VLAGPLANTSESSIE #1Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen...

4
VLAGPLANTSESSIE #1 Design to business 15 februari, 2007 Rotunda zaal van de Kamer van Koophandel, Blaak, Rotterdam Moderatoren: Lucas Verweij en Willem Kars Verslag Paulette Verbist, RRKC 2007 De eerste keer dat het Designplatform Rotterdam zich aan het publiek presenteert vindt plaats op een bijzon- dere locatie die recht doet aan de opvatting dat het Designplatform Rotterdam kiest voor een brede focus van cultuur tot economie. Vanavond te gast bij Ondernemend Rotterdam worden de aanwezigen welkom gehet- en door gastvrouw Mw. Gilles-Burleson bij deze allereerste Vlagplantsessie. Inderdaad de 1ste: die van 18 januari jongstleden, genaamd ‘Masters’ ging vanwege het hevig stormweer niet door. Mw. Gilles-Burleson opent met de stelling: “Ondernemers zijn allen creatief; alle creatieven zijn nog geen ondernemer”. Dat klinkt als een boude bewering, maar het bevat wel een kern van waarheid. In ieder geval de aanleiding van een misverstand over wat we nu wel of niet tot de creatieve industrie rekenen. Natuurlijk zijn veel ondernemers in veel branches creatief bezig. Maar als we spreken over de creatieve industrie dan hanteren wij als KvK de TNO-definitie: -- Kunsten (van podiumkunst tot musea), -- Media en entertainment (uitgeverijen, fotografie, AV-sector en omroep inclusief journalistiek), -- Creatieve zakelijke dienstverlening (architectuur, design, mode en reclame) Daar horen allemaal zogeheten BIK-codes bij en dan kunnen we exact traceren waar we over spreken. Get- alsmatig praten we dan over 6161 bedrijven in ons KvK gebied (de halve Provincie Zuid-Holland). Iets meer dan de helft van deze bedrijven is jonger dan 7 jaar (3381). En een kwart van deze bedrijven is werkzaam in de reclamebranche. Dan weten we waarover we het hebben. De creatieve sector is inmiddels een in de armen van beleidsmakers en politici gesloten doelgroep. Het is een van de drie speerpunten van Rotterdamse economisch beleid.

Transcript of VLAGPLANTSESSIE #1Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen...

Page 1: VLAGPLANTSESSIE #1Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen ontwerpers in dienst heeft. Isolectra ‘ontwerpt’ goedkope maatwerkoplossingen

VLAGPLANTSESSIE #1Design to business15 februari, 2007

Rotunda zaal van de Kamer van Koophandel, Blaak, RotterdamModeratoren: Lucas Verweij en Willem KarsVerslag Paulette Verbist, RRKC 2007

De eerste keer dat het Designplatform Rotterdam zich aan het publiek presenteert vindt plaats op een bijzon-dere locatie die recht doet aan de opvatting dat het Designplatform Rotterdam kiest voor een brede focus van cultuur tot economie. Vanavond te gast bij Ondernemend Rotterdam worden de aanwezigen welkom gehet-en door gastvrouw Mw. Gilles-Burleson bij deze allereerste Vlagplantsessie. Inderdaad de 1ste: die van 18 januari jongstleden, genaamd ‘Masters’ ging vanwege het hevig stormweer niet door.

Mw. Gilles-Burleson opent met de stelling: “Ondernemers zijn allen creatief; alle creatieven zijn nog geen ondernemer”. Dat klinkt als een boude bewering, maar het bevat wel een kern van waarheid. In ieder geval de aanleiding van een misverstand over wat we nu wel of niet tot de creatieve industrie rekenen. Natuurlijk zijn veel ondernemers in veel branches creatief bezig. Maar als we spreken over de creatieve industrie dan hanteren wij als KvK de TNO-definitie: -- Kunsten (van podiumkunst tot musea), -- Media en entertainment (uitgeverijen, fotografie, AV-sector en omroep inclusief journalistiek), -- Creatieve zakelijke dienstverlening (architectuur, design, mode en reclame)Daar horen allemaal zogeheten BIK-codes bij en dan kunnen we exact traceren waar we over spreken. Get-alsmatig praten we dan over 6161 bedrijven in ons KvK gebied (de halve Provincie Zuid-Holland). Iets meer dan de helft van deze bedrijven is jonger dan 7 jaar (3381). En een kwart van deze bedrijven is werkzaam in de reclamebranche. Dan weten we waarover we het hebben. De creatieve sector is inmiddels een in de armen van beleidsmakers en politici gesloten doelgroep. Het is een van de drie speerpunten van Rotterdamse economisch beleid.

Page 2: VLAGPLANTSESSIE #1Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen ontwerpers in dienst heeft. Isolectra ‘ontwerpt’ goedkope maatwerkoplossingen

Het EDBR- en RRKC rapport uit augustus 2006 spreekt over 4 kansrijke clusters: -- architectuur -- vormgeving & productinnovatie -- media -- muziek Dan gaat het niet alleen om de economische activiteit sec, en de banen die het met zich brengt. Het gaat dan ook om het imago dat de ‘creatieven’ met zich mee brengen. Dat imago trekt dan weer anderen aan. Ik hoop dat we vanavond zullen zien dat de economische activiteit wel degelijk ook een factor van belang kan zijn: ‘design means business’. De KvK bemoeit zich om drie redenen met de creatieve industrie. Ik noem ze heel kort:1. Vergroting van zichtbaarheid: welke diensten en producten zijn er in dit gebied voor handen? On-bekend maakt onbemind; waarom zou men dingen elders laten maken als hier in deze omgeving vol-doende bedrijven van niveau en kwaliteit zijn die het ook kunnen. Wij willen daarbij vraag en aanbod bij elkaar brengen. Dat is bij uitstek een taal voor een Kamer van Koophandel. 2. Professionalisering van het ondernemerschap: Dat gaat met name op voor starters en doorstarters. Niet alle creatieven zijn even goede ondernemers. U kent allen de verhalen uit uw omgeving van projecten die tegen een 0-uurloon zijn gerealiseerd omdat de bedenk(st)er het zo graag wou. Daartoe maken we een overzicht van wat de KvK in huis heeft aan adviesdiensten voor individuele onderne-mers, creatief of niet. We betrekken daar ook Syntens bij. En het OBR met hun bedrijfsruimtebank en een overzicht wat er aan financiële instrumenten beschikbaar is. Lancering: begin april 2007. 3. Stimuleren en ondersteunen van netwerken: van bedrijven binnen specifieke creatieve sectoren. We vinden het van belang dat er meer onderlinge informatie-uitwisseling plaatsvindt. En ook dat er meer wat langer gevestigde ondernemers hun kennis van zaken overdragen aan jongeren. Wij geloven dat dat bijdraagt aan een sterkere performance van de bedrijfstak in zijn geheel. Wij willen daarbij bestaande netwerken ondersteunen als het Initiatief, I-Portal, Young EDBR etc.Maar we willen ook nieuwe netwerken van de grond helpen. En dat doen we vanavond, moreel en financieel: Design in Rotterdam. Een nieuw initiatief met twee heren die in Designland hun sporen hebben verdiend en garant staan voor veel kennis en inzicht in dit fraaie vak. Het zijn ook degenen die het initiatief hebben genomen voor deze Vlagplantsessies: Lucas Verweij en Willem Kars.’Tot zover de inleiding van mevrouw Gillis-Burleson.

Lucas Verweij en Willem Kars stellen zich voor.Lucas Verweij is directeur van de Academie van Bouwkunst, een masteropleiding architectuur en stedenbouw. Hij heeft 3 jaar bij het landelijk vormgevingsinstituut Premsela gewerkt en is als vrijwil-liger betrokken bij de oprichting van een Rotterdams designplatform, daarbij gestimuleerd door het OBR en de dKC. Willem Kars was oprichter/directeur van het Rotterdamse ontwerpbureau Hard Werken. Vervolgens was hij jarenlang werkzaam bij Philips Design. Hij is als initiatiefnemer en vrijwilliger actief bezig met de oprichting van het Designplatform dat volgens hem vooral moet bijdragen aan een verbetering van de ‘designmentaliteit’. Ook hecht hij belang aan de toenadering tussen de Rotterdamse maakin-dustrie, het HBO-onderwijs en de TU Delft.

Het doel van de Vlagplantsessies is: onderzoeken wat de designers, diensten, bedrijven en instan-ties verwachten van een designplatform, en hoe het in de stad aanwezige talent beter uit de verf kan komen. Deze eerste avond staat duidelijk in het teken van design en bedrijfsleven. Er wordt veel ontworpen in Rotterdam, maar veel van de ontwerpers ‘scoren‘ niet in de designbladen en zijn dus relatief onbekend, ook bij de ondernemers en het algemene publiek in de stad. We willen weten wat hun betekenis voor de stad is, en of er eigenlijk een relatie bestaat tussen ‘de stad’ en de ontwerpers.

Page 3: VLAGPLANTSESSIE #1Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen ontwerpers in dienst heeft. Isolectra ‘ontwerpt’ goedkope maatwerkoplossingen

Willem Kars stelt dat het van groot belang is dat potentiële opdrachtgevers de ontwerpers in de stad kennen, omdat die opdrachtgevers van cruciaal belang zijn om ontwerpers aan het werk te houden of te interesseren voor Rotterdam. Lucas Verweij denkt bij een designplatform niet aan een kantoor, maar aan een soort Palais de Tokyo (muse-um voor hedendaagse kunst in Parijs): een plezierige culturele hot spot, waar je gelijkgestemden kunt ont-moeten, nieuwe projecten kunt starten, goed kunt eten en uitgaan. Hij stelt dat de designwereld vaak wordt verscheurd door het culturele belang aan de ene kant en het economische belang aan de andere kant. We moeten juist proberen om uit die val te blijven. De relatie met de beide beleidsterreinen moet juist in stand blijven en moet zelfs een meerwaarde opleveren.Vanavond zijn vier ondernemers uitgenodigd om een presentatie te verzorgen.

Joffrey Walonker komt als eerste aan het woord. Walonker is designmanager bij Koninklijke van Kempen & Begeer in Zoetermeer, van oorsprong een zilverfabriek met een landelijk bereik en langzamerhand een verouderd product. De laatste jaren heeft dit bedrijf een aantal merken opgekocht en zich vervolgens toege-legd op productontwikkeling voor de export. Daartoe heeft men - heel bewust - verschillende bekende en minder bekende Nederlandse ontwerpers aangetrokken. Na 2 jaar heeft het bedrijf afzet in 18 landen en heeft 17 designprijzen gewonnen. De ontwerpers hebben een duidelijke opdracht gekregen en met hun werk het bedrijf geholpen in een ontwikkeling naar een life style merk. Het streven is export naar 40 landen. Walonk-er stelt dat bedrijven een groot profijt kunnen hebben van samenwerking met ontwerpers, maar je moet het experiment niet schuwen. 75% van de totale opbrengst van het ontworpen werk was niet ‘in balans’ met het merk. De ‘mentale merkwaarde’ moet herkenbaar blijven voor het publiek.

Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen ontwerpers in dienst heeft. Isolectra ‘ontwerpt’ goedkope maatwerkoplossingen voor klanten op het gebied van ‘contactsystemen’: netwerken, telefonie, cameratoezicht, controle-installaties etc. Men maakt zelf geen producten, maar zoekt de wereld af om de beste producten bij de vraag van de klant te vinden en zorgt dat die optimaal functioner-en.

Hans Kamphuis heeft in 2006 het designplatform DEB opgericht: Designbusiness Den Haag. Dit DEB zou een voorbeeld voor Rotterdam kunnen zijn, aldus Kamphuis. In zijn optiek kan een designplatform alleen functioneren wanneer het de koppeling tussen creativiteit en industrie centraal stelt. Uit onderzoek blijkt dat 30% van de industrie aangeeft dat design een onderscheidend criterium is voor productontwikkeling, en dat 70% van het MKB geïnteresseerd is in design. De ontwerpers daarentegen blijken niet marktgericht te zijn: ze ondernemen en communiceren slecht. De economische kant is dus nog niet overtuigd van het belang van design, maar zoekt wel naar mogelijkheden. Het designplatform moet zich daar met name op richten. DEB organiseert een aantal activiteiten die bijdragen aan deze doelstelling, zoals Made in NL, een designvierdaagse en verschillende virtuele netwerken. Het DEB maakt in zijn business model gebruik van subsidies, diensten van derden, van projectpartners en van deelnemersbijdragen. Met een RAAK-subsidie is een programma ontwikkeld om het bedrijfsleven en het HBO-onderwijs bijeen te brengen.Theo Schut, lid van de RAAK-commissie, stelt dat er in Rotterdam juist behoefte is aan een link tussen maakindustrie en MBO-onderwijs. Kamphuis meent dat Rotterdam het Rotterdamse designplatform een prestigieuze handels- en ontmoetingsplek voor Nederlands design kan worden.

Lucie Huiskens van Premsela signaleert dat dit type regionaal designplatform op verschillende plekken in Nederland ontstaat. Blijkbaar werkt dat beter dan een landelijk model. De ontmoetingsfunctie is beter te organiseren op regionaal niveau. Rotterdam zou ook zo’n regionaal platform moeten faciliteren. Het ren-dement van de ‘grondstof’ ontwerp in het bedrijfsleven is nu nog klein. Als je zo’n platform wil laten func-tioneren moet je het opzetten vanuit de vraag van het bedrijfsleven, en moet het vervolgens schakels leggen tussen onderwijs, Kamer van Koophandel, bedrijfsleven en allerlei organisaties.

Ed van Hinte stelt dat ontwerpers vaak jaren bezig zijn met één ontwerp, en dat dit proces dus niet altijd aansluit bij de behoefte van het bedrijfsleven.

Page 4: VLAGPLANTSESSIE #1Pieter Jacobs, directeur van Isolectra, vertelt dat het handelshuis Isolectra geen ontwerpers in dienst heeft. Isolectra ‘ontwerpt’ goedkope maatwerkoplossingen

Richard Ouwerkerk (WdKA) en Han Brezet (TU Delft) praten over het ontwerponderwijs. Gesteld wordt dat er een goede ‘verticale kolom’ moet zijn van MBO naar TU, waarbij het MBO zich richt op de maakin-dustrie en de TU op het ontwerpproces. De techniek speelt zich in dit model af op HBO-niveau (technisch ingenieurs), evenals het conceptuele (Kunstacademie). Deze discussie is al een oude, maar hij is nooit tot afronding gekomen. Richard meent dat deze visie in Rotterdam juist uitzonderlijk goed ontwikkeld is. Het beoogde platform kan hier een katalyserende rol in spelen.

Michel van Schie geeft de vierde presentatie namens het ontwerpbureau Spark design and innovation uit Ridderkerk. Spark ontwerpt een breed assortiment van artikelen, van verpakkingen voor Unilever tot een zogenaamde gyrocopter, een geheel nieuw bedacht concept voor een hybride auto-helicopter: het personal air and land vehicle. Deze komt waarschijnlijk echt op de markt.

Na afronding van de 4 presentaties worden de volgende stellingen geponeerd over het op te richten design-platform:1. Het designplatform gaat ontwerpers naar bedrijven brengen en vice versa. Het platform heeft hierin een informerende rol. Deze rol wordt bekend gemaakt aan studenten bij de diverse onderwijsinstellingen. 2. Het designplatform gaat netwerken verbinden. Zowel in het bedrijfsleven als in de ontwerpwereld zijn verschillende netwerken actief (Rotary, Urban Conutry Club, de Nieuwe Garde, Het Initiatief, I-Portal etc). Deze netwerken kunnen – formeel en informeel - kennis uitwisselen.3. Het platform krijgt een Rotterdams karakter, maar de TU Delft is eveneens welkom. Ter plekke maken de TU Delft en de Willem de Kooning Academie bekend dat zij zich samen met de Kamer van Koophandel gaan inspannen om designers naar het Rotterdamse bedrijfsleven te brengen. Gezamenlijk hebben zij 15.000 studenten ‘in de aanbieding’. Hiertoe roepen ze een ‘Design Day’ in het leven. Met de aankondiging van de tweede Vlagplantsessie op 8 maart in de loods van Jurgen Bey wordt het forme-le deel van de avond besloten.