finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de...

28

Click here to load reader

Transcript of finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de...

Page 1: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Onderzoeksplan P-taak 4

In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de leerlingen?

Yvonne GerlofsmaLerarenopleiding Engels DT cohort 20121 maart 2014begeleider: Anne van der Werf

1

Page 2: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

A. Inleiding

aanleidingSociale media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Tieners beschikken over een Smartphone of I-pad waarmee ze overal en altijd bereikbaar zijn en in verbinding staan met vrienden en klasgenoten.

De wereld van Sociale media biedt mensen een virtueel landschap dat de bekende elementen van gemeenschap weerspiegelt. Mensen worden bij elkaar gebracht op dezelfde manier als vroeger in de gemeenschap. Mensen voelen zich verbonden met elkaar, kunnen gevoelens en ideeën delen, hun belevenissen en ervaring vertellen. Daarnaast is social media een instrument om face-to-face contact aan te gaan door middel van vriendschap, afspraken en bijeenkomsten, allemaal geregeld via social media.

Ook op school heeft social media een grote rol. Whatsapp wordt gebruikt door de leerlingen om met elkaar af te spreken in de kantine, Youtube wordt geraadpleegd om een grappig filmpje te bekijken. De school zelf zet wellicht ook social media in om bijvoorbeeld reclame voor de school te maken of om ouders op de hoogte te stellen van activiteiten op school. Kennis van social media is een onderdeel van de mediawijsheid van de school en docent.

De school leiding heeft aangegeven dat het tijd wordt om ‘iets’ te doen met social media. De leiding wil graag dat social media een integraal onderdeel wordt van het onderwijs. Daarvoor is het nodig dat de docenten beschikken over ‘mediawijsheid”. Met andere woorden het is noodzakelijk dat de docenten iets weten over social media, het zelf kunnen gebruiken en de kansen en gevaren voor leerlingen weten van social media.

Mij is gevraagd een presentatie te geven aan de docenten over social media. Als onderdeel van deze presentatie heb ik zowel de leerlingen als de docenten een kleine digitale enquête in laten vullen. Hieruit kwam al snel naar voren dat er een grote gap zit tussen de kennis over social media bij de leerlingen en bij de docenten. Bij de leerlingen is social media een integraal onderdeel van hun dagelijks leven terwijl de docenten zien social media vaak nog als iets bedreigends en negatiefs.

Er bestaat dus een gap tussen wat docenten weten over social media en wat leerlingen erover weten. Vreemd, vooral omdat er toch wordt verwacht dat een school midden in de maatschappij staat om kinderen goed voor te bereiden op die maatschappij. In dit onderzoek wil ik uitzoeken hoe groot deze gap is en waaruit hij bestaat. Is het zo dat leraren wel willen maar niet precies weten hoe ze social media kunnen omarmen, is er een weerstand tegen deze nieuwe technologie, of gaan de ontwikkelingen zo snel dat de docent het onmogelijk bij kan houden?

2

Page 3: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

onderzoekscontext en organisatieHet onderzoek wordt op het Nordwin College afgenomen. De school geeft groen onderwijs op vmbo niveau. Het onderzoek richt zich alleen op het onderwijzend personeel van de school. Onder docenten kan een verdeling worden gemaakt tussen vak- en praktijkdocenten. Voor het uitvoeren van het onderzoek is overlegd met schooldirectie, coaches en collega docenten. Ze zijn bereid alle medewerking te geven.

aansluiting van het onderzoek in de schoolDit onderzoek sluit aan bij eerder onderzoek naar social media in de school. Het onderzoek richtte zich toen voornamelijk op het creëren van een protocol voor social media. Doordat mediawijsheid een steeds grotere rol gaat spelen in de actualiteit van elke dag richt dit onderzoek zich meer op de inhoud en kennis en niet op het protocol.

3

Page 4: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

B. Het praktijkprobleem

resultaten literatuurverkenning

Social Media in de school

De docent en social media

Maes, T. Sociale media op school, (2012)Kennisnet

Brochure over de rol van de school en de docent bij social media

De leerling en social media

Pijpers,R. Samen leren, tieners en sociale media (2013) Mijn kind online

Brochure over het onderzoek samen leren

De school en social media

Veen, W. Homozappiens, (2009) Pearson: Amsterdam

Een hoofdstuk over het web 2.0 in het onderwijs

Wat is het probleem?Het probleem is dat docenten te weinig weten over social media. Ze kunnen zich hierdoor steeds moeilijker vereenzelvigen met de leefwereld van hun leerlingen. De opkomst van ICT en social media is zo snel gegaan dat veel docenten achter zijn gebleven in het opdoen van kennis erover. Het probleem doet zich vooral voor bij de oudere generatie docenten, maar ook jongere docenten hebben vaak niet meer als een passieve kennis van social media om de leerlingen op een adequate manier voor te bereiden op een wereld met social media. Opgroeien in het digitale tijdperk alleen is niet voldoende om doelmatig en doeltreffend te kunnen leren van en met ict (Kirshner, 2013). Een kind wordt niet geboren met kennis over ICT maar zal moeten leren om er effectief gebruik van te kunnen maken. Het is dus aan de docent om het kind mediawijs te maken.

Wie heeft hiermee te maken?Binnen de schoolwereld heeft iedereen te maken met mediawijsheid. Doordat de docenten tekortschieten, leren de leerlingen niet genoeg over het gebruik van social media tijdens het onderwijs. Ook het naar buiten brengen van informatie via social media gebeurt te weinig. De schoolleiding heeft te weinig parate kennis van social media om zich in te kunnen leven in de beleveniswereld van de leerlingen

4

Page 5: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Wanneer treedt het probleem op?Het probleem treedt op dagelijks binnen en buiten de lessen. Thuis, op school en in de communicatie met de leerlingen. Tevens missen de docenten de noodzakelijke informatie die door leerlingen gedeeld wordt via social media.

Waarom is het een probleem?Van een docent wordt verwacht dat hij midden in de maatschappij staat en zich in kan leven in de wereld van zijn leerlingen. Als de docent nu tekort schiet in zijn kennis over social media, dan kan hij niet goed zijn functie uitoefenen en mist aansluiting met zijn leerlingen.

Waar doet het probleem zich voor?Het probleem uit zich tijdens de lessen zelf, in de school en ook bij de leerling thuis. Ook tijdens oudergesprekken, schoolactiviteiten en contact met ouders en media. In al deze activiteiten schiet de docent tekort als hij niet beschikt over genoeg mediawijsheid over social media.

Hoe is het probleem ontstaan?De ontwikkelingen van social media gaan ontzettend snel. De docent die niet meteen aan boord is gestapt in de trein van mediawijsheid, raakt iedere dag verder achter. Ook de jongere docenten hebben in de opleiding nog te weinig gedaan met social media om al actief een voorlopers rol te spelen op school. De leerlingen daarentegen zitten in de intercity van social media, zijn op de hoogte van de nieuwste toepassingen en passen zich iedere dag weer aan. Het probleem is ontstaan als een klein verschil in kennis maar is inmiddels uitgelopen tot een gigantische gap.

Wat is er in andere scholen bedacht voor dit probleem?Het gebrek aan mediawijsheid speelt in veel scholen. Vanuit de overheid en websites zoals Kennisnet.nl worden veel oplossingen aangeboden zoals bijvoorbeeld kiezen voor het vak mediawijsheid of het aanstellen van een mediacoach.

5

Page 6: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

C. Onderzoeksdoel, de onderzoeksvraag en de literatuurstudie

Onderzoeksdoel

Het doel van dit onderzoek is tweedelig. Als eerste wil ik bereiken dat de uitvoering van de onderzoeksactiviteiten, zoals de presentaties, docenten enquête en de interviews, de discussie zal aanwakkeren onder docenten over het belang van mediawijsheid in dit digitale tijdperk. Daarnaast verwacht ik met dit onderzoek aan te tonen, welke kennis de docenten misschien missen. Zo zou er, naar aanleiding van de resultaten, een beleidsplan voor mijn school ontwikkeld kunnen worden over mediawijsheid waarmee de kennisachterstand ingelopen kan worden en de mediawijsheid van docenten naar een hoger niveau getild wordt. Uiteindelijk gaat het erom dat de leerlingen profiteren, zij hebben immers recht op een docent die mediawijs genoeg is om aansluiting te vinden bij zijn leerlingen.

Onderzoeksvraag:

In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de leerlingen?

Deelvragen: A. Wat is het niveau van de docenten volgens het competentiemodel, onderdeel C3, participeren in sociale netwerken?B. Wat is bekend uit de literatuur over het belang van mediawijsheid bij docenten C. Wat is de belevingswereld van leerlingen wat betreft mediawijsheid?D. Willen docenten hun kennis wel uitbreiden?

Definitie kernbegrippen:

MediawijsheidMediawijsheid is volgens de Raad voor Cultuur in 2005 omschreven als “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld”.

Social mediaSocial media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.

6

Page 7: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Belevingswereld leerlingen

De wereld die de jongeren al kennen, hun directe omgeving (leefwereld) en hun indirect waargenomen omgeving via tv, internet en social media (belevingswereld), hebben verbanden met wat wij op school aanbieden. Het is dan ook zinnig die leef- en belevingswereld te leren kennen om zo aansluiting bij de leerlingen te vinden.

CompetentiesHet meten van mediawijsheid kan met het competentiemodel mediawijsheid. De competentie C4, gaat over social media. (Slechtenhorst 2012).

7

Page 8: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Literatuurstudie

Wat is mediawijsheid?

Mediawijsheid is volgens de Raad voor Cultuur in 2005 omschreven als “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld”.

Dit is een mooie definitie maar erg abstract. Om deze kennis inzichtelijk te maken heeft Mediawijzer.net een competentiemodel ontwikkeld. In het model is de definitie van mediawijsheid kernachtig verwoord:

‘Mediawijsheid = de verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving (Mediawijzer 2012)

Dit model is ontwikkeld op basis van de inzichten en ervaringen van een aantal experts die midden in de mediawijsheidpraktijk staan. Het model bestaat uit 10 competenties die elk zijn uitgewerkt in 5 algemene niveau’s. Met het model kan gemeten worden hoe mediawijs iemand is. In 2014 zullen nog meer competentieniveau’s uitgewerkt worden.

Voor dit onderzoek wordt alleen gekeken naar de competentie C3, ‘participeren in sociale netwerken’.

C3 0 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 niveauParticiperen in sociale netwerken

Neemt niet deel aan sociale media netwerken

Volgt de posts en uploads van vrienden en familie op sociale netwerken en reageert daar op sociale wijze op.

Onderhoudt via sociale netwerken contact met zowel naasten en kennissen, als met professionele relaties (medescholieren, collega’s, etc.). Reageert op onder steunende wijze op de activiteiten van anderen op diverse sociale netwerken.

Heeft een bewust vormgegeven profiel op een of meerdere sociale netwerksites. Deelt interessante en vermakelijke content, zowel in persoonlijke als professionele contexten. Reageert alert en constructief op posts van anderen, en houdt zo de community levendig en interessant. Kan nieuwe online relaties aangaan en bestaande relaties koesteren.

Stimuleert de interactie tussen anderen. Bevordertde participatie van andere community members. Inspireert anderen optimaal gebruik te maken van sociale netwerken. Is behalve op zichzelf en naasten ook gericht op het gemeenschappelijke doel van de community als geheel. Waakt over de nettiquette binnen sociale netwerken en gaat uitsluiting, flaming en destructief gedrag van anderen tegen.

8

Page 9: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Wat is social media?

‘Sociale media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke manierZowel schriftelijk als met foto’s, filmpjes en geluid. Bij social media ben je geen consument maar een actieve bezoeker’, aldus Calis&Kisjes 2013, p.9)

of

Social media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialooog tussen de gebruikers onderling.

Bij social media staan interactie en co-creatie centraal: iedereen kan zelf verhalen, filmpjes en foto’s op het web zetten zonder tussenkomst van een webredacteur (En nu online p 21). Gebruikers kunnen op elkaar reageren, je hebt geen specifieke IT kennis nodig om mee te doen en over het algemeen zijn de toepassingen gratis. Social media gaat dus over verbinding, delen van kennis en ervaringen, netwerken, samenwerken en vooral actief participeren.

De meeste jongeren gebruiken social media via hun mobiel. In totaal heeft 76% van alle 10 t/m 17-jarigen een smartphone. Daarmee zijn ze actief op het internet vooral voor het downloaden van nieuwe apps of social media, het zoeken naar informatie en e-mail.

Welke soorten social media zijn er?

In 2013 waren de meest populaire netwerksites in Nederland: Facebook, Linkln, Google+, Youtube en Twitter. Bijna 90 % van de jongeren tussen de 12 en 25 gaat regelmatig mobiel online. Van alle social media is vooral het Twittergebruik en Instagram ontzettend gegroeid. Jongeren besteden bijna 22 uur per week aan Twitter. Omdat de cijfers zo snel veranderen zijn er nog geen beschikbare data over het gebruik van Instagram, maar een toename is een feit. Daarentegen is het eens zo populaire Hyves helemaal verdwenen.

9

Page 10: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Aantal accounts (mln)in NL

Aantal dagelijks gebruik (mln) in NL

FacebookYoutubeLinkedlnTwitterGoogle+WhatsApp

7,97,13,93,32,0onbekend

50,90,41,60,5onbekend

Bron: Calis&Kisjes, 2013)

Facebook

Een social networking website die mensen in contact brengt met vrienden, collega’s medestudenten en anderen om zich heen. Facebook-gebruikers kunnen een persoonlijk profiel samenstellen en informatie en interesses delen. Zij blijven zo in contact met vrienden, posten foto’s, delen links en wissellen informatie uit over allerlei onderwerpen. De gebruikers zien alleen het profiel van bevestigde vrienden en de mensen in het netwerk. Door een post te ‘liken’, laat je vrienden weten dat je iets leuk vindt dat ze hebben geplaatst op Facebook.

Fact: 1 miljard gebruikers wereldwijd

10

Page 11: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Youtube

‘YouTube is een website waar je filmpjes kunt publiceren en in ruil daarvoor je exclusieve vermenigings- en auteursrechten afstaat.’ (Werkhoven 2013). Je kunt je abonneren op een kanaal van je favourite YouTube artiest en alle filmpjes van die persoon zien, mar ook filmpjes maken en uploaden met je smartphone.

Fact: Slogan is YouTube, Broadcast YourselfYoutube is Eigendom van Google

Twitter

Twitter is een publieke vorm van chatten waarbij je berichten deelt met vrienden die je zelf selecteert. Het wordt ook wel micro-bloggen genoemd, waarbij je antwoord geeft op de vraag: What’s happening?

De berichten bestaan uit maximaal 140 tekens, die je verstuurt via de website Twitter.com, via je mobiel of een widget op je desktop. Twitter is snel gegeroeid doodat bleek dat bij nieuws de berichten als eerst op Twitter verscheen. Het woord Twitteren werd in 2009 gekozen tot woord van het jaar. De hele wereld lijkt te Twitteren, van Obama tot de Paus. Toch is het aantal gebruikers de laatste jaren niet gegroeid. Ongeveer de helft van de Nederlandse tieners is actief op Twitter

Fact: twitteraars twitteren door middel van tweets.

11

Page 12: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

WhatsApp

WhatsApp is een simpele gratis berichtenapp voor mobiele telefoons om met elkaar te sms’en en te chatten en om bestanden zoals foto’s en video’s met elkaar te delen. (Werkhoven, 2013). Nieuw daarbij is het inspreken van berichten. Berichtjes worden vaak voorzien van smileys en andere emoticons. De taal in de berichten is vaak, vooral onder de jongeren sms-taal, met specifieke afkortingen en woorden. De gebruikscijfers voor WhatsApp zijn geheim maar wereldwijd worden er dagelijks ruim twee miljard berichten verstuurd. Jongeren ontvangen gedurende de dag honderden berichtjes van vooral groepsApps van hun school, klas of vriendengroep.

Fact: WhatsApp is in januari 2014 verkocht aan Facebook voor 13,8 miljard euro

Linkedin

Linkedin is een sociaal netwerk gericht op loopbaangerichte contacten die gebruik kunnen maken van elkaars zakelijke relaties. Een netwerk is opgebouwd uit directe contacten, rrelaties en vrienden. Je kunt LinkedIn gebruiken bij het vinden van een baan, zakelijke kansen ontdekken of aanbevelingen vanuit je werk. Je kunt lid worden van groepen met dezelfde zakelijke interesses.

Fact: 8.000 nieuwe groepen per week

12

Page 13: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Google+

Google+ is een sociaal media platform van Google. Het zou de concurrent van Facebook zijn, maar dat is nog niet gebeurd. Als je veel doet met de andere google producten is het handig een profiel op Google an te maken. Op Google+ kun je een groep vormen, video’s bekijken en gesprekken voeren

Fact: op Google+ zijn hangouts: videogesprekken in groepen

13

Page 14: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Competenties van docent en leerling

De docent en de leerling worden niet geboren met kennis over ICT en social media. Hoewel de leerling opgroeit in het digitale tijdperk is dit geen garantie om goed te kunnen leren met ICT. Ook de leerling moet leren gebruik te maken van sociale media en technologieën in zetten voor het leren.

De kinderen en jongeren van nu zijn digital natives: kinderen en jongeren die nooit zonder digitale technologieën hebben geleefd. Maar vaak wordt de impact en kennis van jongeren overschat. Volgens de Britse wetenschappers Williams en Rowlands (2007) heeft ‘de alom aanwezige technologie in hun leven niet geleid tot verbeterde digitale vaardigheden.’

De eerste digital natives (digitale autochtonen) stromen nu als docenten het onderwijs in. Er wordt verwacht dat deze jonge docenten veel meer ICT en social media in gaan zetten in hun lessen. Maar ook nu toont onderzoek aan dat dit niet het geval is. Onderzoek van Valtonen en collega’s (2011) onder Finse lio’s (geboren tussen 1984 en 1989 en dus echte digitale autochtonen) toont echter aan dat zij zeer beperkt verschillende typen software inzetten. En dat zij sociale media vooral als passieve informatiebron gebruiken en niet als instrument om op actieve wijze kennis en informatie te creëren en te delen. Het blijkt dus weer dat jongeren die social media veel voor prive gebruik inzetten, niet vanzelf de didactische bekwaamheid hebben om het in te zetten in hun lessen, het Technological pedagogical content knowledge, oftewel T-pack (zie bijlage).

Toch komt ook uit de literatuur naar voren, dat de social media wereld van de leerling een andere is als die van de docent. Docenten gebruiken social media vooral in de prive sfeer, of misschien om te chatten met collega’s. Social media is nog nauwelijks onderdeel van hun dagelijks bestaan. Bij de leerlingen daarintegen is social media een intergraal onderdeel van hun dagelijkse bezigheden. Een tiener zit gemiddeld 22 uur per week op Twitter, is meerdere malen per dag op Whatsapp actief en besteedt iedere dag veel tijd tijd aan Facebook.

Bij het onderzoek naar Tieners en Social media komen een aantal interessante resultaten naar voren.(Pijpers 2012). Er blijken allerlei verschillen te bestaan tussen het gebruikt van social media en de doelgroep. Zo zijn er verschillen in gebruik tussen jongens en meisjes, qua leeftijd, opleidingsniveau en in gezin.

De jongeren blijken prima te functioneren in relatie tot social media: ze kunnen goed samenwerken en delen. Hierbij is de docent niet nodig. Belangrijk hierbij is wel het kunnen praten over dillema’s zoals Hoe lang blijf je online? De jongeren funtioneren vooral goed in kleine groepen, ze Facebooken en Twitteren de hele dag met vrienden en klasgenoten. Op grotere schaal zouden de jongeren wel hulp van de docent kunnen gebruiken, bijvoorbeeld over zaken als hoe respecteer je de privacy van de betrokkene, of zaken als burgerschap en politiek.

14

Page 15: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Een handig hulpmiddel om in te zien hoe mediawijs een docent of leerling is met social media is het pas ontwikkelde model met tien mediawijsheid competenties waaronder de competenties over social media, de C3 competentie: participeren in sociale netwerken.

“Een school is mediawijs als niet alleen de leerlingen, maar ook alle betrokkenen wijs leren omgaan met media. Dus ook leraren, ander personeel en ouders. Binnen een mediawijze school worden media ingezet op basis van bewuste keuzes die gemaakt zijn vanuit de eigen visie op onderwijs.” (Kennisnet, 2014)

Om een mediawijze school te kunnen worden is dus samenwerking tussen bestuurder, schoolleider en docent nodig. Het is hoofzakelijk de docent die richting geeft aan het mediagebruik van de leerlingen. Hij is degene die de leerling kan sturen in zaken als media privacy, gegevensbescherming, afspraken over filmpjes op internet etc. Het is de docent die de leerling stimueert om toepassingen uit te proberen, laat leerlingen hun ervaringen met social media delen met elkaar. Hieruit blijkt dat de docent een centrale rol speelt bij het leren over social media.

D. De onderzoeksaanpak

15

Page 16: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de leerlingen?

Deelvragen: A. Wat is het niveau van de docenten volgens het competentiemodel, onderdeel C3, participeren in sociale netwerken?B. Wat is bekend uit de literatuur over het belang van mediawijsheid bij docenten C. Wat is de belevingswereld van leerlingen wat betreft mediawijsheid?D. Willen docenten hun kennis wel uitbreiden?

deelvragen

onderzoeksactiviteit

Wat: Wie: Wanneer:

Punt B Observeren, bevragen

Workshop T-pack

Kennisnet en collega docenten

21 februari

Punt B, C bevragen Mini enquête* docenten en

leerlingen

6 maart

Punt A,B,C Verzamelen informatie uit de literatuur en collega docenten

Presentatie social media en overleg,

literatuuronderzoek

Collega’s,

literatuur

Half maart

Punt A,D bevragen Docenten enquête* Collega’s april

Punt C

Punt C

Bezoeken

visualisatie

Talenconferentie NHL: ict in het

onderwijs

tekenopdracht

NHL

Leerlingen Nordwin

Maart

april

* mini-enquête op Socrative SOC-2740588** Enquête gerelateerd aan het competentiemodel voor mediawijsheid

16

Page 17: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

(google Forms, vragenlijst social media)

De mini-enquête is gemaakt op Socrative. Het is een grappige lijst met vragen over allerlei woorden die met social media te maken hebben. De enquete wordt zowel bij een groep leerlingen als een groep docenten afgenomen. Het verschil dat hier uit voort komt, zal in zekere mate de gap inzichtelijk maken. De uitslag wordt in een rapport weergegeven.

De docenten enquête is gemaakt in Googleforms. Alle docenten van Nordwin College Leeuwarden krijgen in april een e-mail met een link naar de enquête. In het weekbericht worden ze op de enquête geattendeerd. De vragen gaan van algemene kennis over sm, naar inzet van sm in de lessen. De vragen zijn aangepast naar het competentie model voor mediawijsheid (Slechtenhorst 2012). Ook komen er een aantal vragen die verwijzen naar het T-pack model van Kennisnet (Koehler&Mishra (2008).

Naast deze methoden wil ik ook graag de meningen van de leerlingen onderzoeken met behulp van een vorm van visualisatie. De leerlingen krijgen een tekenopdracht: een leeg blad waarop zij een docent en een leerling tekenen. Daarnaast krijgen ze een lijst met teksten die ze bij de docent of de leerling kunnen plakken. Ik verwacht hierdoor een beeld te krijgen in hoeverre docenten in contact staan met leerlingen via social media.

17

Page 18: finalassessment.files.wordpress.com  · Web viewOnderzoeksplan . P-taak. 4. In hoeverre sluit de mediawijsheid van docenten op het Nordwin College aan op de belevingswereld van de

Literatuurlijst

AACTE Committee on Innovation and Technology (Red.). Handbook of technological

pedagogical content knowledge (TPCK) for educators (pp. 3-29). New York:

Routledge

Aken, J. Van (2012). Twitter en Facebook in de les, hoe doe je dat? Didactief, 43(9),

16-21.

Borgdorff, M. (2014). Stichting Kennisnet, Mediawijsheid voor schoolbestuurders.

Verkregen op 15 februari 2014 van http://www.kennisnet.nl.

Calis, M., Kisjes, H. (2013). Socialbesitas. Middelbeers: InnoDoks.

Frankenhuis, S., Hagen, S., Smelik, A. (2007). De effecten van nieuwe media op jongeren

van 12-14 jaar. Verkregen op 1 februari 2014 van http://www.slo.nl.

Hulsebosch, J., Wagenaar, S. (2011) En nu online……. Houten: Springer.

Koehler, M. & Mishra, P. (2008). Introducing TPCK.

Louwers, T. (2013). Betekenis ict voor het onderwijs neemt toe. COS, 31(1), 32.

Maes, T. & Pijpers, R. (2012) Sociale media op School, Verkregen op 2 februari 2014 van

http://www.kennisnet.nl.

Mediawijsheid in het mbo (z.d.). Verkregen op 18 januari 2014 van Mediawijzer.net

Pijpers, R. (2013). Samen leren - tieners en sociale media, Mijn kind online.

Verkregen op 1 november 2013 van http://www.kennisnet.nl.

Slechtenhorst, G. (2012). Competentiemodel voor mediawijsheid gepresenteerd.

Verkregen op 1 december 2013 van http://www.kennisnet.nl.

The web we want (z.d.) Verkregen op 15 januari 2014 van http://www.webwewant.eu.

Valtonen, T., Pontinen, S., Kukkonen, J., Dillon, P., Väisänen, P. & Hacklin, S. (2011).

Confronting the technological pedagogical knowledge of Finnish Net Generation

student teachers. Technology. Verkregen op 1 januari 2014 van

http:www.wordpress.com.

Veen, W. (2009). Homo Zappiens. Amsterdam: Pearson Educatief.

Werkhoven, P., Dijkgraaf, J. (2013). Social media bijbel. Amersfoort: BBNC Uitgevers.

Williams, P. & Rowlands, I. (2007). Information behaviour of the researcher of the future,

a ciber briefing paper Verkregen op 2 februari 2014 van http://www.jisc.ak.uk.

18