VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de...

32
VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING 17 december 2003 Zitting 2003-2004 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 Zie : 1948 (2003-2004) – Nr. 1 : Ontwerp van decreet + Addendum + Addendum I – Nr. 2 : Amendement – Nr. 3 : Verslag van het Rekenhof – Nrs. 4 tot 8 : Amendementen – Nr. 9 : Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting – Nr. 10 : Verslag namens de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid – Nr. 11 : Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Media en Sport – Nr. 12 : Verslag namens de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme – Nr. 13 : Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening – Nr. 14 : Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid – Nr. 15 : Verslag namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie – Nr. 16 : Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen – Nr. 17 : Tekst aangenomen door de commissies + Errata – Nrs. 18 tot 21 : Amendementen 4604

Transcript of VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de...

Page 1: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

V L A A M S P A R L E M E N T

ONTWERP VAN DECREET

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004

TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

17 december 2003

Zitting 2003-2004

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Zie :

1948 (2003-2004)

– Nr. 1 : Ontwerp van decreet + Addendum + Addendum I

– Nr. 2 : Amendement

– Nr. 3 : Verslag van het Rekenhof

– Nrs. 4 tot 8 : Amendementen

– Nr. 9 : Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting

– Nr. 10 : Verslag namens de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid

– Nr. 11 : Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Media en Sport

– Nr. 12 : Verslag namens de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme

– Nr. 13 : Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening

– Nr. 14 : Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid

– Nr. 15 : Verslag namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie

– Nr. 16 : Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen

– Nr. 17 : Tekst aangenomen door de commissies + Errata

– Nrs. 18 tot 21 : Amendementen

4604

Page 2: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK I

Algemeen

Artikel 1

Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewest-aangelegenheid.

HOOFDSTUK II

Gezondheid

Artikel 2

Artikel 2 van het decreet van 7 juli 1998 houdendebepalingen tot begeleiding van de aanpassing vande begroting 1998 wordt vervangen door watvolgt :

"Artikel 2

§ 1. Het Fonds voor verwerking en analyse van ge-zondheidsindicatoren ten behoeve van derden ende uitvoering van het protocolakkoord van 20maart 2003 gesloten tussen de Federale Overheiden de Overheden bedoeld in artikelen 128, 130 en135 van de Grondwet betreffende de harmonise-ring van het vaccinatiebeleid en het aanhangsel bijhet protocolakkoord van 20 maart 2003, over deharmonisering van het vaccinatiebeleid inzake hetnetwerk voor de distributie van vaccins en inzakehet akkoord gesloten tussen de Gemeenschappenen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommis-sie van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad,wordt opgericht, hierna het Fonds te noemen. HetFonds is een begrotingsfonds als bedoeld in artikel45 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomp-tabiliteit.

§ 2. Het Fonds wordt gespijsd met de middelen diein uitvoering van een overeenkomst tussen deVlaamse Gemeenschap en derden worden betaaldvoor contractonderzoek dat door de administratieGezondheidszorg wordt uitgevoerd, door de ver-koop van publicaties en door de inkomsten in uit-voering van het protocolakkoord bedoeld in § 1.

§ 3. Ten laste van dit Fonds worden alle soorten uit-gaven van de administratie Gezondheidszorg aan-gerekend, zowel voor personeel, als voor werkingof uitrusting, voor zover deze uitgaven verbandhouden met onderzoek dat door derden wordt be-taald, betrekking hebben op het centraal beheervan het informatiesysteem, op de kosten gegene-reerd door de uitvoering van het protocolakkoordvan 20 maart 2003 gesloten tussen de FederaleOverheid en de Overheden bedoeld in artikelen128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende deharmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart 2003,over de harmonisering van het vaccinatiebeleid in-zake het netwerk voor de distributie van vaccins eninzake het akkoord gesloten tussen de Gemeen-schappen en de Gemeenschappelijke Gemeen-schapscommissie van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad of op het preventief gezondheidsbeleid.

§ 4. De rekenplichtige die de ontvangsten gedaanheeft, beschikt rechtstreeks over de kredieten vanhet Fonds.".

HOOFDSTUK III

Schade aan het wegdek wegensgewichtsoverschrijding

Artikel 3

In artikel 56 van het decreet van 19 december 1998houdende bepalingen tot begeleiding van de be-groting 1999, gewijzigd bij het decreet van 22 de-cember 1999 houdende bepalingen tot begeleidingvan de begroting 2000, wordt het eerste lid vervan-gen door wat volgt :

"Het is verboden het wegdek te beschadigen dooreen overschrijding van de maximale toegelatenmassa’s of de massa’s onder de assen zoals bepaaldin de artikelen 18, §§ 1, 2 of 32bis, van het konink-lijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeenreglement op de technische eisen waaraan de au-to’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hunveiligheidstoebehoren moeten voldoen.".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 2

Page 3: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK IV

Toerisme Vlaanderen

Artikel 4

Binnen de perken van de begrotingskredieten kanToerisme Vlaanderen personeels- en werkingsubsi-dies verlenen aan de door haar erkende verenigin-gen.

De personeelsleden van Toerisme Vlaanderen zijnbevoegd ter plaatse of op stukken de aanvragen teonderzoeken, de naleving van de subsidievoor-waarden en de aanwending van de subsidies tecontroleren. De in het eerste lid bedoelde vereni-gingen zijn er toe gehouden op eenvoudig verzoekvan Toerisme Vlaanderen alle nodige informatie teverstrekken die verband houdt met dit toezicht.

De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden voorde toekenning van deze subsidies nader.

HOOFDSTUK V

Gemeentefonds

Artikel 5

Aan artikel 22 van het decreet van 5 juli 2002 totvaststelling van de regels inzake de dotatie en deverdeling van het Vlaams Gemeentefonds wordteen § 8 toegevoegd, die luidt als volgt :

"§ 8. In afwijking van artikel 3, § 2, bedraagt hetevolutiepercentage voor 2004 3,26 %.".

HOOFDSTUK VI

Provinciefonds

Artikel 6

In het decreet van 29 april 1991 betreffende hetVlaams Provinciefonds wordt voor artikel 14, datartikel 14bis wordt, een nieuw artikel 14 ingevoegd,dat luidt als volgt :

"Artikel 14

Het vierde kwartaaloverschot wordt, in afwijkingvan artikel 9, in 2004 berekend op de dotatie vanhet voorgaande jaar, verminderd met 9.973.000euro. In 2005 bedraagt de vermindering 7.978.400euro, in 2006 5.983.800 euro, in 2007 3.989.200 euroen in 2008 1.994.600 euro. Het saldo wordt samenmet het eerste kwartaalvoorschot van het volgendejaar uitbetaald.".

HOOFDSTUK VII

Stedenfonds

Artikel 7

In het decreet van 13 december 2002 tot vaststel-ling van de regels inzake de werking en de verde-ling van het Vlaams Stedenfonds wordt artikel 14vervangen door wat volgt :

"Artikel 14

De Vlaamse regering betaalt voor het einde van demaanden april, augustus en december telkens eenderde van het trekkingsrecht, waarvoor ze haartoestemming tot gebruik ter uitvoering van de be-leidsovereenkomst heeft verleend aan de stad of deVGC.".

HOOFDSTUK VIII

Stadsvernieuwingsprojecten

Artikel 8

In het decreet van 22 maart 2002 houdende de on-dersteuning van stadsvernieuwingsprojecten wordtartikel 2 vervangen door wat volgt :

"Artikel 2

Ten laste van het Financieringsfonds voor Schuld-afbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven kunnenuitgaven voor stadsvernieuwing worden aangere-kend ten bedrage van 37,289 miljoen euro.".

3 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 4: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK IX

Sociaal-cultureel vormingswerk

Artikel 9

In artikel 59 van het decreet van 4 april 2003 be-treffende het sociaal-cultureel volwassenenwerkwordt 4° opgeheven.

Artikel 10

In hetzelfde decreet wordt een artikel 59bis inge-voegd, dat luidt als volgt :

"Artikel 59bis

§ 1. De sociaal-culturele vormingsinstelling die ophet ogenblik van de inwerkingtreding van dit de-creet erkend en gesubsidieerd was krachtens hetdecreet van 19 april 1995 houdende een subsidiere-geling voor instellingen voor volksontwikkelings-werk en die op basis van artikel 58, § 5, niet ofslechts gedeeltelijk door de Vlaamse regeringwordt aanvaard voor een gespecialiseerde werking,kan voor haar personeelsleden, die op 1 januari2003 voor subsidiëring in aanmerking kwamen endie gelet op de toepassing van het decreet van 4april 2003 niet langer in aanmerking komen voorsubsidiëring, aan de administratie vóór 15 januari2004 een lijst overmaken waarin zij per personeels-lid de wens aangeeft om hetzij tewerkgesteld teworden in een volkshogeschool of in een biblio-theekvoorziening voor blinden en slechtzienden,hetzij tewerkgesteld te worden in een andere sec-tor in het sociaal-cultureel volwassenenwerk of desector van de amateurkunsten.

§ 2. Voor de personeelsleden die wensen tewerkge-steld te worden in een volkshogeschool wordt te-vens een lijst aan de administratie overgemaaktmet hierin de drie volkshogescholen in de gewens-te volgorde.

§ 3. Voor de personeelsleden die opteren om eldersdan in een volkshogeschool tewerkgesteld te wor-den, moet tevens worden aangegeven welke sectoren zo mogelijk welke organisatie hun hoofdvoor-keur geniet : hetzij een blindenbibliotheek, hetzijeen sociaal-culturele vereniging, hetzij een syndica-le vormingsinstelling, hetzij een gespecialiseerdevormingsinstelling, hetzij een vormingsinstellingvoor bijzondere doelgroepen, hetzij het steunpunt

voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk, hetzijeen gesubsidieerde organisatie uit de amateurkun-sten.

§ 4. De personeelsleden, vermeld in § 3, kunnen intweede orde ook nog in aanmerking komen om te-werkgesteld te worden in een volkshogeschool in-dien zij deze optie op de lijst ook kenbaar maken.

§ 5. De vormingsinstellingen, bedoeld in § 1, kun-nen een subsidie krijgen voor de financiering vaneen ontslagregeling voor de personeelsleden diegeen hertewerkstelling, zoals in dit artikel bedoeld,willen en die vóór 15 januari 2004 door deze vor-mingsinstellingen zijn ontslagen.

§ 6. De subsidiëring, bedoeld in § 5, wordt enerzijdsbeperkt tot een maximale subsidie van 12 maandendie eindigt op 31 december 2004 en gebaseerd is opde subsidiebedragen die verbonden waren aan hunpersoneelsfunctie in het raam van het decreet van19 april 1995, en anderzijds door het aantal dienst-jaren dat de begunstigde in de vormingsinstellingwerkzaam was, gebaseerd op het principe van 3maanden vergoeding per 5 jaar dienst.

§ 7. De organisaties, bedoeld in § 3, kunnen vóór 15januari 2004 bij de administratie een aanvraag in-dienen waarin zij te kennen geven personeelsledenwensen aan te werven die geopteerd hebben vooreen hertewerkstelling, zoals in dit artikel bedoeld,en dit voor maximum twee personeelsleden gesub-sidieerd op basis van de subsidiebedragen die ver-bonden waren aan hun personeelsfunctie in hetraam van het decreet van 19 april 1995.

§ 8. De personeelsleden die reeds een keuze heb-ben gemaakt op basis van artikel 58, § 6, kunnenvóór 15 januari 2004 bij de administratie een voor-stel indienen om alsnog tewerkgesteld te wordenzoals voorzien in § 3.

§ 9. De personeelsleden die gebruik hebben ge-maakt van de in dit artikel bepaalde aanvullendemaatregelen worden, tot zolang ze een nieuwe ar-beidsovereenkomst hebben afgesloten, gesubsi-dieerd in de vormingsinstelling waarin zij op hetogenblik van de overdracht tewerkgesteld warenen dit tot uiterlijk 30 juni 2004.

§ 10. Voor de personeelsleden, bedoeld in § 1 endie geen gebruik hebben gemaakt van de in dit ar-tikel bepaalde aanvullende maatregelen, wordenaan de vormingsinstellingen waarin zij zijn tewerk-steld, vanaf 1 februari 2004 geen subsidies meeruitgekeerd.".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 4

Page 5: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

Artikel 11

In afwijking van artikel 3, § 2, tweede lid, van hetdecreet van 6 juli 2001 houdende ondersteuningvan de Federatie van Erkende Organisaties voorvolksontwikkeling, wordt in 2004 de tussenkomstvan de Vlaamse Gemeenschap rechtstreeks uitge-keerd aan de FOV.

HOOFDSTUK X

Literaire prijzen

Artikel 12

Het decreet van 27 juni 1973 betreffende de toe-kenning van staatsprijzen voor de Nederlandse let-terkunde wordt opgeheven.

Artikel 13

Het decreet van 16 november 1983 houdende in-stelling van een prijs van de Vlaamse Gemeen-schap voor vertaling van Nederlandse letterkundewordt opgeheven.

HOOFDSTUK XI

Beeldende kunsten en musea

Artikel 14

In het decreet van 19 juli 2002 houdende de pri-vaatrechtelijke culturele archiefwerking wordenopgeheven :

1° artikel 12, § 2 ;

2° artikel 13, tweede lid.

HOOFDSTUK XII

Universitaire onderwijsgebouwen

Artikel 15

Aan artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamseregering van 14 december 2001 houdende vaststel-ling van het premiestelsel voor restauratiewerk-zaamheden aan beschermde monumenten, gewij-zigd bij besluit van de Vlaamse regering van 20september 2002, wordt een lid toegevoegd, datluidt als volgt :

"Voor wat de universiteiten betreft, worden onderonderwijsgebouwen verstaan de gebouwen waar deuniversiteiten effectief werkzaam zijn op het ge-bied van het academisch onderwijs, het weten-schappelijk onderzoek en de wetenschappelijkedienstverlening, volgens de bepalingen van artikel4 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende deuniversiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.".

HOOFDSTUK XIII

Vererfpachting en eigendomsoverdracht

Artikel 16

In afwijking van de wet van 31 mei 1923 betreffen-de de vervreemding van onroerende domeingoede-ren, van toepassing verklaard op het Vlaamse Ge-west bij artikel 22 van het decreet 20 december1989 houdende bepalingen tot uitvoering van debegroting van de Vlaamse Gemeenschap, kan deVlaamse regering als monument beschermde mo-numenten en de erbij horende goederen en terrei-nen die ze in eigendom heeft in erfpacht geven ofin volle eigendom afstaan aan de Stichting VlaamsErfgoed of aan de provincie of stad of gemeentewaar ze gelegen zijn.

De Vlaamse regering wordt gemachtigd het bedragte bepalen van de jaarlijkse canon of van de ver-goeding voor de afstand van de eigendom.

5 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 6: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK XIV

Bodembeschermingsfonds

Artikel 17

Bij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voorhet Vlaamse Gewest, hierna genoemd OVAM,wordt een Bodembeschermingsfonds OVAM opge-richt, hierna het Fonds te noemen.

Het Fonds wordt opgericht als een fonds voor deaanleg van reserves en provisies in de zin van arti-kel 7 van de wet van 16 maart 1954 betreffende decontrole op sommige instellingen van openbaarnut.

Artikel 18

Het Fonds kan gespijsd worden door :

1° dotaties van de algemene uitgavenbegroting vande Vlaamse Gemeenschap ;

2° dotaties ten laste van het Fonds voor Preventieen Sanering inzake Leefmilieu en Natuur(MINA-fonds) ;

3° teruggevorderde en gerecupereerde uitgavenvoor ambtshalve werken en vrijwillige werkenvoor rekening van derden die vanuit het Fondswerden gefinancierd ;

4° verkoopopbrengsten en andere opbrengstenvan terreinen, aangekocht door het Fonds ;

5° aanwending van financiële zekerheden, gesteldvoor de ambtshalve werken ;

6° toelagen toegekend voor projecten die door hetFonds worden gefinancierd ;

7° renten, aflossingen, terugbetalingen, bijdragenen opbrengsten van verkopen en van andereverrichtingen naar gelang het geval, voortko-mende uit of gerealiseerd met de middelen uithet Fonds ;

8° alle dotaties, overdrachten, heffingen, vergoe-dingen en andere middelen die ingevolge wette-lijke, decretale of reglementaire bepalingen toe-komen of worden toegewezen aan het Fonds ;

9° het gebeurlijke saldo op het einde van het voor-afgaande begrotingsjaar op het Fonds.

Artikel 19

De middelen van het Fonds kunnen aangewendworden voor de gehele of gedeeltelijke financie-ring van :

1° de sanering van terreinen met inbegrip van deverwerving van de bedoelde terreinen ;

2° toelagen voor de sanering van terreinen ;

3° aanvullende uitgaven die betrekking hebben opde uitgaven vermeld onder 1° en 2° van dit arti-kel.

Het Vlaams Parlement bepaalt elk jaar via het de-creet houdende de begroting van de Vlaamse Ge-meenschap het bedrag aan vastleggingskredietenen ordonnanceringskredieten die voor het Fonds inde begroting worden ingeschreven en de aard vande uitgaven.

Artikel 20

Het besluit van de Vlaamse regering van 30 juli1985 houdende oprichting van financiële fondsenbij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voorhet Vlaamse Gewest wordt opgeheven.

Het per 31 december 2003 beschikbaar saldo en deop die datum nog openstaande vorderingen, ver-bintenissen en verplichtingen van het Investerings-fonds en het Fonds ambtshalve verwijdering, beideingesteld bij de OVAM bij besluit van de Vlaamseregering van 30 juli 1985, worden overgedragennaar het Fonds.

HOOFDSTUK XV

Bodemsanering

Artikel 21

Aan artikel 47ter, tweede lid, van het decreet van22 februari 1995 betreffende de bodemsanering,zoals ingevoegd bij decreet van 18 mei 2001, wor-den de volgende zinnen toegevoegd :

"In de vaststelling van een site kan de Vlaamse re-gering afwijken van de regeling vastgesteld krach-tens artikel 48bis. In dat geval kan de Vlaamse re-gering bepalen dat artikel 47quinquies niet vantoepassing is op de site.".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 6

Page 7: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK XVI

Kringloopcentra

Artikel 22

Aan artikel 14 van het decreet van 2 juli 1981 be-treffende de voorkoming en het beheer van afval-stoffen, vervangen bij het decreet van 20 april 1994,wordt een § 9 toegevoegd, die luidt als volgt :

"§ 9. De rechtspersonen die een kringloopcentrumuitbaten, waar afgedankte goederen die in aanmer-king komen voor producthergebruik, worden inge-zameld voor selectie met het oog op hergebruik,opgeslagen, gesorteerd, gereinigd en/of hersteld enverkocht, zijn onderworpen aan een door deVlaamse regering te verlenen erkenning. DeVlaamse regering stelt de nadere regels vast metbetrekking tot de erkenning.".

Artikel 23

Aan artikel 16 van hetzelfde decreet, vervangen bijhet decreet van 20 april 1994 en gewijzigd bij hetdecreet van 5 juli 2002 wordt een § 8 toegevoegd,die luidt als volgt :

"§ 8. Binnen de perken van de beschikbare begro-tingskredieten, kan de Vlaamse regering aan de inartikel 14, § 9, bedoelde rechtspersonen die eenkringloopcentrum uitbaten, een financiële bijdrageverlenen in de kosten voor werking, investeringenen/of personeel, ten laste van het Fonds voor Pre-ventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur.De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden voorde toekenning van deze financiële bijdrage.".

HOOFDSTUK XVII

Riviervisserij

Artikel 24

Artikel 9 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervis-serij, gewijzigd bij de decreten van 21 december1990, 21 december 1994 en 21 december 2001,wordt vervangen door wat volgt :

"Artikel 9

De belasting op de afgifte van visverloven wordtals volgt vastgesteld :

1° 3,72 euro voor het visverlof waarmee kinderenbeneden de volle veertien jaar en niet vergezeldvan hun vader, moeder of voogd, alle dagen metéén hengel mogen vissen.

Een visverlof afgegeven tijdens het jaar waarinhet kind veertien jaar oud wordt, blijft geldig tothet einde van dat jaar ;

2° 11,16 euro voor het visverlof waarmee men alledagen met één of met twee hengels mag vissenvanaf de oever, inclusief vanop een plateau ofeen steiger die verankerd of verbonden zijn metde oever ;

3° 45,86 euro voor het visverlof waarmee men alledagen mag vissen met één of met twee hengels :

– anders dan vanaf de oever ;

– van twee uur na zonsondergang tot twee uurvoor zonsopgang.

Voor het vissen met een ander geoorloofd vistuigdan de hengel is een tweede visverlof van dezelfdeprijs vereist.".

HOOFDSTUK XVIII

Stookolietechnici

Artikel 25

§ 1. Er wordt een Fonds voor de controle op de uit-voerende taken van de technici (brander- en stook-olietechnici) op het veld, in de zin van artikel 45van de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördi-neerd op 17 juli 1991, opgericht.

§ 2. Een dossierrecht, voortvloeiend uit de toepas-sing van artikel 5.3. van het besluit van de Vlaamseregering betreffende het onderhoud en het nazichtvan stooktoestellen voor de verwarming van ge-bouwen of voor de aanmaak van warm verbruiks-water, waarvan de opbrengst rechtstreeks en inte-

7 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 8: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

graal in het Fonds voor de controle op de uitvoe-rende taken van de technici (brander- en stookolie-technici) op het veld wordt gestort, wordt geheventen laste van elke technicus (vloeibare brandstofcentrale verwarming, vloeibare brandstof olieka-chel, gasvormige brandstof) of firma (vloeibarebrandstof centrale verwarming, vloeibare brandstofoliekachel, gasvormige brandstof) die een aanvraagindient met het oog op het verkrijgen van een er-kenning, overeenkomstig de bepalingen van voor-meld besluit. Zonder dit gestort dossierrecht zal deaanvraag niet in behandeling worden genomen.

§ 3. Het in § 2 bedoelde dossierrecht is verschul-digd op de datum waarop de aanvrager een aan-vraag tot erkenning indient. Het bedrag van hetdossierrecht zal door de Vlaamse regering wordenvastgelegd.

§ 4. Een bewijs van betaling van voormeld dossier-recht moet worden gevoegd bij de aanvraag tot er-kenning. Het niet bijvoegen van het bewijs van vol-ledige betaling van het verschuldigd dossierrechtbij de erkenningsaanvraag, heeft van rechtswege deonvolledigheid van de erkenningsaanvraag tot ge-volg.

§ 5. De Vlaamse regering wijst de ambtenaren vanhet ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aandie belast zijn met de controle op de naleving vande verplichting inzake het dossierrecht en bepaaltde nadere regels met betrekking tot hun bevoegd-heid.

§ 6. De middelen van het Fonds voor de controleop de uitvoerende taken van de technici (brander-en stookolietechnici) op het veld dienen aange-wend te worden voor het uitvoeren van allerhandeuitgaven m.b.t. de controle op de uitvoerendetaken van de technici (brander- en stookolietechni-ci) op het veld in het kader van artikel 5.3. van hetbesluit van de Vlaamse regering betreffende hetonderhoud en het nazicht van stooktoestellen voorde verwarming van gebouwen of voor de aanmaakvan warm verbruikswater.

§ 7. Indien uit de controle op het werk van de er-kende technicus, uitgeoefend door de geaccredi-teerde keuringsinstelling, blijkt dat de technicus detaken waarmee hij werd belast niet reglementair,niet objectief of niet naar behoren heeft uitge-voerd, waardoor een herkeuring in aanwezigheidvan beide partijen noodzakelijk wordt, dan zullende kosten welke deze herkeuring met zich mee-brengt – en ingeval de technicus niet in staat is deinstallatie opnieuw reglementair af te stellen – tezijnen laste komen te vallen. Slaagt hij er wel in de

installatie correct af te stellen, dan worden hemvoor deze herkeuring geen kosten ten laste gelegd.

HOOFDSTUK XIX

Oppervlaktewater

Artikel 26

Artikel 35bis, § 4, van de wet van 26 maart 1971 opde bescherming van oppervlaktewateren tegen ver-ontreiniging, wordt vervangen door wat volgt :

"§ 4. Elke rechtspersoon die in het Vlaamse Ge-west een zuiveringstechnisch werk exploiteertwaarin uitsluitend afvalwater van de openbare rio-lering (met inbegrip van afvalstoffen afkomstig vanseptische putten en vetvangers waarin uitsluitendhuishoudelijk afvalwater wordt geleid, per as aan-gevoerde afvalwaters, slibs afkomstig van openbarerioolwaterzuiveringsinstallaties en/of slibs afkom-stig van het onderhoud van collectoren en pomp-stations) wordt behandeld en dat aangesloten is ophet openbaar hydrografisch net, is van heffing vrij-gesteld voor wat betreft de lozing van de effluent-waters van voornoemde openbare rioolwaterzuive-ringsinstallaties.".

Artikel 27

Artikel 35ter, § 4, van dezelfde wet wordt vervan-gen door wat volgt :

"§ 4. Voor elke heffingsplichtige die door investe-ringen in het productieproces en/of in zuiverings-technische werken komt tot een totale niet-lozingvan afvalwater uit het productieproces en dit op 1januari van het jaar voorafgaand aan het heffings-jaar, wordt het bedrag van de heffing gelijkgesteldaan het minimumbedrag vermeld in § 3 van dit ar-tikel.

Elke heffingsplichtige welke van bovenstaande re-geling gebruik wenst te maken, dient daartoe eendoor een milieudeskundige, erkend krachtens arti-kel 7, § 5, van het decreet van 28 juni 1985 be-treffende de milieuvergunning, opgesteld dossierbij de aangifte bedoeld in artikel 35octies, § 1, tevoegen.

Het bedoelde dossier geldt voor het heffingsjaarwaarvoor de aanvraag is ingediend en voor de

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 8

Page 9: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

negen daaropvolgende heffingsjaren behoudens ingeval van wijzigingen die tot gevolg hebben datniet meer aan de hierboven vermelde voorwaardenis voldaan. Iedere wijziging betreffende de lozingsi-tuatie moet onmiddellijk per aangetekend schrij-ven worden gemeld aan de leidend-ambtenaar vande Maatschappij.

Na afloop van de geldigheidsduur van het bedoel-de dossier kan de heffingsplichtige bij de aangiftebedoeld in artikel 35octies, § 1, een hernieuwings-aanvraag voegen samen met een attest afgeleverdvan een milieudeskundige, erkend krachtens arti-kel 7, § 5, van het decreet van 28 juni 1985 be-treffende de milieuvergunning, waarin het aanvan-kelijk ingediende dossier wordt herbevestigd.

De heffingsplichtige mag bovendien op 1 januarivan het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar nietbeschikken over een milieu- of lozingsvergunningdie hem toelaat ander afvalwater dan normaalhuisafvalwater te lozen.

Indien de Vlaamse Milieumaatschappij evenwelbeschikt over gegevens omtrent enige lozing uit ditproductieproces wordt de heffing bepaald conformartikel 35quinquies of artikel 35septies.".

Artikel 28

Artikel 35ter, § 5, vijfde lid, van dezelfde wet wordtvervangen door wat volgt :

"Deze aanvraag dient vergezeld te zijn van :

1° ofwel, een attest afgeleverd door de Rijksdienstvoor Pensioenen waaruit blijkt dat de op hetheffingsbiljet vermelde heffingsplichtige geno-ten heeft van het gewaarborgd inkomen voorbejaarden of van de inkomensgarantie voor ou-deren ;

2° ofwel, een attest afgeleverd door het OCMWwaaruit blijkt dat de op het heffingsbiljet ver-melde heffingsplichtige genoten heeft van eendoor het OCMW toegekend leefloon of levens-minimum ;

3° ofwel, een attest afgeleverd door de FederaleOverheidsdienst Sociale Zekerheid waaruitblijkt dat de op het heffingsbiljet vermeldeheffingsplichtige genoten heeft van de inko-mensvervangende tegemoetkoming voor perso-nen met een handicap, en/of de tegemoetko-ming hulp aan bejaarden en/of de integratiete-

gemoetkoming voor personen met eenhandicap ;

4° de afscheurstrook van het overeenkomstigheffingsbiljet.".

Artikel 29

Aan artikel 35ter van dezelfde wet worden een § 7en een § 8 toegevoegd, die luiden als volgt :

"§ 7. Worden eveneens vrijgesteld van de verplich-ting tot betaling van de in § 1 bedoelde heffing, desociale instellingen, buiten het medische kader, meteen verzorgende finaliteit en zonder productieacti-viteit, waar overwegend personen worden opge-vangen die omwille van hun handicap of lichamelij-ke toestand, zorgenbehoevend zijn.

De vrijstelling geldt slechts indien de bedoelderechtspersonen gedurende het volledige jaar voor-afgaand aan het heffingsjaar uitsluitend huishoude-lijke afvalwaters hebben geloosd en ze hebben ge-zuiverd of hebben laten zuiveren in een private wa-terzuiveringsinstallatie in eigen beheer of in ge-meenschappelijk beheer :

a) waarvan, inzoverre het gaat om een overeen-komstig titel I van het Vlarem als hinderlijk in-gedeelde inrichting, de exploitatie is gemelden/of vergund overeenkomstig de voorschriftenvan titel I van het Vlarem ;

b) die gebouwd is en geëxploiteerd wordt volgenseen code van goede praktijk.

De vrijstelling geldt niet voor waterzuiveringsin-stallaties die werden aangelegd nadat de instellingreeds aansluitbaar was op een RWZI.

De heffingsplichtige die van bovenstaande vrijstel-ling wenst te genieten, dient, op straffe van vervalvan het recht van vrijstelling, uiterlijk binnen dedrie maanden vanaf de verzending van hetheffingsbiljet, of ingeval de heffingsplichtige eenaangifte indient samen met de aangifte, een schrif-telijke aanvraag in te dienen bij de Maatschappijmet de volgende bijlagen :

a) in zoverre het gaat om een overeenkomstig titelI van het Vlarem als hinderlijk ingedeelde in-richting, een voor eensluidend verklaard af-schrift van de melding of lopende vergunningvoor de exploitatie van de afvalwaterzuiverings-installatie ;

9 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 10: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

b) een attest afgeleverd door de burgemeester, naverplicht advies van de afdeling Milieu-inspectievan Aminal, waaruit blijkt dat de zuiveringsin-stallatie is gebouwd en wordt geëxploiteerd vol-gens een code van goede praktijk, overeenkom-stig de voorschriften van titel II van het Vlarem.

Het bedoelde attest heeft een geldigheidsduur van5 jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de burge-meester het attest afleverde, tenzij de VMM be-schikt over gegevens waaruit blijkt dat de zuive-ringsinfrastructuur tijdens deze periode niet wordtuitgebaat volgens de code van goede praktijk ofgewijzigd werd. Indien aan de VMM een attestwerd bezorgd als bedoeld in het tweede lid, b), kande VMM de heffingsplichtige ambtshalve vrijstel-len van heffing zonder dat de heffingsplichtige eenschriftelijke aanvraag indient. In voorkomendgeval ontvangt de heffingsplichtige geen heffings-biljet. Voor heffingsplichtigen die gedurende degeldigheidstermijn van het attest een heffingsbiljethebben gekregen, wordt de vrijstelling enkel opschriftelijke aanvraag verleend. Daarin mag wor-den verwezen naar het eerder ingediende attest.

In afwijking van het eerste tot en met het derde lid,kan een vrijstelling van de heffing worden toege-kend aan de heffingsplichtigen waarvan de woon-gelegenheid met een gecertificeerde zuiveringsin-stallatie is uitgerust en onderhouden volgens dedoor de regering vastgestelde regels.

§ 8. De in § 6 bedoelde persoon kan de in § 6 be-doelde terugbetaling niet bekomen voor zijn aan-deel van het waterverbruik waarvan de instellingbedoeld in § 7 werd vrijgesteld.".

Artikel 30

Aan artikel 35quinquies van dezelfde wet wordenvolgende wijzigingen aangebracht.

1° aan § 4 wordt een tweede lid toegevoegd, datluidt als volgt :

"Indien de heffingsplichtige en de Maatschappijin het jaar voorafgaand aan het heffingsjaarmonsternemingen hebben laten uitvoeren en deovereenkomstig § 1 vastgestelde N1-waarde be-rekend op basis van de resultaten van de Maat-schappij 30 % hoger ligt dan de N1-waarde be-paald op grond van de resultaten van deheffingsplichtige, worden de componenten N1,N2 en N3 bedoeld in § 1 uitsluitend berekend opbasis van de resultaten van de Maatschappij.

In dit geval worden de kosten voor monsterne-ming en analyses die als basis dienen voor be-doelde heffing ten laste gelegd aan de heffings-plichtige." ;

2° aan artikel 35quinquies wordt een § 10 toege-voegd, die luidt als volgt :

"§ 10. Vanaf het heffingsjaar 2005 wordt Qj alsvolgt bepaald :

Qj : Het jaarvolume geloosd afvalwater (Qj) isde gedurende het volledig kalenderjaar vooraf-gaand aan het heffingsjaar geloosde hoeveel-heid afvalwater, uitgedrukt in m3, vastgesteldmet behulp van een continu werkend debiet-meetsysteem waarbij doorlopend het geloosdedagdebiet wordt gemeten en dagelijks geregis-treerd volgens de door de regering vastgestelderegels. Bij ontstentenis van deze meting wordtQj vastgesteld als de som van het in het jaarvoorafgaand aan het heffingsjaar door de drink-watermaatschappij geleverde drinkwater en vande gedurende het jaar voorafgaand aan hetheffingsjaar ontvangen hoeveelheid oppervlak-tewater, grondwater, hemelwater en anderwater uitgedrukt in m3, verminderd met de hoe-veelheid water gebruikt als koelwater voorzoverdit koelwater niet samen met het afvalwater ge-loosd wordt.

De af te trekken hoeveelheid water gebruikt alskoelwater is gelijk aan het volume gemeten aande hand van een continue debietmeting met re-gistratie volgens de door de regering vastgestel-de regels.

Indien de hoeveelheid gebruikt als koelwaterniet is vastgesteld door middel van debietmeet-apparatuur wordt deze hoeveelheid onweerleg-baar vermoed gelijk te zijn aan het geloosde vo-lume vergund koelwater zoals bedoeld in § 1.

De opgenomen hoeveelheid grondwater is ge-lijk aan het volume gemeten aan de hand vaneen continue debietmeting met registratie vol-gens de door de regering vastgestelde regels.

Indien de heffingsplichtige het opgenomengrondwater niet kan aantonen met behulp vaneen verzegelde debietmeting met registratiewordt onweerlegbaar vermoed dat deze hoe-veelheid gelijk is aan het grondwatervolume be-paald overeenkomstig artikel 28quater, § 2, vanhet decreet van 24 januari 1984 houdende maat-regelen inzake het grondwaterbeheer met uit-zondering van de bepaling onder 2°, a).

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 10

Page 11: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

De opgenomen hoeveelheid oppervlaktewateris gelijk aan het volume gemeten aan de handvan een continue debietmeting met registratievolgens de door de regering vastgestelde regels.

Wanneer de hoeveelheid opgenomen opper-vlaktewater niet vastgesteld is door middel vaneen verzegelde debietmeting met registratiewordt deze hoeveelheid onweerlegbaar ver-moed gelijk te zijn aan het gecapteerde volumewater dat de beheerder van de betrokken wa-terweg het jaar voorafgaand aan het heffings-jaar in aanmerking heeft genomen voor het be-palen van de vergoeding voor de vergunningvoor de watervang in het kader van de wetge-ving inzake het capteren van oppervlaktewatervastgesteld bij decreet van 21 december 1990houdende begrotingstechnische bepalingen, als-mede bepalingen tot begeleiding van de begro-ting 1991.

Bij captaties uit onbevaarbare oppervlaktewate-ren en captaties van minder dan 500 m3 per jaarwordt onweerlegbaar vermoed dat de opgeno-men hoeveelheid oppervlaktewater gelijk isaan :

de som van de nominale capaciteit van de pom-pen, uitgedrukt in m3 per uur vermenigvuldigdmet T : daarbij is

– voor seizoensgebonden irrigatie in openlucht voor land- en tuinbouw in hoofdactivi-teit : T = 200 ;

– voor andere seizoensgebonden activiteitenof activiteiten van beperkte duur : T = 10 xhet reële aantal dagen dat de oppervlaktewa-terwinning in gebruik geweest is ;

– in de overige gevallen T : 2000.

Het overeenkomstig vorig lid berekende volu-me oppervlaktewater van meer dan 500 m3

wordt teruggebracht tot 500 m3.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onderhemelwater verstaan, het hemelwater dat ge-bruikt wordt voor de activiteiten van de in bijla-ge vermelde sectoren en/of vervuild wordt en/ofsamen met het afvalwater geloosd wordt.

De ontvangen hoeveelheid hemelwater is gelijkaan het volume gemeten aan de hand van eencontinue debietmeting met registratie volgensde door de regering vastgestelde regels.

Indien de heffingsplichtige het in het jaar voor-afgaand aan het heffingsjaar volume ontvangenhemelwater niet kan aantonen aan de hand vaneen verzegelde debietmeting voorzien van regis-tratie, wordt de hoeveelheid hemelwater gelijk-gesteld aan 800 l/m2 afspoelbare of vervuildeoppervlakte tenzij de heffingsplichtige aan dehand van de gegevens afkomstig van het Ko-ninklijk Metereologisch Instituut, kan aantonendat de neerslag kleiner is dan 800 l/m2.

In afwijking van de vorige paragrafen moetende systemen voor de registratie van het debietdie vóór 1 januari 2004 in gebruik werden geno-men, uiterlijk op 1 januari 2008 zijn verzegelddoor de maatschappij. De overige debietme-tingssystemen moeten bij de indienstname wor-den verzegeld indien de heffingsplichtige hier-van gebruik wil maken voor de bepaling vanQj." ;

3° aan artikel 35quinquies wordt een § 11 toege-voegd, die luidt als volgt :

"§ 11. Indien de maatschappij onvergunde lozin-gen bewijst, zal de heffingsplichtige voor dejaren waarin de onregelmatigheden zich hebbenvoorgedaan, geen aanspraak meer kunnenmaken op de berekening van de heffing volgensartikel 35quinquies.

De betreffende meet- en bemonsteringsresulta-ten worden onweerlegbaar vermoed onjuist tezijn en de heffing wordt herberekend overeen-komstig artikel 35septies en artikel 35terdecies§ 2." ;

4° aan artikel 35quinquies wordt een § 12 toege-voegd, die luidt als volgt :

"§ 12. Wanneer geldige tegenanalyses zijn uitge-voerd conform de bepalingen van artikel35quinquies van de wet en de in uitvoering hier-van genomen besluiten wordt voor de bepalingvan de componenten N1 , N2 en N3 bedoeld in § 1 op dagbasis per parameter het gemiddeldegenomen van de resultaten van de analyses entegenanalyses.".

Artikel 31

1° in artikel 35septies van dezelfde wet wordt hetenige lid, dat § 1 wordt, vervangen door watvolgt :

11 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 12: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

"§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel35quinquies, § 5, wordt bij het niet of onvolledigvoorhanden zijn van de gegevens bedoeld in ar-tikel 35quinquies, § 4, eerste alinea, de vuil-vracht voor één of meer van de termen N1, N2en N3 als volgt berekend" ;

2° aan artikel 35septies wordt een § 2 toegevoegd,die luidt als volgt :

"§ 2. Vanaf het heffingsjaar 2005 wordt Q alsvolgt berekend :

Q : Het waterverbruik berekend als de som vanhet door de drinkwatermaatschappij in het jaarvoorafgaand aan het heffingsjaar gefactureerdwaterverbruik en van de gedurende het jaarvoorafgaand aan het heffingsjaar op een anderewijze ontvangen hoeveelheid oppervlaktewater,grondwater, hemelwater en ander water, uitge-drukt in m3 ; ingeval de facturen het waterver-bruik niet vermelden, wordt door de Maat-schappij aangenomen dat dit verbruik gelijk isaan het quotiënt van enerzijds de door de drink-watermaatschappij in het jaar voorafgaand aanhet heffingsjaar totaal gefactureerde tariefeen-heden, inclusief de gratis geleverde tariefeenhe-den en anderzijds de deelfactor 2.37 (aangepastaan het ontwerp van programmadecreet).

De opgenomen hoeveelheid grondwater is ge-lijk aan het volume gemeten aan de hand vaneen continue debietmeting met registratie vol-gens de door de regering vastgestelde regels.

Indien de heffingsplichtige het opgenomengrondwater niet kan aantonen met behulp vaneen verzegelde debietmeting met registratiewordt onweerlegbaar vermoed dat deze hoe-veelheid gelijk is aan het grondwatervolume be-paald overeenkomstig artikel 28quater, § 2, vanhet decreet van 24 januari 1984 houdende maat-regelen inzake het grondwaterbeheer met uit-zondering van de bepaling onder 2°, a).

De opgenomen hoeveelheid oppervlaktewateris gelijk aan het volume gemeten aan de handvan een continue debietmeting met registratievolgens de door de regering vastgestelde regels.

Wanneer de heffingsplichtige het volume opge-nomen oppervlaktewater niet kan aantonen opbasis van een verzegelde debietmeting voorzienvan registratie, wordt deze hoeveelheid onweer-legbaar vermoed gelijk te zijn aan het gecap-teerde volume water dat de beheerder van debetrokken waterweg het jaar voorafgaand aan

het heffingsjaar in aanmerking heeft genomenvoor het bepalen van de vergoeding voor devergunning voor de watervang in het kader vande wetgeving inzake het capteren van opper-vlaktewater vastgesteld bij decreet van 21 de-cember 1990 houdende begrotingstechnischebepalingen, alsmede bepalingen tot begeleidingvan de begroting 1991.

Bij captaties uit onbevaarbare oppervlaktewate-ren en captaties van minder dan 500 m3 per jaarwordt onweerlegbaar vermoed dat de opgeno-men hoeveelheid oppervlaktewater gelijk isaan : de som van de nominale capaciteit van depompen, uitgedrukt in m3 per uur vermenigvul-digd met T : daarbij is

– voor seizoensgebonden irrigatie in openlucht voor land- en tuinbouw in hoofdactivi-teit : T = 200 ;

– voor andere seizoensgebonden activiteitenof activiteiten van beperkte duur : T = 10 xhet reële aantal dagen dat de oppervlaktewa-terwinning in gebruik geweest is ;

– in de overige gevallen T = 2000.

Het overeenkomstig vorig lid berekende volumeoppervlaktewater van meer dan 500 m3, wordt te-ruggebracht tot 500 m3.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder he-melwater verstaan, het hemelwater dat gebruiktwordt voor de activiteiten van de in bijlage vermel-de sectoren en/of vervuild wordt.

De ontvangen hoeveelheid hemelwater is gelijkaan het volume gemeten aan de hand van een con-tinue debietmeting met registratie volgens de doorde regering vastgestelde regels.

Indien de heffingsplichtige het in het jaar vooraf-gaand aan het heffingsjaar volume gebruikt of ver-vuild hemelwater niet kan aantonen aan de handvan een verzegelde debietmeting voorzien van re-gistratie, wordt de hoeveelheid hemelwater gelijk-gesteld aan 800 l/m2 afspoelbare of vervuilde op-pervlakte, tenzij de heffingsplichtige aan de handvan de gegevens afkomstig van het Koninklijk Me-teorologisch Instituut kan aantonen dat de neer-slag kleiner is dan 800 l/m2.

In afwijking van de vorige paragrafen moeten desystemen voor de registratie van het debiet dievóór 1 januari 2004 in gebruik werden genomen ui-terlijk op 1 januari 2008 zijn verzegeld door de

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 12

Page 13: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

maatschappij. De overige debietmetingssystemenmoeten bij de indienstname worden verzegeld in-dien de heffingsplichtige hiervan gebruik wilmaken voor de bepaling van Q.".

Artikel 32

In artikel 35terdecies, § 2, van dezelfde wet wordtna het eerste lid de volgende bepaling ingevoegd :

"Indien in een proces-verbaal van overtreding on-vergunde lozingen zijn vastgesteld, wordt voor dejaren waarin de onregelmatigheden zich hebbenvoorgedaan, de in vorige lid bedoelde termijn ge-schorst vanaf de datum van het proces-verbaal totde datum waarop de Maatschappij kennis krijgtvan de definitieve gerechtelijke beslissing.".

HOOFDSTUK XX

Onroerende voorheffing

Artikel 33

Artikel 255, eerste lid, van het Wetboek van de in-komstenbelastingen 1992 wordt, wat het VlaamseGewest betreft, vervangen door wat volgt :

"De onroerende voorheffing bedraagt 2,5 % vanhet kadastraal inkomen, zoals dit is vastgesteld op1 januari van het aanslagjaar.".

Artikel 34

In artikel 255, tweede lid, van hetzelfde Wetboekworden, wat het Vlaamse Gewest betreft, de woor-den "0,8 pct." vervangen door de woorden "1,6 %".

Artikel 35

Artikel 255, tweede lid, van hetzelfde Wetboekwordt, wat het Vlaamse Gewest betreft, aangevuldmet de volgende bepaling :

"Voor de huurwoningen behorende tot de VlaamseHuisvestingsmaatschappij zelf of behorende tot dedoor haar erkende maatschappijen enerzijds envoor de woningen die door het Vlaams Woning-fonds van de Grote Gezinnen in het kader van zijn

operaties van huurhulp worden verhuurd ander-zijds, wordt de onroerende voorheffing eveneensvastgesteld op 1,6 %.".

Artikel 36

In artikel 257, § 1, 2°, vijfde lid, van hetzelfde Wet-boek worden, wat het Vlaamse Gewest betreft, dewoorden "decimale frankgedeelten" vervangendoor de woorden "centgedeelten na de tweede de-cimaal".

Artikel 37

In hetzelfde Wetboek wordt, wat het Vlaamse Ge-west betreft, een artikel 260ter ingevoegd, dat luidtals volgt :

"Artikel 260ter

Aan de belastingplichtige rechtspersoon wordt eenbelastingkrediet toegekend dat gelijk is aan het be-drag van de onroerende voorheffing, zoals bepaaldin artikel 255.

Dit belastingkrediet komt volledig ten laste van hetVlaamse Gewest.".

Artikel 38

Artikel 376, § 3, 2°, van hetzelfde Wetboek wordt,wat het Vlaamse Gewest betreft, vervangen doorwat volgt :

"2° van de verminderingen en vrijstellingen voort-vloeiend uit de toepassing van de artikelen 88,131 tot 135, 138, 139, 146 tot 156, 253, 7° en 8°,en 257, voorzover het tot die verminderingen ofvrijstellingen aanleiding gevend feit door deadministratie werd vastgesteld of door de be-lastingschuldige of door zijn echtgenoot opwiens goederen de aanslag wordt ingevorderd,aan de administratie werd bekendgemaakt bin-nen drie jaar vanaf 1 januari van het aanslag-jaar waartoe de belasting behoort waarop dieverminderingen of vrijstellingen moeten wor-den verleend.".

13 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 14: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

Artikel 39

In artikel 433 van hetzelfde Wetboek worden, wathet Vlaamse Gewest betreft, de wijzigingen aange-bracht door het koninklijk besluit van 31 maart2003 houdende invoering van een elektronisch sys-teem van notificaties tussen de Federale Over-heidsdienst Financiën en sommige ministeriële offi-cieren, openbare ambtenaren en andere personen,bekrachtigd.

Artikel 40

In artikel 434 van hetzelfde Wetboek worden, wathet Vlaamse Gewest betreft, de woorden "in arti-kel 433" vervangen door de woorden "naargelangvan het geval, in artikel 433, §§ 1 of 2," en wordende woorden "en bij een ter post aangetekendebrief" vervangen door de woorden "en bij een terpost aangetekende brief of door gebruikmakingvan informatica- of telegeleidingstechnieken".

Artikel 41

Aan artikel 434 van hetzelfde Wetboek wordt, wathet Vlaamse Gewest betreft, een tweede lid toege-voegd, dat luidt als volgt :

"De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden entoepassingsmodaliteiten van dit artikel.".

Artikel 42

Artikel 60 van het decreet van 21 december 1990houdende begrotingstechnische bepalingen alsme-de de bepalingen tot begeleiding van de begroting1991 wordt opgeheven.

HOOFDSTUK XXI

Schenkingsrechten

Artikel 43

Artikel 131 van het Wetboek van registratie-, hypo-theek- en griffierechten, wordt vervangen door watvolgt :

"Artikel 131

§ 1. Voor de schenkingen onder de levenden vanonroerende goederen wordt over het bruto-aan-deel van elk der begiftigden een evenredig rechtgeheven volgens het tarief in onderstaande tabel-len aangeduid.

Hierin wordt vermeld :

onder a : het percentage dat toepasselijk is op hetovereenstemmende gedeelte ;

onder b : het totale bedrag van de belasting over devoorgaande gedeelten.

TABEL I

Tarief in rechte lijn en tussen echtgenoten

Gedeelte van de schenking

Van tot inbegrepen a b

EUR EUR t.h. EUR

0,01 12.500 3 -

12.500 25.000 4 375

25.000 50.000 5 875

50.000 100.000 7 2.125

100.000 150.000 10 5.625

150.000 200.000 14 10.625

200.000 250.000 18 17.625

250.000 500.000 24 26.625

Boven de 500.000 30 86.625

TABEL II

Tarief tussen broers en zusters

Gedeelte van de schenking

Van tot inbegrepen a b

EUR EUR t.h. EUR

0,01 12.500 20 -

12.500 25.000 25 2.500

25.000 75.000 35 5.625

75.000 175.000 50 23.125

Boven de 175.000 65 73.125

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 14

Page 15: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

TABEL III

Tarief tussen ooms of tantes en neven en nichten

Gedeelte van de schenking

Van tot inbegrepen a b

EUR EUR t.h. EUR

0,01 12.500 25 -

12.500 25.000 30 3.125

25.000 75.000 40 6.875

75.000 175.000 55 26.875

Boven de 175.000 70 81.875

TABEL IV

Tarief tussen alle andere personen

Gedeelte van de schenking

Van tot inbegrepen a b

EUR EUR t.h. EUR

0,01 12.500 30 -

12.500 25.000 35 3.750

25.000 75.000 50 8.125

75.000 175.000 65 33.125

Boven de 175.000 80 98.125

§ 2. Voor de schenkingen onder de levenden vanroerende goederen wordt over het bruto-aandeelvan elk der begiftigden een recht geheven van :

1° 3 % voor schenkingen in de rechte lijn en tussenechtgenoten ;

2° 7 % voor schenkingen aan andere personen.".

Artikel 44

Artikel 1321 van hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen door wat volgt :

"Artikel 1321

Onder echtgenoten worden voor de toepassing vandeze afdeling eveneens geacht begrepen te zijn :

1° de persoon die op de dag van de schenking,overeenkomstig de bepalingen van boek III,titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek met deschenker wettelijk samenwoont ;

of

2° de persoon of de personen die op de dag van deschenking ten minste één jaar ononderbrokenmet de schenker samenwonen en er een ge-meenschappelijke huishouding mee voeren.Deze voorwaarden worden geacht ook vervuldte zijn indien het samenwonen en het voerenvan een gemeenschappelijke huishouding metde schenker aansluitend op de bedoelde perio-de van één jaar tot op de dag van de schenking,ingevolge overmacht onmogelijk is geworden.Een uittreksel uit het bevolkingsregister houdteen weerlegbaar vermoeden in van ononderbro-ken samenwoning en van het voeren van eengemeenschappelijke huishouding.".

Artikel 45

In artikel 1322 van hetzelfde Wetboek wordt in hettweede lid 3 ° vervangen door wat volgt :

" 3° wanneer het adoptief kind, vóór de leeftijd vaneenentwintig jaar, gedurende drie achtereen-volgende jaren hoofdzakelijk van de adoptant,of van deze en zijn levenspartner samen, dehulp en verzorging heeft gekregen die kinde-ren normaal van hun ouders krijgen ;".

Artikel 46

Artikel 133 van hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen door wat volgt :

"Artikel 133

Het recht wordt berekend over de verkoopwaardevan de geschonken goederen, zonder aftrek vanlasten.

Evenwel, voor schenkingen van ter beurze geno-teerde effecten geldt als belastinggrondslag dewaarde volgens de laatste prijscourant op last vande regering bekendgemaakt vóór de datum waarophet recht opeisbaar is geworden.

Voor de schenking van het vruchtgebruik of deblote eigendom van een onroerend goed wordt de

15 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 16: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

belastinggrondslag vastgesteld zoals in de artikelen47 tot 50 is bepaald.

Voor de schenkingen van het op het leven van debegiftigde of een derde gevestigde vruchtgebruikvan roerende goederen geldt als belastinggrondslaghet bedrag verkregen door de vermenigvuldigingvan de jaarlijkse opbrengst van de goederen, forfai-tair vastgesteld op 4 ten honderd van de volle ei-gendom van de goederen, met het getal dat in arti-kel 47, eerste lid, wordt aangegeven tegenover deleeftijdsklasse waartoe diegene op wiens leven hetvruchtgebruik gevestigd is, behoort op de datumvan de schenking.

Voor de schenkingen van het voor een bepaaldetijd gevestigde vruchtgebruik van roerende goede-ren geldt als belastinggrondslag het bedrag verkre-gen door kapitalisatie van de jaarlijkse opbrengsttegen 4 ten honderd over de duur van het vrucht-gebruik bepaald in de schenkingsakte. De jaarlijkseopbrengst van de roerende goederen wordt forfai-tair vastgesteld op 4 ten honderd van de volle ei-gendom van die goederen. Het aldus verkregen be-drag van de belastinggrondslag mag evenwel nietgaan boven de waarde berekend volgens het vierdelid indien het vruchtgebruik gevestigd is ten batevan een natuurlijk persoon, hetzij boven twintig-maal de opbrengst indien het vruchtgebruik geves-tigd is ten bate van een rechtspersoon.

Voor de schenkingen van de blote eigendom vanroerende goederen waarvan het vruchtgebruikdoor de schenker is voorbehouden, is de belasting-grondslag de verkoopwaarde van de volle eigen-dom van de goederen.

Voor de schenkingen van de blote eigendom vanroerende goederen waarvan het vruchtgebruikdoor de schenker niet is voorbehouden, is de belas-tinggrondslag de verkoopwaarde van de volle ei-gendom van de goederen, verminderd met dewaarde van het vruchtgebruik, berekend volgenshet vierde of vijfde lid van dit artikel.

Voor schenkingen van een lijfrente of een levens-lang pensioen wordt het recht berekend over hetjaarlijks bedrag van de uitkering, vermenigvuldigdmet de leeftijdscoëfficiënt die volgens de tabel inartikel 47 op de begiftigde moet worden toegepast.

Voor schenkingen van een altijd durende rentewordt het recht berekend over het jaarlijks bedragvan de rente vermenigvuldigd met twintig.".

Artikel 47

Aan artikel 134 van hetzelfde Wetboek wordt devolgende zin toegevoegd :

"In de mate dat de schenking betrekking heeft oponroerende goederen, wordt de last in hoofde vande derde als schenking belast volgens de in artikel131, § 1, geldende tarieven.".

Artikel 48

In de eerste zin van artikel 135 van hetzelfde Wet-boek worden tussen de woorden "Het bedrag vanhet" en "recht" de woorden "bij artikel 131, § 1,vastgestelde" toegevoegd.

Artikel 49

In het laatste lid van artikel 136 van hetzelfde Wet-boek wordt het woord "wettige" geschrapt.

Artikel 50

In artikel 137 van hetzelfde Wetboek worden tus-sen de woorden "schenking" en "toepasselijk ta-rief" en tussen de woorden "heffing op de schen-kingen" en "welke reeds" de woorden "van onroe-rende goederen" toegevoegd.

Artikel 51

In artikel 1381 van hetzelfde Wetboek worden tus-sen de woorden "de akten van schenking" en "ver-melding" en tussen de woorden "één of meerschenkingen" en "zijn voorgekomen" de woorden"van onroerende goederen" toegevoegd.

Artikel 52

Artikel 139 van hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen door wat volgt :

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 16

Page 17: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

"Artikel 139

Benevens het ontdoken recht zijn de schenker enbegiftigde een ondeelbare boete, gelijk aan datrecht verschuldigd bij een onjuiste opgave van :

– hun graad van verwantschap ;

– het tussen hen bestaan van een samenwonings-relatie zoals bedoeld in artikel 1321.".

Artikel 53

Artikel 140 van hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen door wat volgt :

"Artikel 140

De bij artikel 131 vastgestelde rechten worden ge-bracht op :

1° 5,5 pct. voor schenkingen aan

a. provincies, gemeenten, provinciale en ge-meentelijke openbare instellingen gelegen inhet Vlaamse Gewest ;

b. de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschap-pij erkende maatschappijen ;

c. de coöperatieve vennootschap "Vlaams Wo-ningfonds van de grote gezinnen ;

d. dienstverlenende en opdrachthoudende ver-enigingen zoals bedoeld in het decreet van 6juli 2001 houdende de intergemeentelijke sa-menwerking ;

2° 7 pct. voor de schenkingen, inclusief inbrengenom niet, aan verenigingen zonder winstoog-merk, ziekenfondsen en landsbonden van zie-kenfondsen, beroepsverenigingen en internatio-nale verenigingen zonder winstoogmerk, aan deprivate stichtingen en stichtingen van openbaarnut ;

3° 100 euro voor de schenkingen, inclusief inbren-gen om niet, gedaan aan stichtingen of rechts-personen bedoeld in 2°, zo de schenker zelf eendezer stichtingen of rechtspersonen is ;

4° 1,10 pct. voor de schenkingen, inclusief inbren-gen om niet, gedaan door de gemeenten aan depensioenfondsen die zij onder de vorm van een

vereniging zonder winstoogmerk hebben opge-richt in uitvoering van een door de voogdijover-heid goedgekeurd saneringsplan.

De verlagingen vermeld sub 2° en 3° zijn enkel toe-passelijk op de Belgische rechtspersonen en op ge-lijkaardige rechtspersonen die opgericht zijn vol-gens en onderworpen zijn aan de wetgeving vaneen andere lidstaat van de Europese EconomischeRuimte, en die bovendien hun statutaire zetel, hunhoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Eu-ropese Economische Ruimte hebben.".

Artikel 54

In artikel 140bis, § 1, 2°, van hetzelfde Wetboekworden tussen de woorden "de schenking" en "vanaandelen" de woorden "van de eigendom of hetvruchtgebruik" toegevoegd.

In artikel 140bis, § 1, 3°, van hetzelfde Wetboekworden tussen de woorden "de schenking" en "vanvorderingen" de woorden "van de eigendom of hetvruchtgebruik" toegevoegd.

Artikel 55

Het tweede lid van artikel 140bis, § 1, 2°, van het-zelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :

"De aandelen dienen minstens 10 % van de stem-rechten in de algemene vergadering of van de tota-liteit van de aandelen van de vennootschap te ver-tegenwoordigen.".

Artikel 56

Artikel 140bis, § 1, 2°, derde lid, b), van hetzelfdeWetboek wordt vervangen door wat volgt :

"b) de certificaten van aandelen, uitgereikt doorrechtspersonen met zetel in een van de lidstatenvan de Europese Economische Ruimte, ter verte-genwoordiging van aandelen van de betreffendevennootschap, op voorwaarde dat de rechtspersoonde verplichting heeft om de dividenden en anderevermogensvoordelen onmiddellijk en ten laatstebinnen de maand door te storten aan de certificaat-houder.".

17 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 18: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

Artikel 57

In artikel 140bis, § 1, 3°, tweede lid, van hetzelfdeWetboek wordt de tweede zin vervangen door watvolgt :

"Onder vorderingen worden tevens begrepen decertificaten van vorderingen uitgereikt door rechts-personen met zetel in een van de lidstaten van deEuropese Economische Ruimte, ter vertegenwoor-diging van vorderingen op een dergelijke vennoot-schap, op voorwaarde dat de rechtspersoon de ver-plichting heeft om de interesten en andere vermo-gensvoordelen onmiddellijk en ten laatste binnende maand door te storten aan de certificaathou-der.".

Artikel 58

De derde en de vierde zin van artikel 140bis,§ 2, van hetzelfde Wetboek worden vervangen alsvolgt :

"In geval van een schenking als bedoeld in § 1, 2°,van dit artikel moet bovendien de notaris, in ofonder aan de akte, naargelang het geval, bevestigendat de geschonken aandelen hetzij minstens 10 %van de stemrechten in de algemene vergaderingvan de vennootschap vertegenwoordigen, hetzijminstens 10 % van de totaliteit van de aandelenvan de vennootschap vertegenwoordigen. Die be-vestiging door de notaris kan vervangen wordendoor een attest van een bedrijfsrevisor of accoun-tant, dat aan de akte wordt gehecht.".

Artikel 59

In artikel 140quater van hetzelfde Wetboek wordthet derde lid vervangen door wat volgt :

"Van het niet langer vervuld zijn van een voor-waarde voor het behoud van het verlaagde rechtmoet de begiftigde kennis geven aan de ontvangervan het kantoor waar de schenkingsakte werd ge-registreerd binnen vier maanden te rekenen vanhet tijdstip waarop de voorwaarde niet meer wordtvervuld.".

Artikel 60

In artikel 140quinquies van hetzelfde Wetboekwordt het tweede lid vervangen door wat volgt :

"In geval het vervuld zijn van de voorwaardenvoor het behoud van het verlaagde recht onvol-doende is aangetoond, worden de in het eerste lidvan artikel 140quater bedoelde aanvullende rech-ten opeisbaar alsmede de wettelijke interesten terekenen van de datum van de registratie van deschenking.".

HOOFDSTUK XXII

Successierechten

Artikel 61

Artikel 59 van het Wetboek van successierechtenwordt vervangen door wat volgt :

"Artikel 59

De rechten van successie en van overgang bij over-lijden worden verlaagd :

1° tot 6,6 procent voor de legaten aan

a. provincies, gemeenten, provinciale en ge-meentelijke openbare instellingen in hetVlaamse Gewest ;

b. de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschap-pij erkende maatschappijen ;

c. de coöperatieve vennootschap "Vlaams Wo-ningfonds van de grote gezinnen" ;

d. dienstverlenende en opdrachthoudende ver-enigingen zoals bedoeld in het decreet van 6juli 2001 houdende de intergemeentelijke sa-menwerking ;

2° tot 8,80 pct. voor de legaten gedaan aan de ver-enigingen zonder winstoogmerk, ziekenfondsenen landsbonden van ziekenfondsen, beroepsver-enigingen, internationale verenigingen zonderwinstoogmerk, private stichtingen en stichtingenvan openbaar nut.".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 18

Page 19: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

Artikel 62

Artikel 60 van hetzelfde Wetboek wordt vervangendoor wat volgt :

"Artikel 60

De verlagingen bepaald in artikel 59, 2°, zijn enkeltoepasselijk op de Belgische rechtspersonen en opgelijkaardige rechtspersonen die opgericht zijn vol-gens en onderworpen zijn aan de wetgeving vaneen andere lidstaat van de Europese EconomischeRuimte, en die bovendien hun statutaire zetel, hunhoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Eu-ropese Economische Ruimte hebben.".

Artikel 63

Artikel 60bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wet-boek wordt vervangen door wat volgt :

"Voor de berekening van de 50 procent wordt te-vens rekening gehouden met de activa of de aande-len :

– die in het bezit zijn of waren van ascendenten ofdescendenten en hun echtgenoten, of van zijver-wanten van de overledene tot en met de tweedegraad en hun echtgenoten ;

– die in het bezit zijn van kinderen van voorover-leden broers en zusters van de overledene.".

Artikel 64

Artikel 60bis, § 4, van hetzelfde Wetboek wordtvervangen door wat volgt :

"§ 4. Onder aandelen wordt tevens begrepen :

– maatschappelijke rechten in vennootschappen ;

– de certificaten van aandelen, uitgereikt doorrechtspersonen met zetel in een van de lidstatenvan de Europese Economische Ruimte, ter ver-tegenwoordiging van aandelen van familialevennootschappen die aan de gestelde voorwaar-den voldoen en waarvan de rechtspersoon deverplichting heeft om de dividenden en anderevermogensvoordelen onmiddellijk en ten laatstebinnen de maand door te storten aan de certifi-caathouder.

Onder vorderingen wordt tevens begrepen : de cer-tificaten van vorderingen, uitgereikt door rechts-personen met zetel in een van de lidstaten van deEuropese Economische Ruimte, ter vertegenwoor-diging van vorderingen op familiale vennootschap-pen die aan de gestelde voorwaarden voldoen enwaarvan de rechtspersoon de verplichting heeft omde intresten en andere vermogensvoordelen on-middellijk en ten laatste binnen de maand door testorten aan de certificaathouder.".

Artikel 65

Artikel 66bis, tweede lid, van hetzelfde Wetboekwordt vervangen door wat volgt :

"Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor :

– schenkingen van percelen grond die volgens destedenbouwkundige voorschriften bestemd zijnvoor woningbouw en waarop het in artikel140nonies, sub a), van het Wetboek der registra-tie-, hypotheek- en griffierechten bepaaldeevenredig recht werd geheven ;

– schenkingen van roerende goederen waarop hetin artikel 131, § 2, van hetzelfde Wetboek be-paalde evenredig recht werd geheven ;

– schenkingen van ondernemingen waarop het inartikel 140bis van hetzelfde Wetboek bepaaldeevenredig recht werd geheven.".

HOOFDSTUK XXIII

Leegstand van bedrijfsruimten

Artikel 66

Artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 hou-dende maatregelen ter bestrijding en voorkomingvan leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruim-ten wordt vervangen door wat volgt :

"2° Economische activiteit : iedere industriële, am-bachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- oftuinbouw-, opslag of administratieve activi-teit.".

19 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 20: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

Artikel 67

Artikel 27 van hetzelfde decreet wordt vervangendoor wat volgt :

"Artikel 27

§ 1. Voor het ontduiken van de heffing is een admi-nistratieve geldboete verschuldigd die gelijk is aanhet dubbele van de ontdoken heffing.

§ 2. Indien blijkt dat de heffing ingevolge een be-slissing tot ambtshalve ontheffing of ingevolge eenbeslissing bedoeld in artikel 26, § 6, niet verschul-digd is, zal eveneens de reeds ingekohierde admini-stratieve geldboete wegens ontduiking van dieheffing niet verschuldigd zijn.

Indien blijkt dat de heffing ingevolge een beslissingtot ambtshalve ontheffing of ingevolge een beslis-sing bedoeld in artikel 26, § 6, slechts gedeeltelijkverschuldigd is, is de administratieve geldboete we-gens ontduiking gelijk aan het dubbele van het ver-schuldigd gedeelte van de heffing, en zal bijgevolgde eventueel reeds ingekohierde administratievegeldboete niet verschuldigd zijn voor het bedragdat het dubbele van het verschuldigd gedeelte vande heffing overstijgt.".

Artikel 68

In artikel 30 van hetzelfde decreet wordt de eerstezin vervangen door wat volgt :

"Als de heffing, intresten en administratieve geld-boete niet voldaan worden, kunnen de met de in-vordering belaste ambtenaren een dwangbevel uit-vaardigen.".

Artikel 69

Artikel 32 van hetzelfde decreet wordt vervangendoor hetgeen volgt :

"Artikel 32

§ 1. Tot zekerheid van de voldoening van deheffing, intresten, administratieve geldboete en dekosten heeft het Vlaamse Gewest een algemeenvoorrecht op alle roerende goederen van deheffingsplichtige. Het kan een wettelijke hypo-theek vestigen op alle goederen die daarvoor vat-baar zijn en in het Vlaamse Gewest gelegen zijn

van de persoon op wiens naam de aanslag is inge-kohierd.

§ 2. Het voorrecht bedoeld in § 1 neemt rang in on-middellijk na de voorrechten die vermeld zijn in deartikelen 19 en 20 van de Hypotheekwet.

§ 3. De rang van de wettelijke hypotheek wordt be-paald door de dagtekening van de inschrijving diegenomen wordt.

§ 4. De hypotheek wordt ingeschreven op verzoekvan de ambtenaren, bedoeld in artikel 30.

§ 5. Artikel 19 van de Faillissementswet is niet vantoepassing op de wettelijke hypotheek inzake deverschuldigde heffing waarvoor de inschrijving isgenomen voor en waarvan betekening aan deheffingsschuldige is gedaan voor het vonnis vanfaillietverklaring.".

Artikel 70

Artikel 41 van hetzelfde decreet wordt vervangendoor wat volgt :

"Artikel 41

§ 1. Indien de krachtens artikelen 34, 36 en 38 toe-gestane opschortingen bij het verstrijken van detoegestane opschortingstermijnen niet resulterenin een beëindiging van de vernieuwing en/of deleegstand, is de opgeschorte heffing alsnog ver-schuldigd voor deze termijnen vermeerderd met deintresten.

§ 2. Indien de eigenaar aan wie een opschortingvan de heffing krachtens artikelen 34, 36 of 38 istoegestaan, overgaat tot overdracht van het aan deheffing onderworpen goed, is de opgeschorteheffing, vermeerderd met de intresten, voor de ter-mijn waarvoor de opschorting werd verkregen totde datum van de authentieke akte van overdracht,alsnog verschuldigd.

§ 3. Indien de eigenaar aan wie een opschortingvan de heffing krachtens artikel 40 is toegestaan,overgaat tot overdracht van het aan de heffing on-derworpen goed, is de opgeschorte heffing, ver-meerderd met de intresten, alsnog verschuldigdvanaf de datum van betekening met een aangete-kende brief zoals vermeld onder artikel 12.".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 20

Page 21: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK XXIV

Economisch ondersteuningsbeleid

Artikel 71

§ 1. Artikel 17 van het decreet van 31 januari 2003betreffende het economisch ondersteuningsbeleidwordt vervangen door wat volgt :

"Artikel 17

De Vlaamse regering kan steun verlenen aan klei-ne en middelgrote ondernemingen voor extern(e)advies en studie onder de voorwaarden vermeld inde KMO-verordening, dit decreet en de uitvoe-ringsbesluiten en aan natuurlijke personen voorextern(e) advies en studie onder de voorwaardenvan dit decreet en de uitvoeringsbesluiten.".

§ 2. Artikel 18, § 2, tweede lid, van hetzelfde de-creet wordt vervangen door wat volgt :

"Diensten van permanente of periodieke aard vande onderneming en diensten die tot de gewone be-drijfsuitgaven van de onderneming behoren,komen niet in aanmerking.".

§ 3. Artikel 19 van hetzelfde decreet wordt vervan-gen door wat volgt :

"Artikel 19

De Vlaamse regering kan voor studie en advies, totmaximaal 50 % steun verlenen aan ondernemingenen tot maximaal 75 % steun verlenen aan natuurlij-ke personen.

De Vlaamse regering bepaalt de verdere uitvoe-ringsmodaliteiten.".

HOOFDSTUK XXV

VZW BAN Vlaanderen

Artikel 72

§ 1. De Vlaamse regering wordt gemachtigd toe tetreden tot de VZW BAN Vlaanderen.

§ 2. Met haar toetreding tot deze VZW heeft deVlaamse regering tot doel actief mee te werkenaan de promotie van business angel financiering alsfinancieringsinstrument voor kleinere ondernemin-gen die omwille van het risicovol karakter van deprojecten of de hoge due diligence kost moeilijk ofgeen reguliere financieringsbronnen vinden.

HOOFDSTUK XXVI

Bedrijventerreinen

Artikel 73

§ 1. De Vlaamse regering kan voor algemeen nutonroerende goederen onteigenen voor het(her)aanleggen van bedrijventerreinen, van huntoegangswegen en van bijkomende infrastructuur.

§ 2. De Vlaamse regering kan de provincies, de ge-meenten, de verenigingen van gemeenten, deVlaamse openbare instellingen en andere publiek-rechtelijke rechtspersonen die daartoe door deVlaamse regering worden aangeduid, geval pergeval machtigen om voor algemeen nut onroeren-de goederen te onteigenen voor het (her)aanleg-gen van bedrijventerreinen, van hun toegangswe-gen en van bijkomende infrastructuur.

§ 3. Het onteigeningsplan bevat naast de identiteitvan de onteigenaar ook de omtrek van de te ontei-genen goederen, met kadastrale vermelding van desectie, de nummers, de grootte, de aard van de per-celen en de namen van de eigenaars.

De wegen die de te onteigenen goederen doorkrui-sen en dienen opgeheven te worden, worden aanhun bestemming onttrokken en de erfdienstbaar-heden die ze belasten en eveneens dienen opgehe-ven te worden, worden vervallen verklaard.

Het ontwerp van onteigeningsplan wordt op kos-ten van de onteigenaar onderworpen aan een vijf-tiendaags openbaar onderzoek. Vóór de aanvangvan dit onderzoek brengt de onteigenaar de eige-naars van de te onteigenen goederen op het adresvan hun woonplaats ervan op de hoogte dat hetontwerpplan ter inzage ligt in het gemeentehuis.

§ 4. Voor de uitvoering van een goedgekeurd ontei-geningsplan kunnen de bovenvermelde openbarerechtspersonen en de Vlaamse openbare instellin-gen zich in rechte laten vertegenwoordigen door deambtenaren van de Administratie van de belasting

21 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 22: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

over de toegevoegde waarde, registratie en domei-nen overeenkomstig de bepalingen van het decreetvan 23 december 1986 houdende bevoegdverkla-ring van de administratie van de belasting over detoegevoegde waarde, registratie en domeinen tothet uitvoeren van bepaalde vermogensrechtelijkeverrichtingen voor rekening van het Vlaamse Ge-west en van de instellingen die ervan afhangen.

Doet de openbare rechtspersoon of de Vlaamseopenbare instelling geen beroep op deze ambtena-ren dan dient elk bod dat hij minnelijk of voor derechtbank doet, onderworpen te worden aan hunvisum. Dit visum wordt verleend binnen éénmaand na ontvangst van het dossier. Deze termijnkan ten hoogste met één maand verlengd wordenop verzoek van de ambtenaren van de Administra-tie van de belasting over de toegevoegde waarde,registratie en domeinen. Het visum wordt geachtverleend te zijn na verzuim tot verlenging van deeerste termijn of na het verstrijken van de tweedetermijn.

Bij weigering van het visum wordt een gemoti-veerd maximumbedrag meegedeeld dat het bodvan de openbare rechtspersoon mag bedragen.

§ 5. De onteigening gebeurt bij toepassing van dewet van 26 juli 1962 betreffende de rechtsplegingbij hoogdringende omstandigheden inzake onteige-ning ten algemenen nutte.

Artikel 74

De gronden op bedrijventerreinen verworven bijtoepassing van artikel 73 of (her)aangelegd metsteun van het Vlaamse Gewest kunnen niet ter be-schikking gesteld worden van de bedrijven danvoor economische doeleinden. Er kan geen eindegesteld worden aan deze gebruiksvoorwaarde danmet akkoord van de Vlaamse minister bevoegdvoor het economisch beleid en onder zijn voor-waarden.

Artikel 75

De aktes, behoudens verkoopaktes, waarbij degronden, die met steun van het Vlaamse Gewest(her)aangelegd werden of bij toepassing van arti-kel 73 werden verworven, ter beschikking gesteldworden van bedrijven, bevatten clausules die preci-seren :

1° de economische bedrijvigheid die op de gron-den zal uitgeoefend worden evenals alle anderegebruiksvoorwaarden ;

2° de termijn waarbinnen de gebruiker van hetgoed verplicht is het goed te bebouwen en/ofhet in exploitatie te nemen ;

3° de modaliteiten volgens dewelke voortijdig eeneinde gesteld wordt aan de akte van terbeschik-kingstelling in geval het bedrijf de in 1° en 2°vermelde voorwaarden niet naleeft.

Nochtans kan op voorwaarde dat de openbarerechtspersoon of, in geval het privé-gronden be-treft, de begunstigde van de steun van het VlaamseGewest, ermee instemt het terbeschikkinggesteldegoed overgedragen worden aan derden-gebruikersongeacht de vorm van terbeschikkingstelling voorzover de desbetreffende akte de hierboven vermel-de clausules bevat.

Artikel 76

De aktes houdende verkoop aan bedrijven van degronden die met tussenkomst van het Vlaamse Ge-west (her)aangelegd werden of bij toepassing vanartikel 73 werden verworven, bevatten clausulesdie preciseren :

1° de economische bedrijvigheid die op de gron-den zal uitgeoefend worden evenals alle anderegebruiksvoorwaarden ;

2° de termijn waarbinnen de koper of andere ge-bruiker van het verkochte goed verplicht is hetgoed te bebouwen en/of het in exploitatie tenemen ;

3° de modaliteiten waaraan de grond kan terugge-kocht worden in geval de koper de in 1° en 2°vermelde voorwaarden niet naleeft.

Nochtans kan, op voorwaarde dat de verkoperermee instemt, het verkochte goed doorverkocht ofop een andere manier ter beschikking gesteld wor-den aan derden-gebruikers voor zover de desbe-treffende akte de hierboven vermelde clausulesbevat.

Artikel 77

De terbeschikkingstelling aan bedrijven, inclusiefverkoop, van de gronden op bedrijventerreinen

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 22

Page 23: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

verworven bij toepassing van artikel 73 of aange-legd met steun van het Vlaamse Gewest gebeurtaan marktvoorwaarden. Voor de openbare rechts-personen en Vlaamse openbare instellingen, ver-meld in artikel 73, gebeurt dit aan de voorwaardenvan de mededeling van de Europese Commissie(97/C 209/03) betreffende staatssteunelementen bijde verkoop van gronden en gebouwen door open-bare instanties.

De in artikel 73 vermelde openbare rechtsperso-nen en Vlaamse openbare instellingen kunnenvoor de terbeschikkingstelling van de gronden aanbedrijven overeenkomstig de bepalingen van hetdecreet van 23 december 1986 houdende bevoegd-verklaring van de administratie van de belastingover de toegevoegde waarde, registratie en domei-nen tot het uitvoeren van bepaalde vermogens-rechtelijke verrichtingen voor rekening van hetVlaamse Gewest en van de instellingen die ervanafhangen een beroep doen op de ambtenaren vande Administratie van de belasting over de toege-voegde waarde, registratie en domeinen om de des-betreffende akten te verlijden.

Doet de openbare rechtspersoon of de Vlaamseopenbare instelling geen beroep op deze ambtena-ren dan dient elke akte onderworpen te wordenaan hun visum. Dit visum wordt verleend binnenéén maand na ontvangst van het dossier. Deze ter-mijn kan ten hoogste met één maand verlengdworden op verzoek van de ambtenaren van de Ad-ministratie van de belasting over de toegevoegdewaarde, registratie en domeinen. Het visum wordtgeacht verleend te zijn na verzuim tot verlengingvan de eerste termijn of na het verstrijken van detweede termijn.

Bij weigering van het visum worden op een gemo-tiveerde wijze de voorwaarden vastgesteld die voorhet visum worden vereist.

Artikel 78

De Vlaamse regering kan nadere regels uitwerkenvoor de toepassing van de procedures vermeld inde artikelen 73, 74, 75, 76 en 77.

HOOFDSTUK XXVII

Opleidingscheques

Artikel 79

De Vlaamse regering kan steun verlenen aan on-dernemingen voor opleiding van werkenden.

De Vlaamse regering bepaalt de uitvoeringsmoda-liteiten.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt ver-staan onder onderneming : "de natuurlijke perso-nen die koopman zijn of een zelfstandig beroepuitoefenen, de vennootschappen die de rechtsvormvan een handelsvennootschap hebben aangeno-men, de verenigingen zonder winstoogmerk, deEuropese economische samenwerkingsverbanden,en de economische samenwerkingsverbanden diebeschikken over een exploitatiezetel in het Vlaam-se Gewest of zich ertoe verbinden in het VlaamseGewest een exploitatiezetel te vestigen".

HOOFDSTUK XXVIII

Infrastructuur niet-hoger onderwijs

Artikel 80

Artikel 169quinquies van het decreet van 21 de-cember 1994 betreffende het onderwijs VI, inge-voegd bij decreet van 21 december 2001 en gewij-zigd bij decreet van 20 december 2002, wordt alsvolgt gewijzigd :

1° in 1° worden tussen de woorden "29.773.000euro" en de woorden "voor grote en kleine in-frastructuurwerken" de woorden "voor het be-grotingsjaar 2002 en 2003 en 26.435.000 eurovoor het begrotingsjaar 2004" ingevoegd ;

2° in 2° worden tussen de woorden "19.815.000euro" en de woorden "voor het gesubsidieerdofficieel onderwijs" de woorden "voor het be-grotingsjaar 2002 en 2003 en 17.617.000 eurovoor het begrotingsjaar 2004" ingevoegd en

23 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 24: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

worden tussen de woorden "83.206.000 euro"en de woorden "voor het gesubsidieerd vrij on-derwijs" de woorden "voor het begrotingsjaar2002 en 2003 en 73.976.000 euro voor het begro-tingsjaar 2004" ingevoegd.

HOOFDSTUK XXIX

Volwassenenonderwijs

Artikel 81

Artikel 48 van het decreet van 2 maart 1999 tot re-geling van een aantal aangelegenheden van hetvolwassenenonderwijs, gewijzigd bij decreet van 18mei 1999 en van 13 juli 2001, wordt vervangen doorwat volgt :

"Artikel 48

§ 1. Het aantal financierbare of subsidieerbare le-raarsuren wordt per studiegebied of categorie perschooljaar berekend volgens de volgende formule :

LTPsg/cat = LUCsg/cat, waarbij :d

LTPsg/cat = het aantal financierbare of subsidieer-bare leraarsuren van het betrokken studiegebied ofcategorie ;

LUCsg/cat = het aantal lesurencursist voor het be-trokken studiegebied of de betrokken categorievanaf 1 februari van het vorig jaar tot en met 31 ja-nuari van het lopend jaar ;

d = een omkaderingscoëfficiënt begrepen tussen 5en 17 die door de Vlaamse regering wordt vastge-legd in functie van het betrokken studiegebied ofde betrokken categorie.

§ 2. Het totaal aantal financierbare of subsidieerba-re leraarsuren van een centrum per schooljaar is desom van het aantal financierbare of subsidieerbareleraarsuren van alle door het betrokken centrumingerichte studiegebieden of categorieën.

§ 3. Als in een studiegebied of categorie een oplei-ding, optie of afdeling wordt overgeschakeld naarmodulair onderwijs dan is, éénmalig voor dat stu-diegebied of die categorie, gedurende de drie daar-opvolgende schooljaren in dat studiegebied of diecategorie het aantal financierbare of subsidieerba-

re leraarsuren in geen geval kleiner dan het aantalfinancierbare of subsidieerbare leraarsuren van hetjaar vóór de omschakeling.

Het centrum kiest vrij of deze waarborgregeling in-gaat vanaf het schooljaar van de omschakeling ofvanaf het schooljaar volgend op de omschakeling.Het centrum deelt deze keuze mee aan het depar-tement op het ogenblik van de omschakeling.

§ 4. Als centra nieuwe studiegebieden of catego-rieën inrichten, wordt het aantal LUCsg/cat voordat schooljaar vermenigvuldigd met 2.

§ 5. Als een studiegebied wordt overgedragen vanhet ene centrum naar het andere zonder dat de be-trokken centra een fusie aangaan, wordt voor hetcentrum dat het studiegebied verwerft het aantalleraarsuren voor dat studiegebied verhoogd alsvolgt :

1° het eerste jaar na de overdracht met 20 % ;

2° het tweede jaar na de overdracht met 10 %.

Als twee of meer centra fuseren, dan wordt hetaantal leraarsuren de eerste drie jaar verhoogd met1 % als de fusie ten minste 300.000 lesurencursisttelt.

§ 6. Voor de toepassing van dit artikel worden dedelingen telkens gemaakt tot en met de eerste de-cimaal. Het aantal financierbare of subsidieerbareleraarsuren dat op basis van die berekening verkre-gen wordt, wordt per centrum afgerond tot de ho-gere eenheid.

§ 7. Voor de toepassing van dit artikel worden bin-nen het studiegebied talen de richtgraden 1 en 2 ende richtgraden 3 en 4 als twee aparte studiegebie-den beschouwd.".

Artikel 82

In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de vol-gende wijzigingen aangebracht :

1° in § 4 wordt het tweede lid, gewijzigd bij het be-sluit van de Vlaamse regering van 14 december2001, vervangen door wat volgt :

“De besturen ontvangen ten laste van de begro-ting van de Vlaamse Gemeenschap de gederfdelesgelden, naar rato van 0,37 euro per lestijdwaarvoor een vrijstelling werd bekomen.” ;

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 24

Page 25: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

2° aan § 4 worden een derde en een vierde lid toe-gevoegd, die luiden als volgt :

“De betaling van de gederfde inschrijvingsgel-den gebeurt in schijven vanaf het begrotingsjaar2004.

De eerste schijf is een voorschot en wordt be-taald gedurende het eerste trimester van het be-grotingsjaar. Het voorschot bedraagt 50 % vanhet totale bedrag waarop het centrum het voor-gaande begrotingsjaar recht had.” ;

3° § 5, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse re-gering van 14 december 2001, wordt vervangendoor wat volgt :

“§ 5. De basisbedragen van § 1 worden jaarlijksmet ingang van 1 september aangepast aan deevolutie van het indexcijfer der consumptieprij-zen, zoals bedoeld in hoofdstuk II van het ko-ninklijk besluit van 24 december 1993 ter uit-voering van de wet van 6 januari 1989 tot vrij-waring van ’s lands concurrentievermogen.

De basisindex is deze van de maand september2003. De nieuwe index is deze van de maand fe-bruari van het schooljaar dat voorafgaat aan hetschooljaar waarin de nieuwe bedragen van toe-passing zijn. Het eindbedrag wordt afgerond ineuro tot het lagere honderdste.” ;

4° een § 6 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :

“§ 6. De bedragen van §§ 1 en 4, zoals bepaaldtot en met 1 september 2003, worden geachtrechtens te zijn vastgesteld.”.

HOOFDSTUK XXX

Hogescholen

Artikel 83

Artikel 178 van het decreet van 13 juli 1994 be-treffende de hogescholen, gewijzigd bij decreet van19 april 1995, 18 mei 1999, 16 april 1996, 22 decem-ber 2000, 20 april 2001 en 20 december 2002 en bijbesluit van de Vlaamse regering van 14 december2001, wordt als volgt gewijzigd :

1° § 1 wordt vervangen door wat volgt :

"§ 1. Het bedrag bestemd voor het hoger onder-wijs verstrekt door de hogescholen is in het be-grotingsjaar 2004 gelijk aan 527.915.584,59 euro.

Dit bedrag wordt in 2004 verhoogd met3.818.000 euro, in 2005 met 5.602.000 euro envanaf 2006 met 7.362.000 euro." ;

2° § 3 wordt vervangen door wat volgt :

"§ 3. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt in 2004vermeerderd met 8.214.207,90 euro, in 2005 met11.191.858,26 euro en in 2006 met 13.245.410,24euro. Deze bedragen worden vanaf 2005 jaar-lijks op volgende wijze aangepast :

(0,8 x BB x Ln/L04)+(0,2 x BB x Cn/C04) waar-bij :

1° BB gelijk is aan het basisbedrag voor hetdesbetreffende jaar ;

2° Ln/L04 gelijk is aan de verhouding tussen degeraamde index van de eenheidsloonkostenop het einde van het betrokken begrotings-jaar en de index van de eenheidsloonkostenop het einde van het begrotingsjaar 2004 ;

3° Cn/C04 gelijk is aan de verhouding tussen degeraamde index van de consumptieprijzenop het einde van het betrokken begrotings-jaar en de index van de consumptieprijzenop het einde van het begrotingsjaar 2004.".

Artikel 84

Artikel 184 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de-creet van 20 december 2002, wordt als volgt gewij-zigd :

1° § 1 wordt vervangen door wat volgt :

"§ 1. Vanaf 2005 worden de werkingsuitkeringenjaarlijks op de volgende wijze aangepast :

0,8 x (Ln/L04)+0,2x(Cn/C04), waarbij :

Ln/L04 gelijk is aan de verhouding tussen de ge-raamde index van de eenheidsloonkosten ophet einde van het betrokken begrotingsjaar ende index van de eenheidsloonkosten op heteinde van het begrotingsjaar 2004 ;

Cn/C04 gelijk is aan de verhouding tussen degeraamde index van de consumptieprijzen op

25 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 26: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

het einde van het betrokken begrotingsjaar ende index van de consumptieprijzen op het eindevan het begrotingsjaar 2004." ;

2° in § 2 wordt het jaartal "2003" vervangen doorhet jaartal "2004".

Artikel 85

Artikel 195bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bijdecreet van 19 december 1997, wordt als volgt ge-wijzigd :

1° § 4 wordt vervangen door wat volgt :

"§ 4. Aan het fonds worden alle ontvangstenvoortvloeiend uit de terugstorting van onver-schuldigde salarissen en vergoedingen toegewe-zen, eveneens alle ontvangsten die voortvloeienuit het terugstorten van de 70 % van het brutoaanvangssalaris bedoeld in artikel 339quater enartikel 339quinquies." ;

2° § 5 wordt vervangen door wat volgt :

"§ 5. Vanaf 1 september 1998 worden de perso-neelsleden bedoeld in artikel 318, voor het volu-me van de opdracht waarvoor zij op 1 januari1998 verbonden waren aan de optie kinesithera-pie, opgenomen in een apart personeelsbestand.Zij behouden hun statutaire toestand en blijvende salarisschaal genieten die hun op 1 januari1998 was toegekend. Zij behouden hun statuutvan personeelslid van de hogeschool waarvanzij personeelslid waren op 1 januari 1998." ;

3° een § 6 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :

"§ 6. De in § 5 bedoelde personeelsleden blijvengedurende de academiejaren 1998-1999 tot enmet 2001-2002 betaald op de werkingsuitkeringvan de betrokken hogescholen." ;

4° een § 7 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :

"§ 7. Elke hogeschool die tijdens het academie-jaar 1997-1998 de optie kinesitherapie organi-seerde, ontvangt gedurende de in § 6 bedoeldeperiode een bijkomende toelage die gelijk is aanLK – LO, waarbij LK gelijk is aan de brutoloon-kost van alle in § 1 bedoelde personeelsledenvan de hogeschool ;

LO gelijk is aan de brutoloonkost van alle in § 1bedoelde personeelsleden die de hogeschool te-

werkstelt in de optie kinesitherapie in afbouwof in de opleiding kinesitherapie.

De hogeschool ontvangt een voorschot gelijkaan 50 % van het geraamde bedrag in het beginvan het begrotingsjaar. Het saldo wordt uitbe-taald na de betaling van het laatste maandsala-ris van het betrokken begrotingsjaar." ;

5° een § 8 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :

"§ 8. Vanaf het academiejaar 2002-2003 wordende in § 1 bedoelde personeelsleden die geen te-werkstelling hebben in de opleiding kinesithera-pie, niet meer betaald ten laste van de werkings-uitkeringen van de hogeschool. De Vlaamse Ge-meenschap betaalt deze personeelsleden cen-traal. Zij neemt hiervoor een bedrag op in debegroting, gelijk aan de brutoloonkost van dezepersoneelsleden verminderd met een ramingvan de terugstorting van de 70 % van het brutoaanvangssalaris bedoeld in artikel 339quater enartikel 339quinquies." ;

6° een § 9 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :

"§ 9. De rekenplichtige die de ontvangsten ge-daan heeft, beschikt rechtstreeks over de kre-dieten van het fonds.".

Artikel 86

Artikel 195ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bijdecreet van 23 juni 1998, wordt opgeheven.

Artikel 87

Aan artikel 196 van hetzelfde decreet, gewijzigd bijdecreet van 22 december 1999, 22 december 2000en 21 december 2001, wordt een § 4 toegevoegd,die luidt als volgt :

"§ 4. In afwijking van § 3 bedragen de investerings-middelen voor het begrotingsjaar 2004 :

1° voor de Vlaamse Autonome hogescholen :6.871.000 euro ;

2° voor de gesubsidieerde officiële hogescholen :1.194.000 euro ;

3° voor de gesubsidieerde vrije hogescholen :11.107.000 euro.".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 26

Page 27: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

Artikel 88

Opgeheven worden :

1° artikel 340ter van hetzelfde decreet, ingevoegdbij decreet van 8 juli 1996 en gewijzigd bij de-creet van 14 juli 1998, 22 december 1999 en 21december 2001 ;

2° artikel 340quater van hetzelfde decreet, inge-voegd bij decreet van 8 juli 1996 en gewijzigd bijdecreet van 14 juli 1998 en 22 december 1999 ;

3° artikel 340quinquies van hetzelfde decreet, in-gevoegd bij decreet van 8 juli 1996 en gewijzigdbij decreet van 14 juli 1998 en 20 april 2001.

Artikel 89

Artikel 340sexies, § 1, van hetzelfde decreet, inge-voegd bij decreet van 22 december 1999 en gewij-zigd bij decreet van 21 december 2001 en 5 juli2002, wordt vervangen door wat volgt :

"§ 1. De Vlaamse regering kan in de vorm van eenjaarlijkse toelage bijdragen in de financiering vande hogere instituten voor schone kunsten en vaninstellingen die excellente kunstopleidingen orga-niseren.

Het totale bedrag van de toelage wordt vastgesteldop 2.478.000 euro vanaf 1 januari 2004.

Dit bedrag wordt vanaf het begrotingsjaar 2005jaarlijks op de volgende wijze aangepast :

0,8 x (Ln/04) + (Cn/C04)

waarbij :

– Ln/L04 gelijk is aan de verhouding tussen de ge-raamde index van de eenheidsloonkosten ophet einde van het betrokken begrotingsjaar ende index van de eenheidsloonkosten op heteinde van het begrotingsjaar 2004 ;

– Cn/C04 gelijk is aan de verhouding tussen degeraamde index van de consumptieprijzen ophet einde van het betrokken begrotingsjaar ende index van de consumptieprijzen op het eindevan het begrotingsjaar 2004.".

Artikel 90

In het decreet van 4 april 2003 betreffende de her-structurering van het hoger onderwijs in Vlaande-ren wordt een artikel 158bis ingevoegd, dat luidtals volgt :

"Artikel 158bis

De artikelen van Titel II hebben uitwerking met in-gang van 1 januari 2003.

In afwijking van het eerste lid heeft artikel 152 uit-werking met ingang van 1 oktober 2002, met uit-zondering van 2°, dat in werking treedt op 1 januari2004.".

HOOFDSTUK XXXI

Universiteiten en aanverwante instellingen

Artikel 91

In artikel 130, § 5, 2°, van het decreet van 12 juni1991 betreffende de universiteiten in de VlaamseGemeenschap, ingevoegd bij het decreet van 7 de-cember 2001 en vervangen bij het decreet van 4april 2003, wordt de tabel met de bedragen onder2004 het getal "14.096" vervangen door het getal"9.574".

Artikel 92

In artikel 136, § 2, 2°, van het decreet van 12 juni1991 betreffende de universiteiten in de VlaamseGemeenschap, ingevoegd bij het decreet van 7 de-cember 2001 en vervangen bij het decreet van 4april 2003, wordt de volgende wijziging aange-bracht : in de tabel met de bedragen worden onder2004 de bedragen : "5.303", "1.606", "397", "25" en"104" vervangen door de bedragen "3.109", "840","292", "32" en "63".

Artikel 93

Artikel 140, § 1, van het decreet van 12 juni 1991betreffende de universiteiten in de Vlaamse Ge-meenschap, ingevoegd bij het decreet van 7 decem-

27 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 28: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

ber 2001 en gewijzigd bij het decreet van 4 april2003, wordt als volgt gewijzigd :

1° in 2° wordt het jaartal "2004" geschrapt ;

2° een 3° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt :

"3° Voor het begrotingsjaar 2004 bedraagt hetbasisbedrag van de investeringskredietenvoor de Universiteiten, uitgedrukt in dui-zend euro :

1. Katholieke Universiteit Leuven : 7.853

2. Vrije Universiteit Brussel : 2.582

3. Universiteit Antwerpen : 2.319

4. Limburgs Universitair Centrum : 505

5. Katholieke Universiteit Brussel : 120

6. Universiteit Gent : 5.472

Deze basisbedragen (prijsniveau 2001) wor-den geïndexeerd zoals vermeld in § 2.".

Artikel 94

Artikel 15 van het decreet van 18 mei 1999 be-treffende sommige instellingen van openbaar nutvoor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk on-derzoek en wetenschappelijke dienstverlening,zoals gewijzigd bij het decreet van 20 april 2001,het decreet van 7 december 2001, het decreet van21 december 2001, het decreet van 14 februari 2003en het decreet van 4 april 2003, wordt als volgt ge-wijzigd :

1° in § 2 worden de woorden "8.332.000 euro" ver-vangen door de woorden "8.319.000 euro" ;

2° aan § 4 wordt een tweede lid toegevoegd, datluidt als volgt :

"Voor het begrotingsjaar 2004 bedraagt de in-vesteringssubsidie 446.000 euro (prijsniveau2001).".

HOOFDSTUK XXXII

Nascholing

Artikel 95

Aan het decreet van 16 april 1996 betreffende delerarenopleiding en de nascholing wordt een arti-kel 44bis toegevoegd, dat luidt als volgt :

"Artikel 44bis

Vanaf het begrotingsjaar 2004 stelt de Vlaamse Ge-meenschap volgende middelen ter beschikkingvoor de nascholing :

1° scholen basisonderwijs : 4.214.000 ;

2° scholen secundair onderwijs : 5.949.000 ;

3° koepels : 1.487.000.".

HOOFDSTUK XXXIII

Wijziging van het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van het Fonds voor preventie

en sanering inzake leefmilieu en natuur als gewestdienst met afzonderlijk beheer

Artikel 96

Aan artikel 3, 13°, van het decreet van 23 januari1991 tot oprichting van het Fonds voor Preventieen sanering inzake Leefmilieu en Natuur als Ge-westdienst met Afzonderlijk Beheer, gewijzigd bijdecreet van 23 november 1994, wordt volgende zin-snede toegevoegd :

", en het aan het Vlaamse Gewest toegewezen ge-deelte van de opbrengst van de federale regelge-ving met betrekking tot de vleestaks".

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 28

Page 29: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

HOOFDSTUK XXXIV

Woonrecht Doel

Artikel 97

In afwijking van de bepalingen van Titel I, Hoofd-stuk IV, afdeling 1, van het Wetboek der registratie-,hypotheek- en griffierechten, worden kosteloos ge-registreerd de akten houdende vestiging van eenrecht van bewoning op woningen die, in het kadervan het tijdelijk bewoningsrecht ter garantie van dewoonzekerheid en van de woonkwaliteit in Doel,eigendom zijn van de Maatschappij voor hethaven-, grond- en industrialisatiebeleid van hetLinkerscheldeoevergebied.

HOOFDSTUK XXXV

Domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, zeewering en de dijken

Artikel 98

In artikel 40 van het decreet van 18 december 1992houdende bepalingen tot begeleiding van de be-groting 1993, wordt § 2 vervangen door wat volgt :

"§ 2. Het verkrijgen van een vergunning is onder-worpen aan het betalen van een retributie, die be-staat uit vaste retributie en variabele retributie,tenzij de ingebruikneming van vaste en variabeleretributie of van variabele retributie is vrijgesteldovereenkomstig artikel 43. De verschuldigde retri-butie kan eenmalig of periodiek worden geheven.".

Artikel 99

In artikel 43, derde lid, van het decreet van 18 de-cember 1992 houdende bepalingen tot begeleiding

van de begroting 1993, zoals gewijzigd door artikel59 van het decreet van 5 juli 2002 houdende bepa-lingen tot begeleiding van de aanpassing van de be-groting 2002, worden de volgende wijzigingen aan-gebracht :

1° tussen de woorden "vrijstellen van" en "varia-bele retributie" worden de woorden "vaste en"ingevoegd ;

2° in 1° worden de woorden "zonder winstoog-merk" geschrapt ;

3° er wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :

"4° de toegangen tot woningen".

Artikel 100

In het decreet van 18 december 1992 houdende be-palingen tot begeleiding van de begroting 1993wordt een artikel 43bis ingevoegd, dat luidt alsvolgt :

"Artikel 43bis

§ 1. De domeinbeheerder kan bij het verlenen vande vergunning voor het gebruik van een kaaimuurof aanlegplaats voor het laden of lossen van sche-pen aan de vergunninghouder per kalenderjaar enper strekkende meter kaaimuur een tonnagever-plichting opleggen.

§ 2. De modaliteiten met betrekking tot de in § 1vermelde tonnageverplichting worden vastgestelddoor de domeinbeheerder en worden opgenomenin de bijzondere vergunningsvoorwaarden.

§ 3. 1° De domeinbeheerder kan van de vergun-ninghouder bij het niet-bereiken van de op-gelegde tonnage per kalenderjaar een ver-goeding per ontbrekende ton vorderen,zoals in de volgende tabel bepaald :

29 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 30: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

tonnage verhandeld in het afgelopen verschuldigde vergoedingkalenderjaar bedraagt per ontbrekende ton

tot 25 % van de opgelegde tonnage 0,26 euromeer dan 25 % en minder dan 50 % van de opgelegde tonnage 0,195 euromeer dan 50 % en minder dan 75 % van de opgelegde tonnage 0,145 euromeer dan 75 % en minder dan 100 % van de opgelegde tonnage 0,11 euro

2° Voor de kalenderjaren volgend op een kalen-derjaar waarvoor de vergoeding zoals bepaaldin 1 is verschuldigd, wordt de vergoeding perontbrekende ton gevorderd zoals bepaald in devolgende tabel :

tonnage verhandeld in het afgelopen verschuldigde vergoedingkalenderjaar bedraagt per ontbrekende ton

tot 25 % van de opgelegde tonnage 0,325 euromeer dan 25 % en minder dan 50 % van de opgelegde tonnage 0,245 euromeer dan 50 % en minder dan 75 % van de opgelegde tonnage 0,18 euromeer dan 75 % en minder dan 100 % van de opgelegde tonnage 0,135 euro

3° De vergoeding bepaald in 1° en 2° wordt jaar-lijks aangepast aan de schommelingen van hetindexcijfer van de consumptieprijzen.

§ 4. Het bevoegde personeel van de domeinbeheer-der stelt binnen de zestig kalenderdagen na hetverstrijken van het kalenderjaar de eventuele in-breuken op de verplicht te verhandelen tonnagevast.

§ 5. De domeinbeheerder vordert van de vergun-ninghouder bij aangetekende brief de in § 3 ver-melde vergoeding binnen de 30 kalenderdagen nade vaststelling van de inbreuk op de tonnagever-plichting.

De vordering vermeldt in bijzonder :

– de duidelijke identificatie van de vergunning ende daarin opgenomen tonnageverplichting ;

– de periode waarop de vordering betrekkingheeft ;

– de berekening van de vergoeding overeenkom-stig § 3 ;

– de mogelijkheid tot het indienen van een schrif-telijk verweer volgens de in § 6 vermelde proce-dure.

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 30

Page 31: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

§ 6. De vergunninghouder kan bij de domeinbe-heerder binnen de 30 kalenderdagen na verzendingvan de in § 5 vermelde vordering bij aangetekendebrief zijn schriftelijk verweer indienen tegen de op-gelegde vergoeding.

De domeinbeheerder brengt binnen de 30 kalen-derdagen na het indienen van het verweer de ver-gunninghouder bij aangetekende brief in kennisvan de genomen beslissing. Als de domeinbeheer-der binnen deze termijn zijn beslissing niet aan devergunninghouder heeft meegedeeld, wordt hetverweer als ingewilligd beschouwd.

§ 7. De in gebreke gebleven vergunninghouderdient de in § 5 vermelde vergoeding binnen de 30dagen na het verzenden van de vordering aan dedomeinbeheerder te betalen, tenzij hij binnen die-zelfde termijn zijn schriftelijk verweer conform § 6kenbaar maakt. In dat geval dient de vergunning-houder te betalen binnen 30 dagen na het verzen-den van de definitieve beslissing van de domeinbe-heerder, voorzover zijn verweer door de domein-beheerder niet of slechts gedeeltelijk werd aan-vaard.".

HOOFDSTUK XXXVI

Energiefonds

Artikel 101

In artikel 37 van het Elektriciteitsdecreet van 17juli 2000 wordt § 7, gewijzigd bij het decreet van 21december 2001, vervangen door wat volgt :

"§ 7. De opbrengst van de administratieve geldboe-ten, vermeld in § 1, wordt gestort in de Vlaamsemiddelenbegroting.

De opbrengst van de administratieve geldboeten,vermeld in § 2, wordt gestort in het Fonds Her-nieuwbare Energiebronnen, bedoeld in artikel 26.

De opbrengst van de administratieve geldboeten,vermeld in § 2bis en § 2ter, wordt gestort in hetEnergiefonds, bedoeld in artikel 20.".

HOOFDSTUK XXXVII

Beroepsopleiding

Artikel 102

Binnen de perken van de beschikbare begrotings-kredieten voorziet de Vlaamse regering in eensteunregeling inzake loopbaandienstverlening tenvoordele van werkenden.

Als werkenden worden beschouwd de personendie tewerkgesteld zijn in de private of de publiekesector, krachtens een arbeidsovereenkomst of dieanders dan krachtens een arbeidsovereenkomst,arbeid verrichten onder het gezag van een anderpersoon, alsook de personen die aangesloten zijnbij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringvan Zelfstandigen of bij een sociale verzekerings-kas voor zelfstandigen.

Onder loopbaandienstverlening wordt verstaan dedienstverlening op grond van individuele contactentussen de werkende en de loopbaandienstverlener,al dan niet aangevuld met collectieve sessies, dievolgende stappen omvat :

a) een intake waarin de interesse en de behoefteaan loopbaandienstverlening wordt afgetoetsten waarin tevens in de mogelijkheid wordtvoorzien om korte maar sluitende adviezen teverschaffen ;

b) een diagnose waarbij een coherent inzicht incompetenties, motivaties en verwachtingenwordt verzameld ;

c) de opstelling van een persoonlijk actieplan meteen loopbaanpad, al dan niet gekoppeld aan op-leidingsadviezen ;

d) de evolutie en de toestand van de werkende ophet einde van de loopbaandienstverlening wordtaan het persoonlijk actieplan getoetst tijdenseen afsluitend gesprek.

De Vlaamse regering bepaalt de nadere voorwaar-den en regels in verband met het toepassingsge-bied, de aard en de inhoud van de loopbaandienst-verlening, de criteria en de procedure tot erken-

31 Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22

Page 32: VLAAMS PARLEMENT - fin.vlaanderen.be · 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de harmonisering van het vaccinatiebeleid en het aan-hangsel bij het protocolakkoord van 20 maart

ning en subsidiëring van centra inzake loopbaan-dienstverlening, het toezicht en de controle.

HOOFDSTUK XXXVIII

Slotbepalingen

Artikel 103

Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2004,met uitzondering van :

1° artikel 15 treedt in werking met ingang van 19januari 2002 ;

2° artikel 94, 1°, treedt in werking met ingang van1 januari 2003 ;

3° artikel 97 treedt in werking op de dag van publi-catie in het Belgisch Staatsblad ;

4° de Vlaamse regering is gemachtigd om dedatum van inwerkingtreding van artikel 25 tebepalen ;

5° artikel 82, waarvan 1° en 2° uitwerking hebbenmet ingang van 1 februari 2003, 4° uitwerkingheeft met ingang van 1 september 2003 en 3° inwerking treedt op 1 september 2004.

Stuk 1948 (2003-2004) – Nr. 22 32