visie op transport en logistiek Interview Sectorvisie · waarom nu sectoren als bouw, retail,...
Transcript of visie op transport en logistiek Interview Sectorvisie · waarom nu sectoren als bouw, retail,...
Sectorupdate 2012 ▶ Interview ▶ Trends & ontwikkelingen ▶ Sectorvisie
visie optransport en logistiek
Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. In VOS worden de actuele stand van zaken en de
vooruitzichten van een groot aantal sectoren en branches besproken. Aan de
hand van dit rapport kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en
actuele branchecijfers, kijken hoe het met de branche van uw toeleveranciers
is gesteld en zien wat de verwachtingen van ABN AMRO zijn voor uw eigen
branche.
Als bank anno nu publiceren wij VOS ook op onze nieuwe ABN AMRO Market Insights app voor de
iPad. Op deze app vindt u tevens onze andere sectorgerelateerde en macro-economische publicaties.
Aan het begin van het jaar werd het Nederlandse bedrijfsleven geconfronteerd met, helaas
wederom, een lichte recessie. De impact van deze nieuwe recessie wordt voor een belangrijk deel
bepaald door de mate waarin een sector herstel heeft laten zien na de dip in 2009. Precies de reden
waarom nu sectoren als bouw, retail, horeca en zakelijke dienstverlening het zwaar hebben.
Het lijkt er op dat mondiaal de economie zich herstelt en dit zal een positieve uitwerking hebben op
de Nederlandse export. Ook kan de verwachte daling van de grondstoffenprijzen een positieve
bijdrage leveren. In Nederland ligt echter de belangrijkste sleutel tot structureel herstel in handen van
de consument. Het consumentenvertrouwen is ongekend laag en gaat waarschijnlijk pas stijgen als
de onzekerheden over de Europese schuldencrisis, de eigen woning, pensioenen en de overheids-
financiën uit de lucht zijn. Met het onlangs door een aantal politieke partijen gesloten akkoord wordt
er geprobeerd om het overheidstekort terug te dringen. Hoe de maatregelen zullen uitpakken op de
economie, het consumentenvertrouwen en bijvoorbeeld de sector transport en logistiek is op
moment van schrijven van deze publicatie nog onduidelijk.
De snel veranderende wereld vraagt om een nieuwe aanpak. De transport en logistiek sector heeft
een sterke behoefte aan meer bedrijven met een eigen identiteit. Sector banker Bart Banning
spreekt hierover met Peter van Vliet en Xander van der Veeke, die beiden bij logistiek bedrijf Stubbe
B.V. werken. Gedurfde keuzes hebben dit bedrijf een nieuwe positie gegeven als professionele
partner van hun opdrachtgevers. Maatwerk en kwaliteit worden gedragen door teamwork. Aandacht
voor iedere medewerker is dan ook mede de sleutel tot het succes van Stubbe. Hiermee vormt het
een solide basis voor de toekomst.
Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw collega-ondernemers van gedachten
te wisselen over de uitdagingen voor uw bedrijf en uw sector in Nederland. Wij denken graag met u
mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega’s van ABN AMRO wens ik u en uw bedrijf alle
succes toe!
Met vriendelijke groet,
Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1Visie op transport en logistiek
Visie op transport en logistiekSectorupdate 2012
2
4 6
10 12 14 16 18 20 22
visie op Nederland
interview
binnenvaart
expediteurs
goederenvervoer over de weg
goederenvervoer over spoor
opslag
leeswijzer
colofon
3Visie op transport en logistiek
Vorig jaar is de economische groei sterk vertraagd en belandde de economie in een
recessie die in het begin van 2012 nog voortduurde. Er zijn echter aanwijzingen dat de
economie in het tweede halfjaar weer groei zal vertonen – waarschijnlijk dankzij een
aantrekkende uitvoer. De consumptieve bestedingen dalen naar verwachting opnieuw.
visie op NederlandNederlandse economie
krabbelt in 2012 weer op
In 2011 groeide de economie met 1,2%. Ten opzichte van de groei
in 2010 (+1,7%) leek de afzwakking beperkt, maar achter die 1,2%
gaat een forse afkoeling van de economie schuil in de loop van het
jaar. In het eerste kwartaal van 2011 steeg het bruto binnenlands
product (bbp) nog met 0,75% ten opzichte van de voorgaande peri-
ode. In de daaropvolgende kwartalen viel dat cijfer steeds lager uit.
In het derde en vierde kwartaal was zelfs sprake van krimp (respec-
tievelijk -0,4 en -0,6% kwartaal-op-kwartaal). Deze ontwikkeling stak
ongunstig af bij die van de eurozone als geheel. In het derde kwar-
taal kromp de Nederlandse economie al, terwijl de eurozone-econo-
mie nog een plus liet optekenen en in het slotkwartaal van 2011 viel
het groeicijfer (-0,6%) opnieuw lager uit dan dat voor de eurozone
als geheel (-0,3%). Jaar-op-jaar viel de groei van het bbp terug van
+2,2% in het begin van het jaar naar -0,2% in het laatste kwartaal.
Afzwakking groei economie voorbij?
-6
-3
0
3
6
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 201160
75
90
105
120
bbp (% j-o-j; l.as)Economisch-sentimentindicator (r.as)
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Uitvoergroei sterk vertraagd, maar eerste lichtpuntjes zichtbaar Kijken we naar het verloop van de verschillende bestedingscompo-
nenten, dan valt op dat de uitvoer (de kurk waar de economie op
drijft) in de loop van het jaar per saldo niet is toegenomen (0,0%
j-o-j in vierde kwartaal). Na bescheiden kwartaal-op-kwartaal-plus-
sen in het eerste halfjaar, was daarna sprake van minnen. Dat de
gemiddelde jaargroei toch op 3,8% is uitgekomen, is dan ook gro-
tendeels toe te schrijven aan het stevige groeitempo tegen het eind
van 2010.
De forse afkoeling bij de uitvoer komt grotendeels, of zelfs hele-
maal, op het conto van de afzetmarkten. Driekwart van de goede-
renuitvoer blijft in de EU en daarvan blijft het overgrote deel binnen
de eurozone (krap 59% van de totale goederenuitvoer). De totale
goedereninvoer van de eurozone is zelfs nog wat meer terug-
gevallen dan de Nederlandse uitvoer. We zien hier de gevolgen van
diverse groeivertragende factoren. Denk aan de hoge olieprijzen
begin 2011, bezuinigingen door overheden en de grote onrust als
gevolg van de staatsschuldencrisis in de eurozone. Met name die
laatste factor heeft het vertrouwen in de economie in de tweede
helft van het afgelopen jaar stevig doen slinken.
De economie van de eurozone is naar verwachting in het eerste
kwartaal van 2012 opnieuw gekrompen. Dat kan worden afgeleid
uit de begin april beschikbare indicatoren. ABN AMRO verwacht dat
de eurozone-economie in het tweede kwartaal stabiliseert, om
vanaf het midden van het jaar weer wat te gaan groeien. Dit be-
scheiden herstel kan vooral worden toegeschreven aan de opleving
van de wereldhandel. De binnenlandse bestedingen in de eurozone
staan echter onder druk van bezuinigingsmaatregelen. Duitsland
lijkt hierop overigens een uitzondering te vormen.
De laatste Nederlandse uitvoercijfers lijken (al) wat minder ongun-
stig. In de jaar-op-jaarvergelijking zagen we eind vorig jaar en begin
dit jaar weer enige stijging van het groeicijfer. Ook de indicatie van
de inkoopmanagersindex (PMI) is beter: de deelindex voor de ex-
portorders lag in januari en vooral in februari boven de 50, dat is het
niveau dat het verschil markeert tussen krimp en groei. Hoewel we
in maart weer een daling zagen, bleef deze deel-PMI in die maand
nog duidelijk boven de 50.
4
Uitvoergroei lijkt dal gepasseerdPMI >50 wijst op groei; <50 – krimp
-20
-10
0
10
20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 201230
40
50
60
70
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)PMI exportorders (index; r.as)
%
Bron: CBS, Markit NEVI
Binnenlandse bestedingen onder drukDe zwakke stee van de Nederlandse economie is de particuliere
consumptie. Deze is al vier kwartalen achtereen gekrompen met
als dieptepunt een terugval van 0,9% kwartaal-op-kwartaal eind
2011. Daarmee lag de consumptie op het laagste niveau sinds eind
2003! Gemiddeld kromp de consumptie vorig jaar met 1%. Dat is
beduidend meer dan de daling van het reëel beschikbaar inkomen
met bijna een half procent. Factoren die verantwoordelijk zijn voor
deze sterkere daling van de consumptie, zijn het vermogensverlies
op de aandelen- en de huizenmarkt en het sterk gedaalde consu-
mentenvertrouwen. Dat vertrouwen stond vorig jaar ook elders in
de eurozone onder druk vanwege de staatsschuldencrisis, maar in
ons land speelden nog meer factoren. Zo was er onzekerheid over
de hoogte van de pensioenen vanwege de gedaalde, en te lage,
dekkingsgraden van pensioenfondsen. Verder is er het hete hangij-
zer van de hypotheekrenteaftrek. Ten slotte wijzen we op de extra
bezuinigingen. Omdat het begrotingstekort in 2013 flink te hoog
dreigt uit te vallen, moet fors extra worden bezuinigd. Ook dat kan
van invloed zijn op de stemming van de consument.
In 2012 neemt de koopkracht opnieuw af: door bezuinigingsmaatre-
gelen én omdat de brutoloonstijging (al is deze iets hoger dan in
2011) weer achterblijft bij de inflatie. Alles overziend, gaan we ervan
uit dat de consumptie dit jaar opnieuw krimp zal vertonen.
Hoewel we voor het tweede halfjaar – vooral dankzij de voorzichtig
aantrekkende uitvoer – weer wat economische groei verwachten,
zal het bbp dit jaar (gemiddeld) toch duidelijk dalen. Maar voor 2013
wordt weer een positief cijfer voorzien.
Particuliere consumptie daalt verder
- 3
- 2
- 1
0
1
2
3
Reëel beschikbaar inkomen Particuliere consumptie
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
%
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bedrijven die overwegend op de binnenlandse markt georiënteerd
zijn (zie ook hieronder), zullen het in 2012 in doorsnee moeilijker
hebben dan bedrijven die meer exportgericht zijn.
Huizenmarkt zit vastDe huizenmarkt zit in het slop en er is weinig vertrouwen dat de si-
tuatie spoedig verbetert. De marktindicator van Vereniging Eigen
Huis bereikte in maart een nieuw dieptepunt. Het gebrek aan ver-
trouwen draagt bij aan de verwachting dat de huizenprijzen verder
zullen dalen. Deze verwachting wordt verder gevoed door de ont-
wikkeling van het transactievolume. Het teleurstellend lage aantal
transacties in de eerste maanden van het jaar laat zien dat de hui-
zenmarkt volledig is verkrampt. Dit lage aantal woningtransacties
valt deels terug te voeren op de minder ruimhartige verstrekking van
hypotheken. De beperkingen op de leencapaciteit vanuit de regelge-
ving, zoals de strengere Gedragscode Hypothecaire Financieringen,
de verlaagde Nibud-woonquote en de internationaal aangescherpte
kredietvoorwaarden van banken, zijn verantwoordelijk voor een
minder ruimhartige kredietverlening. Daarnaast speelt de discussie
over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek. ABN AMRO houdt
er rekening mee dat de huizenmarkt voorlopig vast blijft zitten.
Hoewel de beperkte omvang van de woningvoorraad een prijsval
helpt voorkomen, dient rekening te worden gehouden met een ver-
dere daling van de huizenprijzen. We schatten dat de huizenprijzen
dit jaar met 5% dalen. Ook het aantal transacties blijft laag.
InflatieDe inflatie liep in 2011 geleidelijk op van 2% in het begin van het
jaar naar een piek van 2,7% in september. De toename van het
prijsstijgingstempo was het gevolg van onder meer hogere arbeids-
kosten en energieprijzen. Daarna viel het cijfer wat terug naar 2,5%
in de eerste drie maanden van 2012. Gemiddeld kwam de inflatie in
2011 uit op 2,3%.
In de loop van 2012 kan het inflatietempo verder afnemen. Deze
verwachting baseert ABN AMRO op de aanname dat de olie-
prijzen verder dalen, aangezien het risico van een escalatie in het
Midden-Oosten is afgenomen. Echter, door de aangekondigde
BTW-verhoging kan in het vierde kwartaal de inflatie een sprong
maken.
Risico’sDe risico’s voor het scenario van ABN AMRO liggen vooral aan de
‘onderkant’. In ons scenario gaan wij ervan uit dat de Europese be-
leidsmakers erin slagen de staatsschuldencrisis verder te bedwin-
gen, maar dit is verre van zeker. Een nieuwe escalatie van de
staatsschuldencrisis in de eurozone is niet ondenkbaar. Verder
zouden de olieprijzen kunnen stijgen. De economische groei zou in
beide gevallen worden gedrukt; en de inflatie valt - bij stijgende olie-
prijzen - hoger uit. Ook bestaat het risico dat de situatie op de hui-
zenmarkt verder verslechtert.
5Visie op Nederland
Links: Xander van der Veeke, manager kwaliteit, arbo, veiligheid en milieu bij Stubbe logistiek in Gouda. Midden: Peter van Vliet, directeur van Stubbe logistiek. Rechts: Bart Banning, sector banker Transport en Logistiek ABN AMRO.
Directeur Peter van Vliet: ‘HRM is een rode draad bij
Stubbe logistiek’De vroeg cyclische transport- en logistieksector was in de eerste twee kwartalen van
2011 aan de beterende hand. Dat sloeg de laatste twee kwartalen om, vooral door de
eurocrisis. Hoe kun je je onderscheiden in deze uitdagende tijden? Door klanten te
ontzorgen? Door partnerships aan te gaan? Wat altijd verstandig is, in goede en in
magere tijden: investeren in de mensen die voor je werken. Blijkt uit het ABN AMRO-
rapport Logistieke arbeidsmarkt, úw uitdaging! Het blijkt ook uit de ervaringen van
Stubbe BV, een logistieke dienstverlener in Gouda. Peter van Vliet, Xander van der
Veeke en Bart Banning geven hun visie. Van Vliet is directeur van Stubbe logistiek,
Van der Veeke is bij dat bedrijf verantwoordelijk manager voor kwaliteit, arbo,
veiligheid en milieu. Banning is sector banker Transport en Logistiek ABN AMRO.
6
1990 Was voor Stubbe logistiek in Gouda het jaar van de
waarheid. Het bedrijf draaide goed, de vloot vrachtwagens zag
er perfect uit. Maar vraag de huidige directeur Peter van Vliet en
manager Xander van der Veeke hoe het Stubbe was vergaan als
in dat jaar de nieuwe eigenaar, Rinus Snel, niet was begonnen
de strategie aan te passen, en ze antwoorden eensgezind: ‘Dan
hadden we tot 2003, 2004 bestaan. Niet langer. Daarna was het
einde oefening geweest.’ Reden? Stubbe verzorgde het
transport voor één klant. Peter van Vliet: ‘Rinus Snel zette de
eerste stappen die ertoe leidden dat Stubbe naast transport en
vervoer, nu allerlei andere belangrijke logistieke diensten levert
aan zijn klanten. Het totale ontzorgen, daar gaat het om. Anno
2012 komt 20% van de omzet van transport. De rest van de
omzet is logistieke dienstverlening. Het aantal klanten is fors
gegroeid.’
Van 1 naar 300 klanten‘Your liquid logistic partner’ is de slogan op de tankwagens van
Stubbe. Van Vliet: ‘Die dienstverlening is tankopslag. In land-
tanks, in mobiele tanks, in containers, in vaten van 200 liter en
in industriële bulkcontainers van 1.000 liter. In september 2010
hebben we 8 grote tanks laten neerzetten met een gezamenlijke
netto capaciteit van meer dan 1,5 miljoen liter. We vervoeren en
doen de opslag van plantaardige oliën en dierlijke vetten. Die
worden niet gebruikt voor levensmiddelen, maar voor half-
fabricaten waarmee bouwmaterialen, kunststoffen en cosmetica-
en farmacieproducten gemaakt worden. Voor opslag in tanks
hadden we in 2003, toen we de plannen aan het maken waren,
niet één klant. En nu hebben we in totaal, inclusief transport,
300 klanten.’
Van Vliet: ‘80% Van de halffabricaten die we opslaan, betreft
oliën en vetten die stollen als ze in omgevingstemperatuur
worden opgeslagen. Wil je die uit de tank krijgen, dan moet je ze
eerst door verwarming vloeibaar maken. De stollingsgraad is
telkens anders, dus de benodigde temperatuur ook.’
Teamwork is essentieelXander van der Veeke: ‘We hebben 22 stoomplaatsen en we
kunnen ook verwarmen met warm water, want soms geeft
stoom inbranding van producten. Stroom en een oven zijn ook
een optie. Verder zijn we een door de douane erkend douane-
depot, waarmee we klanten van dienst zijn. Handelaren bijvoor-
beeld, die vloeistoffen uit China importeren, halffabricaten voor
shampoo of schoonmaakmiddelen of zo. Als ze nog geen
eindklant hebben gevonden, moeten ze vooruit invoerrechten
betalen. Althans: als de vloeistoffen niet in een douanedepot zijn
opgeslagen. Bij ons bijvoorbeeld. Een mooie dienstverlening die
goed loopt.’
Bij Stubbe werken zo’n 25 mensen; directie, management
(KAVM en Techniek), administratie, chauffeurs, cleaners,
planners, tap- en terreinmedewerkers. Xander van der Veeke is
belast met Human Resource Management (HRM).
Van der Veeke: ‘We doen alle werving zelf en zoeken mensen
met veel verantwoordelijkheidsgevoel, een sterke drive en een
niet-lullen-maar-poetsen-instelling. Maar vooral mensen die in
een team willen werken. Wat dat inhoudt? Dat ze elkaars
minpunten kunnen accepteren én compenseren. Dat versterkt
een team enorm en levert synergie. Niemand is perfect en
maakt nooit fouten. Alleen: dezelfde fout nog eens maken, is
een gemiste kans. Met een bedrijfscultuur waarin mensen
fouten minder kwalijk genomen worden, zijn ze sneller bereid
die ook toe te geven. En werk je aan een continue verbetering.’
Geen valse hoop, recht door zee Bart Banning: ‘Hoe reageerde het personeel toen de crisis in
2008 begon?’
Van Vliet: ‘Loyaal, ook al zijn we er niet zonder kleerscheuren
vanaf gekomen. Zeker in 2008 was het bij ons heftig. De
fijnchemie was het eerste aan de beurt. We hadden een hele
grote terugval in volume van alle dienstverlening. Gelijk in de
beginfase hebben we heel snel duidelijkheid gecreëerd. We
hebben toen tijdelijke contracten niet verlengd. Twee van hen
hebben we weer kunnen aannemen toen de business weer
aantrok.’
Van der Veeke: ‘Iedereen die hier met een tijdelijk contract
werkt, weet vanaf de eerste dag wat de situatie is. We wekken
geen valse hoop, zijn recht door zee. Tijdelijke mensen krijgen
overigens wél gerichte opleidingen.’
Banning: ‘Ook als je weet dat ze over één jaar misschien niet
meer bij jullie werken?’
Van der Veeke: ‘Ja, want dat motiveert mensen. We vragen in
functioneringsgesprekken aan iedereen: heb je behoefte aan
ontwikkeling? Er is één iemand die dat bepaalt, en dat ben je
zelf. Hoe graag wil je?’
Ruimte voor opleidingenVoor mensen-mens Xander van der Veeke gaat het erom dat
werknemers bij Stubbe lekker in hun vel zitten. Van der Veeke:
‘Het is traditie om mensen mee te laten denken’
7Interview
‘Dan hebben ze meer zin in hun werk, zijn ze gemotiveerd en
functioneren ze optimaal. Ook ruimte voor opleidingen helpt. Als
mensen te horen krijgen: dit doe je niet goed, dát doe je niet
goed, of niemand luistert naar ze, maar ze moeten wél alsmaar
doorwerken, dan lopen ze echt minder gemotiveerd rond. En
scoren ze een 6. Wij streven naar een 9 of 10. Dat vormt de
cultuur van ons bedrijf.’
Banning: ‘Ik zie veel bedrijven, en ik vind het bijzonder om te
zien dat een klein bedrijf in deze sector de mens op deze manier
centraal stelt. Ja, het zal vaak in theorie beleden worden,
vooruitstrevend Human Resource Management. Maar het wordt
alleen in praktijk gebracht als de ‘man in charge’ laat zien dat hij
het belangrijk vindt. Pas dan kan het ook echt een cultuur
worden. Hoe organiseer je dit? Dat het ook feitelijk een soort
vanzelfsprekende rode draad binnen je onderneming wordt?’
Afstraffen of pratenVan der Veeke: ‘Wij proberen een prettige werksfeer te creëren,
en persoonlijke aandacht te geven. En ook empatisch te
luisteren. Ik maakte eens mee dat een terreinmedewerker
verbaal agressief tekeer ging tegen een chauffeur. Dan kun je
denken: afstraffen dat gedrag, of je kunt praten, gewoon met
een bak koffie. Hoe is het met je? Er bleek van alles aan de
hand. Hij kreeg de ruimte van het management en de naaste
collega’s, die hem op de werkvloer een beetje in de gaten
hielden. Dat heeft goed uitgepakt. Ik ben ervan overtuigd dat
onderlinge acceptatie de basis is voor succes.’
Banning: ‘Naar aanleiding van het ABN AMRO-rapport over de
logistieke arbeidsmarkt, heb ik contact gehad met een ervaren
en gewaardeerde relatie uit het vak. En hij las wat we hadden
gemaakt, gaf complimenten, maar zei ook: ‘Ik mis het woord
empathie in het rapport.’ Hij miste dat begrip wel vaker, in de
wereld van de logistiek die steeds zakelijker wordt. Waar op
iedere cent gelet moet worden en waar je nog wel eens hoort:
ieder uur gespendeerd aan een functioneringsgesprek, had
beter aan operationeel werk kunnen worden besteed. Naar onze
mening is dat onterecht.’
‘Onderlinge acceptatie is de basis voor succes’
v.l.n.r.: Bart Banning, Xander van der Veeke en Peter van Vliet.
8
Lijstje met actiepuntenVan der Veeke: ‘Wij houden functioneringsgesprekken in de tijd
van de baas. Kun je dat gesprek meteen terugverhalen op een
factuurtje naar een klant? Nee! Maar de motivatie en de
efficiëntie die je daardoor bereikt, betaalt uit. En dat merk je ook
als ze een gesprek hebben gehad. Ze vinden het leuk om te
praten over hun werk, hun toekomst.’
Van Vliet: ‘Mensen krijgen twee weken voor het gesprek een
lijst met open vragen waar ze vast over na kunnen denken. Het
is geen standaard functioneringsgesprek waarin wij vertellen
hoe flexibel we iemand vinden, en wat zijn kwaliteit is.
Het gaat over hun ontwikkeling en ontplooiing binnen het bedrijf.
En daar rolt automatisch een lijstje met actiepunten uit, dat we
gezamenlijk uitvoeren.’
Banning: ‘Het zijn prima voorbeelden van hoe jullie met
personeel omgaan. En het vraagt om nieuw ondernemerschap
om dit thema op deze wijze in je onderneming vorm te geven.
Het is echt een investering in de toekomst. Mensen die je boeit
en bindt, door bijvoorbeeld ook actief opleidingen en cursussen
aan te bieden, zoals jullie doen, die blijven ook langer bij je.’
Eigen verantwoordelijkheidVan Vliet: ‘We hebben hier een jongen werken, nu een
gewaardeerde operator. Hij is begonnen als stagiair, komend van
een school voor moeilijk lerende jongeren. Laatst hadden we
een functioneringsgesprek met hem. Xander had al wat
opleidingsmogelijkheden uitgeprint. ’Waar denk je over drie jaar
te zijn? Kijk hier eens naar, en als je een keuze gemaakt hebt,
laat het ons maar weten. Realiseer je, dat als je deze papieren in
je zak hebt, dat je ook kunt doorstromen naar een groter bedrijf.
Daar ondersteunen we je in.’ Als we dat niet zouden doen, dan
houden we persoonlijke ontwikkeling van mensen tegen.’
Van Vliet: ‘Het is ook al lang een traditie in dit bedrijf om mensen
mee te laten denken. Bij de aanschaf van nieuwe vrachtwagens
bijvoorbeeld, maken we een voorselectie van drie wagens die
budgettair ongeveer gelijk uitpakken. En vragen dan de chauffeur:
‘Waar wil jij nu de komende jaren in rijden?’ Als hij zijn keuze zelf
kan maken, is hij veel gemotiveerder. Bij aanschaf van nieuwe
installaties betrekken we het personeel ook.’
Nu kun je oogstenBanning: ‘Merken jullie nou dat in zwaardere tijden, zoals nu, de
loyaliteit van jullie mensen groter is dan bij andere bedrijven? Dat
er minder gemopperd wordt?’
Van Vliet: ‘We hebben een tijdje overcapaciteit gehad, en we
hadden daarom werktijdverkorting aangevraagd. Dat doe je niet
uit weelde. We hebben iedereen snel uitgelegd wat de achter-
grond daarvan was. We moesten samen de lasten even dragen.
En dat is voor een chauffeur die gewend is veel uren te maken,
niet fijn. Maar nu het frappante: we hebben geen gebruik
gemaakt van de werktijdverkorting. We hebben drie maanden
het werk onderling verdeeld en het loon aangevuld, zodat
iedereen toch aan het basissalaris kwam. Dat je mensen daar
loyaal aan meewerken, heeft te maken met het draagvlak dat je
hebt. Je hebt gezaaid, nu kun je oogsten.’
‘Sterke drive en een niet-lullen-maar-poetsen-instelling’
9Interview
Omzet binnenvaart stabiel in 2012
Overcapaciteit blijft probleem in binnenvaartbranche
Maasvlakte II zal binnenvaart een impuls geven
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De binnenvaart omvat het vervoer van goederen over de binnen-
wateren. De grootste segmenten zijn de containervaart, droge
bulkvaart, tankvaart en sleep- en duwvaart. Het goederenvervoer gaat
vooral vanuit de Noordzeehavens naar het achterland en terug. De
grootte en het bereik van het achterland hangen samen met het
stroomgebied van rivieren als de Maas en de Rijn. Het overgrote deel
van de binnenvaart is internationaal vervoer.
In 2011 lijkt de binnenvaart het met een omzetstijging van 11,5% goed
gedaan te hebben. Een groot gedeelte van deze relatief hoge stijging
was echter te danken aan de laagwaterstandtoeslagen in het begin van
2011. In de tweede helft van 2011 steeg de omzet met lagere groei-
percentages verder. De binnenvaart is goed gepositioneerd om haar
concurrentiepositie ten opzichte van andere modaliteiten te verbeteren.
Wel zal er aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan. Zo is
de infrastructuur een belangrijke factor in de ontwikkeling van de
binnenvaart als modaliteit. Een fijnmazig netwerk met strategisch
geplaatste overslaglocaties kan ervoor zorgen dat verladers eerder voor
de binnenvaart kiezen dan voor het wegvervoer. Alleen dan kan de
binnenvaart op tegen de flexibiliteit van het wegtransport. Maasvlakte II
zal een impuls geven aan de binnenvaart, maar ook hier geldt dat een
goede infrastructuur nodig is om congestie en wachttijden te vermin-
deren. Verder moet de binnenvaart haar arbeidsbestand verjongen. Net
als bij andere modaliteiten wordt er richting Oost-Europa gekeken om
het gat dat de vergrijzing achter laat, op te vullen. Het blijkt moeilijk
jongeren te interesseren voor het vak, terwijl de toekomst van de
binnenvaart juist gebaat is bij nieuwe aanwas. Vooral jongeren met een
bedrijfseconomische opleiding kunnen het ondernemerschap meer
vorm geven in deze branche.
ABN AMRO verwacht dat de omzet van de binnenvaart in 2012 niet
tot nauwelijks zal groeien. Het wordt een moeilijk jaar, maar vooral
kleinere vervoerders hebben in het verleden bewezen moeilijke tijden
door te kunnen komen door hun flexibele kostenstructuur. De bouw-
gerelateerde vrachtvervoerders zullen het zwaar krijgen in 2012, van-
wege een daling van de bouwproductie. De overcapaciteit draagt bij
aan het moeilijke jaar. Met name in de tankvaart. Veel schippers
hebben tijdens de hoogtijdagen een voorschot genomen op de uit-
fasering in 2018 van enkelwandige tankers door nieuwe en bovendien
grotere, dubbelwandige tankers in gebruik te nemen. Daardoor is er
nu een overcapaciteit in deze deelmarkt. Dit leidt tot een hevige prijs-
druk en zorgt ervoor dat een aantal binnenvaartschippers onder kost-
prijs moet varen. Daarnaast verwacht ABN AMRO dat in 2012 de
brandstofprijzen op een relatief hoog niveau blijven. Dit maakt de
manoeuvreerruimte nog kleiner.
Dat dit geen houdbare situatie is wordt branchebreed erkend, maar
de lage organisatiegraad in de branche verhindert de schippers hun
marktmacht in de keten te versterken. De positieve ontwikkelingen
die nu gaande zijn op dit gebied geven vertrouwen voor de toekomst.
Verder versterken de innovaties die al plaats vinden, met name op het
gebied van zuiniger en minder belastende brandstofmotoren, de duur-
zaamheidpropositie van de binnenvaart.
Aantal bedrijven: circa 3.030
Aantal binnenvaartschepen Nederland: 5.730
Aantal binnenvaartschepen West-Europa: 11.700
Aantal dubbelwandige tankers in West-Europa: 825
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 0%
www.cbrb.nlwww.bureauvoorlichtingbinnenvaart.nlwww.schuttevaer.nlwww.ivr.nl
binnenvaart
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 0%
10
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
20112008 2009 2010
Groe
i in
% j-
o-j
24%
48%
16%
9%3% 1 werkzame persoon
2 werkzame personen
3-5 werkzame personen
5-10 werkzame personen
>10 werkzame personen
België
Zwitserland1%
Duitsland
Frankrijk
21%
13%16%
Nederland
49%
Voedingsmiddelen
Metaal en chemie
Bouwmaterialen
Overige grondstoffen
Overige goederen
11%
21%
29%
22%
17%
Omzet binnenvaart stabiel in 2012
Samengaan van brancheorganisaties komt dichterbij
Nederlandse binnenvaart het grootst
Containerisatie zet door
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: IVR
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
▶ In 2012 wordt een stabilisatie van de goederenoverslag verwacht in
zowel de Rotterdamse als de Amsterdamse haven.
▶ De Duitse economie groeit licht in 2012 en de rest van de eurozone
herstelt zich licht in de tweede helft van 2012, na een dip in het
begin van het jaar door de toegenomen wereldhandel.
▶ ABN AMRO verwacht dat de vrachtvolumes in 2012 licht groeien,
maar de omzet door de lage tarieven stabiel blijft.
▶ De binnenvaart is een sterk gefragmenteerde branche, met veel
man-vrouw bedrijven.
▶ Deze fragmentatie weerhoudt de branche van effectieve maatrege-
len die juist in economisch slechte tijden nodig zijn. In dit kader
wordt het samengaan van brancheorganisaties toegejuicht door
ABN AMRO.
▶ Mede dankzij de Rotterdamse haven, die een belangrijke aanjager
is voor de binnenvaartvolumes, heeft Nederland de grootste
binnenvaartvloot van Europa.
▶ Door Maasvlakte II kan de Nederlandse binnenvaart verder groeien.
Hiervoor is het belangrijk dat niet alleen de infrastructuur op orde
is, maar ook een goede communicatie bestaat tussen de
verschillende partijen om alles soepel te laten verlopen.
▶ De binnenvaart vervoert veel bulkgoederen. Hiertoe behoren
ertsen, kolen, bouwmaterialen en agrarische producten, zoals
meststoffen en veevoer.
▶ De containerisatie van de binnenvaart zet door en een gedeelte
daarvan vervangt het bulkvervoer.Door technische innovaties
kunnen steeds meer soorten vracht per binnenschip vervoerd
worden, waardoor het marktaandeel van de binnenvaart zal
groeien.
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 0%
11binnenvaart
expediteurs Omzet expediteurs nog niet op pre-crisisniveau
Omzet 2012 vertoont kleine plus door spurt in tweede halfjaar
Duurzaamheid en kostenefficiency gaan hand in hand
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Expediteurs ondersteunen verladers bij de regie van hun internationale
logistieke processen en de uitvoering van hun goederenstromen. Dit
houdt in dat zij zorg dragen voor de keuze van de vervoersvorm en de
afhandeling van de administratieve formaliteiten, zoals de naleving van
nationale en internationale regelgeving, douaneformaliteiten en verze-
keringen. Steeds meer expediteurs bieden daarnaast nevendiensten
aan, zoals warehousing en opslag. Sommige expediteurs beschikken
ook over eigen transportmiddelen.
De mondiale expeditiemarkt heeft zich in 2011 verder hersteld na de val
in 2009. Vooral in het begin van 2011 lieten wereldwijd de expediteurs
een omzet- en winstgroei zien. In Nederland heeft de expeditiemarkt
zich minder snel hersteld. Het pre-crisisniveau is nog niet gehaald. De
expeditiemarkt in Nederland is afhankelijk van de ontwikkelingen in
Europa en door de schuldencrisis is de economische groei hier achter-
gebleven ten opzichte van andere landen. Expediteurs zijn over het alge-
meen flexibeler dan transporteurs en kunnen schokken in de conjunc-
tuur beter opvangen. De druk om flexibel en ‘asset-light’ te opereren is
de afgelopen jaren toegenomen. Niet alleen moeten de expediteurs
flexibeler en efficiënter werken, ook snelheid wordt een steeds belang-
rijkere component. Een aantal van deze eisen veroorzaakt druk op de
winstmarges. Daarnaast zijn het afgelopen jaar de transportkosten ge-
stegen. De brandstofkosten, maar ook hogere volumes en een vermin-
dering van de overcapaciteit lagen hieraan ten grondslag. De expedi-
teurs hebben deze hogere transportkosten door moeten berekenen
naar de klant, om hun winstmarges op peil te houden. Verladers probe-
ren zo veel mogelijk hun betalingstermijnen op te rekken, waardoor
werkkapitaalbeheer belangrijk blijft. Ondanks de krappe marges zal de
ondernemer toch financiële ruimte moeten creëren om te investeren in
IT-oplossingen voor een efficiëntere bedrijfsvoering. Dit is noodzakelijk
voor een verbetering van toekomstige rendementen.
Het komende jaar verwacht ABN AMRO dat er pas in de tweede helft
van 2012 een lichte groei geboekt gaat worden. De consumenten-
bestedingen in Europa liggen laag, maar de wereldhandel zal in de
tweede helft aantrekken. ABN AMRO verwacht per saldo een lichte
groei van de omzet. Maar de winstgevendheid blijft een punt van
aandacht. Op de langere termijn zijn de vooruitzichten voor de expedi-
teurs gunstig. De complexe logistieke processen vragen om een
kundige ketenregisseur, waardoor investeren in het opleiden van
personeel steeds belangrijker wordt. De expediteurs die zich hebben
gespecialiseerd in een nichemarkt, bewijzen hun toegevoegde waarde
makkelijker. Innovatie en kostenefficiency blijven belangrijke thema’s
om de concurrentie voor te blijven. Door de complexe logistieke
processen transparant te maken kan efficiency bereikt worden, waar
zowel de expediteur als de klant van kan profiteren. Daarnaast speelt
duurzaamheid een grote rol. De klant verwacht steeds meer op het
gebied van duurzaamheid van zowel de transporteur als de expediteur.
De expediteur moet hierin een voortrekkersrol spelen. Kosten-
efficiency en duurzaamheid kunnen hand in hand gaan. Zo zijn de shift
naar duurzamere transportalternatieven en de bundeling van goede-
renstromen om lege kilometers te voorkomen, tevens kostenreduce-
rende maatregelen.
Aantal expediteurs: 2.335
Percentage eenmanszaken: 40%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: +1%
www.fenex.nlwww.evo.nlwww.fiata.comwww.tln.nl
12
2011
-1
2012
-1
2007
-1
2008
-1
2009
-1
2010
-1
Index omzet (l.a.) Omzetgroei (r.a.)
0
20
40
60
80
100
120
140
160
-25%
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
Arbeidskosten
Afschrijvingen
Kosten van de omzet
Bedrijfsresultaat
17%
12%65%
4%
2%
Overige kosten
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
x m
iljoe
n to
n
200
250
300
350
400
450
x m
iljoe
n to
n
Cargo Schiphol (l.a.) Goederenoverslag Rotterdamse Haven (r.a.)
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
2010
mei
2010
okt
ober
2011
maa
rt
2011
aug
ustu
s
Sald
o an
twoo
rden
in %
2012
janu
ari
Lichte omzetgroei in 2012
Druk op marges door transportkosten
Goederenoverslag Schiphol nog niet op pre-crisis niveau
Ondernemers negatief over 2011
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
Bron: Schiphol, Havenbedrijf Rotterdam
Bron: CBS
▶ De omzet van de expediteursbranche heeft zich de afgelopen
twee jaar flink hersteld, na een forse daling in 2009. Toch bevindt
de omzet zich, na een stijging van 5,5% in 2011, nog steeds onder
het niveau van voor de crisis.
▶ ABN AMRO verwacht een lichte groei van de omzet in 2012. Door
het aantrekken van de wereldhandel, trekken vooral in de tweede
helft van 2012 de volumes en daarmee ook de omzet aan.
▶ Een groot gedeelte van de kosten betreft de inkoop van transport,
die onder kosten van de omzet valt. De tarieven van het transport
zijn gestegen, waardoor druk ontstond op de marges.
▶ De expediteur is de spil in het logistieke proces, maar steeds vaker
wordt expeditie ook als nevenactiviteit gedaan door een transport-
bedrijf of haalt een expediteur transportdiensten in huis. Deze
branchevervaging maakt het lastig om een herkenbaar beeld van
de kostenstructuur te geven.
▶ Internationaal gezien betreft ongeveer de helft van het expeditie-
volume luchtvracht en de andere helft zeevracht. De haven van
Rotterdam heeft de overslag van goederen in 2009 flink zien dalen,
maar zat na een jaar weer op pre-crisisniveau.
▶ De overslag van goederen via Schiphol is ook na een lichte stijging
in 2011, nog niet op pré-crisis niveau. In 2011 is de overslag min of
meer stabiel gebleven.
▶ Het sentiment van de sector was in 2011 erg wisselend. Het was
overwegend positief in de eerste helft van 2011, maar op het
moment dat de omvang van de schuldencrisis vorm kreeg, sloeg
het sentiment duidelijk om.
▶ De eerste maanden van 2012 gaven de ondernemers aan dat zij
nog geen verbetering zagen.
13expediteurs
goederenvervoer over de weg Goederenvervoer over de weg met 6% gegroeid in 2011
Omzetgroei daalt met circa 1% in 2012
Rendement onder druk door hoge concurrentie en hoog niveau brandstofkosten
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Het beroepsgoederenvervoer over de weg omvat het vervoer van
goederen tegen betaling voor derden, exclusief verhuisvervoer. In het
binnenlands vervoer – voornamelijk fijndistributie - heeft het wegver-
voer een dominante positie. In het internationale vervoer concurreert
het met de binnenvaart en het spoorvervoer. Vanwege de flexibiliteit
heeft het wegvervoer ook hier een hoog marktaandeel. De branche
bestaat uit een relatief klein aantal grote, en zeer veel kleine bedrijven
en kent een grote diversiteit in deelmarkten.
Het afgelopen jaar is de omzet van de branche goederenvervoer over
de weg met 6% gestegen. Het eerste kwartaal begon goed met een
stijging van ruim 11% (j-o-j), waarna de omzetgroei afkalfde en in het
vierde kwartaal nog net positief eindigde. Het goederenvervoer over
de weg heeft het grootste marktaandeel in de ‘modal split’. Een aantal
ontwikkelingen is van invloed op dit marktaandeel. Zo is het streven
- op Europees, maar ook op nationaal niveau - naar duurzaamheid een
reden voor verladers om eerder voor de modaliteit spoor of binnen-
vaart te kiezen voor het vervoer van goederen. Hieraan gekoppeld is
de internalisering van externe kosten, wat een heikel punt blijft voor
de wegtransportondernemers. Naast de concurrentie van andere
modaliteiten, ondervindt het Nederlandse wegtransporteurs
concurrentie uit Oost-Europa. Steeds meer Nederlandse klanten
maken gebruik van Oost-Europese chauffeurs voor het internationale
vervoer van hun goederen. Vooral de prijs speelt hier een grote rol.
Een brede diversiteit aan dienstverlening biedt uitkomst voor de
Nederlandse transporteur. Maar ook door in te spelen op ontwikke-
lingen als duurzaamheid en door innovatief om te springen met de
resources kan de branche haar concurrentiepositie behouden. De
sterke opkomst van online aankopen biedt interessante kansen voor
vervoer van deur tot deur.
ABN AMRO verwacht dat ook 2012 een dynamisch jaar zal worden,
met een negatieve omzetgroei aan het begin van het jaar en een licht
positieve groei aan het einde van 2012. Door de stabiele Duitse
economie, doet vooral het internationale wegvervoer het goed. Het
binnenlands vervoer laat een diverser beeld zien. Met een dalende
bouwproductie aan de ene kant en licht stijgende volumes bij de
supermarkten aan de andere kant. Een belangrijk punt blijft de
winstgevendheid van de wegtransportondernemers. Door de hoge
concurrentie, de overcapaciteit en de relatief hoge brandstofprijzen
staan de marges flink onder druk. Vooral kleine transportbedrijven
hebben moeite hun rendement op peil te houden. Hierdoor blijkt het
lastig om te investeren in IT-oplossingen, die voor een efficiëntere en
effectievere bedrijfsvoering zorgen, waardoor het rendement juist
weer verbeterd kan worden. Daarnaast heeft het wegvervoer te
maken met een aantal arbeidsgerelateerde uitdagingen. Niet alleen de
vergrijzing van het arbeidsbestand is een punt van zorg, ook de inzet
van goedkopere krachten uit Oost-Europa is een heikel punt waar de
branche mee te maken heeft. Het is belangrijk om als ondernemer
goed in te spelen op de dynamiek die een veranderend arbeids-
bestand met zich meebrengt. Een goed opgeleid team van mede-
werkers is cruciaal om te zorgen voor onderscheidend vermogen in
deze scherp concurrerende markt.
Totaal aantal beladen kilometers (mln km): 14.749
Totaal vervoerd gewicht (1.000 ton): 622.558
Aantal bedrijven wegtransport: 8.840
ABN AMRO omzetverwachting 2012: -1%
www.tln.nlwww.niwo.nlwww.nea.nl
www.tln.nlwww.niwo.nlwww.nea.nl
14
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
Omzetontwikkeling Tarieven
% g
roei
2011
-1
2008
-1
2009
-1
2010
-1
Inkoopwaarde omzet
Arbeidskosten
Totale overige kosten
Afschrijvingen Bedrijfsresultaat
29%
31%
30%
7%
3%
Voedingsmiddelen
Metaal en chemie
Bouwmaterialen
Overige grondstoffen
Overige goederen
27%
15%
35%
17%6%
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
2001 2003 2005 2007 2009 2011-1,0
-0,5
0,0
0,5
1,0
1,5
Aantal (l.as) J-o-j verandering (r.as)
Omzet groei wegvervoer stagneert in 2012
Marges onder druk door hoge brandstofprijzen
Bouwproductie daalt in 2012
Investeringen op relatief laag niveau
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
Bron: CBS
▶ Na een dip in 2009 is de omzet van het goederenvervoer over de
weg in 2010 en 2011 flink gestegen. De pre-crisisniveaus zijn
echter nog niet bereikt.
▶ ABN AMRO verwacht dat de omzet van het goederenvervoer over
de weg na een daling in de eerste helft van 2012, weer licht zal
stijgen in de laatste helft. Per saldo komt de omzet uit op een
kleine min.
▶ De tarieven zijn in 2011, mede door de opwaartse druk van de
gestegen brandstofprijzen ieder kwartaal gestegen. Het rendement
bleef echter achter.
▶ Brandstofkosten zijn een belangrijke kostenpost. ABN AMRO
verwacht dat de olieprijs in 2012 licht zal dalen, maar op een
relatief hoog niveau zal blijven hangen.
▶ Het hoge prijsniveau zorgt voor druk op de marges. In 2011 zijn
relatief veel bedrijven failliet gegaan, vooral kleine ondernemingen
in de sector hebben het zwaar.
▶ Ook in 2012 zal het lastig blijken het rendement op peil te houden.
▶ Een belangrijke sector voor het wegtransport is de bouw. De
bouwproductie daalt in 2012 met 3,5%. Als gevolg daarvan zullen
de bouwgerelateerde vrachtvolumes afnemen.
▶ Voor overige goederen is de detailhandel een belangrijke sector.
ABN AMRO verwacht dat de volumes van supermarkten in 2011
een groei en de de non-food detailhandel een daling zal laten zien.
▶ Sinds de crisis liggen de investeringen op een relatief laag niveau.
▶ Met 4.372 verkochte vrachtauto’s in 2011 is het investeringsniveau
met 4% gestegen ten opzichte van 2010.
▶ Veel investeringen zijn vervangingsinvesteringen of uitgestelde
investeringen geweest. Dit is een gunstige ontwikkeling met
betrekking tot het terugdringen van de overcapaciteit.
www.tln.nlwww.niwo.nlwww.nea.nl
15goederenvervoer over de weg
goederenvervoer over spoor Volumegroei eind 2011 afgevlakt
Omzet groeit met circa 2% in 2012
Langetermijnvooruitzichten gunstig door duurzaamheidpropositie spoor
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Op de markt van goederenvervoer over spoor zijn verschillende
soorten spelers actief. Spoorvervoerders gebruiken eigen locomotieven.
Railoperators kopen voor eigen rekening en risico capaciteit in bij de
spoorvervoerders om goederen per spoor te vervoeren. Zij werken
alleen met intermodale transportmiddelen (containers, wissellaad-
bakken, opleggers, trailers). De Nederlandse markt kent een beperkt
aantal spelers in het spoorvervoer.
In 2011 zorgde meer ijzererts- en steenkoolvracht richting Duitsland
voor een lichte groei van de bulkvolumes. Het containervervoer heeft
zich minder goed hersteld, waardoor ook de omzet is achtergebleven.
In dit segment is nog sprake van overcapaciteit, wat ervoor zorgde dat
de groei minder stijl was dan in 2010. De vrachtniveaus die de sector
kende voor de crisis zijn nog niet bereikt. De tarieven van het
goederenvervoer over het spoor zijn onder andere afhankelijk van de
infrastructurele kosten. Een belangrijke partij die invloed heeft op deze
kosten is de exploitant van de Betuwelijn. Met een sterke stijging van
het aantal treinen dat haar goederen over de Betuwelijn vervoert,
heeft zij in 2011 een substantieel marktaandeel verworven. Hogere
tarieven zijn nodig voor de Betuwelijn om rendabel te kunnen
opereren, maar die hogere tarieven drukken op de toch al dunne
marges van de vervoerders. Vervoerders over het spoor moeten dan
ook methoden vinden om hun marges op peil te houden. Een
efficiëntere routering van goederen, waardoor het aantal lege wagons
wordt geminimaliseerd, zou een oplossing kunnen. De komende jaren
verwacht ABN AMRO dat, met het sluiten van de kolenmijnen in
Duitsland, de bulkstromen verder toenemen. De containerstromen
krijgen door het openen van Maasvlakte II, waarbij een belangrijk
percentage van de containers via spoor vervoerd zal worden, een
impuls.
Hoewel de verwachtingen voor de eurozone licht negatief zijn, ver-
wacht ABN AMRO dat de economie van Duitsland stabiel zal blijven.
Vooral de consumentenuitgaven houden de economie in Duitsland op
de been. Aangezien de spoorvervoerders een zeer groot gedeelte van
de goederen over de grens naar Duitsland vervoeren, groeit de spoor-
vracht dus in 2012 verder. Het spoorvervoer is dan ook goed gepositio-
neerd om de komende jaren marktaandeel te winnen van andere ver-
voersmodaliteiten. Het gebruik van het spoor om goederen te
vervoeren heeft een aantal voordelen ten opzichte van andere modali-
teiten: snelheid, vervoer van grote volumes en duurzaamheid. Ontwik-
kelingen die op deze succesfactoren inspringen stellen de toekomst
van deze modaliteit veilig. Een nadeel van het spoorvervoer is dat het
spoornet de fijnmazigheid van het wegennet mist, maar synchro-
modaal vervoer kan hiervoor een oplossing zijn. Spoorvervoer vergt
een andere manier van denken. Dit kan verladers ervan weerhouden
voor spoor te kiezen. Een goede afstemming en communicatie tussen
de verschillende modaliteiten, afnemers en verladers kan er voor
zorgen dat spoor eerder als strategische modaliteit wordt ingezet.Het
goederenvervoer over spoor leent zich voor steeds meer bestemmin-
gen en steeds meer soorten lading, zoals bloemen en planten. Door
deze diversificatie van lading is het spoor op de lange termijn minder
afhankelijk van conjunctuurschommelingen in een bepaalde sector.
Aantal spoorvervoerders: 16
Aantal intermodale railoperators: 17
Aantal railexpediteurs: 11
ABN AMRO omzetverwachting 2012: +2%
www.railcargo.nlwww.railforum.nlwww.nea.nlwww.keyrail.nl
16
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011r
Tonn
en
Nationaal Internationaal
Binnenvaart
Spoorvervoer
Wegvervoer
29%
22%
49%
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2
2,9 3,4
15,8
67,1
0
10
20
30
40
50
60
70
Trein Binnenschip Vrachtwagen Vliegtuig
x kg
per
100
tonk
m
Lichte groei in 2012
Maasvlakte II zal voor impuls zorgen goederenvervoer over spoor
Aantal treinen over de Betuweroute gestegen
CO2-uitstoot bij spoorvervoer het laagst
Bron: Rail Cargo, ABN AMRO Sector Research
Bron: CBS, ABN AMRO
Bron: Keyrail
Bron: De Ingenieur
▶ Ongeveer 80% van het vrachtvolume heeft een internationale
bestemming. Duitsland is hierin het belangrijkste land.
▶ Na een dip in vrachtvolume in 2009 vond in 2010 een sterke groei
plaats. In 2011 is er weliswaar groei geweest, maar het groeitempo
lag flink lager dan in 2010. De groei in 2011 vond voornamelijk in
het eerste halfjaar plaats.
▶ ABN AMRO verwacht dat de omzet van het goederenvervoer over
spoor in 2012 zal toenemen met 2%
▶ De meeste containers komen Nederland in en gaan Nederland uit
via zeevaart. Als we deze modaliteit buiten beschouwing laten,
blijkt dat het wegvervoer het grootste marktaandeel binnen het
containervervoer heeft.
▶ Met 846 ton TEU die via het spoor Nederland inkomt en uitgaat,
heeft het goederenvervoer over spoor het kleinste aandeel in inter-
modaal vervoer. Met de komst van Maasvlakte II zal dit aandeel
waarschijnlijk vergroten.
▶ Na een haperende start van de Betuwelijn in 2009 is het aantal
treinen de laatste jaren toegenomen. De elektrificatie van de
havenspoorlijn heeft hier een rol in gespeeld.
▶ De aansluiting van de Betuwelijn op het Duitse net blijft belangrijk
voor de toekomstige groei van het gebruik.
▶ Niet alleen de CO2-uitstoot, maar ook het totaal aan externe
kosten ligt bij het goederenvervoer over het spoor erg laag. Met de
ontwikkeling van geluidsarme treinen kunnen de externe kosten
nog verder omlaag gebracht worden.
▶ Het terugbrengen van geluid bij goederentreinen kan daarnaast
voor verlichting zorgen op het relatief drukbezette spoornet van
Nederland. Deze treinen kunnen namelijk ook ’s nachts rijden.
17goederenvervoer over spoor
opslag Omzet opslagbedrijven in 2011 opnieuw gestegen
Verschil in tarieven tussen oudere en moderne faciliteiten blijft bestaan
Opslagbedrijven in grondstoffen zien groei in 2012
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Opslagbedrijven zijn traditioneel ingedeeld in tankopslag, koel- en
vrieshuizen, self-storage, algemene opslag en distributiecentra (dc’s)
voor logistieke dienstverleners. De prestaties van deze branche zijn af-
hankelijk van de ontwikkelingen in de verschillende deelsegmenten in
Nederland, zoals supermarkten, agrifood en de non-food retail.
Na een sterke stijging van de vraag naar logistiek vastgoed in 2010,
was de stijging in 2011 minder sterk. Door het steeds complexer
worden van vervoersstromen en de wens van leveranciers en
afnemers om efficiënt en effectief met werkkapitaal om te gaan, kent
de opslagbranche kansen maar ook uitdagingen. De verwachtingen
van de klant nemen toe: flexibiliteit, lagere kosten en snelheid worden
steeds belangrijker. Om deze redenen zijn dan ook voornamelijk de
moderne faciliteiten in trek. Veel oudere faciliteiten kampen nog
steeds met leegstand. Deze faciliteiten, die vaak hogere onderhouds-
en energiekosten hebben, worden voor veel logistieke operaties
minder geschikt bevonden. De branche heeft hierdoor te maken met
een tweedeling, waarbij er een neerwaartse druk op de huurprijzen
ontstaat bij oudere en een opwaartse prijsdruk bij de moderne,
nieuwere faciliteiten. Investeerders zijn na de crisis voorzichtiger
geworden. Nieuwbouw is daardoor schaars. Tijdens de hoogtijdagen is
er namelijk veel geïnvesteerd in opslaglocaties en deze kwamen op de
markt op het moment dat de crisis toesloeg en de vervoersstromen
terugvielen. Dit had een daling van de tarieven als gevolg. Voor de
opslag van olie speelt de hubfunctie van Rotterdam in de mondiale
oliehandel een grote rol. De verwachte groei van de aanvoer van olie
en gas speelt een belangrijke rol in de nieuwbouw en uitbreiding van
opslagfaciliteiten in deze deelmarkt.
De Europese schuldencrisis en onzekerheid bij consumenten hebben
er voor gezorgd dat medio 2011 de klad is gekomen in de omzetgroei
van de opslagbranche. ABN AMRO verwacht dat deze afvlakking
doorzet tot medio 2012 om daarna, geholpen door een stuwende
wereldhandel, weer te groeien. ABN AMRO verwacht per saldo een
groei van de omzet in de opslagbranche in 2012. De tweedeling van de
sector blijft bestaan, waardoor de oudere faciliteiten last blijven
houden van overcapaciteit en lage tarieven. De vraag naar opslag-
ruimte voor grondstoffen groeit. ABN AMRO verwacht dat de prijs van
grondstoffen in 2012 afneemt. Een aantal spelers gaat dan meer
inkopen om strategische voorraden aan te leggen. Op een geheel
ander vlak zijn de groei in internetverkopen en het opzetten van
logistieke knooppunten, zoals de Dryport Emmen Coevorden, trends
waar de opslagbranche mee te maken krijgt. Om te kunnen profiteren
van deze trends, moet naar hoogwaardige oplossingen gezocht
worden. Om klanten goed te kunnen blijven bedienen moeten de
bedrijven inspelen op de wensen van de klant, zoals duurzamere
logistieke oplossingen. Compactere opslagfaciliteiten, lager
energieverbruik en technologisering van de faciliteiten spelen in op
duurzaamheid en leveren ook efficiëntieslagen op.
Aantal bedrijven: 635
Totale beschikbare opslagruimte: ca. 1,8 mln m2
Totale bezette opslagruimte: ca. 800.000 m2
ABN AMRO omzetverwachting 2012: +2%
www.cbre.com www.ndl.nlwww.dtz.nl
18
80
90
100
110
120
130
140
150
Inde
x (2
006=
100)
Totaal opslag TankopslagKoel- en vriesopslag Overige opslag
2007-1 2008-1 2009-1 2010-1 2011-1
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Bedr
ijfsr
esul
taat
(in
mln
EUR
)
0
100
200
300
400
500
600
700
800
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
x 1
mln
EUR
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
In d
uize
nd M
t
Massagoed droog Massagoed nat Containers Stukgoed
Tarieven aangetrokken door daling leegstand
Resultaat van branche staat onder druk
Afname risicoprofiel van investeringen
Overslag Rotterdamse haven weer op niveau
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
Bron: CB Richard Ellis
Bron: Port of Rotterdam
▶ De leegstand is in 2011 gedaald, waardoor de tarieven aantrokken.
▶ Er is een groot verschil in tarifering tussen oudere en meer moder-
ne faciliteiten. Bij de oudere faciliteiten bestaat veel overcapaciteit,
met lage tarieven tot gevolg. Faciliteiten op A-locaties kunnen
meer vragen dan faciliteiten op B-locaties. Daarnaast zijn de tarie-
ven afhankelijk van wat er opgeslagen wordt.
▶ Het bedrijfsresultaat van de opslagbranche is in 2010 weer een
stuk gestegen, na de klap in 2009. Voor de komende periode blijft
het resultaat van bedrijven onder druk staan.
▶ Veel klanten proberen zoveel mogelijk flexibel te blijven. Ze gaan
daardoor minder snel langetermijncontracten aan. In een branche
waar veel draait om langetermijninvesteringen is dit een uitdaging.
▶ De investeringen zijn de afgelopen jaren flink teruggelopen. Veel
investeerders zijn voorzichtiger geworden, doordat men zekerheid
wil hebben over de opname van een nieuwe faciliteit. Het risico-
profiel van de investeringen die wel worden gedaan is daarmee
afgenomen.
▶ Net als de hele logistieke sector is ook de opslagbranche
afhankelijk van de goederenstromen die de haven van Rotterdam
in- en uitgaan. De overslag van de Rotterdamse haven was na een
daling in 2009, na een jaar alweer op pre-crisisniveau. Voor 2012
wordt verwacht dat de overslag stabiliseert.
▶ In 2011 kende de overslag een stabilisatie. Ook in 2012 zal de
overslag stabiel blijven.
19opslag 19
leeswijzer
Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-
analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel
gebruikte termen.
De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de
eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:
De eerste pagina van de brancheanalyse
▶ Drie bullets
De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse
weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting
van de brancheanalyse weergegeven.
▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’
Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving
en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van
de branche worden hierin beschreven.
▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’
Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige
ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in
veel gevallen tussen maart 2011 en maart 2012. In dit blok wordt
in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de
huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.
▶ Het blok ‘Onze visie’
Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de
sector economen van ABN AMRO Sector Research. De analyse
heeft betrekking op het huidige jaar (2012) en in sommige
gevallen het komende jaar (2013).
▶ Het blok ‘Kerngegevens’
Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest
relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de
branche. De gegevens hebben betrekking op 2011, tenzij anders
vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik
gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik
gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere
bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en
adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-
instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).
De tweede pagina van de brancheanalyseOp de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier
verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van
de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In
veel gevallen heeft ABN AMRO Sector Research eigen
bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens
van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke
bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.
De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische
ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen
worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,
exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,
werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.
Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?In de figuren treft u regelmatig een letter ‘r’ of ‘v’ achter het
jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op basis
van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011 is een
inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat voor
voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende sector
econoom van ABN AMRO Sector Research.
20
Veel gebruikte termen, inclusief definitiesTot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel
gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens
ABN AMRO.
▶ Definitie ZZP
ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers
die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar
de term ‘freelancer’.
▶ Definitie MKB
MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie
hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte
tabel:
Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks
balanstotaal
middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.
klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.
micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.
▶ Definitie FTE
FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een
volledige werkweek van 38 uur.
▶ Definitie BBP
Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.
21leeswijzer
colofon
De Visie Op Transport en Logistiek is een uitgave van ABN
AMRO. Het rapport is geschreven door ABN AMRO Sector
Research op verzoek van ABN AMRO Sector Advisory.
Sectoranalyse Nadia Menkveld ([email protected])
Senior Sector Econoom
ABN AMRO Sector Research
Macro economische analyseNico Klene ([email protected])
Senior Econoom
ABN AMRO Economisch Bureau
InterviewJoep Auwerda
Journalist/tekstschrijver
Fotografie interviewRon Offermans
Commercieel contactBart Banning (020-3436487)
Sector Banker Transport en Logistiek
ABN AMRO Sector Advisory
DistributieWebsite: www.abnamro.nl/transportenlogistiek
Telefoon: 0900-0024 (lE 0,10 per minuut)
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door
ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op
zorgvuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch
ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk
worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuist-
heden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in
dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden ge-
wijzigd.
© ABN AMRO, mei 2012
Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van
tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt ver-
meld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet
toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen
van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 27 april 2012.
22