pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het...

18
Professional Development Blog OFM AJ 16-17 Sjabloon SELFASSESSMENT ATTITUDES NAAM STUDENT: Felix Soens DATUM: 18/09/2016 Richtlijnen bij het invullen van het sjabloon ‘selfassessment attitudes’ Hieronder vind je een selectie van 10 belangrijke attitudes voor een officemanager. In de leerresultaten van de opleiding zitten naast kennis en vaardigheden natuurlijk ook reeds attitudes vervat. In dit sjabloon lichten we er tien attitudes uit waarover een succesvolle office manager beschikt. A. Zelfevaluatie Je evalueert jezelf aan de hand van een schaal met allerlei uitspraken. Per rij worden een aantal situaties omschreven. In de tabel duid je voor elk van de volgende attitudes PER RIJ aan welke uitspraak op jou van toepassing is (bijvoorbeeld door deze stelling in het geel te markeren). B. Motivering van je zelfevaluatie Onder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen die je beheersingsniveau van deze attitude illustreren. Dit kan een omschrijving zijn van een concrete taak die je hebt volbracht, een zelf aangemaakt document dat je hierna in bijlage toevoegt,… Inhoudsopgave Attitude 1: INITIATIEF............................................. 2 Attitude 2: INZET EN DOORZETTINGSVERMOGEN..........................3 Attitude 3: STIPTHEID.............................................. 4 Attitude 4: KWALITEIT- EN DOELGERICHTHEID..........................5 Attitude 5: KRITISCHE ZIN EN OPENHEID VOOR FEEDBACK................6 Attitude 6: LEERGIERIGHEID.........................................7 Attitude 7: ASSERTIVITEIT..........................................8 Attitude 8: ANALYTISCH VERMOGEN....................................9 Attitude 9: SYNTHETISCH VERMOGEN..................................10 Attitude 10: DISCRETIE............................................ 11

Transcript of pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het...

Page 1: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Professional Development Blog OFM AJ 16-17

Sjabloon SELFASSESSMENT ATTITUDES

NAAM STUDENT: Felix Soens DATUM: 18/09/2016

Richtlijnen bij het invullen van het sjabloon ‘selfassessment attitudes’

Hieronder vind je een selectie van 10 belangrijke attitudes voor een officemanager. In de leerresultaten van de opleiding zitten naast kennis en vaardigheden natuurlijk ook reeds attitudes vervat. In dit sjabloon lichten we er tien attitudes uit waarover een succesvolle office manager beschikt.

A. ZelfevaluatieJe evalueert jezelf aan de hand van een schaal met allerlei uitspraken. Per rij worden een aantal situaties omschreven. In de tabel duid je voor elk van de volgende attitudes PER RIJ aan welke uitspraak op jou van toepassing is (bijvoorbeeld door deze stelling in het geel te markeren).

B. Motivering van je zelfevaluatieOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen die je beheersingsniveau van deze attitude illustreren. Dit kan een omschrijving zijn van een concrete taak die je hebt volbracht, een zelf aangemaakt document dat je hierna in bijlage toevoegt,…

InhoudsopgaveAttitude 1: INITIATIEF.............................................................................................................................2

Attitude 2: INZET EN DOORZETTINGSVERMOGEN..................................................................................3

Attitude 3: STIPTHEID.............................................................................................................................4

Attitude 4: KWALITEIT- EN DOELGERICHTHEID.......................................................................................5

Attitude 5: KRITISCHE ZIN EN OPENHEID VOOR FEEDBACK....................................................................6

Attitude 6: LEERGIERIGHEID...................................................................................................................7

Attitude 7: ASSERTIVITEIT.......................................................................................................................8

Attitude 8: ANALYTISCH VERMOGEN......................................................................................................9

Attitude 9: SYNTHETISCH VERMOGEN..................................................................................................10

Attitude 10: DISCRETIE.........................................................................................................................11

Bron: VKW (2005). SAM-schaal: schaal voor Meting van Attitudes en Vaardigheden. Geraadpleegd op 6 oktober 2016 via http://ond.vvkso-ict.com/vvksosites/download/handel/SAM_VKW_2005.pdf

Page 2: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 1: INITIATIEF

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik zie geen werk en neem geen initiatief.

Ik zie werk als de verantwoordelijke in de buurt is en neem dan initiatief.

Ik zie werk, maar moet soms aangespoord worden om het aan te pakken.

Ik zie werk en pak het spontaan aan.

2 Ik hou mij enkel bezig met opdrachten die ik graag doe.

Ik voer soms opdrachten uit die ik niet graag doe.

Ik voer alle opdrachten op aanwijzing kwaliteitsvol uit en toon meestal inzet.

Ik voer spontaan kwaliteitsvol alle opdrachten uit, ook al doe ik ze niet graag.

3 Ik meld niet wanneer een taak is afgerond.

Ik meld zelden wanneer een taak is afgerond.

Ik meld altijd wanneer een taak is afgerond.

Ik meld spontaan wanneer een taak is afgerond en vraag spontaan naar extra taken.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik zie altijd het nodige werk, maar ik ben meestal te lui om het werk aan te pakken of uit te voeren. Vb. Als ik zie dat ik nog een taak heb voor school, dan zal ik het wel doen, maar heb eerst motivatie nodig van mijn ouders. Als er opdrachten zijn voor school die ik niet graag doe, zal ik die soms uitvoeren, niet altijd.

Ik zal altijd melden wanneer taken uitgevoerd zijn omdat ik dan trots ben dat die uitgevoerd zijn. Vb. Een grote semestertaak zal ik zo snel mogelijk indienen

Page 3: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 2: INZET EN DOORZETTINGSVERMOGEN

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Werkafbakening / taakopvatting is slecht: ik neem bijna nooit werk echt op mij. Ik neem weinig werk op mij en doe nooit extra werk.

Werkafbakening / taakopvatting is eerder minimaal. ik zal niets extra doen als het niet hoeft.

Goede werkafbakening / taakopvatting: ik doe wat nodig is. Ik doe extra werk als dat gevraagd wordt.

Uitstekende werkafbakening / taakopvatting. Ik stel me verantwoordelijk op. Ik doe spontaan meer dan gevraagd.

2 Mijn werktempo is traag bij opdrachten, taken of projecten. Ik verlies veel tijd door contacten met anderen, administratie, …

Het werktempo is matig. Ik hou me liefst wisselend bezig met verschillende opdrachten. Ik heb regelmatig aanmoediging nodig om door te zetten.

Goed werktempo, ik maak zinvol gebruik van de normale tijd om een taak af te werken, een opdracht te doen.

Ik werk eerder hard. Anderen vinden van mij dat ik er een stevig werktempo op na houd.

3 Ik werk alleen door onder dwang. Ik geef nog te snel op.

Ik geef vrij snel op. Ik geef niet op vooraleer er een bevredigende oplossing is.

Ik geef nooit op, bijt me vast in een probleem.

4 Ik ben zeer snel afgeleid, ben niet zo alert, zelfs niet bij werk dat niet langdurig is.

Ik laat me afleiden, ben niet zo alert bij het werk, zeker niet als het een relatief langdurige taak is.

Ik blijf meestal alert, ook bij relatief langdurige opdrachten, taken of projecten.

Ik heb een uitstekende inzet en sturing, ook bij langdurige opdrachten.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik zal altijd doen wat nodig is als we iets doen in groep, maar ik zal ook niet meer doen dan dat me gevraagd wordt of wat van me verwacht wordt. Bij groepsopdrachten is mijn werktempo matig omdat ik niet lang bij éénzelfde onderwerp wil blijven, daarom moeten mensen mij meestal een duwtje in de rug geven. Als er een probleem is zal ik altijd naar een oplossing zoeken en zal niet opgeven vooraleer ik een goede oplossing gevonden heb. Zoals ik al zei ben ik rap afgeleid en hou ik van afwisseling. Ik hou er niet van om lang bij éénzelfde onderwerp te blijven hangen.

Page 4: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 3: STIPTHEID

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik ben vaak afwezig en heb niet altijd verwittigd.

Ik ben af en toe afwezig en verwittig soms de begeleider.

Ik ben zelden afwezig en verwittig meestal.

Ik verwittig altijd bij afwezigheid.

2 Ik kom nogal eens te laat door omstandigheden.

Ik kom slechts af en toe te laat.

Ik kom altijd op tijd. Ik ben uitermate stipt op alle vlakken.

3 Ik lever de gevraagde taak, bewijsstukken vaak niet in. Ik stel vaak zaken uit.

Ik heb altijd extra push nodig om zaken in te leveren. Zonder aanmaning, haal ik de deadline niet.

Ik lever zaken op tijd in. Taken zijn stipt op tijd klaar.

Ik lever sommige taken vóór de deadline af.

4 Ik aanvaard moeilijk regels en procedures. Ik leg ze soms naast me neer. Ik doe nogal eens waar ik zin in heb.

Ik pas regels en procedures enkel op aanwijzing toe.

Ik heb oor voor regels en procedures, ik probeer ze te volgen uit mezelf.

Ik kan regels en afspraken correct interpreteren volgens de situatie en ze spontaan toepassen.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik sta erop altijd aanwezig te zijn, want moest ik een begeleider zijn zou ik ook willen dat iedereen aanwezig is, indien ik niet aanwezig ben probeer ik altijd te verwittigen. Ik weet van mezelf dat ik veel dingen uitstel omdat ik ook uitstelgedrag heb, die ik uiteraard moet afleren om te groeien in de sector van de evenementen. Ik heb wel zeer veel oog voor regels en zal ze altijd naleven uit respect voor de persoon die ze mij oplegt.

Page 5: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 4: KWALITEIT- EN DOELGERICHTHEID

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik slaag er niet in routinetaken tot een goed einde te brengen.

De aandacht verslapt snel bij het uitvoeren van routinetaken.

Het uitvoeren van routinetaken verloopt goed.

Routinetaken worden perfect afgewerkt.

2 Samenwerking is voor mij delegeren: anderen kunnen gerust ook wat werk doen, ik moet niet noodzakelijk een even groot deel van het werk leveren.

Van samenwerking is niet altijd sprake. Ik ben afhankelijk van de groep. Ik vind niet dat ik me voor de groep moet inzetten. Ik doe wel mijn deel.

Goede samenwerking met anderen. Ik zet me niet alleen in voor mijn eigen werk, maar ook voor de groep.

Uitstekende samenwerking. Ik stimuleer anderen om te werken aan het groepswerk. Ik kan hen enthousiasmeren voor het gezamenlijk resultaat.

3 Ik ben snel tevreden met wat ik doe. Een ‘voldoende’ beoordeling lijkt me genoeg. Ik evalueer mijn taken, opdrachten, aanpak, enz. niet. Ik ben vrij onverschillig t.a.v. het stellen van bijkomende kwaliteitseisen aan mijn eigen werk.

Ik leg de lat zodanig dat ze haalbaar blijkt voor mezelf, en behaal af en toe het nodige resultaat.

Ik evalueer kwalitatief mijn eigen handelen en oplossingen; wanneer ze niet voldoen aan de gestelde criteria, dan zoek ik meestal verder.

Ik ben zeer veeleisend inzake het behalen van kwaliteitsvolle resultaten.

4 Ik ben vaak onnauwkeurig of slordig: ik maak fouten die gemakkelijk vermeden kunnen worden en maak meer fouten dan gemiddeld.

Ik maak af en toe fouten. Slordigheidsfouten komen nog veel voor.

Nauwkeurigheid en snelheid gaan al eens samen, maar niet altijd. Ik maak weinig fouten.

Ik kan op een snelle en nauwkeurige manier kwaliteitsvol resultaten behalen. Ik werk foutloos.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik houd niet zo van regelmaat, daarom verslapt mijn aandacht snel bij routinetaken of dezelfde taken na elkaar. Als ik een groepswerk heb dan zorg ik niet alleen dat mijn deel gedaan is, maar zal ook helpen met anderen die het niet begrijpen. Als ik vind van mezelf dat mijn opzoekwerk niet goed gedaan is of niet zoals het moet, zal ik direct verder kijken naar beter. Fouten kan ik helaas niet vermijden, ik ben soms redelijk slordig bij lay-out of typfouten, soms probeer ik daar aan te werken.

Page 6: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 5: KRITISCHE ZIN EN OPENHEID VOOR FEEDBACK

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik zie mijn eigen fouten niet.

Ik erken eigen verbeterpunten. Ik trek lessen uit de fouten die ik meer dan 1 keer maak.

Ik zie zelf eigen verbeterpunten. Ik leer dagelijks bij, maak een fout maar één keer.

Ik stimuleer door voorbeeldgedrag anderen tot het leveren van prestaties (zowel kwantitatief als kwalitatief).

2 Ik controleer mijn werk niet, anderen moeten het op essentiële zaken bijsturen.

Ik ben van goede wil, maar doe geen proef op de som, controleer mijn werk enkel op aanwijzing.

Ik controleer mijn werk zelf, kijk zelf na.

Controle is een onderdeel van kwaliteitsvol werken. Ik doe dit spontaan. .

3 Ik zie geen fouten of onvolledigheden in beschikbare informatie.

Ik ontdek al eens fouten of onvolledigheden in beschikbare informatie.

Ik zie fouten of onvolledigheden in beschikbare informatie.

Ik onderzoek spontaan beschikbare informatie op fouten of onvolledigheden.

4 Ik word nog wat kwaad als anderen mij wijzen op een fout.

Als anderen mij wijzen op een fout, zal ik dit niet toegeven.

Ik luister naar opmerkingen van anderen, geef al eens een fout toe maar ben niet overtuigd dat ik me moet aanpassen aan hun suggesties.

Ik sta open voor opmerkingen van anderen en pas hun suggesties toe.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik maak veel fouten, maar uit iedere fout die ik maak trek ik mijn lessen, zodanig dat die fouten in de toekomst zich niet meer voordoen, al mijn werk kijk ik altijd na en controleer ik een aantal keer, maar daarmee is mijn werk inderdaad nog niet correct. Bij mijn controleren ontdek ik soms wel eens fouten die ik direct verbeter of corrigeer, ik ontdek ook niet alle fouten. Als men een fout ontdekt in mijn werk, sta ik altijd open voor de nodige commentaren en zal die commentaren altijd opvolgen om mezelf te verbeteren in wat ik doe.

Page 7: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 6: LEERGIERIGHEID

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik heb een absolute afkeer van leren en heb dit altijd al gehad.

Ik leer met tegenzin omdat het nu eenmaal moet.

Ik leer, maar doe dit enkel wanneer dit expliciet gevraagd wordt.

Ik leer spontaan.

2 Ik heb niet veel interesse voor het werk dat ik doe. Ik stel zelden vragen. Ik doe gewoon wat moet.

Het werk interesseert me matig. Ik stelt af en toe een vraag.

Ik ben geïnteresseerd in het werk. Ik stel regelmatig vragen.

Ik ben gepassioneerd door het werk. Ik wil allerlei dingen weten, zoek naar achtergronden. Ik stel veel vragen.

3 Ik maak steeds dezelfde fouten.

Ik maak regelmatig nog dezelfde fouten en moet hier nog vaak op gewezen worden.

Ik maak zelden nog dezelfde fouten. Ik verbeter de fouten spontaan indien ik ze nog maak.

Ik leer spontaan uit mijn fouten en maak ze nooit meer opnieuw.

4 Ik heb een hekel aan opmerkingen en kritische feedback in verband met mijn leerproces.

Ik luister naar suggesties en feedback.

Ik vraag spontaan suggesties en feedback.

Ik vraag suggesties, feedback en integreer dit spontaan in het leerproces.

5 Ik heb niet echt interesse in recent nieuws of recente evoluties in mijn vakgebied, dat geef ik eerlijk toe.

Ik heb wel interesse in recent nieuws of recente evoluties, maar anderen moeten hiervan rechtstreeks het voordeel bewijzen, b.v. bij een project…

Ik heb spontane interesse in recent nieuws of recente evoluties.

Ik volg recent nieuws of recente evoluties in mijn vakgebied systematisch op.

6 Ik deel mijn kennis niet echt met anderen.

Ik deel met mondjesmaat mijn kennis met anderen als er voor mij een voordeel aan vastzit.

Ik deel op uitdrukkelijke vraag mijn kennis.

Ik deel spontaan kennis met anderen.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik doe altijd mijn best om dingen tot een goed einde te brengen, en wanneer ik bezig ben, dan doe ik wel goed voort. Maar ik heb altijd moeite om aan een werk te beginnen. Wanneer het werk af is, dan kijk ik ook zelden waar ik dingen kan vernieuwen of dingen kan verbeteren om een beter resultaat te hebben.

Page 8: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 7: ASSERTIVITEIT

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik straal geen zelfvertrouwen uit en laat mij vaak door anderen doen.

Ik twijfel vaak aan mijn eigen kunnen.

Ik straal het nodige zelfvertrouwen uit.

Ik kan op mijn eentje een grotere groep van mijn idee overtuigen.

2 Ik heb geen eigen mening. Ik heb een defensieve houding.

Ik ontwikkel een eigen mening als anderen mij een zetje in de goede richting geven.

Ik durf het aan om een ander idee te verdedigen, mits minstens iemand ook mijn mening deelt.

Zelfs wanneer men niet vraagt naar mijn mening, wil ik mensen van mijn ideeën overtuigen.

3 Ik kan mij niet uitdrukken ten aanzien van meerderen.

Ik heb last met het uiten van mijn mening wanneer meerderen in de buurt zijn.

Ik kan mij gemakkelijk uitdrukken ten aanzien van meerderen.

Ik neem zelf spontaan contact op met meerderen.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik voel me soms wel een leider, niet qua uitvoeren, maar qua delegeren. Ik kan mensen makkelijk inschatten en doorgronden, en aan de hand van die informatie geef ik hen een taak binnen de groep, die hen meestal ook wel bevalt. Ik neem ook meestal het woord omdat ik graag naar voor kom in publiek.

Page 9: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 8: ANALYTISCH VERMOGEN

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik zie vaak geen of slechts een minimaal verband tussen verschillende soorten informatie.

Ik zie een algemeen, oppervlakkig verband tussen verschillende soorten informatie.

Ik leg verbanden tussen verschillende soorten informatie.

Ik ga spontaan en systematisch op zoek naar verbanden tussen verschillende soorten informatie.

2 Ik maak geen analyse van een probleem als een probleem zich voordoet: ik probeer het meteen op te lossen.

Ik maak een analyse van een probleem maar het blijkt niet altijd de juiste te zijn.

Ik maak bij de analyse van een probleem in het algemeen een onderscheid tussen informatie over de feiten enerzijds en interpretaties of veronderstellingen anderzijds.

Ik verzamel spontaan informatie over de achtergronden en oorzaken van een probleem/een situatie en neem een besluit op basis hiervan.

3 Ik heb moeite om bij een analyse het onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.

Ik breng in mijn analyse slechts matig structuur aan, ga soms te veel in op details en overzie niet altijd de grote lijnen.

Ik analyseer een proces, een taak, een project, een opdracht, een doelstelling.

Ik maak een duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken; zoek eerst de grote lijnen en duik niet meteen in de details. Ik formuleer alternatieven en anticipeer op storingen.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik maak zelden analyses, want ik redeneer dat als iets ingediend of afgelopen is, dan wacht je gewoon op de punten, en het is gedaan. Alles wat ik dan fout heb gedaan, daar kijk ik niet meer naar. Wat ook wel slecht is in de meeste gevallen, en waar ik zeker moet aan werken.

Page 10: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 9: SYNTHETISCH VERMOGEN

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik kan zeer moeilijk alternatieven afwegen en kom hierdoor niet tot een conclusie.

Ik kan soms alternatieven afwegen en hieruit een conclusie formuleren.

Ik weeg over het algemeen alternatieven tegenover elkaar af en kom tot conclusies.

Ik toon spontaan een gezonde kritische ingesteldheid in het redeneren, heb alternatieven en kom hierdoor altijd tot conclusies.

2 Ik formuleer ongenuanceerde voorstellen bij de oplossing van een probleem. Ik heb weinig oog voor positieve/negatieve kanten.

Ik kan op aanwijzing een genuanceerd voorstel formuleren bij de oplossing van een probleem, doch heb het hiermee vaak moeilijk.

Ik formuleer zelf eenzijdig genuanceerde voorstellen bij de oplossing van een probleem.

Ik formuleer spontaan genuanceerde voorstellen bij de oplossing van een probleem, waarbij alle mogelijke neveneffecten, nuances of consequenties van standpunten in mijn overwegingen zijn opgenomen.

3 Ik kan vanuit diverse componenten, elementen, samenstellende delen geen geheel, geen synthese, geen einddoel bepalen.

Ik kan vanuit geanalyseerde informatie tot een oordeel of synthese komen, doch niet systematisch.

Ik kan op basis van verzamelde informatie logisch en methodisch tot een sobere synthese komen.

Ik formuleer een stevig onderbouwde synthese, op basis van veelzijdige informatie.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik ben een werker, maar als er in een groepswerk veel te veel verteld wordt, wat niet met het werk te maken heeft, dan doe ik gewoon door, zodanig het af is. Ik kan lang wachten met iets. Maar eens ik eraan begin werk ik het snel af.

Page 11: pdbfelixsoens.files.wordpress.com · Web viewOnder de tabel voeg je een toelichting toe voor het aangeduide niveau in de verschillende situaties (rijen). Geef concrete voorbeelden/bewijzen

Attitude 10: DISCRETIE

A. Zelfevaluatie

ONVOLDOENDE MATIG GOED ZEER GOED

1 Ik ben een onbescheiden houding. Mijn kledij en haartooi beantwoorden niet aan de bedrijfscultuur.

Ik heb niet altijd een bescheiden houding en voldoe soms aan de norm, soms ook niet wat kledij en voorkomen betreft.

Ik heb een bescheiden, verzorgde houding en draag gepaste, verzorgde kledij.

Ik weet me op eigen initiatief een gepaste houding aan te nemen, alsook gepaste kledij te dragen afhankelijk van de situatie.

2 Ik bedrieg en ik ben oneerlijk. Ik besef niet welke reacties mijn gedrag uitlokt. Ik roddel over persoonlijke zaken. Ik pest collega’s of val anderen lastig. Ik heb een laag empathisch vermogen.

Ik vertel geen persoonlijke zaken verder. Ik blijf van andermans spullen af. Ik respecteer de mening van anderen.

Ik maak gevoelige informatie niet bekend aan onbevoegden. Ik toon dat ik me inleef in anderen. Ik houd rekening met verscheidenheid en met iemands (privé)achtergrond. Ik geef anderen kansen, behandel hen niet stereotiep.

Ik weet heel goed welke informatie wel of niet te zeggen. Anderen kunnen spontaan bij mij terecht. Ik luister met belangstelling naar wat anderen bezighoudt.

B. Motivering van je zelfevaluatie

Ik kan me zeer goed aanpassen aan een omgeving, voor school draag ik bijvoorbeeld zeer gewone kledij. Maar als ik naar een feestje moet met een dresscode zal ik mijn kledingstijl direct aanpassen om de wensen van de gastheer/gastvrouw te vervullen. Ik ben een goede vertrouwenspersoon en mij kun je alles zeggen. Ik weet wanneer ik moet zwijgen en wie iets niet moet weten en wie wel.