo

lwass

en

en

pro

f.dr.

A.R

.J.

Gir

bes

ort

ho

ped

iepro

f.dr.

P.I.J.M

. W

uis

man

uro

log

iepro

f.dr.

B.L

.H.

Bem

elm

ans

kli

nis

che f

arm

aco

log

ie e

n

ap

oth

eek

mw

. dr.

E.L

. Sw

art

fysi

ca e

n m

ed

isch

e t

ech

no

log

iepro

f.dr.

R.M

. H

eeth

aar

hem

ato

log

ie l

ab

ora

tori

am

w.

dr.

A.

Drä

ger

info

rmati

ca e

n

pro

ceso

nd

ers

teu

nin

gC

. va

n B

rink (

a.i.)

kli

nis

che c

hem

iepro

f.dr.

M.A

. Bla

nke

nst

ein

med

isch

e m

icro

bio

log

ie

en

in

fect

iep

reven

tie

mw

. pro

f.dr.

C.M

.J.E

. Van

den

bro

uck

e-G

rauls

mo

lecu

lair

e c

elb

iolo

gie

mw

. pro

f.dr.

C.D

. D

ijkst

ra

path

olo

gie

pro

f.dr.

C.J.L

.M.

Mei

jer

rad

iolo

gie

pro

f.dr.

C.

van K

uijk

rad

ioth

era

pie

pro

f.dr.

B.J.

Slotm

an

EM

GO

pro

f.dr.

J.

Bru

g

hu

isart

sgen

eesk

un

de

pro

f.dr.

M.G

.A.A

.M.

Nijpel

s (w

nd.)

kli

nis

che e

pid

em

iolo

gie

en

bio

stati

stie

kdr.

B.

Uit

deh

aag (

wnd.)

kli

nis

ch d

iere

xp

eri

men

teel

lab

ora

tori

um

dr.

R.

van d

er N

eut

meta

med

ica

pro

f.dr.

E.S

. H

ouw

aart

soci

ale

gen

eesk

un

de

pro

f.dr.

W.

van M

echel

en

verp

leeg

hu

isg

en

eesk

un

de

pro

f.dr.

M.W

. Rib

be

Am

stel

Aca

dem

iem

w.

M.

Baa

rdw

ijk,

MSM

(a.

i.)

au

dio

vis

ueel

cen

tru

mdr.

J.T

. G

old

schm

edin

g

div

isie

Id

ivis

ie I

Id

ivis

ie I

IId

ivis

ie I

Vd

ivis

ie V

div

isie

VI

Page 97: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

94

Page 98: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

95

IV. Jaarreken

ing

IV. Jaarrekening 2006

Page 99: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

96

IV. Jaarreken

ing

Page 100: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Kengetallen VUmc 1998-2006

opnamen (x 1.000) gemiddelde verpleegduur

opnamen (x 1.000) 21,7 19,2 17,7 20,6 22,6

gemiddelde verpleegduur 8,9 8,3 8,2 7,5 7,1

verpleegdagen (x 1.000) bedden

verpleegdagen (x 1.000) 192,0 159,0 145,6 154,9 159,8

bedden 733 733 733 733 733

97

IV. Jaarreken

ing

10

15

20

25

30

35

200620042002200019984

6

8

10

12

14

0

50

100

150

200

250

300

20062004200220001998680

700

720

740

760

780

800

Page 101: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

98

IV. Jaarreken

ing

consulten (x 1.000) (excl. radiotherapie) dagbehandelingen (x 1.000)

consulten (x 1.000)

(excl. radiotherapie) 262,1 261,0 263,7 289,5 303,4

dagbehandelingen (x 1.000) 10,7 11,4 17,9 17,7 19,4

gem. personeelsbezetting (in fte) GPL per fte (in € 1)

gem. personeelsbezetting

(in fte) 3.605 3.827 4.724 5.055 4.922

GPL per fte (in € 1) 40.531 44.693 51.749 56.766 61.494

N.B.: Met ingang van 2006 is hierin opgenomen het personeel in loondienst bij de Stichting Centrum voor Radio-

isotopen Research (in 2006: 26 fte)

100

150

200

250

300

350

400

200620042002200019984

8

12

16

20

3.000

3.500

4.000

4.500

5.000

5.500

2006200420022000199830.000

40.000

50.000

60.000

70.000

Page 102: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

99

IV. Jaarreken

ing

■ investeringen in bouw* (in € 1.000) ■ investeringen in apparatuur (in € 1.000) ■ totaal investeringen (in € 1.000)

investeringen in bouw* (in € 1.000) 5.230 609 2.978 77.544 17.468

investeringen in apparatuur (in € 1.000) 9.953 11.036 18.210 20.417 20.879

totaal investeringen (in € 1.000) 15.183 11.645 21.188 97.961 38.347

* exclusief bouwprojecten in uitvoering

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

20062004200220001998

■ budget patiëntenzorg (in € 1.000) ■ rijksbijdrage (in € 1.000) ■ totaal extern kader (in € 1.000)

budget patiëntenzorg (in € 1.000) 166.622 188.263 237.318 267.979 298.904

rijksbijdrage (in € 1.000) 42.880 47.931 79.639 88.270 93.384

totaal extern kader (in € 1.000) 209.502 236.194 316.957 356.249 392.288

0

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

20062004200220001998

Page 103: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

100

IV. Jaarreken

ing

IV.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2006 (in € 1.000)

Geconsolideerde balans per 31 december 2006 (in € 1.000)

(na resultaatverwerking) 2006 2005

ACTIVA

A Vaste activa

1 Materiële vaste activa 293.985 270.857

2 Financiële vaste activa 3.777 4.239

Totaal vaste activa 297.762 275.096

B Vlottende activa

1 Voorraden 3.991 2.908

2 Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 43.969 3.571

3 Vorderingen 61.993 61.147

4 Financieringstekort 0 51.565

Totaal vlottende activa 109.953 119.191

Totaal activa 407.715 394.287

PASSIVA

C Groepsvermogen

1 Collectief gefinancierd gebonden vermogen 6.868 4.013

2 Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 20.925 18.467

Totaal groepsvermogen 27.793 22.480

D Egalisatierekening afschrijvingen 82.948 81.284

E Voorzieningen 16.176 9.905

F Langlopende schulden 145.719 119.714

G Kortlopende schulden 86.450 160.904

H Financieringsoverschot 48.629 0

Totaal passiva 407.715 394.287

Page 104: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2006 (in € 1.000)

Geconsolideerde resultatenrekening over 2006 (in € 1.000) 2006 2005

A Bedrijfsopbrengsten

1a Budget patiëntenzorg 295.443 278.074

DBC-B segment 3.461 882

1b Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 55.938 54.976

1c Rijksbijdrage faculteit geneeskunde algemeen 35.541 33.996

1d Specialistenopleiding 719 624

1e Onderwijs dienstverlening andere faculteiten 1.186 924

392.288 369.476

2 Overige bedrijfsopbrengsten 73.436 67.407

Som der bedrijfsopbrengsten 465.724 436.883

B Bedrijfslasten

1 Personeelskosten 302.692 292.387

2 Afschrijvingen materiële vaste activa 24.416 23.594

Onttrekking egalisatierekening afschrijvingen à fonds

perdu bijdrage in bouw, eerste inrichting en inventaris -5.093 -5.231

Subtotaal afschrijvingen 19.323 18.363

3 Overige bedrijfskosten 130.846 112.632

Som der bedrijfslasten 452.861 423.382

C Financiële baten en lasten -6.554 -5.449

Groepsresultaat voor belasting 6.309 8.052

Vennootschapsbelasting -996 -983

Groepsresultaat na belasting 5.313 7.069

Overige vermogensmutaties 1.007

Groepsresultaat 5.313 8.076

101

IV. Jaarreken

ing

Page 105: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.3 Kasstroomoverzicht 2006 (in € 1.000)

Voor de bepaling van de kasstromen is uitgegaan van de indirecte methode.

2006 2005

geconsolideerd enkelvoudig

Kasstroom uit operationele activiteiten

Exploitatieresultaat 5.313 4.335

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 28.244 28.707

- mutaties egalisatierekeningen 1.664 -5.149

- mutaties voorzieningen 6.271 3.736

36.179 27.294

Veranderingen in vlottende middelen:

- voorraden -1.083 87

- onderhanden werk uit hoofde van DBC’s -40.398 -3.571

- vorderingen -846 -5.213

- financieringsoverschot 100.194 -63.257

- kortlopende schulden (exclusief kredietinstellingen) 16.295 1.330

74.162 -70.624

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 115.654 -38.995

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -51.372 -30.453

Mutatie leningen u/g 449 -1.125

Overige investeringen in financiële vaste activa 13 533

-50.910 -31.045

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -50.910 -31.045

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen 40.000 0

Aflossing langlopende schulden -13.995 -13.559

Overige mutaties eigen vermogen 0 1.007

26.005 -12.552

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 26.005 -12.552

Mutatie geldmiddelen 90.749 -82.592

Geldmiddelen per 1 januari -82.848 -3.623

Geldmiddelen per 31 december 7.901 -86.215

* De mutatie kasmiddelen per 31-12-05 (-86.215) en kasmiddelen per 01-01-06 (-82.848), groot 3.367, wordt veroorzaakt door de

liquide middelen van Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research.

102

IV. Jaarreken

ing

Page 106: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.4 Grondslagen voor de waardering van de balans en resultatenrekening

Grondslagen van waardering

Algemeen

Alle bedragen zijn in duizenden euro’s vermeld, tenzij anders is aangegeven. De activa en passiva zijn, tenzij anders

vermeld, tegen nominale waarde opgenomen.

Consolidatie

VU medisch centrum, hoewel onderdeel van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onder-

zoek en patiëntenzorg (Vereniging VU-Windesheim), brengt een eigen verslag uit. Dit uitgangspunt geldt eveneens

voor de andere entiteiten binnen de Vereniging, te weten de Vrije Universiteit en de Christelijke Hogeschool

Windesheim. Voor deze verslagwijze is gekozen, omdat een geconsolideerde jaarrekening met de andere entiteiten,

de Vereniging en de VU, niet bijdraagt aan het door de wet vereiste inzicht.

In de geconsolideerde jaarrekening over 2005 en 2006 zijn naast VU medisch centrum, de Stichting Centrum voor

Radio-isotopen Research en de daarin opgenomen BV Cyclotron, opgenomen. VU medisch centrum heeft een zeggen-

schapsbelang in het bestuur van deze stichting.

Consolidatie met Boelevaar Holding BV vindt niet plaats gezien de beperkte materiële omvang.

De enkelvoudige balans en resultatenrekening zijn opgenomen als IV.8 en IV.9

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa (inventarissen indien groter dan € 1.000 per eenheid) worden gewaardeerd tegen

aanschaffingswaarde, verminderd met afschrijvingen op basis van de door het College Tarieven

Gezondheidszorg/ZorgAutoriteit i.o. (CTG/ZAio) gehanteerde afschrijvingspercentages. Tot en met 1987 is afge-

schreven vanaf het jaar na ingebruikneming. Vanaf 1988 worden de investeringen in bouw en eerste inrichting

afgeschreven vanaf de maand van ingebruikneming. Tot en met 2005 wordt op de investeringen in inventarissen in

het jaar van aanschaf een vol jaar afgeschreven. Vanaf 2006 wordt afgeschreven vanaf de maand van aanschaf.

De à fonds perdu investeringen, alsmede gedane investeringen uit met eigen middelen getroffen voorzieningen en

apparatuur welke worden gefinancierd door bijdragen derden, worden zowel onder de materiële vaste activa als

onder de egalisatierekening afschrijvingen verantwoord. De afschrijvingen ervan worden in mindering gebracht op

zowel de actiefpost als op de passiefpost.

Financiële vaste activa

De tot de financiële vaste activa behorende deelneming is gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. De grond-

slagen voor de waardering van de deelneming zijn gelijk aan die van VU medisch centrum.

103

IV. Jaarreken

ing

Page 107: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Voorraden

De magazijnvoorraden zijn gewaardeerd tegen verrekenprijzen welke zijn gebaseerd op de actuele inkoopprijzen. Met

de mate van incourantheid is rekening gehouden. Zelf geproduceerde medicijnen zijn gewaardeerd tegen materiaal-

en loonkosten.

Onderhanden werk DBC’s

De waardering van de openstaande DBC’s van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde

verrichtingen, dan wel de lagere declaratiewaarde.

De waardering van de openstaande DBC’s van het A-segment is gebaseerd op de declaratiewaarde per type DBC,

d.w.z. de kosten- en honorariumdelen van het CTG/ZAio-tarief plus de opslag sluittarief. De typen (en aantallen)

DBC’s zijn bepaald naar de stand per ultimo 2006, d.w.z. de DBC’s zijn afgeleid vanuit de basisgegevens zoals die

ultimo 2006 bekend waren.

Debiteuren

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met mogelijke oninbaarheid. De in dit

kader gevormde voorziening wordt procentueel berekend over de totalen van debiteuren en is wegens verwachte

oninbaarheid getroffen. De voorziening wordt procentueel berekend over de totalen van debiteuren, gerubriceerd

naar ouderdom. Indien nodig worden grote posten, in afwijking van de regel, individueel beoordeeld.

Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden

Bijdragen van derden in apparatuur worden toegevoegd aan een egalisatierekening. De jaarlijkse onttrekkingen aan

deze rekening, gelijk aan de afschrijvingslasten, vallen vrij ten gunste van de resultatenrekening en neutraliseren

daarmee de afschrijvingslasten.

Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten

Op verzoek van het ministerie van VWS wordt de vergoeding voor afschrijving in het budget en de rijksbijdrage werk-

plaatsfunctie ten gunste van deze voorziening geboekt. De afschrijvingskosten worden hieraan ten laste gebracht.

Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw

In de rijksbijdrage werkplaatsfunctie is een (genormeerde) vergoeding opgenomen voor rente en afschrijving grote

bouw. Dit deel wordt toegevoegd aan de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Tegenover deze vergoe-

ding staan de werkelijke kosten, welke ten laste van de egalisatierekening worden geboekt.

104

IV. Jaarreken

ing

Page 108: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in materiële vaste activa

Dit betreft beschikbaar gestelde à fonds perdu bijdragen van het ministerie van OCW en de Vereniging in terreinen,

gebouwen en inventarissen, alsmede investeringen uit met eigen middelen getroffen voorzieningen.

Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)

Tussen de ministeries OCW, VWS en de NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de plan-

ning en uitvoering van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004 in

werking getreden. De oude systematiek wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de

plaats van de egalisatierekening kleine bouwkundige projecten en de egalisatierekening rente en afschrijving grote

bouw. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de

rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, onder aftrek van de werkelijke afschrijvingen, aan de egalisatiereke-

ning gedoteerd.

Saldi projecten

Gedurende de looptijd van meerjarige projecten worden de reeds gerealiseerde opbrengsten inclusief ontvangen

voorschotten onder aftrek van gerealiseerde kosten gepassiveerd onder de overige schulden.

Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Als prijsgrondslag wordt de historische uitgaafprijs gehanteerd. Voor de vaststelling van het resultaat wordt uitge-

gaan van het baten- en lastenstelsel. Voor zover de materiële vaste activa (waaronder inventarissen) à fonds perdu

alsmede uit voorzieningen worden gefinancierd, worden de afschrijvingen in de resultatenrekening als afschrijvings-

last opgenomen en als bate onder de post afschrijvingen ten laste van de egalisatierekening afschrijving.

De afschrijvingen van de overige materiële vaste activa zijn als last onder de post afschrijvingen opgenomen.

De baten zijn berekend aan de hand van de door het CTG/ZAio goedgekeurde aanvaardbare kosten aangevuld met

intern berekende aanpassingen daarvan. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd,

zijn aan dit boekjaar toegerekend.

Het onder de baten opgenomen wettelijk budget aanvaardbare kosten en daarmee gelijk te stellen middelen zijn

berekend volgens voorschriften voor de bekostiging/subsidiëring. Onder de baten is tevens opgenomen de door het

ministerie van OCW vastgestelde rijksbijdrage en de bijdrage van de VU betreffende de medische faculteit. De overige

opbrengsten zijn gebaseerd op aan derden gefactureerde of doorberekende bedragen voor geleverde goederen en

diensten, eventueel onder aftrek van omzetbelasting en kortingen.

Als buitengewone baten en lasten worden de baten en lasten opgenomen die niet uit de gewone bedrijfsuitoefening

voortvloeien.

105

IV. Jaarreken

ing

Page 109: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

106

IV. Jaarreken

ing

Regelingen in het kader van RJ 271

Op 1 maart 2004 is de nieuwe CAO Academische Ziekenhuizen in werking getreden. De kosten van de in deze CAO

opgenomen regelingen werden tot nu toe verantwoord in het jaar van uitbetalen. Met ingang van 2006 is voor alle op

balansdatum bestaande verplichtingen een voorziening gevormd in het kader van ‘voorzieningen voor sociaal beleid’

(RJ 271) te weten seniorenregeling, wachtgelden en jubilea.

Opbrengsten werk voor derden / mutaties saldi projecten

De baten en lasten van derde geldstroom projecten worden ten gunste of ten laste van de exploitatierekening

gebracht in de periode van gereedkomen van het project of een afgerond deel daarvan. Verliezen op lopende projec-

ten worden genomen zodra zij zich manifesteren.

Voorziening groot onderhoud

Ingevolge de invoering van de DHAZ is de noodzaak tot het houden van een voorziening anders dan voor achterstal-

lig onderhoud komen te vervallen.

Voorzieningen RJ 271

Volgens de richtlijnen in het kader van de RJ 271 zijn met ingang van 2006 een tweetal voorzieningen getroffen. Het

betreft voorzieningen voor de wachtgelden en de toekomstige jubileumverplichtingen.

Voor medewerkers in de CAO Academische Ziekenhuizen is een seniorenregeling opgenomen. De voorziening voor

toekomstige verplichtingen uit hoofde van de seniorenregeling is opgesteld met toepassing van actuariële methoden.

Inventaris en apparatuur

Inventaris en apparatuur kleiner dan € 1.000 per eenheid wordt niet geactiveerd maar als last opgenomen in het jaar

van aanschaf.

Rente

De kosten van rente op bouwprojecten in uitvoering (met uitzondering van de kleine bouwprojecten) werden tot en

met 2001 geactiveerd (bouwrente). Op grond van een CTG/ZAio-beleidsregel wordt vanaf 1 januari 2002 rente tijdens

de bouw niet meer geactiveerd.

De rentelasten met betrekking tot de leningen o/g zijn in de resultatenrekening opgenomen onder de post rentelasten.

Page 110: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Segmentatie

Voor de indeling van de geconsolideerde resultatenrekening naar segmenten is de volgende indeling gehanteerd:

• Patiëntenzorg

• Onderwijs en Onderzoek collectief gefinancierd

• Onderwijs en Onderzoek tweede en derde geldstroom

• Overige activiteiten

Het segment Patiëntenzorg alsmede het segment Onderwijs en Onderzoek collectief gefinancierd bevatten de door

middel van de rijksbijdrage en het CTG-budget gefinancierde activiteiten in het kader van de patiëntenzorg en de

werkplaatsfunctie.

Het segment Onderwijs en Onderzoek tweede en derde geldstroom bevat de direct toerekenbare kosten en opbreng-

sten verbonden aan onderzoeksprojecten gefinancierd uit de zogenaamde tweede en derde geldstromen.

Het segment Overige activiteiten bevat de financiële gegevens van de entiteiten zoals genoemd in de grondslagen

van de consolidatie.

107

IV. Jaarreken

ing

Page 111: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.5 Toelichting bij de geconsolideerde balans per 31 december 2006 (in € 1.000)

A VASTE ACTIVA

A.1. Materiële vaste activa (in € 1.000)

De specificatie van de boekwaarde van de materiële vaste activa is als volgt:

Materiële vaste activa 31-12-2006 31-12-2005

Terreinen en gebouwen 198.484 195.968

Andere vaste bedrijfsmiddelen 70.415 63.579

Bouwprojecten in uitvoering 25.086 11.310

Totaal materiële vaste activa 293.985 270.857

In deze opstelling zijn de investeringen, gefinancierd volgens de verschillende bekostigingssystematieken, onder één

noemer geplaatst. Voor een nader onderscheid wordt verwezen naar bijlage 1. In bijlage 2 is de verantwoording

DHAZ-middelen 2006 opgenomen.

Verloop van de materiële vaste activa

Terreinen en Andere vaste Bouwprojecten Totaal

gebouwen bedrijfs- in uitvoering materiële

middelen vaste activa

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 352.739 130.985 11.310 495.034

Cumulatieve afschrijvingen -156.771 -67.406 0 -224.177

Boekwaarde 195.968 63.579 11.310 270.857

Mutaties boekjaar

Investeringen 17.468 20.879 13.776 52.123

Afschrijvingen -14.618 -14.729 0 -29.347

Totaal 2.850 6.150 13.776 22.776

Desinvesteringen

Aanschafwaarde -1.439 -10.536 0 -11.975

Afschrijvingen 1.105 11.222 0 12.327

Totaal -334 686 0 352

Stand 31 december

Aanschafwaarde 368.768 141.328 25.086 535.182

Cumulatieve afschrijvingen -170.284 -70.913 0 -241.197

Boekwaarde 198.484 70.415 25.086 293.985

108

IV. Jaarreken

ing

Page 112: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Desinvesteringen

Hieronder zijn de correcties op de boekwaarde bij de conversie naar het nieuwe systeem opgenomen.

Investeringen in gebouwen

In het verslagjaar kwamen de volgende projecten gereed:

Investeringen in gebouwen

Dakopbouw B (DHAZ) 4.904

Dakopbouw A (nagekomen) 134

Tijdelijke huisvesting CCA 9.384

Diverse verbouwingen voor eigen rekening 371

Verbouwingen DHAZ 315

Kleine werken DHAZ 1.523

Kleine bouwkundige werken PBA 98

Onderhoud DHAZ 583

Subtotaal VUmc 17.312

Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research 156

Totaal 17.468

Projecten in voorbereiding of in uitvoering

Ultimo 2006 zijn de navolgende projecten nog in voorbereiding of in uitvoering:

Omschrijving WZV-type onderhanden nominaal jaar van

t/m 2006 bedrag WZV oplevering

Regionaal GGZ centrum vergunning 214 21.025 2010

Diverse bouwprojecten gefinancierd door derden niet WZV 272

Subtotaal PBA-middelen 486 21.025

Ontsluiting westflank DHAZ 2.526 2010

Onderzoek- en diagnostiekgebouw DHAZ 719 2011

Renovatie VH Oost DHAZ 4.787 2007

Upgraden glazenwasinstallatie DHAZ 1.437 2007

Facelift eetzaal DHAZ 1.829 2007

Herinrichting OK 6e etage DHAZ 2.583 2008

(Her)inrichting hoofdhal DHAZ 1.598 2007

Verhuizing Maag, Lever, Darm afdeling DHAZ 2.635 2007

Aanpassingen i.v.m. brandveiligheid (o.a. deuren) DHAZ 749 2008

Vervanging dakbedekking polikliniek DHAZ 1.074 2007

Diverse kleine bouwkundige werken DHAZ 4.663 2007 e.v.

Subtotaal DHAZ-middelen 24.600

Totaal projecten in uitvoering 25.086

109

IV. Jaarreken

ing

Page 113: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

A.2. Financiële vaste activa (in € 1.000)

Financiële vaste activa 2006 2005

Waarborgsommen 40 40

Deelneming Boelevaar Holding BV 424 437

Kosten herfinanciering langlopende leningen 900 1.349

Leningen u/g:

• vorderingen op lange termijn per 1 januari 2.413 1.288

• vorderingen op korte termijn per 1 januari 107 338

Subtotaal 2.520 1.626

• bij: nieuw verstrekte lening 0 1.434

• af: aflossingen 2006 104 -540

Stand per 31 december 2.416 2.520

• af: aflossingen 2007, opgenomen onder kortlopende vorderingen -3 -107

Boekwaarde per 31 december 2.413 2.413

Totaal financiële vaste activa 3.777 4.239

Waarborgsommen

De waarborgsom betreft een depotbedrag bij TPG Post gebaseerd op de gemiddelde factuurwaarde.

Deelneming Boelevaar Holding BV

In juni 1998 is door VU medisch centrum de Boelevaar Holding BV opgericht met een maatschappelijk kapitaal van

€ 91 duizend, waarvan € 18 duizend geplaatst en volgestort. Primaire doelstelling is het oprichten van, het voeren

van beheer over, het deelnemen in, het financieren van, het samenwerken met, het besturen van vennootschappen en

andere ondernemingen en het verlenen van adviezen en andere diensten in het belang van VU medisch centrum. De

vennootschap is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Amsterdam onder nummer 33304336. De directie van

de vennootschap wordt gevormd door de raad van bestuur van VU medisch centrum. Waardering geschiedt tegen de

netto vermogenswaarde. Het resultaat van de deelneming bedroeg in 2006 € 13 duizend negatief.

110

IV. Jaarreken

ing

Page 114: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Kosten herfinanciering langlopende leningen

In 2004 is kans gezien om een groot deel van de bestaande leningenportefeuille te herfinancieren. De kosten van de

herfinanciering, groot € 2,2 miljoen, worden over vijf kalenderjaren verdeeld.

Leningen u/g

lening afsluit- oorspr. totale restvord. resterende aflossings- restschuld restschuld rente %

jaar bedrag looptijd 31-12-06 looptijd bedrag op lange op lange

2007 termijn op termijn

31-12-06 over 5 jaar

SPF 1998 25 10 jaar 16 2 jaar 3 13 0 5,65

SAC 2004 2.400 onbep. 2.400 onbep. 0 2.400 2.400 4,50

Totaal 2.425 2.416 3 2.413 2.400

De lening aan de Stichting Arateus van Cappadocië (SAC) is ter gedeeltelijke financiering van het diabetes onder-

zoekscentrum te Hoorn. De aflossing geschiedt uiterlijk bij de toekomstige verkoop van het pand.

B VLOTTENDE ACTIVA

B.1. Voorraden (in € 1.000)

31-12-2006 31-12-2005

Voorraden:

Centraal magazijn 1.149 578

Centraal sterilisatie magazijn 151 161

Apotheek 1.881 1.565

Medische kunst- en hulpmiddelen 788 580

Emballagemateriaal 22 24

Totaal voorraden 3.991 2.908

Onder de voorraden zijn die voorraden opgenomen die centraal worden beheerd en geregistreerd. Een uitzondering

betreft de voorraad pacemakers en PTCA-materialen, die als medische kunst- en hulpmiddelen staat vermeld.

111

IV. Jaarreken

ing

Page 115: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

B.2. Onderhanden werk (in € 1.000)

31-12-2006 31-12-2005

Onderhanden werk:

Onderhanden werk DBC’s segment A 92.811 55.312

Onderhanden werk DBC’s segment B 2.682 1.847

Bevoorschotting -51.524 -53.588

Totaal onderhanden werk 43.969 3.571

De waardering van de openstaande DBC’s van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde

verrichtingen, dan wel de lagere declaratiewaarde.

De waardering van de openstaande DBC’s van het A-segment is gebaseerd op de declaratie-waarde per type DBC, dat

wil zeggen de kosten - en honorariumdelen van het CTG/ZAio-tarief plus het opslag (sluit)tarief. De typen (en aantal-

len) DBC’s zijn bepaald naar de stand per ultimo 2006, d.w.z. de DBC’s zijn afgeleid vanuit de basisgegevens zoals

die ultimo 2006 bekend waren.

Het onderhanden werk komt voor het B-segment uit op € 2,7 mln en voor het A-segment op € 92,8 mln. Circa 54%

van dit bedrag was ultimo 2006 gedekt door voorschotten van verzekeraars. Ultimo 2005 was dit circa 94%. De ster-

ke stijging is veroorzaakt door de stijging van het opslag (sluit)tarief.

112

IV. Jaarreken

ing

Page 116: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

B.3. Vorderingen (in € 1.000)

31-12-2006 31-12-2005

Rekening-courantverhouding met Stichting Specialistenrekening 0 -42

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie -9 0

Vorderingen op debiteuren

Debiteuren 55.058 40.035

Te factureren vergoedingen 6.219 19.814

Voorziening dubieuze debiteuren -3.251 -3.478

Subtotaal vorderingen op debiteuren 58.026 56.371

Bevoorschotting 0 0

Totaal vorderingen op debiteuren 58.026 56.371

Andere kortlopende vorderingen

Vooruitbetaald op bestellingen 778 2.371

Overige kortlopende vorderingen 421 452

Totaal andere kortlopende vorderingen 1.199 2.823

Korte-termijndeel financiële vaste activa 131 114

Transitoria debiteuren 2.646 1.881

Totaal vorderingen en overlopende activa 61.993 61.147

In het totaal van de vorderingen en overlopende activa zijn ook de van de Vrije Universiteit te vorderen posten opge-

nomen ter grootte van € 1,6 miljoen.

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 2006 2005

Saldo per 1 januari 0 0

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 55.938 54.976

Totaal 55.938 54.976

Door het ministerie van OCW uitgekeerd in het kalenderjaar 55.947 54.976

Saldo per 31 december -9 0

113

IV. Jaarreken

ing

Page 117: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Vorderingen op debiteuren

Vorderingen op debiteuren Openstaand Openstaand

per per

01-03-2007 31-12-2006 01-03-2006 31-12-2005

Ouderdom < 1/2 jaar 6.308 51.953 7.799 34.986

Ouderdom 1/2 - 1 jaar 545 764 1.121 1.280

Ouderdom 1 - 2 jaar 1.040 1.315 1.186 1.523

Ouderdom 2 - 3 jaar 517 517 514 815

Ouderdom > 3 jaar 509 509 1.398 1.431

Totaal debiteuren 8.919 55.058 12.018 40.035

Te factureren vergoedingen 6.219 19.814

Totaal 61.277 59.849

De krediettermijn is gedaald van 66 dagen in 2005 naar 45 dagen in 2006.

Voorziening dubieuze debiteuren 2006 2005

Saldo per 1 januari 3.478 2.508

Af: in het boekjaar ten laste van de voorziening gebracht -1.513 -1.062

Bij: in het boekjaar aan de voorziening toegevoegd ten laste van de resultatenrekening 1.286 2.032

Saldo per 31 december 3.251 3.478

De algemene rekenregel voor het bepalen van de voorziening is als volgt: de vorderingen per 31 december 2006 met

een looptijd langer dan één jaar worden voor 100% als dubieus aangemerkt en de vorderingen van de kostendelen

met een looptijd van een halfjaar tot één jaar voor 50%. Indien nodig worden grote posten, in afwijking van de regel,

individueel beoordeeld.

114

IV. Jaarreken

ing

Page 118: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

C GROEPSVERMOGEN (in € 1.000)

Het verloop van het groepsvermogen in het boekjaar is als volgt:

31-12-2005 31-12-2005 resultaat 31-12-2006

enkelvoudig gecon- 2006

solideerd

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

• Reserve patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en

ontwikkeling 4.013 4.013 2.855 6.868

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 4.013 4.013 2.855 6.868

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

• Algemene reserve 418 8.098 2.458 10.556

• Specifieke reserve o & o 10.369 10.369 0 10.369

Totaal niet collectief gefinancierd vrij vermogen 10.787 18.467 2.458 20.925

Totaal eigen vermogen 14.800 22.480 5.313 27.793

Vermogensmutaties per 1 januari 2006

Met ingang van boekjaar 2006 is de Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research in de boeken van VU medisch

centrum opgenomen. De algemene reserve van de Stichting per 31 december 2005, € 7,7 miljoen, is opgenomen in

de algemene reserve van VU medisch centrum.

C.1. Collectief gefinancierd gebonden vermogen

Reserve patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en ontwikkeling

Dit betreft de algemene reserve voor de gecumuleerde resultaten uit patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en ontwik-

keling.

C.2. Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

Algemene reserve

Dit betreft de gecumuleerde resultaten van de deelneming Boelevaar Holding BV. Afgeboekt is het negatieve resultaat

2006 van de deelneming ad € 13 duizend. Per ultimo 2005 is de algemene reserve van de Stichting Centrum voor

Radio-isotopen Research toegevoegd. Het positieve resultaat van de Stichting over 2006 ad € 2,5 miljoen is toege-

voegd.

Specifieke reserve o & o

Dit betreft gecumuleerde resultaten voor de vervanging van apparatuur, voor het ontwikkelen van innovaties en overi-

ge bestemmingen van resultaten op derde geldstroomactiviteiten en specifieke bedrijfsmatige activiteiten, specifiek

te benutten door de projectleiders. Er is geen resultaat 2006 dat betrekking heeft op tweede en derde geldstroom

onderwijs en onderzoek.

115

IV. Jaarreken

ing

Page 119: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

In het administratief afsluiten van projecten met behulp van het nieuwe financiële systeem zijn achterstanden opge-

treden. Het berekende positieve resultaat van 2006 is € 0,8 miljoen, echter, vanwege onzekerheden is voor hetzelfde

bedrag een voorziening getroffen zodat per saldo het projectresultaat nihil is.

D EGALISATIEREKENING AFSCHRIJVINGEN (in € 1.000)

Het verloop van de egalisatierekeningen in het boekjaar is als volgt:

onttrek-

31-12-2005 dotaties kingen 31-12-2006

Egalisatierekening

• Apparatuurbijdragen derden 5.642 6.614 1.560 10.696

• Kleine bouwkundige projecten 6.997 1.823 1.683 7.137

• Rente en afschrijving grote bouw, 2006 6.783 2.816 2.088 7.511

• À fonds perdu bijdragen in bouw,

eerste inrichting en inventaris. 61.377 0 5.427 55.950

• Deregulering huisvesting academische ziekenhuizen

(DHAZ), 2006 485 1.768 599 1.654

Totaal 81.284 13.021 11.357 82.948

Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden

Vanaf 1988 worden de bijdragen van derden voor investeringen in apparatuur ten gunste van deze egalisatierekening

gebracht. De jaarlijkse vrijval ten gunste van de resultatenrekening is gelijk aan de afschrijvingslast van het met geld

van derden gefinancierde deel van de apparatuur.

Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten

Ingaande 1991 is in overleg tussen de ministeries van VWS en OCW overeengekomen om bouw-projecten (tussen

€ 0,1 miljoen en € 2,3 miljoen) per project te verantwoorden in een egalisatierekening kleine bouwkundige projec-

ten. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de rijks-

bijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van deze egalisatierekening geboekt. Voor 2006 bedroeg deze

€ 1,8 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een taakstellend investeringsbudget van € 1,4 miljoen voor 1991,

€ 1,6 miljoen voor 1992 en € 2,3 miljoen jaarlijks voor de jaren 1993 tot en met 2003. Vanaf 2004 is dit budget

opgenomen in de regeling DHAZ. De totale dotatie heeft plaatsgevonden via terrein- en gebouwgebonden kosten.

Daarnaast werden middelen toegevoegd voor bouwprojecten kleiner dan € 2,3 miljoen die niet uit de daarvoor

bestaande regelingen kunnen worden gefinancierd (Investeringsplan Academische Ziekenhuizen). De afschrijvingslas-

ten van de voltooide projecten zijn ten laste van de egalisatierekening gebracht.

Ingaande 2006 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,3 miljoen).

116

IV. Jaarreken

ing

Page 120: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw

Vanaf 1991 geldt het stelsel van genormeerde toewijzing voor rente- en afschrijvingslasten.

Ingaande 2006 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,3 miljoen).

Tegenover deze vergoeding staan de werkelijke lasten welke voor een deel in latere jaren worden geboekt. Dit deel is

in deze egalisatierekening opgenomen volgens onderstaand overzicht.

norm- werkelijke

bijdrage lasten saldo

t/m 2001 16.042 10.895 5.147

2002 2.060 1.600 460

2003 2.077 1.554 523

2004 2.691 2.249 442

2005 2.326 2.115 211

2006 2.815 2.087 728

Totaal 28.011 20.500 7.511

Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris

De tot 1988 door het ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen voor à fonds perdu financiering van de

vaste activa zijn enerzijds onder materiële vaste activa en anderzijds als egalisatierekening afschrijvingen verant-

woord op de balans. Hetzelfde gebeurde met het aandeel in de financiering van de vaste activa van de Vereniging

voor christelijk wetenschappelijk onderwijs en de investeringen in apparatuur uit eigen voorzieningen.

Door de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs werd tijdens de bouw van het ziekenhuis en het oplei-

dingscentrum een bedrag van € 1,3 miljoen geïnvesteerd.

De jaarlijkse afschrijvingen worden voor gelijke bedragen zowel op de vaste activa als op de egalisatierekening

afschrijving afgeboekt en beïnvloeden daardoor het resultaat niet.

31-12-2006 31-12-2005

• De bijdragen à fonds perdu door het ministerie van OCW ten behoeve van de financiering

van gebouwen, installaties en terreinen 55.870 61.279

• Aandeel van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs in de financiering van

het ziekenhuis en het opleidingscentrum 80 98

Totaal egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris 55.950 61.377

Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)

Tussen de ministeries van OCW, VWS en de NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de

planning en uitvoering van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004

in werking getreden. De oude systematiek wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de

plaats van de egalisatierekening kleine bouwkundige projecten en de egalisatierekening rente en afschrijving grote

bouw. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de

rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van deze egalisatierekening geboekt. Daarnaast wordt de

rentevergoeding door het ministerie van OCW ten gunste van deze rekening geboekt. De werkelijke afschrijvings- en

rentelasten komen ten laste van de egalisatierekening.

Ingaande 2006 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 19 duizend).

117

IV. Jaarreken

ing

Page 121: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

E VOORZIENINGEN (in € 1.000)

31-12-2005 dotaties onttrek- 31-12-2006

kingen

• Onderhoud en aanvulling terreinen, gebouwen en

installaties 2.656 0 183 2.473

• Sociale- en reorganisatiekosten 500 2.227 0 2.727

• Ziekterisico 398 1.397 883 912

• Compensatieregeling IZA-AZ 1.008 0 713 295

• Lustrum 100 0 100 0

• Seniorenregelingen 5.000 -969 0 4.031

• Werkloosheidsregelingen 0 3.000 0 3.000

• Ambtsjubilea 0 2.100 0 2.100

• Amovering cyclotron, claims afnemers etc. 243 395 0 638

Totaal 9.905 8.150 1.879 16.176

Voorziening onderhoud en aanvulling terreinen, gebouwen en installaties

Door de invoering van de DHAZ is de noodzaak tot het houden van een voorziening anders dan voor achterstallig

onderhoud komen te vervallen. Het eindsaldo is in overeenstemming met de actuele stand van het uitgestelde onder-

houd.

Voorziening sociale- en reorganisatiekosten

De voorziening wordt gebruikt voor uitgaven die samenhangen met reorganisaties als gevolg van de meerjaren-

bezuinigingsoperatie ‘Gerichte Groei’. De reguliere dotatie van € 0,2 miljoen is in de resultatenrekening verantwoord

onder de post dotaties voorzieningen. In 2006 werd een aanvulling van € 2,0 miljoen gedoteerd, vanwege de nood-

zakelijke structurele bezuinigingen ingaande 2007 als antwoord op de door het ministerie van VWS opgelegde bud-

getkorting.

Voorziening ziekterisico

Deze voorziening is gevormd in verband met het ziekteverzuimrisico van personeel op derde-geldstroomprojecten.

De dotatie is in de resultatenrekening verantwoord onder de post dotatie voorzieningen.

Voorziening compensatieregeling IZA-AZ

In het kader van de CAO voor Academische Ziekenhuizen is een collectieve verplichte ziektekostenverzekering voor

werknemers afgesloten bij IZA-AZ. Werknemers, die hierdoor meer premie zijn gaan betalen, worden hiervoor tijdelijk

gecompenseerd middels een overbruggingsregeling.

Deze voorziening is bestemd voor de op grond van deze regeling te verwachten uitgaven. De voorziening zal mid-

dels jaarlijkse onttrekkingen in de periode tot en met 2007 ten gunste van het resultaat worden afgebouwd.

Voorziening lustrum

Deze voorziening is in 2006 gebruikt voor het lustrum van VU medisch centrum in 2006.

Regelingen in het kader van RJ 271

Deze voorziening is gevormd voor de per balansdatum bestaande verplichtingen in het kader van ‘voorzieningen

voor sociaal beleid’ (RJ271). Hierin zijn begrepen: seniorenregeling € 4,0 miljoen, jubilea € 2,1 miljoen en wachtgeld

€ 3,0 miljoen.

118

IV. Jaarreken

ing

Page 122: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

F LANGLOPENDE SCHULDEN (in € 1.000)

Langlopende schulden

nr. afsluit- oorspr. totale restschuld resterende aflossings- restschuld restschuld rente %

jaar bedrag looptijd 31-12-06 looptijd bedrag op lange op lange

2007 termijn op termijn

31-12-06 over 5 jaar

1 1990 2.042 20 jaar 408 4 jaar 102 306 0 5,40

2 1992 9.076 20 jaar 2.723 6 jaar 454 2.269 0 5,55

3 1993 22.008 20 jaar 10.245 7 jaar 1.464 8.781 1.461 4,26

4 1995 10.891 40 jaar 7.896 29 jaar 272 7.624 6.264 3,19

5 1996 4.538 40 jaar 3.389 30 jaar 113 3.276 2.711 4,05

6 1997 2.723 40 jaar 2.084 31 jaar 68 2.016 1.676 2,86

7 1997 13.613 10 jaar 851 1 jaar 851 0 0 2,58

8 1998 4.538 40 jaar 3.559 32 jaar 113 3.446 2.881 3,10

9 1998 3.630 20 jaar 2.065 12 jaar 182 1.883 973 3,05

10 1998 9.983 10 jaar 1.372 2 jaar 998 374 0 2,71

11 2001 4.197 10 jaar 2.099 5 jaar 420 1.679 0 5,04

12 2001 18.151 10 jaar 8.168 5 jaar 1.815 6.353 0 5,45

13 2004 20.000 10 jaar 14.750 8 jaar 2.000 12.750 2.750 3,38

14 2004 23.000 20 jaar 19.981 18 jaar 1.150 18.831 13.081 3,54

15 2004 42.000 40 jaar 39.244 38 jaar 1.050 38.194 32.944 3,53

16 2006 5.000 10 jaar 4.750 10 jaar 500 4.250 1.750 4,06

17 2006 35.000 40 jaar 34.562 40 jaar 875 33.687 29.312 4,22

Totaal 230.390 158.146 12.427 145.719 95.803

Naast de reguliere aflossing is er in 2006 extra afgelost op een aantal leningen i.v.m. een stelselwijziging bij de

bank. Hier was een bedrag van in totaal € 0,9 miljoen mee gemoeid. In 2006 zijn er nieuwe leningen aangegaan

voor € 40,0 miljoen. Van deze leningen is er in 2006 reeds € 0,7 miljoen afgelost. Het in 2007 af te lossen bedrag

van € 12,4 miljoen is in mindering gebracht op de restschuld van € 158,1 miljoen en opgenomen onder ‘kortlopen-

de schulden’. De leningen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 14, 15 en 17 werden aangetrokken ter financiering van investe-

ringen in gebouwen. De leningen 7, 10, 13 en 16 werden aangetrokken ter financiering van inventaris en apparatuur.

Alle leningen worden lineair afgelost. Lening 1 en 11 vallen onder de zogenoemde rijksgarantie.

Voor wat de looptijden, en dus de aflossingsverplichtingen betreft, wordt rekening gehouden met de afschrijvingster-

mijnen volgens de richtlijnen van het CTG/ZAio.

Als voorwaarde voor de beschikbaarstelling van geld voor bouwprojecten is de goedkeuring van het ministerie van

VWS vereist. Daarnaast geldt een negatieve pledge/pari passu en cross default verklaring. Dat wil zeggen dat VU

medisch centrum geen zekerheden aan anderen verschaft, tenzij onder aanbieding van deze zekerheid (gelijk in

soort en waarde) aan bovengenoemde banken.

119

IV. Jaarreken

ing

Page 123: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

G KORTLOPENDE SCHULDEN (in € 1.000)

Kortlopende schulden en overlopende passiva 31-12-2006 31-12-2005

• Crediteuren 21.129 17.553

• Transitoria crediteuren 10.609 4.980

• Schulden aan kredietinstellingen -7.901 82.848

• Belastingen en premies sociale verzekeringen 14.685 13.824

• Te betalen salarissen 3.881 1.520

• Te betalen vakantiedagen, vakantiegeld en interim-uitkering 14.284 12.815

• Aflossingsverplichtingen 12.427 13.559

• Overige schulden 17.336 13.805

Totaal 86.450 160.904

In het totaal van de kortlopende schulden en overlopende passiva zijn aan de Vrije Universiteit te betalen posten

opgenomen voor € 6,7 miljoen.

Schulden aan kredietinstellingen 31-12-2006 31-12-2005

• ABN AMRO Bank N.V. rekening-courant -11.610 7.783

• C en E Bankiers N.V. rekening-courant 9.342 36.222

• Postbank rekening-courant -95 -7.789

• ING Bank N.V. rekening-courant Stichting CRR -5.538 -3.368

• ABN AMRO Bank N.V. kasgeldlening 0 25.000

• C en E Bankiers N.V. kasgeldlening 0 25.000

Totaal -7.901 82.848

In de loop van het jaar 2006 zijn de kasgeldleningen binnen het ter beschikking gestelde krediet kasgeldleningen op

te nemen, geheel afgelost.

Belastingen en premies sociale verzekeringen

Dit betreft de nog te betalen loonheffing, omzetbelasting en premies sociale verzekeringen. De stijging van de nog te

betalen belastingen en premies sociale verzekeringen wordt voornamelijk veroorzaakt door de algehele stijging van

de salarislasten.

Te betalen salarissen

Dit betreft nog te betalen salariscomponenten overwerk, onregelmatigheidstoeslag etc. De stijging wordt voorname-

lijk veroorzaakt door de reservering van de werkgeversbijdrage inzake levensloop 2006 van € 2,0 miljoen, die in

januari 2007 is uitbetaald.

Te betalen vakantiedagen en vakantiegeld

Volgens de Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen zijn de nog te betalen vakantiegelden over de periode juni tot

en met december opgenomen onder de kortlopende schulden. Tevens is er, naar aanleiding van deze regeling een

verplichting opgenomen voor het saldo vakantiedagen ultimo 2006. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door

de toename van het saldo vakantiedagen met € 1,1 miljoen.

120

IV. Jaarreken

ing

Page 124: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Aflossingsverplichtingen

De aflossingsverplichtingen voor het jaar 2007 op de langlopende schulden zijn hier als schuld op korte termijn

opgenomen.

Overige schulden 31-12-2006 31-12-2005

Saldi projecten 13.014 10.737

Verplichtingen voor inrichtingskosten kliniek 1.474 1.563

Overig 2.848 1.505

Totaal 17.336 13.805

121

IV. Jaarreken

ing

Page 125: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

H Financieringsoverschot (in € 1.000)

2006 2005

Berekend wettelijk budget:

Kostendeel 232.973 214.977

Rente en afschrijvingen investeringen 20.234 21.623

Artskosten 35.351 34.642

Klinische genetica 6.885 6.832

Totaal budget 295.443 278.074

Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:

DBC-A segment 215.780 91.447

Onderhanden werk DBC-A segment 37.499 55.311

DBC-B segment (kapitaalslasten) 346 176

Academische component 54.821 53.349

Overige vergoedingen 28.054 18.732

Klinische genetica 0 -79

Totaal vergoedingen 336.500 218.936

Overdekking 2006 – Onderdekking 2005 41.057 -59.138

Het saldo nog in tarieven te verrekenen tot en met vorig boekjaar -51.565 11.692

Facturering onderdekking 2005 59.137 0

Nadere herberekening budget over voorgaande jaren 0 -2.566

Overname saldo SKGA 0 -1.553

Saldo te verrekenen per 31 december 48.629 -51.565

De nacalculaties tot en met 2002 zijn door het CTG/ZAio in de rekenstaat verwerkt.

De onderdekking van € 59,1 miljoen over 2005 werd in 2006 bij de zorgverzekeraars in rekening gebracht.

De grote onderdekking in 2005 en de overdekking in 2006 wordt veroorzaakt door het grillig verloop van het

opslagpercentage.

Het opslag (sluit)percentage heeft het volgende verloop:

Februari 2005 76,98%

Oktober 2005 54,81%

Januari 2006 86,63%

Februari 2006 88,30%

September 2006 136,40%

Oktober 2006 152,10%

Januari 2007 120,39%

April 2007 58,16% en wordt in juli 2007 49,31%

122

IV. Jaarreken

ing

Page 126: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.6 Toelichting bij de geconsolideerde resultatenrekening over 2006 (in € 1.000)

A BEDRIJFSOPBRENGSTEN

A.1. Wettelijk budget (in € 1.000)

2006 2005

Budget patiëntenzorg, kostendeel en artskosten / honorarium 295.443 278.074

DBC-B segment 3.461 882

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 55.938 54.976

Rijksbijdrage faculteit geneeskunde algemeen 35.541 33.996

Specialistenopleiding 719 624

Onderwijs dienstverlening andere faculteiten 1.186 924

Totaal budget 392.288 369.476

Het budget patiëntenzorg is als volgt opgebouwd:

2006

Budget patiëntenzorg 2005 278.074

Mutaties op grond van:

Productieafspraken 2006 11.634

Klinische genetica 53

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 3.466

Prijsindexatie materiële kosten 1.800

Beleidsmaatregelen overheid:

Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) 1.614

Herallocatie 320

Arbeidsmarktbeleid -61

Demogroei 523

Prestatiecontract / convenantskorting 378

Schoning DBC-B segment 21

2.795

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

Rente -1.221

Afschrijvingen -110

-1.331

Overige mutaties -1.048

Budget patiëntenzorg 2006 295.443

123

IV. Jaarreken

ing

Page 127: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

De samenstelling van het budget patiëntenzorg is als volgt:

2006 2005

Personele en materiële lasten 250.963 221.581

Rente 6.890 8.111

Afschrijving 13.573 13.740

Artskosten 24.017 34.642

Totaal budget patiëntenzorg 295.443 278.074

De daling van de post Artskosten is het gevolg van de verschuiving van de vergoeding voor opleidingsplaatsen (AIOS-

sen) naar de post personele en materiële lasten.

Het budget patiëntenzorg 2006 is als volgt berekend:

2005

Budget patiëntenzorg volgens CTG/ZAio-rekenstaat 12 maart 2007 282.155

Nog te verwerken:

Rentenormeringsbalans -1.221

Uitbreiding Artsen in opleiding (AIOS) 4.734

Uitbreiding specialistenformatie radiotherapie 1.055

Demogroei 523

Afschrijvingslasten -227

Correctie cyclers -31

Realisatie dure geneesmiddelen 948

Paraatheid MMT 276

Overig, inclusief kosten alliantievorming 346

Totaal nog te verwerken door CTG 6.403

Klinische genetica 6.885

Totaal budget patiëntenzorg 295.443

A.2. Overige bedrijfsopbrengsten (in € 1.000)

2006 2005

Zorgprestaties tussen instellingen (WDS) 2.679 2.548

Overige dienstverlening 69.671 60.613

Overige opbrengsten -243 2.966

Overige personele subsidies 1.329 1.280

Totaal 73.436 67.407

De totale overige bedrijfsopbrengsten zijn ten opzichte van 2004 met € 6,0 miljoen toegenomen, met name als gevolg van

opbrengsten uit overige dienstverlening.

124

IV. Jaarreken

ing

Page 128: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Overige dienstverlening 2006 2005

Algemene en administratieve diensten 952 1.058

Doorberekende huren 1.748 139

Exploitatie projecten laboratoria 2.628 1.534

Maaltijdvergoedingen 1.053 1.096

Personele activiteiten ten behoeve van derden 2.278 -1.033

Vergoedingen projecten 49.414 47.531

Netto omzet Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research 7.836 7.336

Vergoeding materiaalkosten onderwijs en onderzoek 57 8

Vergoeding opleidingen ten behoeve van derden 2.639 2.040

Universitaire huisartsenpraktijk 358 134

Overig 708 770

Totaal 69.671 60.613

Met ingang van 2006 worden hier mede verantwoord de doorberekende huren aan Stichting Cancer Center

Amsterdam. De vergoedingen projecten ten bedrage van € 49,4 miljoen geven weer wat VU medisch centrum aan

opbrengsten in 2006 heeft ontvangen van projecten die door derden worden gefinancierd. Deze opbrengst heeft

betrekking op nog lopende èn afgeronde projecten. De ontvangen vergoedingen 2006 zijn € 1,8 miljoen ofwel 4%

hoger dan 2005.

De netto omzet Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research betreft de aan derden in rekening gebrachte bedra-

gen voor geleverde goederen en diensten onder aftrek van kortingen.

Overige opbrengsten 2006 2005

Overige baten (+) en lasten (–)

Andere baten en lasten -3 86

Baten en lasten voorgaande boekjaren -240 2.880

Totaal -243 2.966

125

IV. Jaarreken

ing

Page 129: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

B BEDRIJFSLASTEN

B.1. Personeelskosten

B.1.1. Gemiddelde personeelsbezetting (in fte)

2006 2005

Personeel algemene en administratieve functies 1.115,0 1.106,6

Personeel hotelfuncties 298,7 309,7

Personeel patiëntgebonden functies: 0 0

- management en staf 24,7 33,8

- personeel medische elektronica en revalidatie techniek 53,3 55,9

- personeel onderzoeksfuncties 592,5 572,2

- personeel behandel en ondersteunende functies 244,5 234,7

- personeel psychosociale, behandel- en begeleidende functies 27,4 34,7

- verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel 1.048,2 1.039,9

- medische en sociaal-wetenschappelijke functies 1.413,8 1.378,7

Leerlingverpleegkundig personeel 72,3 71,7

Personeel terrein en gebouwgebonden functies 31,9 40,1

Totaal 4.922,3 4.878,0

In de tabel is het personeel (personeel in loondienst en uitzendkrachten) verdeeld naar de diverse functiecategorieën.

De opstelling is inclusief personeel toegerekend aan 3e geldstroom projecten. De personele bezetting in 2006 is ten

opzichte van de bezetting in 2005 met 44,3 fte toegenomen voor alle functiecategorieën tezamen. De stijging is gro-

tendeels toe te rekenen aan de 3e geldstroom.

In de categorie algemene en administratieve functies is het personeel in loondienst bij Stichting Centrum voor Radio-

isotopen Research opgenomen (2006: 26 fte, 2005: 24 fte).

126

IV. Jaarreken

ing

Page 130: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

B.1.2. Personele lasten (in € 1.000)

2006 2005

411 Personeel algemene en administratieve functies 43.757 42.437

412 Personeel hotelfuncties 9.426 9.694

413 Personeel patiëntgebonden functies:

- management en staf 1.043 1.311

- personeel medische elektronica en revalidatie techniek 2.179 2.205

- personeel onderzoeksfuncties 21.229 19.523

- personeel behandel en ondersteunende functies 8.686 8.296

- personeel psychosociale, behandel- en begeleidende functies 1.180 1.438

- verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel 43.883 42.038

- medische en sociaal-wetenschappelijke functies 99.812 94.723

414 Leerlingverpleegkundig personeel 1.918 1.868

415 Personeel terrein en gebouwgebonden functies 1.446 1.728

Totaal salarissen personeel in loondienst 234.559 225.261

416 Afdracht honorariumbudget aan Stichting Specialistenrekening 603 594

417 Stagiaires 325 270

418 Vergoedingen personeel niet in loondienst:

Uitzendkrachten 4.561 2.916

Overig 5.239 5.443

Totaal salarissen en vergoedingen 245.287 234.484

422 Sociale lasten 43.195 43.267

Uitkering na ontslag en hieraan gerelateerde kosten 2.972 7.141

46.167 50.408

423 Andere personeelskosten 11.238 7.495

Totaal 302.692 292.387

De salarissen van personeel in loondienst zijn in 2006 gestegen met € 9,3 miljoen ten opzichte van 2005. Deze stij-

ging is onder te verdelen in € 2,0 miljoen als gevolg van een stijging van het aantal fte’s en € 7,3 miljoen als gevolg

van stijging van de salariskosten. De stijging van de salariskosten is het gevolg van de verhoging van de schaalsala-

rissen per 01-04-2006 met 1,5%, de werkgeversbijdrage per 01-01-2006 in de levensloop van 1,1% en de werking van

het jaarlijkse anciënniteiteffect.

Bij de uitzendkrachten zijn de kosten met € 1,6 miljoen toegenomen.

De daling in sociale lasten van € 4,2 miljoen is voor € 2,7 het gevolg van een daling van het gemiddelde percentage

sociale lasten daartegen over staat een toename van € 2,0 als gevolg van de stijging van de bezetting daarnaast is

de daling het gevolg van lager kosten inzake wachtgelden.

De stijging van de andere personeelskosten met € 3,7 miljoen is voornamelijk veroorzaakt door hogere mutatie

vakantiedagen (€ 1,1 miljoen), hogere functiegebonden kosten (€ 0,4 miljoen) en hogere opleidingskosten (€ 0,8

miljoen).

127

IV. Jaarreken

ing

Page 131: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Afdracht honorariumbudget aan Stichting Specialistenrekening

Dit betreft het honorariumbudget medisch specialistische activiteiten met betrekking tot het specialisme mondziek-

ten en kaakchirurgie.

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders

De bezoldiging van de bestuurders van VU medisch centrum is schematisch als volgt:

Naam prof. dr. prof. dr.

drs. E.B. Mulder T.J.F. Savelkoul E.A. van der Veen

2006 2005 2006 2005 2006 2005

Functie voorzitter lid lid

In dienst van 01-01 01-01 01-01 01-01 01-01 01-01

tot 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12

Bruto-salarissen 181.694 185.483 167.212 169.936 164.454 167.014

Werkgeversdeel sociale lasten 342 425 342 349 342 349

Pensioenen en soortgelijke vergoedingen 31.449 35.064 25.356 31.577 25.356 31.576

Leasekosten auto 16.749 19.947 19.524 21.669 16.631 19.536

Onkostenvergoedingen 3.300 3.300 3.000 3.000 3.000 3.000

Totaal 233.534 244.219 215.434 226.531 209.783 221.475

Belastbaar loon 172.824 162.316 162.797 149.865 158.615 146.943

Cataloguswaarde lease auto 54.355 44.600 57.071 43.505 47.200 47.200

128

IV. Jaarreken

ing

Page 132: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Nevenfuncties van bestuurders

Voorzitter drs. E.B. Mulder

• vice voorzitter Raad van Toezicht Vereniging Nationaal Reumafonds te Amsterdam

• voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Huisartsen Genootschap te Utrecht

• lid Raad van Commissarissen LTP advies B.V.

Lid prof.dr. T.J.F. Savelkoul

• bestuurslid Commissie van Uitvoering Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC)

• hoogleraar stralingshygiëne (0-aanstelling) LUMC

• lid van de Gezondheidsraad (GR)

• lid van de Beraadsgroep Stralingshygiëne (GR)

• lid programmacommissie Kwaliteitsverbeterprogramma Rampenopvang Ziekenhuizen ZON MW

• lid raad van bestuur Stichting Palliatieve Zorg “KURIA”

• voorzitter bestuur Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK)

Lid / decaan prof.dr. E.A. van der Veen

• lid stuurgroep Modernisering Opleidingen en Beroepen in de Gezondheidszorg (MOBG)

129

IV. Jaarreken

ing

Page 133: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Voor de bezoldiging van de leden van de raad van toezicht en gewezen leden van de raad van toezicht kwam in 2006

een bedrag van € 33.339 ten laste van VU medisch centrum:

Bezol- Belast- Bezol- Belast-

diging baar loon diging baar loon

Naam Functie 2006 2005

prof. drs. P. Bouw voorzitter 6.429 6.429 6.429 6.429

van 01-01-05 tot 31-12-06

mr. drs. L.C. Brinkman vice-voorzitter 5.672 5.672 5.672 5.672

van 01-01-05 tot 31-12-06

drs. J.M. Bleichrodt lid 4.916 4.916 4.916 4.916

van 01-01-05 tot 31-12-06

dr. B. Sangster lid 0 0 4.916 4.916

van 01-01-05 tot 31-12-05

prof. dr. P.M.E. Volten lid 0 0 4.916 4.916

van 01-01-05 tot 31-12-05

Mr. A.A. Westerlaken lid 0 0 4.916 4.916

van 01-01-05 tot 31-12-05

I.E.E. van der Dussen lid 4.916 4.916 4.916 4.916

van 01-01-05 tot 31-12-06

drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen lid 5.672 5.672 5.105 5.105

van 01-01-05 tot 30-09-05;

vice-voorzitter

van 01-10-05 tot 31-12-06

D.J. Terpstra vice-voorzitter 0 0 1.891 1.891

van 01-01-05 tot 30-04-05

Ir. R. Willems lid 2.048 2.048 0 0

van 01-08-06 tot 31-12-06

L. Bikker lid 2.048 2.048 0 0

van 01-08-06 tot 31-12-06

F.J. Paas lid 1.638 1.638 0 0

van 01-09-06 tot 31-12-06

33.339 33.339 43.677 43.677

130

IV. Jaarreken

ing

Page 134: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

B.1.3. Sociale lasten (in € 1.000)

2006 2005

Loonsom 234.559 100% 225.261 100%

Premiegevoelige sociale lasten:

- premie ziektekosten 10.414 4,44% 7.351 3,26%

- pensioenkosten 30.620 13,05% 35.462 15,75%

- premie WAO 9.776 4,17% 9.586 4,26%

- pseudo-premies -4.333 -1,85% -5.148 -2,29%

Totaal premies 46.477 19,81% 47.251 20,98%

Uitkering na ontslag en hieraan gerelateerde kosten 2.972 7.141

Ontvangen ZW/WAO -2.870 -3.267

Overig – niet premie gevoelig -412 -717

Totaal 46.167 50.408

Het percentage premiegevoelige sociale lasten is in totaal licht gedaald door zowel een daling van de premie WAO als

van de pensioen premies, daartegenover staat een stijging van de ziektekosten als gevolg van het nieuwe ziektekos-

tenstelsel.

De daling van de overige sociale lasten wordt grotendeels veroorzaakt door het wegvallen van uitgaven inzake uitke-

ring na ontslag en hieraan gerelateerde kosten, dit als gevolg van Gerichte Groei.

Met ingang van 2006 worden de kosten inzake vakantietoeslag en mutatie vakantiedagen niet meer verantwoord

onder de sociale lasten, maar onder salariskosten (vakantietoeslag) en overige personele kosten (mutatie vakantieda-

gen), dit is voor 2005 gecorrigeerd.

131

IV. Jaarreken

ing

Page 135: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

B.2. Afschrijvingen materiële vaste activa (in € 1.000)

2006 2005

Afschrijvingen WZV vergunningsplichtige vaste activa (grote bouw) 10.046 10.503

Afschrijvingen WZV meldingsplichtige vaste activa (kleine bouw) 1.565 1.641

Afschrijvingen inventaris en apparatuur 14.751 15.450

Afschrijvingen niet WZV/WTG gefinancierde vaste activa (bouw) 2.484 372

Afschrijvingen DHAZ-middelen 525 229

29.371 28.195

Af: ten laste van egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw,

eerste investering en inventaris -5.093 -5.231

ten laste van egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw -1.187 -1.227

ten laste van egalisatierekening kleine bouwkundige projecten -1.683 -1.768

ten laste van egalisatierekening apparatuurbijdragen derden -1.560 -1.377

ten laste van egalisatierekening DHAZ -525 -229

-10.048 -9.832

Totaal 19.323 18.363

B.3. Overige bedrijfskosten (in € 1.000)

2006 2005

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 12.654 11.290

Algemene kosten 22.514 18.395

Patiëntgebonden kosten 60.910 50.505

Onderhoud en energiekosten 12.140 11.002

Huur en leasing 978 1.305

Kosten voor onderwijs en onderzoek 4.981 4.805

Mutatie saldi projecten 781 1.135

Dotaties 15.888 14.195

Totaal 130.846 112.632

132

IV. Jaarreken

ing

Page 136: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 2006 2005

431 Voedingskosten 2.471 2.499

432 Keuken- en restauratieve apparatuur en benodigdheden 43 139

441 Huishouding en inrichting 5.555 4.128

442 Linnenvoorziening 2.109 2.443

443 Vervoers- en emballagekosten 2.201 1.993

445 Kosten beveiliging en bewaking 275 76

449 Andere hotelmatige voorzieningen 0 12

Totaal 12.654 11.290

De kostenstijging van € 1,4 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van huishoudings- en inrich-

tingskosten, onder meer bij het laboratorium CCA (€ 0,4 miljoen), Amstel Academie (€ 0,5 miljoen) en de afdeling

klinische fysica en apotheek (€ 0,1 miljoen).

Algemene kosten 2006 2005

451 Kosten van administratie en registratie 8.649 5.520

452 Communicatieve kosten 1.573 1.576

453 Kosten algemeen beheer 8.297 7.224

454 Zakelijke lasten en verzekeringen 1.838 1.985

455 Kosten audiovisuele apparatuur en benodigdheden 568 669

459 Andere algemene kosten 1.589 1.421

Totaal 22.514 18.395

De rubriek administratie en registratie geeft belangrijke kostenstijgingen te zien bij kosten computerfaciliteiten der-

den (€ 1,1 miljoen) en overige kosten administratieve diensten derden (€ 0,8 miljoen).

Patiëntgebonden kosten 2006 2005

461 Kosten diagnostische functies 13.470 11.307

462 Kosten behandel- en ondersteunende functies 33.536 28.283

463 Kosten psychosociale, behandel- en begeleidende functies 14 23

464 Kosten verpleging en verzorging 2.182 1.013

465 Kosten niet specifiek voor onderzoek, behandeling, verpleging of verzorging 6.758 6.484

466 Instrumentarium en apparaten 4.948 3.390

467 Kosten ontspanning en recreatie patiënten 2 5

Totaal 60.910 50.505

De patiëntgebonden kosten zijn ten opzichte van 2005 met € 10,4 miljoen gestegen. Deze stijging wordt groten-

deels verklaard door een productiestijging van 11% ten opzichte van 2005.

De kostenstijging is met name veroorzaakt door hogere lasten pacemakers (€ 2,2 miljoen, waarvan € 1,6 miljoen

voor Implanteerbare Cardioverter Defibrillators), hart- en vaatprotheses (€ 0,4 miljoen) en gewrichtsprotheses-

implantaten (€ 0,8 miljoen). Belangrijke kostenstijgingen zijn verder waar te nemen bij: tractus digestivus (€ 0,6 mil-

joen), middelen bij maligne aandoeningen (€ 1,0 miljoen) en hemodialyse- en CAPD-voeistof (€ 0,5 miljoen).

133

IV. Jaarreken

ing

Page 137: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

De toename in de rubriek diagnostische functies is het resultaat van een kostenstijging bij laboratoriumonderzoek

door derden (€ 1,7 miljoen) en overige laboratoriumkosten (€ 1,4 miljoen) en een daling bij chemicaliën en reagentia

(€ 0,7 miljoen).

In de rubriek verpleging en verzorging zijn de kosten persoonlijke voorziening patiënten gestegen met € 0,5 miljoen

en de overige kosten verpleging en verzorging met € 0,4 miljoen.

Onderhoud en energiekosten 2006 2005

471 Onderhoud 5.992 6.123

473 Energiekosten 6.148 4.879

Totaal 12.140 11.002

Door de invoering van de DHAZ is de noodzaak tot het houden van een voorziening, anders dan voor achterstallig

onderhoud, komen te vervallen. Met ingang van 2006 is geen dotatie verricht aan een voorziening onderhoud.

Tegelijkertijd is er in 2006 geen vrijval geweest ten gunste van onderhoud.

Kosten voor onderwijs en onderzoek 2006 2005

491 Specifieke kosten onderwijs en onderzoek 3.441 2.995

492 Affiliaties 1.488 1.754

493 Octrooiaanvragen 52 56

Totaal 4.981 4.805

De stijging in de kosten voor onderwijs en onderzoek (€ 0,4 miljoen) wordt veroorzaakt door een stijging in kosten

uitbesteed werk onderzoek en ontwikkeling.

Mutatie saldi projecten 2006 2005

Vooruitontvangen opbrengsten 60.836 49.614

Vooruitbetaalde kosten -52.081 -41.640

Saldi projecten 8.755 7.974

Saldi projecten voorgaand jaar -7.974 -6.839

Mutatie saldi projecten 781 1.135

Met betrekking tot de lopende projecten bedragen de vooruitontvangen opbrengsten tot en met 2006

€ 60,8 miljoen en de vooruitbetaalde kosten € 52,1 miljoen. Per saldo zijn de vooruitontvangen opbrengsten

€ 8,7 miljoen hoger dan de vooruitbetaalde kosten. Ultimo 2005 waren de vooruitontvangen opbrengsten € 8,0 mil-

joen hoger dan de vooruitbetaalde kosten. Het verschil ten opzichte van het voorgaande jaar is door middel van de

mutatie saldi projecten uit de resultatenrekening gehaald en in de balans verwerkt.

134

IV. Jaarreken

ing

Page 138: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Dotaties 2006 2005

Dotatie dubieuze debiteuren 1.286 2.032

Dotatie projecten t.g.v. egalisatierekening apparatuur bijdragen derden 44 741

Dotatie voorziening reorganisatiekosten 2.227 500

Dotatie egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw 2.815 2.435

Dotatie voorziening ziekterisico 1.398 1.325

Dotatie voorziening lustrum 0 100

Dotatie egalisatierekening DHAZ 1.768 647

Dotatie egalisatierekening kleine bouwkundige voorzieningen 2.219 1.415

Dotatie seniorenregelingen -969 5.000

Dotatie wachtgelden 3.000 0

Dotatie ambtsjubilea 2.100 0

Totaal 15.888 14.195

C Financiële baten en lasten (in € 1.000)

2006 2005

Rentelasten 7.802 6.468

Rente t.l.v. egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw -902 -888

Rente t.l.v. egalisatierekening DHAZ -74 -23

Rentebaten -284 -189

Resultaat Boelevaar Holding BV 12 81

Totaal 6.554 5.449

135

IV. Jaarreken

ing

Page 139: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.7 Segmentatie over 2006

De segmentatie geeft een indicatieve verdeling tussen enerzijds patiëntenzorg en anderzijds onderwijs en onder-

zoek.

onderwijs en onderzoek

Resultatenrekening 1e 2e en 3e VUmc

(in € 1.000.000) patiëntenzorg* geldstroom geldstroom SCRR totaal

Bedrijfsopbrengsten

Bedrijfsopbrengsten 354,1 38,2 0,0 0,0 392,3

Overige bedrijfsopbrengsten 16,2 0,0 49,4 7,8 73,4

Som der bedrijfsopbrengsten 370,3 38,2 49,4 7,8 465,7

Bedrijfslasten

Personeelskosten 234,5 29,8 36,7 1,6 302,7

Afschrijvingen materiële vaste

activa 13,9 5,4 0,0 0,0 19,3

Overige bedrijfskosten 112,0 3,5 12,7 2,8 130,9

Som der bedrijfslasten 360,4 38,7 49,4 4,4 452,9

Financiële baten en lasten -6,6 0,0 0,0 0,1 -6,5

Resultaten voor VPB 3,3 -0,5 0,0 3,5 6,3

VPB 1,0 1,0

Resultaat 3,3 -0,5 0,0 2,5 5,3

* inclusief werkplaatsfunctie

136

IV. Jaarreken

ing

Page 140: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV. 8 Enkelvoudige balans per 31 december 2006 (in € 1.000)

Enkelvoudige balans per 31 december 2006 (in € 1.000)

(na resultaatverwerking) 2006 2005

ACTIVA

A Vaste activa

1 Materiële vaste activa 289.728 266.568

2 Financiële vaste activa 3.777 4.239

Totaal vaste activa 293.505 270.807

B Vlottende activa

1 Voorraden 3.830 2.802

2 Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 43.969 3.571

3 Vorderingen 60.612 60.064

4 Financieringstekort 0 51.565

Totaal vlottende activa 108.411 118.002

Totaal activa 401.916 388.809

PASSIVA

C Eigen vermogen

1 Collectief gefinancierd gebonden vermogen 6.855 4.013

2 Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 10.787 10.787

Totaal eigen vermogen 17.642 14.800

D Egalisatierekening afschrijvingen 82.948 81.284

E Voorzieningen 15.417 9.541

F Langlopende schulden 145.719 119.714

G Kortlopende schulden 91.561 163.470

H Financieringsoverschot 48.629 0

Totaal passiva 401.916 388.809

137

IV. Jaarreken

ing

Page 141: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

IV.9 Enkelvoudige resultatenrekening over 2006 (in € 1.000)

Enkelvoudige resultatenrekening over 2006 (in € 1.000) 2006 2005

A Bedrijfsopbrengsten

1a Budget patiëntenzorg 295.443 278.074

DBC-B segment 3.461 882

1b Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 55.938 54.976

1c Rijksbijdrage faculteit geneeskunde algemeen 35.541 33.996

1d Specialistenopleiding 719 624

1e Onderwijs dienstverlening andere faculteiten 1.186 924

392.288 369.476

2 Overige bedrijfsopbrengsten 65.599 63.921

Som der bedrijfsopbrengsten 457.887 433.397

B Bedrijfslasten

1 Personeelskosten 301.044 292.303

2 Afschrijvingen materiële vaste activa 23.586 22.952

Onttrekking egalisatierekening afschrijvingen à fonds

perdu bijdrage in bouw, eerste inrichting en inventaris -5.093 -5.231

Subtotaal afschrijvingen 18.493 17.721

3 Overige bedrijfskosten 128.860 113.570

Som der bedrijfslasten 448.397 423.594

C Financiële baten en lasten -6.648 -5.468

Resultaat 2.842 4.335

Overige vermogensmutaties - 1.007

Totaalresultaat 2.842 5.342

138

IV. Jaarreken

ing

Page 142: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

139

V. O

verige g

egeven

s

V. Overige gegevens

Page 143: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Aan: Raad van Toezicht en Raad van Bestuur van VU medisch centrum

Accountantsverklaring

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de jaarrekening 2006 van VU medisch centrum te Amsterdam, bestaande uitde balans per 31 december 2006 en de winst-en-verliesrekening over 2006 met de toe-lichting gecontroleerd.

Verantwoordelijkheid van het bestuurHet bestuur van VU medisch centrum is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaar-rekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voorhet opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de RegelingVerslaggeving WTZi. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen,invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opma-ken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig datdeze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, hetkiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en hetmaken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountantOnze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basisvan onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming metNederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons gel-dende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit tevoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geenafwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-infor-matie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit tevoeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van deaccountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen vanmaterieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountantin aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening vanvermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoordekeuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstan-digheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effec-tiviteit van het interne beheersingssysteem van VU medisch centrum. Tevens omvat een

140

V. O

verige g

egeven

s

Page 144: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondsla-gen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuurvan VU medisch centrum heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeldvan de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende engeschikt is als basis voor ons oordeel.

OordeelNaar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samen-stelling van het vermogen van VU medisch centrum per 31 december 2006 en van hetresultaat over 2006 in overeenstemming met Regeling Verslaggeving WTZi.

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voor-schriften van regelgevende instanties

Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag, voorzover wij dat kunnen beoordelen, ver-enigbaar is met de jaarrekening.

Amsterdam, 9 mei 2007

Ernst & Young Accountantsnamens deze

w.g. drs. J. Verhagen RA

141

V. O

verige g

egeven

s

Page 145: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bekostigingsparameters

Functiegerichte budgettering

Met ingang van 1 januari 1997 is het Functiegericht Budgetteringsmodel (FB-model) voor universitair medische centra en

het nieuwe Rijksbijdrage verdeelmodel ten behoeve van de werkplaatsfunctie in universitair medische centra ingevoerd.

Met ingang van 2001 is de bijdrage van de VU aan de faculteit geneeskunde toegevoegd aan het kader van VUmc.

Het FB-model is opgebouwd uit een verschillend aantal componenten met eigen parameters. De parameters voor de

beschikbaarheids- en capaciteitsgebonden-component zijn het aantal adherente inwoners, specialisteneenheden en

bedden. Het aantal adherente inwoners wordt jaarlijks aangepast op basis van het gemiddelde van de drie voorgaan-

de jaren. Het aantal specialisteneenheden en bedden is in principe bevroren op erkend aantal ultimo 1995. Na 1995

zijn in overleg met de verzekeraars bij een aantal specialismen de specialisteneenheden verhoogd.

Over de reguliere parameters en de bijzondere voorzieningen worden afspraken gemaakt in het lokaal overleg met

zorgverzekeraars AGIS en een vertegenwoordiger van Ziektekostenverzekeraars Nederland. Voor 2006 is overeen-

gekomen dat zowel voor de reguliere productie als de bijzondere voorzieningen in het geval van onderproductie

nagecalculeerd wordt. In het geval van overproductie moet opnieuw met verzekeraars worden onderhandeld over

eventuele vergoedingen. In de tabel zijn zowel de afspraken 2006 als de realisatie 2005 en 2006 opgenomen.

Naast de FB-parameters kennen de universitair medisch centra ook een academische component. Deze component

dient ter dekking van meerkosten topreferente zorg, opleiding tot medisch specialist en kosten voor ontwikkeling en

innovatie.

Het FB budget is geschoond voor het B-segment, dat per 1 februari 2005 is ingevoerd.

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie

Het verdeelmodel voor de rijksbijdrage werkplaatsfunctie maakt onderscheid in enerzijds de infrastructuur en ander-

zijds de directe ondersteuning van onderwijs en onderzoek.

Het verdeelmodel bevat drie componenten. De investeringscomponent heeft een directe relatie met de ‘Planning

Bouwvolumes Academische Ziekenhuizen’ (PBA), welke voor 75% gefinancierd worden uit het budget patiëntenzorg

en voor 25% uit de rijksbijdrage werkplaatsfunctie. De component basisvoorziening bestaat uit een vast bedrag aan-

gevuld met een bedrag per m2.

De onderwijs- en onderzoekscomponent is gebaseerd op de parameters eerstejaars studenten, artsdiploma’s en pro-

moties, waarbij is uitgegaan van het gemiddelde over de jaren 2002, 2003 en 2004.

Rijksbijdrage geneeskunde (conform IVVU 2006)

De Vrije Universiteit maakt bij de verdeling van haar middelen over de faculteiten gebruik van het Intern

Verdeelmodel VU (IVVU). Het IVVU kent de volgende parameters: promoties, 2e geldstroom medewerkers, inschrijvin-

gen, eerstejaars en einddiploma’s. Voor de parameters geldt het jaar 2004 als basis. Naast de parameters kent het

IVVU voor wat betreft het onderzoeksdeel een vast bedrag per jaar, de zogenaamde strategische overwegingen com-

ponent (SOC). Naast het IVVU kent de VU ook aparte bedragen toe zoals de gelden met betrekking tot de verhoging

numerus fixus en middelen uit de centrale beleidsruimte van de VU.

In de kolom IVVU 2005 en 2006 zijn de aantallen per parameter opgenomen die de VU gebruikt voor het Intern

Verrekenmodel VU (IVVU). In de kolom 2006 zijn de werkelijke aantallen opgenomen. Door de invoering van de

bacheloropleiding zijn de parameters Inschrijvingen, Eerstejaars studenten en Einddiploma’s met de bacheloroplei-

ding uitgebreid. In het IVVU zijn voor de bachelorparameters nog geen aantallen opgenomen.

142

V. O

verige g

egeven

s

Page 146: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Functiegerichte budgettering * 2006 2006 2005

realisatie afspraken realisatie

Adherente inwoners, klinisch 227.044

Adherente inwoners, poliklinisch 190.545

Gewogen specialisteneenheden ** 90,90

Erkende bedden (incl. wiegen) 733

Gewogen opnamen 22.544 22.653 21.675

Verpleegdagen 156.203 159.090 150.728

Gewogen 1e polikliniekbezoeken 111.777 115.480 110.349

Dagverpleging 17.600 18.520 16.168

Dagverpleging (zwaar) 1.144 1.020 1.183

Knie-operaties 19 23 35

Heup-operaties 87 91 98

Poliklinische verstrekking cytostatica 4.612 4.389 4.300

Revalidatiebehandeluren 7.366 7.390 6.568

Radiotherapie apparatuur (lineaire versnellers) 5 5 5

Open hart operaties 597 650 588

PTCA behandelingen 1.139 1.350 1.048

Cardiovasculaire stents (inclusief basisjaar) 1.617 1.650 1.388

Dialyse

• hemodialyse exclusief EPO 1.232 1.300 1.221

• hemodialyse inclusief EPO 7.683 7.800 8.047

• CAPD exclusief EPO 825 600 719

• CAPD inclusief EPO 9.962 9.600 8.966

• CCPD exclusief EPO 692 100 182

• CCPD inclusief EPO 8.004 8.000 7.755

BMT autoloog A.M.L. 5 2 1

BMT allogeen 43 40 42

IVF labfasen 2.598 2.599 2.412

HIV-opnamen 40 30 38

HIV-verpleegdagen 606 400 321

HIV-eerste polikliniekbezoeken 331 300 341

HIV-dagverplegingen 26 30 32

Teletherapie T2 equivalenten 2.167 2.500 3.804

Brachytherapie B2 equivalenten 48 100 88

Cochleaire implantaten volwassenen 18 20 17

Cochleaire implantaten kinderen 6 5 6

Neurostimulatoren 14 10 10

Opnamen neonatale IC 557 545 512

Opnamen pediatrische IC 330 377 376

Beademingsdagen intensive care 5.303 5.000 4.651

Multitraumapatiënten 43 20 0

*) De waarden betreffen het DBC-A segment.

**) Met ingang van 2006 exclusief AIOS, omdat deze worden gefinancierd uit het Opleidingsfonds

143

V. O

verige g

egeven

s

Page 147: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 2006 2005

Nuttige vierkante meters 91.629 91.629

Aantal eerstejaars instellling (gemiddeld) 292 266

Artsdiploma’s (gemiddeld) 211 213

Promoties (gemiddeld) 84 75

Rijksbijdrage geneeskunde (conform IVVU 2006) 2006 werkelijk 2006 IVVU 2005 IVVU

Promoties 99 99 76

2e geldstroom medewerkers 74 56 53

Inschrijvingen bachelor 1.185 0 0

Inschrijvingen master 54 47 36

Inschrijvingen doctoraal 981 1.995 1.877

Eerstejaars studenten bachelor 350 0 0

Eerstejaars studenten master 25 47 15

Eerstejaars studenten doctoraal 0 300 283

Einddiploma’s bachelor 0 0 0

Einddiploma’s master 23 7 1

Einddiploma’s doctoraal 242 199 224

In de kolommen IVVU 2005 en 2006 zijn de aantallen per parameter opgenomen die de VU gebruikt voor het Intern

Verrekenmodel VU (IVVU). In de kolom 2006 werkelijk zijn de werkelijke aantallen opgenomen. Door de invoering van

de bacheloropleiding zijn de parameters inschrijvingen, eerstejaars studenten en einddiploma’s met de bachelorop-

leiding uitgebreid. In het IVVU zijn voor de bachelorparameters nog geen aantallen opgenomen.

144

V. O

verige g

egeven

s

Page 148: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Besteding van de rijksbijdrage werkplaatsfunctie

De rijksbijdrage werkplaatsfunctie bedraagt in 2006 € 55,9 miljoen (2005: € 55,0 miljoen). De indicatieve besteding

van de rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt als volgt verantwoord:

Besteding van de rijksbijdrage werkplaatsfunctie (in € 1.000.000): 2006 2005

Gebouw- en apparatuurgebonden kosten

• Rente en afschrijving bouw 4,0 3,5

• Gebouwgebonden kosten 3,5 3,6

• Rente en afschrijving apparatuur 2,6 2,6

• Kosten onderhoud apparatuur 1,7 1,2

Ter beschikking gestelde capaciteit

• Bijdrage ziekenhuis O&O formatie 5,6 6,1

• Ondersteuning WP bij O&O-taak 9,5 8,7

Vertragingskosten

• Meerkosten patiëntgebonden functies 20,8 19,9

Overig

• Compensatie salaris WP 0,2 0,2

• Overheadkosten 10,4 10,2

• Wachtgelden 3,0 2,9

Totaal 61,3 58,9

De methodiek van de verantwoording is ontleend aan het VAZ-rapport Bepaald Betaalbaar. Bij de uitwerking is

gebruik gemaakt van een leidraad die is opgesteld door de werkgroep gedragscode van de VAZ en VSNU.

Door de jaren heen is het verschil tussen het totaal van de bestedingen en de ontvangen rijksbijdrage groter gewor-

den, omdat de post vertragingskosten (te weten 10% van de kosten patiëntenzorg) stijgt door de voortdurende pro-

ductiegroei. De groei van de rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie houdt daar geen gelijke tred mee en stijgt vrijwel

alleen door de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling en de prijscompensatie voor materiele lasten.

Toelichting besteding van de rijksbijdrage werkplaatsfunctie

Gebouw- en apparatuurgebonden kosten

De rente- en afschrijvingskosten bouw betreffen de vergoeding die als zodanig herkenbaar is opgenomen in de rijks-

bijdrage. In deze vergoeding zijn behalve rente- en afschrijvingskosten voor goedgekeurde ‘grote’ bouwprojecten

(> € 2,3 miljoen) ook rente- en afschrijvingskosten voor de ‘kleine bouw’ (< € 2,3 miljoen) begrepen.

Onder de (overige) gebouwgebonden kosten vallen de personele en materiële kosten verbonden aan onderhoud aan

gebouwen, installaties en terreinen, kosten van heffingen, verzekeringen en belastingen verbonden met gebouwen en

energiekosten.

145

V. O

verige g

egeven

s

Page 149: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

De afschrijvingskosten apparatuur hebben betrekking op investeringen in medische en overige inventarissen, onge-

acht de financieringsstructuur. De rentekosten apparatuur hebben betrekking op rentekosten van het geïnvesteerd

vermogen. Afschrijvings- en rentekosten over investeringen in artikel 2 WBMV apparatuur worden buiten beschouwing

gelaten, aangezien deze geheel door het ministerie van VWS worden vergoed.

De onderhoudskosten apparatuur hebben betrekking op personele en materiële kosten van onderhoud van medische

inventarissen.

Van de gebouw- en apparatuurgebonden kosten is 25% toegerekend aan de rijksbijdrage.

Ter beschikking gestelde capaciteit

De ter beschikking gestelde capaciteit heeft enerzijds betrekking op de financiële bijdrage van het ziekenhuis in de

(salaris)kosten van de onderwijs- en onderzoeksformatie wetenschappelijk personeel (O&O-WP), en anderzijds op de

kosten van ondersteunend personeel ten behoeve van de O&O-WP formatie. Met betrekking tot de bijdrage van het

ziekenhuis aan de O&O formatie zijn de volgende bestedingen geraamd voor het O&O deel: 30% van de salariskosten

van de fellows en salariskosten van 30 fte WP-staf.

Het ziekenhuis geeft personele en materiële ondersteuning aan alle klinische WP-ers bij de uitvoering van hun onder-

wijs- en onderzoekstaak. De directe ondersteuningskosten zijn geraamd op € 38.819 per fte O&O-formatie, uitgaan-

de van 0,65 fte NWP per WP stafplaats. De totale O&O-formatie (gefinancierd door faculteit en ziekenhuis) in de klini-

sche vakgroepen bedraagt 178 fte.

Daarnaast worden door het ziekenhuis de extra kosten gedragen van de WP formatie uit tweede en derde geldstroom

met O&O taak waarvoor de doorberekende opslagen niet voldoende zijn. De totale WP-formatie uit tweede en derde

geldstroom met O&O taak bedraagt ongeveer 137 fte. Bij de toerekening van de ondersteuningskosten is rekening

gehouden met de ontvangen subsidie voor NWP en materiële kosten.

Vertragingskosten

Hieronder worden verstaan de kosten die ontstaan in de patiëntenzorg door uitvoering van de werkplaatsfunctie i.c.

de meerkosten van de patiëntenzorg ten gevolge van onderwijs en onderzoek. Geraamd wordt dat 10% van de totale

kosten van de patiëntenzorg wordt veroorzaakt door de uitvoering van de werkplaatsfunctie. Als benadering voor de

kosten patiëntenzorg is gekozen voor de opbrengst van het FB-model voor academische ziekenhuizen.

Overige kosten

De overheadkosten zijn de kosten die niet specifiek patiëntenzorg en/of onderzoek betreffen maar die dienen als

ondersteuning van deze afdelingen. Voor de toerekening van de overheadkosten aan de rijksbijdrage is een percenta-

ge van 10 gehanteerd.

De post wachtgelden betreft de uitkeringen na ontslag en hieraan gerelateerde kosten.

146

V. O

verige g

egeven

s

Page 150: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Besteding van de rijksbijdrage geneeskunde

De rijksbijdrage geneeskunde bedraagt in 2006 € 38,2 miljoen. Dit bedrag is inclusief € 0,9 miljoen radionucliden-

centrum, € 0,7 miljoen projectgelden, € 0,7 miljoen medische vervolgopleidingen en € 1,2 miljoen bijdrage onder-

wijsdienstverlening aan andere faculteiten.

De indicatieve besteding van de rijksbijdrage geneeskunde wordt als volgt verantwoord:

medische onderwijs

geneeskunde vervolg- dienst-

Indicatieve besteding in € 1.000.000 incl. RNC opleiding verlening totaal

Personele lasten

• WP-staf onderwijs en onderzoek 17.6 0,7 1,2 19.5

• Ondersteunend NWP 8.0 8.0

• Promovendi 1.9 1.9

• Andere personele kosten 1.1 1.1

• Wachtgeld 0.3 0.3

• Langdurig zieken -0.1 -0.1

• Dekking uit 3e geldstroom -0.9 -0.9

27.9 0.7 1.2 29.8

Materiële lasten

• Materiële lasten preklinische afdelingen 1.1 1.1

• Onderwijsbureau 2.8 2.8

• Onderzoekinstituten 0.4 0.4

• Laboratoriumkosten ziekenhuis 0.5 0.5

• Faculteit algemeen 1.0 1.0

• Toewijzing naar klinische afdelingen 0.6 0.6

• Dekking uit 3e geldstroom -1.0 -1.0

5.4 0 0 5.4

Overig

• Radionuclidencentrum 0.9 0.9

• Projecten USF / KNAW / vernieuwingsimpuls 0.7 0.7

• Verbouwingskosten (decentrale trekkingsrechten) 0.0 0.0

• Valeriuskliniek AM-deel

(medische staf patiëntenzorg psychiatrie) 1.0 1.0

• Valeriuskliniek AZ-deel (kosten werkplaatsfunctie) 0.9 0.9

3.5 0 0 3.5

Totaal 36.8 0.7 1.2 38.7

147

V. O

verige g

egeven

s

Page 151: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Toelichting besteding van de rijksbijdrage geneeskunde

Personele lasten

De WP-staf formatie onderwijs, onderzoek en opleiding bedraagt 39% van de totale WP-staf formatie. De onder-

steunende NWP formatie is gesteld op 0,65 fte per WP-staf formatie.

De promovendi betreffen de promovendi in loondienst bij VU medisch centrum.

De andere personele kosten, het wachtgeld en de langdurig zieken ten behoeve van onderwijs en onderzoek

bedragen 9,4% van het geheel van deze lasten. Dit percentage is normatief vastgesteld op basis van de verhouding

formatie faculteit der geneeskunde VU tot de totale formatie van VU medisch centrum.

Materiële lasten

De materiële lasten zijn opgenomen conform de uitgaven welke in het boekjaar ten laste van de betreffende

afdelingen of instituten zijn geboekt.

In verband met de integratie met reeds bestaande afdelingen of diensten van het ziekenhuis geldt dat voor

laboratoriumkosten, faculteit algemeen en toewijzingen naar klinische afdelingen het budget- of toewijzingsbedrag is

aangehouden.

Overig

In de verantwoording is het bedrag ten behoeve van het radionuclidencentrum gelijk gehouden aan de toewijzing van

de VU. De baten ten behoeve van projecten USF / KNAW / EMGO en de vernieuwingsimpulsgelden worden in de

exploitatierekening verantwoord onder overige dienstverlening (vergoeding projecten); in deze verantwoording zijn

de lasten gelijk aan de baten.

De decentrale trekkingsrechten betreffen de uitgaven voor kleine technische aanpassingen. De Valeriuskliniek betreft

de patiëntenzorg formatie in GGZ Buitenamstel welke aan VU medisch centrum wordt doorberekend.

148

V. O

verige g

egeven

s

Page 152: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

149

IV. Jaarreken

ing

Page 153: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

150

Page 154: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

151

VI. B

ijlagen

VI. Bijlagen

Page 155: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

152

VI. B

ijlagen

Page 156: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 1 Materiële vaste activa

WZV vergunningsplichtige Ver- Onderhanden Subtotaal

vaste activa (in € 1.000) Terreinen Gebouwen bouwingen projecten vergunning

Afschrijvingspercentages 0 2-10 5 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 1.498 271.008 34.725 14 307.245

Cumulatieve afschrijvingen 0 -118.047 -25.390 0 -143.437

Boekwaarde 1.498 152.961 9.335 14 163.808

Mutaties boekjaar

Investeringen 0 0 0 200 200

Afschrijvingen 0 -8.435 -1.610 0 -10.045

Totaal 0 -8.435 -1.610 200 -9.845

Terugname geheel

afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0 0 0

Totaal 0 0 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde -110 -1.329 0 0 -1.439

Afschrijvingen 0 1.105 0 0 1.105

Totaal -110 -224 0 0 -334

Stand 31 december

Aanschafwaarde 1.388 269.679 34.725 214 306.006

Cumulatieve afschrijvingen 0 -125.377 -27.000 0 -152.377

Boekwaarde 1.388 144.302 7.725 214 153.629

153

VI. B

ijlagen

Page 157: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

154

VI. B

ijlagen

WZV meldingsplichtige vaste activa (in € 1.000) Instand- Onderhanden Subtotaal

houding projecten melding

Afschrijvingspercentages 5-10 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 33.625 103 33.728

Cumulatieve afschrijvingen -9.383 0 -9.383

Boekwaarde 24.242 103 24.345

Mutaties boekjaar

Investeringen -1.093 -103 -1.196

Afschrijvingen -1.565 0 -1.565

Totaal -2.658 -103 -2.761

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Stand 31 december

Aanschafwaarde 32.532 0 32.532

Cumulatieve afschrijvingen -10.948 0 -10.948

Boekwaarde 21.584 0 21.584

Page 158: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

155

VI. B

ijlagen

Auto-

Inventaris en apparatuur matiserings

(in € 1.000) Inventarissen apparatuur Subtotaal

Afschrijvingspercentages 10 20

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 110.777 20.208 130.985

Cumulatieve afschrijvingen -56.451 -10.955 -67.406

Boekwaarde 54.326 9.253 63.579

Mutaties boekjaar

Investeringen 16.797 4.081 20.878

Afschrijvingen -10.808 -3.920 -14.728

Totaal 5.989 161 6.150

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde -10.313 -223 -10.536

Afschrijvingen 11.003 219 11.222

Totaal *690 *-4 686

*correctie boekwaarde conversie

Stand 31 december

Aanschafwaarde 117.261 24.066 141.327

Cumulatieve afschrijvingen -56.256 -14.656 -70.912

Boekwaarde 61.005 9.410 70.415

Page 159: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

156

VI. B

ijlagen

Niet WZV/WTG gefinancierde Gebouwen Onderhanden Subtotaal

vaste activa, bouw (in € 1.000) projecten

Afschrijvingspercentages 5-10 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 8.115 557 8.672

Cumulatieve afschrijvingen -3.676 0 -3.676

Boekwaarde 4.439 557 4.996

Mutaties boekjaar

Investeringen 530 -284 246

Investeringen (CCA gebouw) 9.384 0 9.384

Afschrijvingen -2.484 0 -2.484

Totaal 7.430 -284 7.146

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Stand 31 december

Aanschafwaarde 18.029 273 18.302

Cumulatieve afschrijvingen -6.160 0 -6.160

Boekwaarde 11.869 273 12.142

Page 160: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

DHAZ gefinancierde Nieuw- Nieuw- Verbouw- Kleine Onder- Sub- Totaal

vaste activa (in € 1.000) bouw/ bouw/ ingen/ werken/ handen totaal materiële

gebouwen instal- reno- LTO projecten vaste

laties vaties activa

Afschrijvings-

percentages 2 5 5 10 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 0 0 1.510 2.258 10.636 14.404 495.034

Cumulatieve

afschrijvingen 0 0 -70 -205 0 -275 -224.177

Boekwaarde 0 0 1.440 2.053 10.636 14.129 270.857

Mutaties boekjaar

Investeringen 6.229 0 314 2.106 13.964 22.613 52.124

Afschrijvingen -110 0 -84 -332 0 -526 -29.348

Totaal 6.119 0 230 1.774 13.964 22.087 22.776

Terugname geheel

afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0

Totaal 0 0 0 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 -11.975

Afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 12.327

Totaal 0 0 0 0 0 0 352

Stand 31 december

Aanschafwaarde 6.229 0 1.824 4.364 24.600 37.017 535.183

Cumulatieve afschrijvingen -110 0 -154 -537 0 -801 -241.198

Boekwaarde 6.119 0 1.670 3.827 24.600 36.216 293.985

157

VI. B

ijlagen

Page 161: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 2 DHAZ-middelen

Verantwoording DHAZ-middelen 2006 (in € 1.000) ministerie ministerie Totaal

van OCW van VWS

Toegekende middelen 2006 5.425 16.275 21.700

Saldo oude jaren 6.799 20.399 27.198

Indexering oude jaren over VWS-deel 0 625 625

Correcties toekenning/indexering oude jaren 0 428 428

Totaal DHAZ-middelen 12.224 37.727 49.951

Bestedingen 2006

- DHAZ - nieuwbouw 1.557 4.672 6.229

- DHAZ - verbouwingen 79 236 315

- DHAZ - renovaties 0 0 0

- DHAZ - kleine werken 381 1.142 1.523

- DHAZ - lange termijn onderhoud 146 437 583

- DHAZ – onderhanden werk* 3.490 10.473 13.963

- DHAZ-huur 109 328 437

- Correcties bestedingen oude jaren 0 0 0

Totaal DHAZ - bestedingen 5.762 17.288 23.050

Saldo DHAZ-middelen ultimo 2006 6.462 20.439 26.901

* Het onderhanden werk heeft betrekking op lopende projecten. Bij afronding van deze projecten wordt het bestede bedrag onder de relevante bestedings-

rubriek verantwoord.

158

VI. B

ijlagen

Page 162: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

159

VI. B

ijlagen

Bijlage 3 Projecten in uitvoering 2006 (in € 1.000)

Projectgegevens Investeringen

t/m 2005 2006 tot en met 2006

Omschrijving gereed onderhanden

Nieuwbouw

dakopbouw A 0 1.324 1.324 0

westflank algemeen en ontsluiting 2.288 168 0 2.456

westflank spoedeisende hulp 60 75 0 135

onderzoek en diagnostiek gebouw 599 121 0 720

dakopbouw B 2.356 2.548 4.904 0

ontwikkelvisie VUmc 28 45 0 73

vervangende nieuwbouw gassen en chemicaliën 0 12 0 12

Subtotaal nieuwbouw 5.331 4.293 6.228 3.396

Verbouwingen

poli verloskunde en gynaecologie 251 51 302 0

herinrichting hoofdhal ziekenhuis 316 1.282 0 1.598

aanpassingen ten behoeve van 4e MRI 0 109 0 109

blusinstallatie MER II en III 4 5 0 9

uitbreiding PET CT 1 64 0 65

logistieke vloer onderhuis 0 48 0 48

realisatie MPU 0 98 0 98

realisatie HOT lab 0 40 0 40

balie afdeling neurochirurgie 0 103 0 103

balie afdeling mondziekten en kaakchirurgie 20 69 0 89

balie afdeling IPO/FMT 0 72 0 72

aanpassen 1a archief bekijkruimte radio diagnostiek 0 10 0 10

centrale balie afdeling radiotherapie 0 129 0 129

aanpassen MER I t.b.v. ups en ventilatie 23 374 0 397

verhuizing afdeling maag, darm en lever 0 2.635 0 2.635

voorzieningen lesruimten ten behoeve van LIFT 0 13 13 0

verplaatsen scopieruimte afdeling longziekten 0 208 0 208

Realisatie IC's 0 13 0 13

Subtotaal verbouwingen 615 5.323 315 5.623

Renovaties

personeelsrestaurant 31 1.798 0 1.829

herinrichting OK 6e etage 13 2.570 0 2.583

renovatie verpleeghuis oost 2.245 2.542 0 4.787

verplaatsen research algemene inwendige geneeskunde 0 22 0 22

ontwikkeling voorplein ziekenhuis 31 56 0 87

medische bibliotheek 0 36 0 36

Subtotaal renovaties 2.320 7.024 0 9.344

vervolg tabel op pagina 160

VI. B

ijlagen

Page 163: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Projectgegevens Investeringen

t/m 2005 2006 tot en met 2006

Omschrijving gereed onderhanden

Kleine werken

diverse kleine werken 2.175 2.533 1.523 3.185

Subtotaal kleine werken 2.175 2.533 1.523 3.185

Lange termijn onderhoud

diverse projecten lange termijn onderhoud 195 3.440 583 3.052

Subtotaal lange termijn onderhoud 195 3.440 583 3.052

Totaal DHAZ-middelen 10.636 22.613 8.649 24.600

160

VI. B

ijlagen

Page 164: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 4 Tabellen

Tabel 1 Capaciteitsgegevens

2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000

Aantal bedden per 31 december 713 713 713 713 713 713 713

(incl. dagverpleging, excl. wiegen)

Wiegen per 31 december 20 20 20 20 20 20 20

Totaal aantal bedden 733 733 733 733 733 733 733

Tabel 2 Kernproductiegegevens

Aantal 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000

Opnamen 22.640 21.633 20.631 19.510 17.749 17.692 19.213

Dagopnamen 19.370 17.685 17.655 17.380 17.888 14.315 11.401

Totaal opnamen 42.010 39.318 38.286 36.890 35.637 32.007 30.614

Verpleegdagen 159.840 152.350 154.872 152.314 145.555 150.293 158.980

Poliklinische jaarkaarten 88.693

Eerste polikliniekbezoeken 118.306 116.411 115.100 110.447 109.350 109.020 108.358

Poliklinische consulten 315.271 308.995 302.414 281.516 277.547 274.637 274.837

Spoedeisende hulp patiënten 36.669 36.282 36.284 35.333 36.722 37.893 38.482

Verhoudingsgetallen

Gemiddelde verpleegduur in dagen 7,1 7,0 7,5 7,8 8,2 8,5 8,3

Aantal klinische opnamen per bed 57,3 53,6 52,2 50,3 48,6 43,7 41,8

(inclusief dagverpleging)

Tabel 3 Financiële gegevens (in € 1.000.000)

2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000**

Personele lasten 302,7 292,3 286,9 266,4 244,5 221,9 208,8

Materiële lasten 156,7 136,8 126,7 123,3 117,7 106,4 97,1

(w.v. rente/afschr.) 25,9 23,2 24,4 23,5 23,6 21,3 22,0

Budget patiëntenzorg 298,9 279,0 268,0 252,7 237,3 209,8 188,3

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 55,9 55,0 54,4 53,5 51,5 49,9 47,9

Rijksbijdrage faculteit geneeskunde 35,5 34,0 32,0 29,3 26,7 27,0 24,7

Investeringen in apparatuur 20,9 14,8 20,4 20,5 18,2 7,1 11,8

Investeringen in bouw* 31,2 14,5 12,6 16,3 19,1 18,0 18,2

*) inclusief projecten in uitvoering

**) inclusief faculteit der geneeskunde VU

161

VI. B

ijlagen

Page 165: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 4: Opnamen, verpleegdagen en gemiddelde verpleegduur per specialisme

Aantal opnamen Verpleegdagen Gemiddelde verpleegduur

2006 2005 2004 2006 2005 2004 2006 2005 2004

Anesthesiologie 19 3 2 56 7 3 2,9 2,3 1,5

Cardiochirurgie 539 543 566 7.157 6.748 6.731 13,3 12,4 11,9

Cardiologie 1.242 907 858 8.558 7.539 7.598 6,9 8,3 8,9

Dermatologie 50 60 51 726 762 771 14,5 12,7 15,1

Heelkunde 2.909 2.606 2.637 27.976 24.915 26.111 9,6 9,6 9,9

Intensive care

volwassenen 209 161 100 1.978 2.573 1.405 9,5 16,0 14,1

Inwendige

geneeskunde 4.033 4.110 3.956 34.827 34.079 35.356 8,6 8,3 8,9

Keel-, neus- en

oorheelkunde 1.499 1.531 1.514 7.960 7.508 8.596 5,3 4,9 5,7

Kinderchirurgie 373 412 442 2.557 2.546 2.415 6,9 6,2 5,5

Kinder-

geneeskunde 1.561 1.610 1.378 15.042 15.628 14.031 9,6 9,7 10,2

Mondziekten en

kaakchirurgie 376 362 357 978 976 908 2,6 2,7 2,5

Neurochirurgie 899 868 994 7.036 6.872 7.897 7,8 7,9 7,9

Neurologie 1.101 1.050 1.069 8.471 7.852 8.553 7,7 7,5 8,0

Nucleaire

geneeskunde 97 108 124 241 277 302 2,5 2,6 2,4

Oogheelkunde 1.228 1.173 1.146 4.231 4.390 5.067 3,4 3,7 4,4

Orthopedie 925 850 623 5.969 5.409 4.716 6,5 6,4 7,6

Plastische

chirurgie 617 608 669 2.728 2.612 3.013 4,4 4,3 4,5

Radiotherapie 26 17 24 65 47 88 2,5 2,8 3,7

Reumatologie 130 133 161 1.546 1.365 1.601 11,9 10,3 9,9

Revalidatie-

geneeskunde 1 1 0 1 3 0 1,0 3,0 -

Urologie 895 730 442 4.108 3.460 2.213 4,6 4,7 5,0

Verloskunde en

gynaecologie 2.804 2.710 2.496 15.218 14.752 15.268 5,4 5,4 6,1

Gezonde

zuigelingen 1.107 1.080 1.022 2.411 2.030 2.229 2,2 1,9 2,2

Totaal 22.640 21.633 20.631 159.840 152.350 154.872 7,1 7,0 7,5

162

VI. B

ijlagen

Page 166: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 5 Aantal eerste polikliniekbezoeken en consulten per specialisme

eerste polikliniek bezoeken consulten

Specialisme 2006 2005 2004 2006 2005 2004

Anesthesiologie 1.735 1.688 1.735 15.302 14.566 13.319

Cardiochirurgie 520 518 587 704 722 862

Cardiologie 5.045 4.759 4.711 12.170 11.585 10.767

Dermatologie 7.298 7.511 7.588 22.045 23.261 23.942

Heelkunde 24.600 24.783 25.537 22.720 22.598 23.547

Inwendige geneeskunde 15.549 15.226 14.689 56.853 54.981 54.667

Keel-, neus- en oorheelkunde 8.246 8.328 8.474 24.395 24.209 24.812

Kinderchirurgie 805 923 936 3.405 4.165 4.114

Kindergeneeskunde 6.770 6.239 6.334 17.516 16.492 16.474

Klinische genetica 1 0 0 3.097 824 0

Mondziekten en kaakchirurgie 7.055 6.967 6.922 12.871 12.487 12.060

Neurochirurgie 1.527 1.648 1.692 3.368 3.655 3.714

Neurologie volwassenen 5.790 5.779 5.952 12.889 13.208 13.778

Oogheelkunde 9.019 8.725 8.829 26.361 25.294 24.781

Orthopedie 6.045 5.500 4.387 11.716 10.654 9.391

Plastische chirurgie 3.164 3.194 3.323 7.926 7.897 8.530

Psychiatrie 0 0 0 2.089 1.941 730

Radiotherapie 0 0 0 11.905 13.926 12.894

Reumatologie 1.501 1.484 1.416 5.470 5.415 4.927

Revalidatiegeneeskunde 1.520 1.546 1.612 3.672 3.952 3.947

Urologie 3.886 3.320 1.954 9.429 7.928 4.846

Verloskunde en gynaecologie 8.230 8.273 8.422 29.368 29.235 30.312

Totaal 118.306 116.411 115.100 315.271 308.995 302.414

163

VI. B

ijlagen

Page 167: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 6 Dagverpleging per specialisme

Dagopnamen

Specialisme 2006 2005 2004

Anesthesiologie 375 0 2

Cardiochirurgie 1 0 1

Cardiologie 3.467 3.577 4.327

Dermatologie 136 53 2

Heelkunde 2.328 2.072 2.393

Inwendige geneeskunde 5.388 5.233 4.129

Keel-, neus- en oorheelkunde 903 795 823

Kinderchirurgie 194 203 201

Kindergeneeskunde 1.575 1.238 1.361

Mondziekten en kaakchirurgie 194 182 149

Neurochirurgie 77 71 73

Neurologie 507 463 372

Nucleaire geneeskunde 0 0 2

Oogheelkunde 1.272 1.197 1.201

Orthopedie 184 140 148

Plastische chirurgie 473 440 431

Psychiatrie 0 0 0

Radiotherapie 0 0 1

Reumatologie 789 799 772

Revalidatiegeneeskunde 106 124 154

Urologie 201 209 173

Verloskunde en gynaecologie 1.200 889 940

Totaal 19.370 17.685 17.655

164

VI. B

ijlagen

Page 168: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 7 Wachtlijst voor klinische opnamen per specialisme (stand per 31 december)

Dagopnamen

Specialisme 2006 2005 2004

Cardiochirurgie 69 47 106

Cardiologie 0 0 0

Dermatologie 4 8 9

Heelkunde 305 343 460

Inwendige geneeskunde 40 73 64

Keel-, neus- en oorheelkunde 190 246 301

Kinderchirurgie 13 12 21

Kindergeneeskunde 23 18 27

Mondziekten en kaakchirurgie 113 97 93

Neurochirurgie 212 188 249

Neurologie 18 21 19

Nucleaire geneeskunde 0 2 0

Oogheelkunde 251 303 290

Orthopedie 274 253 265

Plastische chirurgie 371 220 286

Radiotherapie 4 5 1

Reumatologie 4 3 4

Revalidatie 1 1 1

Urologie 196 160 89

Verloskunde en gynaecologie 165 181 153

Totaal 2.253 2.181 2.438

165

VI. B

ijlagen

Page 169: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 8 Herkomst klinische patiënten naar regio per opnemend specialisme,uitgedrukt in percentages (inclusief gezonde zuigelingen)

2006

Specialisme Amsterdam* Regio* Buitenregio*

Anesthesiologie 15,8 0,0 84,2

Cardiochirurgie 9,7 9,4 80,9

Cardiologie 41,8 21,3 36,9

Dermatologie 49,0 3,9 47,1

Heelkunde 40,5 16,2 43,3

Inwendige geneeskunde 33,2 10,8 56,0

Intensive care volwassenen 43,9 14,5 41,6

Keel-, neus- en oorheelkunde 24,6 6,7 68,7

Kinderchirurgie 36,7 13,6 49,7

Kindergeneeskunde 36,7 8,6 54,7

Mondziekten en kaakchirurgie 34,6 6,6 58,8

Neurochirurgie 22,3 13,3 64,4

Nucleaire geneeskunde 19,6 15,5 64,9

Neurologie 46,5 17,4 36,1

Oogheelkunde 37,8 8,3 53,9

Orthopedie 38,0 17,0 45,0

Plastische chirurgie 28,1 6,5 65,4

Radiotherapie 42,3 7,7 50,0

Reumatologie 25,6 9,3 65,1

Revalidatie 0,0 0,0 100,0

Urologie 33,4 15,7 50,9

Verloskunde en gynaecologie 53,7 10,9 35,4

Totaal 37,9 12,2 49,9

*) Amsterdam: gemeente Amsterdam

Regio: Diemen, Ouder-Amstel, Amstelveen en Uithoorn

Buitenregio: overig

166

VI. B

ijlagen

Page 170: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 9 Aantal klinisch ontslagen patiënten per hoofddiagnosegroep

Ontslagdiagnose 2006 Procent 2005 Procent 2004 Procent 2003 Procent

Aandoeningen

perinatale periode 1.052 4,7 881 4,1 929 4,5 967 4,9

Ademhalingswegen 1.069 4,7 1.000 4,6 985 4,7 926 4,8

Bewegingsstelsel en

bindweefsel 1.120 5,0 1.030 4,8 945 4,6 883 4,5

Bloed en bloed-

vormende organen 96 0,4 105 0,5 96 0,5 97 0,5

Congenitale afwijkingen 632 2,8 568 2,6 572 2,8 645 3,3

Endocriene, voedings-

en stofwisselingsziekten 313 1,4 311 1,4 259 1,3 311 1,6

Hartvaatstelsel 2.743 12,2 2.342 10,8 2.461 11,9 2.389 12,2

Huid en subcutis 183 0,8 152 0,7 193 0,9 195 1,0

Infectieziekten en

parasitaire ziekten 247 1,1 216 1,0 242 1,2 235 1,2

Nieuwvormingen 4.429 19,7 3.543 16,5 3.615 17,5 3.895 20,0

Ongevalletsels en

vergiftigingen 2.518 11,2 2.205 10,2 2.133 10,3 2.102 10,8

Psychische stoornissen 145 0,6 114 0,5 117 0,6 149 0,8

Spijsverteringsstelsel 1.396 6,2 1.172 5,4 1.184 5,7 1.091 5,6

Symptomen en

onvolledig omschreven

ziektebeelden 725 3,2 593 2,7 535 2,6 623 3,2

Urogenitaal systeem 1.032 4,6 863 4,0 747 3,6 736 3,8

Zenuwstelsel en

zintuigen 1.836 8,1 1.607 7,4 1.626 7,9 1.742 8,9

Zwangerschap, bevalling

en kraambed 1.918 8,5 1.846 8,5 1.582 7,6 1.433 7,4

Overig 1.090 4,8 3.065 14,3 2.445 11,8 1.065 5,5

Totaal 22.544 100,0 21.613 100,0 20.666 100,0 19.484 100,0

167

VI. B

ijlagen

Page 171: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Tabel 10 Aantal dagbehandelingspatiënten per hoofddiagnosegroep

Ontslagdiagnose 2006 Procent 2005 Procent 2004 Procent 2003 Procent

Aandoeningen

perinatale periode 32 0,1 34 0,2 46 0,3 30 0,2

Ademhalingswegen 525 2,4 475 2,5 507 2,7 505 2,9

Bewegingsstelsel en

bindweefsel 1.654 7,6 1.283 6,7 1.273 6,9 1.209 7,0

Bloed en bloed-

vormende organen 328 1,5 246 1,3 197 1,1 299 1,7

Congenitale afwijkingen 350 1,6 343 1,8 353 1,9 339 2,0

Endocriene, voedings-

en stofwisselingsziekten 660 3,1 511 2,7 497 2,7 335 1,9

Hartvaatstelsel 2.590 12,0 2.601 13,4 3.174 17,1 2.935 16,9

Huid en subcutis 72 0,3 45 0,2 54 0,3 50 0,3

Infectieziekten en

parasitaire ziekten 72 0,3 74 0,4 82 0,4 98 0,6

Nieuwvormingen 5.560 26,0 4.271 22,1 3.099 16,7 4.145 23,8

Ongevalletsels en

vergiftigingen 983 4,5 916 4,8 1.046 5,6 783 4,5

Psychische stoornissen 134 0,6 109 0,6 139 0,7 68 0,4

Spijsverteringsstelsel 1.652 7,6 1.679 8,7 1.353 7,3 1.063 6,1

Symptomen en

onvolledig omschreven

ziektebeelden 1.652 7,6 1.585 8,2 1.872 10,1 1.431 8,2

Urogenitaal systeem 596 2,8 470 2,4 448 2,4 432 2,5

Zenuwstelsel en

zintuigen 2.091 9,7 1.905 9,9 1.841 9,9 1.651 9,5

Zwangerschap, bevalling

en kraambed 400 1,8 301 1,6 377 2,0 330 1,9

Overig 2.278 10,5 2.411 12,5 2.202 11,9 1.677 9,6

Totaal 21.629 100,0 19.259 100,0 18.560 100,0 17.380 100,0

Tabel 11 Instroom klinische patiënten uitgedrukt in percentages

2006 2005 2004 2003

Polikliniek en huisarts 72,5 72,9 73,9 73,1

Spoedeisende hulp 17,1 16,3 15,1 15,9

Van ander ziekenhuis 5,7 6,1 6,2 6,1

Geboren in het ziekenhuis 4,7 4,7 4,8 4,9

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0

168

VI. B

ijlagen

Page 172: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 5 Opbouw budget aanvaardbare kosten 2005, 2006 en mutatie in het boekjaar (in € 1.000)

Budget Berekende Herrekend Budget Berekende Herrekend Mutatie

kasbasis nacalc. budget kasbasis nacalc. budget 2006

2005 2005 2005 2006 2006 2006

Loonkosten

Loonkosten functioneel budget 67.318 -1.686 65.632 62.114 -177 61.937 -3.695

Loonkosten bijzondere functies 24.111 -582 23.529 25.421 276 25.696 2.167

Loonkosten gebouwgebonden 3.639 0 3.639 3.669 0 3.669 30

Loonkosten medisch specialisten 31.191 3.451 34.642 22.962 1.055 24.017 -10.625

Overige loonkosten 2.779 0 2.779 4.427 0 4.427 1.648

Vergoeding opleidingsplaatsen 0 0 0 16.679 4.547 21.227 21.227

Eerstelijn 685 -14 671 0 0 0 -671

Aftrek loonkosten m.b.t.

DBC-B segment -3.721 2.817 -904 -1.527 0 -1.527 -623

Totaal loonkosten 126.002 3.986 129.988 133.745 5.701 139.446 9.458

Materiële kosten

Materiële kosten functioneel budget 24.084 -154 23.930 25.903 -7 25.896 1.966

Materiële kosten bijzondere functies 23.080 -437 22.643 26.734 0 26.734 4.091

Materiële kosten gebouwgebonden

functies 7.544 0 7.544 7.730 0 7.730 186

Overige materiële kosten 7.072 512 7.584 9.110 948 10.058 2.474

Eerstelijn 198 -4 194 0 0 0 -194

Aftrek loonkosten m.b.t.

DBC-B segment -889 166 -723 -352 0 -352 371

Totaal materiële kosten 61.089 83 61.172 69.125 941 70.066 8.894

Kapitaalslasten

Afschrijvingskosten inventarissen 5.854 -2 5.852 5.806 -3 5.803 -49

Afschrijvingskosten art. 2 WBMV

inventarissen 1.414 457 1.871 1.383 0 1.383 -488

Afschrijvingskosten

dubieuze debiteuren 2.300 0 2.300 2.300 0 2.300 0

Afschrijvingskosten nacalculeerbaar 5.265 -163 5.102 5.560 -227 5.333 231

Rentekosten 5.711 2.400 8.111 8.111 -1.221 6.890 -1.221

Huur en leasing 55 0 55 55 0 55 0

Totaal kapitaalslasten 20.599 2.692 23.291 23.215 -1.451 21.764 -1.527

Academische component

Loonkosten academische component 34.348 0 34.348 34.989 362 35.351 1.003

Materiële kosten academische

component 18.313 0 18.313 18.743 154 18.897 584

Afschrijvingskosten inventarissen

academische component 687 0 687 818 7 826 139

Totaal academische component 53.348 0 53.348 54.550 523 55.074 1.726

Vervolg tabel op pagina 170 Budget Berekende Herrekend Budget Berekende Herrekend Mutatie

169

VI. B

ijlagen

Page 173: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

kasbasis nacalc. budget kasbasis nacalc. budget 2006

2005 2005 2005 2006 2006 2006

Overig

Voorlopige budgetmutaties -156 273 117 -156 312 156 39

Lokale productiegebonden toeslag

(incl. kosten alliantievorming)

Prestatiecontract/convenantskorting 1.604 1.299 2.903 1.337 377 1.713 -1.190

Samenwerkingsverbanden 423 0 423 339 0 339 -84

Klinische genetica 6.832 0 6.832 6.885 0 6.885 53

Totaal overig 8.703 1.572 10.275 8.405 689 9.093 -1.182

Totaal aanvaardbare

kosten boekjaar 269.741 8.333 278.074 289.040 6.404 295.443 17.369

170

VI. B

ijlagen

Page 174: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 6 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)

In het kader van het Aanwijzingsbesluit WOPT van 21 augustus 2006 volgt hieronder een overzicht van de

inkomensbestanddelen van personeel in loondienst, het gemiddeld ministers-salaris overstijgend (2005 € 158.000,

2006 € 171.000).

Uitkeringen in verband met het beëindigen van het dienstverband zijn in 2005 en 2006 niet verstrekt.

Functienaam Duur Belastbaar Voorzieningen ten

dienstverband loon (in €) behoeve van

in verslagjaar beloningen

betaalbaar op

termijn, inclusief

pensioenbijdragen

(in €)

In dienst In dienst

vanaf tot 2006 2005 2006 2005

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 206.328 189.902 51.852 48.508

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 202.899 192.424 49.617 56.669

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 190.522 166.356 48.572 52.095

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 189.936 185.360 47.217 50.706

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 196.724 150.088 39.126 57.300

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 182.424 178.529 45.086 48.409

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 179.339 174.084 44.487 50.449

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 176.969 165.620 45.367 65.991

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 176.712 171.070 44.455 48.510

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 175.566 171.230 43.653 46.591

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 182.330 136.479 36.839 34.767

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 173.515 162.653 42.991 46.146

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 172.897 117.643 42.549 35.876

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 172.406 167.867 42.253 45.022

Raad van bestuur 01-01 31-12 172.824 162.316 41.697 43.265

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 169.664 166.103 41.991 44.733

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 161.870 153.277 39.889 41.553

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 161.798 152.965 39.499 40.904

Raad van bestuur 01-01 31-12 162.797 149.865 37.615 38.993

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 160.506 157.000 39.324 41.830

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 160.197 150.251 39.244 40.904

Academisch medisch specialist 01-01 01-12 164.891 144.865 34.107 39.250

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 157.838 155.966 40.819 38.903

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 159.347 155.352 39.002 41.654

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 159.922 148.979 38.393 39.962

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 156.507 154.390 40.089 40.235

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 157.043 146.851 39.499 41.818

Raad van bestuur 01-01 31-12 158.615 146.943 37.615 38.993

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 156.133 152.215 39.114 41.615

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 156.232 152.409 38.393 40.769

vervolg tabel op pagina 172

171

VI. B

ijlagen

Page 175: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Functienaam Duur Belastbaar Voorzieningen ten

dienstverband loon (in €) behoeve van

in verslagjaar beloningen

betaalbaar op

termijn, inclusief

pensioenbijdragen

(in €)

In dienst In dienst

vanaf tot 2006 2005 2006 2005

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 157.437 135.423 35.958 44.893

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 153.662 149.574 37.943 40.320

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 153.181 149.538 38.393 40.983

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 152.661 145.945 37.618 38.531

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 154.194 140.924 35.874 37.156

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 153.980 142.404 35.874 38.243

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 152.144 144.418 37.345 38.531

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 151.856 143.897 37.345 38.531

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 150.940 147.330 36.762 39.238

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 150.738 142.945 35.958 38.336

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 149.523 139.828 36.497 42.525

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 149.111 146.171 36.734 34.070

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 148.527 45.389 37.219 13.282

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 148.889 142.302 36.569 37.084

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 148.076 142.573 35.559 36.141

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 146.689 141.571 36.398 37.053

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 147.238 143.646 35.780 38.105

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 146.574 138.422 35.631 36.642

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 148.444 135.592 33.711 35.882

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 149.271 127.853 32.863 33.132

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 145.881 142.177 35.780 37.891

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 145.449 141.743 35.686 37.793

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 145.391 141.887 35.635 38.049

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 144.618 140.501 35.780 37.891

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 144.874 140.778 35.408 37.487

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 146.747 132.574 33.168 34.700

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 144.531 140.989 35.216 37.518

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 142.890 138.908 35.780 37.891

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 143.249 139.524 35.384 37.986

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 141.052 146.626 36.509 34.157

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 143.788 133.156 33.619 36.555

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 140.955 136.883 35.258 37.302

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 144.657 122.878 31.415 31.783

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 140.433 135.773 34.474 38.785

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 140.333 136.625 33.903 34.374

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 141.040 130.260 33.072 34.767

vervolg tabel op pagina 173

172

VI. B

ijlagen

Page 176: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Functienaam Duur Belastbaar Voorzieningen ten

dienstverband loon (in €) behoeve van

in verslagjaar beloningen

betaalbaar op

termijn, inclusief

pensioenbijdragen

(in €)

In dienst In dienst

vanaf tot 2006 2005 2006 2005

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 141.387 127.934 31.928 33.697

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 136.232 117.784 36.948 36.954

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 138.686 134.511 34.474 36.451

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 138.861 135.773 33.619 35.545

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 138.257 117.806 33.717 28.440

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 138.308 134.949 33.664 35.610

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 137.958 134.753 33.619 35.759

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 137.958 134.827 33.619 35.759

Academisch medisch specialist 01-01 31-12 138.233 134.036 33.168 34.700

Motivatie:

Voor een groot aantal medisch specialisten geldt de garantieregeling 1999 in verband met de beëindiging van de eigen praktijk.

Voor een kleiner aantal is de concurrentiepositie van vrij gevestigde medisch specialisten van doorslaggevende invloed.

Voor leden van de raad van bestuur is de concurrentiepositie ten opzichte van overige zorginstellingen en marktsector bepalend.

173

VI. B

ijlagen

Page 177: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

174

VI. B

ijlagen

Page 178: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Bijlage 7

Basisset Prestatie-indicatoren 2006

Inhoudsopgave VUmc

I. Indicatoren

I.1 Decubites (doorliggen)

I.2 Bloedtransfusies

I.3 Medicatieveiligheid

I.4 Zorg-ICT

I.5 Postoperatieve wondinfectieregistratie

I.6 Complicatieregistratie

l.7 Pijn na een operatie

l.8 Volume van risicovolle interventies

l.9 Galwegletsel na cholecystectomie

l.10 Ongeplande heroperaties

l.11 Afgezegde operaties

l.12 Intensive care volwassenen en kinderen

l.13 Zwangerschap

l.14 Diabetes mellitus (suikerziekte)

l.15 Hartfalen

l.16 Acuut myocardinfart (AMI, hartinfarct)

l.17 CVA (hersenbloeding)

l.18 Heupfractuur

l.19 Mammatumor (borstkanker)

l.20 Cataract (staar) complicatieregistratie

l.21 Postoperatieve opnameduur na blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar

ll. NVZ-indicatoren

Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen

Il.1 Accreditatie

Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

ll.2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

Financiële positie

ll.3 Financiële positie

Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en benchmarking

ll.4.1.1 Patiënttevredenheid

ll.4.1.2 Klachten

Organisatie & kwaliteit

ll.4.2.1 Wachttijden

ll.4.2.2 Risico-inventarisatie

Organisatie en randvoorwaarden

ll.4.3.1 Welbevinden medewerkers

ll.4.3.2 Milieubelasting

Onderwijs, opleiden en onderzoek

ll.4.4.1 Onderwijs en opleidingen

ll.4.4.2 Onderzoek

175

VI. B

ijlagen

Page 179: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Inleiding

Hierna wordt per prestatie-indicator een korte omschrijving van de gevraagde indicator gegeven. Vervolgens staan de

gegevens van VUmc vermeld. De toelichting op de prestatie-indicatoren is in eerste aanzet geschreven als toelichting

voor de Inspectie en bevat daardoor veel medische terminologie.

I. Indicatoren

I.1 Decubites (doorliggen)

I.1.1 Decubitesregistratie

a) Beschikt u over een systematische decubitesregistratie?

b) Registreert u volgens het LPOD-systeem (Landelijk Prevalentie Onderzoek Decubites)?

c) Worden de resultaten van de registratie aantoonbaar gebruikt in beslissingen van het management?

VUmc houdt jaarlijks een prevalentie-onderzoek naar decubites. VUmc beschikt over een decubitesregistratie, waarbij

het LPOD-protocol wordt gevolgd. Alleen de patiënten die bij de wond- en decubites-verpleegkundigen zijn aange-

meld, worden in de registratie opgenomen. In het kader van het landelijke kwaliteitsprogramma ‘Sneller Beter’, waar-

aan VUmc sinds 2004 deelneemt, zijn zorgeenheden bezig met decubites-verbeterprojecten. Op de intensive care (IC)

wordt continu de decubitesscore in Metavision (een elektronisch patiëntendossier) geregistreerd. Op sommige ver-

pleegafdelingen registreert men via een eigen systeem op papier. VUmc heeft twee decubitesconsulenten in dienst en

op alle zorgeenheden is een decubitescontactpersoon aangesteld. De gegevens uit het registratiesysteem zijn gekop-

peld aan Focus (een onderdeel van het ziekenhuisinformatiesysteem) en stimuleren het management en andere

belanghebbenden om te reageren met verbeterprojecten. Hierdoor zijn onder andere op de IC nieuwe anti-decubites-

materialen aangeschaft. Voor patiënten is er een informatiefolder over het voorkomen (preventie) van decubites

beschikbaar.

Kenmerken van de systematische VUmc-decubitesregistratie: Aanwezig Afwezig

Aanwezigheid van één of meer decubitesconsulenten Ja

Het houden van regelmatige puntprevalentiemetingen bij alle opgenomen patiënten Ja

in het gehele ziekenhuis (die voor meting in aanmerking komen)

Het bijhouden van een incidentieregistratie bij één of meer specifieke patiëntengroepen Ja, bij intensive

care en heup-

operatiepatiënten

De aanwezigheid van een commissie of werkgroep die het decubitesbeleid op basis Ja

van deze registraties waar nodig bijstelt

Overige, namelijk: Deelname aan

Sneller Beter,

2e ronde

176

VI. B

ijlagen

Page 180: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.1.2 Puntprevalentie decubites ziekenhuisbreed

Wat is de prevalentie van decubites (graad 2 t/m 4) bij alle in het ziekenhuis opgenomen (klinische) patiënten gemeten

op een vast tijdstip in 2006 (puntprevalentie)?

In 2006 werd de prevalentie van decubites op 4 april gemeten. Van de 321 volgens LPOD-protocol (en -gegevens) in

aanmerking komende patiënten, werden bij 24 patiënten nieuwe graad 2 t/m 4 wonden vastgesteld. Dus de wond-

puntprevalentie bedraagt 7,5%. Het totaal opgenomen aantal patiënten op 4 april 2006 bedroeg 356. Patiënten wer-

den onderzocht door de decubitescontactpersoon van de zorgeenheid.

I.1.3 Decubitesincidentie bij een homogene patiëntenpopulatie

Wat is de incidentie van decubites (graad 1 t/m 4) in het ziekenhuis ontstaan bij patiënten opgenomen voor een totale

heupvervanging van 1 januari t/m 31 december?

Volgens ons eigen registratiesysteem werd in 2006 bij 2 van de 136 patiënten met een totale heupvervanging decubi-

tes vastgesteld. De incidentie bedraagt derhalve 1,5%. Het betrof beide keren een graad 1 decubites.

I.2 Bloedtransfusies

I.2.1 Hemovigilantiebeleid

Hemovigilantie is het registreren van complicaties als gevolg van transfusies van bloedproducten.

a) Rapporteert u alle transfusiereactie-gerelateerde bijwerkingen aan het transfusielaboratorium?

b) Rapporteert u alle transfusiefouten aan de MIP-(FONA-)commissie?

c) Heeft u van TRIP (Transfusie Reacties in Patiënten) Landelijk HemovigilantieBureau een verklaring van deelname

aan TRIP ontvangen?

VUmc kent een vastgelegd beleid voor de kwaliteitsbewaking van de bloedtransfusieketen. Dit beleid houdt onder

andere in dat alle transfusiegerelateerde bijwerkingen aan de bloedtransfusiedienst worden gemeld en dat de hemovi-

gilantiemedewerker van de dienst, na analyse, de transfusiereacties rapporteert aan TRIP (voor landelijke registratie).

VUmc heeft een verklaring van deelname ontvangen. Verder worden alle transfusiefouten gerapporteerd in de MIP-regi-

stratie (Melding Incidenten Patiëntenzorg). Het VUmc-hemovigilantiebeleid bestaat dus uit het systematisch monitoren

van bijwerkingen en nadelige incidenten in de gehele transfusieketen van donor tot patiënt en daarnaast uit alles wat

kan bijdragen aan een veiliger en efficiënter gebruik van bloedproducten. Voor patiënten en belanghebbenden is een

uitgebreide informatiebrochure over transfusie en bloedproducten beschikbaar (http://www.hematologie.nl).

I.2.2 Transfusiereacties graad 3 en 4

Wat is het percentage transfusiereacties (alleen graad 3 en 4) in het afgelopen jaar (graad 3 is direct levensbedrei-

gend en graad 4 betreft een dodelijke afloop)?

In 2006 zijn in totaal 24.452 eenheden getransfundeerd. Er was driemaal sprake van een graad 3 of 4 reactie. Het percen-

tage transfusiereacties per getransfundeerde eenheid bedraagt derhalve 0,012%. Deze gegevens zijn beschikbaar in ZIS,

TRIP en een eigen registratiesysteem. VUmc vindt het aantal reacties per getransfundeerde patiënt geen zinvolle indicator.

Het percentage graad 1 reacties per getransfundeerde eenheid bedraagt 0,094% en voor graad 2 reacties 0,016%.

177

VI. B

ijlagen

Page 181: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.3 MedicatieveiligheidI.3.1 Beschikbaarheid gegevens over voorgeschreven en verstrekte medicatie tijdens het patiëntencontact

a) Zijn gegevens over in het ziekenhuis (klinisch en poliklinisch) voorgeschreven medicatie elektronisch beschikbaar

op de polikliniek en verpleegafdelingen, in de ziekenhuisapotheek en buiten het ziekenhuis? En in welke fase van

het medicatieproces is de informatie vastgelegd?

b) Zijn gegevens over extramuraal voorgeschreven medicatie elektronisch beschikbaar op de polikliniek en verpleegaf-

delingen en in de ziekenhuisapotheek? En in welke fase van het medicatieproces is de informatie vastgelegd?

Klinisch voorgeschreven medicatie is elektronisch beschikbaar op alle polispreekkamers, op alle zorgeenheden en in

de ziekenhuisapotheek, maar niet buiten het ziekenhuis. Deze informatie is bij het voorschrijven vastgelegd.

Poliklinisch voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers, op de zorgeenheden,

in de ziekenhuisapotheek of buiten het ziekenhuis. In 2004 is wel een start gemaakt met het elektronisch beschik-

baar maken van de cytostaticakuren voor hematologiepatiënten die zijn opgenomen voor een dagbehandeling.

Extramuraal voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers of zorgeenheden.

Wel zijn de extramurale medicatiegegevens in de ziekenhuisapotheek bekend. Deze komen via een fax of elektro-

nisch via OZIS binnen bij het apotheekservicepunt. Hiervan wordt een uitdraai voor de opnamestatus gemaakt. Deze

informatie is dus bekend bij de medicatie-anamnese en het voorschrijven in de kliniek. Voor de regio Amsterdam is

dit geautomatiseerd. De informatie wordt dus tijdens uitgifte vastgelegd.

VUmc werkt met een (in ontwikkeling zijnd) elektronisch patiëntendossier, waarin Medicator als elektronisch voor-

schrijfsysteem wordt gebruikt. Dit wordt toegepast op de verpleegafdelingen en de dagbehandeling. Het betreft een

elektronisch overzicht van de voorgeschreven medicatie, de toediening wordt handmatig geregistreerd. Op de inten-

sive care wordt de toediening wel elektronisch vastgelegd.

I.4. Zorg-ICT

I.4.1 Beschikbaarheid van elektronische gegevens en procesondersteunende ICT

a) Hoe is de beschikbaarheid van elektronische gegevens op de polikliniek en op de afdeling (bij voorkeur op de

patiëntenkamers) voor administratieve basisgegevens, laboratoriumgegevens, correspondentie vanuit het zieken-

huis, radiologieverslagen, bacteriologieverslagen, medicatiegegevens, pathologieverslagen, operatieverslagen en

beelden? Het betreft hier het inzien (opvragen) van gegevens.

b) Hoe is de beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de polikliniek en op de afdeling (bij voorkeur op de

patiëntenkamers) voor elektronische registratie van medische en/of verpleegkundige intake, medische en/of ver-

pleegkundige decursus, elektronische verslaglegging voor overige zorgverleners, ordercommunicatie (het invoeren

van orders en teruggerapporteerd krijgen van uitslagen/resultaten), orderlijsten, elektronische planningsystemen,

enzovoort? Het gaat hier om het actief elektronisch registreren van informatie of orders, ondersteuning bij het

berekenen van medicatie- en voedingsschema’s en het elektronisch plannen van afspraken.

178

VI. B

ijlagen

Page 182: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

4.a) beschikbaarheid van elektronische gegevens op de polikliniek en op de afdeling/zorgeenheid.

Beschikbaarheid van: Op polikliniek Op afdeling

Administratieve basisgegevens Ja Ja

Laboratoriumgegevens Ja Ja

Correspondentie vanuit VUmc Ja Ja

Radiologieverslagen Ja Ja

Bacteriologieverslagen Ja Ja

PA-verslagen Ja Ja

Medicatiegegevens Gedeeltelijk (voor zover het

klinische gegevens betreft van

een opname binnen VUmc) Ja

Operatieverslagen Ja Ja

Beelden (X-foto’s, CT, MRI, etc.) Ja Ja

Diagnosegegevens Ja Ja

Landelijke medische registratiegegevens Ja Ja

EEG-uitslagen, ECHO, EMG, EP, DOP, MEG Ja Ja

Temperatuurlijst + vochtbalans Ja Ja

Longdossier chemotherapie Gedeeltelijk Gedeeltelijk

(Inw. Gen.)

Elektronisch diëtetiek dossier Ja Ja

4b) beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de polikliniek en op de afdeling.

Beschikbaarheid van: Op polikliniek Op afdeling

Elektronische medische intake Nee Gedeeltelijk:

long-, diabetes- en

diëtetiek dossier

Elektronische verpleegkundige intake Nee Ja

Elektronische verpleegkundige decursus Nee Ja

Elektronische medische decursus Nee Gedeeltelijk (IC)

Elektronische afsprakenplanningsystemen Nee Nee

Multidisciplinair patiënttraject-planning-systeem Nee Nee

Ordercommunicatie voor lab Nee Nee

Ordercommunicatie voor medicatie Nee Ja

Ondersteuning bij het voorschrijven Nee Ja

Ordercommunicatie voor klinische medicatie Ja Ja

Ordercommunicatie voor poliklinische medicatie Nee Nee

Ordercommunicatie voor radiologie Nee Nee

Ordercommunicatie m.b.v. geprotocolleerde ordersets Nee Nee

Ordercommunicatie voor overige zorgdiensten Nee Nee

Elektronische bewaking van het behandeltraject Nee Gedeeltelijk (IC)

Ja = voor iedereen beschikbaar

Nee = deze functie is niet geautomatiseerd beschikbaar

Gedeeltelijk = aangegeven is op welke afdeling deze functie beschikbaar is.

179

VI. B

ijlagen

Page 183: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.5 Postoperatieve wondinfectieregistratie

I.5.1 Surveillance van postoperatieve wondinfecties VUmc

a. Surveilleert het ziekenhuis postoperatieve wondinfecties? Ja

b. Doet het ziekenhuis mee aan een landelijk surveillancesysteem naar dit soort infecties? Ja

c. Gebruikt het ziekenhuis voor de definiëring van dit soort infecties de criteria van de CDC/WIP

(Centre of disease Control/Werkgroep InfectiePreventie)? Ja

d. In welke vorm vindt de surveillance plaats? In de vorm van incidentie- en prevalentie-onderzoek

en middels bacteriologie-uitslagen

e. Zijn er interventies gepleegd? Ja

f. En hebben deze tot het gewenste resultaat geleid? nog onvoldoende

Het aantal deurbewegingen tijdens een operatie op de operatiekamer was te hoog. Door verhuizing naar een ander

complex kon een nieuwe meting nog niet plaatsvinden. Het toedienen van de antibioticaprofylaxe is nog niet opti-

maal. Dit wordt een kwaliteitsindicator bij de afdeling anesthesiologie.

In VUmc is doelbewust gekozen voor "surveillance by objective" en niet voor ziekenhuisbrede surveillance. Een derge-

lijke aanpak wordt onder andere door CDC (Centers of Disease Control) uit Atlanta aanbevolen, omdat dit de meest

kosten-effectieve vorm van surveillance is. Dit betekent dat de incidentie van wondinfecties projectgewijs wordt gere-

gistreerd in het kader van specifieke vraagstellingen. Inmiddels is een Sneller Beter project gestart met de verdere

ontwikkeling van een postoperatieve wondinfectieregistratie.

I.6 Complicatieregistratie

I.6.1 Complicatieregistratie

Welke specialismen/disciplines in uw ziekenhuis werkten het afgelopen jaar met een eigen en/of landelijke complica-

tieregistratie?

Van de 33 door IGZ genoemde specialismen/disciplines hanteren er 25 (76%) een eigen (11) en/of landelijk (14) com-

plicatieregistratiesysteem. Deze specialismen zijn: algemene heelkunde, anesthesiologie, cardiochirurgie, cardiologie,

gynaecologie, hematologie, intensive care, keel-, neus- en oorheelkunde, kindergeneeskunde, klinische chemie, klini-

sche pathologie, longziekten, maag-, darm- en leverziekten, medische microbiologie, neonatologie, neurochirurgie,

neurologie, oogheelkunde, orthopedie, plastische chirurgie, radiologie, radiotherapie, revalidatiegeneeskunde, urolo-

gie, vaatchirurgie en verloskunde.

Alle 13 in VUmc aanwezige snijdende specialismen (inclusief kinderchirurgie en mondziekten en kaakchirurgie, speci-

alismen die niet door IGZ worden genoemd) hebben een complicatieregistratiesysteem (100%). Voor de niet-snijdende

specialismen is registratie moeilijker, omdat niet altijd duidelijk is wat als een complicatie kan worden bestempeld.

Ook zijn veel beroepsverenigingen nog bezig om complicaties te definiëren en registratiesystemen te bouwen, waar-

door het lastiger is om volgens een landelijk format complicaties te registreren. Vrijwel elke afdeling houdt teambe-

sprekingen waarbij complicaties en complexe situaties aan de orde komen.

180

VI. B

ijlagen

Page 184: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.7 Pijn na een operatie

I.7.1 Pijnmeting bij postoperatieve patiënten

a) Heeft u de beschikking over een ziekenhuisbreed pijnprotocol?

b) Heeft u de beschikking over een acute pijnservice?

De postoperatieve pijnbestrijding wordt op dit moment gerealiseerd door de acute pijnservice en tijdens diensturen

door de dienstdoend anesthesioloog en dienstdoend arts-assistent anesthesiologie. In het kader van Sneller Beter is

de acute pijnservice verder ontwikkeld.

Op de kort verblijf-afdeling heeft een doorbraakproject plaats gevonden, die nu op alle zorgeenheden wordt doorge-

voerd. Hierbij is ondersteuning aanwezig van physician assistents in opleiding. De verpleegkundigen op alle chirurgi-

sche afdelingen worden geschoold in het doen van pijnmetingen waarbij ervaringen van verpleegkundigen chroni-

sche pijnbestrijding worden gebruikt. Verder beschikt het ziekenhuis over diverse uitgebreide pijnprotocollen voor

verschillende patiëntengroepen (o.a. na een operatie bij kinderen, tijdens de bevalling, bij de oudere patiënt). In

december 2006 was sprake van een ziekenhuisbreed pijnprotocol voor de postoperatieve patiënt.

De VUmc-pijnpoli is eerder door de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie geselecteerd geweest als innova-

tief voorbeeld ("best practice") van goede zorgpraktijk in de curatieve sector.

Kenmerken Acute Pijnservice in VUmc Ja Nee In ontwikkeling

Multidisciplinair samenwerken van verpleegkundigen,

specialistisch verpleegkundige, snijdend specialist en

anesthesioloog X

Gebruik systematische pijnscore 1e

24 uur postoperatief X

Gebruik systematische pijnscore na 1e

24 uur postoperatief X

Gebruikte pijnscore Ja, VAS

Sedatiescore (Ramsey) X

Aanwezigheid gestandaardiseerde pijnbestrijdingsmethode X

Aanwezigheid pijnverpleegkundige X

Continue scholing alle betrokken disciplines op gebied van

postoperatieve pijnbehandeling X

Patiëntenvoorlichting over pijn X

24-uurs beschikbaarheiddiensten voor pijnbestrijding X

Beschikbaar van pijnbestrijding voor alle postoperatieve patiënten

in het ziekenhuis X

VAS = Visual Analoge Score

I.7.2.

Doet uw ziekenhuis gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten? Hierbij wordt onderscheid gemaakt

tussen de direct postoperatieve fase en de fase na overplaatsing naar een verpleegafdeling.

Het percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten is niet voor het gehele verslagjaar

bekend. Een pilot op een verpleegafdeling bij 229 patiënten geeft een percentage van 43% met een VAS-score kleiner

dan 4. Dit is gemeten voor invoering van het pijnprotocol.

Op de uitslaapkamer vindt wel bij elke patiënt een pijnmeting en sedatiescore plaats, deze worden echter nog niet

centraal geregistreerd.

181

VI. B

ijlagen

Page 185: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.7.3. Percentage patiënten met een pijnscore van 4 of minder in de eerste 72 uur na een operatie

Wat is het percentage patiënten dat in de eerste 72 uur na een operatie gemiddeld een acceptabele pijnscore aangeeft?

Vooralsnog onbekend, zie I.7.2.

I.8. Volume van risicovolle interventies

I.8.1 Volume van aneurysma van de abdominale aorta (verwijding van de buikaorta) operaties

Wat is het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een aneurysma van de buikaorta (AAA) is geopereerd in uw

ziekenhuis?

In 2006 zijn in VUmc 102 patiënten aan een AAA geopereerd.

I.8.2 Volume oesophaguscardiaresecties (slokdarm-maag-verwijdering)

Wat is het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een oesophaguscardiaresectie is uitgevoerd in uw ziekenhuis?

In 2006 zijn in VUmc 13 oesophaguscardiaresecties uitgevoerd.

I.9 Galwegletsel na cholecystectomie (galblaasverwijdering)

Wat is het percentage galwegletsel na een cholecystectomie?

Bij de 119 patiënten die in 2006 een galblaasverwijdering ondergingen, werd eenmaal een galwegletsel gezien (dit is

0,84%).

I.10 Ongeplande heroperaties

I.10.1 Ongeplande heroperaties bij colorectale (dikkedarm) operaties

Wat is bij patiënten van 18 jaar en ouder het percentage ongeplande heroperaties bij colorectale operaties met uitzon-

dering van de appendix?

In 2006 vond in VUmc 317 maal een colorectale operatie plaats. Bij 27 patiënten moest binnen 30 dagen 34 maal

ongepland opnieuw worden geopereerd. Het percentage heroperaties bedraagt daarmee 10,7%.

I.10.2.S Heroperaties na een hernia inguinalis (liesbreuk, S = optionele indicator)

Wat is in 2006 het percentage heroperaties na een hernia inguinalis?

In 2006 zijn 110 patiënten aan een hernia inguinalis geopereerd. Zevenmaal vond een heroperatie plaats. Het percen-

tage heroperaties bedraagt dus 6,4%. Heroperaties vonden echter plaats bij patiënten die niet in VUmc aan de oor-

spronkelijke hernia waren geopereerd maar elders.

182

VI. B

ijlagen

Page 186: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.11 Afgezegde operaties

I.11.1 Percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor een geplande electieve (niet-acute) operatie

Wat is het percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor geplande operatie, verdeeld naar afgezegd ‘door het

ziekenhuis’ en afgezegd ‘door de patiënt’?

Het totaal aantal electieve (geplande, niet-acute) operaties bedroeg 11.519. Dit aantal is hoger dan in 2005 omdat nu

ook de operaties in dagbehandeling zijn meegeteld. Hiervan bedraagt het aantal ‘door het ziekenhuis’ afgezegde

operaties 546 (4,7%) en ‘door de patiënt’ 86 (0,7%).

I.12 Intensive care volwassenen en kinderen

I.12.1, 2 en 3 Level-indeling van de IC en aantal intensivisten

a. Aan welk level voldoet uw IC-afdeling en is dit level bij visitatie bevestigd?

b. Wat is het totaal aantal formatieplaatsen (fte’s) intensivisten beschikbaar voor de IC-afdeling?

De IC-volwassenen (ICV) is een gemengde IC (IC-level III) waar alle categorieën patiënten zijn opgenomen: patiënten

met interne aandoeningen en chirurgische patiënten, inclusief neurochirurgie en cardiopulmonale chirurgie. Op de ICV

is 24 uur per dag en 7 dagen per week een intensivist beschikbaar. Overdag is de intensivist 7 dagen per week aanwe-

zig. De afdeling ICV is in 2004 gevisiteerd in het kader van de opleiding tot intensivist. De afdeling voldoet aan alle

kwaliteitseisen, hetgeen resulteerde in een verlenging van de opleidingsbevoegdheid voor de periode van 5 jaar.

De IC-kinderen is eveneens een level-III-IC, wat bij visitatie is bevestigd.

Voor volwassenen bedraagt het aantal fte’s voor 28 beademings level III intensive care bedden én 9 medium care

bedden 10,8. Voor de kinderen bedraagt het aantal fte’s 4,3.

I.12.4 Totaal aantal opname- en beademingsdagen op een IC-afdeling

Wat is het totale aantal beademings- en behandeldagen verdeeld naar cardiochirurgische (a) en niet-cardiochirurgische

volwassenen (b) en kinderen (c) in verhouding tot het totale aantal beademings- en opnamedagen op de IC-afdeling?

In VUmc zijn in 2006 in totaal 1.500 opnames op de IC-volwassenen gerealiseerd, waarvan 609 cardiochirurgische

opnames. Het totaal aantal verpleegdagen was 9.438, waarvan 2.431 dagen ten behoeve van cardiochirurgische

patiënten. Het aantal beademingsdagen is vrijwel identiek aan het aantal ligdagen, aangezien de afdeling IC-volwas-

senen beschikt over een medium care, waar niet-beademde patiënten kunnen worden opgenomen. Patiënten die niet

beademd worden, liggen slechts bij hoge uitzondering op de intensive care. Bij deze omschrijving wordt beade-

mingsdag gedefinieerd als beademing op enig moment van de dag.

De gemiddelde ligduur van patiënten op de ICV was 5,3 dagen, met een standaard deviatie van 5,8 dagen. De media-

ne ligduur was 1 dag.

Het aantal beademingsdagen per fte intensivist gedefinieerd als het aantal beademingsdagen dat één fte intensivist

medische verantwoordelijkheid draagt voor de beademing kan worden geschat op 1.000 tot 1.500. Deze gevraagde

indicator is volgens VUmc een minder goede parameter aangezien iedere beademde patiënt dagelijks door meerdere

intensivisten wordt beoordeeld.

Van belang is te vermelden dat in 2006 ten opzichte van 2005 een belangrijke toename van het aantal verpleegdagen

heeft plaatsgevonden.

183

VI. B

ijlagen

Page 187: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

De mortaliteit op een IC is afhankelijk van de ernst van de ziekte van de patiënten en de aard van de ziekte. Hoe zie-

ker een patiënt is, hoe groter de kans dat hij overlijdt. Om mortaliteit af te zetten tegen de ernst van de ziekte is de

internationaal geaccepteerde standardized mortality rate (SMR) beschikbaar. Daarbij worden de patiënten onderver-

deeld in ernst van de ziekte, weergegeven als APACHE II score (hoe hoger de score, hoe zieker) en diagnosecategorie.

Een SMR van 1,0 duidt op een mortaliteit zoals verwacht mag worden op een IC. Een SMR groter dan 1,0 duidt op een

hogere sterfte dan verwacht mag worden op grond van de literatuur, terwijl een SMR kleiner dan 1,0 duidt op een

hogere overleving op de betreffende IC.

Op de IC van VU medisch centrum is voor alle categorieën van ernst van ziekte de SMR lager dan 1,0 (zie onderstaan-

de tabel). Er zitten beperkingen aan het gebruik van de scores en SMR. Hierover heeft de afdeling ICV van VUmc ook

uitgebreid gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften als The Lancet en Intensive Care Medicine.

Maar aangezien al vele jaren de SMR kleiner is dan 1,0 kan wel worden aangenomen dat de opnieuw uitstekende

getallen van dit jaar niet berusten op een toevalsbevinding. Ter illustratie: in 2006 zijn géén patiënten overleden met

een APACHE II score onder de 11 bij opname op de afdeling ICV. Voor mortaliteitsgegevens naar EURO-score en CABG

versus klepchirurgie wordt verwezen naar de gegevens van de afdeling cardiochirurgie.

APACHE II SMR IC niet SMR cardio- SMR IC

cardio-chirurgie chirurgie totaal

0 - 10 0,13 0,22 0,19

11 - 24 0,79 0,30 0,64

25 - 32 0,80 0,85 0,80

> 32 0,69 0,79 0,70

De afdeling intensive care kinderen levert het complete pakket patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Alleen voor

de cardiopulmonale chirurgie bestaat een samenwerkingsovereenkomst met het Leids Universitair Medisch Centrum

(LUMC), alwaar de kinderen dan ook worden geopereerd. Op de VUmc intensive care kinderen is een erkende capaci-

teit van 9 bedden. De afdeling steunt vakinhoudelijk op de afdelingen kindergeneeskunde en anesthesiologie maar is

organisatorisch ondergebracht bij de zorgeenheid kindergeneeskunde.

In 2006 bedroeg het totaal aantal behandel- en beademingsdagen op de afdeling intensive care kinderen respectieve-

lijk 2.746 en 1.269. Het percentage beademingsdagen van het totaal aantal behandeldagen op de IC voor kinderen

bedraagt derhalve 46,2%.

I.13 Zwangerschap

I.13.1 Het percentage uitgevoerde bevallingen met een keizersnede in verhouding tot het verwachte

percentage (VOKS-percentiel)

a) Is er sprake van een perinatologisch centrum in VUmc?

b) Wat is het totaal aantal bevallingen onder leiding van een gynaecoloog

c) Wat is het VOKS-percentiel (Verloskundige Onderlinge KwaliteitsSpiegeling) voor primaire en secundaire keizer-

sneden bij een voldragen zwangerschap (37 tot 42 weken)?

In VUmc is sprake van een perinatologisch centrum en derdelijns perinatale zorg. Het totaal aantal bevallingen in

VUmc bedroeg 1.647 (waarvan 1.490 onder leiding van een gynaecoloog). De VOKS-percentielen zijn op het moment

van voorbereiding van dit jaarverslag nog niet door Prismant vrijgegeven.

184

VI. B

ijlagen

Page 188: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.14 Diabetes mellitus (suikerziekte)

I.14.1 Geïntegreerde diabeteszorg

Is er in VUmc sprake van geïntegreerde diabeteszorg?

Ja, in VUmc is sprake van geïntegreerde diabeteszorg, maar er vindt geen regionale registratie plaats. Van de met

diabetes mellitus bekende patiënten die in VUmc poliklinisch of klinisch worden behandeld, worden standaard de

(controle) bloedbepalingen in het laboratorium van VUmc bepaald. Deze en andere uitslagen van onderzoeken ver-

richt in VUmc, zijn voor alle betrokken specialisten in VUmc via het ziekenhuisregistratiesysteem zichtbaar.

Het regionale huisartsenlaboratorium is buiten VUmc gesitueerd, dit betreft het ATAL in Amstelveen. Aldaar werkt

parttime een internist-endocrinoloog van de afdeling endocrinologie van VUmc. Er zijn tevens duidelijke verwijsaf-

spraken met huisartsen gemaakt, met een minimale wachttijd. Ook is er een goede wederzijdse communicatie d.m.v.

telefoon, fax en elektronische patiëntenbrieven. VUmc beschikt over een diabetescentrum (www.diabetescentrum.nl).

Er is een wekelijks multidisciplinair diabetesteam-overleg, er zijn zwangerenspreekuren (multidisciplinair spreekuur

met diabetoloog, diabetesverpleegkundige, medisch psycholoog en diëtist) en er zijn multidisciplinaire

(internist/endocrinoloog, diabetesverpleegkundige, diëtist en doktersassistente) jaarconsulten, met specifieke aan-

dacht voor educatie, complicatiescreening (voet- en oogonderzoek) en kwaliteit van leven. Bovendien vindt elk kwar-

taal een multidisciplinair overleg plaats met de oogartsen. De diabetesverpleegkundigen zijn de case-managers op de

polikliniek. De eerstelijns-diabeteszorg wordt gecoördineerd vanuit de afdeling huisartsgeneeskunde met als doel de

transmurale samenwerking met VUmc te versterken.

I.14.2 Gemiddelde HbA1C - waarde bij diabetes type I en II.

Wat is de gemiddelde HbA1c-waarde bij patiënten met diabetes type 1 en 2 voor 2006?

Voor de HbA1c-waarden (een maat voor het effect van de behandeling) is VUmc uitgegaan van patiënten met DM type

1 en DM type 2, die patiënt zijn op de poli inwendige geneeskunde en poli endocrinologie. De zwangere patiënten

zijn geëxcludeerd. Bij diabetes type 1 patiënten is het gemiddelde HbA1c 7,92%, bij diabetes type 2 patiënten 7,59%

(normaalwaarde voor mensen zonder DM: 4,0 – 6,0%).

I.14.3 Tweejaarlijkse oogheelkundige controle bij diabetes

Is bekend hoeveel bij de internist bekende patiënten met diabetes onder oogheelkundige controle staan?

Van de 2.033 patiënten die bekend zijn bij de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie zijn er 838 voor

controle op de poli oogheelkunde geweest. Daarnaast zijn er nog bij 215 andere patiënten op genoemde afdelingen

fundusfoto’s gemaakt. Dit betekent dat 51,8% van de DM-patiënten oogheelkundig is gecontroleerd. Dit komt goed

overeen met de landelijke richtlijn die de aanbeveling doet dat DM-patiënten eenmaal per 2 jaar dienen te worden

gecontroleerd (dit in tegenstelling tot het uitgangspunt van IGZ die een jaarlijkse controle de norm vindt). Bovendien

worden vele patiënten ook nog gezien door een oogarts elders.

185

VI. B

ijlagen

Page 189: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.15 Hartfalen

I.15.1 Hartfalenpoli

Beschikt uw ziekenhuis over een hartfalenpoli?

VUmc beschikt over een goed georganiseerde, uitstekend functionerende hartfalen poli. Patiënten worden door

VUmc-cardiologen verwezen naar de hartfalenpoli. Ook sturen verwijzers uit andere centra patiënten door voor een

screening ten behoeve van cardiale resynchronisatietherapie.

Alle faciliteiten (indicatoren) behoudens thuisbezoek zijn aanwezig. Hartfalen-verpleegkundigen doen dagelijks zelf-

standig spreekuur en bespreken ieder dag de patiënten met een superviserend cardioloog. Er is een dagelijks telefo-

nisch spreekuur en patiënten kunnen zonodig altijd binnen 24 uur door de hartfalen-verpleegkundigen worden

gezien.

Er bestaat een goede samenwerking met de afdeling fysiotherapie. Patiënten krijgen na een systematische evaluatie

een op maat gesneden trainingsprogramma aangeboden. Het multidisciplinair overleg en programma voor verdere

begeleiding wordt momenteel verder ontwikkeld. Het programma wordt toegespitst op de problematiek die patiënten

met hartfalen ervaren. Belangrijk aspect is om patiënten ook op de langere termijn gemotiveerd te houden voor de

leefregels en therapietrouw.

Een belangrijke activiteit die in dit verband wordt gestart zijn maandelijks terugkerende hartfalenvoorlichtingsbijeen-

komsten. Hierbij is ook de afdeling maatschappelijk werk van VUmc nauw betrokken. De eerste bijeenkomst staat

gepland voor begin april 2007.

Binnen een jaar is het de bedoeling om een hartfalen unit (HFU) te starten. Op deze HFU kunnen patiënten intermitte-

rend en voor korte duur (maximaal 24 uur) worden opgenomen voor (dag-)behandeling middels bijvoorbeeld intrave-

neuze medicatie. Door deze mogelijkheid tot dag-nachtbehandeling kunnen meer langdurige klinische opnames wor-

den voorkomen. Daarnaast biedt de HFU de mogelijkheid tot het verrichten van snelle, geïntegreerde diagnostiek

inclusief invasief onderzoek. Hierdoor kan de duur tot het stellen van de definitieve diagnose worden bekort, zodat

eerder met adequate behandeling kan worden gestart waarmee langdurige opnames worden vermeden. Bovendien

anticipeert een HFU op het groeiend arsenaal aan geavanceerde therapeutische mogelijkheden voor de behandeling

van hartfalen, zoals mechanische ondersteuning van de pompfunctie middels een left ventricular assist device (LVAD)

en stamceltherapie.

Screening en geïntegreerd onderzoek (one-stop-shop) op verzoek van de eerstelijnzorg is (vooralsnog) niet mogelijk

op de hartfalenpoli van VUmc. Een van de oorzaken hiervoor is de exponentiele groei van het aantal patiënten die

vanuit de 2e lijn bij de hartfalenpoli terecht komen.

Een tweede reden is dat de huidige populatie hartfalenpatiënten zich in toenemende mate presenteert met meer uit-

gebreide en complexe problematiek waardoor de vraag naar zorg en begeleiding en daarmee de werkdruk, sterk toe-

neemt.

186

VI. B

ijlagen

Page 190: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

187

VI. B

ijlagen

De kenmerken van onze poli zijn:

Status

A Nazorg

Medische controle binnen 1 maand na ontslag Ja

Huisbezoek door hartfalenverpleegkundige binnen 2 weken na ontslag Nee

Vaste momenten van herevaluatie met de patiënt Ja

Laagdrempelige mogelijkheid voor patiënt tot telefonisch contact met contactpersoon

(=hartfalenverpleegkundige) Ja

Verpleegkundig spreekuur Ja

B Snelle signalering van verslechtering

Waarschuwen door de patiënt zelf als toestand achteruit gaat (patiënt weet wanneer dit het geval is) Ja

Patiënt krijgt ontslagbrief mee met medische en verpleegkundige informatie Ja

Goede afspraak wie voor patiënt bereikbaar is (naam en telefoonnummer) Ja

C Welk programma gebruikt u om life style changes te registreren/monitoren?

Voorlichtingsmateriaal van de Hartstichting Ja

Eigen voorlichtingsmateriaal Ja

D Coördinatie van zorg: wie is hiervoor verantwoordelijk

Cardioloog Ja

Hartfalenverpleegkundige Ja

I.15.2 Heropname voor hartfalen

Wat is in 2006 het percentage heropnames voor hartfalen binnen 12 weken na ontslag, gescheiden voor patiënten jon-

ger dan 75 jaar en patiënten van 75 jaar en ouder?

Het totaal aantal opgenomen patiënten met hoofddiagnose hartfalen bedroeg 207 (123 mannen en 84 vrouwen). Het

totaal aantal binnen 12 weken heropgenomen personen bedroeg 7 (3,4%).

Het totaal aantal opgenomen personen jonger dan 75 jaar bedroeg 110. Bij 5 personen (4,5%) was dit een heropname.

Het aantal opgenomen patiënten van 75 jaar of ouder bedroeg 97, waarvan 2 patiënten (2,1%) een heropname binnen

12 weken. Als heropnames zijn ook gerekend de dagbehandelingen en overplaatsingen naar een ander ziekenhuis.

Heropname

Leeftijd ≤ 12 weken > 12 weken

< 75 jaar (n = 110 pt.) 5 pt. (4,5%)* 1 pt. (0,9%)

≥ 75 jaar (n = 97 pt.) 2 pt. (2,1%) 5 pt. (5,2%)

*1 pt. 2x binnen 12 weken heropname

VI. B

ijlagen

Page 191: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.16 Acuut myocardinfarct (AMI, hartinfarct)

I.16.I 30-daagse mortaliteit of ziekenhuissterfte na opname voor een AMI

Wat is het percentage patiënten dat in de eerste 30 dagen na opname met de diagnose AMI is overleden, ongeacht de

oorzaak van het overlijden? De vraag is uitgesplitst naar leeftijd (jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder). Indien

gegevens over sterfte binnen 30 dagen niet beschikbaar zijn, kan de rapportage worden vervangen door ziekenhuis-

sterfte.

De zogenaamde ziekenhuissterfte bedroeg in 2006 voor patiënten jonger dan 65 jaar 4,6% (3 van de 65 patiënten)

en voor 65 jarigen en ouder 4,9% (3 van de 61 patiënten). Patiënten die zijn gedotterd en daarna zijn overgeplaatst

naar een ander ziekenhuis zijn niet meegeteld.

VUmc fungeert in de zorgketen voor de acute hartinfarctpatiënt als dottercentrum voor belangrijke delen van de

regio Amsterdam, Kennemerland en Zaanstreek. VUmc maakt daarbij onderdeel uit van het zogeheten

Amsterdamproject, waarin ook het AMC en het OLVG als dotterkliniek participeren. Dit project is operationeel sinds

begin 2004 en dient ter bekorting van de wachttijd van een acute hartinfarctpatiënt voor de dotterprocedure. De

ambulancedienst faxt direct na aankomst bij een patiënt een ECG via GSM-techniek naar de hartbewaking van VUmc

en vrijwel direct kan worden vernomen of een patiënt naar de dotterkamer kan worden vervoerd. Hiermee wordt een

aanzienlijke tijdswinst geboekt en kunnen infarctpatiënten zeer snel worden gedotterd. Dit heeft een directe en gun-

stige invloed op de overleving.

Vooralsnog ontbreken de 30- en 90-daagse mortaliteitscijfers van patiënten die in ons ziekenhuis zijn opgenomen

met een acuut hartinfarct. VUmc werkt aan de ontwikkeling van een prospectief registratiesysteem waarin de 30-

daagse mortaliteit van alle patiënten die in VUmc worden opgenomen met een acuut myocardinfarct, wordt geno-

teerd. Hierbij gaat het om registratie van álle patiënten die in de acute fase van het hartinfarct in ons ziekenhuis zijn

behandeld, dus ook van de patiënten die na de dotterbehandeling direct worden doorverwezen naar een andere kli-

niek.

I.17 CVA (hersenbloeding)

I.17.1 Stroke service / stroke unit

Beschikt uw ziekenhuis over een strokeservice en/of stroke-unit?

Ja, VUmc beschikt over beide. De strokeservice bestaat uit:

• Een poliklinisch traject (TIA-service en -protocol, duplex-onderzoek). Dit traject is in het kader van het proces

Herinrichting binnen “Sneller Beter” opnieuw gerorganiseerd. Doel is dat patiënten binnen 24 uur na een TIA wor-

den gezien, dat de aanvullende diagnostiek binnen 72 uur is afgerond en dat patiënten die in aanmerking komen

voor carotisendarterectomie binnen 2 weken worden geopereerd. Inmiddels is dit grotendeels gerealiseerd. Het

poliklinische traject dient nog te worden geïntensiveerd.

• Een ziekenhuis-stroke-unit (ZSU): 4 CVA-bedden. De afdeling neurologie beschikt over een observatiezaal van 8

bedden, waarvan er 4 ter beschikking zijn als stroke-unit. De formatie is hierop berekend. Ook aan andere voor-

waarden zoals monitorbewaking is voldaan. Trombolyse wordt volgens protocol uitgevoerd en de capaciteit wordt

7 x 24 uur per week gegarandeerd.

• Een verpleeghuis-stroke-unit (VSU): 6 bedden voor klinische revalidatie in verpleeghuis St. Jacob.

• Een revalidatie-stroke-unit in het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) en Thuiszorg Amsterdam.

188

VI. B

ijlagen

Page 192: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Elementen van VUmc-Stroke Service

Schriftelijk vastgelegde afspraken over samenwerking binnen de keten met:

• Huisartsen nee

• Ambulance ja

• Verpleeghuizen ja

• Revalidatiecentra ja

• Thuiszorginstellingen ja

• Patiëntenverenigingen nee

• Verzekeraars ja

• anders, nl.

Schriftelijk vastgelegde afspraken over:

• Criteria voor opname in vervolginstellingen ja

• Maximale ligduur in het ziekenhuis ja

• Beschikbaarheid bedden ja

• Opnamegaranties ja

• Aanwezigheid van Stroke unit ja

Elementen van VUmc-Stroke Unit

• Opnamegarantie ja

• Multidisciplinaire behandeling volgens protocol ja

• Behandeldoelen opgesteld voor stoornis, beperking, handicap, cognitie en communicatie ja

• Specifiek geschoolde medewerkers ja

Aantallen

Aantal gelabelde bedden 6

Aantal bedden met bewakingsmogelijkheden 6

Aantal bedden voor trombolyse 1

I.17.2 Mortaliteit binnen 7 dagen na opname voor een CVA (hersenbloeding)

Wat is het percentage patiënten dat in de eerste 7 dagen na opname met de diagnose CVA is overleden, ongeacht de

oorzaak van het overlijden? De vraag is uitgesplitst naar leeftijd (jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder) en etiologie

(ischemisch CVA (herseninfarct) en hemorrhagisch CVA (hersenbloeding)).

De sterfte na een ischemisch CVA onder patiënten jonger dan 65 jaar bedraagt 3,8% (2 van 53 patiënten) en onder

65 jaar en ouder 7,4% (10 van 135 patiënten). De sterfte na een hemorrhagisch CVA onder patiënten jonger dan 65

jaar bedraagt 8,1% (3 van 37 patiënten) en onder 65 jaar en ouder 19,7% (15 van 76 patiënten).

189

VI. B

ijlagen

Page 193: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.18 Heupfractuur

I.18.1 Percentage patiënten met een heupfractuur dat binnen een kalenderdag is geopereerd

Wat is het percentage patiënten van 65 jaar of ouder met een heupfractuur dat in het afgelopen jaar binnen één

kalenderdag na presentatie is geopereerd, verdeeld naar ASA-klasse (een maat voor de ernst van bijkomende aandoe-

ningen)?

Door de invoering van een aantal verbeteringen, bedraagt in het 4e kwartaal van 2006 het percentage patiënten met

een heupfractuur van 65 jaar en ouder dat binnen één kalenderdag is geopereerd 89,3%. Voor geheel 2006 bedraagt

dit percentage 75,2% (124 van de 165). Uitgesplitst naar ASA-klasse bedraagt het percentage 79,5% (66 van de 83

patiënten) voor ASA 1-2 en 68,9% (42 van de 61 patiënten) voor ASA 3-5. Van 21 patiënten is de ASA-klasse niet

bekend, hierbij bedraagt het percentage geopereerden 76,2%.

I.19 Mammatumor (borstkanker)

I.19.1 Mammapoli

Beschikt uw ziekenhuis over een mammapoli en hoe heeft u dat vormgegeven?

Ja, VUmc beschikt over een mammapoli sinds 1 mei 2004. De poli is volgens de normen van het CBO georganiseerd

in een multidisciplinaire benadering:

1. Alle patiënten hadden een toegangstijd van maximaal 7 werkdagen.

2. Diagnostisch onderzoek gebeurde bij alle patiënten op één dag.

3. De diagnose van onderzoek werd in bijna alle gevallen binnen 5 werkdagen met de patiënt besproken. Bij twij-

fel over de voorlopige diagnose vond aanvullend onderzoek plaats. De uitslag van het aanvullend onderzoek

werd ook binnen 5 werkdagen met patiënt besproken.

4. Wanneer er sprake is van een kwaadaardige tumor is er in de meeste gevallen een mammacareverpleegkundige

aanwezig.

5. Alle nieuwe patiënten zijn besproken op het multidisciplinair overleg (MDO).

6. De uitslag van onderzoek was altijd compleet op het MDO.

7. De wachtlijst voor operatie dreigde soms langer te worden dan 2 weken. Deze toegangstijd wordt voortdurend

gevolgd en zo nodig bijgesteld door de oncologisch chirurg.

8. Alle operatiepatiënten zijn besproken op het MDO.

Onderdelen van de zorg om de patiënt met een mammatumor In VUmc

De informatie naar de patiënt is helder. ja, er zijn o.a. informatiefolders beschikbaar en e.e.a.

wordt uitgebreid mondeling toegelicht.

De zorg is afgestemd op de behoefte van de patiënt. ja, voor zover mogelijk en in belang van patiënt

Het kunnen versnellen van tripeldiagnostiek. de tripeldiagnostiek wordt toegepast. De uitslag van

de pathologische anatomie kan na 4 dagen bekend

zijn.

Mogelijkheid om de toegangstijd tot een operatie te verkorten. voor de mamma-patiënten zijn slots ingebouwd op

het OK-programma. Echter, wanneer het aanbod van

mammapatiënten groter is dan het aantal gereserveer-

de slots, is het moeilijk de toegangstijd binnen 2

weken te houden.

190

VI. B

ijlagen

Page 194: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Onderdelen van de zorg om de patiënt met een mammatumor In VUmc

Elke casus wordt ingebracht in een preoperatieve multidisciplinaire Ja, elke patiënt wordt besproken in de multi-

bespreking. Deze bespreking is wekelijks. disciplinaire bespreking, die wekelijks plaatsvindt.

Het mammateam bestaat uit een chirurgoncoloog, patholoog, radioloog, ja

internistoncoloog, radiotherapeutoncoloog en een mammacare–

verpleegkundige.

De leden van het team hebben aantoonbaar ervaring met aandoeningen ja

van de mamma.

Veelal is er sprake van een gezamenlijk spreekuur. ja

Patiënt met verontrustende symptomen wordt verwezen naar patiënten met een mamma-afwijking worden

gespecialiseerd mammachirurg. altijd gezien door een oncologisch chirurg.

Alle onderzoeken tijdens één bezoek aan het ziekenhuis ja, alle onderzoeken vinden op één dag plaats.

Bij diagnose maligniteit vindt 2e afspraak plaats met mammaverpleeg- bij diagnose maligniteit is bijna altijd een mamma

kundige en specialist van het mammateam. care-verpleegkundige beschikbaar voor aanvullende

informatie op dezelfde dag of op een nader te bepa-

len tijdstip.

Diagnose maligniteit wordt nooit telefonisch meegedeeld. de diagnose maligniteit wordt alleen tijdens een poli-

bezoek meegedeeld.

De communicatie over de diagnostiek en behandeling intern en naar Ja, maar de snelheid kan altijd beter

extern is optimaal.

Gebruikelijk aantal dagen tussen eerste contact en diagnostiek. eerste polibezoek en diagnostiek is meestal op

dezelfde dag. Uitslag van diagnostiek binnen 5 werk-

dagen.

I.19.2 Diagnose binnen 5 dagen

Wat is het percentage dat binnen 5 werkdagen na het eerste policonsult voor verdenking op borstkanker een uitslag

goedaardig of kwaadaardig heeft gekregen?

In 2006 waren alle (voorlopige) diagnosen binnen 5 werkdagen bekend. Bij onzekere uitkomst van het onderzoek was

de diagnose binnen 5 werkdagen na het aanvullend onderzoek bekend. Het is niet bekend hoeveel patiënten in 2005

aanvullend onderzoek nodig hadden na de eerste diagnostiek. Omdat álle patiënten binnen 5 werkdagen op de poli

terugkwamen om te worden geïnformeerd over de (voorlopige) diagnose wordt 100% aangegeven. Het percentage dat

werkelijk na 5 werkdagen de definitieve uitslag heeft gekregen, is op dit moment niet bekend.

I.20 Cataract (staar) complicatieregistratie

Houdt u bij cataractoperaties een complicatieregistratie bij?

Ja, de afdeling oogheelkunde hanteert twee systemen voor de registratie van complicaties:

1. het “Breebaart”-systeem. Dit is een in Nederland ontworpen systeem voor de complicatieregistratie dat uitge-

breid landelijk wordt gehanteerd en toegankelijk is via de website van het Nederlands Oogheelkundig gezel-

schap. Alle cataractoperaties die worden verricht in VUmc worden hierin ingevoerd, inclusief de complicaties.

2. de afdeling oogheelkunde van VUmc participeert in een internationaal registratiesysteem, dat is ingevoerd in de

Europese Unie. Dit systeem omvat de cataractoperaties in meerdere klinieken in meerdere Europese landen.

Steekproefgewijs wordt een registratie gedurende één of twee maanden per jaar gehouden. Voor VUmc was dit de

maand oktober. Complicatieregistratie is daar één aspect van. ‘Benchmarking’ is het doel van dit Europees-systeem.

191

VI. B

ijlagen

Page 195: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

I.21 Postoperatieve opnameduur na een blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar

Wat is de gemiddelde, minimale, maximale en mediane opnameduur na een blindedarmoperatie bij kinderen tot 15

jaar?

In 2006 werden in VUmc 16 patiënten jonger dan 15 jaar wegens een acute ontsteking van de blindedarm geope-

reerd. De gemiddelde ligduur bedroeg 6,8 dagen (minimum 2 en maximum 32 dagen). De mediane opnameduur

bedroeg 3,5 dagen. Vanwege de topreferentiefunctie van VUmc worden vaak kinderen doorverwezen met een perfo-

ratie hetgeen de opnameduur nadelig beïnvloedt.

II NVZ-indicatoren

II.1 Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen

II.1.1 Accreditatie

Aan welke vormen van accreditatie en certificering neemt uw ziekenhuis deel?

Het VUmc-kwaliteitsbeleid is in toenemende mate geïntegreerd in de planning- en controlcyclus en betreft alle kernta-

ken van het academisch centrum: onderzoek, opleiding en patiëntenzorg. De, ook binnen NIAZ bekende, verbetercy-

clus wordt als motor gebruikt voor verbetering en vernieuwing. Met name voor de patiëntenzorg kan de NIAZ

Kwaliteitsnorm Zorginstelling een goede aanvulling zijn op ons kwaliteitsbeleid. In 2004 is een tijdspad uitgezet om

op verschillende niveaus integrale kwaliteitssystemen in te voeren en uit te bouwen. De accreditatiesystematiek van

het NIAZ maakt daar onderdeel van uit. Begin 2008 hoopt VUmc de NIAZ-accreditatie aan te vragen.

In het verleden heeft ons ziekenhuis actief geparticipeerd in de ontwikkeling van PACE (de voorloper van NIAZ), en

vele afdelingen plukken daar nog steeds de vruchten van. In 1999 zijn de afdelingen klinische chemie en haematolo-

gisch laboratorium CCKL-geaccrediteerd. In de laatste 5 jaar zijn ten aanzien van de patiëntenzorg en medische

ondersteuning de volgende afdelingen geaccrediteerd: medische microbiologie en infectiepreventie, klinische patho-

logie, sectie cytogenetica (afd. klinische genetica en antropogenetica) en de ziekenhuisapotheek (alle CCKL). De dialy-

seafdeling is HKZ-gecertificeerd.

De Amstel Academie is CEDEO-erkend (Centrum voor documentatie en informatie over bedrijfsexterne opleidingen).

De bachelor- en masteropleiding van de geneeskunde-opleiding zijn in 2006 geaccrediteerd door de Nederlands

Vlaamse Accreditatie Organisatie. De afdeling oogheelkunde is geaccrediteerd door de European Board of

Ophthalmology, de longfunctieafdeling door de Nederlandse Longfunctiekring (van het NVALT), kinderchirurgie door

de European Board of Pediatric Surgery, de accountantsdienst door Ernst & Young, accountants, de dienst Arbo en

Milieu door Certificatie-Arbodiensten, de METc is geaccrediteerd door de Nederlandse vereniging van Medisch

Ethische Toetsingscommissies en de onderzoekinstituten door internationale visitatiecommissies volgens het

Standard Evaluation Protocol. Het Radionuclidencentrum heeft in 2006 de GMP-producentenvergunning verworven.

De afdeling hematologie heeft de visitatie voor de JACIE-accreditatie met goed gevolg achter de rug en wacht op de

uitreiking van het certificaat. De afdeling radiotherapie heeft op 15 maart 2007 jongstleden de afdelingsspecifieke-

accreditatie van het NIAZ ontvangen. De afdeling IVF is in voorbereiding op een CCKL-accreditatie. De meeste afdelin-

gen maken nu gebruik van kwaliteitsdocumenten op basis van de NIAZ-systematiek.

Naast deze initiatieven worden vanzelfsprekend alle medisch afdelingen gevisiteerd in het kader van de opleidingsbe-

voegdheid en meerdere afdelingen hebben deelgenomen aan een kwaliteitsvisitatie van hun beroepsvereniging

(namelijk anesthesiologie, dialyseafdeling, intensive care, kindergeneeskunde, klinische genetica en antropogenetica,

longziekten, medische microbiologie en infectiepreventie, mondziekten en kaakchirurgie, nucleaire geneeskunde,

oogheelkunde, pathologie, radiotherapie, reumatologie en ziekenhuisapotheek).

192

VI. B

ijlagen

Page 196: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

II. 2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

II.2.1 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

Wat is het totaal van het aantal incidenten dat centraal is gemeld en hoeveel procent hiervan heeft geleid tot maatre-

gelen?

In 2006 zijn in VUmc in de patiëntenzorg 316 (bijna)incidenten gemeld. Maatregelen naar aanleiding van voorgeko-

men incidenten worden op verschillende niveaus in de organisatie genomen. In eerste instantie worden maatregelen,

waar mogelijk, getroffen op afdelingsniveau. Dit betreft het grootste deel van de maatregelen. Hiervan vindt op cen-

traal niveau géén registratie plaats. Wel wordt bekeken in hoeverre deze maatregelen ook relevant zijn voor andere

afdelingen. In 2005 is de meldingscommissie gestart met de implementatie van een nieuwe werkwijze namelijk het

decentraal behandelen van (bijna)incidenten in de patiëntenzorg. Hiervoor is aansluiting gevonden bij het VIM-project

(= Veilig Incidenten Melden) van Sneller Beter (zie elders in dit jaarverslag).

Daar waar de gepresenteerde problematiek afdelingsoverstijgend en/of van zeer ernstige aard is, worden maatrege-

len op cluster- of centrumniveau getroffen.

II.3 Financiële positie

II.3.1 Budgetgrootte

Wat is in het verslagjaar het productiegebonden gedeelte van het externe budget, inclusief het totale B-segment maar

exclusief de loonkosten voor medisch specialisten?

Zie elders in dit jaarverslag

II.4 Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en bench-marking

II.4.1 Patiënttevredenheid

II.4.1.1 Patiënttevredenheidsmetingen

Onderzoekt u systematisch de tevredenheid van patiënten betreffende de zorgverlening?

a. continu bij alle patiënten van het ziekenhuis

b. jaarlijks bij een cohort of steekproef van alle patiënten

c. systematisch, maar alleen bij specifieke afdelingen

Patiënttevredenheid is in VUmc één van de vier kwaliteitsthema’s, naast patiëntenlogistiek, patiëntveiligheid en pro-

fessionele kwaliteit. De centrumbrede coördinatiegroep patiënttevredenheid benadrukt het belang van het patiënten-

perspectief en stimuleert afdelingen hiervoor activiteiten te ondernemen.

VUmc participeert iedere twee jaar in het landelijk patiënttevredenheidsonderzoek van de NFU (Nederlandse Federatie

van Universitair Medische centra). De eerste meting heeft plaatsgevonden in het najaar van 2003. Eind 2005 is de

tweede meting verricht. Hiervoor zijn ruim 10.000 VUmc-patiënten aangeschreven. Medio 2006 zijn de resultaten

bekend gemaakt. VUmc scoorde in totaal 19 best practices. In 2003 had VUmc nog slechts 3 best practices.

Veel afdelingen houden ook zelf patiënttevredenheidsenquêtes bij hun patiënten, waarbij afdelingsspecifieke factoren

worden onderzocht.

In aansluiting op Sneller Beter pijler 3 is VUmc aan het onderzoeken of zij overgaat tot invoering van een ziekenhuis-

breed elektronisch continu meetsysteem voor patiëntenfeedback. Afdelingen kunnen hier gebruik van maken en hun

eigen vragenlijst samenstellen.

Ook is met name binnen de Sneller Beter projecten patiëntenparticipatie geïntroduceerd, waarbij uitdrukkelijk aan-

193

VI. B

ijlagen

Page 197: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

dacht wordt gegeven aan het patiëntenperspectief. Een aantal afdelingen is enthousiast geraakt door het instrument

van spiegelgesprekken met patiënten en is voornemens deze jaarlijks te herhalen.

Tot slot heeft in 2006 een evaluatie onder VUmc klagers plaatsgevonden over de klachtenprocedure, die tot een aan-

tal verbeteringen heeft geleid.

II.4.1.2 Klachten

a. Absoluut aantal klachten, ingediend bij de Klachtencommissie

b. Relatieve aantal: absoluut aantal per gewogen patiënteenheid

c. Percentage van a. dat is gegrond verklaard

d. Percentage van c. dat heeft geleid tot maatregelen

e. Aantal klachten dat niet via de Klachtencommissie is binnengekomen

In 2006 heeft VUmc 289 schriftelijke klachten van of namens patiënten ontvangen. Het percentage klachten per

gewogen patiënteneenheid (zie hiervoor de toelichting bij ‘milieubelasting’) is 0,055%. Van de 289 schriftelijk inge-

diende klachten zijn er 255 in de bemiddelingsprocedure opgenomen. De Klachtencommissie heeft op verzoek van

klagers 34 klachten (antwoord op a.) in behandeling genomen (dit is 0,007% per gewogen patiënteneenheid, (het ant-

woord op vraag b.). Deze klachten waren afkomstig van 12 verschillende klagers. Over 27 klachten heeft de klachten-

commissie in 2006 uitspraak gedaan (de overige zijn in 2007 behandeld). Zeven klachten (25,9%) zijn gegrond ver-

klaard.

Naar aanleiding van ingekomen klachten zijn in 2006 o.a. de volgende maatregelen genomen:

• een protocol voor toediening van klysma’s is opgesteld, met o.a. aandacht voor de wensen van de individuele

patiënt;

• voorafgaand aan een operatie wordt voortaan het te gebruiken sponsmateriaal geregistreerd;

• naar aanleiding van een ontplofte batterij van een Tens-apparaat zijn alle niet-oplaadbare batterijen uit de roula-

tie genomen;

• om ongewenste interactie van medicatie te voorkomen, staat een afdeling eigen gebruik van medicatie niet meer

toe;

• er wordt op een zorgafdeling één verantwoordelijk verpleegkundige aangewezen, die de zorg rond een patiënt

coördineert en aanspreekpunt is voor patiënt en familie;

• er wordt op de kinderafdeling in het verpleegplan duidelijke afspraken vastgelegd over de verdeling van de zorg

tussen de familie van een patiënt en de verpleging; tevens krijgen de patiënt en diens familie een welkomstbrief,

waarin de namen van de zaalarts, de medisch specialist en de supervisor en de leidinggevende verpleegkundige

staan vermeld;

• op de zorgeenheid is een procedure afgesproken die de bereikbaarheid van een consulterend arts moet vergro-

ten.

194

VI. B

ijlagen

Page 198: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

II.4.2 Organisatie & Kwaliteit

II.4.2.1 Wachttijden VUmc

a. Publiceert u minstens eens per maand gemakkelijk toegankelijke publieksgegevens

(bijvoorbeeld op Internet) over wachttijden? Ja

b. Zo ja, welk percentage van de aandoeningen waarvoor Treeknormen bestaan, betreft dit? 100%*

c. In welke mate participeert U in het nationale wachttijdenoverzicht dat de NVZ onderhoudt? **

I. Poliklinisch: n.v.t. **

II. Dagbehandeling: n.v.t. **

III. Klinisch: n.v.t. **

* betreft in ieder geval 100% van de specialismen waarvoor Treeknormen bestaan.

** de NVZ is per januari 2005 gestopt met het nationale wachttijdenoverzicht.

II.4.2.2 Risico-inventarisatie

a. Voert u tenminste elke 2 jaar een risico-inventarisatie uit (of wordt dit door een externe instantie uitgevoerd)?

b. Wordt deze analyse, al dan niet door een externe instantie (bijvoorbeeld uw schade-verzekeraar), in vergelijken-

de zin beoordeeld en leidt dit tot concrete conclusies c.q. aanbevelingen?

c. Rapporteert u over dit onderwerp in uw jaarverslag of elders?

VUmc is één van de 5 pilot-ziekenhuizen die in 2006 in afstemming met haar schadeverzekeraar, is gestart met het

ontwerpen van een risico-inventarisatie. Daartoe zijn ook VUmc-gegevens aangeleverd.

Verder heeft VUmc in 2005 en 2006 deelgenomen aan het programma Patiëntveiligheid in Nederland (in samenwer-

king met het EMGO-instituut van VUmc en NIVEL). Hierbij wordt het optreden van (vermijdbare) incidenten systema-

tisch en vrijwel ziekenhuisbreed onderzocht. Bovendien is er in het kader van medicatieveiligheid een risico-analyse

verricht om de meest risicovolle momenten te inventariseren. Daarnaast nam VUmc ook in 2006 deel aan het project

Sneller Beter. In dit project worden op afdelingen veiligheidscommissies geïnstalleerd in het kader van Veilig Incident

Melden. Deze veiligheidscommissies brengen direct advies uit aan het management van de afdeling. In het kader van

Sneller Beter worden verder rond bepaalde thema’s (bijvoorbeeld postoperatieve wondinfecties en decubites) systema-

tische metingen uitgevoerd, die de risico’s op bepaalde incidenten in kaart brengen. Deze gegevens worden extern

vergeleken met de andere ziekenhuizen die in Sneller Beter participeren. Bovendien kent VUmc een nauwgezette archi-

vering van schriftelijk gemelde klachten en MIP-meldingen, waarover elders in het jaarverslag wordt gerapporteerd.

II.4.3 Organisatie & randvoorwaarden

II.4.3.1 Welbevinden medewerkers

a. Verzuimpercentage

b. Verlooppercentage

c. WAO-instroom

a. het verzuimpercentage (verzuim < 1 jaar) bedraagt 4,0%, 0,7% is minimaal 1 jaar ziek en 1,0% is arbeidsonge-

schikt wegens zwangerschap en bevalling;

b. het verlooppercentage bedraagt 13,0% (uitstroom exclusief Flexpool);

c. de WAO-instroom bedraagt 0,0% (geen nieuwe instroom wegens WIA);

de WIA-instroom bedraagt 0,12%.

195

VI. B

ijlagen

Page 199: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

II.4.3.2 Milieubelasting

a. Totaal energieverbruik: in euro/gewogen patiënteenheden

b. Totaal afvalproductie in kg/gewogen patiënteenheden waarvan Specifiek Ziekenhuisafval in kg/gewogen patiënt-

eenheden

In 2006 gaf VUmc voor het energieverbruik 10,96 euro per gewogen patiënteneenheid uit. Het energieverbruik per

vloeroppervlakte bedroeg voor aardgas 20,47 m3 per m2 en voor elektriciteit 98,18 kWh per m2. De totale afvalpro-

ductie bedroeg 2,76 kg per gewogen patiënteneenheid, waarvan 0,16 kg specifiek ziekenhuisafval per gewogen

patiënteneenheid.

De term ‘gewogen patiënteneenheid’ is een productie-eenheid die wordt gebruikt in algemene ziekenhuizen. Een uni-

versitair medisch centrum als VUmc kent naast de patiëntenzorg ook onderwijs en onderzoek, meer dan een alge-

meen ziekenhuis. Hoeveel van de gemeten afvalproductie en energiekosten het gevolg is van deze twee laatste werk-

zaamheden is onbekend. De cijfers van VUmc kunnen daarom afwijken van die van algemene ziekenhuizen. Ook kun-

nen de cijfers afwijken van die van andere academische ziekenhuizen, wanneer de energiekosten en de afvalproductie

daar wel kunnen worden toegewezen aan patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Verder wordt de interpretatie van

de cijfers gecompliceerd door het feit dat VUmc bestaat uit het ziekenhuis en de medische faculteit. De afvalproduc-

tie en de energiekosten van deze laatste instelling (denk aan vakgroepen als anatomie en fysiologie), is niet meege-

nomen in bovenstaande cijfers.

Aanvullend is dit jaar opnieuw het energieverbruik per vloeroppervlakte als prestatie-indicator opgenomen. Dit geeft

een beter inzicht in de werkelijke energie- of milieuprestatie van VUmc dan het energieverbruik in euro’s.

II.4.4 Onderwijs, opleidingen en onderzoek

II.4.4.1 Onderwijs & opleidingen

Vraagstelling Situatie VUmc

a. Participeert u in het klinisch onderwijs aan studenten geneeskunde

(co-schappen)? Ja

Zo ja, hoeveel co-assistenten, gemiddeld over 52 weken/jaar,

betreft dit? 250

b. Participeert u in het klinisch onderwijs aan hogeschoolstudenten

verpleegkunde (HBO-V)? Ja

Zo ja, hoeveel studenten I. duaal 10, gemiddeld over 52 weken/jaar

II. anderszins 27, gemiddeld over 52 weken/jaar

c. Participeert u in het klinisch onderwijs aan leerlingen van het

middelbaar beroepsonderwijs verpleegk. (MBO-V)?

I. duaal 14, gemiddeld over 52 weken/jaar

II. anderszins 21, gemiddeld over 52 weken/jaar

196

VI. B

ijlagen

Page 200: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Vraagstelling Situatie VUmc

d. Hoeveel plaatsen voor assistenten geneeskundigen in opleiding (aios ) Per 31 december 2006 telt de Onderwijs- en

heeft u? Opleidingsregio (OOR) van VUmc 681 aios.

Hiervan zijn 542 aios werkzaam binnen het samen-

werkingsverband OZON van VUmc (309 aios) en part-

nerziekenhuizen (233 aios). Naast de aanstellingen

binnen OZON zijn er nog 139 aios werkzaam in zoge-

heten zelfstandige opleidingen.

e. Hoeveel studenten in het kader van de verpleegkundige vervolg-

opleidingen (LRVV) hebt u? 78

f. Hoeveel OK-assistenten hebt u in opleiding? 21

g. Hoeveel anesthesieassistenten hebt u in opleiding? 15

II.4.4.2 Onderzoek

Vraagstelling Situatie VUmc

a. Neemt u deel aan klinisch vergelijkend wetenschappelijk onderzoek? Ja

b. Zo ja, Hoeveel clinical trials betreft dit (aantal lopende trials op

31 december jl.)

Fase III: 34

Fase IV: 3

Het aantal lopende trials betreft vermoedelijk een

onderschatting daar volledige registratie van gegevens

als beoogde en definitieve start- en einddatum sedert

januari 2003 plaatsvindt.

c. Functioneert (exclusief voor) uw ziekenhuis een METC? Ja

d. Zijn aan uw ziekenhuis (part time) hoogleraren betrokken bij

geneeskundig wetenschappelijk onderzoek? Ja

e. Publiceert u over de wetenschappelijke productie in uw jaarverslag? Ja

197

VI. B

ijlagen

Page 201: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

Jaarverslag 2006

Colofon

uitgave

VU medisch centrum ©

Postbus 7057

1001 MB Amsterdam

bezoekadres

De Boelelaan 1117

Amsterdam

Telefoon (0)20 444 4444

Fax (0)20 444 4645

redactie

Projectgroep Jaarverslag

vormgeving en druk

Roto Smeets GrafiServices Utrecht

fotografie

AVC, VUmc

Digidaan

mei 2007

198

VI. B

ijlagen

Page 202: PDF bestand Page 1. 2006 VU medisch centrum jaarverslag 2006 ...

2006

VU

med

isch cen

trum

jaarverslag 2

00

6

jaarverslag

vormgeving Roto Smeets GrafiServices, Utrecht